gepubliceerd op 11 april 2024
Decreet betreffende de erkenning en ondersteuning van ondernemingen inzake sociale economie
29 JANUARI 2024. - Decreet betreffende de erkenning en ondersteuning van ondernemingen inzake sociale economie (1)
Het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt: HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1.Voorwerp Dit decreet legt het kader vast voor de erkenning van sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra inzake sociale economie.
Voor de toepassing van dit decreet wordt onder "sociale economie" verstaan: economische activiteiten waarbij goederen worden geproduceerd of diensten worden verleend door vennootschappen en verenigingen in het Duitse taalgebied die ethisch worden gekenmerkt door al de volgende beginselen: 1° hun maatschappelijk doel is de verwezenlijking van een sociaal doel en/of de uitoefening van activiteiten die voorzien in een maatschappelijke behoefte of een behoefte van een specifieke groep van personen;2° ze gebruiken hun inkomsten om het sociale doel te bereiken, het verder te ontwikkelen of te investeren in andere sociale initiatieven;3° ze beschikken over beheersautonomie;4° ze passen participatieve besluitvorming toe;5° hun activiteiten kaderen in een milieuvriendelijke, lokale en duurzame ontwikkeling. De Regering kan de beginselen vermeld in het tweede lid preciseren.
Art. 2.Verwijzingen naar personen De verwijzingen naar personen in dit decreet gelden voor alle geslachten.
Art. 3.Definities Voor de toepassing van dit decreet wordt verstaan onder: 1° benadeelde personen: de volgende personen met een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt: a) AktiF- en AktiF PLUS-gerechtigden: de niet-werkende werkzoekenden beschreven in hoofdstuk 2 van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, die voldoen aan de daarin vermelde voorwaarden die op hen van toepassing zijn;b) de personen bedoeld in artikel 60, § 7, van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn;c) personen die overeenkomstig de door de Regering vastgelegde criteria en vaststellingsregels op grond van meervoudige belemmeringen bij het vinden van werk gedurende een langere periode niet in staat zijn arbeidsprestaties te volbrengen in het kader van een arbeidsovereenkomst noch in staat zijn om een hoger kwalificerende opleiding te volgen;d) begeleide vrijwilligers: personen wier persoonlijke en professionele ontwikkeling volgens een bemiddelingsdienst in de zin van het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/10/2023 numac 2023204472 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling sluiten betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling of een instelling die actief is in de psychiatrische sector, baat zouden hebben bij begeleid vrijwilligerswerk;2° sociale onderneming: de rechtspersonen vermeld in artikel 4, eerste lid, 1°, a) en b), of projectinitiatieven uitgevoerd door lokale besturen of verenigingen zonder winstoogmerk die bij de realisatie van het maatschappelijk doel respectievelijk de projectinhoud de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid, naleven of verwezenlijken;3° onderneming voor sociale inschakeling: de rechtspersonen vermeld in artikel 5, eerste lid, 1°, a) en b), of projectinitiatieven uitgevoerd door lokale besturen of verenigingen zonder winstoogmerk, waarbij het beginsel vermeld in artikel 1, tweede lid, 1°, hoofdzakelijk wordt nageleefd door te streven naar de socioprofessionele inschakeling van benadeelde personen;4° voorbereidings- en integratiecentrum: overeenkomstig dit decreet erkende onderneming voor sociale inschakeling die als hoofdactiviteit heeft de personen bedoeld in 1°, c), een of meer door de Regering vastgelegde voorbereidings- en integratiemaatregelen aan te bieden met het doel deze personen te voorzien van ofwel een of meer op hun behoeften afgestemde maatregelen ter psychosociale stabilisering of ter verbetering van hun sociale en socioprofessionele gedrag, ofwel theoretische en praktische opleidingen of deelkwalificaties;5° sociaalpedagogische begeleiding: dienst van algemeen economisch belang, zoals gedefinieerd in de artikelen 14 en 106, tweede lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het daarbij gevoegde protocol nr.26, en die bestaat uit de individueel afgestemde begeleiding, opleiding en/of instruering van benadeelde personen door een of meer begeleiders en die tot doel heeft de sociale en/of professionele kwalificaties te verbeteren met het oog op: a) de langdurige, kwalitatief waardevolle inschakeling van deze personen op de arbeidsmarkt;b) de voltooiing van een hoger kwalificerende opleiding;c) de verwezenlijking van andere persoonlijke ontwikkelingsdoelstellingen, wanneer de verwezenlijking van de in a) en b) vermelde doelstellingen onmogelijk of voorbarig lijkt;6° begeleider: persoon met een arbeidsovereenkomst binnen het erkende onderneming voor sociale inschakeling of het erkend voorbereidings- en integratiecentrum