Etaamb.openjustice.be
Decreet van 08 mei 2015
gepubliceerd op 26 mei 2015

Decreet houdende wijziging van het Kunstendecreet van 13 december 2013

bron
vlaamse overheid
numac
2015035617
pub.
26/05/2015
prom.
08/05/2015
ELI
eli/decreet/2015/05/08/2015035617/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MEI 2015. - Decreet houdende wijziging van het Kunsten decreet van 13 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013036154 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit type decreet prom. 13/12/2013 pub. 19/05/2014 numac 2014035384 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van de professionele kunsten sluiten (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: Decreet houdende wijziging van het Kunsten decreet van 13 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013036154 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit type decreet prom. 13/12/2013 pub. 19/05/2014 numac 2014035384 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van de professionele kunsten sluiten

Artikel 1.Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

Art. 2.Aan artikel 8 van het Kunsten decreet van 13 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013036154 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit type decreet prom. 13/12/2013 pub. 19/05/2014 numac 2014035384 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van de professionele kunsten sluiten, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, worden een paragraaf 2 en paragraaf 3 toegevoegd, die luiden als volgt: " § 2. Het protocol als vermeld in § 1 is van kracht voor de duur van de legislatuur. § 3. In afwijking van § 2 is de representatieve organisatie die de belangen behartigt van de Vlaamse provincies partij bij het protocol tot en met 31 december 2016.".

Art. 3.Aan artikel 13 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt: "Subsidies aan kunstenaars worden in principe verleend en uitbetaald aan de kunstenaar. De Vlaamse Regering kan evenwel in bepaalde gevallen beslissen dat die subsidies, geheel of gedeeltelijk, niet aan de kunstenaar zelf worden uitbetaald, maar aan een door de kunstenaar aan te wijzen rechtspersoon.".

Art. 4.Aan artikel 25 van hetzelfde decreet, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt een paragraaf 2 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 2. Bij de aanvang van elk werkingsjaar mag de Vlaamse Regering de werkingssubsidies aanpassen ter financiering van de extra personeelsuitgaven die voortvloeien uit de stijging van het indexcijfer op basis waarvan de salarissen van de Vlaamse ambtenaren worden berekend. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, worden deze werkingssubsidies aangepast binnen de perken van de door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten.".

Art. 5.In artikel 28, § 1, van hetzelfde decreet wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° minstens drie jaar professionele activiteit in de kunstensector kunnen aantonen;".

Art. 6.In artikel 45, § 5, wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "Een aanvrager van een werkingssubsidie kan verhaal indienen tegen een van de adviezen vervat in het voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 4, 1° en 2°, als dit negatief is.".

Art. 7.Aan artikel 45 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 8 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 8. Een aanvrager van een werkingssubsidie kan een schriftelijke reactie indienen op een van de adviezen vervat in het voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 4, 1° en 2°, als dit positief is.

De schriftelijke reactie behelst het oorspronkelijk ingediende dossier en mag geen nieuwe artistiek-inhoudelijke noch nieuwe zakelijke elementen bevatten.

De commissie die het oorspronkelijk ingediende dossier beoordeeld heeft aangevuld met een lid dat niet betrokken was bij het advies vervat in het voorlopig voorstel van beslissing, behandelt de artistiek-inhoudelijke aspecten van de schriftelijke reactie.

De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst behandelt de zakelijke en de beheersmatige aspecten van de schriftelijke reactie.

De termijn waarbinnen een aanvrager een schriftelijke reactie kan indienen, bedraagt tien werkdagen na de dag waarop het voorlopige voorstel van beslissing naar de betrokken organisatie is verstuurd. Na het verstrijken van de voormelde termijn bestaat er geen gelegenheid meer om een schriftelijke reactie in te dienen.

De Vlaamse Regering bepaalt nader welke gegevens en documenten een schriftelijke reactie bevat en op welke wijze een schriftelijke reactie ingediend wordt.".

Art. 8.In artikel 46 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een voorstel van beslissing omvat een voorstel over de toekenning van een subsidie en: 1° indien vereist het advies over de zakelijke en de beheersmatige aspecten;2° het artistiek-inhoudelijke advies;3° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst;4° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de commissie die is aangesteld voor de artistiek-inhoudelijke aspecten van het verhaalrecht;5° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst;6° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de commissie die het oorspronkelijke dossier beoordeeld heeft; 7° een voorstel over de grootte van het toe te kennen subsidiebedrag of van het toe te kennen subsidiebedrag per werkjaar.".

