Etaamb.openjustice.be
Decreet van 03 juli 2015
gepubliceerd op 10 augustus 2015

Decreet tot invoering van de kilometerheffing en stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband

bron
vlaamse overheid
numac
2015035995
pub.
10/08/2015
prom.
03/07/2015
ELI
eli/decreet/2015/07/03/2015035995/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JULI 2015. - Decreet tot invoering van de kilometerheffing en stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband (1)


Het Vlaams Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : Decreet tot invoering van de kilometerheffing en stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.Dit decreet voorziet in : 1° de omzetting van richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware voertuigen;2° de gedeeltelijke omzetting van richtlijn 2004/52/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de interoperabiliteit van elektronische tolheffingssystemen voor het wegverkeer in de Gemeenschap.

Art. 3.De definities, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, eerste en vijfde lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, zijn van toepassing in dit decreet.

In dit decreet wordt verstaan onder : 1° samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 : het samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van de kilometerheffing op het grondgebied van de drie gewesten en tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven Interregionaal Samenwerkingsverband Viapass onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;2° tolheffende instantie : het gewest in geval van de kilometerheffing als belasting op de niet-geconcedeerde wegen of de concessiehouder in geval van de kilometerheffing als concessietolgeld op de geconcedeerde wegen. HOOFDSTUK 2. - De kilometerheffing Afdeling 1. - Organieke omkadering

Art. 4.§ 1. Het is verboden om de diensten, vermeld in artikel 6, § 1, in het tolgebied van een tolheffende instantie te leveren zonder daarvoor vanwege de tolheffende instantie de toelating te hebben gekregen. § 2. De tolheffende instantie verleent, zonder onderscheid, de toelating, vermeld in paragraaf 1, aan de publiekrechtelijke of privaatrechtelijke dienstverleners die, wat de in België gevestigde dienstverleners betreft, zijn geregistreerd door Viapass conform artikel 19, § 3, 1°, van het samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014, dan wel in een andere staat van de Europese Economische Ruimte zijn geregistreerd en met de tolheffende instantie een overeenkomst hebben gesloten die de algemene voorwaarden bevat, zoals die zijn beschreven in de tolgebiedverklaring met betrekking tot de wegen die behoren tot het tolgebied van de tolheffende instantie.

De tolgebiedverklaring bevat in ieder geval de rechten en verplichtingen van de dienstverlener, vermeld in artikel 6, § 2 en § 3, artikel 7 tot en met 9, en artikel 3.3.1.0.11 en 3.3.1.0.13, § 4, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013.

In deze paragraaf wordt verstaan onder : 1° tolgebied : een deel van het wegennet met inbegrip van structuren zoals een tunnel, een brug of een veerboot, waarvoor door een tolheffende instantie kilometerheffing wordt geïnd of waarop kilometerheffing kan geïnd worden maar het tarief nul eurocent bedraagt;2° tolgebiedverklaring : een verklaring waarmee een tolheffende instantie de algemene voorwaarden bepaalt, vermeld in artikel 5, tweede lid, van de beschikking 2009/750/EEG van de Commissie van 6 oktober 2009 tot definiëring van de Europese elektronische tolheffingsdienst en de bijhorende technische onderdelen, en waaraan de dienstverleners moeten voldoen om toegang tot het betrokken tolgebied te verkrijgen.

Art. 5.De single service provider is ertoe verplicht om, zonder onderscheid, met elke houder van een voertuig die hem erom verzoekt, een dienstverleningsovereenkomst te sluiten.

In het eerste lid wordt verstaan onder single service provider : de dienstverlener waarmee ter uitvoering van de overeenkomst betreffende de realisatie van een gezamenlijke opdracht, als vermeld in artikel 38 van de wet van 15 juni 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/06/2006 pub. 15/02/2007 numac 2006021341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten sluiten betreffende overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten, een DBFMO-overeenkomst wordt gesloten en die, onder zijn verantwoordelijkheid de vaste en mobiele handhavingsapparatuur ter beschikking stelt aan de gewesten die belast zijn met de handhaving van de kilometerheffing.