en tot wiens activiteiten in die hoedanigheid de verstrekking van sociaalpedagogische begeleiding behoort;7° socioprofessionele inschakeling: alle activiteiten die de tewerkstelling en begeleiding en de (her)instap op de arbeidsmarkt van benadeelde personen bevorderen en nastreven door het bijbrengen van sociale en professionele competenties;8° lokale besturen: de volgende besturen die actief zijn in het Duitse taalgebied: a) de gemeenten;b) de verenigingen van gemeenten;c) de openbare centra voor maatschappelijk welzijn die in het Duitse taalgebied actief zijn;d) de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn;e) de intercommunales;f) de autonome gemeentebedrijven;g) de provincies;h) de verenigingen van provincies;i) de autonome provinciebedrijven;9° Algemene Verordening Gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG. De Regering preciseert de nadere regels en voorwaarden voor de erkenning als begeleid vrijwilliger in de zin van het eerste lid, 1°, d). HOOFDSTUK 2 - Erkenning
Art. 4.Erkenning als sociale onderneming De Regering kan een aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden, erkennen als sociale onderneming: 1° hij heeft een van de volgende vormen: a) vereniging zonder winstoogmerk;b) overeenkomstig artikel 8: 5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen als sociale onderneming erkende coöperatieve vennootschap;c) projectinitiatief met een sociaal doel van een of meer lokale besturen of een of meer verenigingen zonder winstoogmerk dat minstens één vestigingseenheid in het Duitse taalgebied heeft;2° hij oefent een economische activiteit uit waarbij goederen worden geproduceerd of diensten worden verleend;3° zijn maatschappelijk doel of projectinhoud wordt gekenmerkt door het naleven of verwezenlijken van de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid;4° hij heeft een vestigingseenheid in het Duitse taalgebied en/of zijn hoofdactiviteiten worden daar uitgeoefend;5° hij begaat geen schendingen van de wettelijke of reglementaire bepalingen met betrekking tot de uitoefening van zijn activiteit, met name wat betreft non-discriminatie, boekhouding en fiscaal, sociaal en arbeidsrecht;6° hij heeft geen uitstaande fiscale of andere schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;7° zijn bedrijfsleiding beschikt over voldoende kennis bedrijfsbeheer. De Regering kan de kennis bedrijfsbeheer bedoeld in het eerste lid, 7°, preciseren.
Art. 5.Erkenning als onderneming voor sociale inschakeling De Regering kan een aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden, erkennen als onderneming voor sociale inschakeling: 1° hij heeft een van de volgende vormen: a) vereniging zonder winstoogmerk;b) overeenkomstig artikel 8: 5 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen als sociale onderneming erkende coöperatieve vennootschap;c) projectinitiatief met een sociaal doel van een of meer lokale besturen of een of meer verenigingen zonder winstoogmerk dat minstens één vestigingseenheid in het Duitse taalgebied heeft;2° hij oefent een economische activiteit uit waarbij goederen worden geproduceerd of diensten worden verleend;3° zijn maatschappelijk doel of projectinhoud wordt gekenmerkt door het naleven of verwezenlijken van de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid;4° hij heeft een vestigingseenheid in het Duitse taalgebied en/of zijn hoofdactiviteiten worden daar uitgeoefend;5° de verwezenlijking van het maatschappelijk doel of de projectinhoud dient hoofdzakelijk de socioprofessionele inschakeling;6° zijn personeel bestaat minstens voor de helft uit benadeelde personen;7° hij doet aan sociaalpedagogische begeleiding en kan dat bewijzen door een sociaalpedagogisch concept voor te leggen;8° hij beschikt over minstens één begeleider per tien benadeelde personen;9° hij begaat geen schendingen van de wettelijke of reglementaire bepalingen met betrekking tot de uitoefening van zijn activiteit, met name wat betreft non-discriminatie, boekhouding en fiscaal, sociaal en arbeidsrecht;10° hij heeft geen uitstaande fiscale of andere schulden bij de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid;11° zijn bedrijfsleiding beschikt over voldoende kennis bedrijfsbeheer. De voorwaarde vastgelegd in het eerste lid, 6°, geldt niet voor aanvragers die hun activiteit nog geen drie jaar uitoefenen.
De Regering kan: 1° vastleggen welke personen worden toegewezen aan het personeel van de aanvrager in de zin van het eerste lid, 6°, en op welk tijdstip de stand van het personeel wordt bepaald;2° minimumcriteria vastleggen waaraan het sociaalpedagogische concept bedoeld in het eerste lid, 7°, moet voldoen;3° vastleggen aan welke voorwaarden met betrekking tot het begeleide personeel de ondernemingen die zijn vrijgesteld op grond van het tweede lid, moeten voldoen tijdens de overgangsperiode;4° nadere regels en voorwaarden voor de erkenning vastleggen;5° de kennis bedrijfsbeheer bedoeld in het eerste lid, 11°, preciseren.
