gepubliceerd op 13 januari 2023
Decreet tot wijziging van artikel 10.2.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wat de sanering van afvalwater betreft
21 OKTOBER 2022. - Decreet tot wijziging van artikel 10.2.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wat de sanering van afvalwater betreft (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van artikel 10.2.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het
decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/07/2003
pub.
14/11/2003
numac
2003201696
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het integraal waterbeleid
sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wat de sanering van afvalwater betreft HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid
Art. 2.In artikel 10.2.3, § 1, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, ingevoegd bij het decreet van 7 mei 2004, en het laatst gewijzigd bij decreet van 24 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid wordt punt 8° vervangen door wat volgt : "8° het uitoefenen van toezicht op de Vennootschap, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 1, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, vermeld in titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdelingen 1 en 2, van het voormelde decreet, en het opstellen, controleren en opvolgen van de subsidiëringsprogramma's voor de zuivering van het afvalwater dat geloosd wordt in de openbare riolen en collectoren;"; 2° in het tweede lid wordt een punt 8° bis ingevoegd dat luidt als volgt : "8° bis de aansturing van de uitbouw van het gemeentelijke rioleringsnet met inbegrip van subsidiëring en het toezicht op de uitbouw en het beheer van de zuiveringsinfrastructuur;"; 3° in het derde lid wordt de zin "Met betrekking tot de in § 1, tweede lid, 8°, bepaalde taak kan tegen de beslissingen van de ecologische en economische toezichthouder beroep worden ingesteld bij de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu." vervangen door de zin "Met betrekking tot de in het tweede lid, 8° en 8° bis, bepaalde taak kan tegen de beslissingen van de Vlaamse Milieumaatschappij beroep worden ingesteld bij de Vlaamse minister bevoegd voor het leefmilieu.". HOOFDSTUK 3. -Wijzigingen van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
Art. 3.In artikel 1.5.3.2, § 2, eerste lid, 6°, b), van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, en het laatst gewijzigd bij decreet van 15 juli 2022, wordt tussen het woord "investeringsprogramma's" en het woord "over" de zinsnede "of investeringsplannen als vermeld in artikel 2.6.1.1.5 van dit decreet" ingevoegd.
Art. 4.In artikel 1.5.3.3, § 2, eerste lid, 5°, b), van hetzelfde decreet wordt tussen het woord "plannen" en het woord "over" de zinsnede "of plannen ter uitvoering van de investeringsplannen, vermeld in artikel 2.6.1.1.5," ingevoegd.
Art. 5.In artikel 2.1.2 van hetzelfde decreet worden punt 7° en 8° opgeheven.
Art. 6.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.2.3 toegevoegd aan titel II, hoofdstuk II, dat luidt als volgt : "Art. 2.2.3. De rechten en verplichtingen, vermeld in artikel 9 tot en met 15 en artikel 16 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten, en andere door middel van leidingen, zijn van toepassing op de waterleverancier bij de aanleg en de wijziging van een openbaar waterdistributienetwerk.
De Vlaamse Regering kan de rechten en verplichtingen, vermeld in het eerste lid, nader regelen.".
