2 AUGUSTUS 2002. - Koninklijk besluit houdende oprichting van een voorlopige cel bij de Federale Overheidsdienst Economie, Middenstand, K.M.O. en Energie

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het artikel 37 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 8 juli 1992 betreffende de uitoefening van de bij wet toegekende bevoegheden aan Ministeriële Comité en aan Ministers;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 mei 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Justitie;

Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdienst en de programmatorische federale overheidsdiensten;

Gelet op het koninkljk besluit van 20 november 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 15 mei van het Hoog Overlegcomité van sector III;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 25 oktober 2001 van het Hoog Overlegcomité van sector IV;

Gelet op het met redenen omkleed advies van 7 februari 2002 van het Hoog Overlegcomité van sector IV;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende de oprichting, op 15 juli 2002, van de voorlopig cel van de Federale overheidsdienst Justitie en de zeer binnenkort verwachte oprichting van andere voorlopige cellen.

Overwegende dat er een statuut gegeven dient te worden aan ambtenaren die niet worden opgenomen in de voorlopige cel bij het vertrek uit hun houder departement en dat de voorlopige cel bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten bestemd om de personeelsleden van het Ministerie van Economische Zaken op te nemen, niet op korte termijn opgericht zal worden;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 17 juli 2002;

Op de voordracht van Onze Eerste Minister, van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand en van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Bij de Federale Overheidsdienst Economie, Middenstand, K.M.O., en Energie wordt een voorlopige cel opgericht in de zin van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten uitsluitend bestemd om de personeelsleden van de volgende diensten op te nemen : 1° het Bestuur voor het K.M.O.-beleid van het Ministerie van Middenstand en Landbouw; 2° het deel van de dienst belast met het auteursrecht van het Directoraat-Generaal Burgerlijke Wetgeving en Erediensten van het Ministerie van Justitie;3° de Controledienst van de beheersvennootschappen van auteursrechten van het Ministerie van Justitie;4° de Dienst Kwaliteit van de Bouw van het Bestuur van Wegverkeer en Infrastructuur van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur.

Art. 2.De personeelsleden van de diensten of delen van diensten bedoeld in artikel 1 worden overgeheveld met hun meubelen, materiaal, uitrusting, wetenschappelijk patrimonium en de werken en tijdschriften waarover zij beschikken.

Art. 3.De budgetten verbonden aan deze diensten of delen van diensten worden pas vanaf het begrotingsjaar 2003 naar de Federale Overheidsdienst Economie, Middenstand, K.M.O. en Energie overgeheveld.

Voor wat betreft het begrotingsjaar 2002 worden alle uitgaven voor het personeel en voor de uitvoering van de opdrachten aangerekend op de begroetingen van de oorsronkelijke departementen.

Art. 4.De Federale Overheidsdienst Economie, Middenstand, K.M.O. en Energie neemt alle rechten en verplichtingen over, met inbegrip van de delegaties, van de diensten of delen van diensten waarvan de ambtenaren worden overgeheveld.

Art. 5.De Minister van Economie oefent de bevoegheden uit die voortvloeien uit de wetgevingen en reglementeringen die behandel worden door de diensten en delen van diensten bedoeld in artikel 1, 2° tot 4°.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2002.

Art. 7.Onze Eerste Minister, Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Onze Minister van Justitie, Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, belast met Middenstand en Onze Minister van Economie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Punat, 2 augustus 2002.

ALBERT Van Koningswege : Voor De Eerste Minister, afwezig : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties belast met Middenstand, R. DAEMS De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN De Minister van Economie, Ch. PICQUE