Art. 6.Erkenning als voorbereidings- en integratiecentrum De Regering kan een aanvrager die voldoet aan de volgende voorwaarden, erkennen als voorbereidings- en integratiecentrum: 1° hij is erkend als onderneming voor sociale inschakeling overeenkomstig artikel 5;2° hij biedt de personen bedoeld in artikel 3, eerste lid, 1°, c), een voorbereidings- of integratiemaatregel aan door aan sociaalpedagogische begeleiding met het oog op socioprofessionele inschakeling te doen.Deze voorbereidings- of integratiemaatregel omvat op de individuele behoeften afgestemde maatregelen ter psychosociale stabilisering of ter verbetering van de sociale en socioprofessionele gedragingen, of theoretische en praktische opleidingen of deelkwalificaties, en de aanvrager kan een sociaalpedagogisch concept voorleggen om dat te bewijzen; 3° hij beschikt over minstens één begeleider per zes benadeelde personen. De Regering kan: 1° bepalen hoeveel voorbereidings- en integratiecentra in het Duitse taalgebied kunnen worden erkend en voor welk geografisch gebied of vakgebied elk centrum bevoegd is;2° vastleggen welk percentage de eigen inkomsten moeten bedragen;3° een minimumaantal deelnemers per voorbereidings- en integratiecentrum vastleggen;4° nadere regels en voorwaarden voor de erkenning vastleggen.
Art. 7.Erkenningsprocedure § 1 - Om een erkenning te verkrijgen, dient de aanvrager een aanvraag in bij de Regering.
De aanvraag wordt vergezeld van documenten waaruit blijkt dat voldaan is aan de voorwaarden vermeld in de artikelen 4, 5 of 6.
De erkenning wordt principieel toegekend voor onbepaalde duur. De Regering bepaalt de eventuele uitzonderlijke gevallen waarin de erkenning voor bepaalde duur wordt toegekend. § 2 - Een aanvrager die al een erkenning verkregen heeft, dient een nieuwe erkenningsaanvraag in: 1° wanneer de in voorkomend geval bepaalde duur van de erkenning verstreken is;2° wanneer de aanvrager, de Regering of de personen die belast zijn met het controleren van dit decreet, vaststellen dat de in de erkenning vermelde gegevens niet meer met de werkelijkheid overeenstemmen. § 3 - De Regering legt het volgende vast: 1° de vorm en de inhoud waaraan de betrokken erkenningsaanvraag;2° de procedure en de nadere regels en voorwaarden voor het verkrijgen van de erkenning;3° de bezwaarmogelijkheden ingeval de aanvraag wordt afgewezen.
Art. 8.Behoud van de erkenning Om de erkenning te behouden, neemt de onderneming de volgende verplichtingen in acht: 1° de verplichtingen vervullen die overeenkomstig de artikelen 4, 5 of 6 ten grondslag liggen aan de erkenning;2° elke verandering in de gegevens die ten grondslag liggen aan de erkenning, meedelen;3° de aangeboden activiteit ook werkelijk verrichten met inachtneming van artikel 1, tweede lid, en artikel 3, eerste lid, 3°, 4° of 5°;4° een jaarlijks activiteitenverslag in de zin van artikel 25 indienen. De Regering kan nog andere verplichtingen voor het behoud van de erkenning opleggen.
Art. 9.Intrekking van de erkenning § 1 - Wanneer de erkende onderneming een of meer verplichtingen niet nakomt, maant de Regering overeenkomstig de door haar vastgestelde nadere regels die onderneming aan om haar verplichtingen na te komen.
Wanneer de onderneming haar verplichtingen ook na de aanmaning bedoeld in het eerste lid niet nakomt, zal de Regering de erkenning van de onderneming schorsen en/of intrekken.
De Regering: 1° bepaalt welke procedures moeten worden gevolgd voor het schorsen en het intrekken van de erkenning;2° bepaalt welke de bezwaarmogelijkheden zijn tegen een beslissing tot intrekking van de erkenning;3° licht alle belanghebbende instanties in over de intrekking van de erkenning. § 2 - Tijdens de schorsing of de intrekkingsprocedure ontvangt de onderneming geen steun of geen volledige steun overeenkomstig hoofdstuk 3. § 3 - De Regering kan een lijst opstellen van feiten die ertoe leiden dat een onderneming voor een periode van ten hoogste vijf jaar uitgesloten wordt van de toepassing van dit decreet.
Art. 10.Toewijzingsbesluit De erkenning kan worden verbonden aan een besluit waarbij de onderneming voor sociale inschakeling of het voorbereidings- en integratiecentrum met een dienst van algemeen economisch belang wordt belast.
De Regering legt daartoe de nadere regels vast. HOOFDSTUK 3 - Subsidiëring van erkende ondernemingen en ondersteuning van innoverende projecten
Art. 11.Subsidiëring van erkende ondernemingen voor sociale inschakeling Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen en onder de volgende voorwaarden kan de Regering als tegemoetkoming in de personeelskosten van de begeleiders een subsidie toekennen aan erkende ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra: 1° ze ontvangen met uitzondering van subsidies met toepassing van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, geen tegemoetkoming in de personeelskosten voor dit begeleidend personeel uit een ander bevoegdheidsgebied van de Duitstalige Gemeenschap;2° de begeleiders zijn voldoende gekwalificeerd of beschikken over relevante beroepservaring;3° de begeleiders zijn in de laatste vijftien jaar van onberispelijk gedrag, wat wordt bewezen door het indienen van een actueel uittreksel uit het strafregister. Voor de toepassing van het eerste lid, 3°, mag de Regering slechts rekening houden met de op het uittreksel uit het strafregister vermelde overtredingen die relevant zijn voor de functie van de begeleider, in het bijzonder wanneer die een negatieve invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de benadeelde personen.
