Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 22 februari 2001
gepubliceerd op 28 februari 2001

Ministerieel besluit tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2001016047
pub.
28/02/2001
prom.
22/02/2001
ELI
eli/besluit/2001/02/22/2001016047/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 FEBRUARI 2001. - Ministerieel besluit tot vaststelling van controlemaatregelen betreffende het gebruik van bepaalde verwerkte dierlijke eiwitten bestemd voor dierlijke voeding


De Minister van Landbouw en Middenstand, Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995 en 23 maart 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1998 betreffende de erkenning en de registratie van fabrikanten en tussenpersonen en de toelating van operatoren en handelaars in de sector dierenvoeding, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 juni 1999, 18 november 1999, 10 januari en 19 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 december 1999, 3 juli 2000, 14 december 2000 en 10 januari 2001;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 september 2000 betreffende de veterinaire controles voor producten die uit derde landen worden ingevoerd;

Gelet op het Verdrag tot instelling van de Europese Economische Gemeenschap van 25 maart 1957 bekrachtigd door de wet van 2 december 1957;

Gelet op de richtlijn 89/662/EEG van de Raad van 11 december 1989 inzake veterinaire controles in het intracommunautaire handelsverkeer in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt;

Gelet op de richtlijn 90/667/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften voor de verwijdering en verwerking van dierlijke afvallen, voor het in de handel brengen van dierlijke afvallen en ter voorkoming van de aanwezigheid van ziekteverwekkers in diervoeders van dierlijke oorsprong (vissen daaronder begrepen) en tot wijziging van richtlijn 90/425/EEG;

Gelet op de richtlijn 98/88/EG van de Commissie van 13 november 1998 tot vaststelling van richtsnoeren voor de microscopische identificatie en de schatting van het gehalte aan bestanddelen van dierlijke oorsprong in het kader van de officiële controle van dierenvoeders;

Gelet op de beschikking nr. 2001/9/EG van 29 december 2000 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen betreffende controlemaatregelen voor de tenuitvoerlegging van beschikking 2000/766/EG van de Raad betreffende bepaalde beschermingsmaatregelen ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en het vervoederen van dierlijke eiwitten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat zonder verwijl maatregelen dienen getroffen te worden in toepassing van de beschikking nr. 2001/9/EG betreffende bepaalde beschermingsmaatregelen ten aanzien van overdraagbare spongiforme encefalopathieën en het vervoederen van bepaalde dierlijke eiwitten;

Overwegende dat de maatregelen opgenomen in het koninklijk besluit van 14 december 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding dienen gespecificeerd te worden;

Overwegende dat dit onverwijld aan alle betrokkenen dient meegedeeld te worden, Besluit :