Art. 6.§ 1. De dienstverleningsovereenkomst moet minimaal de volgende diensten, die de dienstverlener verstrekt, omvatten : 1° de afgifte van een elektronische registratievoorziening die in het voertuig moet worden geplaatst, en die beantwoordt aan de vereisten van de regelgeving die van toepassing is, met inbegrip van de gebruiksaanwijzing ervan.De dienstverlener kan voor het gebruik van een elektronische registratievoorziening van de houder van het voertuig een waarborg vragen die in redelijke verhouding staat tot de kostprijs van de elektronische registratievoorziening; 2° het verzenden en ontvangen van een draadloos overgebracht signaal vanuit een daarvoor geschikte elektronische registratievoorziening, die alle gegevens bevat die vereist zijn voor het vaststellen van de verschuldigde kilometerheffing;3° in voorkomend geval, de tijdige melding van het ontoereikend worden van het gegarandeerde betaalmiddel;4° de verzending aan het Vlaamse Gewest van de aangifte, vermeld in artikel 9;5° de storting van de kilometerheffing, verschuldigd door de houder van het voertuig, aan het Vlaamse Gewest;6° de periodieke verzending, zo mogelijk op elektronische wijze, van het betalingsdocument met de bedragen die door de houder van het voertuig voor die periode zijn verschuldigd waarbij een onderscheid moet worden gemaakt tussen : a) het totaalbedrag van de kilometerheffing, het bedrag van de infrastructuurheffing en desgevallend het bedrag van de externekostenheffing;b) in voorkomend geval, de kosten van de diensten van de dienstverlener voor optionele aanvullende diensten die de dienstverlener heeft verstrekt.Deze kosten kunnen geen betrekking hebben op de diensten, vermeld onder punt 1° tot en met 5° ; c) in voorkomend geval, het saldo na aftrek van de met gegarandeerde betaalmiddelen betaalde bedragen.7° de periodieke verzending, zo mogelijk op elektronische wijze, van een ontvangstbewijs met vermelding van het totaalbedrag van de kilometerheffing, het bedrag van de infrastructuurheffing en desgevallend het bedrag van de externekostenheffing. Het betalingsdocument, vermeld in het eerste lid, 6°, moet de volgende gegevens bevatten : 1° de wijze waarop de houder van het voertuig het betalingsdocument kan betwisten, alsook de termijn waarin dat moet gebeuren;2° tenzij de houder van het voertuig anders beslist, ten minste het tijdstip en de plaats van de heffing, alsook de voor de houder van het voertuig relevante samenstelling van de heffing. Op verzoek van de houder van verschillende voertuigen, verzendt de dienstverlener één betalingsdocument voor alle betrokken voertuigen. § 2. De dienstverleningsovereenkomst moet ook de volgende vermeldingen bevatten : 1° de identiteit en de contactgegevens van de houder van het voertuig;2° het kentekennummer van het voertuig in kwestie, alsook het maximaal toegestane totaalgewicht en de EURO-emissieklasse ervan; 3° de rechten en verplichtingen van de houder van het voertuig en de dienstverlener zoals opgelegd in artikel 5 tot en met 9 en artikel 3.3.1.0.11, 3.3.1.0.13 en 3.5.3.0.2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013; 4° de melding van de afgifte van de elektronische registratievoorziening met de bijbehorende gebruiksaanwijzing;5° de ontvangstmelding van de voor de elektronische registratievoorziening gestorte waarborgsom;6° de vermelding of een gegarandeerd betaalmiddel vereist is;7° de wijze waarop om betaling wordt verzocht, conform de vereisten van paragraaf 1, eerste lid, 6°, en tweede lid;8° de wijze waarop de dienstverlener door de houder van het voertuig verrichte onverschuldigde betalingen terugstort;9° de wijze waarop de overeenkomst kan worden beëindigd. Voor de toepassing van het eerste lid, 2°, wordt, in geval van een samenstel van voertuigen, het kentekennummer van het motorvoertuig bedoeld.

Art. 7.§ 1. Binnen het kader van de dienstverleningsovereenkomst int de dienstverlener in naam en voor rekening van de tolheffende instantie de verschuldigde heffing bij de houder van het voertuig waarmee hij de overeenkomst is aangegaan.

De dienstverlener reikt aan de houder van het voertuig een betalingsdocument uit van de bedragen die door de houder van het voertuig voor die periode zijn verschuldigd conform artikel 6, § 1, eerste lid, 6°. § 2. De dienstverlener stort de door de houder verschuldigde heffing aan de tolheffende instantie.

Door het sluiten van de dienstverleningsovereenkomst en zolang die bestaat en de schorsing van de uitvoering ervan door de dienstverlener niet is meegedeeld aan de tolheffende instantie, kan de door de houder van het voertuig verschuldigde heffing waarop de overeenkomst betrekking heeft, alleen worden ingevorderd bij de dienstverlener voor zover het bedrag van de verschuldigde heffing per houder van het voertuig kan worden bepaald. Zonder afbreuk te doen aan de contractuele verplichtingen van de dienstverlener jegens de tolheffende instantie, is de verschuldigde heffing alleen invorderbaar bij de dienstverlener als het bedrag van de verschuldigde heffing per houder van het voertuig kan worden bepaald.

Art. 8.Om de inning van de kilometerheffing te verzekeren, kan de dienstverlener in de dienstverleningsovereenkomst de houder van het voertuig de verplichting opleggen een gegarandeerd betaalmiddel ter beschikking te stellen.

Art. 9.De dienstverlener doet dagelijks aangifte aan de tolheffende instantie door middel van een elektronisch databestand.

De dagelijkse aangifteplicht geldt ook in die gevallen waarin voor een voertuig geen kilometers zijn geregistreerd.

Art. 10.§ 1. De bevoegde personeelsleden van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest worden gemachtigd om, namens en voor rekening van het Vlaamse Gewest, de overeenkomstig de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 4, van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 opgelegde administratieve geldboete te innen naar aanleiding van een wegcontrole op het grondgebied van hun gewest. § 2. Wanneer bij de controle op de weg blijkt dat er in hoofde van de houder van het voertuig in kwestie niet-betaalde administratieve geldboeten bestaan voor een of meerdere van de andere gewesten, dan int het bevoegde personeelslid ook al die openstaande administratieve geldboeten. Het bedrag van de administratieve geldboeten dat betrekking heeft op overtredingen gepleegd in een ander gewest, wordt onverwijld en integraal doorgestort aan het gewest in kwestie. Afdeling 2. - Fiscale bepalingen in de Vlaamse Codex Fiscaliteit

