Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 september 2018
gepubliceerd op 01 oktober 2018

Koninklijk Besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2018014042
pub.
01/10/2018
prom.
02/09/2018
ELI
eli/besluit/2018/09/02/2018014042/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk Besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen (hierna "de wet") geeft de asielzoekers en bepaalde andere categorieën begunstigden een recht op opvang dat hen in staat moet stellen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. De wet zet de essentie van richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (herschikking).

Artikel 19, § 1, van de wet, waarvan de tekst die U ter ondertekening wordt voorgelegd de gedeeltelijke uitvoering is, luidt aldus: "De Koning bepaalt het stelsel en de werkingsregels die van toepassing zijn op de opvangstructuren. De uitvoeringsmodaliteiten worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement dat door de minister wordt opgesteld. Er wordt over gewaakt dat de begunstigde van de opvang hiervan een goed en volledig begrip heeft" Indien het ontwerp van besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd slechts de gedeeltelijke uitvoering van artikel 19 van de wet is, is dat omdat deze bepaling een andere autoriteit machtigt om een aanvullend regelgevend instrument in te voeren. De Minister die bevoegd is voor asiel en migratie waaronder het Agentschap ressorteert, is immers belast met de redactie van een huishoudelijk reglement dat de uitoefeningsmodaliteiten van onderhavige tekst bepaalt. Wat deze opdracht van de Minister betreft, verduidelijken de voorbereidende werkzaamheden van de wet wat volgt: "Met het oog op de goede werking en de ordehandhaving binnen deze structuren, wordt er door de Minister een huishoudelijk reglement aangenomen dat de leefregels bevat waaraan de bewoners zich moeten houden, evenals de modaliteiten van de uitoefening van hun rechten. De leefregels hebben betrekking op het leven van de bewoners in de opvangstructuren en hun bijgebouwen. Het huishoudelijk reglement vermeldt ook de ordemaatregelen en de sancties die genomen kunnen worden overeenkomstig de artikelen 44 en 45 Er wordt een exemplaar van het huishoudelijk reglement aan de begunstigde van de opvang overhandigd bij diens aankomst in de opvangstructuur. Er wordt over gewaakt dat de begunstigde van de opvang hiervan een goed en volledig begrip heeft." (Doc., Kamer, zitting 2006-2007, nr.51-2565/01, p. 29).

Het ontwerp van besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd is van toepassing op de collectieve opvangstructuren alsook op de individuele opvangstructuren, in de zin van artikel 2, 10° van de wet.

Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd omvat meerdere types bepalingen: werkingsregels die krachtens onderhavige tekst rechtstreeks van toepassing zijn op de bewoners van collectieve en individuele opvangstructuren; die de regelgeving betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen aanvullen; specifieke regels die worden opgelegd aan de Minister voor de vaststelling van het huishoudelijke reglement van de collectieve opvangstructuren om de concrete omzetting van sommige bepalingen van de wet in het huishoudelijke reglement te verzekeren of nog regels die het mogelijk maken om in het huishoudelijke reglement rekening te houden met de specifieke situatie van bepaalde categorieën bewoners. Het koninklijk besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd omvat zes hoofdstukken.

Artikel 19 § 2 van de wet, waarvan de tekst die U ter ondertekening wordt voorgelegd ook in de uitvoering voorziet, luidt als volgt: « § 2. In het kader van de uitvoering van de opdracht bedoeld in paragraaf 1, bepaalt de Koning de concrete nadere regels die de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur of de hiertoe door hen aangeduide personen moeten toelaten om de kamers te controleren van de begunstigden die er verblijven.

Een dergelijke controle mag enkel worden uitgevoerd ten einde de preventie inzake veiligheid en brandbestrijding, het behoud van de hygiëne en het toezicht op de naleving van de bepalingen van het huishoudelijke reglement bedoeld in paragraaf 1 die de bescherming van de rechten en de vrijheden van de andere begunstigden van de opvangstructuur en zijn personeelsleden verzekeren, te garanderen.

Een dergelijke controle mag in geen geval een beledigend karakter hebben voor de betrokken begunstigde van de opvang en moet verlopen met respect voor de goederen die hij bezit.

In de toepassing van de bevoegdheid die het eerste lid Hem toekent, voorziet de Koning de strikte beperking van het aantal personen dat de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur kan aanduiden om de controle uit te voeren en preciseert hij duidelijk en limitatief de nadere regels van de controles, ondermeer voor wat betreft de frequentie. Ten uitzonderlijke titel, kan de controle van de kamers van de begunstigden van de opvang buiten de door de Koning vastgelegde frequentiemodaliteiten worden georganiseerd, maar enkel wanneer ze wordt verantwoord door specifieke eisen van preventie inzake veiligheid, brandbestrijding, hygiëne of bij ernstige tekortkoming op het huishoudelijke reglement. . » Artikel 15 van onderhavig besluit voert 19, § 2, van de wet uit dat de uitvoeringsmodaliteiten van de controle van de kamers vastlegt.

Hoofdstuk 1 geeft de definities van de fundamentele begrippen in het besluit en legt de algemene bepalingen vast.