Art. 7.In artikel 2.6.1.1.1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De Vennootschap is een instelling met een publieke taak als vermeld in artikel I.3, 6°, van het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten, uitsluitend voor wat het uitvoeren van de taken, vermeld in paragraaf 2 en 2/1, betreft."; 2° in paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "volgens de regels vast te stellen door de Vlaamse Regering en op te nemen in een met de Vennootschap te sluiten overeenkomst" worden opgeheven;b) tussen de woorden "taken" en "toevertrouwd" worden de woorden "van algemeen belang" ingevoegd; c) na het woord "toevertrouwd" wordt de zinsnede "volgens de regels en voorwaarden vastgesteld in de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3" toegevoegd; 3° in paragraaf 2, eerste lid, 1°, wordt het woord "technische" opgeheven en worden de woorden "door de Vlaamse Regering vastgestelde investeringsprogramma" vervangen door de zinsnede "investeringsplan opgemaakt overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3"; 4° in paragraaf 2, eerste lid, 2°, worden tussen de woorden "laten exploiteren" en de zinsnede "van de in punt 1° bedoelde installaties" de zinsnede ", onderhouden, herstellen en vervangen" ingevoegd;5° aan paragraaf 2, eerste lid, 3°, wordt de zinsnede "en de in punt 2° vermelde vervangingen" toegevoegd;6° in paragraaf 2, eerste lid, 5°, wordt tussen de woorden "laten exploiteren" en de woorden "van de rioolwaterzuiveringsinstallaties" de zinsnede ", onderhouden, herstellen en vervangen" ingevoegd;7° in paragraaf 2, eerste lid, 6°, worden tussen het woord "aankoop" en de woorden "van de rioolwaterzuiveringsinstallaties" de woorden "en vervanging" ingevoegd;8° in paragraaf 2, eerste lid, 7°, wordt het punt na het woord "activiteiten" vervangen door een puntkomma;9° aan paragraaf 2, eerste lid, worden een punt 8° tot en met 11° toegevoegd, die luiden als volgt : "8° het monitoren van de goede werking van de installaties bedoeld onder punt 1° en 5°, alsook het monitoren van de overstorten; 9° de technische kwaliteitsbewaking over het concept en de uitvoering van de projecten, die voorkomen op het in artikel 2.6.1.3.1, § 2, bedoelde subsidiëringsprogramma, waarvoor de Vlaamse Regering nadere regels kan vaststellen; 10° desgevallend, de financiering van de uitvoering van door de Vlaamse Regering hiertoe goedgekeurde en aangeduide investeringen in hemel- en afvalwaterzuiveringsinfrastructuur in de plaats van de gemeentelijke rioolbeheerder; 11° het uitvoeren van projecten, onderhoud, vervanging en financiering ervan in het kader van een energiefonds dat zichzelf integraal terugverdient met het oog op het optimaliseren en vergroenen van het energieverbruik nodig voor de exploitatie."; 10° paragraaf 2, tweede lid, wordt opgeheven;11° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, die luidt als volgt : " § 2/1.Naast de taken, vermeld in paragraaf 2, kan de Vlaamse Regering aan de Vennootschap bijkomende taken van algemeen belang opdragen buiten de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3, voor de duur die zij bepaalt, voor zover die verband houden met de taken van algemeen belang van de Vennootschap. De regels en voorwaarden van die bijkomende taken worden vastgesteld in een of meer bijzondere overeenkomsten als vermeld in artikel 2.6.1.1.4."; 12° in paragraaf 3 wordt het eerste lid vervangen door wat volgt : "De Vennootschap voert het investeringsplan, opgemaakt overeenkomstig de voorschriften van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3, uit binnen de gestelde meerjarenplanning en krachtens de wetgeving over de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, met naleving van die wetgeving."; 13° in paragraaf 3 wordt het tweede lid opgeheven;14° in paragraaf 3, derde lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de zinsnede "de artikelen 9 tot en met 16" wordt vervangen door de zinsnede "artikel 9 tot en met 15 en artikel 16";b) de woorden "dit hoofdstuk" worden vervangen door de woorden "deze onderafdeling".
Art. 8.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 1, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.1.2 toegevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 2.6.1.1.2. § 1. De Vennootschap wordt uitsluitend beheerd door haar organen, in overeenstemming met de wetgeving van toepassing op de rechtsvorm, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 1, binnen de grenzen van het decreet. § 2. De organen van de Vennootschap zijn als enige bevoegd om alle nuttige of noodzakelijke handelingen te stellen om de doelstellingen bepaald overeenkomstig de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3, te verwezenlijken, en de strategie te ontwikkelen om de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2, te vervullen binnen de grenzen van het decreet. § 3. De Vennootschap kan alle bedrijvigheden ontwikkelen die verenigbaar zijn met haar voorwerp. De andere dan in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1, vermelde bedrijvigheden van de Vennootschap mogen de goede uitvoering van de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1, op geen enkele wijze in het gedrang brengen. § 4. De Vennootschap staat autonoom en in eigen naam en voor eigen rekening in voor de externe financiering van de uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3. § 5. De Vennootschap voert een bedrijfseconomische boekhouding conform de regels van het dubbel boekhouden.