Wanneer voldaan is aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het eerste lid, sluit de Regering met de subsidiegerechtigde instelling een overeenkomst waarin de omvang van de subsidie en de uitbetalingsmodaliteiten worden vastgelegd.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid worden de subsidies die een erkende onderneming voor sociale inschakeling of een voorbereidings- en integratiecentrum in voorkomend geval voor een begeleider ontvangt met toepassing van het decreet van 28 mei 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/05/2018 pub. 10/07/2018 numac 2018203147 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid sluiten betreffende de AktiF- en AktiF PLUS-maatregel ter bevordering van de werkgelegenheid, in mindering gebracht van de in dat lid vermelde tegemoetkoming in de personeelskosten.
De Regering kan: 1° bepalen welke eisen worden gesteld aan de kwalificatie en beroepservaring van de begeleiders;2° vastleggen welke gebieden relevant zijn voor de functie van de begeleider, waarvoor onberispelijk gedrag moet worden bewezen;3° bepalen welke documenten moeten worden ingediend in het kader van de subsidieaanvraag;4° de aanvraagprocedure voor de subsidiëring vastleggen;5° de nadere regels voor de berekening en de uitbetaling van de subsidie vastleggen.
Art. 12.Ondersteuning van innoverende projecten op aanvraag § 1 - Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling of voorbereidings- en integratiecentra die erkend zijn op grond van artikel 4, 5 respectievelijk 6 en die daartoe een aanvraag indienen, voor een beperkte duur van ten hoogste drie jaar ondersteunen bij de uitvoering van innoverende projecten inzake sociale economie.
Bij deze pilootprojecten gaat het om nieuwe, innoverende initiatieven inzake sociale economie die ofwel hoofdzakelijk worden uitgevoerd in het Duitse taalgebied, ofwel zich hoofdzakelijk richten tot benadeelde personen die hun woonplaats hebben in het Duitse taalgebied.
De nadere regels voor de ondersteuning worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de Regering en de in het eerste lid vermelde instellingen. § 2 - De projecthouder dient een aanvraag tot ondersteuning van zijn pilootproject ter goedkeuring in bij de Regering. Deze aanvraag bevat de volgende gegevens: 1° de identiteit en het statuut van de projecthouder;2° het bewijs dat het pilootproject voorziet in een behoefte in het Duitse taalgebied;3° een gedetailleerde beschrijving van het project;4° een tijdschema voor de uitvoering van het project;5° het bewijs dat de beginselen vermeld in artikel 1, tweede lid, worden nageleefd of verwezenlijkt;6° een kostenraming en financieringsplan;7° een overzicht van de begeleidingsstructuur. Indien de aanvraag ook betrekking heeft op de ondersteuning van personeelskosten van begeleidend personeel, gelden de voorwaarden die zijn vastgelegd in artikel 11, eerste lid, 2° en 3°, mutatis mutandis voor begeleiders.
De informatie vermeld in het eerste lid, 7°, moet alleen door erkende ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra worden ingediend.
De Regering beslist binnen een termijn van drie maanden na de indiening van de volledige aanvraag over de ondersteuning van het pilootproject.
Drie maanden voor het einde van de overeenkomst dient de projecthouder een beoordeling in bij de Regering. § 3 - Indien het project werd goedgekeurd voor een duur van minder dan drie jaar, kan de Regering op aanvraag van de projecthouder en op basis van de beoordeling beslissen het project verder te ondersteunen tot een totale duur van drie jaar is bereikt. § 4 - De Regering kan: 1° preciseren wat er wordt begrepen onder "innoverend project";2° vastleggen welke kosten voor ondersteuning in aanmerking komen en in welke mate en op welke manier ze bijdraagt in de kosten;3° preciseren welke procedure voor het aanvragen en beoordelen van de ondersteuning bedoeld in paragraaf 1 verder moet worden gevolgd en welke documenten in dat verband moeten worden ingediend.
Art. 13.Ondersteuning van innoverende projecten in het kader van een projectoproep § 1 - De Regering kan een globaal concept ter bevordering van de sociale economie in het Duitse taalgebied en de inhoudelijke zwaartepunten daarvan vastleggen.
Voor zover de Regering een concept of zwaartepunten als bedoeld in het eerste lid heeft vastgelegd, kan ze bij de erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra projectoproepen lanceren en de uitvoering van de projecten binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen ondersteunen voor een beperkte duur van ten hoogste drie jaar.
