gepubliceerd op 08 maart 2023
Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming
21 DECEMBER 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming
De Waalse Regering, Gelet op het
decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
20/02/2014
pub.
13/03/2014
numac
2014201601
bron
waalse overheidsdienst
Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming
sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming, inzonderheid op de artikelen 40 en 41;
Gelet op het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi", artikel 3, § 1, 9°, ingevoegd bij het decreet van 17 maart 2016;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 8 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 08/09/2016 pub. 30/09/2016 numac 2016027277 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming;
Gelet op het rapport van 15 juli 2022, opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 april 2016 houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet ;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 september 2022;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 8 september 2022;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling), gegeven op 13 oktober 2022;
Gelet op advies nr. 241/2022 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 21 oktober 2022;
Gelet op advies nr. 72.503 van de Raad van State, gegeven op 14 december 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Vorming, Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Voorwerp, toepassingsgebied en begripsomschrijvingen
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 127, § 1, ervan.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten: het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming ;2° het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten: het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);3° de Dienst : de "Office wallon de la Formation professionnelle et de l'Emploi", als bedoeld bij het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'Emploi" ;4° persoon: de persoon die zijn hoofdverblijfplaats in het Franse taalgebied van het Waals Gewest heeft;5° werkzoekende : iedere werkzoekende in de zin van artikel 1bis, 2° /1, 2° /2 en 2° /3 van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling);6° taaloperator: de operator die taalverblijven organiseert;7° geaccrediteerde taaloperator: de taaloperator die per project geselecteerd wordt na afloop van een analyseprocedure gebaseerd op welomschreven criteria, op offertes die ontvangen zijn in het kader van de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, georganiseerd door de Dienst;8° geaccrediteerde talenschool: talenschool, gevestigd in de Europese Unie buiten het Franstalige taalgebied of gevestigd in het Verenigd Koninkrijk, geselecteerd na afloop van een analyseprocedure, gebaseerd op welomschreven criteria, op offertes die ontvangen zijn in het kader van de oproep tot het indienen van blijken van belangstelling, georganiseerd door de Dienst;9° taalbad: iedere ervaring in een talenschool, in een schoolinrichting of in een onderneming, waardoor de taalvaardigheden of de taalvaardigheden toegepast op een beroep verbeterd worden;10° inleefstage: iedere ervaring in een onderneming in het buitenland, in het Vlaams Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap waardoor de taalvaardigheden of de taalvaardigheden toegepast op een beroep verbeterd worden;11° schoolinrichting: de schoolinrichting beheerd door een inrichtende macht die afhangt van het net erkend door de openbare overheid van de plaats van het taalbad;12° kwalificerend onderwijs: de gezamenlijke opties van het secundair onderwijs van de Franse Gemeenschap, waaronder vallend het technisch kwalificatieonderwijs en het beroepsonderwijs;13° IFAPME : het « Institut wallon de Formation en Alternance des Indépendants et des Petites et Moyennes Entreprises » ingevoerd bij het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003200774 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het aanhangsel van 4 juni 2003 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest i.v.m. de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en de voogdij over het Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen type decreet prom. 17/07/2003 pub. 05/08/2003 numac 2003027695 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende oprichting van een « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises » (1) sluiten houdende oprichting van een " Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises " (Waals instituut voor alternerende opleiding, zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen);14° opleidingscentrum van het IFAPME-net: het opleidingscentrum zoals omschreven in artikel 2, 12°, van het decreet van 17 juli 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2003 pub. 12/09/2003 numac 2003200774 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende instemming met het aanhangsel van 4 juni 2003 tot wijziging van het samenwerkingsakkoord gesloten op 20 februari 1995 door de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest i.v.m. de permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen en de voogdij over het Instituut voor permanente vorming van de middenstand en de kleine en middelgrote ondernemingen type decreet prom. 17/07/2003 pub. 05/08/2003 numac 2003027695 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende oprichting van een « Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises » (1) sluiten houdende oprichting van een " Institut wallon de formation en alternance et des indépendants et petites et moyennes entreprises " (Waals instituut voor alternerende opleiding, zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen) en erkend volgens de voorwaarden van het besluit van 24 april 2014 tot bepaling van de voorwaarden betreffende de erkenning van de opleidingscentra voor de zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen en van hun centrumdirecteur;15° de certificering met een einddiploma van het secundair onderwijs : het studiegetuigschrift van het secundair beroepsonderwijs, het bekwaamheidsgetuigschrift afgeleverd na afloop van het zesde jaar van het secundair kwalificatieonderwijs in het technisch, het kunst of het beroepsonderwijs, evenals na afloop van het zevende jaar van sommige richtingen van het secundair kwalificatieonderwijs in het technisch, het kunst of het beroepsonderwijs, het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs afgeleverd na het zesde jaar van sommige richtingen van het algemeen, technisch en kunstonderwijs en na afloop van het zevende jaar van sommige richtingen van het secundair beroepsonderwijs;16° taaltoets: de ELAO-taaltoets die door de Dienst wordt gebruikt, omvattende: a) een computeronderdeel, omvatttende een deel grammatica, een deel woordenschat en een deel begrijpend lezen en begrijpend luisteren;b) een mondeling onderdeel, dat gegrond is op een algemeen stramien van vragen en een eindomschrijving van mondelinge per niveau ingedeelde vaardigheden;17° studietoelage: financiële steun, toegekend aan de leerlingen van het secundair onderwijs en/of aan de studenten van het hoger onderwijs krachtens het decreet van de Franse Gemeenschap van 18 november 2021 tot regeling van studietoelagen en de uitvoeringsbesluiten ervan;18° Wallangues : platform voor het aanleren van talen, ingevoerd bij artikel 39 van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming. Voor de toepassing van lid 1, 16°, voert een opleidingenverstrekker van de Dienst de mondelinge test uit. De vastgestelde taalniveaus stemmen met het Gemeenschappelijk Europees referentiekader overeen, afgekort GERK. Ten behoeve van een fijnmaziger evaluatie worden de niveaus van het Europees referentiekader onderverdeeld in vier subniveaus: +0, +25, +50, +75. HOOFDSTUK II. - Verplichtingen
Art. 3.De persoon is de enige verantwoordelijke voor de opening en de handhaving van zijn rechten in het kader van de Belgische sociale zekerheid tijdens het taalbad. Daartoe vervult de persoon alle nodige formaliteiten zowel in België als in het buitenland.
