Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2009
gepubliceerd op 10 maart 2009

Koninklijk besluit betreffende de officiële controle van diervoeders

bron
federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2009018052
pub.
10/03/2009
prom.
01/03/2009
ELI
eli/besluit/2009/03/01/2009018052/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2009. - Koninklijk besluit betreffende de officiële controle van diervoeders


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, bekrachtigd bij de wet van 19 juli 2001, de artikelen 3, § 5, tweede en derde lid, 3bis, eerste lid, en 4, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 november 1998 betreffende de officiële controle op de stoffen bestemd voor dierlijke voeding;

Gelet op het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding;

Gelet op Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 1774/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 3 oktober 2002 tot vaststelling van de gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten;

Gelet op de Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 18 oktober 2007;

Gelet op het advies van het Wetenschappelijk Comité ingesteld bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, gegeven op 14 maart 2008;

Gelet op het advies 45.625/3 van de Raad van State, gegeven op 22 december 2008, met toepassing van artikel 84 § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : 1° partij : hoeveelheid van diervoeders die een eenheid vormt, en waarvan aangenomen wordt dat ze uniforme kenmerken bezit;2° ondermonster : een hoeveelheid die op een bepaald punt uit de partij is genomen;3° verzamelmonster : het geheel van ondermonsters van dezelfde partij;4° deelmonster : een gedeelte dat representatief is voor het verzamelmonster en dat wordt verkregen door verkleinen van dit monster;5° eindmonster : een gedeelte van het deelmonster of van het gehomogeniseerde verzamelmonster.

Art. 2.§ 1. Van elke partij diervoeders afkomstig uit derde landen die wordt binnengebracht, doet de exploitant uit de sector diervoeding die voor de partij verantwoordelijk is vooraf aangifte bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen bij middel van het formulier dat is vastgesteld in bijlage I, luik A. Die voorafgaande aangifte wordt gedaan ten minste 72 uur voor het binnenbrengen van de partij; § 2. Diervoeders afkomstig uit derde landen worden binnengebracht via de volgende punten van binnenkomst : - voor het zeeverkeer : Antwerpen, Gent, Oostende, Zeebrugge; - voor het luchtverkeer : Bierset, Deurne, Gosselies, Oostende, Zaventem; - voor het postverkeer : NV ABX logistics

Art. 3.Wanneer diervoeders afkomstig uit derde landen werden binnengebracht maar niet in het vrije verkeer werden gebracht geeft het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen aan de belanghebbende een document af dat overeenstemt met het model vastgesteld in bijlage I, luiken B en C en vermeldt daarop de aard en het resultaat van de controles. De handelsdocumenten vermelden een verwijzing naar dat document.

Art. 4.De bemonstering voor de officiële controle van diervoeders ten aanzien van de bepaling van de kwaliteit, de bestanddelen, de toevoegingsmiddelen, de ongewenste stoffen, alsmede de residuen van bestrijdingsmiddelen, geschiedt volgens de methoden vastgesteld in bijlage II. De aldus verkregen monsters worden representatief geacht voor de partijen.

Art. 5.De bemonstering voor de officiële controle van diervoeders kan geldig geschieden buiten de aanwezigheid van de houder van het product of van degene die verantwoordelijk wordt geacht voor de overeenstemming van het product met de reglementaire voorschriften.

Art. 6.In het kader van de officiële controle van diervoeders, wordt een eindmonster, samen met de aanwijzingen die nodig zijn voor de analyse, ter ontleding gezonden aan een laboratorium van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen of aan een ander door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen erkend of, desgevallend, aangeduid laboratorium. Een tweede eindmonster wordt naar ditzelfde laboratorium gestuurd, waar het gedurende vier maanden, vanaf de datum waarop het monster is genomen, ter beschikking wordt gehouden van degene die verantwoordelijk wordt geacht voor de overeenstemming van het product met de reglementaire bepalingen. Indien deze een tegenontleding wenst te laten uitvoeren, zal dit monster op zijn aanvraag worden overgebracht naar een van de laboratoria die daartoe erkend zijn of desgevallend aangeduid werden door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen om de tegenontleding uit te voeren.

Art. 7.Het laboratorium vermeldt op het analyseverslag de staat waarin het monster is toegekomen, alsook de aanduidingen aan de hand waarvan het monster kan worden geïdentificeerd.

Overschotten van ontlede monsters die kunnen bewaard worden, blijven op het laboratorium gedurende vier maanden ter beschikking van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.

Art. 8.Worden opgeheven : 1° Het koninklijk besluit van 8 november 1998 betreffende de officiële controle op de stoffen bestemd voor dierlijke voeding, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 18 november 1999, 17 februari 2002, 14 november 2002 en 4 juli 2004;2° Het ministerieel besluit van 22 februari 2001 tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 20 augustus 2001 en 3 januari 2002.

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheid de veiligheid van de voedselketen behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Nice, 1 maart 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 maart 2009 betreffende de officiële controle van diervoeders.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 maart 2009 betreffende de officiële controle op de diervoeders.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

^