De activiteiten verbonden aan de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1, worden afgescheiden van andere activiteiten, teneinde kruissubsidiëring tussen de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1, en andere activiteiten van de Vennootschap te vermijden. § 6. De Vlaamse Regering kan de Vennootschap machtigen, in voorkomend geval, onder de bijzondere voorwaarden die ze bepaalt, een dochteronderneming te betrekken bij de uitvoering van haar taken van algemeen belang voor zover het Vlaamse Gewest steeds rechtstreeks of onrechtstreeks minstens de meerderheid van de stemmen in de algemene vergadering en van de mandaten in het bestuursorgaan van de dochteronderneming in kwestie bezit.".
Art. 9.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 1, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.1.3 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.1.3. § 1. Tussen de Vennootschap en het Vlaamse Gewest wordt een langlopende samenwerkingsovereenkomst gesloten over de wijze waarop de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2, worden uitgevoerd. § 2. De samenwerkingsovereenkomst bepaalt ten minste : 1° de wijze waarop de Vennootschap wordt geëvalueerd aan de hand van een limitatief aantal kritische prestatie-indicatoren voor de toetsing van de goede uitvoering van de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2, en de wijze waarop de Vennootschap daarover minstens jaarlijks rapporteert; 2° de verplichte bestanddelen van het investeringsplan, vermeld in artikel 2.6.1.1.5, de wijze waarop het investeringsplan wordt vastgesteld, en de vaststelling van de wijze waarop de financiële grenzen die de Vennootschap in acht moet nemen, worden vastgelegd; 3° de verplichte bestanddelen van het ondernemingsplan en de termijnen voor de mededeling;4° het gestructureerd en systematisch overlegsysteem; 5° de informatie- en rapportageverplichtingen over de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2; 6° de financiering van de Vennootschap;7° de vergoeding van de Vennootschap;8° de duur, opzeggings- en verlengingsmogelijkheden van de samenwerkingsovereenkomst;9° de sancties die bij het niet-naleven van de verbintenissen van de partijen van toepassing zijn;10° de door de Vennootschap toegepaste code van deugdelijk bestuur. § 3. Bij de onderhandeling en sluiting van de samenwerkingsovereenkomst wordt het Vlaamse Gewest vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering en de Vennootschap door haar raad van bestuur. § 4. Als bij het verstrijken van een samenwerkingsovereenkomst geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden, wordt de duur van de verstreken samenwerkingsovereenkomst met een jaar verlengd.
Indien geen nieuwe samenwerkingsovereenkomst in werking is getreden binnen de termijn van één jaar, vermeld in het eerste lid, worden de taken van de Vennootschap, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2, die van rechtswege openbaredienstverplichtingen zijn, verder uitgevoerd volgens de modaliteiten van de beëindigde samenwerkingsovereenkomst tot op het ogenblik dat een nieuwe samenwerkings- overeenkomst in werking is getreden of tot op het ogenblik waarop de Vlaamse Regering regels vaststelt overeenkomstig het derde lid.
Aangezien de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2, openbaredienstverplichtingen betreffen, kan de Vlaamse Regering voorlopige regels vaststellen over de aangelegenheden, vermeld in paragraaf 2. Die voorlopige regels zullen als nieuwe samenwerkingsovereenkomst gelden tot een nieuwe samenwerkingsovereenkomst, gesloten overeenkomstig paragraaf 3, in werking treedt. § 5. Elke uitdrukkelijke ontbindende voorwaarde in de samenwerkingsovereenkomst wordt voor niet geschreven gehouden. Artikel 1184 van het Oud Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing op de samenwerkingsovereenkomst. De partij jegens wie een verbintenis in de samenwerkingsovereenkomst niet is uitgevoerd, kan alleen de uitvoering van de verbintenis vorderen en, in voorkomend geval, schadevergoeding, met behoud van de toepassing van eventuele bijzondere sancties als vermeld in de samenwerkingsovereenkomst.".
Art. 10.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 1, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.1.4 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.1.4. § 1. Het Vlaamse Gewest sluit met de Vennootschap een of meer bijzondere overeenkomsten om de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2/1, uit te voeren. § 2. Deze overeenkomsten regelen ten minste : 1° de uitvoering van de betrokken taken van algemeen belang, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2/1, binnen de grenzen van de toepasselijke regelgeving; 2° de wijze waarop de uitvoering van de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2/1, meegenomen wordt in het ondernemingsplan en hoe daarover gerapporteerd wordt; 3° de wijze waarop de Vennootschap wordt geëvalueerd aan de hand van kritische prestatie-indicatoren voor de toetsing van de goede uitvoering van de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2/1, en de wijze waarop de Vennootschap daarover minstens jaarlijks rapporteert; 4° de sancties die bij het niet-naleven van de verbintenissen van de partijen van toepassing zijn; 5° de duur van de bijzondere overeenkomst.".