Tijdens de hele duur van het taalbad draagt de persoon de risico's gebonden aan de ziekte, de lichamelijke ongevallen, de repatriëring en de burgerlijke aansprakelijkheid. Vóór zijn vertrek sluit de persoon een verzekering af voor het geheel van de vermelde risico's.
Tijdens de lesuren verzekert de schoolinrichting of de geaccrediteerde talenschool de persoon tegen de risico's voor lichamelijke ongevallen waarvan hij slachtoffer kan zijn en tegen de geldelijke gevolgen waaraan hij wegens zijn burgerlijke aansprakelijkheid blootgesteld is.
Art. 4.De geaccrediteerde taaloperator of de geaccrediteerde talenschool die het taalbad organiseert waakt over het goed verloop ervan en voorziet in de bijstand aan de persoon tijdens de duur ervan.
Indien het taalbad een inleefstage omvat, is de geaccrediteerde taaloperator of de geaccrediteerde talenschool verantwoordelijk voor de organisatie en het goede verloop van de inleefstage in een bedrijf.
Art. 5.De Dienst organiseert de vaststelling van de taalniveaus op grond van een taaltoets.
De uitslagen van de toets bedoeld in lid 1 zijn zes maanden geldig.
Art. 6.Indien de persoon voortijdig een einde maakt aan het taalbad, informeert hij onmiddellijk de Dienst en de geaccrediteerde operator evenals de schoolinrichting, de geaccrediteerde talenschool of het betrokken bedrijf. HOOFDSTUK III. - Beurzen toegekend aan werkzoekenden Afdeling 1. - Voorwerp van de beurs en toekenningsvoorwaarden
Art. 7.De Dienst kan onder de voorwaarden van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, aan werkzoekenden beurzen toekennen die geheel of gedeeltelijk de kosten dekken die inherent zijn aan een taalbad in een geaccrediteerde talenschool of aan een inleefstage met taalbad.
Het taalbad bedoeld in lid 1 vindt plaats in het Vlaams Gewest, in de Duitstalige Gemeenschap of in het buitenland.
Art. 8.De werkzoekende kan in aanmerking komen voor de beurs voor het taalbad, beoogd in dit hoofdstuk, onder volgende samengevoegde voorwaarden: 1° hij wordt sinds minstens vier opeenvolgende weken gepositioneerd op één of meerdere beroepen waarbij taalvaardigheid gevraagd wordt;2° het taalbad houdt verband met de positionering van de werkzoekende op een desbetreffend beroep;3° hij volgt of heeft met vrucht een kwalificerende opleiding gevolgd die verband houdt met de positionering op een desbetreffende beroep bij een door het Waals Gewest erkende of gesubsidieerde onderwijs- of opleidingenverstrekker of bij een openbare dienst;4° hij is geslaagd voor de in de afdelingen 4 tot 6 van dit hoofdstuk vereiste taaltoets. Voor de toepassing van lid 1, 1° en 2°, wordt de positionering op een beroep omschreven als zijnde de identificatie, die zich waarschijnlijk gedurende de gehele loopbaan zal ontwikkelen, van het beroep of de beroepen waarin de werkzoekende werk wil zoeken, ongeacht of hij al dan niet over alle vereiste vaardigheden beschikt.