Art. 9.Artikel 52, § 1, van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: " § 1. Bijkomend aan de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 51, geldt voor een ontvanger van een beurs, een residentietoelage en een tussenkomst voor een buitenlands publiek presentatiemoment de volgende subsidievoorwaarde in functie van het doelmatigheidstoezicht: toelichten op welke wijze de beurs, de residentietoelage of de tussenkomst voor het buitenlandse publieke presentatiemoment heeft bijgedragen tot de professionele artistieke ontwikkeling van de kunstenaar.".

Art. 10.Aan artikel 79 van hetzelfde decreet wordt een paragraaf 3 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 3. Bij de aanvang van elk werkingsjaar mag de Vlaamse Regering de subsidies aanpassen ter financiering van de extra personeelsuitgaven die voortvloeien uit de stijging van het indexcijfer op basis waarvan de salarissen van de Vlaamse ambtenaren worden berekend. Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4, worden deze subsidies aangepast binnen de perken van de door het Vlaams Parlement goedgekeurde kredieten.".

Art. 11.In artikel 88, § 2, van hetzelfde decreet wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de wijze waarop de kerntaken, vermeld in de artikelen 72, 74, 76 en 171, gerealiseerd worden;".

Art. 12.Artikel 89 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 89.§ 1. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst treft de nodige voorbereidingen voor de kwaliteitsbeoordeling van het beleidsplan. § 2. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst beoordeelt de kwaliteit van de zakelijke en de beheersmatige aspecten van een beleidsplan van een kunstinstelling aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 28, § 2 en § 3, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering. § 3. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst beoordeelt de kwaliteit van de zakelijke en de beheersmatige aspecten van een beleidsplan van een ondersteunende organisatie aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 88, § 2, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering. § 4. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst bezorgt alle nuttige informatie, nodig om tot een kwaliteitsvolle inhoudelijke beoordeling te komen, aan een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 85. Indien er voor het aanvraagdossier een zakelijk advies vereist is, zorgt de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst voor een voorlopige zakelijke en beheersmatige toetsing inclusief de indicatieve waardering van een aanvraagdossier bij de aanvang van de artistiek-inhoudelijke toetsing door de beoordelingscommissie. § 5. Een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 85 beoordeelt de kwaliteit van de artistiek-inhoudelijke aspecten van een ontvankelijk aanvraagdossier van een kunstinstelling aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 28, § 2, en artikel 28, § 3, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering binnen de hen toegewezen budgettaire ruimte. § 6. Een beoordelingscommissie als vermeld in artikel 85 beoordeelt de kwaliteit van de artistiek-inhoudelijke aspecten van een ontvankelijk aanvraagdossier van een ondersteunende organisatie aan de hand van de criteria, vermeld in artikel 88, § 2, en stelt een gemotiveerd advies op, inclusief een indicatieve waardering binnen de hen toegewezen budgettaire ruimte. § 7. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst stelt een voorlopig voorstel van beslissing op over alle aspecten van een aanvraagdossier van een kunstinstelling en een ondersteunende organisatie als vermeld in artikel 6, 5°. § 8. Als er bij de beoordeling van een beleidsplan van een kunstinstelling of van een ondersteunende organisatie een grote discrepantie bestaat tussen het advies van de beoordelingscommissie en het advies van de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst, houden beide partijen een deliberatiemoment. Tijdens het deliberatiemoment streven beide partijen ernaar hun advies zo veel mogelijk op elkaar af te stemmen. § 9. De kunstinstelling of ondersteunende organisatie ontvangt het voorlopige voorstel van beslissing.

De Vlaamse Regering bepaalt nader de procedure voor het bezorgen van het voorlopige voorstel van beslissing en de wijze waarop de voorstellen van beslissing openbaar worden gemaakt. § 10. Het voorlopige voorstel van beslissing omvat: 1° het advies over de zakelijke en de beheersmatige aspecten;2° het artistiek-inhoudelijke advies. § 11. Een kunstinstelling kan een schriftelijke reactie indienen op een van de adviezen vervat in het voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 10, 1° en 2°.

De schriftelijke reactie behelst het oorspronkelijk ingediende dossier en mag geen nieuwe artistiek-inhoudelijke noch nieuwe zakelijke elementen bevatten.

De beoordelingscommissie die het oorspronkelijk ingediende dossier beoordeeld heeft, behandelt de artistiek-inhoudelijke aspecten van de schriftelijke reactie.

De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst behandelt de zakelijke en de beheersmatige aspecten van de schriftelijke reactie.