Artikel 1.Het vervoederen van vismeel en visperssap aan andere dieren dan herkauwers zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding, is uitsluitend toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° vismeel en visperssap worden geproduceerd in verwerkingsbedrijven die uitsluitend vismeel en/of visperssap produceren en daartoe door de bevoegde autoriteit zijn erkend overeenkomstig artikel 5, lid 2, van richtlijn 90/667/EEG;2° alvorens in het vrije verkeer te worden gebracht, dient elke in de Gemeenschap ingevoerde zending vismeel of visperssap vergezeld te zijn van een officieel analysecertificaat dat aangeeft dat : a) de partij overeenkomstig richtlijn 98/88/EG geanalyseerd werd door een door de Minister erkend of volgens de Europese norm EN45001 geaccrediteerd laboratorium, en b) de partij een gehalte aan dierlijke eiwitten andere dan vismeel bevat van minder dan 0,1 %;3° vismeel en visperssap worden rechtstreeks van de verwerkingsbedrijven naar de inrichtingen die diervoeder vervaardigen vervoerd met voertuigen die niet tegelijkertijd andere voedermiddelen vervoeren.Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere producten gebruikt wordt, moet het vóór en n|$$|Aaa het vervoer van vismeel of visperssap grondig worden gereinigd en geïnspecteerd; 4° vismeel en visperssap worden rechtstreeks van de grensinspectiepost naar de inrichtingen die diervoeder vervaardigen vervoerd met voertuigen die niet tegelijkertijd andere voedermiddelen vervoeren. Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere producten gebruikt wordt, moet het vóór en n|$$|Aaa het vervoer van vismeel of visperssap grondig worden gereinigd en geïnspecteerd; 5° in afwijking van de punten 3° en 4° kan tussentijdse opslag van vismeel en visperssap alleen worden toegestaan in speciale opslaginrichtingen die door de bevoegde autoriteit zijn erkend;6° dierenvoeders die vismeel of visperssap bevatten mogen alleen vervaardigd worden in inrichtingen voor diervoeders die geen voeders voor herkauwers vervaardigen en door de bevoegde autoriteit zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Bij wijze van uitzondering op de bepaling in lid 1 kan toestemming worden verleend voor de vervaardiging van voeders voor herkauwers in inrichtingen die ook dierenvoeders met vismeel of visperssap voor andere diersoorten vervaardigen, mits : a) het vervoer en de opslag van voedermiddelen voor herkauwers volledig gescheiden zijn van voedermiddelen waarvoor een verbod op het vervoederen aan herkauwers geldt, en b) de faciliteiten voor opslag, vervoer, productie en verpakking van mengvoeders voor herkauwers volledig gescheiden zijn, en c) de boekhouding betreffende de aankopen en het gebruik van vismeel of visperssap en de verkopen van dierenvoeders die vismeel of visperssap bevatten, aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking worden gesteld overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998, en d) routinetests worden uitgevoerd op diervoeders die voor herkauwers zijn bestemd, teneinde te garanderen dat er geen verboden verwerkte dierlijke eiwitten in voorkomen zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999, en dit overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Teneinde de in lid 2 bedoelde afwijking te bekomen, dient een aanvraag hiertoe ingediend te worden bij de Minister; 7° op de etiketten van diervoeders die vismeel of visperssap bevatten, moeten duidelijk de woorden « Bevat vismeel of visperssap - niet geschikt voor het vervoederen aan herkauwers » worden vermeld;8° diervoeders in bulk die vismeel of visperssap bevatten, worden vervoerd in voertuigen die niet tegelijkertijd voeders voor herkauwers vervoeren.Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere producten gebruikt wordt, moet het vóór en n|$$|Aaa het vervoer van diervoeders in bulk die vismeel of visperssap bevatten grondig worden gereinigd en geïnspecteerd; 9° het gebruik en de opslag van andere vismeel of visperssap bevattende diervoeders dan voeder voor gezelschapsdieren, is verboden op bedrijven waar herkauwers worden gehouden, vetgemest of gefokt voor de productie van voedingsmiddelen.

Art. 2.Het vervoederen van dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding, is uitsluitend toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen is uitsluitend toegelaten voor het vervoederen aan andere dieren dan herkauwers;2° dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen wordt geproduceerd in verwerkingsbedrijven die daartoe door de bevoegde autoriteit zijn erkend overeenkomstig artikel 5, lid 2, van richtlijn 90/667/EEG;3° dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen : a) wordt bereid uit beenderen die op grond van een antemortem- en een postmortemkeuring geschikt zijn bevonden voor menselijke consumptie;b) wordt vervaardigd door middel van een proces dat verzekerd dat al het beendermateriaal wordt fijngemalen, met heet water wordt ontvet en gedurende tenminste twee dagen met verdund zoutzuur (minimumconcentratie 4 % en pH< 1,5) wordt behandeld, waarna de verkregen fosfaatoplossing wordt behandeld met kalk, zodat bij een pH tussen 4 en 7 dicalciumfosfaat neerslaat, dat tenslotte met lucht wordt gedroogd bij een inlaattemperatuur van 65-325 °C en een eindtemperatuur tussen 30 en 65 °C, of door middel van een gelijkwaardig proces dat volgens de procedure van artikel 17 van richtlijn 89/662/EEG is goedgekeurd;4° dierenvoeders bevattende dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen mogen alleen vervaardigd worden in inrichtingen voor diervoeders die geen voeders voor herkauwers vervaardigen en door de bevoegde autoriteit zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Bij wijze van uitzondering op de bepaling in lid 1 kan toestemming worden verleend voor de vervaardiging van voeders voor herkauwers in inrichtingen die ook dierenvoeders met dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen voor andere diersoorten vervaardigen, mits : a) het vervoer en de opslag van voedermiddelen voor herkauwers volledig gescheiden zijn van voedermiddelen waarvoor een verbod op het vervoederen aan herkauwers geldt, en b) de faciliteiten voor opslag, vervoer, productie en verpakking van mengvoeders voor herkauwers volledig gescheiden zijn, en c) de boekhouding betreffende de aankopen en het gebruik van dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen en de verkopen van dierenvoeders die dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen bevatten, aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking worden gesteld, en d) routinetests worden uitgevoerd op diervoeders die voor herkauwers zijn bestemd, teneinde te garanderen dat er geen verboden verwerkte dierlijke eiwitten in voorkomen zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999, en dit overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Teneinde de in lid 2 bedoelde afwijking te bekomen, dient een aanvraag hiertoe ingediend te worden bij de Minister; 5° op de etiketten van diervoeders die dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen bevatten, moeten duidelijk de woorden « Bevat dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen - niet geschikt voor het vervoederen aan herkauwers » worden vermeld;6° diervoeders in bulk die dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen bevatten, worden vervoerd in voertuigen die niet tegelijkertijd voeders voor herkauwers vervoeren.Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere producten gebruikt wordt, moet het vóór en n|$$|Aaa het vervoer van diervoeders in bulk die dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen bevatten grondig worden gereinigd en geïnspecteerd; 7° het gebruik en de opslag van andere dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen bevattende diervoeders dan voeder voor gezelschapsdieren, is verboden op bedrijven waar herkauwers worden gehouden, vetgemest of gefokt voor de productie van voedingsmiddelen;8° elke partij dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen die in het verkeer wordt gebracht dient vergezeld te gaan van een officieel certificaat, opgesteld naar het model in de bijlage bij dit besluit.