Volgende titels worden beschouwd als het welslagen van de opleiding als bedoeld in lid 1, 3° : 1° het getuigschrift van het zesde leerjaar van het secundair beroepsonderwijs, het bekwaamheidsgetuigschrift afgeleverd aan het einde van het zesde jaar van van het secundair kwalificatieonderwijs in het technisch, kunst- of beroepsonderwijs, alsook aan het einde van het zevende jaar van sommige richtingen van het secundair kwalificatieonderwijs in het technisch, kunst- of beroepsonderwijs, het getuigschrift hoger secundair onderwijs afgeleverd na afloop van het zesde jaar van het algemeen, het technisch en het kunstonderwijs, evenals na afloop van het zevende jaar van sommige richtingen van het secundair beroepsonderwijs of elk gelijkwaardig diploma erkend in België;2° het Belgisch diploma van het hoger onderwijs van het korte type of van het lange type, een Belgische beslissing in verband met de gelijkwaardigheid of iedere andere in België erkende gelijkwaardige titel;3° de certificering verstrekt door het IFAPME;4° het competentiebewijs, overeenkomstig het samenwerkingsakkoord van 21 maart 2019 betreffende de validering van de vaardigheden, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie;5° het bekwaamheidsattest, verkregen tijdens een opleiding, verstrekt door de Dienst of het "IFAPME";66° het attest van welslagen voor de proef aan het einde van de opleiding, verstrekt door de Dienst.
Art. 9.De beurs dekt geheel of gedeeltelijk de kosten gemaakt door de werkzoekende voor: 1° de vervoersbewijzen van een enkele reis heen en terug tussen zijn woonplaats en zijn huisvestingslocatie;2° de factuur van de geaccrediteerde talenschool of van de geaccrediteerde taaloperator voor de kosten van de cursussen, van de organisatie van het verblijf en van de huisvesting;3° de huisvestingsfactuur indien niet-inbegrepen in de factuur van de geaccrediteerde talenschool of van de geaccrediteerde taaloperator;4° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend;5° voor het in afdelingen 4 en 5 van dit hoofdstuk bedoelde taalbad, een vergoeding van maximum vijftig euro per week voor de maaltijdkosten indien ze niet in de huisvestingsfactuur zijn inbegrepen, ongeacht of het in vol of half pension is;6° de bijkomende kosten in verband met repatriëring wanneer het taalbad wordt onderbroken wegens overmacht, zoals oorlog, rellen of politieke oproer. In afwijking van het eerste lid bestaat de beurs voor het taalbad bedoeld in afdeling 6 uit een forfaitaire vergoeding per gepresteerde week. Afdeling 2. - Toekenningsmodaliteiten
Art. 10.De Dienst kent de in dit hoofdstuk bedoelde beurs op basis van een oproep tot de kandidaten toe.
De oproep tot de kandidaten is maandelijks en elke oproep duurt drie weken.
Art. 11.De werkzoekende richt de beursaanvraag aan de hand van het formulier beschikbaar op de website van de Dienst, aan de Dienst via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet.
De Minister bevoegd voor Vorming bepaalt de vereiste gegevens en documenten.
Art. 12.De Dienst controleert de volledigheid van de aanvraag ten opzichte van de gegevens en documenten vereist in het aanvraagformulier en bericht ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst ervan.
Wanneer de aanvraag onvolledig is, stelt de Dienst de werkzoekende in de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag in kennis daarvan.
De werkzoekende dient de opgevraagde stukken en inlichtingen via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet, in.
De Dienst richt binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een herinnering met de lijst van de ontbrekende stukken aan de werkzoekende.
Indien de Dienst de ontbrekende stukken en gegevens niet ontvangt binnen vijftien dagen volgend op de in het vierde lid bedoelde herinnering, wordt de aanvraag onbehandeld gelaten. De Dienst licht de werkzoekende daar bij aangetekend schrijven over in.
Art. 13.§ 1. Wanneer de aanvraag volledig is, behandelt de Dienst de aanvraag ten opzichte van de toekenningsvoorwaarden: 1° vermeld in artikel 8 ;2° betreffende elk soort taalbad bedoeld in de afdelingen 4 tot 6 van dit hoofdstuk. § 2. De beurs wordt binnen tien dagen na de datum van afsluiten van de oproep tot de kandidaten door de administrateur-generaal van de Dienst dan wel de door hem gemachtigd persoon toegekend of geweigerd ten opzichte van de in § 1 bedoelde toekenningsvoorwaarden en binnen de specifieke begrotingsperken die jaarlijks worden bepaald in de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest. § 3. De Dienst maakt een gemotiveerde rangschikking op van de aanvragen voor taalbaden, georganiseerd in de afdelingen 4 tot 6 van dit hoofdstuk, binnen de tien dagen volgend op de datum van afsluiten van de oproep tot de kandidaten bedoeld in artikel 10, lid 1, voor het risico dat de begrotingsenvelop voor de dienovereenkomstige maand, en door de Dienst vastgelegd ten opzichte van het aantal in ontvangst genomen en gunstig geachte aanvragen, overschreden wordt. § 4. Voor de vaststelling van de in § 3 bedoelde rangschikking verwijst de Dienst naar de volgende criteria die ingedeeld worden naar gelang van hun belang en volgens de weging bepaald als volgt: 1° het belang van de taalvaardigheden in het professionele project van de werkzoekende met betrekking tot zijn beroepspositionering worden vijftig percent van de punten toebedeeld;2° de relevantie van het taalbad ten opzichte van de behoefte aan beroepservaring van de werkzoekende;dertig procent van de punten worden toebedeeld; 3° de werkzoekende die minder dan dertig jaar oud is: twintig percent van de punten worden toebedeeld. De toekenning van de beurs wordt beperkt tot de dossiers die de hoogste rangschikking krijgen en die minstens zestig procent van de punten krijgen.