Artikel 1 voldoet aan de formele plicht van artikel 26, § 1, alinea 2, van de richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming. Observatie- en oriëntatiecentra zoals bedoeld in artikelen 40 en 41 van de wet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van onderhavig besluit.

Artikel 2 definieert de belangrijkste begrippen die in het ontwerpbesluit worden gebruikt.

Hoofdstuk 2 van het besluit dat u ter ondertekening wordt voorgelegd, is een rechtstreekse verlenging van de bepalingen van de wet en kondigt diverse rechten en plichten van de bewoners van de opvangstructuren af.

Artikel 3 betreft het respect van een privé- en een gezinsleven. De bewoners hebben recht op de naleving ervan in de opvangstructuur (alinea 1), maar ze zijn dit respect ook verschuldigd aan de andere medebewoners, meer bepaald door bij te dragen tot het behoud van een kalme atmosfeer in de opvangstructuur (alinea 3). Omdat het meer bepaald om het gezinsleven gaat, wordt in het besluit voorzien dat leden van eenzelfde gezin samen dienen te worden ondergebracht, indien dit niet verhinderd wordt door bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld in geval van intrafamiliaal geweld). Indien de inrichting van de lokalen of de beschikbaarheid van de kamers dit niet toelaat, dient de familie ondergebracht te worden met respect van een maximale naburigheid (alinea 2).

Artikel 4 voorziet er in dat eenieder in de opvangstructuur, bewoners en personeelsleden, er moet op toezien dat de regels inzake de afwezigheid van elke vorm van discriminatie gerespecteerd worden. De personeelsleden moeten elke bewoner gelijk, correct en respectvol behandelen, maar ook de bewoners hebben een gelijkaardige plicht in hun betrekkingen met hun 'medebewoners en de personeelsleden.

Artikel 5 voorziet dat de bewoners recht hebben op drie maaltijden per dag. Deze kunnen onder verschillende vormen worden verstrekt, in functie van onder andere de inrichting van de lokalen van de opvangstructuur. In sommige opvangstructuren kunnen bewoners hun maaltijden zelf bereiden, en krijgen ze hiertoe de nodige middelen.

Overeenkomstig het principe dat in artikel 21 van de wet is ingeschreven, wordt het bezoekrecht verzekerd aan de bewoners van de opvangstructuren, zoals artikel 6 van onderhavig koninklijk besluit herinnert. Dit recht kan worden uitgeoefend in overeenstemming met de organisatiemodaliteiten die de opvangstructuur voorziet en die in het huishoudelijke reglement worden verduidelijkt.

Na de rechten en plichten van de bewoners van de opvangstructuren en in het verlengde daarvan, legt hoofdstuk 3 van het besluit de leef- en werkingsregels in de opvangstructuur concreet vast.

Artikel 7 organiseert de aankomstfase van de begunstigde van de opvang in een opvangstructuur: voorstelling van de structuur, daadwerkelijke communicatie van de volledige informatie over de rechten en plichten die inherent zijn aan de toekenning van materiële hulp en specifieke uitleg over de belangrijkste regels inzake brandpreventie en -veiligheid. Bij zijn aankomst in de opvangstructuur en om elk gezondheidsprobleem te voorkomen, wordt er trouwens voor gezorgd dat de begunstigde van de opvang toegang krijgt tot een medische dienst.

Artikel 8 legt de algemene principes vast van het respect van de gebouwen en het materiaal in de opvangstructuur. Deze bepaling herinnert meer bepaald aan de 'mogelijkheid van strafrechtelijke of burgerlijke vervolgingen in geval van agressie waarbij opzettelijk schade wordt berokkend aan personen of goederen. Zo kan een klacht worden neergelegd bij de autoriteiten, maar kan eveneens gevraagd worden de veroorzaakte schade te vergoeden. Ze voorziet ook de mogelijkheid voor de opvangstructuur om een waarborg bij de bewoner samen te stellen om zich tegen een eventueel verlies of beschadiging van de sleutels of ander uitgeleend materiaal te behoeden. Indien dat niet het geval is, wordt deze waarborg teruggegeven aan de bewoner bij zijn vertrek uit de opvangstructuur.

Artikel 9 verplicht de bewoners toe te zien op de naleving van de orde en de netheid in de opvangstructuren en verduidelijkt dat ze zelf verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van hun kamer.

Volgens artikel 10 staan de bewoners in voor de naleving van de regels inzake brandpreventie en -veiligheid die van kracht zijn in de collectieve opvangstructuur en die hen duidelijk worden uitgelegd bij aankomst (artikel 10, derde lid). Ze hebben een verplichting om het materiaal voor branddetectie en -bestrijding niet te beschadigen.

Artikel 11 van onderhavig besluit legt de opvangstructuur een middelenverbintenis op om de veiligheid, de behoorlijke verluchting en de hygiëne van de lokalen te verzekeren. Het subjectieve recht voor de bewoners dat hieruit voortvloeit, is gekoppeld aan een overeenstemmende plicht: er wordt op toegekeken dat ze hierbij meewerken.