Art. 3.Het vervoederen van gehydrolyseerde eiwitten uit huiden zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999 betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding, is uitsluitend toegelaten onder de volgende voorwaarden : 1° gehydrolyseerde eiwitten uit huiden zijn uitsluitend toegelaten voor het vervoederen aan andere dieren dan herkauwers;2° gehydrolyseerde eiwitten uit huiden : a) worden bereid uit huiden van dieren die in een slachthuis zijn geslacht en waarvan de karkassen op grond van een antemortem- en postmortemkeuring geschikt zijn bevonden voor de menselijke consumptie;b) worden vervaardigd via een productieproces dat adequate maatregelen omvat om de verontreiniging van huiden zoveel mogelijk te beperken, en een verdere voorbewerking van deze grondstoffen door pekelen, kalken en intensief wassen, gevolgd door blootstelling van het materiaal aan een pH van meer dan 11 gedurende meer dan drie uur bij een temperatuur van meer dan 80 °C, gevolgd door een warmtebehandeling bij meer dan 140 °C gedurende dertig minuten bij een druk van meer dan 3,6 bar, of een gelijkwaardig proces dat volgens de procedure van artikel 17 van richtlijn 89/662/EEG is goedgekeurd;c) worden vervaardigd in speciale verwerkingsbedrijven voor de productie van gehydrolyseerde eiwitten, die daartoe door de bevoegde overheid zijn erkend overeenkomstig artikel 5, lid 2, van richtlijn 90/667/EEG;d) worden na verwerking bemonsterd, waarbij moet blijken dat het molecuulgewicht kleiner dan 10 000 dalton is;3° dierenvoeders bevattende gehydrolyseerde eiwitten uit huiden mogen alleen vervaardigd worden in inrichtingen voor diervoeders die geen voeders voor herkauwers vervaardigen en door de bevoegde autoriteit zijn erkend of geregistreerd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Bij wijze van uitzondering op de bepaling in lid 1 kan toestemming worden verleend voor de vervaardiging van voeders voor herkauwers in inrichtingen die ook dierenvoeders met gehydrolyseerde eiwitten uit huiden voor andere diersoorten vervaardigen, mits : a) het vervoer en de opslag van voedermiddelen voor herkauwers volledig gescheiden zijn van voedermiddelen waarvoor een verbod op het vervoederen aan herkauwers geldt, en b) de faciliteiten voor opslag, vervoer, productie en verpakking van mengvoeders voor herkauwers volledig gescheiden zijn, en c) de boekhouding betreffende de aankopen en het gebruik van gehydrolyseerde eiwitten uit huiden en de verkopen van dierenvoeders die gehydrolyseerde eiwitten uit huiden bevatten, aan de bevoegde autoriteiten ter beschikking worden gesteld, en d) routinetests worden uitgevoerd op diervoeders die voor herkauwers zijn bestemd, teneinde te garanderen dat er geen verboden verwerkte dierlijke eiwitten in voorkomen zoals bedoeld in hoofdstuk V, rubriek 8, punt 9, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 8 februari 1999, en dit overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 30 oktober 1998. Teneinde de in lid 2 bedoelde afwijking te bekomen, dient een aanvraag hiertoe ingediend te worden bij de Minister; 4° op de etiketten van diervoeders die gehydrolyseerde eiwitten uit huiden bevatten, moeten duidelijk de woorden « Bevat gehydrolyseerde eiwitten uit huiden - niet geschikt voor het vervoederen aan herkauwers » worden vermeld;5° diervoeders in bulk die gehydrolyseerde eiwitten uit huiden bevatten, worden vervoerd in voertuigen die niet tegelijkertijd voeders voor herkauwers vervoeren.Indien het voertuig vervolgens voor het vervoer van andere producten gebruikt wordt, moet het vóór en n|$$|Aaa het vervoer van diervoeders in bulk die gehydrolyseerde eiwitten uit huiden bevatten grondig worden gereinigd en geïnspecteerd; 6° het gebruik en de opslag van andere gehydrolyseerde eiwitten uit huiden bevattende diervoeders dan voeders voor gezelschapsdieren, is verboden op bedrijven waar herkauwers worden gehouden, vetgemest of gefokt voor de productie van voedingsmiddelen.7° elke partij gehydrolyseerde eiwitten van huiden die in het verkeer wordt gebracht dient vergezeld te gaan van een officieel certificaat, opgesteld naar het model in de bijlage bij dit besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 22 februari 2001.