Om in aanmerking te komen voor ondersteuning overeenkomstig het tweede lid: 1° passen de pilootprojecten in het kader van het concept bedoeld in het eerste lid of beantwoorden ze aan de zwaartepunten die de Regering heeft vastgelegd;2° onderscheiden de projecten zich door hun innoverende karakter;3° worden de projecten uitgevoerd in het Duitse taalgebied. De nadere regels voor de ondersteuning worden vastgelegd in een overeenkomst tussen de Regering en de in het tweede lid vermelde instellingen. § 2 - Na de publicatie van de projectoproep dient de projecthouder dienaangaande een aanvraag in bij de Regering. Deze aanvraag bevat de gegevens vermeld in artikel 12, § 2.
Bij de behandeling van de aanvraag zijn artikel 12, § 2, tweede, derde en vierde lid, en § 3, mutatis mutandis van toepassing. § 3 - De Regering kan: 1° preciseren wat er wordt begrepen onder "innoverend karakter";2° vastleggen welke kosten voor ondersteuning in aanmerking komen en in welke mate en op welke manier ze bijdraagt in de kosten;3° preciseren welke procedure voor het aanvragen en beoordelen van de ondersteuning bedoeld in paragraaf 1 verder moet worden gevolgd en welke documenten in dat verband moeten worden ingediend.
Art. 14.Subsidiëring van ondernemingen zonder bestaande structurele subsidiëring De Regering kent een subsidie als tegemoetkoming in de personeelskosten van het begeleidend personeel toe aan erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra die aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° ze ontvangen nog geen tegemoetkoming in de personeelskosten van dit begeleidend personeel uit een ander bevoegdheidsgebied van de Duitstalige Gemeenschap;2° ze vullen betrekkingen in de sociale economie in waarvoor tot 31 december 2017 aangestelde personeelsleden werden gesubsidieerd met toepassing van het besluit van de Waalse Regering van 11 mei 1995 betreffende de indienstneming van gesubsidieerde contractuelen door sommige openbare besturen en ermee gelijkgestelde werkgevers, en waarvoor de arbeidsovereenkomsten op 1 januari 2018 werden omgezet in klassieke arbeidsovereenkomsten met toepassing van artikel 3 van het besluit van de Regering van 28 september 2017 tot wijziging van verscheidene bepalingen inzake tewerkstellingsmaatregelen;3° de begeleiders zijn voldoende gekwalificeerd of beschikken over relevante beroepservaring;4° de begeleiders zijn in de laatste vijftien jaar van onberispelijk gedrag op de gebieden die relevant zijn voor hun functie, wat wordt bewezen door het indienen van een actueel uittreksel uit het strafregister. Voor de toepassing van het eerste lid, 4°, mag de Regering slechts rekening houden met de op het uittreksel uit het strafregister vermelde overtredingen die relevant zijn voor de functie van de begeleider, in het bijzonder wanneer die een negatieve invloed kunnen hebben op de ontwikkeling van de benadeelde personen.
Wanneer voldaan is aan de voorwaarden die zijn vastgelegd in het eerste lid, sluit de Regering met de subsidiegerechtigde instelling een overeenkomst waarin de omvang van de subsidie en de uitbetalingsmodaliteiten worden vastgelegd.
De Regering kan: 1° bepalen welke eisen worden gesteld aan de kwalificatie en beroepservaring van de begeleiders;2° vastleggen welke gebieden relevant zijn voor de functie van de begeleider, waarvoor onberispelijk gedrag moet worden bewezen;3° bepalen welke documenten moeten worden ingediend in het kader van de subsidieaanvraag;4° de aanvraagprocedure voor de subsidiëring vastleggen;5° de nadere regels voor de subsidiëring bepalen.
Art. 15.Schending van de subsidiëringsvoorwaarden § 1 - De toekenning van de ondersteuning is gebonden aan de naleving van de in dit hoofdstuk vastgelegde verplichtingen en voorwaarden die ten grondslag liggen aan de toekenning van subsidies en ondersteuning. § 2 - Indien de Regering vaststelt dat een ontvanger een of meer verplichtingen of voorwaarden niet naleeft, maant ze hem overeenkomstig de door haar vastgestelde nadere regels aan om schriftelijk een standpunt over die vaststelling in te nemen.
Met behoud van de toepassing van artikel 104, § 3, van het decreet van 25 mei 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/05/2009 pub. 14/07/2009 numac 2009203077 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap sluiten houdende het financieel reglement van de Duitstalige Gemeenschap kan de Regering een ontvanger in gebreke stellen en de toekenning van de ondersteuning tijdelijk schorsen en uiteindelijk stopzetten.
De Regering kan de procedure voor de ingebrekestelling, schorsing en stopzetting vastleggen. § 3 - De ontvanger wiens ondersteuning werd geschorst of stopgezet, kan bezwaar indienen bij de Regering. Het bezwaar moet aangetekend en binnen een maand na de kennisgeving van de beslissing worden ingediend. Het bezwaar heeft geen opschortende werking.