Art. 11.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 1, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.1.5 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.1.5. De Vennootschap maakt minstens jaarlijks een investeringsplan op voor de volgende vijf jaar. De Vennootschap deelt het investeringsplan mee aan de Vlaamse Milieumaatschappij.
Dit investeringsplan wordt ter informatie aan de Vlaamse Regering meegedeeld.".
Art. 12.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 1, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.1.6 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.1.6. De Vennootschap stelt jaarlijks, naast het investeringsplan, een ondernemingsplan op dat de doelstellingen en de strategie, uitsluitend voor wat het uitvoeren van de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1, betreft, op korte en middellange termijn van de Vennootschap vastlegt.
De onderdelen van het plan die de uitvoering van de taken van algemeen belang betreffen, worden voor toetsing aan de bepalingen van de overeenkomsten, vermeld in artikel 2.6.1.1.3 en 2.6.1.1.4, ter goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering beslist over de goedkeuring na advies van de Vlaamse Milieumaatschappij. De overige onderdelen van het plan worden ter informatie aan de Vlaamse Regering en de Vlaamse Milieumaatschappij medegedeeld.".
Art. 13.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 1, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.1.7 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.1.7. De Vennootschap rapporteert jaarlijks aan de Vlaamse Milieumaatschappij minstens over: 1° de kritische prestatie-indicatoren die gelden voor de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1; 2° de uitvoering van het investeringsplan, vermeld in artikel 2.6.1.1.5, en het ondernemingsplan, vermeld in artikel 2.6.1.1.6; 3° een vergelijking van de effectieve kosten met de gefactureerde bedragen;4° de bijdrage aan en de inspanningen voor klimaatmitigatie, klimaatadaptatie en de circulaire economie;5° de naleving van de code voor deugdelijk bestuur die in de samenwerkingsovereenkomst is vastgesteld; 6° alle rechtstreekse of onrechtstreekse deelnemingen in rechtspersonen, met vermelding van het houderschapspercentage.".
Art. 14.In titel II, hoofdstuk VI, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt het opschrift van onderafdeling 2 vervangen door wat volgt : "Onderafdeling 2. Toezicht door de Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 15.Artikel 2.6.1.2.1 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.
Art. 16.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.6.1.2.1.1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.2.1.1. § 1. De Vlaamse Milieumaatschappij is belast met de controle op de naleving door de Vennootschap van de wet, de overeenkomsten, vermeld in artikel 2.6.1.1.3 en 2.6.1.1.4, en het algemeen belang.
Naast de opdrachten die aan de Vlaamse Milieumaatschappij worden toegekend met toepassing van dit decreet, vervult de Vlaamse Milieumaatschappij de opdrachten, vermeld in dit artikel. § 2. De Vlaamse Milieumaatschappij gaat na of het investeringsplan, vermeld in artikel 2.6.1.1.5, in overeenstemming is met dit decreet, de samenwerkingsovereenkomst en het algemeen belang, en of het is opgesteld volgens objectieve criteria. § 3. De Vlaamse Milieumaatschappij gaat na of de uitvoering van het investeringsplan, vermeld in artikel 2.6.1.1.5, en het ondernemingsplan, vermeld in artikel 2.6.1.1.6, in overeenstemming is met het recht, de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.1.3, de bijzondere overeenkomsten, vermeld in artikel 2.6.1.1.4, en of ze gebeurt binnen de grenzen van de begroting. § 4. De Vlaamse Milieumaatschappij gaat na of de interne controlesystemen van de Vennootschap adequaat zijn. § 5. De Vlaamse Milieumaatschappij voert een vijfjaarlijkse kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie uit van de werking van de overeenkomsten, vermeld in artikel 2.6.1.1.3 en 2.6.1.1.4, en van de naleving en uitvoering ervan door de Vennootschap.