De termijn waarbinnen de kunstinstelling een schriftelijke reactie kan indienen, bedraagt tien werkdagen na de dag waarop het voorlopige voorstel van beslissing is verstuurd. Na het verstrijken van de voormelde termijn bestaat er geen gelegenheid meer om een schriftelijke reactie in te dienen.

De Vlaamse Regering bepaalt nader welke gegevens en documenten een schriftelijke reactie bevat en op welke wijze een schriftelijke reactie ingediend wordt. § 12. Een ondersteunende organisatie kan verhaal indienen tegen een van de adviezen vervat in het voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 10, 1° en 2°, als dit negatief is.

Het verhaal behelst het oorspronkelijk ingediende dossier en mag geen nieuwe artistiek-inhoudelijke noch nieuwe zakelijke elementen bevatten.

Het verhaal bevat de nodige argumenten waaruit zou blijken dat het beoordelingsproces niet zorgvuldig is gebeurd.

De Vlaamse Regering duidt op 1 oktober van het voorlaatste jaar dat voorafgaat aan een vijfjarige subsidieperiode een commissie aan die het verhaal beoordeelt op zijn ontvankelijkheid.

Een lid van de beoordelingscommissie die een verhaal beoordeelt op zijn ontvankelijkheid ontvangt een vergoeding voor zijn of haar werkzaamheden en verplaatsingen. De Vlaamse Regering bepaalt nader de hoogte van de vergoedingen.

De beoordeling van de ontvankelijkheid gebeurt op basis van de volgende elementen: 1° correctheid van de gevolgde procedure bij de beoordeling van het subsidiedossier;2° correctheid van de gevolgde methodiek bij de beoordeling van het subsidiedossier;3° validiteit van de aangevoerde argumenten door de aanvrager van het verhaal. Bij onontvankelijkheid van het verhaal eindigt de verhaalprocedure en blijft het oorspronkelijke voorlopige voorstel van beslissing gelden. § 13. Een ondersteunende organisatie kan een schriftelijke reactie indienen op een van de adviezen vervat in het voorlopige voorstel van beslissing, bedoeld in § 10, 1° en 2°, als dit positief is.

De schriftelijke reactie behelst het oorspronkelijk ingediende dossier en mag geen nieuwe artistiek-inhoudelijke noch nieuwe zakelijke elementen bevatten.

De beoordelingscommissie die het oorspronkelijk ingediende dossier beoordeeld heeft, behandelt de artistiek-inhoudelijke aspecten van de schriftelijke reactie.

De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst behandelt de zakelijke en de beheersmatige aspecten van de schriftelijke reactie.

De termijn waarbinnen de ondersteunende organisatie een schriftelijke reactie kan indienen, bedraagt tien werkdagen na de dag waarop het voorlopige voorstel van beslissing naar de betrokken organisatie is verstuurd. Na het verstrijken van de voormelde termijn bestaat er geen gelegenheid meer om een schriftelijke reactie in te dienen.

De Vlaamse Regering bepaalt nader welke gegevens en documenten een schriftelijke reactie bevat en op welke wijze een schriftelijke reactie ingediend wordt. § 14. Een voorstel van beslissing omvat een voorstel over de toekenning van een subsidie en: 1° indien vereist het advies over de zakelijke en de beheersmatige aspecten;2° het artistiek-inhoudelijke advies;3° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst;4° indien van toepassing de behandeling van het verhaalrecht door de beoordelingscommissie die is aangesteld voor de artistiek-inhoudelijke aspecten van het verhaalrecht;5° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst;6° indien van toepassing de behandeling van de schriftelijke reactie door de beoordelingscommissie die het oorspronkelijke dossier beoordeeld heeft;7° een voorstel over de grootte van het toe te kennen subsidiebedrag of van het toe te kennen subsidiebedrag per werkjaar. § 15. De Vlaamse Regering beslist over het beleidsplan en de grootte van het toegekende subsidiebedrag per werkjaar, op basis van het gemotiveerd advies, vermeld in § 2, § 3, § 5 en § 6, en het voorstel van beslissing, vermeld in § 14. § 16. De Vlaamse Regering beslist ten laatste zes maanden voor het begin van een subsidieperiode over de toekenning van een subsidie.

Indien de Vlaamse Regering niet tijdig beslist over de toekenning van een subsidie, verlengt de duur van de subsidieperiode van kunstinstellingen en ondersteunende organisaties die al een subsidie ontvangen in uitvoering van het Kunstendecreet, met één werkjaar.