Art. 11.In artikel 1.1.0.0.2 van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 sluiten tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid wordt een punt 5° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "5° /1 decreet Kilometerheffing : decreet van 3 juli 2015 tot invoering van de kilometerheffing en de stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit in dat verband;"; 2° in het eerste lid worden de punten 7° /1, 7° /2 en 7° /3 ingevoegd, die luiden als volgt : "7° /1 dienstverlener : elke door een tolheffende instantie, vermeld in artikel 4, tweede lid, 2°, van het decreet Kilometerheffing op haar tolgebied, vermeld in artikel 5, § 2, derde lid, 1°, van het decreet Kilometerheffing toegelaten juridische entiteit die een dienst aanbiedt van facturatie aan gebruikers, inning en afdracht aan de gewesten van de kilometerheffing op basis van gegevens die geregistreerd zijn door een elektronische registratievoorziening;7° /2 dienstverleningsovereenkomst : de overeenkomst tussen de houder van een voertuig en een dienstverlener naar zijn keuze, die voorafgaand aan het gebruik van enige weg voor dat voertuig moet worden gesloten; 7° /3 elektronische registratievoorziening : de elektronische boordapparatuur bestemd voor de plaatsbepaling van het voertuig waarin de boordapparatuur is geplaatst, die, al dan niet met behulp van elektronische apparatuur op afstand, data uitwisselt om te komen tot de registratie van afgelegde kilometers, alsook tot de berekening van de kilometerheffing op die geregistreerde afstand;"; 3° in het eerste lid wordt punt 10° vervangen door wat volgt : "10° eurovignet : de belasting die tot en met de inwerkingtreding van het decreet van 3 juli 2015 tot invoering van de kilometerheffing en de stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 in dat verband geheven werd overeenkomstig de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten en conform de toenmalige bepalingen van titel 2, hoofdstuk 4, van deze codex;"; 4° in het eerste lid wordt een punt 11° /1 ingevoegd, dat luidt als volgt : "11° /1 kilometerheffing : de belasting die geheven wordt conform de bepalingen van titel 2, hoofdstuk 4, van deze codex;"; 5° het vijfde lid wordt vervangen door wat volgt : "In titel 2, hoofdstuk 4, wordt verstaan onder : 1° EURO-emissieklasse : de klasse gedefinieerd op basis van de emissiegrenswaarden, vermeld in bijlage 0 van richtlijn 1999/62/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 1999 betreffende het in rekening brengen van het gebruik van bepaalde infrastructuurvoorzieningen aan zware vrachtvoertuigen; 2° gegarandeerde betaalmiddel : het betaalmiddel waarmee de dienstverlener, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, eerste lid, 7° /1, de kilometerheffing en, in voorkomend geval, de aan de houder van het voertuig gefactureerde inningskosten op het eerste verzoek kan innen, zonder verdere toelating van de houder van het voertuig en zonder dat die de betaling die met het betaalmiddel is verricht, kan annuleren; 3° kilometer : elke kilometer, afgerond op het hogere of lagere duizendste, naargelang het cijfer van de tienduizendsten al of niet vijf bereikt;4° niet-geconcedeerde weg : de weg of het gedeelte van de weg waarvan het beheer niet in concessie is gegeven;5° Viapass : het publiekrechtelijk vormgegeven interregionaal samenwerkingsverband in de vorm van een gemeenschappelijke instelling als vermeld in artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, vermeld in artikel 18 van het samenwerkingsakkoord van 31 januari 2014 tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende de invoering van de kilometerheffing op het grondgebied van de drie gewesten en tot oprichting van een publiekrechtelijk vormgegeven Interregionaal Samenwerkingsverband Viapass onder de vorm van een gemeenschappelijke instelling zoals bedoeld in artikel 92bis, § 1, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;6° voertuig : een motorvoertuig of een samenstel van voertuigen, bedoeld of gebruikt, al dan niet uitsluitend, voor het vervoer over de weg van goederen, waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht meer dan 3,5 ton bedraagt; 7° weg : de landwegen en de aanhorigheden ervan.".

Art. 12.In artikel 2.2.4.0.1 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 6 vervangen door wat volgt : " § 6. Voor de motorvoertuigen of de samengestelde voertuigen, bestemd voor het vervoer van goederen, waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht 3,5 ton overschrijdt, maar minder bedraagt dan 12 ton, bedraagt de belasting 0 euro.

Voor de motorvoertuigen of de samengestelde voertuigen, bestemd voor het vervoer van goederen, waarvan het maximaal toegestane totaalgewicht 12 ton of meer bedraagt, wordt de belasting, afhankelijk van het aantal assen van het voertuig en de aard van de ophanging, berekend volgens de volgende bepalingen en tabellen : 1° voor de alleenrijdende motorvoertuigen is het in aanmerking te nemen maximaal toegestane totaalgewicht (MTT) voor de toepassing van onderstaande tabel het eigen maximaal toegestane totaalgewicht van het motorvoertuig; MOTORVOERTUIGEN

aantal assen en MTT (in ton)

tarief (in euro/jaar)

Gelijk aan of meer dan

minder dan

luchtvering of als gelijkwaardig erkende vering (*) van de aangedreven as(sen)

andere ophangsystemen van de aangedreven as(sen)

2 assen

12

13

0

31

13

14

31

86

14

15

86

121

15

121

274

3 assen

15

17

31

54

17

19

54

111

19

21

111

144

21

23

144

222

23

25

222

345

25

222

345

4 assen

23

25

144

146

25

27

146

228

27

29

228

362

29

31

362

537

31

362

537

(*) Als gelijkwaardig erkende vering volgens de definitie in bijlage II bij richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).


2° voor de samengestelde voertuigen is het in aanmerking te nemen maximaal toegestane totaalgewicht (MTT) voor de toepassing van onderstaande tabel de som van het eigen maximaal toegestane totaalgewicht van de voertuigen die deel uitmaken van het samenstel. COMBINATIES (GELEDE VOERTUIGEN EN SAMENSTELLEN)

aantal assen en MTT (in ton)

tarief (in euro/jaar)

Gelijk aan of meer dan

minder dan

luchtvering of als gelijkwaardig erkende vering (*) van de aangedreven as(sen)

andere ophangsystemen van de aangedreven as(sen)

2 + 1 assen

12

14

0

0

14

16

0

0

16

18

0

14

18

20

14

32

20

22

32

75

22

23

75

97

23

25

97

175

25

175

307

2 + 2 assen

23

25

30

70

25

26

70

115

26

28

115

169

28

29

169

204

29

31

204

335

31

33

335

465

33

36

465

706

36

465

706

2 + 3 assen

36

38

370

515

38

515

700

3 + 2 assen

36

38

327

454

38

40

454

628

40

628

929

3 + 3 assen

36

38

186

225

38

40

225

336

40

336

535

(*) Als gelijkwaardig erkende vering volgens de definitie in bijlage II bij richtlijn 96/53/EG van de Raad van 25 juli 1996 houdende vaststelling, voor bepaalde aan het verkeer binnen de Gemeenschap deelnemende wegvoertuigen, van de in het nationale en internationale verkeer maximaal toegestane afmetingen, en van de in het internationale verkeer toegestane gewichten (PB L 235 van 17.9.1996, blz. 59).

