gepubliceerd op 06 juli 2000
Decreet tot wijziging van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen en tot oprichting van een « Sport-, Freizeit- und Touristikzentrum Worriken » , dienst met autonoom beheer
20 DECEMBER 1999. - Decreet tot wijziging van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen en tot oprichting van een « Sport-, Freizeit- und Touristikzentrum Worriken » (Sport-, Vrijetijds- en Toerismecentrum van Worriken), dienst met autonoom beheer
De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Opheffing en reorganisatie van begrotingsfondsen
Artikel 1.Het decreet van 19 februari 1990 houdende oprichting van een Fonds voor de bouw van ziekenhuizen en medisch-sociale instellingen van de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de decreten van 21 januari 1991 en 20 oktober 1997, wordt opgeheven.
De waarborgen aangeboden door het Fonds voor de bouw van ziekenhuizen en medisch-sociale instellingen voor nog lopende leningen, aangegaan door deze ziekenhuizen en instellingen, worden door de Duitstalige Gemeenschap overnomen.
Art. 2.Artikel 9 van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen wordt opgeheven.
Art. 3.In artikel 12 van hetzelfde decreet worden de punten 2 en 6 opgeheven.
Art. 4.In artikel 14 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 23 november 1992, worden de woorden « en 9 » geschrapt zonder vervangen te worden.
Art. 5.In hetzelfde decreet wordt een nieuw artikel 17bis ingevoegd dat luidt als volgt : « Artikel 17bis - De Regering bepaalt het saldo op 31 december 1999 van het Fonds voor de bouw van ziekenhuizen en medisch-sociale instellingen van de Duitstalige Gemeenschap en van het Fonds voor het leerlingenvervoer, allebei ontbonden.
Dit bedrag wordt in de ontvangstenbegroting voor het begrotingsjaar 2000, onder de basisallocatie 08.10 - Middelen voortvloeiend uit de ontbinding van begrotingsfondsen opgenomen. »
Art. 6.In artikel 80 van het programmadecreet 1998 van 29 juni 1998 wordt een lid ingevoegd dat luidt als volgt : « Het fonds wordt eveneens gestijfd met het deel van de totale dotatie waarin de ontvangstenbegroting van de Duitstalige Gemeenschap in de vorm van toegewezen ontvangsten voorziet om de opdrachten van dit fonds te vervullen. » HOOFDSTUK II. - Oprichting van een dienst met autonoom beheer
Art. 7.Met toepassing van artikel 140 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit wordt een dienst met autonoom beheer opgericht, « Sport-, Freizeit- und Touristikzentrum Worriken » (Sport-, vrijetijds- en toerismecentrum van Worriken), genoemd.
Art. 8.De Regering bepaalt het bedrag op 31 december 1999 van de middelen van het Sportfonds van de Duitstalige Gemeenschap die wegens hun bestemming onder de rubriek « Sport-, vrijetijds- en toerismecentrum van Worriken » moeten worden ingeschreven. Deze middelen vormen de eerste ontvangst van de nieuw opgerichte dienst met autonoom beheer.
Art. 9.De Regering regelt het bestuur van de dienst met autonoom beheer, met inbegrip van de mogelijkheid om beslissingsbevoegdheden op te dragen.
Art. 10.De Regering stelt de bepalingen vast m.b.t. : 1° de opmaking en de openbaarmaking van de begroting en van de boekhouding;2° het nazien van de boekhouding door het Rekenhof, dat ter plaatse kan gebeuren;3° de maatregelen die kunnen worden genomen opdat de uitgaven niet hoger liggen dan de ontvangsten en de perken van de goedgekeurde begrotingsmiddelen;4° de mogelijkheid om vanaf het begin van het jaar de middelen te kunnen gebruiken die op het einde van het voorafgaande jaar beschikbaar zijn;5° de aanwending en de bewaring van de geldmiddelen en van het goederenkapitaal door een vóór het Rekenhof verantwoordelijke rekenplichtige;6° de boekhouding van de bezittingen en de opmaking van een « vermogensinventaris »;7° de tijdelijke beperking van de toegelaten overdrachten. HOOFDSTUK III. - Slotbepaling
Art. 11.Dit decreet treedt in werking op 31 december 1999.
Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
Eupen op 20 december 1999.
K.-H. LAMBERTZ Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport.
B. GENTGES Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme.
H. NIESSEN Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden. __________ Nota (1) Zitting 1999-2000 : Bescheiden van de Raad.- 21, nr 2. Voorstel van decreet. - 21, nr. 2-4 . Voorstel tot wijziging. - 21, nr 5. Verslag.
Compte rendu intégral. - Bespreking en aanneming. Vergadering van 20 december 1999.