1 MAART 2004. - Programmadecreet 2004 (1)

De Raad van de Duitstalige Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Algemeenheden Diensten met autonoom beheer

Artikel 1.In artikel 8bis, lid 3, van het decreet van 20 december 1999 tot wijziging van het decreet van 21 januari 1991 houdende afschaffing en reorganisatie van begrotingsfondsen en tot oprichting van een « Sport-, Freizeit- und Touristikzentrum Worriken » (Sport-, vrijetijds- en toerismecentrum van Worriken), Dienst met autonoom beheer, ingevoegd bij het decreet van 3 februari 2003, wordt de passus « gescheiden analytische boekhouding » door de passus « economische boekhouding » vervangen.

Artikel 25, § 1, van het programmadecreet van 7 januari 2002 wordt aangevuld met volgend lid : « Voor het Mediacentrum van de Duitstalige Gemeenschap wordt een economische boekhouding gevoerd overeenkomstig de door de Regering vastgelegde bepalingen. » HOOFDSTUK II. - Infrastructuur Alternatieve financiering

Art. 2.In artikel 3, lid 2, van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur wordt de passus « artikel 18 » door de passus « de artikelen 14, 18 en 21 » vervangen.

Openbare aanbesteding

Art. 3.In artikel 4, § 2, tweede streepje, van hetzelfde decreet wordt de passus « en de best geklasseerde offerte » tussen de woorden « bericht » en « aan de Regering » ingevoegd.

Eigendomsverhoudingen

Art. 4.Artikel 12 van hetzelfde decreet, waarvan beide leden § 1 vormen, wordt aangevuld met een § 2, luidend als volgt : « § 2. In bijzonder gerechtvaardigde gevallen kan de Regering een afwijking van de in § 1 vermelde voorwaarden toekennen. » Artikel 21, § 1, 1°, van hetzelfde decreet wordt aangevuld met volgend zinsdeel : « of het met redenen omkleed verzoek om toekenning van de in artikel 12, § 2, vermelde afwijking ».

Werftoezicht

Art. 5.Artikel 14 van hetzelfde decreet wordt door de volgende bepaling vervangen. « Artikel 14 - Werftoezicht Voor projecten waarvan de globale kosten ten minste euro 400.000 bedragen, sluit de aanvrager met een erkende onderneming een verdrag over het werftoezicht en de daarmee verbonden verzekering voor een tienjarige garantie alsmede een werfverzekering af die de gesloten ruwbouw alsmede de burgerlijke aansprakelijkheid van de bouwheer dekken. Voor buiteninstallaties van elke aard ook moeten de globale kosten worden gedekt. » Oplevering

Art. 6.In artikel 18, § 3, van hetzelfde decreet wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidend als volgt : « De aanvrager deelt de Regering ten minste 14 dagen bij voorbaat de datum van de oplevering mede waarnaar zij een afgevaardigde kan zenden. » Aanmelding van infrastructuurprojecten

Art. 7.Artikel 19, § 1, van hetzelfde decreet wordt aangevuld als volgt : « 10° een notitie met de geplande maatregelen m.b.t. het duurzaam bouwen; 11° een notitie met de geplande maatregelen m.b.t. de toegankelijkheid van het infrastructuurproject voor de personen met een handicap. » Subsidiëringsaanvraag

Art. 8.Artikel 21 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : 1° in § 1 wordt punt 11° « een notitie met de geplande maatregelen m.b.t. het duurzaam bouwen » opgeheven; 2° in § 2 wordt na lid 2 een lid ingevoegd luidend als volgt : « De termijn bepaald in lid 1 geldt slechts als de globale kosten van het project, berekend op basis van de aanvraag, het bedrag niet overschrijden dat ingeschreven is in het infrastructuurplan.» HOOFDSTUK III. - Sociale aangelegenheden Jeugdbijstand

Art. 9.In artikel 31 van het decreet van 20 maart 1995 over jeugdbijstand wordt een § 3 ingevoegd luidend als volgt : « § 3. Wordt de maatregel gewijzigd, dan kan de in § 1 vermelde jongere om de handhaving van de toegekende verlenging schriftelijk bij de Regering vragen. De Regering beslist op advies van de instantie die de laatste maatregel heeft besloten en van de instantie die de jongere voor het laatst heeft herbergd of begeleid Schuldbemiddeling

Art. 10.In het decreet van 29 april 1996 betreffende de schuldbemiddeling en de afbetaling van schulden wordt een hoofdstuk Ibis, dat de artikelen 10bis en 10ter bevat, ingevoegd luidend als volgt : « Hoofdstuk Ibis - Erkenning van referentiecentra

Artikel 10bis.§ 1 - De Regering kan één der in artikel 3, § 1, vermelde instellingen als referentiecentrum voor de schuldbemiddeling erkennen.

De artikelen 4 tot 10 van voorliggend decreet zijn toepasselijk op het referentiecentrum.