In het besluit dat u ter ondertekening wordt voorgelegd, verbiedt artikel 12 het bezit en gebruik van alcohol en drugs in de opvangstructuur. Dronkenschap, dat vaak problematisch en moeilijk te beheren is in een opvangstructuur, wordt benaderd vanuit de invalshoek van het bezit en de consumptie van alcohol. Gezien de onmogelijkheid om de hoeveelheid gedronken alcohol en effecten op bewoners te bepalen of te individualiseren, zijn consumptie en bezit volledig verboden.

Het principe van het rookverbod in de opvangstructuur is bekrachtigd, behalve in de speciaal hiervoor voorziene lokalen. De opvangstructuur is echter niet verplicht om een lokaal als rooklokaal te bestemmen.

Artikel 13 verbiedt het bezit van gevaarlijke voorwerpen die andere bewoners, personeelsleden of de infrastructuur kunnen beschadigen. Ook huisdieren zijn niet toegelaten in de collectieve opvangstructuur.

Artikel 14 regelt de situatie van de begunstigden van de opvang die de gemeenschappelijke opvangstructuur al dan niet tijdelijk verlaten. Er is een minimale verplichting tot verblijf in de opvangstructuur voorzien om het recht op verblijf te behouden en bij niet-naleving wordt de plaats van de bewoner ter beschikking gesteld en moet hij de aanduiding van een nieuwe collectieve opvangstructuur vragen indien de begunstigde opnieuw in een collectieve opvangstructuur wil verblijven.

Er wordt gepreciseerd dat de begunstigde van de opvang die afwezig wil zijn, dit voorafgaand dient te melden aan de opvangstructuur waar hij verblijft. In het geval van het overschrijden van de termijnen opgenomen in het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, kan de bewoner uitgeschreven worden. De beslissing om uit te schrijven is niet automatisch, maar wordt overgelaten aan de beoordeling van de opvangstructuur. De eerste termijn is die van drie nachten indien de bewoner de opvangstructuur niet voorafgaand geïnformeerd heeft. De tweede termijn bestaat uit een afwezigheid van in totaal 10 nachten of meer tijdens een periode van 30 dagen, ongeacht of de bewoner de opvangstructuur hierover ingelicht heeft. Deze termijnen hebben tot doel te vermijden dat opvangplaatsen ongebruikt blijven vanwege de afwezigheid van de bewoners.

Zoals vermeld in het begin van onderhavig verslag aan de Koning voert artikel 15 van de tekst die U ter ondertekening wordt voorgelegd artikel 19, § 2 van de wet uit wat betreft de gemeenschappelijke opvangstructuren in de zin van onderhavige tekst. In zijn lid 1, nodigt deze nieuwe wettelijke bepaling U uit om de concrete modaliteiten vast te leggen die de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur of de personeelsleden die ze hebben aangesteld, toelaten om de kamers van de bewoners te controleren. In zijn leden 4 en 5 kent de bepaling U hiertoe een aantal opdrachten toe die artikel 15 van onderhavige tekst concreet realiseert. Herinnerend aan de enige doelen waarvoor de wet een controle van de kamers toelaat, wil artikel 15 van het besluit dat U ter ondertekening wordt voorgelegd, dat de directeur of verantwoordelijke van de collectieve opvangstructuur hiervoor bepaalde personen kan aanduiden, alsook dat de hoedanigheid van deze personen onmiddellijk aan de bewoners wordt meegedeeld. Het maximale aantal personeelsleden dat kan worden aangewezen, varieert naar gelang van het aantal plaatsen in de opvangstructuur. De frequentie en het tijdschema van deze regelmatige controles worden eveneens gepreciseerd. Artikel 15 van onderhavige tekst preciseert in § 2 dat in de omstandigheden voorzien in artikel 19, § 2 van de wet, onverwachte controles uitzonderlijk kunnen worden uitgevoerd naast de modaliteiten voorzien in § 1. Artikel 15, § 3 brengt U ertoe de modaliteiten te regelen voor de inbeslagname van gevaarlijke of verboden voorwerpen, alsook de modaliteiten voor de bewaring en de opslag van deze voorwerpen en hun lot bij het vertrek van de bewoner uit de gemeenschappelijke opvangstructuur. § 4 verduidelijkt ten slotte dat het huishoudelijk reglement de verschillende elementen van artikel 15 van onderhavige tekst overneemt in een streven naar maximale tegenstelbaarheid en informatie.

Hoofdstuk 5 met de titel `Sancties, ordemaatregelen, klachten en beroep" omvat een enkele bepaling, artikel 16, dat in het verlengde van het vorige artikel moet worden gelezen. Het legt eveneens een specifieke formele informatieplicht op voor het huishoudelijk reglement, maar deze keer betreffende de sancties, ordemaatregelen, klachten en beroep die worden georganiseerd door de artikelen 44 en volgende van de wet of krachtens deze artikelen.

Artikel 16 legt ten slotte een specifieke formele informatieplicht op betreffende het huishoudelijk reglement. Het dient immers een concreet en makkelijk begrijpelijk overzicht te bevatten van alle rechten en plichten van de bewoners in de zin van Boek III, Titel I van de wet en zijn uitvoeringsbesluiten.

