gepubliceerd op 09 december 2003
Koninklijk besluit tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheden van de Algemene Directies van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
20 NOVEMBER 2003. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheden van de Algemene Directies van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op de wet van 6 augustus 1993 houdende sociale en diverse bepalingen, inzonderheid op de artikelen 74 tot 81;
Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1938 houdende oprichting van een Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen;
Gelet op het koninklijk besluit van 11 december 1939, houdende organiek reglement van het Ministerie van Economische Zaken en Middenstand;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 december 1954 waarbij aan de « Dienst voor Inspectie en Economische Onderzoeken » van het Ministerie van Economische Zaken de nieuwe benaming « Economische Algemene Inspectie » wordt toegewezen;
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 1961 tot reorganisatie van de Algemene Directie voor Studiën en Documentatie bij het Ministerie van Economische Zaken en Energie;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1995 houdende herstructurering van het Ministerie van Economische Zaken;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 juli 2001 houdende diverse bepalingen betreffende de inwerkingstelling van de federale overheidsdiensten en de programmatorische federale overheidsdiensten;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2002 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 augustus 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 februari 2003;
Gelet op het met redenen omkleed advies van 27 februari 2003 uitgebracht door het Tussenoverlegcomité van Sector IV « Economische Zaken »;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie en Energie, Onze Minister van Middenstand en Landbouw, en Onze Minister van Consumentenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie bestaat uit : 1° het Bureau van de Voorzitter;2° de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt;3° de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid;4° de Algemene Directie Controle en Bemiddeling;5° de Algemene Directie Energie;6° de Algemene Directie Economisch Potentieel;7° de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie; 8° de Algemene Directie K.M.O.- beleid.
Art. 2.De benamingen die voorkomen in de linkerkolom worden vervangen door de benamingen die ertegenover in de rechterkolom zijn vermeld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 3.§ 1. Het deel van de dienst van het Ministerie van Justitie belast met het auteursrecht van het Directoraat-Generaal Burgelijke Wetgeving en Erediensten van het Ministerie van Justitie wordt overgenomen door de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt. § 2. De controledienst van de beheersvennootschappen van auteursrechten van het Ministerie van Justitie wordt overgenomen door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling. § 3. De dienst van het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur belast met de kwaliteit van de bouw wordt overgenomen door de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid. § 4. Het Bestuur voor het K.M.O.- beleid (DG1) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw overgedragen naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, wordt overgenomen door de Algemene Directie K.M.O.- beleid, met uitzondering van de Dienst Inspectie die hernomen wordt door de Algemene Directie Controle en Bemiddeling. § 5. De diensten of deel van de diensten van het Ministerie van Middenstand en Landbouw overgedragen naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, die hieronder vermeld worden, worden overgenomen door de Algemene Directie Economisch Potentieel : 1° De dienst Financiering van het Landbouwbeleid van het Bestuur voor het Landbouwbeleid (DG2);2° Het deel van de Dienst Coördinatie en Concertatie van het Bestuur voor het Landbouwbeleid (DG2);3° Het deel van de Directie-generaal, Afdeling Intern Landbouwbeleid en Afdeling Internationale Landbouw - en visserijbeleid van het Bestuur voor het Landbouwbeleid(DG2);4° Het deel van de diensten « Melk », « Begeleidende maatregelen » van het hoofdbestuur van het Bestuur voor het Landbouwproductiebeheer (DG3). § 6. Het deel van de dienst van het hoofdbestuur Teeltmateriaal van het bestuur voor de Kwaliteit van de grondstoffen en de Plantaardige sector (DG4) van het Ministerie van Middenstand en Landbouw overgedragen naar de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie, wordt overgenomen door de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt.
Art. 4.§ 1. De Juridische Afdeling en het Bureau voor Burgerlijke Verdedingsplannen, Dienst der Bevoorrading, worden overgeheveld van het Bestuur Algemene Diensten naar het Bureau van de Voorzitter. § 2. De dienst belast met de Index van de Prijzen wordt overgeheveld van de Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markt naar de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie. § 3. De Centra voor Informatieverwerking worden overgeheveld van het Bestuur Statistiek en Economische Informatie naar het Bureau van de Voorzitter. § 4. De diensten of het deel van de diensten belast met internationale coördinatie worden overgeheveld van de Algemene Directie Economisch Potentieel naar het Bureau van de Voorzitter.
Art. 5.In alle andere besluiten dan dit besluit worden de woorden van de linkerkolom door de overeenstemmende woorden van de rechterkolom vervangen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2003.
Art. 7.Onze Minister tot wiens bevoegdheid Economie en Energie behoren, Onze Minister van Middenstand en Landbouw en Onze Minister tot wiens bevoegdheid Consumentenzaken behoren, worden belast, ieder wat hem betreft, met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 november 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie en Energie, Mevr. F. MOERMAN De Minister van Middenstand en Landbouw, Mevr. S. LARUELLE De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE