gepubliceerd op 05 juni 2024
Decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
26 APRIL 2024. - Decreet tot wijziging van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 (1)
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet tot wijziging van de
wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
28/12/1967
pub.
17/08/2007
numac
2007000737
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen
sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009 en het
decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
18/07/2003
pub.
14/11/2003
numac
2003201696
bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
Decreet betreffende het integraal waterbeleid
sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.
Dit decreet voorziet in een gedeeltelijke omzetting van richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater en richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid.
Dit decreet voorziet in de gedeeltelijke uitvoering van verordening (EU) 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water.
HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen
Art. 2.In artikel 19 van de wet van 28 december 1967Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/12/1967 pub. 17/08/2007 numac 2007000737 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de onbevaarbare waterlopen sluiten betreffende de onbevaarbare waterlopen, vervangen bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019013160 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw sluiten en gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/06/2022 pub. 16/09/2022 numac 2022015459 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het tweede lid wordt de zinsnede "en 12" vervangen door de zinsnede ", 12 en 23ter, § 2, tweede lid";2° aan het derde lid, 4°, wordt de zinsnede ", en artikel 23ter, § 2, tweede lid" toegevoegd;3° in het vierde lid wordt tussen de zinsnede "artikel 12" en de zinsnede ", wordt" de zinsnede "en 23ter, § 2, tweede lid" ingevoegd.
Art. 3.Aan artikel 23ter, § 2, van dezelfde wet, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 19/06/2019 numac 2019013160 bron vlaamse overheid Decreet houdende diverse bepalingen inzake omgeving, natuur en landbouw sluiten, wordt een vijfde lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Er kan beroep ingesteld worden conform artikel 19, tweede tot en met het vierde lid, tegen de beslissingen, vermeld in het tweede lid.".
HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009
Art. 4.In de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, het laatst gewijzigd bij het decreet van 14 juli 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2023 pub. 25/08/2023 numac 2023044566 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat de activiteiten van de netbeheerders betreft, en tot opheffing van artikel 22 van het decreet van 2 april 2021 tot wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009 tot gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en tot omzetting van Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU (1) sluiten, wordt een artikel 4.3.9 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 4.3.9. § 1. Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder: 1° collectief te optimaliseren buitengebied: het gebied zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2, definities oppervlaktewater- en grondwaterbescherming van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II); 2° individueel te optimaliseren buitengebied: het gebied zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2, definities oppervlaktewater- en grondwaterbescherming van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II); 3° zoneringsplan: het plan zoals gedefinieerd in artikel 1.1.2, definities oppervlaktewater- en grondwaterbescherming van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II).
Een omgevingsvergunning voor het bouwen of herbouwen van een gebouw dat huishoudelijk afvalwater loost, kan in het individueel te optimaliseren buitengebied of buiten de gebieden voorzien op het zoneringsplan, alleen worden verleend als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° het huishoudelijk afvalwater komt terecht in een riolering die is aangesloten op een operationele waterzuiveringsinstallatie;2° de individuele of collectieve installatie voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater is opgenomen in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden, als een aansluiting als vermeld in punt 1° niet mogelijk is;3° als niet voldaan is aan de vorige punten, legt de aanvrager een individuele of collectieve installatie voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater aan, ongeacht of deze nadien aan de instantie bevoegd voor de sanering van het afvalwater wordt overgedragen. § 2. Een omgevingsvergunning voor het bouwen of herbouwen van een gebouw dat huishoudelijk afvalwater loost, kan in het collectief nog te optimaliseren buitengebied, alleen worden verleend als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° het huishoudelijk afvalwater komt terecht in een riolering die is aangesloten op een operationele waterzuiveringsinstallatie; 2° de instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting bevestigt dat de aanbesteding van een riolering die is aangesloten op een operationele openbare waterzuiveringsinstallatie, binnen de zes jaar gepland is en dat daarbij haar doelstellingen, overeenkomstig een meerjarenplan dat is opgemaakt ter uitvoering van de saneringsverplichting, vermeld in artikel 2.3.5, § 1, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, niet in het gedrang komen. De aanvrager legt in dat geval een septische put aan en sluit het afvalwater hierop aan; 3° de individuele of collectieve installatie voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater is opgenomen in een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden als een aansluiting als vermeld in punt 1° en 2° niet mogelijk is;4° de aanvrager legt een septische put aan en sluit het afvalwater hierop aan, als de aanvraag betrekking heeft op het bouwen en herbouwen van gebouwen met maximaal negen woongelegenheden;5° als niet voldaan is aan de vorige punten, legt de aanvrager een individuele of collectieve installatie voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater aan, ongeacht of deze nadien aan de instantie bevoegd voor de sanering van het afvalwater wordt overgedragen. § 3. Een omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden kan alleen worden verleend als aan een van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° de aanvraag tot het verkavelen van gronden omvat de noodzakelijke handelingen voor de aanleg van riolering binnen het project, die wordt aangesloten op een operationele waterzuiveringsinstallatie of waarbij de instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting bevestigt dat de aanbesteding van een riolering die is aangesloten op een operationele openbare waterzuiveringsinstallatie, binnen de zes jaar gepland is en dat daarbij haar doelstellingen, overeenkomstig een meerjarenplan dat is opgemaakt ter uitvoering van de saneringsverplichting, vermeld in artikel 2.3.5, § 1, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal water- beleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, niet in het gedrang komen; 2° de aanvrager legt collectieve of individuele installatie(s) voor de zuivering van het huishoudelijk afvalwater aan waarop de nieuw op te richten gebouwen binnen de verkaveling aangesloten worden, ongeacht of deze installatie nadien aan de instantie bevoegd voor de sanering van het afvalwater wordt overgedragen, als een aansluiting als vermeld in punt 1° niet mogelijk is;3° als het een verkaveling met maximaal één bijkomende bouwkavel betreft, gelegen in het collectief nog te optimaliseren buitengebied, legt de vergunning de aanleg van een septische put op waarop het afvalwater wordt aangesloten;4° als de aanvraag niet de handelingen, vermeld in punt 1° tot en met 3° bevat, worden in de omgevingsvergunning voor het verkavelen van gronden de nodige voorwaarden of lasten opgelegd opdat het huishoudelijk afvalwater van de nieuw op te richten gebouwen binnen de verkaveling terechtkomt in een riolering als vermeld in punt 1°, of aangesloten wordt op collectieve of individuele installatie(s) als vermeld in punt 2°, ongeacht of deze installatie nadien aan de instantie bevoegd voor de sanering van het afvalwater wordt overgedragen. § 4. De Vlaamse Regering kan de bepalingen van de paragrafen 1 tot en met 3 verfijnen, en de gehanteerde begrippen nader definiëren.".
HOOFDSTUK 4. - Wijzigingen van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018
Art. 5.Aan titel I, hoofdstuk VI, van het decreet van 18 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 18/07/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003201696 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het integraal waterbeleid sluiten betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wordt een afdeling IV toegevoegd, die luidt als volgt: "Afdeling IV. Hemelwater- en droogteplannen".
Art. 6.In hetzelfde decreet, het laatst gewijzigd bij het decreet van 21 oktober 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/2022 pub. 13/01/2023 numac 2022042680 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 10.2.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wat de sanering van afvalwater betreft sluiten, wordt in afdeling IV, ingevoegd bij artikel 5, een artikel 1.6.4.1 ingevoegd, dat luidt als volgt: "Art. 1.6.4.1. § 1. In een hemelwater- en droogteplan wordt een integrale visie met bijbehorend actie- en maatregelenprogramma uitgewerkt over waar en op welke wijze men het hemelwater zo veel mogelijk ter plaatse kan houden, hergebruiken, infiltreren, bufferen, en pas in de laatste stap vertraagd afvoeren met als doelstelling om een lokaal watersysteem uit te bouwen dat weerbaar is tegen de gevolgen van klimaatverandering en zo bijdraagt aan een klimaatrobuuste en leefbare omgeving.
