Etaamb.openjustice.be
Decreet van 28 maart 2013
gepubliceerd op 24 april 2013

Decreet tot wijziging van de nadere regels voor de externe proeven bepaald bij het decreet van 2 juni 2006 betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2013029281
pub.
24/04/2013
prom.
28/03/2013
ELI
eli/decreet/2013/03/28/2013029281/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 MAART 2013. - Decreet tot wijziging van de nadere regels voor de externe proeven bepaald bij het decreet van 2 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/2006 pub. 23/08/2006 numac 2006202467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs sluiten betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.In artikel 8 van het decreet van 2 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/2006 pub. 23/08/2006 numac 2006202467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs sluiten betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs, zoals aangevuld bij het decreet van 7 december 2007 en gewijzigd bij het decreet van 30 april 2009, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Tijdens het eerste jaar van de driejaarlijkse cyclus wordt een externe evaluatie die niet bekrachtigd wordt met een getuigschrift, georganiseerd, die betrekking heeft op de beheersing van het lezen en het produceren van geschreven stukken voor het geheel van de leerlingen van het derde jaar en het vijfde jaar van het lager onderwijs.»; 2° In § 1 wordt het derde lid vervangen als volgt : « Tijdens het tweede jaar van de driejaarlijkse cyclus wordt een externe evaluatie die niet bekrachtigd wordt met een getuigschrift, georganiseerd, die betrekking heeft op de beheersing van wiskundige basishulpmiddelen voor het geheel van de leerlingen van het derde jaar en het vijfde jaar van het lager onderwijs.»; 3° § 1, vierde lid, wordt vervangen als volgt : « Tijdens het derde jaar van de driejaarlijkse cyclus wordt een externe evaluatie die niet bekrachtigd wordt met een getuigschrift georganiseerd, die betrekking heeft op de beheersing van sommige domeinen bepaald in artikel 16, § 3, tweede lid van het decreet van 24 juli 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/07/1997 pub. 23/09/1997 numac 1997029337 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren sluiten dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren voor het geheel van de leerlingen van het derde jaar en het vijfde jaar van het lager onderwijs.In dit kader zal een bijzondere aandacht geschonken worden aan de opvoeding door technologie en aan de wetenschappelijke opvoeding alsook aan de structuur van tijd en ruimte en de eerste sensibilisatie, daarna aan de initiatie tot geschiedenis en aardrijkskunde ». 4° In § 1 wordt het vijfde lid opgeheven;5° In § 2, tweede lid, tweede streepje, worden de woorden « van het vijfde jaar » vervangen door de woorden « van het vierde jaar »;6° In § 2, tweede lid, wordt het derde streepje opgeheven;7° § 2 wordt aangevuld met een lid, luidend als volgt : « Wat de moderne talen betreft worden de externe evaluaties die niet bekrachtigd worden met een getuigschrift volgens de volgende nadere regels georganiseerd : 1° Om de drie jaar wordt een externe evaluatie die niet bekrachtigd wordt met een getuigschrift georganiseerd voor het geheel van de leerlingen van het vierde jaar van het secundair onderwijs met betrekking tot de eerste moderne taal;2° Na advies van de Sturingscommissie kan de Regering beslissen om één of meer bijkomende externe evaluaties te organiseren die niet bekrachtigd worden met een getuigschrift en die betrekking hebben op de beheersing van de tweede en, in voorkomend geval, van de derde gestudeerde moderne taal;3° In het kader van de externe evaluaties die niet bekrachtigd worden met een getuigschrift, zoals bedoeld in dit lid, worden de specifieke proeven bestemd voor de leerlingen die het taalbadonderwijs volgen, zoals bepaald bij het decreet van 11 mei 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/05/2007 pub. 12/10/2007 numac 2007029304 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het taalbadonderwijs sluiten betreffende het taalbadonderwijs ».8° § 3 wordt opgeheven;9° In § 4, eerste lid, worden de woorden « tussen 15 en 30 november » vervangen door de woorden « tussen 1 en 31 oktober »;10° § 5 wordt opgeheven.

Art. 2.In het decreet van 2 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/06/2006 pub. 23/08/2006 numac 2006202467 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs sluiten betreffende de externe evaluatie van de verworven kennis van leerlingen van het leerplichtonderwijs en het getuigschrift van basisonderwijs na het lager onderwijs, wordt het opschrift van titel III/I vervangen als volgt : « Titel III/I.- De organisatie van de gemeenschappelijke externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift op het einde van de derde fase van het pedagogisch continuüm ».

Art. 3.In artikel 36/1 van hetzelfde decreet, worden de woorden « een externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « de gemeenschappelijke externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift, hierna de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift ».