De dienst "Talen" van de Dienst maakt het voorstel tot rangschikking aan de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon over.
Binnen tien dagen na ontvangst van de rangschikking wordt de beurs op grond van de rangschikking toegekend dan wel geweigerd door de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon. § 5. Onverminderd de voorwaarden voor de toekenning en de uitbetaling van de schijven van dit hoofdstuk heeft de toekenningsbeslissing betrekking op het globaal bedrag van de beurs waarop de werkzoekende aanspraak kan maken met inachtneming van de vermelde voorwaarden betreffende elk soort taalbad bedoeld in de afdelingen 4 tot 6 van dit hoofdstuk.
De Dienst deelt de beslissing bij aangetekend schrijven aan de werkzoekende mee binnen tien dagen na de beslissing.
De beslissing omvat de lijst van de stukken die aan de Dienst overgemaakt moeten worden voor de uitbetaling van de eerste schijf zoals bedoeld in artikel 14, § 2. Afdeling 3. - Nadere regels voor de uitbetaling en de rechtvaardiging
van het gebruik van de beurs
Art. 14.§ 1. De beurs wordt in twee schijven op degressieve wijze uitbetaald. § 2. De Dienst stort de eerste schijf van de beurs die met 75 procent van de beurs overeenstemt, op de daartoe vermelde bankrekening aan de werkzoekende binnen 15 dagen na ontvangst van de bewijsstukken voor de uitbetaling van de eerste schijf .
De in § 1 bedoelde storting van de eerste schijf hangt af van de zending, door de werkzoekende, voor het taalbad bedoeld: 1° in afdeling 4, van een pro forma factuur van de geaccrediteerde talenschool en, in voorkomend geval, van een huisvestingsfactuur indien zij niet inbegrepen is in de factuur van de geaccrediteerde talenschool;2° in afdeling 5, van het stageplan verstrekt door de onderneming en, in voorkomend geval, van de factuur van de geaccrediteerde taaloperator en van een huisvestingsfactuur indien zij niet inbegrepen is in de factuur van de geaccrediteerde taaloperator;3° in afdeling 6, van het bewijs van de boeking van huisvesting, van de ondertekende overeenkomst voor precaire bewoning of van een ondertekende huurovereenkomst en van een stageplan verstrekt door de onderneming. De stukken in verband met de uitbetaling van de eerste schijf worden aan de Dienst overgemaakt bij ieder middel waarmee ze van een vaste datum wordt voorzien, uiterlijk twintig dagen voor het vertrek van de werkzoekende. § 3. Binnen de vijftien dagen volgend op de datum van diens terugkeer maakt de werkzoekende bij een schrijven via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet, de stukken aan de Dienst over, waarmee worden verantwoord: 1° zijn daadwerkelijke aanwezigheden op de cursussen georganiseerd door de geaccrediteerde talenschool of, in geval van een inleefstage, zijn daadwerkelijke aanwezigheden in de onderneming;2° de evaluatiedocumenten of de documenten van de werken gebonden aan het uitgevoerde project, waaronder, voor de taalbaden in een talenschool, het verslag betreffende het taalbad en het verslag van het bezoek in de onderneming opgemaakt door de werkzoekende in de doeltaal en voor de taalbaden in ondernemingen bedoeld in de afdelingen 5 en 6, het verslag opgemaakt door de werkzoekende in de doeltaal. Indien de stukken niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn worden overgemaakt, stuurt de Dienst een herinnering bij aangetekend schrijven opdat de werkzoekende bedoelde stukken binnen vijftien dagen na ontvangst van de herinnering overlegt.
Behoudens geval van overmacht, beoordeeld door de Dienst, waaronder ernstige ziektes of het overlijden van een bloedverwant van de werkzoekende en behoorlijk aangetoond aan de hand van een officieel document, is de beurs niet verschuldigd als de verantwoordingsstukken niet tijdig worden overgemaakt. De werkzoekende kan zijn bemerkingen en zijn verweermiddelen te gelde maken binnen de vijftien dagen na ontvangst van de door de Dienst verzonden vorderingsbrief. De Dienst bevestigt of weerlegt zijn aanvankelijke beslissing binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verweermiddelen.
De werkzoekende betaalt het reeds geïnde voorschot terug binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven waarbij de terugbetalingsaanvraag die de Dienst aan hem gericht heeft bevestigd dan wel weerlegd wordt. § 4. In geval van ongerechtvaardigde afwezigheden op de cursussen of in de onderneming boven op het percentage van tien procent van toegelaten ongerechtvaardigde afwezigheden is de beurs niet volledig verschuldigd. Het reeds gestorte voorschot blijft verworven naar rato van de gerechtvaardigde sommen en van de gepresteerde dagen.