De Vlaamse Milieumaatschappij bezorgt het verslag met de resultaten van haar evaluatie, vermeld in het eerste lid, aan de Vlaamse Regering en aan het Vlaams Parlement.".
Art. 17.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.6.1.2.1.2 ingevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.2.1.2. § 1. De Vlaamse Milieumaatschappij geeft ambtshalve of op vraag van de Vlaamse Regering advies. Zij formuleert desgevallend aanbevelingen aan de Vennootschap. § 2. De Vlaamse Milieumaatschappij kan onder andere audits, steekproeven, data-analyses en benchmarks uitvoeren en is gemachtigd alle bedrijfsprocessen en -activiteiten te onderzoeken in het kader van haar opdracht. § 3. In het kader van haar opdracht, vermeld in artikel 2.6.1.2.1.1, § 2, kan de Vlaamse Milieumaatschappij de uitvoering van nieuwe investeringen op het investeringsplan geheel of gedeeltelijk schorsen binnen een periode van dertig dagen nadat de Vlaamse Milieumaatschappij het investeringsplan ontving.
De Vennootschap past het investeringsplan aan op basis van de opmerkingen van de Vlaamse Milieumaatschappij. De schorsing houdt op zodra de Vlaamse Milieumaatschappij vaststelt dat het investeringsplan aangepast is aan haar opmerkingen. § 4. De Vlaamse Milieumaatschappij stelt de Vlaamse Regering in kennis van elke beslissing van de Vennootschap die betrekking heeft op de taken, vermeld in artikel 2.6.1.1.1, § 2 en § 2/1, die zij strijdig acht met de toezichtsgronden, vermeld in artikel 2.6.1.2.1.1, § 1.
Wanneer de Vlaamse Regering op grond van deze inlichtingen meent dat de Vennootschap de aan haar opgedragen taken kennelijk verwaarloost, bepaalt de Vlaamse Regering de aangelegenheid waarover de Vennootschap moet beraadslagen en de termijn waarbinnen die beraadslaging plaatsvindt.
Wordt binnen de gestelde termijn geen beslissing genomen door de Vennootschap, of stemt de Vlaamse Regering niet in met de door de Vennootschap genomen beslissing, dan treft de Vlaamse Regering de nodige voorzieningen, waaronder de mogelijkheid dat de Vlaamse Regering de beslissingen van de Vennootschap gedurende een door haar bepaalde en verlengbare termijn afhankelijk maakt van het voorafgaand advies of de voorafgaande instemming van de Vlaamse Regering, de Vlaamse Milieumaatschappij, of enige andere instantie.".
Art. 18.In hetzelfde decreet wordt een artikel 2.6.1.2.1.3 ingevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.2.1.3. § 1. Om haar opdrachten en bevoegdheden, vermeld in artikel 2.6.1.2.1.1 en 2.6.1.2.1.2, te kunnen uitoefenen, hebben de personeelsleden van de Vlaamse Milieumaatschappij of personen die de Vlaamse Milieumaatschappij aanwijst, op elk moment kosteloos toegang tot alle informatie en documenten van de Vennootschap, ongeacht de drager ervan, en tot alle gebouwen, ruimtes en installaties waar taken van de Vennootschap worden uitgevoerd, met inachtname van alle veiligheidsvoorschriften en toepasselijke regelgeving.
De personeelsleden van de Vlaamse Milieumaatschappij, of personen die de Vlaamse Milieumaatschappij aanwijst, kunnen van de leden van het bestuursorgaan, van de gemachtigden en van de personeelsleden van de Vennootschap, alle ophelderingen en inlichtingen vorderen en alle verificaties verrichten die ze nodig achten voor de uitvoering van de opdrachten van de Vlaamse Milieumaatschappij, met inachtname van de toepasselijke regelgeving.