Art. 4.In hetzelfde decreet wordt artikel 36/2 vervangen als volgt : «

Art. 36/2.Alle leerlingen die ingeschreven zijn in het tweede gemeenschappelijke jaar of in het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het tweede gemeenschappelijke jaar van het gewoon onderwijs of het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4, alsook in het derde differentiatie- en oriëntatiejaar, worden onderworpen aan externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift die in aanmerking komen voor de uitreiking van het getuigschrift van het secundair onderwijs van de eerste graad op het einde van de derde fase van het pedagogisch continuüm.

Deze externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift zijn ook toegankelijk, op aanvraag van de ouders of van de persoon die het ouderlijk gezag uitoefent en na het advies van de klassenraad te hebben ingewonnen, voor elke leerling ingeschreven in het aanvullende jaar georganiseerd op het einde van het gemeenschappelijke eerste jaar van het gewoon onderwijs of het gespecialiseerd onderwijs van vorm 4, alsook voor elke leerling ingeschreven in de tweede of derde fase van het gespecialiseerd onderwijs van vorm 3.

De inschrijvingen bedoeld in het vorige lid worden bezorgd aan de Administrateur-generaal van het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek voor 31 maart van het lopende schooljaar.

De Regering bepaalt de nadere regels volgens dewelke deze inschrijvingen ingediend worden.

Art. 5.In artikel 36/3 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In het eerste lid worden de woorden « De externe gemeenschappelijke proef bekrachtigd door een getuigschrift heeft betrekking » vervangen door de woorden « De externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift hebben betrekking »;2° Het tweede lid wordt vervangen als volgt : « Voor wat betreft het schooljaar 2012-2013 hebben de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift noodzakelijkerwijze betrekking op het Frans en de wiskundige opleiding en, bij wijze van proef, op de moderne talen. Voor wat betreft het schooljaar 2013-2014 hebben de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift noodzakelijkerwijze betrekking op het Frans, de wiskundige opleiding en de moderne talen en, bij wijze van proef, op de wetenschappen.

Vanaf het schooljaar 2014-2015 hebben de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift betrekking op het Frans, de wiskundige opleiding, de moderne talen en de wetenschappen.

Voor de volgende schooljaren bepaalt de Regering, na advies van de Sturingscommissie, het (de) andere vak (en) waarop, desgevallend, één of meer aanvullende externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift, bij wijze van proef, betrekking hebben. »; 3° In het laatste lid worden de woorden « de gemeenschappelijke externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift ».

Art. 6.In artikel 36/4 van hetzelfde decreet worden de woorden « van de gemeenschappelijke externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift ».

Art. 7.Artikel 36/5 van hetzelfde decreet wordt vervangen als volgt : «

Art. 36/5.Voor de externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift waarmee de werkgroep belast wordt, vervult deze werkgroep de volgende opdrachten : 1° Conceptie van de externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift;2° Uitbouw van de richtlijnen voor het afnemen en de verbetering van de proef;3° Definitie van de criteria voor de verbetering en het slagen voor de proef;4° Analyse en voorstelling van de resultaten;5° Productie van een document met didactische richtlijnen in verband met de betrokken externe evaluatie die bekrachtigd wordt met een getuigschrift. In de voorstelling van de externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift waarmee de werkgroep belast wordt, zorgt deze voor de inachtneming van de bijzondere toestanden van de leerlingen die aan sensoriële en/of motorische afwijkingen lijden. »

Art. 8.In hetzelfde decreet wordt een artikel 36/5/1 ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 36/5/1. § 1. De werkgroep analyseert en stelt de resultaten voor van de externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift waarmee hij belast wordt.

Deze voorstelling moet het mogelijk maken om : 1° zowel het niveau van beheersing van het geheel van de geëvalueerde vaardigheden als het niveau van beheersing van elke vaardigheid te behoordelen, waarbij niet alleen het gemiddelde niveau maar ook de verspreiding van de resultaten onder de leerlingen en de schoolinrichtingen in aanmerking worden genomen;2° het niveau van de beheersing te beoordelen dat bereikt wordt door de leerlingen rekening houdend met de eigenaardigheden van de schoolbevolkingen. Deze voorstelling mag in geen enkel geval de identificatie van de leerlingen of van de schoolinrichtingen toelaten. § 2. De werkgroep produceert een document met didactische richtlijnen in verband met de externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift waarmee hij belast is.

Dit document moet de pedagogische teams helpen om : 1° de antwoorden en de producties van leerlingen te analyseren ten aanzien van de items die deel uitmaakten van de externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift;2° de beheersing van de geëvalueerde vaardigheden te verbeteren, inzonderheid met de organisatie van activiteiten met het oog op het verhelpen en het voorkomen van de vastgestelde leemten.