De Dienst richt een vorderingsbrief aan de werkzoekende, waarin hij hem verzoekt om het reeds gestorte en ongerechtvaardigde bedrag van de beurs zelfs in geval van verbetering van de talenkennis binnen dertig dagen terug te betalen en om zijn afwezigheden te rechtvaardigen.
In de zin van dit besluit wordt een afwezigheid gerechtvaardigd door: 1° de onpasselijkheid of ziekte van de werkzoekende, gedekt door een medisch getuigschrift of een officieel document dat door een ziekenhuiscentrum van de plaats van het taalbad is afgeleverd ;2° elk document afgeleverd door een openbare overheid waaruit blijkt dat de werkzoekende de tijdens de lesuren of de stage vervulde administratieve stappen niet op een ander ogenblik kon verrichten;3° de gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden beoordeeld door de Dienst, waaronder de ernstige ziektes of het overlijden van een bloedverwant van de werkzoekende op basis van het overmaken van een officieel document. § 5. Binnen tien dagen na de datum van zijn terugkeer licht de werkzoekende de Dienst daarover in en komt hij een datum met de Dienst overeen om de taaltoets af te leggen om zijn taalniveau na het taalbad te bepalen.
Indien de taaltoets niet wordt afgelegd, is de tweede schijf van vijfentwintig procent door de Dienst niet verschuldigd behalve in door de Dienst beoordeelde en behoorlijk gerechtvaardigde gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden. § 6. Binnen tien dagen na de datum van het afleggen van de taaltoets na het taalbad door de werkzoekende beslist de Dienst over de uitbetaling van de tweede schijf van de beurs ten opzichte van de overgemaakte stukken en deelt hij zijn beslissing aan de werkzoekende mee.
De Dienst richt een ter post afgegeven of elektronisch schrijven aan de werkzoekende waarbij hij het bericht krijgt dat de procedure voor de storting van het saldo van de beurs al dan niet is aangevat. § 7. Zijn de uitgaven voor de taalbaden van de afdelingen 4 en 5 van dit hoofdstuk onvoldoende, wordt de beurs niet geheel, maar naar verhouding van de verantwoorde sommen verschuldigd. § 8. Het frauduleuze verkrijgen van de beurs geeft aanleiding tot de terugbetaling van de gestorte bedragen. Afdeling 4. - Taalbad in een talenschool binnen de Europese Unie
buiten het Franse taalgebied of in het Verenigd Koninkrijk
Art. 15.De werkzoekende die voldoet aan de in artikel 8 verwoorde voorwaarden kan verzoeken om in aanmerking te komen voor een beurs voor een taalbad van drie weken in België buiten het Franse taalgebied of in een lidstaat van de Europese Unie of in het Verenigd Koninkrijk in een geaccrediteerde talenschool die minstens twintig volledige lesuren per week aanbiedt. Die duur kan worden ingekort tot twee weken indien het professioneel project, het taalniveau of de beschikbaarheid van de kandidaat dit verantwoorden.
Art. 16.§ 1. Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel: 1° Nederlands, voor een taalbad in het Vlaams Gewest of in Nederland;2° Duits, voor een taalbad in Duitsland, Oostenrijk of in de Duitstalige Gemeenschap;3° Engels, voor een taalbad in het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Malta. § 2. Het taalbad, naast de leergang in een geaccrediteerde talenschool, omvat een moment dat voorbehouden is voor één of meerdere bezoeken aan lokale ondernemingen met een totale duur van minimum twee uur per verblijf, waarvoor een verslag wordt opgemaakt door de werkzoekende in de doeltaal en afgegeven na afloop van het taalbad. § 3. Het taalbad beoogd in deze afdeling vereist voorafgaande minimale taalvaardigheden. Het vereiste taalniveau is minstens A2 in de globale uitslag.
In afwijking van lid 1 is het vereiste taalniveau, wanneer het taalbad georganiseerd wordt voor een duur van twee weken, minimum B1.
Als het taalniveau bedoeld in de leden 1 en 2 niet wordt bereikt, kan de werkzoekende een vormingsmodule in het taalniveau A1 volgen, georganiseerd door de Dienst, of zijn niveau verbeteren op Wallangues in een programma begeleid door een opleidingenverstrekker van de Dienst.
Art. 17.Het maximumbedrag van de beurs bedoeld in artikel 15 bedraagt: 1° duizend vijf honderd euro voor het taalbad van twee weken buiten België;2° twee duizend euro voor het taalbad van drie weken buiten België;3° duizend zeven honderd euro voor het taalbad van twee weken in het Vlaamse Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap;4° twee duizend twee honderd euro voor het taalbad van drie weken in het Vlaamse Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap. Afdeling 5. Taalbad in een bedrijf binnen de Europese Unie buiten
België
Art. 18.De werkzoekende die voldoet aan de in artikel 8 bedoelde voorwaarden kan verzoeken om in aanmerking te komen voor een beurs voor een taalbad van tien of twaalf weken in een onderneming in de Europese Unie buiten België, georganiseerd door een geaccrediteerde operator of de werkzoekende op eigen kracht.
Het taalbad van tien weken bestaat uit een gewone inleefstage in een onderneming en houdt een aanwezigheid van minimum dertig uur in de onderneming per week in.