De bedragen, vermeld in de tabellen in het tweede lid, omvatten reeds de opdeciem, vermeld in artikel 2.2.4.0.5, § 2, eerste lid.".

Art. 13.In titel 2 van hetzelfde decreet wordt het opschrift van hoofdstuk 4 vervangen door wat volgt : "Hoofdstuk 4. - Kilometerheffing".

Art. 14.Artikel 2.4.1.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.1.0.1. Er wordt een kilometerheffing geheven op het gebruik dat een voertuig maakt van een niet-geconcedeerde weg.".

Art. 15.Artikel 2.4.1.0.2 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 16.Artikel 2.4.2.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.2.0.1. § 1. De belastingplichtige is degene die houder is van het voertuig. De houder van het voertuig is degene, hetzij : 1° op naam van wie het kenteken van het voertuig is ingeschreven bij de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen;2° op naam van wie het kenteken van het voertuig is ingeschreven bij het buitenlands geldende equivalent van de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen;3° die het voertuig, waarvoor geen kenteken is ingeschreven bij de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen of zijn equivalent in het buitenland, feitelijk ter beschikking heeft. Voor de toepassing van het eerste lid wordt, in geval van een samenstel van voertuigen, het kenteken van het motorvoertuig bedoeld. § 2. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, kan de houder van het voertuig, als het voertuig door de houder ervan bestendig of gewoonlijk ter beschikking is gesteld van een derde door verhuur, leasing of een andere overeenkomst, die derde na hun gezamenlijk akkoord, aanwijzen als de houder van het voertuig. De initiële houder van het voertuig blijft solidair aansprakelijk voor de goede uitvoering van de verplichtingen van de vermelde derde.

De Vlaamse Regering kan de voorwaarden, beperkingen en nadere regels van deze mogelijkheid bepalen.".

Art. 17.Artikel 2.4.3.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.3.0.1. De heffing wordt vastgesteld op basis van het aantal kilometers die door een voertuig worden afgelegd en die geregistreerd worden conform artikel 3.3.1.0.13.".

Art. 18.Artikel 2.4.4.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.4.0.1. De heffing wordt vastgesteld met behulp van de volgende berekeningsformule : ? Tz x Kz, z waarbij : 1° Tz = het tarief, vermeld in artikel 2.4.4.0.2, dat van toepassing is in een bepaalde tariefzone voor kilometers afgelegd in een welbepaalde rijrichting, op een welbepaald moment, uitgedrukt in eurocent/kilometer en dat rekening houdt met de kost van onderhoud van de infrastructuur en met de externe kosten; 2° Kz = het aantal aan te rekenen kilometers, vermeld in artikel 2.4.4.0.3, dat afgelegd wordt in elk van de tariefzones; 3° z = de onderscheiden tariefzones, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, vijfde lid, 5°.

Gezien het tarief Tz kan variëren in de tijd en naargelang de rijrichting, zal Kz afzonderlijk worden berekend voor elke waarde van Tz die tijdens het gebruik van het betreffende wegsegment voorkomt.

Voor de toepassing van deze afdeling wordt verstaan onder tariefzone : een begrensd wegsegment met een vast begin- en eindpunt waarop bij gebruik in een welbepaalde rijrichting op elk moment een eenduidig bepaald en afstandsgerelateerd tarief Tz van toepassing is.".

Art. 19.Artikel 2.4.4.0.2 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.4.0.2. De hoogte van het tarief Tz, vermeld in artikel 2.4.4.0.1, 1°, uitgedrukt in eurocent wordt als volgt bepaald : Tz = F x (Bt + a X A + b X G + c X En + d X Et + e X Ep + f X Ex), waarbij : 1° F = factor, die 1 is voor de wegen of wegsegmenten, vermeld in punt 3°, die limitatief opgesomd zijn in bijlage 2, en 0 voor alle andere wegen of wegsegmenten;2° Bt = basistarief van de heffing, met waarde 11,3 eurocent;3° A = variatie in functie van wegtype W met een tarief dat hoger is dan nul eurocent, gedifferentieerd volgens de volgende tabel :

wegtype (W)

A

autosnelwegen en autosnelwegenringen

0

overige gewestwegen met een tarief hoger dan nul eurocent

0

gemeentewegen met een tarief hoger dan nul eurocent

0


De wegen of wegsegmenten die onder een van de wegtypes, vermeld in de bovenstaande tabel, vallen, worden limitatief opgesomd in bijlage 2; 4° G = variatie in functie van gewichtsklasse van het voertuig, gedifferentieerd volgens de volgende tabel :

maximaal toegestane totaalgewicht

G

maximaal toegestane totaalgewicht hoger dan 3,5 ton enlager dan 12 ton

- 5,0

maximaal toegestane totaalgewicht hoger dan of gelijk aan 12 ton en niet hoger dan of gelijk aan 32 ton

0

maximaal toegestane totaalgewicht hoger dan 32 ton

0,4


5° En = variatie in functie van de hoogte van de EURO-emissieklasse, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, vijfde lid, 1; 6° Et = variatie in functie van de tijd;7° Ep = variatie in functie van de plaats; 8° Ex = toeslag in functie van de door het voertuig veroorzaakte externe kosten, in functie van de hoogte van de EURO-emissieklasse, gedifferentieerd volgens de volgende tabel :

EURO-emissieklasse

Ex

EURO 5 of EEV of hoger

1,1

EURO 4

3.2

EURO 3

6,3

overige EURO-emissieklassen

8,3


Vanaf 1 januari 2018 wordt volgende tabel toegepast :