Bij het uitvoeren van haar toezichtstaak kunnen de personeelsleden of personen kosteloos kopieën vragen en meenemen van alle daarvoor noodzakelijke informatie en documenten, ongeacht de drager ervan. Zij kunnen zich laten bijstaan door personen die ze daarvoor aanwijzen op grond van hun deskundigheid. § 2. Om de opdrachten en de bevoegdheden, vermeld in artikel 2.6.1.2.1.1 en 2.6.1.2.1.2, uit te voeren, hebben de personeelsleden van de Vlaamse Milieumaatschappij toegang met het noodzakelijke materiaal en materieel tot alle rioolwaterzuiveringsinfrastructuur en hemelwaterafvoerinstallaties, ongeacht het feit of ze gelegen zijn op gronden van derden of niet, om er metingen te verrichten, stalen te nemen en andere nuttige vaststellingen te doen, met inachtname van alle veiligheidsvoorschriften en toepasselijke regelgeving. Zij kunnen ook vaststellingen doen met audiovisuele middelen. § 3. Bij het uitvoeren van de taken, vermeld in deze onderafdeling, beschikken de betrokken personeelsleden over een legitimatiebewijs ondertekend door de leidend ambtenaar van de Vlaamse Milieumaatschappij.
Zij hebben bij de uitvoering van die taken recht op bijstand van de politie.".
Art. 19.In artikel 2.6.1.2.2, § 1, van hetzelfde decreet, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste en het tweede lid worden vervangen door wat volgt : "Met het oog op het vaststellen van het subsidiëringsprogramma, vermeld in artikel 2.6.1.3.1, § 2, legt de Vlaamse Milieumaatschappij een ontwerp van subsidiëringsprogramma voor aan de Vlaamse minister bevoegd voor Omgeving en Natuur, volgens de modaliteiten die de Vlaamse Regering bepaalt.
Voor de uitvoering van de opdrachten, vermeld in het eerste lid, en de opvolging ervan, beschikken de personeelsleden van de Vlaamse Milieumaatschappij ook over toegang met het noodzakelijke materiaal en materieel tot alle rioolwaterzuiveringsinfrastructuur en hemelwaterafvoerinstallaties, ongeacht het feit of ze gelegen zijn op gronden van derden of niet, om er metingen te verrichten, stalen te nemen en andere nuttige vaststellingen te doen."; 2° in het derde lid worden de woorden "ecologische toezichthouder" vervangen door de woorden "Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 20.In artikel 2.6.1.2.3, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden "ecologische toezichthouder" worden telkens vervangen door de woorden "Vlaamse Milieumaatschappij"; 2° de zinsnede "vermeld in artikel 2.6.1.2.1" wordt vervangen door de zinsnede "vermeld in artikel 2.6.1.2.1.1, 2.6.1.2.1.2 en 2.6.1.2.1.3".
Art. 21.In artikel 2.6.1.3.3, § 5, eerste lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "economische toezichthouder" telkens vervangen door de woorden "Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 22.Aan titel II, hoofdstuk VI, afdeling1, onderafdeling 3, van hetzelfde decreet, wordt een artikel 2.6.1.3.4 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.6.1.3.4. De rechten en verplichtingen, vermeld in artikel 9 tot en met 15 en artikel 16 van de wet van 12 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/04/1965 pub. 08/03/2007 numac 2007000126 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers sluiten betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, zijn van toepassing op de gemeente, het gemeentebedrijf, de intercommunale of het intergemeentelijk samenwerkingsverband en de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening bij de aanleg en de wijziging van niet-prioritaire rioleringen.
De Vlaamse Regering kan de rechten en verplichtingen, vermeld in het eerste lid, nader regelen.".
Art. 23.In artikel 2.6.2.1 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij";2° in paragraaf 3, eerste lid, 1°, worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 24.In artikel 2.6.2.2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij";2° in paragraaf 6, eerste lid, 1°, worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 25.In artikel 4.1.1 van hetzelfde decreet wordt punt 4° opgeheven.
Art. 26.In artikel 4.3.1.1.2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij";2° in paragraaf 3 worden de woorden "de economische toezichthouder" telkens vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 27.In artikel 4.3.1.1.4, § 2, vierde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 28.In artikel 4.3.2.2, vierde lid, van hetzelfde decreet worden de woorden "de economische toezichthouder" vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij".
Art. 29.In artikel 4.3.2.4 van hetzelfde decreet worden de woorden "de economische toezichthouder" telkens vervangen door de woorden "de Vlaamse Milieumaatschappij".
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 21 oktober 2022.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten : - Ontwerp van decreet : 1349 - Nr.1 - Verslag : 1349 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1349 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming : Vergadering van 19 oktober 2022.