Art. 9.In hetzelfde decreet wordt een artikel 36/5/2 ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 36/5/2. § 1. De resultaten en de analyse van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift, worden door de Voorzitters van de werkgroepen aan de Voorzitter van de Sturingscommissie gestuurd. § 2. De anonieme resultaten worden ook opgemaakt op het gebied van het geheel van de inrichtingen van eenzelfde zone en aan de Zoneraden verstuurd door de voorzitter van de Sturingscommissie.

De Voorzitter van de Sturingscommissie zorgt voor de versturing van de resultaten aan de verantwoordelijken van de vertegenwoordgings- en coördinatieorganen van de inrichtende machten voor wat hen betreft.

Art. 10.In hetzelfde decreet wordt een artikel 36/5/3 ingevoegd, luidend als volgt : Art. 36/5/3. § 1. Naast de resultaten van het geheel van zijn leerlingen alsook die van elk onder hen, beschikken iedere inrichtende macht en elke schoolinrichting over de globale resultaten van al de leerlingen van de Franse Gemeenschap die haar worden meegedeeld, onder de voorstelling bedoeld in artikel 36/5/1 door het Algemeen Bestuur Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek.

De mededeling van de resultaten van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift, wordt gevolgd door voorstellen in de vorm van pedagogische hulpmiddelen die ten doel hebben aan de ontdekte moeilijkheden te beantwoorden.

Elk inrichtingshoofd in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs en elke inrichtende macht in het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, zorgen ervoor dat de resultaten geanalyseerd en verwerkt worden met, in voorkomend geval, de hulp van de Dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap of van de Cel voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs naargelang het geval. Het verwerken van de resultaten bestaat inzonderheid in het ontwikkelen en de invoering van pedagogische of organisatorische strategieën die deze resultaten zouden kunnen verbeteren.

Elk inrichtingshoofd in het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs en elke inrichtende macht in het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, zorgen ervoor dat elke ouder of persoon die het ouderlijk gezag uitoefent, toegang hebben tot de resultaten van het kind waarvoor hij zorg op zich neemt in vergelijking met de globale resultaten van het geheel van de leerlingen van de Franse Gemeenschap.

Art. 11.In hetzelfde decreet wordt een artikel 36/5/4 ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 36/5/4. § 1. Elke inrichting stelt de resultaten van haar leerlingen ter beschikking van de betrokken inspectiediensten en, naargelang het geval, van de Dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs of van de Cel voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs zodat deze, naast de globale resultaten van het geheel van de leerlingen van de Franse Gemeenschap, over het geheel van de resultaten van de leerlingen beschikken van elke schoolinrichting waarin ze hun opdrachten uitoefenen.

De inspecteurs en de pedagogische adviseurs die de resultaten kennen van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift na het einde van de derde fase van het pedagogisch continuüm, zijn tot het beroepsgeheim gehouden. Bij overtreding wordt artikel 458 van het Strafwetboek van toepassing.

De betrokken inspectiediensten en de pedagogische adviseurs zorgen ervoor dat deze resultaten geïntegreerd worden in het inbrengen van hun eigen onderzoeken in het kader van hun respectievelijke opdrachten van evaluatie betreffende het studieniveau en van de pedagogische raadgeving en begeleiding. Ze verlenen hulp aan schoolinrichtingen voor de analyse en het verwerken van resultaten. § 2. Wat betreft de mededeling van de resultaten van de leerlingen van schoolinrichtingen die één per één beschouwd worden, heeft de mededeling aan de Dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs of de Cel voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs, naargelang het geval, slechts betrekking op de inrichtingen die behoren ofwel tot het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, ofwel tot een inrichtende macht aangesloten bij een vertegenwoordigins- en coördinatieorgaan. In dit geval wordt de mededeling onderworpen aan de toestemming van de inrichtende macht. De Regering bepaalt de nadere regels volgens dewelke de inrichtende macht deze toestemming meedeelt. »

Art. 12.In artikel 36/6 van hetzelfde decreet worden de woorden »gemeenschappelijke externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « externe proef die bekrachtigd wordt met een getuigschrift ».

Art. 13.In artikel 36/7, § 1, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden « van de gemeenschappelijke externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift ».

Art. 14.In artikel 36/8 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid worden de woorden « op de gemeenschappelijke externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « op de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift »;2° in het tweede lid worden de woorden « bij de gemeenschappelijke externe proef » vervangen door de woorden « bij de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift ».