Hoofdstuk 6 voert ten slotte de eindbepalingen in betreffende de inwerkingtreding en de uitvoering van onderhavig besluit. Er zijn geen bijzondere opmerkingen bij de artikelen 17 en 18 van de tekst die U ter ondertekening wordt voorgelegd en die dit hoofdstuk vormen.

Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 63.243/4 van 26 april 2018 over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles' Op 29 maart 2018 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 26 april 2018 . De kamer was samengesteld uit Martine Baguet, kamervoorzitter, Bernard Blero en Wanda Vogel, staatsraden, en Charles-Henri Van Hove, toegevoegd griffier.

Het verslag is uitgebracht door Roger Wimmer, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Martine Baguet .

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 26 april 2018.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten `op de Raad van State', gecoördineerd op 12 januari 1973, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Algemene opmerking Het ontwerpbesluit strekt tot vaststelling van het regime en de regels betreffende de werkwijze die van toepassing zijn op de opvangstructuren, met name onder meer de rechten en plichten van de bewoners van de opvangstructuren en de leefregels en regels betreffende de werkwijze in de opvangstructuur, alsook de nadere regels voor de kamercontroles.

Met uitzondering van artikel 19, dat betrekking heeft op de kamercontroles, (1) ontleent het ontwerpbesluit zijn rechtsgrond aan artikel 19, § 1, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten `betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen' dat luidt als volgt: "De Koning bepaalt het stelsel en de werkingsregels die van toepassing zijn op de opvangstructuren. De uitvoeringsmodaliteiten worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement dat door de minister wordt opgesteld. Er wordt over gewaakt dat de begunstigde van de opvang hiervan een goed en volledig begrip heeft." De wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten regelt de opvang in zogenaamde "open" structuren.

Die wet bepaalt inzonderheid het volgende: - De opvangstructuur is de collectieve of individuele structuur waarin materiële hulp wordt verschaft aan de begunstigde van de opvang (artikel 2, 6° en 10°, van de wet). - Zodra de asielzoeker in de opvangstructuur aankomt, wordt hem het huishoudelijk reglement van de opvangstructuur overhandigd (artikel 14, tweede lid, van de wet). (2) - Het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers overhandigt de asielzoeker een informatiebrochure waarin met name zijn rechten en plichten zijn beschreven zoals geformuleerd in de wet (artikel 14, eerste lid, van de wet).

Artikel 3 van het ontwerp brengt de werkingssfeer van het ontwerp in herinnering en licht het open karakter van de opvangstructuur nader toe door eraan toe te voegen dat het feit dat de begunstigde niet verplicht is er daadwerkelijk te verblijven, niet betekent dat er buiten de structuur materiële hulp kan worden verstrekt.

Artikel 5 van het ontwerp schept ten aanzien van de opvangstructuur de verplichting om het ontworpen besluit ter beschikking te stellen van de begunstigde van de opvang die daarom verzoekt, en dit onverminderd de verplichting om hem bij zijn aankomst in de opvangstructuur het huishoudelijk reglement te overhandigen.

In de artikelen 4 en 18 van het ontwerp wordt aangegeven dat de nadere regels inzake de tenuitvoerlegging van het ontwerpbesluit zijn geformuleerd in het huishoudelijk reglement en dat dit reglement in een gemakkelijk te begrijpen taal herinnert aan de rechten en plichten van de begunstigden van de opvang.

Die bepalingen van het ontwerp zijn niet meer dan een herhaling of parafrase van de bepalingen van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten. Er is echter geen reden om bepalingen die in de wet staan, te memoreren in het koninklijk besluit. (3) Derhalve moeten de artikelen 3 tot en met 5 en 18 van het ontwerp ofwel worden weggelaten, ofwel - indien de steller van het besluit meent dat het behouden van die regels eraan kan bijdragen dat de adressaten ervan, dit zijn in eerste instantie de bewoners, een goed begrip hebben van het ontworpen besluit - worden aangevuld met de woorden "overeenkomstig artikel (...) van de wet." Bijzondere opmerkingen Dispositief Artikelen 10 en 13 1. In artikel 13, eerste lid, zijn de woorden "en die hen worden uitgelegd" een onnodige herhaling van wat reeds wordt bepaald in het ontworpen artikel 10, derde lid.Ze moeten worden weggelaten. 2. Met betrekking tot artikel 13, tweede lid, dat gewag maakt van de verplichting voor de bewoners om het materieel voor branddetectie en -bestrijding te respecteren, is niet duidelijk wat de strekking is van de woorden "In overeenstemming met (...) artikel 10 (alinea 3)" - volgens die laatstgenoemde bepaling worden "[de] regels inzake brandpreventie en -veiligheid bedoeld in artikel 13 van onderhavig besluit aan de bewoner uitgelegd bij zijn aankomst in de opvangstructuur." Aangezien het de bedoeling is de bewoner van bij zijn aankomst op de hoogte te brengen van zijn verplichting om het materieel voor branddetectie en -bestrijding te respecteren, verdient het aanbeveling de woorden "In overeenstemming met de verplichtingen in artikel 10 (alinea 3)" weg te laten uit het ontworpen tweede lid en die regel te verankeren in artikel 10, derde lid, door het te redigeren als volgt: "De regels inzake brandpreventie en -veiligheid, waaronder de verplichting om het materieel voor branddetectie en -bestrijding te respecteren, die zijn vermeld in artikel 13, worden aan de bewoner uitgelegd (voorts zoals in het ontwerp)." Artikel 11 1. Het komt de steller van het ontwerp niet toe het regime van burgerlijke aansprakelijkheid te regelen dat krachtens de wet van toepassing is op de bewoners.Indien de steller meent dat het, voor een goed begrip van het ontwerpbesluit door de adressaten ervan, nuttig is dat het derde lid wordt behouden - zie de algemene opmerking -, dan kan dat dispositief worden gehandhaafd, mits het er enkel toe strekt eraan te herinneren dat het gemene recht inzake de buitencontractuele burgerlijke aansprakelijkheid van toepassing is op de bewoners, zoals de uitdrukking "Overeenkomstig de regels inzake extracontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid" doet vermoeden. 2. In het vierde lid is het bijwoord "eventueel" overbodig en moet het worden geschrapt. Artikel 17 Artikel 17, eerste lid, van het ontwerp voorziet in een minimale verplichting tot verblijf in de opvangstructuur opdat de bewoner zijn recht op verblijf behoudt. De niet-naleving ervan leidt tot de terbeschikkingstelling van zijn plaats en tot de verplichting om de toewijzing van een nieuwe opvangstructuur te vragen indien de begunstigde van de opvang dat wenst.