Het referentiecentrum heeft als opdracht de instellingen voor schuldbemiddeling te ondersteunen die overeenkomstig voorliggend decreet erkend zijn. § 2. De Regering bepaalt de erkenningsvoorwaarden. Deze hebben o.m. betrekking tot : - de kadervoorwaarden inzake personeel; - de kwalificatie van de medewerkers; - het actieterrein; - de rechtsvorm; - de modaliteiten en de vormen voor de ondersteuning van de instellingen voor schuldbemiddeling.

Artikel 10ter.Binnen de perken van de beschikbare begrotingsmiddelen kan de Regering subsidies toekennen aan een erkend referentiecentrum.

De Regering bepaalt de categorieën aanneembare kosten alsmede de aard en de indieningstermijnen van de documenten die noodzakelijk zijn voor de toekenning van de subsidies en de controle op de aanwending ervan.

De Regering kan maximumbedragen vastleggen voor de aanneembare kosten en bepaalt de overige subsidiëringsmodaliteiten.

Indien de instelling die de subsidie aanvraagt in de loop van het jaar ontbonden wordt of haar activiteiten stopzet, kan de Regering een subsidie die voor het lopende jaar werd uitbetaald proportioneel terugvorderen. » O.C.M.W.'s

Art. 11.In artikel 111, § 2, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, gewijzigd bij het decreet van 2 mei 1995, worden de bedragen « een miljoen frank » en « twee miljoen frank » vervangen door « euro 25.000 » resp. « euro 50.000 ». HOOFDSTUK IV. - Jeugd en toerisme Vakantiewoningen

Art. 12.Het decreet van 23 november 1992 betreffende de vakantiewoningen wordt gewijzigd als volgt : 1° artikel 2 wordt aangevuld met volgend lid : « De erkenning als vakantiewoning impliceert de rangschikking ervan in een kwaliteitscategorie en vereist een minimale kwaliteitsstandaard. »; 2° artikel 3, lid 1, 1°, wordt vervangen als volgt : « 1° de voorwaarden en de procedure om de in artikel 2 bedoelde erkenning te verkrijgen;»; 3° artikel 3, lid 3, wordt opgeheven. Jeugdorganisaties

Art. 13.Artikel 14, § 3, van het decreet van 14 december 1998 betreffende de erkenning en de subsidiëring van jeugdorganisaties, jeugdcentra en jeugddiensten wordt opgeheven.

Jeugdcentra

Art. 14.Artikel 15 van hetzelfde decreet wordt gewijzigd als volgt : 1° § 1 wordt aangevuld met volgend lid : « Erkende jeugdcentra die met de Regering een opdracht voor aanneming van diensten hebben afgesloten, worden in de subsidiëringscategorie V gerangschikt.»; 2° in § 2 wordt de passus « categorie VI » door de passus « categorie IV » vervangen; 3° § 2 wordt aangevuld met volgende passus : « categorie V : euro 12.500 ». HOOFDSTUK V. - Media BRF

Art. 15.In het decreet van 27 juni 1986 betreffende het Belgisch Radio- en Televisiecentrum van de Duitstalige Gemeenschap, ten laatste gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2003, wordt een artikel 6bis ingevoegd luidend als volgt : «

Artikel 6bis.Om zijn opdracht te vervullen kan het BRF personeel bij arbeidsovereenkomst in dienst nemen. » Adviesraad voor de openbare bibliotheken

Art. 16.Artikel 12, § 3, van het decreet van 15 juni 1994 over de openbare bibliotheken wordt aangevuld als volgt : « - één vertegenwoordiger per schoolbibliotheek aangesloten bij het Virtueel verbond van de bibliotheken en mediatheken van de Duitstalige Gemeenschap (MediaDG); - drie vertegenwoordigers van de erkende vakbibliotheken. » HOOFDSTUK VI. - Slotbepalingen Opheffingsbepaling

Art. 17.Worden opgeheven : 1° het reglementair besluit van 23 februari 1976 betreffende de erkenning en de subsidiëring van regionale sportbonden van scholen, gewijzigd bij het reglementair besluit van 24 maart 1980;2° het decreet van 26 juni 1989 houdende erkenning en subsidiëring van werkings- en animatiekosten ten gunste van kinderspeeltuinen, gewijzigd bij de decreten van 4 maart 1996 en 7 januari 2002;3° het decreet van 2 december 1991 houdende oprichting van het "Begegnungszentrum Burg-Reuland". Inwerkingtreding

Art. 18.Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2004, met uitzondering van artikel 14 welke op 1 januari 2003 uitwerking heeft.

Wij kondigen dit decreet af en bevelen dat het door het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Eupen, 1 maart 2004.

K.-H. LAMBERTZ, Minister-President van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport B. GENTGES, Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme H. NIESSEN, Minister van Jeugd en Gezin, Monumentenzorg, Gezondheid en Sociale Aangelegenheden _______ Nota's Sitzungsperiode 2003-2004.

Dokumente des Rates: 157 (2003-2004), Nr. 1 Dekretvorschlag 157 (2003-2004) Nr. 2 Bericht.

Ausführlicher Bericht: Diskussion und Abstimmung - Sitzung vom 1. März 2004.