De Regering kan de nadere regels voor de bezwaarprocedure vastleggen.
Art. 16.Controle van de aanwending van de ondersteuning De controle van de aanwending van de toegekende ondersteuning en in voorkomend geval de terugvordering ervan geschieden overeenkomstig de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. HOOFDSTUK 4 - Vertrouwelijkheid en bescherming van persoonsgegevens
Art. 17.Vertrouwelijkheid Met behoud van de toepassing van andersluidende wettelijke of decretale bepalingen zijn de Regering, de erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling, voorbereidings- en integratiecentra en alle andere personen die bij de uitvoering van dit decreet en de uitvoeringsbepalingen ervan betrokken zijn, verplicht de gegevens die aan hen worden toevertrouwd in het kader van de uitoefening van hun opdracht, vertrouwelijk te behandelen.
Art. 18.Gegevensverwerkingsverantwoordelijke § 1 - De Regering is verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens bedoeld in artikel 20, eerste lid, voor de vervulling van de doeleinden bedoeld in artikel 21, § 1.
Ze geldt voor de verwerking van die gegevens als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Ze mag de verzamelde gegevens niet gebruiken voor andere doeleinden dan de uitvoering van die opdrachten. § 2 - De erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en de voorbereidings- en integratiecentra zijn verantwoordelijk voor de verwerking van de gegevens bedoeld in artikel 20, tweede lid, voor de vervulling van de doeleinden bedoeld in artikel 21, § 2.
Ze gelden voor de verwerking van die gegevens als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 4, punt 7, van de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
Ze mogen de verzamelde gegevens niet gebruiken voor andere doeleinden dan de uitvoering van die opdrachten.
Art. 19.Verwerking van gezondheidsgegevens De gegevens over de gezondheid van de betrokken personen worden door de Regering en de erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra verwerkt onder de verantwoordelijkheid van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg of een andere beroepsbeoefenaar die gebonden is aan het beroepsgeheim.
Bij ontstentenis van een beroepsbeoefenaar uit de gezondheidszorg kunnen de erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra de gegevens over de gezondheid slechts verwerken met de toestemming van de betrokken persoon.
Art. 20.Gegevenscategorieën De Regering kan gegevens van de volgende categorieën persoonsgegevens verwerken overeenkomstig artikel 18: 1° voor de personen die worden begeleid door een sociale onderneming, een onderneming voor sociale inschakeling of een voorbereidings- en integratiecentrum: a) identiteitsgegevens;b) het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het rijksregisternummer;c) gegevens over kwalificaties, competenties en beroepservaring;d) gegevens over de socioprofessionele situatie;e) gegevens over de lichamelijke en mentale gezondheid;2° voor de personen die aangesteld zijn als begeleider bij een sociale onderneming, een onderneming voor sociale inschakeling of een voorbereidings- en integratiecentrum: a) identiteitsgegevens en contactgegevens;b) het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het rijksregisternummer;c) gegevens over kwalificaties, competenties en beroepservaring;d) gegevens over de socioprofessionele situatie;e) gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister.f) loonbewijzen;3° voor de sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling of voorbereidings- en integratiecentra: a) gegevens over fiscale en sociale schulden;b) gegevens over de kennis bedrijfsbeheer van de bedrijfsleiders. De erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra kunnen gegevens van de volgende categorieën persoonsgegevens verwerken overeenkomstig artikel 18: 1° voor de personen die worden begeleid door een sociale onderneming, een onderneming voor sociale inschakeling of een voorbereidings- en integratiecentrum: a) identiteitsgegevens;b) het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het rijksregisternummer;c) gegevens over kwalificaties, competenties en beroepservaring;d) gegevens over de socioprofessionele situatie;e) gegevens over de lichamelijke en mentale gezondheid;2° voor de personen die aangesteld zijn als begeleider bij een sociale onderneming, een onderneming voor sociale inschakeling of een voorbereidings- en integratiecentrum: a) identiteitsgegevens en contactgegevens;b) het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en het rijksregisternummer;c) gegevens over kwalificaties, competenties en beroepservaring;d) gegevens over de socioprofessionele situatie;e) gerechtelijke gegevens in de vorm van een uittreksel uit het strafregister. De Regering preciseert de in het eerste en het tweede lid vermelde gegevenscategorieën.