J. GABRIELS

Bijlage Gezondheidscertificaat voor gehydrolyseerde eiwitten van huiden en vellen/dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen (1), bestemd voor het intracommunautaire handelsverkeer Referentienummer van dit gezondheidscertificaat : . . . . .

Lidstaat van bestemming : . . . . .

Lidstaat van oorsprong : . . . . .

Bevoegd ministerie : . . . . .

Certificerende dienst : . . . . .

I. Identificatie van de zending Gehydrolyseerde eiwitten van/Dicalciumfosfaat uit ontvette beenderen van (1) : . . . . . . . . . . (Diersoort) Aard van de verpakking : . . . . .

Aantal verpakkingen : . . . . .

Nettogewicht : . . . . .

Referentienummer van de partij : . . . . .

II. Herkomst van de zending Adres en erkenningsnummer van het verwerkingsbedrijf : . . . . .

III. Bestemming van de zending De gehydrolyseerde eiwitten/dicalciumfosfaat van ontvette beenderen (1) wordt/worden verzonden van : .. . . . (Plaats van lading) naar : . . . . . (Land en plaats van bestemming) met het volgende vervoermiddel : - soort : . . . . . - kenteken (nummerplaat) of naam van het schip : . . . . .

Zegelnummer : . . . . .

Naam en adres van de afzender : . . . . .

Naam en adres van de geaddresseerde : . . . . .

IV. Gezondheidsverklaring Ondergetekende, officieel dierenarts, verklaart dat het hierboven omschreven product : - vervaardigd is in een overeenkomstig de voorwaarden van richtlijn 90/667/EEG erkend bedrijf; - vervaardigd is overeenkomstig de voorwaarden van artikel 2 /artikel 3 (1) van dit besluit en niet voor vervoedering aan herkauwers mag worden gebruikt, - en dat van elke partij van het product een monster genomen is, waarbij gebleken is dat het molecuulgewicht van het product kleiner dan 10 000 dalton is (1).

Gedaan te ...................................................................., op . . . . . (Plaats) (Datum) Stempel (2) .............................................................................................................................. (Handtekening van de officiële dierenarts) (2) .............................................................................................................................. (Naam, functie en titel in hoofdletters) Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 22 februari 2001.

De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS (1) Doorhalen hetgeen niet van toepassing is. (2) Handtekening en stempel moeten worden aangebracht in een andere kleur dan die van de gedrukte tekst.

^