In het tweede lid van artikel 17 van het ontwerp wordt bepaald dat de minister de nadere regels voor de toepassing van die bepaling vaststelt in het huishoudelijk reglement en dat hij meer bepaald kan overgaan tot de vaststelling van een maximale toegelaten verblijfsduur buiten de opvangstructuur wanneer de bewoner zijn afwezigheid vooraf heeft meegedeeld aan de opvangstructuur, en van een maximumtermijn wanneer hij dat niet heeft gedaan.

In plaats van die bevoegdheid aan de minister te subdelegeren, komt het echter de steller van het ontwerp zelf toe om de voorwaarden vast te stellen waaronder de begunstigde van de opvang die de opvangstructuur al dan niet tijdelijk verlaat, het recht op opvang behoudt, met name gelet op de gevolgen bedoeld in artikel 4, § 1, 1° van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten.(4) Artikel 17 van het ontwerp moet bijgevolg worden herzien.

Artikel 19 1. In paragraaf 1, eerste lid, van artikel 19 van het ontwerp wordt aangegeven dat de personen die worden aangewezen door de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur en van wie de hoedanigheid onmiddellijk bij aankomst in de opvangstructuur wordt meegedeeld aan de bewoners, toegang krijgen tot de kamers van de bewoners en tot hun kasten teneinde er een controle uit te voeren. Luidens artikel 19, § 2, vierde lid, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten, moet de Koning bij het uitoefenen van de bevoegdheid die hem krachtens artikel 19, § 2, eerste lid, van de wet is toegekend, voorzien in de strikte beperking van het aantal personen dat de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur kan aanwijzen om de controle uit te voeren.

In artikel 19 van het ontwerp wordt echter geen enkele beperking opgelegd van het aantal personen die kunnen worden aangewezen om de controle van de kamers uit te voeren.

Het artikel moet derhalve op dat vlak worden aangevuld. 2. Luidens dat lid kunnen onverwachte controles van de kamers "buiten de in het huishoudelijk reglement vermelde uren en zonder voorafgaande inlichting" enkel "in de gevallen vermeld in de wet" plaatsvinden. In het verslag aan de Koning staat dan weer het volgende te lezen: "Ten uitzonderlijke titel, kan de controle van de kamers van de begunstigden van de opvang buiten de door de Koning vastgelegde frequentiemodaliteiten worden georganiseerd, maar enkel wanneer ze wordt verantwoord door specifieke eisen van preventie inzake veiligheid, brandbestrijding, hygiëne of bij ernstige tekortkoming op het huishoudelijk reglement." Er wordt in het dispositief dan ook best gepreciseerd dat het gaat om de gevallen die worden opgesomd in artikel 19, § 2, vierde lid, van de wet. 3. Paragraaf 3, derde lid, luidt als volgt: "In het huishoudelijk reglement wordt bepaald wat er gebeurt met de in beslag genomen goederen." In het verslag aan de Koning wordt nader aangegeven dat het huishoudelijk reglement moet voorzien in de "modaliteiten (...) voor de inbeslagname van gevaarlijke of verboden voorwerpen, alsook de modaliteiten voor de bewaring en de opslag van deze voorwerpen en hun lot bij het vertrek van de bewoner uit de gemeenschappelijke opvangstructuur." Het zou beter zijn om in de ontworpen bepaling gebruik te maken van de nauwkeurigere bewoordingen van het verslag aan de Koning, met dien verstande dat de bepalingen van het huishoudelijk reglement in overeenstemming moeten zijn met de wettelijke, grondwettelijke en verdragsrechtelijke regels die het eigendomsrecht beschermen. 4. In de Nederlandse tekst van paragraaf 2, derde lid, moet het woord "onverwachte" worden ingevoegd tussen het woord "kunnen" en het woord "controles". Artikel 21 1. Artikel 21, eerste, tweede en vierde lid, van het ontwerp biedt de minister de mogelijkheid om een specifiek huishoudelijk reglement in te voeren voor de (niet-begeleide) minderjarigen die verblijven in opvangstructuren, en zelfs voor andere specifieke categorieën van bewoners. Bij de tenuitvoerlegging van de machtiging die de minister is verleend bij artikel 19, § 1, tweede zin, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten, zal hij evenwel rekening moeten houden met de bijzondere situatie van de kwetsbare personen in de zin van artikel 36 van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten.