EURO-emissieklasse

Ex

EURO 6 of hoger

1,1

EURO 5 of EEV

2,1

EURO 4

3.2

EURO 3

6,3

overige EURO-emissieklassen

8,3


9° a, b, c, d, e, en f = factoren die een invloed uitoefenen op het gewicht van respectievelijk A, G, En, Et, Ep en Ex, waarbij a = 1, b = 1, c = 0, d = 0, e = 0, en f = 1. De Vlaamse Regering wordt ertoe gemachtigd om de wegenlijst in bijlage 2, vermeld in het eerste lid, 1°, aan te passen aan : 1° naamswijzigingen van de erin opgenomen wegen;2° wijzigingen van de categorisering van de erin opgenomen wegen. De bedragen, vermeld in het eerste lid, worden met ingang van 1 juli 2017 op 1 juli van elk jaar geïndexeerd met behulp van de coëfficiënt die wordt verkregen door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, voor de maand mei van het lopende jaar te delen door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk voor de maand mei van het jaar 2016. Daarbij worden de volgende afrondingen toegepast : 1° de coëfficiënt wordt afgerond op het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt;2° na de toepassing van de coëfficiënt wordt het verkregen bedrag afgerond op de hogere of lagere eurocent naargelang het cijfer van het duizendste al of niet vijf bereikt. Als de factor F, vermeld in het eerste lid, 1°, gelijk is aan 1, mag het tarief nooit lager zijn dan nul eurocent.".

Art. 20.Aan titel 2, hoofdstuk 4, afdeling 4, van hetzelfde decreet wordt een artikel 2.4.4.0.3 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.4.4.0.3. Het aantal aan te rekenen kilometers Kz, vermeld in artikel 2.4.4.0.1, eerste lid, 2°, wordt bepaald volgens de volgende formule : Kz = KM x (100% - C) waarbij : 1° KM = het aantal geregistreerde kilometers in de betreffende tariefzone waar op dat ogenblik een tarief Tz van toepassing is, gedurende een bepaalde kalenderdag; 2° C = een correctiefactor ter compensatie van eventueel onnauwkeurige registratie, met waarde 1,5%.".

Art. 21.Aan titel 2, hoofdstuk 4, afdeling 4, van hetzelfde decreet wordt een artikel 2.4.4.0.4 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 2.4.4.0.4. Op de kilometerheffing mogen geen opcentiemen worden geheven.".

Art. 22.Artikel 2.4.5.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.5.0.1. Voorbehouden voor toekomstig gebruik.".

Art. 23.Artikel 2.4.6.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.6.0.1. § 1. Er wordt in een vrijstelling van de heffing voorzien voor de voertuigen die : 1° in het Waalse Gewest of het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest overeenkomstig de aldaar geldende bepalingen zijn vrijgesteld van de heffing;2° uitsluitend gebruikt worden voor en door defensie, bescherming burgerbevolking, brandweer en politie en als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn;3° speciaal en uitsluitend voor medische doeleinden zijn uitgerust en als zodanig uiterlijk herkenbaar zijn;4° de aard hebben van een landbouw-, tuinbouw- of bosbouwvoertuig, die slechts in beperkte mate worden gebruikt op de openbare weg in België en die uitsluitend worden gebruikt voor landbouw, tuinbouw, visteelt en bosbouwwerkzaamheden. § 2. De vrijstellingen, vermeld in paragraaf 1, 2° tot en met 4°, kunnen alleen worden toegekend als ze worden aangevraagd voor het begin van het belastbare tijdperk en zullen pas uitwerking hebben vanaf het belastbare tijdperk dat volgt op de toekenning van de vrijstelling. § 3. Als het adres, vermeld in de persoonsgegevens van de houder van het voertuig op het kentekenbewijs van het voertuig, zoals vastgesteld krachtens de wetgeving betreffende de inschrijving van voertuigen, gelegen is op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, vraagt de houder van een voertuig als vermeld in paragraaf 1, 2° tot en met 4°, de betreffende vrijstelling aan bij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.

Als het voertuig niet beschikt over een kentekenbewijs als vermeld in het eerste lid, vraagt de houder van een voertuig als vermeld in paragraaf 1, 2° tot en met 4°, van wie het domicilie of de maatschappelijke zetel gelegen is op het grondgebied van het Vlaamse Gewest, de betreffende vrijstelling aan bij de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie.

De houder van een voertuig als vermeld in paragraaf 1, 2° tot en met 4°, dat niet in België moet zijn ingeschreven, dient de betreffende vrijstelling aan te vragen bij Viapass. § 4. De vrijstellingen vermeld in paragraaf 1 blijven gelden tot niet langer aan de voorwaarden van dit artikel is voldaan. § 5. De bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie maakt onmiddellijk aan Viapass de voertuigen kenbaar die van een vrijstelling genieten ingevolge dit artikel.".

Art. 24.Artikel 2.4.7.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 2.4.7.0.1. De heffing wordt geheven in overeenstemming met artikel 3.3.2.0.1, eerste lid, 10°, en tweede lid, 6°. ".

Art. 25.Artikel 2.4.7.0.2 van hetzelfde decreet wordt opgeheven.

Art. 26.Aan artikel 3.2.2.0.1 van hetzelfde decreet wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De boetes die worden opgelegd ingevolge overtredingen van de regelgeving inzake de kilometerheffing kunnen door de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie worden geïnd zonder toepassing van het eerste lid.".

Art. 27.Aan titel 3, hoofdstuk 3, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 3.3.1.0.11 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 3.3.1.0.11. § 1. Tenzij het voertuig is vrijgesteld van de kilometerheffing, moet de houder van een voertuig als vermeld in artikel 1.1.0.0.2, vijfde lid, 6°, voorafgaand aan het gebruik van elke weg, voor dat voertuig met een dienstverlener naar keuze een dienstverleningsovereenkomst sluiten.

De houder van een voertuig die de dienstverlener verzoekt om een dienstverleningsovereenkomst te sluiten, moet aan de dienstverlener alle voertuigdocumenten voorleggen die nodig zijn om het kenteken van het voertuig in kwestie, het maximaal toegestane totaalgewicht en de EURO-emissieklasse vast te stellen.

Bij gebreke aan afdoend bewijs van het maximaal toegestane totaalgewicht van het voertuig, wordt het voertuig geacht een maximaal toegestaan totaalgewicht van hoger dan 32 ton te hebben.