Art. 21.Verwerkingsdoeleinden § 1 - De Regering verzamelt en verwerkt de gegevens van de gegevenscategorieën vermeld in artikel 20, eerste lid, met het oog op: 1° de toekenning van de erkenningen gedefinieerd in hoofdstuk 2;2° de toekenning van de subsidie gedefinieerd in hoofdstuk 3;3° de uitvoering van controles van de naleving van de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden overeenkomstig de artikelen 9, 15 en 16;4° de controle van de verslaglegging gedefinieerd in hoofdstuk 6. Met behoud van de toepassing van het eerste lid kan de Regering de gegevens vermeld op het uittreksel uit het strafregister uitsluitend verwerken om na te gaan of het gedrag van de begeleider verenigbaar is met de begeleiding van benadeelde personen en de betreffende subsidie toe te kennen of te weigeren. § 2 - De erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en erkende voorbereidings- en integratiecentra verzamelen en verwerken de gegevens van de gegevenscategorieën vermeld in artikel 20, tweede lid, voor de volgende doeleinden: 1° de gegevens vermeld in artikel 20, tweede lid, 1°, voor het aanvragen en behouden van de erkenning overeenkomstig hoofdstuk 2, voor het verkrijgen en behouden van de subsidie overeenkomstig hoofdstuk 3, voor de verslaglegging overeenkomstig hoofdstuk 6 en voor de correcte en passende uitvoering van hun begeleidingsopdracht in het belang van het welzijn van de begeleide benadeelde personen;2° de gegevens vermeld in artikel 20, tweede lid, 2°, voor het aanvragen en behouden van de erkenning overeenkomstig hoofdstuk 2, voor het aanvragen en behouden van de subsidie overeenkomstig hoofdstuk 3, voor de verslaglegging overeenkomstig hoofdstuk 6 en voor de correcte uitvoering van hun begeleidingsopdracht in het belang van het welzijn van de begeleide benadeelde personen. Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en de erkende voorbereidings- en integratiecentra de gegevens over de lichamelijke en mentale gezondheid van de begeleide persoon uitsluitend verwerken om te voorkomen dat de betrokken persoon wordt ingezet voor taken die niet verenigbaar zijn met diens gezondheidsgerelateerde belemmeringen.
Met behoud van de toepassing van het eerste lid kunnen de erkende sociale ondernemingen, de erkende ondernemingen voor sociale inschakeling en de erkende voorbereidings- en integratiecentra de gegevens vermeld op het uittreksel uit het strafregister uitsluitend verwerken om te controleren of het gedrag van de begeleider verenigbaar is met de begeleiding van benadeelde personen.
Art. 22.Bewaringstermijn van de gegevens Nadat de begeleide persoon of de begeleider ophoudt te werken bij de erkende sociale onderneming, de erkende onderneming voor sociale inschakeling of het erkende voorbereidings- en integratiecentrum, worden de gegevens vermeld in artikel 20 nog maximaal gedurende twee jaar bewaard, met behoud van de toepassing van andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen die kunnen voorzien in een langere bewaartermijn.
In afwijking van het eerste lid worden de loonbewijzen vermeld in artikel 20, eerste lid, 2°, f), nadat de begeleider ophoudt te werken bij de erkende sociale onderneming, de erkende onderneming voor sociale inschakeling of het erkende voorbereidings- en integratiecentrum nog gedurende tien jaar bewaard.
Art. 23.Veiligheidsmaatregelen De Regering, de erkende sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en de erkende voorbereidings- en integratiecentra letten er bij de verwerking van de gegevens vermeld in artikel 20 op dat passende veiligheidsmaatregelen worden genomen.
Voor zover gegevens worden geanonimiseerd of gepseudonimiseerd, richt de daartoe gebruikte techniek zich naar de aanbevelingen van het Agentschap van de Europese Unie voor cyberbeveiliging (Enisa).
De Regering kan: 1° preciseren welke veiligheidsmaatregelen moeten worden genomen voor de omgang met de bedoelde persoonsgegevens;2° bijkomende passende technische en organisatorische maatregelen nemen om een op het risico afgestemd beveiligingsniveau te waarborgen in de zin van artikel 32 van de Algemene Verordening Gegevensbescherming. HOOFDSTUK 5 - Samenwerking in een netwerk
Art. 24.Netwerk sociale economie De sociale ondernemingen, ondernemingen voor sociale inschakeling en voorbereidings- en integratiecentra die erkend zijn overeenkomstig hoofdstuk 2, werken samen in een netwerk.
Dat netwerk heeft tot doel: 1° de toepassing van dit decreet en de uitvoeringsbesluiten ervan regelmatig te beoordelen;2° de sociale economie te optimaliseren door samenwerking en afstemming tussen de leden van het netwerk;3° de efficiëntie, effectiviteit en continuïteit van de ondersteuning van de doelgroepen van de sociale economie te bevorderen;4° regelmatig relevante informatie uit te wisselen met de erkende ondernemingen, de bemiddelingsdiensten en andere actoren die betrokken zijn bij de sociale economie in het Duitse taalgebied;5° ervaringen te verzamelen over innoverende en geslaagde projecten inzake sociale economie in binnen- en buitenland;6° gemeenschappelijke acties en pilootprojecten op te zetten. De Regering kan de samenstelling en de nadere regels met betrekking tot de taken en de werkwijze van het netwerk vastleggen. HOOFDSTUK 6 - Verslaglegging
Art. 25.Verslagleggingsverplichtingen § 1 - De erkende ondernemingen dienen jaarlijks een activiteitenverslag in bij de Regering.