Onder voorbehoud van de toepassing van artikel 4 is het voor dat werkjaar uitgekeerde subsidiebedrag gelijk aan het door de Vlaamse Regering bepaalde subsidiebedrag per werkjaar uit de vorige subsidieperiode.".

Art. 13.Artikel 90 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 90.Een gemotiveerd advies als vermeld in artikel 89, § 2, § 3, § 5 en § 6, omvat: 1° een onderbouwde evaluatie van het beleidsplan;2° een aanduiding van de punten waarop de werking bijsturing behoeft;3° indien van toepassing een voorstel van nieuwe opdrachten of bijkomende taken; 4° een voorstel van toe te kennen subsidiebedrag per werkjaar.".

Art. 14.In artikel 133 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. De door de Vlaamse Regering aangewezen dienst gaat na of een ontvankelijk aanvraagdossier voldoet aan elk van de toekenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 17, § 1. In afwijking van artikel 11, 1° en 2°, kunnen ook activiteiten die zich situeren binnen het werkterrein van het Vlaams Fonds voor de Letteren of het Vlaams Audiovisueel Fonds in aanmerking komen voor een residentietoelage.".

Art. 15.Artikel 134 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt: "

Art. 134.De beoordeling van een ontvankelijk aanvraagdossier en de beslissing over de toekenning gebeuren volgens de bepalingen, vermeld in artikel 43 en in artikel 46 tot en met artikel 48.

In afwijking van artikel 43, kan een aangeduide residentieplek optreden als beoordelaar van een ontvankelijk aanvraagdossier.".

Art. 16.In artikel 149 van hetzelfde decreet wordt punt 3° vervangen door wat volgt: "3° de subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 52, § 2, indien de subsidieontvanger een organisatie is die gevestigd is in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad.".

Art. 17.In artikel 151 van hetzelfde decreet wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Een kunstenaar, een groep van kunstenaars of een organisatie kan een bemiddelaar aanduiden die de aanvraag indient.".

Art. 18.In artikel 153 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt: " § 1. Een kunstenaar, een groep van kunstenaars of een organisatie die een doorbraaktraject als vermeld in artikel 151, aanvraagt, dient een aanvraagdossier in bij de door de Vlaamse Regering aangewezen dienst.".

Art. 19.In hoofdstuk 3 van titel V van hetzelfde decreet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen door wat volgt: "Collectie Vlaamse Gemeenschap".

Art. 20.In artikel 73ter van het Kunsten decreet van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/2004 pub. 06/07/2004 numac 2004036021 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de subsidiëring van kunstenorganisaties, kunstenaars, organisaties voor kunsteducatie en organisaties voor sociaal-artistieke werking, internationale initiatieven, publicaties en steunpunten sluiten, ingevoegd bij het decreet van 13 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013036154 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit type decreet prom. 13/12/2013 pub. 19/05/2014 numac 2014035384 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van de professionele kunsten sluiten, wordt paragraaf 4 vervangen door wat volgt: " § 4. In afwijking van artikel 73, wordt een aanvraag voor de periode 2015-2016 uiterlijk op 31 maart van het jaar voorafgaand aan de subsidieperiode ingediend.".

Art. 21.Aan artikel 73ter van het Kunsten decreet van 2 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 02/04/2004 pub. 06/07/2004 numac 2004036021 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet houdende de subsidiëring van kunstenorganisaties, kunstenaars, organisaties voor kunsteducatie en organisaties voor sociaal-artistieke werking, internationale initiatieven, publicaties en steunpunten sluiten, ingevoegd bij het decreet van 13 december 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 13/12/2013 pub. 23/12/2013 numac 2013036154 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit type decreet prom. 13/12/2013 pub. 19/05/2014 numac 2014035384 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de ondersteuning van de professionele kunsten sluiten, wordt een paragraaf 5 toegevoegd, die luidt als volgt: " § 5. De bepalingen als vermeld in § 1 en § 2 zijn eveneens van toepassing op organisaties die in de periode 2015-2016 niet langer als steunpunt zijn aangeduid en waarvan de werking niet is overgenomen door het steunpunt als vermeld in § 3.".

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 8 mei 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel, S. GATZ _______ Nota (1) VERWIJZINGEN* Zitting 2014-2015 Stukken - Voorstel van decreet : 261 - Nr.1 - Advies van het SARC : 261 - Nr. 2 - Advies van de Raad van State : 261 - Nr. 3 - Amendementen : 261 - Nr. 4 - Verslag : 261 - Nr. 5 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 261 - Nr. 6 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 22 april 2015.

^