Art. 15.Artikel 36/9 van hetzelfde decreet, zoals aangevuld bij het decreet van 12 juli 2012Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2012 pub. 30/08/2012 numac 2012029341 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs type decreet prom. 12/07/2012 pub. 30/08/2012 numac 2012029352 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van verschillende bepalingen inzake leerplichtonderwijs type decreet prom. 12/07/2012 pub. 20/08/2012 numac 2012029325 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot regeling van de kwalificatie uitgedrukt in eenheden van leerresultaten in het secundair kwalificatieonderwijs en tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het secundair onderwijs (1) sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 36/9.§ 1. De resultaten bij de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift, worden in aanmerking genomen door de klassenraad, zoals bepaald in artikel 2, 12°, van het koninklijk besluit van 29 juni 1984 betreffende de organisatie van het secundair onderwijs wanneer hij het getuigschrift voor secundair onderwijs van de eerste graad uitreikt op het einde van de derde fase van het pedagogisch continuüm. § 2. Ingeval een leerling voor een vak bedoeld door één van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift bedoeld in de voorafgaande artikelen slaagt, acht de klassenraad dat de leerling, voor het betrokken vak, de basisvaardigheden beheerst zoals bedoeld in het voornoemde decreet van 19 juli 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/07/2001 pub. 23/08/2001 numac 2001029325 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het alternerend secundair onderwijs type decreet prom. 19/07/2001 pub. 23/08/2001 numac 2001029327 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bekrachtiging van de eindtermen zoals bedoeld in artikel 16 van het decreet van 24 juli 1997 dat de prioritaire taken bepaalt van het basisonderwijs en van het secundair onderwijs en de structuren organiseert die het mogelijk maken ze uit te voeren en tot organisatie van een procedure voor beperkte afwijking sluiten met inachtneming van de bepalingen bedoeld in de artikelen 25, § 1, 3° ; § 2, 1° ; 26, § 1, 1° ; 27, 1° ; 30, § 2, 1° van het decreet van 30 juni 2006Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/06/2006 pub. 31/08/2006 numac 2006202786 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs sluiten betreffende de pedagogische organisatie van de eerste graad van het secundair onderwijs. § 3. De bedoelde klassenraad kan van mening zijn dat de leerling die niet geslaagd is of die niet heeft kunnen deelnemen aan een deel of het geheel van de externe proeven bekrachtigd met een getuigschrift, de verwachte vaardigheden voor het (de) betrokken vakken beheerst voor zover de afwezigheid (-heden) verantwoord is (zijn) overeenkomstig artikel 32 van het decreet van 30 juni 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/06/1998 pub. 22/08/1998 numac 1998029332 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie sluiten dat erop gericht is alle leerlingen gelijke kansen op sociale emancipatie te geven, inzonderheid door de invoering van maatregelen voor positieve discriminatie.

De klassenraad neemt zijn beslissing voor het (de) betrokken vak(ken) op basis van een dossier waarin vervat zijn een afschrift van de rapporten van de twee tot drie jaren gevolgd in de eerste graad, een omstandig verslag van de leraar of leerkrachten die titularis is (zijn) van het (de) betrokken vak(ken) alsook, desgevallend, het geïndividualiseerde leerproject met de erbij horende documenten.

Wanneer een leerling het secundair onderwijs ingericht of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap sedert minder dan twee jaar volgt, is het afschrift van de rapporten van één schooljaar voldoend.

De klassenraad voegt bij het dossier elk ander element dat hij nodig acht.

Het proces-verbaal van de klassenraad wordt opgenomen in een ad hoc register en draagt de handtekening van het inrichtingshoofd en van de leden van de klassenraad. Een lijst met de resultaten van de leerlingen die de externe proef bekrachtigd door een getuigschrift hebben afgelegd, wordt bij het proces-verbaal gevoegd.

Er wordt een voor eensluidend verklaard afschrift van deze lijst aan de Diensten van de Regering bezorgd binnen de vijf werkdagen na de beslissing van de klassenraad.

Art. 16.In artikel 36/10 van hetzelfde decreet worden de woorden « van de gemeenschappelijke externe proef bekrachtigd door een getuigschrift » vervangen door de woorden « van de externe proeven die bekrachtigd worden met een getuigschrift ».

Art. 17.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2013.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 28 maart 2013.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-President en Minister van Kind, Onderzoek en Ambtenarenzaken, J.-M. NOLLET De Vice-President en Minister van Begroting, Financiën en Sport, A. ANTOINE De Vice-President en Minister van Hoger Onderwijs, J.-Cl. MARCOURT De Minister van Jeugd, Mevr. E. HUYTEBROECK De Minister van Cultuur, Audiovisuele Sector, Gezondheid en Gelijke Kansen, Mevr. F. LAANAN De Minister van Leerplichtonderwijs en van Onderwijs voor Sociale Promotie, Mevr. M.-D. SIMONET _______ Nota Zitting 2012-2013.

Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 460-1. - Verslag nr. 460-2.

Integraal verslag. - Bespreking en aanneming. - Vergadering van 27 maart 2013.

^