De inleefstage van twaalf weken omvat twee weken voorbereidingscursussen in een geaccrediteerde talenschool naar rato van twintig uur per week en tien weken inleefstage in een onderneming naar rato van minimum dertig uur in het bedrijf per week.
Art. 19.Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel: 1° het Nederlands voor een taalbad in Nederland;2° het Duits voor een taalbad in het Duitsland of in Oostenrijk;3° het Engels voor een taalbad in Ierland of Malta.
Art. 20.Het in deze afdeling bedoelde taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis:
Taal
Bestemming en duur
Niveau mondelinge kennis
Grammaticaal niveau
Nederlands
Taalbad 10 weken
B2
B1+50
Taalbad 12 weken
B1+50
B1
Duits
Taalbad 10 weken
B2
B1+50
Taalbad 12 weken
B1+50
B1
Engels
Taalbad 10 weken Malta
B1+50
B1
Taalbad 12 weken Malta
B1
B1
Taalbad 10 weken Ierland
B2+50
B2
Taalbad 12 weken Ierland
B2
B1+50
In afwijking van lid 1 kan de Dienst het vereiste niveau verlagen gelet op de taalbehoeften in het beroep waarop de werkzoekende gepositioneerd wordt.
Als het taalniveau bedoeld in leden 1 en 2 niet wordt bereikt, kan de werkzoekende een vormingsmodule volgen, georganiseerd door de Dienst, of zijn niveau op Wallangues verbeteren in een programma begeleid door een opleidingenverstrekker van de Dienst.
Art. 21.Het maximumbedrag van de beurs bedoeld in artikel 18 bedraagt: 1° voor de taalbaden van tien weken in Malta, twee duizend negen honderd euro;2° voor de taalbaden van twaalf weken in Malta, drie duizend negen honderd euro;3° voor de taalbaden van tien weken in Nederland, Duitsland, Oostenrijk of Ierland, drie duizend twee honderd euro;4° voor de taalbaden van twaalf weken in Nederland, Duitsland, Oostenrijk of Ierland, vier duizend twee honderd euro. Afdeling 6. - Inleefstages met taalbad in het Vlaams Gewest of in de
Duitstalige Gemeenschap
Art. 22.De werkzoekende die voldoet aan de voorwaarden verwoord in artikel 8 en in artikel 24 kan het voordeel aanvragen van een beurs voor een inleefstage met taalbad van twaalf weken in een onderneming in het Vlaams Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap die ingegaan is op diens aanvraag voor een stage in een voltijdse arbeidsregeling positief.
Het taalbad bedoeld in deze afdeling heeft betrekking op: 1° het Nederlands, in het Vlaams Gewest;2° het Duits, in het Duitstalige taalgebied in België. Het taalbad bedoeld in huidige afdeling vereist voorafgaandelijke minimumvaardigheden in talen. Het vereiste taalniveau is B1.
Ter afwijking van lid 3 kan de Dienst het vereiste taalniveau naar beneden bijstellen, gelet op de taalbehoeften in het beroep waarop de werkzoekende gepositioneerd wordt.
Als het taalniveau bedoeld in leden 3 en 4 niet wordt bereikt, kan de werkzoekende een opleidingsmodule volgen, georganiseerd door de Dienst, of zijn taalniveau verbeteren op Wallangues in een programma onder begeleiding van een opleidingenverstrekker van de Dienst.
De inleefstage kan worden voorafgegaan door twee of drie weken voorbereidende cursussen in een geaccrediteerde talenschool in dezelfde taal. De inleefstage wordt dan beperkt tot tien of negen weken.
Art. 23.Voor de samenwerking tussen de onderneming en de werkzoekende wordt een overeenkomst opgesteld waarin bepaald wordt hoe de verplichtingen onderling tussen partijen worden verdeeld en waarin een stageplan wordt opgenomen.
Met inachtneming van de overeenkomst bedoeld in lid 1 kan de werkzoekende aanspraak maken van de vergoedingen bepaald in het besluit van de Waalse Regering van 8 februari 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 08/02/2002 pub. 01/03/2002 numac 2002027223 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen sluiten betreffende het toekennen van bepaalde voordelen aan de stagiairs die een beroepsopleiding krijgen.
De werkzoekende komt in aanmerking voor een forfaitaire vergoeding ten belope van negentien euro per gepresteerde dag, namelijk vijfennegentig euro per week indien hij het bewijst voorlegt van de boeking van een huisvesting, de overeenkomst voor precaire bewoning of de ondertekende huurovereenkomst betreffende een woning in de taalregio als bedoeld in artikel 22, lid 2.
Art. 24.De werkzoekende schrijft zich complementair in bij de gewestelijke dienst voor arbeidsbemiddeling van de plaats waar de inleefstage plaatsvindt. HOOFDSTUK IV. - Kortdurende beurzen toegekend aan leerlingen, studenten en lerenden Afdeling 1. - Inhoud van de beurs en toekenningsvoorwaarden
Art. 25.De Dienst kan, binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, beurzen toekennen ter dekking van het geheel of een deel van de kosten voor een kortdurend taalbad, online of met fysieke aanwezigheid in talenschool, een schoolinrichting of in een onderneming, in België of in het buitenland.