Een hemelwater- en droogteplan wordt opgemaakt voor het volledige grondgebied van een of meer gemeenten en beslaat het publieke en het private domein. § 2. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de opmaak van het hemelwater- en droogteplan, vermeld in paragraaf 1.
Het voormelde hemelwater- en droogteplan wordt goedgekeurd door de gemeenteraad en wordt uiterlijk dertig dagen na die goedkeuring aan de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid bezorgd.
Het voormelde goedgekeurde hemelwater- en droogteplan wordt raadpleegbaar gemaakt via de gemeentelijke website en de website van de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid. § 3. De Vlaamse Regering kan nadere regels vaststellen voor: 1° de inhoud van het hemelwater- en droogteplan, vermeld in paragraaf 1, en de afstemming op en relatie met andere beleidsplannen;2° het proces voor de opmaak van het voormelde hemelwater- en droogteplan;3° het tijdpad voor de opmaak van het voormelde hemelwater- en droogteplan en voor de actualisatie ervan;4° een overgangsregeling voor reeds bestaande hemelwater- en droogteplannen; 5° de opvolging van de implementatie van het voormelde goedgekeurde hemelwater- en droogteplan.".
Art. 7.In artikel 2.1.2 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 12° worden de woorden "bouwen of exploitatie" vervangen door de woorden "de bouw en/of exploitatie";2° in punt 18° worden de woorden "gebouwd of exploiteert" vervangen door de woorden "gebouwd en/of exploiteert".
Art. 8.In artikel 2.6.1.3.1, § 2, tweede lid, van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 1° en 2° worden vervangen door wat volgt: "1° vuilvracht is via de riolering aangesloten op de waterzuiveringsinfrastructuur of het afkoppelen van hemel- en oppervlaktewater; 2° de gemeente waarin het project wordt gerealiseerd, beschikt vanaf 1 januari 2025 over een goedgekeurd hemelwater- en droogteplan als vermeld in artikel 1.6.4.1 en het project is niet in strijd met het goedgekeurd hemelwater- en droogteplan;"; 2° er worden een punt 3° en 4° toegevoegd, die luiden als volgt: "3° de instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting die is vastgelegd in de overeenkomst, vermeld in artikel 2.6.1.3.3, § 2, leeft de openbaredienstverplichtingen na die conform artikel 2.5.1.1, § 2, en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn opgelegd; 4° het voorgenomen project is in overeenstemming met het gemeentelijk en het bovengemeentelijk waterbeleid die gericht zijn op het duurzame beheer van het oppervlaktewater en het grondwater.".
Art. 9.In artikel 2.6.1.3.4, eerste lid, van hetzelfde decreet, ingevoegd bij het decreet van 21 oktober 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/2022 pub. 13/01/2023 numac 2022042680 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van artikel 10.2.3 van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018, wat de sanering van afvalwater betreft sluiten, worden de woorden "niet-prioritaire rioleringen" vervangen door de zinsnede "de infrastructuur voor de sanering en de infrastructuur voor infiltratie, buffering en het gebruik van hemelwater die daaraan is gekoppeld".
Art. 10.In artikel 5.2.1.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/06/2022 pub. 16/09/2022 numac 2022015459 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt tussen de zinsnede "tot 5" en het woord "en" de zinsnede ", hoofdstuk VI, afdeling 1, onderafdeling 3, en hoofdstuk VII," ingevoegd;2° aan paragraaf 1 wordt de zinsnede "ervan en op de uitvoeringsbesluiten en de bepalingen van verordening (EU) 2020/741 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 inzake minimumeisen voor hergebruik van water" toegevoegd;3° in paragraaf 2, eerste lid, 4°, worden tussen het woord "inrichtingen" en het woord "Indien" de woorden "en de infrastructuur die wordt aangewend voor de sanering" ingevoegd;4° in paragraaf 2, eerste lid, 4°, worden tussen het woord "inrichting" en het woord "deel" telkens de woorden "of de infrastructuur die wordt aangewend voor de sanering" ingevoegd.