Het eerste, tweede en vierde lid van artikel 21 van het ontwerp zijn dus overbodig en moeten worden weggelaten. 2. Het derde lid van artikel 21 van het ontwerp, luidens welk het ontworpen besluit niet van toepassing is op de observatie- en oriëntatiecentra bedoeld in de artikelen 40 en 41 van de wet, (5) zou beter worden opgenomen in de algemene bepalingen van het ontwerp. Artikel 22 De ontworpen bepaling moet ofwel worden aangevuld met een precieze datum van inwerkingtreding, ofwel worden geschrapt.(6) De griffier, De voorzitter, Charles-Henri Van Hove Martine Baguet _______ Nota's (1) Zoals in het verslag aan de Koning wordt opgemerkt, ontleent dat artikel zijn rechtsgrond aan artikel 19, § 2, eerste lid, van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten. (2) In de memorie van toelichting (Parl.St. Kamer 2005-06, nr. 51-2565/001, 29) wordt het volgende gesteld: "Met het oog op de goede werking en de ordehandhaving binnen deze structuren, wordt er door de Minister een huishoudelijk reglement aangenomen dat de leefregels bevat waaraan de bewoners zich moeten houden, evenals de modaliteiten van de uitoefening van hun rechten. De leefregels hebben betrekking op het leven van de bewoners in de opvangstructuren en hun bijgebouwen. Het huishoudelijk reglement vermeldt ook de ordemaatregelen en de sancties die genomen kunnen worden overeenkomstig de artikelen [44 en 45]. Er wordt een exemplaar van het huishoudelijk reglement aan de begunstigde van de opvang overhandigd bij diens aankomst in de opvangstructuur. Er wordt over gewaakt dat de begunstigde van de opvang hiervan een goed en volledig begrip heeft." (3) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 80. (4) Krachtens artikel 4, § 1, 1° van de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten kan het Agentschap het recht op materiële hulp beperken of, in uitzonderlijke gevallen, intrekken indien een asielzoeker de verplichte plaats van inschrijving die door het Agentschap werd toegewezen, weigert, niet benut, of verlaat zonder het Agentschap op de hoogte te stellen of, indien toestemming vereist is, zonder toestemming te hebben verkregen.(5) Zoals is vermeld in het verslag aan de Koning dat is gevoegd bij het koninklijk besluit van 9 april 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002074 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Koninklijk besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels voor de centra voor observatie en oriëntatie voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen type koninklijk besluit prom. 09/04/2007 pub. 02/04/2008 numac 2008000284 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels voor de centra voor observatie en oriëntatie voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. - Duitse vertaling sluiten `tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels voor de centra voor observatie en oriëntatie voor niet-begeleide minderjarige vreemdelingen', zijn de centra voor observatie en oriëntatie opvangstructuren in de zin van de voormelde wet, voorzien van een specifiek juridisch statuut omwille van de kenmerken van de rechthebbenden van de opvang die er voorlopig verblijven, namelijk de niet-begeleide minderjarigen (Belgisch Staatsblad van 7 mei 2007, 24043).(6) In dat geval zal het besluit, overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van de wet van 31 mei 1961 `betreffende het gebruik der talen in wetgevingszaken, het opmaken, bekendmaken en inwerkingtreden van wetten en verordeningen', in werking treden tien dagen na de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

2 SEPTEMBER 2018. - Koninklijk besluit tot vastlegging van het stelsel en de werkingsregels van toepassing op de opvangstructuren en de modaliteiten betreffende de kamercontroles FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen, artikel 19, § 1 en 19, § 2;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 8 januari 2018;

Gelet op het advies nr. 63.243/4 van de Raad van State, gegeven op 26 april 2018, op grond van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Vice-eersteminister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities en algemene bepalingen

Artikel 1.Onderhavig koninklijk besluit zet de richtlijn 2003/9/EG van de Raad van de Europese Unie van de 27 januari 2003 tot vaststelling van minimumnormen voor de opvang van asielzoekers in de lidstaten gedeeltelijk om in Belgisch recht.

Dit besluit is niet van toepassing op de observatie- en oriëntatiecentra bedoeld in de artikelen 40 en 41 van de wet.