Art. 26.Een persoon kan in aanmerking komen voor de beurs voor het taalbad als bedoeld in dit hoofdstuk als zij tegelijk: 1° minstens achttien jaar oud is op het ogenblik van de aanvraag;2° niet werkzoekende is, niet de wettelijke pensioenleeftijd heeft bereikt, niet onder een arbeidsovereenkomst valt of een statutaire betrekking onderhoudt en geen enkele activiteit uitoefent als zelfstandige in bij- of in hoofdberoep;3° op het ogenblik van de indiening van de aanvraag: a) ofwel regelmatige leerling is in een algemene secundaire onderwijsinrichting, in een kwalificerende, technische onderwijsinrichting, in het kunst- of beroepsonderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, regelmatige leerling of student is in een onderwijsinrichting van sociale promotie georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap of in een onderwijsinrichting van het hoger onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap;b) ofwel een regelmatige lerende is in een vormingscentrum van het IFAPME-net;4° de taalvaardigheden nodig zijn in haar beroeps-, studie- of professionele project, haar studie- of opleidingsproject.
Art. 27.De beurs dekt geheel of ten dele de kosten aangegaan door de persoon voor: 1° vervoersbewijzen in één enkele heen- en terugreis tussen zijn of haar woonplaats en zijn of haar plaats van huisvesting;2° de factuur van de talenschool, de onderwijsinrichting of de taaloperator voor de kostprijs van de cursussen, de organisatie van de opleiding en de huisvesting;3° de factuur voor de huisvesting als deze niet inbegrepen is in de factuur van de taalschool, de schoolinrichting of de taaloperator;4° de kosten voor reizen met het openbaar vervoer tussen de woonplaats en de taalschool, de onderwijsinrichting of de onderneming wanneer geen huisvesting aanwezig is. Voor de toepassing van lid 1, 2° en 3°, is de huisvesting buiten het Franse taalgebied en Brussel gelegen.
Art. 28.De persoon organiseert haar taalbad alleen of via een talenschool, een schoolinrichting of een taaloperator. Afdeling 2. - Nadere toekenningsregels
Art. 29.De Dienst kent de beurs, bedoeld bij dit hoofdstuk, toe op grond van een maandelijkse oproep tot de kandidaten, bekendgemaakt op de website van de Dienst.
Art. 30.§ 1. De persoon richt de beursaanvraag aan de Dienst via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet, middels het formulier voor de aanvraag van een financiële tegemoetkoming, beschikbaar op de website van de Dienst.
De Minister bevoegd voor Vorming bepaalt de vereiste informatie en documenten. § 2. De Dienst gaat na of de aanvraag volledig is, ten opzichte van de informatie en de documenten bedoeld in paragraaf 1 en bevestigt er de ontvangst van binnen de vijftien dagen na ontvangst ervan.
Wanneer de aanvraag onvolledig is, licht de Dienst de persoon daarover in via de zending waarmee ontvangst bevestigd wordt van de aanvraag.
De persoon dient de opgevraagde stukken en inlichtingen mee via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet.
De Dienst richt aan de persoon, binnen de vijftien dagen volgend op de datum van verzending van het bericht van ontvangst, een herinnering met de lijst van de ontbrekende stukken en inlichtingen.
Als de Dienst de ontbrekende stukken en inlichtingen binnen de vijftien dagen volgend op de ontvangst van het herinneringsschrijven als bedoeld in lid 4 niet ontvangt, wordt de aanvraag onbehandeld gelaten. De Dienst licht de persoon daar per aangetekend schrijven over in. § 3. De Adminstrateur-generaal van de Dienst of de gemachtigde persoon neemt, binnen de tien dagen volgend op de datum van afsluiten van de oproep tot het indienen van kandidaturen, een gemotiveerde beslissing in tot toekenning of weigering van de beurs ten opzichte van de toekenningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 26 en binnen de specifieke begrotingsperken, jaarlijks vastgesteld in de algemene uitgavenbegroting van het Waals Gewest. § 4. Dreigt de begrotingsenvelop, toegewezen aan de dienovereenkomstige maand en vastgelegd door de Dienst, overschreden te worden, dan wordt voorrang gegeven aan de criteria die navolgend in afnemende rangorde zijn gerangschikt: 1° aan de personen die regelmatig ingeschreven zijn in het kwalificerend onderwijs, regelmatig ingeschreven zijn in een leergang van het vormingscentrum van het IFAPME-net en die in aanmerking komen voor een studietoelage, veertig percent;2° aan het belang van de taalvaardigheden in het professionele project, twintig percent;3° aan de personen die slechts beperkte kansen hebben in het aanleren van talen in hun onderwijs- of vormingstraject, twintig percent;4° aan de taalbaden voor Nederlands of Duits, twintig percent. § 5. Onverminderd de voorwaarden voor de vereffening van de schijven van dit hoofdstuk heeft de toekenningsbeslissing betrekking op het globale bedrag van de beurs waarop de persoon aanspraak kan maken met inachtneming van de voorwaarden verwoord in dit hoofdstuk.