Art. 11.In artikel 5.2.1.2 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 26 april 2019 en 24 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt vervangen door wat volgt: " § 1.De toezichthoudende ambtenaren kunnen een van de volgende maatregelen opleggen aan een waterleverancier: 1° mondeling en ter plaatse de stopzetting bevelen van de levering van water die bestemd is voor menselijke aanwending binnen de termijn die ze bepalen;2° de nodige maatregelen ambtshalve uitvoeren of doen uitvoeren. De maatregelen, vermeld in het eerste lid, worden uitgevoerd op kosten en op risico van elke persoon die in gebreke blijft.
De toezichthoudende ambtenaren kunnen beslissen om de maatregelen, vermeld in het eerste lid, op te leggen als een waterleverancier weigert de raadgevingen, aanmaningen en bevelen, vermeld in artikel 5.2.1.1, § 3, na te leven in de volgende gevallen: 1° de waterleverancier levert water dat is bestemd voor menselijke aanwending dat niet voldoet aan de kwaliteitseisen die conform artikel 2.2.1, § 1, en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn vastgesteld, of de waterleverancier neemt de herstelmaatregelen en beperkingen van het gebruik niet die conform artikel 2.2.1, § 3, en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn vastgesteld; 2° de waterleverancier komt de controleverplichtingen, vermeld in artikel 2.4.1, niet na; 3° er wordt niet voldaan aan de minimale kwaliteitseisen voor tweedecircuitwater en de controle ervan die conform artikel 2.2.1, § 1/1, en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn vastgesteld."; 2° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, die luidt als volgt: " § 1/1.De toezichthoudende ambtenaren kunnen de volgende maatregelen opleggen aan een instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting: 1° het stopzetten bevelen van de lopende aanwending van de financiële middelen en/of de volledige stopzetting van voorgenomen investeringen met de financiële middelen die geïnd zijn voor de sanering op gemeentelijk niveau, en vastleggen voor welke doelstellingen die middelen in een periode die ze vastleggen, aangewend kunnen worden;2° de nodige maatregelen ambtshalve uitvoeren of doen uitvoeren. De maatregelen, vermeld in het eerste lid, worden uitgevoerd op kosten en op risico van de instantie die in gebreke blijft.
De toezichthoudende ambtenaren kunnen beslissen om de maatregelen, vermeld in het eerste lid, op te leggen als een instantie als vermeld in het eerste lid, weigert om de raadgevingen, aanmaningen en bevelen, vermeld in artikel 5.2.1.1, § 3, na te leven in de volgende gevallen: 1° de voormelde instantie geeft onvoldoende invulling aan de doelstellingen voor de verdere ontwikkeling en de uitbouw van de infrastructuur voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting die zijn vastgelegd in de geldende stroomgebiedbeheerplannen.De toezichthoudende ambtenaren kunnen enkel tot onvoldoende invulling besluiten van de doelstellingen als dat blijkt uit de meerjarenplanning voor de gemeentelijke saneringsverplichting en de in de stroomgebiedbeheerplannen vastgestelde reductiedoelstellingen voor de gemeentelijke saneringsinfrastructuur; 2° de voormelde instantie geeft onvoldoende invulling aan de opgelegde openbaredienstverplichtingen voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting.De toezichthoudende ambtenaren kunnen enkel tot onvoldoende invulling besluiten van de openbaredienstverplichtingen wanneer de verplichtingen die opgelegd zullen worden door de Vlaamse Regering niet nageleefd worden. De toezichthoudende ambtenaren respecteren daarbij de in de daarvoor aangenomen uitvoeringsbesluiten randvoorwaarden.
De maatregelen, vermeld in het eerste lid, worden uitgevoerd op kosten en op risico van de persoon die in gebreke blijft.".