Art. 2.Voor de toepassing van onderhavig besluit, wordt verstaan onder: 1° de wet: de wet van 12 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2007 pub. 19/10/2007 numac 2007000860 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/05/2007 numac 2007002066 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet betreffende de opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen type wet prom. 12/01/2007 pub. 13/02/2007 numac 2007002011 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet strekkende tot controle op de toepassing van de resoluties van de wereldvrouwenconferentie die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de federale beleidslijnen type wet prom. 12/01/2007 pub. 07/03/2007 numac 2007014080 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot wijziging van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorvoertuigen sluiten betreffende opvang van asielzoekers en van bepaalde andere categorieën van vreemdelingen.2° de Minister: de Minister die bevoegd is voor asiel en migratie en waaronder het Federaal Agentschap voor de Opvang van Asielzoekers (hierna: "het Agentschap") ressorteert.3° de opvangstructuur: de collectieve of individuele opvangstructuren in de zin van artikel 2, 10°, van de wet.4° de bewoners: de begunstigden van de opvang, in de zin van artikel 2, 2°, van de wet, die daadwerkelijk verblijven in een opvangstructuur.5° het huishoudelijk reglement: het reglement bedoeld in artikel 19, § 1, tweede zin van de wet en van toepassing verklaard in elke opvangstructuur.6° de kamer: de private ruimte die ter beschikking wordt gesteld van de bewoner en bestaat uit een slaapkamer alsook eventuele andere kamers die deel uitmaken van de huisvesting. HOOFDSTUK 2. - Rechten en plichten van de bewoners van de opvangstructuren

Art. 3.In de opvangstructuren wordt gewaakt over het respect van het privé- en gezinsleven van alle bewoners.

Behalve in uitzonderlijke omstandigheden, hebben de bewoners die tot eenzelfde familie behoren het recht om samen gehuisvest te worden of in een nabijheid die voldoet aan de doelstelling inzake het respect van het gezinsleven.

De bewoners zijn gehouden aan het respect van het privé- en gezinsleven van de andere bewoners door onder meer bij te dragen tot het behoud van een rustige sfeer in het centrum.

Art. 4.Ter naleving van de internationale, grondwettelijke, wettelijke en reglementaire bepalingen die van toepassing zijn in de materie, wordt toegezien op de naleving door en ten voordele van elk van de bewoners en van de personeelsleden van de opvangstructuur, van de regels die de afwezigheid van elke vorm van discriminatie verzekeren.

In een opvangstructuur wordt elke bewoner op een gelijke, correcte en respectvolle manier behandeld door het personeel van de opvangstructuur. Elke bewoner behandelt de andere bewoners en de personeelsleden op dezelfde manier.

Art. 5.De bewoners hebben recht op drie maaltijden per dag, die onder verschillende vormen kunnen worden geleverd om redenen die onder meer verband houden met de inrichting van de lokalen van de opvangstructuur, of hebben recht op de nodige middelen en op de toegang tot het materiaal om zelf te voorzien in drie maaltijden per dag.

Art. 6.Het bezoekrecht van de bewoners wordt verzekerd in naleving van artikel 21 van de wet en zijn uitvoeringsbesluiten en in overeenstemming met de organisatiemodaliteiten die de opvangstructuur voorziet. HOOFDSTUK 3. - Leef- en werkingsregels in de opvangstructuur

Art. 7.Bij zijn aankomst in de opvangstructuur worden de structuur en alle diensten voorgesteld aan de bewoner.

Onverminderd de toepassing van artikel 14, tweede lid van de wet, ontvangt de bewoner de vereiste informatie over zijn rechten en plichten. Er wordt over gewaakt dat de bewoner hiervan een goed begrip heeft.

De regels inzake brandpreventie en-veiligheid, met inbegrip van de verplichting om de uitrusting voor branddetectie en-bestrijding in acht te nemen die vermeld worden in artikel 10 van onderhavig besluit, worden aan de bewoner uitgelegd bij zijn aankomst in de opvangstructuur.

Bij zijn aankomst in de opvangstructuur wordt de toegang van de bewoner tot een medische dienst verzekerd.

Art. 8.De bewoners respecteren de gebouwen en het materiaal van de opvangstructuur en haar onmiddellijke omgeving.

Elke fysieke of verbale agressie door een bewoner of elke schade die hij opzettelijk berokkent aan personen of aan goederen, kan het voorwerp uitmaken van een klacht bij de bevoegde autoriteiten.

Overeenkomstig de regels inzake buitencontractuele burgerrechtelijke aansprakelijkheid en zonder dat het recht dat door artikel 3 van de wet wordt gewaarborgd in vraag kan worden gesteld, kunnen de bewoners worden gehouden tot de vergoeding van de opzettelijke schade die ze tijdens hun verblijf in de opvangstructuur hebben aangericht.

Het stellen van een waarborg kan gevraagd worden aan de bewoner bij de overhandiging van de sleutels van zijn kamer, of in geval van het ontlenen of de terbeschikkingstelling van materiaal. Deze waarborg wordt gebruikt bij verlies van de sleutels of in geval van beschadiging of verlies van het geleende materiaal. De waarborg wordt teruggegeven aan de bewoner wanneer hij de opvangstructuur verlaat of bij het teruggeven van het geleende materiaal, volgens de modaliteiten bepaald in het huishoudelijk reglement.

Art. 9.De bewoners zijn gehouden de orde en de netheid in de opvangstructuur te respecteren en zijn verantwoordelijk voor het onderhoud van hun kamer.

Art. 10.De bewoners zijn gehouden de regels inzake brandpreventie en -veiligheid die van kracht zijn in de opvangstructuur te respecteren.