Bij gebreke aan afdoend bewijs van de EURO-emissieklasse van het voertuig, wordt het voertuig geacht te behoren tot de categorie `overige EURO-emissieklassen', vermeld in de tabellen, opgenomen in artikel 2.4.4.0.2, eerste lid, 5° en 7°.

De vermoedens, vermeld in het derde en vierde lid, worden toegepast tot die met afdoend bewijs worden weerlegd. Dat bewijs heeft evenwel geen invloed op de heffingen die verschuldigd zijn voor kilometers die zijn afgelegd vóór de verificatie van de gegevens uit het voorgelegde bewijsstuk door de dienstverlener. § 2. De dienstverlener kan de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst alleen schorsen in die gevallen waarin de houder van het voertuig of, in voorkomend geval, de bestuurder : 1° niet voldoet aan zijn betalingsverplichtingen jegens de dienstverlener, zoals die in de dienstverleningsovereenkomst zijn bepaald;2° in voorkomend geval, geen of een ontoereikend gegarandeerd betaalmiddel ter beschikking heeft gesteld;3° gebruikmaakt van de elektronische registratievoorziening op een wijze die strijdig is met de gebruiksaanwijzing die door de dienstverlener ter beschikking is gesteld;4° nalaat een defect aan de elektronische registratievoorziening te melden;5° de instructies van de dienstverlener niet opvolgt met het oog op de vervanging of de herstelling van de defecte elektronische registratievoorziening. De dienstverlener brengt de houder van het voertuig en de bevoegde entiteit van de Vlaamse administratie onmiddellijk op de hoogte van de schorsing van de uitvoering van de dienstverleningsovereenkomst.".

Art. 28.Aan titel 3, hoofdstuk 3, afdeling 1, van hetzelfde decreet wordt een artikel 3.3.1.0.13 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 3.3.1.0.13. § 1. De registratie van afgelegde kilometers, die nodig is voor de berekening van de kilometerheffing, wordt gedaan met behulp van een elektronische registratievoorziening. § 2. Tenzij het voertuig is vrijgesteld van de kilometerheffing, moet de houder van het voertuig voorafgaand aan het gebruik van elke weg ervoor zorgen dat het voertuig is uitgerust met de elektronische registratievoorziening die aan hem ter beschikking gesteld is.

Als de bestuurder niet de houder van het voertuig is, rust op hem dezelfde verplichting als vermeld in het eerste lid. § 3. De bestuurder ziet er tijdens elk gebruik van een weg op toe dat de elektronische registratievoorziening, volgens de gegevens die de mens-machine-interface aangeeft, de afstand die het voertuig aflegt registreert.

In het eerste lid wordt verstaan onder mens-machine-interface : ieder onderdeel van de elektronische registratievoorziening waarmee de elektronische registratievoorziening en de gebruiker ervan met elkaar communiceren, met inbegrip van, in voorkomend geval, de toetsen en het beeldscherm. § 4. De houder van het voertuig stelt zich onmiddellijk in verbinding met de dienstverlener in de volgende gevallen : 1° als de elektronische registratievoorziening signaleert dat het voertuig niet meer voldoet aan de bij deze codex of de uitvoeringsbesluiten ervan bepaalde vereisten;2° als elk signaal door de elektronische registratievoorziening ontbreekt;3° als hij het signaal ontvangt dat het ter beschikking gestelde gegarandeerde betaalmiddel ontoereikend is geworden. Als de bestuurder niet de houder van het voertuig is, rust op hem dezelfde verplichting als vermeld in het eerste lid.

De dienstverlener geeft, waar nodig, instructies aan de bestuurder van het voertuig, waarbij die laatste ertoe gehouden is die instructies na te leven.

Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder elektronische registratievoorziening : de elektronische boordapparatuur bestemd voor de plaatsbepaling van het voertuig waarin de boordapparatuur is geplaatst, die, al dan niet met behulp van elektronische apparatuur op afstand, data uitwisselt om te komen tot de registratie van afgelegde kilometers, alsook tot de berekening van de kilometerheffing op die geregistreerde afstand.

De Vlaamse Regering bepaalt de instructies, vermeld in het derde lid.".

Art. 29.In artikel 3.3.2.0.1 van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° aan het eerste lid wordt een punt 10° toegevoegd, dat luidt als volgt : "10° de kilometerheffing het kalenderjaar waarin de belasting verschuldigd is.Het begint op de kalenderdag waarop de kilometers worden afgelegd op de niet-geconcedeerde weg."; 2° aan het tweede lid wordt een punt 6° toegevoegd, dat luidt als volgt : "6° de kilometerheffing gelijk aan de kalenderdag waarop de kilometers worden afgelegd op de niet-geconcedeerde weg.".

Art. 30.Aan artikel 3.3.3.0.1, § 2, van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Voor de kilometerheffing kan de belasting worden geheven gedurende vijf jaar vanaf de kalenderdag waarop de kilometers worden afgelegd op de niet-geconcedeerde weg.".

Art. 31.Aan artikel 3.5.3.0.2 van hetzelfde decreet wordt een tweede lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "De belastingschuldige moet het bevoegde personeelslid onmiddellijk op de hoogte brengen als niet langer aan de voorwaarden van de vrijstelling is voldaan.".

Art. 32.In artikel 3.10.3.1.1, § 2, tweede lid, wordt tussen de zinsnede "het eurovignet," en de zinsnede "de leegstandsheffing bedrijfsruimten" de zinsnede "de kilometerheffing," ingevoegd.

Art. 33.Aan artikel 3.10.4.5.1 van hetzelfde decreet worden een tweede en derde lid toegevoegd, die luiden als volgt : "In geval van niet-betaling door de houder van het voertuig, vermeld in artikel 2.4.2.0.1, § 1, is degene die het voertuig feitelijk ter beschikking heeft hoofdelijk gehouden tot betaling van de kilometerheffing, onder voorbehoud van verhaal tegen de houder van het voertuig.

Voor de toepassing van het tweede lid wordt de bestuurder van het voertuig beschouwd als een persoon die het voertuig ter beschikking heeft.".