Art. 12.In artikel 5.2.1.3 van hetzelfde decreet wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De volgende partijen kunnen beroep indienen bij de Vlaamse Regering tegen de bevelen, vermeld in artikel 5.2.1.1, § 3, en artikel 5.2.1.2: 1° de waterleverancier;2° de instantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de gemeentelijke saneringsverplichting;3° de eigenaar;4° de abonnee; 5° de verbruiker.".
Art. 13.In artikel 5.2.1.4 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid wordt het woord "consumptie" telkens vervangen door het woord "aanwending";2° het vierde en vijfde lid worden vervangen door wat volgt: "De toezichthoudende ambtenaar beslist over de aanvraag, vermeld in het eerste lid, binnen vijftien dagen na de dag waarop de toezichthoudende ambtenaar de aanvraag heeft ontvangen. De aanvrager en de waterleverancier worden met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing binnen de zeven dagen nadat die beslissing werd genomen."; 3° er wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2.De instantie die verantwoordelijk is om de gemeentelijke saneringsverplichting uit te voeren, en die van mening is dat maatregelen die op basis van artikel 5.2.1.2, § 1/1, zijn opgelegd, niet langer terecht zijn, kan de opheffing ervan vragen bij de toezichthoudende ambtenaar die initieel de maatregelen oplegde.
De aanvraag, vermeld in het eerste lid, wordt ingediend met een gewone brief. De aanvraag wordt gemotiveerd, waarbij wordt aangetoond dat aan de opgelegde voorwaarden wordt voldaan.
De toezichthoudende ambtenaar beslist over de aanvraag, vermeld in het eerste lid, binnen vijftien dagen na de dag waarop de toezichthoudende ambtenaar de aanvraag heeft ontvangen.
De aanvrager wordt met een aangetekende brief op de hoogte gebracht van de beslissing binnen de zeven dagen nadat die beslissing werd genomen.".
Art. 14.Aan artikel 5.2.2.1, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij de decreten van 26 april 2019 en 24 juni 2022, wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° de instantie die verantwoordelijk is om de gemeentelijke saneringsverplichting uit te voeren, en die bevelen als vermeld in artikel 5.2.1.2, § 1/1, eerste lid, 1°, niet respecteert.".
Art. 15.Aan artikel 5.2.2.2 van hetzelfde decreet wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt: "6° de instantie die verantwoordelijk is om de gemeentelijke saneringsverplichting uit te voeren, en die de openbaredienstverplichtingen die conform artikel 2.3.5, § 3, en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn opgelegd, niet naleeft.".
Art. 16.Aan artikel 5.3.1, § 1, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 24 juni 2022Relevante gevonden documenten type decreet prom. 24/06/2022 pub. 16/09/2022 numac 2022015459 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van diverse bepalingen in de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid en van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, gecoördineerd op 15 juni 2018 sluiten, worden een punt 5° en 6° toegevoegd, die luiden als volgt: "5° het naleven van de andere openbaredienstverplichtingen dan de openbaredienstverplichtingen, vermeld in punt 1° tot en met 4°, opgelegd aan de waterleverancier conform artikel 2.5.1.1 en de uitvoeringsbesluiten ervan, krijgt de waterleverancier een administratieve geldboete opgelegd van 375 euro tot 750 euro; 6° het naleven van de openbaredienstverplichtingen die conform artikel 2.3.5, § 3, en de uitvoeringsbesluiten ervan zijn opgelegd, krijgt de instantie die verantwoordelijk is om de gemeentelijke saneringsverplichting uit te voeren een administratieve geldboete opgelegd van 375 euro tot 750 euro.".
HOOFDSTUK 5. - Inwerkingtreding
Art. 17.Artikel 4 is van toepassing op aanvragen voor een omgevingsvergunning die worden ingediend na 31 december 2024.
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 26 april 2024.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR _______ Nota (1) Zitting 2023-2024 Documenten: - Ontwerp van decreet : 2071 - Nr.1 - Verslag : 2071 - Nr. 2 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 2071 - Nr. 3 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 24 april 2024.