In afwijking van het eerste lid kunnen erkende ondernemingen die met toepassing van een andere decretale of reglementaire bepaling van de Duitstalige Gemeenschap verplicht zijn een activiteitenverslag in te dienen, een kopie indienen van dat activiteitenverslag. Als dat activiteitenverslag niet voldoet aan de minimumeisen die zijn vastgelegd overeenkomstig het vierde lid, is de betrokken onderneming verplicht de Regering op haar verzoek in voorkomend geval noodzakelijke aanvullende informatie te verstrekken.
Statistische gegevens worden in dit verband geanonimiseerd.
De Regering bepaalt de termijnen, de structuur en de minimumeisen voor de overige inhoud van het in te dienen activiteitenverslag. § 2 - Alle erkende ondernemingen bezorgen de Regering jaarlijks anonieme en geaggregeerde statistische gegevens betreffende de personen die bij hen tewerkgesteld zijn in het kader van de sociale economie.
De Regering bepaalt de vorm, de termijnen en de aard van de te verstrekken gegevens. Daarbij let de Regering erop dat de gegevens niet terug te voeren zijn op individuele personen. HOOFDSTUK 7 - Slotbepalingen
Art. 26.Opheffingsbepaling Het Waalse decreet van 16 juli 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 16/07/1998 pub. 11/08/1998 numac 1998027456 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de voorwaarden waaronder de inschakelingsbedrijven worden erkend en gesubsidieerd sluiten betreffende de voorwaarden waaronder de inschakelingsbedrijven worden erkend en gesubsidieerd, laatstelijk gewijzigd bij het decreet van 19 april 2010, wordt opgeheven.
Art. 27.Wijzigingsbepaling In artikel 4, § 1, van het decreet van 27 maart 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2023 pub. 20/10/2023 numac 2023204783 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de controle en de procedure voor het opleggen van administratieve geldboeten in het kader van het tewerkstellingsbeleid sluiten betreffende de controle en de procedure voor het opleggen van administratieve geldboeten in het kader van het tewerkstellingsbeleid, gewijzigd bij het decreet van 22 mei 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/05/2023 pub. 03/10/2023 numac 2023204472 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Decreet betreffende de behoeftegestuurde arbeidsbemiddeling sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid, 16°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt;2° in het eerste lid, 17°, wordt de punt op het einde van de zin vervangen door een kommapunt; 3° het eerste lid wordt aangevuld met een bepaling onder 18°, luidende: "18° het decreet van 29 januari 2024 betreffende de erkenning en ondersteuning van ondernemingen inzake sociale economie en de uitvoeringsbesluiten ervan."; 4° het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 28.Overgangsbepaling Met behoud van de mogelijkheid om op elk moment een aanvraag tot erkenning overeenkomstig de bepalingen van dit decreet in te dienen: 1° blijven de ondernemingen die erkend zijn overeenkomstig artikel 1, § 1, 2°, van het koninklijk besluit van 3 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012432 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen type koninklijk besluit prom. 03/05/1999 pub. 05/06/1999 numac 1999012433 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid en ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 7, § 1bis, vierde lid, van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen sluiten tot uitvoering van artikel 7, § 1, derde lid, m), van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders betreffende de herinschakeling van zeer moeilijk te plaatsen werklozen, tot 31 december 2026 erkend overeenkomstig het voornoemde koninklijk besluit;2° blijven initiatieven voor sociale economie, pilootprojecten en innoverende experimenten die als dusdanig erkend zijn overeenkomstig het ministerieel besluit van 10 oktober 2004Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 10/10/2004 pub. 30/11/2004 numac 2004022868 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst van de initiatieven voor sociale economie met het oog op de toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie sluiten tot vaststelling van de lijst van de initiatieven voor sociale economie met het oog op de toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie, tot 31 december 2026 erkend overeenkomstig het voornoemde ministerieel besluit. Gedurende de overgangsperiode bepaald in het eerste lid: 1° zijn de ondernemingen, initiatieven voor sociale economie, pilootprojecten en innoverende experimenten gebonden aan de voorwaarden die ten grondslag liggen aan deze erkenning;2° kunnen de ondernemingen, initiatieven voor sociale economie, pilootprojecten en innoverende experimenten bedoeld in het eerste lid, subsidiëring aanvragen overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3 van dit decreet.
Art. 29.Inwerkingtreding Dit decreet treedt in werking op een door de Regering te bepalen datum.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Eupen, 29 januari 2024.
O. PAASCH, De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën A. ANTONIADIS, De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting I. WEYKMANS, De Minister van Cultuur en Sport, Werkgelegenheid en Media L. KLINKENBERG, De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Parlementaire stukken: 294 (2023-2024) Nr.1 Ontwerp van decreet 294 (2023-2024) Nr. 2 Verslag 294 (2023-2024) Nr. 3 Tekst aangenomen door de plenaire vergadering Integraal verslag: 29 januari 2024 - Nr. 69 Bespreking en aanneming .