Art. 34.Artikel 3.13.2.0.1 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 3.13.2.0.1. Voor de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling, het eurovignet en de kilometerheffing houden de bevoegde personeelsleden toezicht op de naleving van de bepalingen van deze codex en de uitvoeringsbesluiten ervan met betrekking tot de voertuigen die zich op de openbare weg bevinden. Ze kunnen alle documenten die nuttig zijn voor de identificatie van het voertuig of vaartuig, van de bestuurder of houder doen voorleggen, alsook een ander document dat de betaling van de belasting bewijst. Ze zijn gemachtigd zonder enige bijstand de garages, de hangars en de berg- of aanmeerplaatsen te onderzoeken.".

Art. 35.In artikel 3.13.2.0.4 van hetzelfde decreet wordt paragraaf 1 vervangen door wat volgt : " § 1. Als de niet-betaling van de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling, het eurovignet of de kilometerheffing wordt vastgesteld op de openbare weg, moet de bestuurder van het voertuig dat aan een van die belastingen onderhevig is, de niet-betaalde belasting en de boete samen met de interesten en kosten op het ogenblik van de vaststelling van de overtreding betalen aan het bevoegde personeelslid, vermeld in artikel 3.13.2.0.3.".

Art. 36.In artikel 3.13.2.0.5 van hetzelfde decreet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : "Als een overtreding van de bepalingen van deze codex met betrekking tot de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling, het eurovignet of de kilometerheffing wordt geconstateerd, zal een proces-verbaal worden opgemaakt door het bevoegde personeelslid, vermeld in artikel 3.13.2.0.3. Het proces-verbaal vermeldt minstens de overtreding alsook de elementen die moeten toelaten de overtreder te identificeren."; 2° er wordt een vierde lid toegevoegd, dat luidt als volgt : "Als de overtreder niet kan worden geïdentificeerd op de dag van de vaststelling van de overtreding begint de termijn van vijftien dagen, vermeld in het tweede lid, te lopen na de dag waarop het bevoegde personeelslid, vermeld in artikel 3.13.2.0.3, de overtreder met zekerheid kon identificeren.".

Art. 37.Artikel 3.15.3.0.11 van hetzelfde decreet wordt vervangen door wat volgt : "Art. 3.15.3.0.11. Als de verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling of de kilometerheffing niet is betaald, kan de rechtbank de nummerplaat van het voertuig verbeurd verklaren en de teruggave ervan bevelen aan de overheid die belast is met de inschrijving van de voertuigen.".

Art. 38.Aan artikel 3.18.0.0.1, § 4, van hetzelfde decreet, gewijzigd bij het decreet van 19 december 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/12/2014 pub. 29/01/2015 numac 2015035095 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 sluiten, worden een tweede, een derde, een vierde en een vijfde lid toegevoegd, die luiden als volgt : "Het eerste lid is niet van toepassing op de kilometerheffing.

Voor de kilometerheffing kan slechts één administratieve geldboete van 1000 euro worden opgelegd voor het totaal van de administratieve inbreuken die gepleegd zijn met hetzelfde voertuig en vastgesteld zijn binnen hetzelfde ononderbroken tijdvak van drie uur vanaf de eerste vaststelling van de overtreding.

Er wordt geen administratieve geldboete opgelegd voor iedere overtreding die werd begaan binnen een ononderbroken tijdvak van drie uren vanaf de vaststelling van een andere overtreding op de bepalingen van deze codex en de uitvoeringsbesluiten ervan of van de wetgeving van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest of het Waalse Gewest met betrekking tot de kilometerheffing, in zoverre de betrokken overtredingen werden begaan met hetzelfde voertuig en in zoverre een administratieve geldboete werd opgelegd voor de eerst begane overtreding.

De administratieve geldboete, vermeld in het derde lid, wordt met ingang van 1 juli 2017 op 1 juli van elk jaar geïndexeerd met behulp van de coëfficiënt die wordt verkregen door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, voor de maand mei van het lopende jaar te delen door het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk voor de maand mei van het jaar 2016.

Daarbij worden de volgende afrondingen toegepast : 1° de coëfficiënt wordt afgerond op het hogere of lagere tienduizendste naargelang het cijfer van de honderdduizendsten al of niet vijf bereikt; 2° na de toepassing van de coëfficiënt wordt het verkregen bedrag afgerond op de hogere of lagere euro naargelang het cijfer van het tiende al of niet vijf bereikt.".

Art. 39.Aan titel 5 van hetzelfde decreet wordt een artikel 5.0.0.0.12 toegevoegd, dat luidt als volgt : "Art. 5.0.0.0.12. Zodra de kilometerheffing, vermeld in artikel 1.1.0.0.2, eerste lid, 11° /1, geheven wordt, wordt voor de voertuigen die in België ingeschreven zijn of ingeschreven moeten zijn, op aanvraag van de belastingschuldige een evenredige teruggave van het eurovignet verleend voor de resterende dagen van de belastbare periode van het eurovignet.

Op straffe van verval moet de aanvraag, vermeld in het eerste lid, uiterlijk drie maanden na de laatste dag van de belastbare periode van het eurovignet worden ingediend bij het bevoegde personeelslid.".

Art. 40.In hetzelfde decreet wordt het opschrift van de bijlage vervangen door wat volgt : "Bijlage 1. - Concordantietabellen".

Aan hetzelfde decreet wordt een bijlage 2 toegevoegd, die bij dit decreet is gevoegd.