Art. 11.Alle maatregelen moeten door de opvangstructuur worden getroffen om de veiligheid te verzekeren, alsook de behoorlijke verluchting en hygiëne van de opvangstructuur.

De bewoners werken mee aan de doelstelling van het vorige lid.

Art. 12.Het bezit en de consumptie van drugs en alcohol zijn verboden in de opvangstructuur.

Het is verboden te roken in de gebouwen van de opvangstructuur, behalve in de speciaal hiervoor voorziene lokalen.

Art. 13.Het bezit van gevaarlijke voorwerpen die schadelijk kunnen zijn voor de fysieke integriteit van de andere bewoners of van de personeelsleden of die de infrastructuur van de opvangstructuur kunnen beschadigen, is verboden.

Huisdieren zijn verboden in de opvangstructuur.

Art. 14.Het recht van de bewoner om te verblijven in de verplichte plaats van inschrijving die hem werd toegewezen, impliceert een minimale verplichting tot verblijf in de opvangstructuur. Bij niet-naleving van deze verplichting wordt de plaats van de bewoner ter beschikking gesteld en moet hij de toewijzing van een nieuwe opvangstructuur vragen overeenkomstig de wet.

De afwezigheden tijdens de nacht dienen gemeld te worden aan de opvangstructuur. Na drie opeenvolgende nachten van afwezigheid zonder voorafgaande melding of na in totaal 10 nachten van afwezigheid in een periode van 30 dagen kan de bewoner uitgeschreven worden uit de opvangstructuur. HOOFDSTUK 4. - Kamercontrole

Art. 15.§ 1 - Teneinde toe te zien op de naleving van het huishoudelijk reglement door de begunstigde van de opvang, om een maximale preventie inzake brandveiligheid en -bestrijding te verzekeren of om een optimale hygiëne in de kamers te verzekeren, kunnen de personen die worden aangeduid door de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur en van wie de hoedanigheid onmiddellijk bij aankomst wordt meegedeeld aan de bewoners, toegang krijgen tot de kamers van de bewoners en tot hun kasten teneinde er een controle uit te voeren.

Het aantal personeelsleden van de opvangstructuur die aangewezen zijn om toezicht te houden op de in deze paragraaf bedoelde controles, kan niet meer bedragen dan zes personeelsleden voor de centra met een capaciteit van minder dan 250 opvangplaatsen en tien personeelsleden voor de centra met een capaciteit van minstens 250 plaatsen. Elke wijziging in de hoedanigheid van de aangeduide personeelsleden wordt onmiddellijk meegedeeld aan de bewoners van de collectieve opvangstructuur De regelmatige controles worden maximum tweemaal per maand georganiseerd in de periode tussen 9 uur en 17 uur.

De bewoners worden op voorhand ingelicht over deze controles. § 2 - In de gevallen bedoeld in artikel 19, § 2, vierde lid van de wet kunnen onverwachte kamercontroles plaatsvinden buiten de in het huishoudelijk reglement vermelde uren, zonder voorafgaande inlichting en door andere personeelsleden dan deze aangeduid door de directeur of de verantwoordelijke van de opvangstructuur. § 3 - Tijdens de controles bedoeld in § 1 en § 2 kunnen voorwerpen die gevaarlijk zijn of die nadelig zijn voor een van de doelstellingen of plichten die in onderhavig besluit of in het huishoudelijk reglement zijn vastgelegd, in beslag worden genomen.

Indien de bewoner niet aanwezig is in zijn kamer op het moment van de controle, wordt hij schriftelijk ingelicht en wordt een lijst van de voorwerpen die eventueel in beslag werden genomen, meegedeeld.

Indien de in beslag genomen voorwerpen gevaarlijk zijn, zullen ze aan de bevoegde diensten bezorgd worden. Zo niet, en als ze bewaard zouden kunnen worden, dan zullen ze aan de bewoners teruggegeven worden bij het verlaten van de opvangstructuur. § 4 - Het huishoudelijk reglement verduidelijkt de praktische modaliteiten van deze controles. HOOFDSTUK 5. - Sancties, ordemaatregelen, klachten en beroep

Art. 16.Het huishoudelijk reglement bevat een concreet en gemakkelijk te begrijpen overzicht van de omstandigheden en procedures die kunnen leiden tot het nemen van een ordemaatregel of sanctie, in de zin van de artikelen 44 en 45 van de wet en hun uitvoeringsbesluiten, ten aanzien van een bewoner.

Het huishoudelijk reglement geeft op dezelfde manier een overzicht van de klachten- en beroepsmechanismen die de bewoner krachtens de artikelen 46 en 47 van de wet kan aanwenden naar aanleiding van een ordemaatregel of een sanctie die tegen hem werd genomen. HOOFDSTUK 6. - Eindbepalingen

Art. 17.Onderhavig besluit treedt in werking op 1 oktober 2018.

Art. 18.Onze minister die bevoegd is voor asiel en migratie is belast met de uitvoering van onderhavig besluit.

Gegeven te Brussel, 2 september 2018.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Staatssecretaris voor Asiel en Migratie, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Th. FRANKEN

^