Art. 41.In de bijlage bij hetzelfde decreet worden in de concordantietabel 1, tabel 8, de volgende rijen geschrapt :

Art. 2, eerste lid

Art. 2.4.1.0.1

Art. 2, tweede lid

Art. 1.1.0.0.4

Art. 2bis

Art. 2.4.1.0.2

Art. 2bis

Art. 2.4.4.0.2

Art. 3, eerste lid

Art. 2.4.1.0.1

Art. 3, tweede lid

Art. 1.1.0.0.2, vijfde lid

Art. 4

Art. 2.4.7.0.1

Art. 5

Art. 2.4.6.0.1

Art. 6, eerste lid

Art. 2.4.2.0.1

Art. 7

Art. 2.4.3.0.1

Art. 7

Art. 2.4.4.0.1

Art. 8, § 1

Art. 2.4.7.0.2


Art. 42.In de bijlage bij hetzelfde decreet worden in de concordantietabel 2, tabel 8, de volgende rijen geschrapt :

Art. 1.1.0.0.2, vijfde lid

Art. 3, tweede lid

Art. 1.1.0.0.4

Art. 2, tweede lid

Art. 2.4.1.0.1

Art. 2, eerste lid

Art. 2.4.1.0.1

Art. 3, eerste lid

Art. 2.4.1.0.2

Art. 2bis

Art. 2.4.2.0.1

Art. 6, eerste lid

Art. 2.4.3.0.1

Art. 7

Art. 2.4.4.0.1

Art. 7

Art. 2.4.4.0.2

Art. 2bis

Art. 2.4.6.0.1

Art. 5

Art. 2.4.7.0.1

Art. 4

Art. 2.4.7.0.2

Art. 8, § 1


HOOFDSTUK 3. - Slotbepalingen

Art. 43.Het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 19/07/2013 numac 2013035646 bron vlaamse overheid Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het Protocol dat op 20 oktober 2010 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden werd ondertekend tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter uitvoering van artikel 4, § 4, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten sluiten houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest betreffende het Protocol dat op 20 oktober 2010 door de Regeringen van het Koninkrijk België, het Koninkrijk Denemarken, de Bondsrepubliek Duitsland, het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Zweden werd ondertekend tot wijziging van het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens, ter uitvoering van artikel 4, § 4, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, wordt opgeheven.

Art. 44.Dit decreet treedt in werking op een door de Vlaamse Regering vast te stellen datum en ten vroegste op 1 april 2016.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 3 juli 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Begroting, Financiën en Energie, A. TURTELBOOM De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Inburgering, Wonen, Gelijke Kansen en Armoedebestrijding, L. HOMANS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE

Bijlage 1 bij het decreet van 3 juli 2015 tot invoering van de kilometerheffing en de stopzetting van de heffing van het eurovignet en tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit in dat verband Bijlage 2 bij de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013 Bijlage 2 - De wegtypes, vermeld in artikel 2.4.4.0.2, 3° De wegen die onder een wegtype als vermeld in artikel 2.4.4.0.2, 3°, vallen zijn de volgende, voor zover ze zich situeren op het grondgebied van het Vlaamse Gewest : 1) Autosnelwegen, incl.bretelwegen, autosnelwegenringen en op- en afritten : Autosnelwegen :

A1

E19

Brussel - Mechelen - Antwerpen - grens NL (Breda)

A2

E314

Leuven - Lummen - grens NL (Heerlen)

A3

E40

Brussel - Leuven - grens Wallonië (Luik)

A4

E411

Brussel - grens Wallonië (Namen)

A7

E19

Brussel (R0) - grens Wallonië (Bergen)

A8

E429

Halle (Ring om Halle incl. N203a) - grens Wallonië (Doornik)

A10

E40

Brussel - Gent - Brugge - Oostende

A11

E34

Antwerpen - Zelzate, tot en met de kruising met de R4-West

A12

Brussel - Boom - Antwerpen - grens NL (Bergen-op-Zoom)

A13

E313

Antwerpen - Hasselt - grens Wallonië (Luik)

A14

E17

Antwerpen - Gent - Grens FR (Lille)

A17

E403

Brugge - Kortrijk - grens Wallonië (Doornik)

A18

E40

Jabbeke - Veurne - grens FR (Duinkerken)

A19

Kortrijk - Ieper

A21

E34

Antwerpen (Ranst) - grens NL (Eindhoven)

A25

E25

Luik (Wallonië) - Maastricht (Nl) thv Voeren (op- en afritten-complex N602)

A112

(N186)

Antwerpen / Jan de Voslei

A201

Brussel - Zaventem


Autosnelwegringen

R0

Ring om Brussel

R1

Ring om Antwerpen

R4

Ring om Gent, exclusief de R4-Oost tussen de kruising met de E34 en de kruising met de N70

R8

Ring om Kortrijk


2) Overige gewestwegen met een tarief hoger dan nul eurocent :

N1

Brussel - Antwerpen - grens NL (Breda)

N2

Brussel - Hasselt - grens NL (Maastricht)

N3

Brussel - grens Wallonië (Luik)

N4

Brussel - grens Wallonië (Namen)

N5

Brussel - grens Wallonië (Charleroi)

N6

Brussel - grens Wallonië (Bergen)

N7

Halle - grens Wallonië (Doornik)

N8

Brussel - Ninove - Oudenaarde - Kortrijk - Ieper - Koksijde

N9

Brussel - Gent - Brugge - Oostende

N10

Mortsel -Diest

N20

Hasselt - grens Wallonië (Luik)

N31

(E403)

Brugge - Zeebrugge, excl.N31 Zeebrugge tot en met de kruising met de N348

N49

(E34)

Antwerpen - Zelzate - Maldegem - Knokke (Knokke-Heist), excl. N49 van Westkapelle tot aan de kruising met de R4- West

N50

Brugge - Ingelmunster - Kortrijk - grens Wallonië (Bergen)

N60

Gent - Oudenaarde - Ronse - grens Wallonië (Leuze)

N70

Gent - Antwerpen

N80

Hasselt - grens Wallonië (Namen)

N186

Antwerpen (Jan de Voslei)


_______ Nota (1) Zitting 2014-2015 Stukken - Ontwerp van decreet : 370 - Nr.1 - Amendementen : 370 - Nr. 2 en 3 - Verslag : 370 - Nr. 4 - Amendementen na verslag : 370 - Nr. 5 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 370 - Nr. 6 Handelingen - Bespreking en aanneming : Middagvergadering van 30 juni 2015.

^