De persoon wordt door de Dienst per aangetekend schrijven, binnen de tien dagen te rekenen van de datum van de beslissing, van deze beslissing in kennis gesteld. Afdeling 3. - Nadere regels voor de vereffening en de verantwoording
van het gebruik van de beurs
Art. 31.§ 1. De beurs als bedoeld in artikel 25 wordt, na afloop van het taalbad, in één enkele schijf uitbetaald. § 2. De Dienst stort de beurs, binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de stukken als bedoeld in lid 2, rekening houdend met de voorgelegde stukken, op de bankrekening die te dien einde werd opgegeven. De Dienst richt een post- of elektronisch schrijven aan de persoon waarbij zij erover ingelicht wordt dat de procedure voor het storten van het beurssaldo is aangevat.
De storting van de beurs is verbonden aan de voorwaarde van het verzenden van volgende verantwoordingsstukken via een zending die van een vaste datum is voorzien, binnen een termijn van vijftien dagen volgend op de datum van zijn of haar terugkeer: 1° de factuur van de talenschool, de schoolinrichting of de taaloperator;2° de daadwerkelijke aanwezigheid op de cursussen, georganiseerd door de talenschool of de schoolinrichting, of in het geval van een inleefstage, de daadwerkelijke aanwezigheden in de onderneming;3° de factuur van de reis- en huisvestingskosten;4° de vervoerbewijzen van één enkele reis heen en terug tussen zijn woonplaats en zijn huisvestingslocatie. Indien de stukken niet binnen de in het tweede lid bedoelde termijn worden overgemaakt, stuurt de Dienst een herinnering bij aangetekend schrijven opdat de persoon bedoelde stukken binnen vijftien dagen na ontvangst van het herinneringsschrijven overlegt.
Behoudens geval van overmacht, beoordeeld door de Dienst, waaronder ernstige ziektes of het overlijden van een bloedverwant van de persoon en behoorlijk gestaafd aan de hand van een officieel document, is de beurs niet verschuldigd als de verantwoordingsstukken niet tijdig worden overgemaakt. De persoon kan zijn bemerkingen en zijn verweermiddelen te gelde maken binnen de vijftien dagen na ontvangst van de door de Dienst verzonden vorderingsschrijven. De Dienst bevestigt of weerlegt zijn aanvankelijke beslissing binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verweermiddelen.
De persoon betaalt het reeds geïnde voorschot terug binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven waarbij de terugbetalingsaanvraag die de Dienst aan hem gericht heeft bevestigd dan wel weerlegd wordt. § 3. Ter afwijking van paragraaf 1 wordt het bedrag van de beurs in twee schijven vereffend voor de persoon, regelmatig ingeschreven in het kwalificerend onderwijs, regelmatig ingeschreven in een leergang in een vormingscentrum van het IFAPME-net of die een studietoelage geniet.
De Dienst stort de eerste schijf, op de daartoe vermelde bankrekening aan de werkzoekende binnen 15 dagen na ontvangst van de bewijsstukken voor de uitbetaling van de eerste schijf, die overeenstemt met: 1° vijfenzeventig percent van het bedrag van de beurs indien deze een taalbad dekt in een taalschool met fysieke aanwezigheid;2° vijftig percent van het bedrag van de beurs in alle overige gevallen. De storting van de eerste schijf is verbonden aan de voorwaarde van het verzenden, door de persoon, via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet, van volgende verantwoordingsstukken: 1° het bewijs van een regelmatige inschrijving in een schoolinrichting van het kwalificerend onderwijs, in een vormingscentrum van het IFAPME-net of een document waarmee de toekenning van een studietoelage bewezen wordt;2° van het bewijs van de organisatie van het taalbad in een talenschool, een schoolinrichting of in een onderneming;3° in voorkomend geval, het bewijs van de boeking van een huisvesting. De tweede schijf is onderworpen aan de voorwaarde van de verzending van de bewijsstukken als bedoeld in paragraaf 2, lid 2.
Behoudens geval van overmacht, beoordeeld door de Dienst, waaronder ernstige ziektes of het overlijden van een bloedverwant van de werkzoekende en behoorlijk gestaafd aan de hand van een officieel document, is de beurs niet verschuldigd als de verantwoordingsstukken niet tijdig worden overgemaakt. De persoon kan zijn bemerkingen en zijn verweermiddelen te gelde maken binnen de vijftien dagen na ontvangst van de door de Dienst verzonden vorderingsbrief. De Dienst bevestigt of weerlegt zijn aanvankelijke beslissing binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verweermiddelen.
De persoon betaalt het reeds geïnde voorschot terug binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven waarbij de terugbetalingsaanvraag die de Dienst aan hem gericht heeft, bevestigd dan wel weerlegd wordt.
De Dienst stort, binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de stukken bedoeld in lid 4, de tweede schijf van de beurs, op nazicht van de voorgelegde stukken, op de door de persoon daartoe opgegeven bankrekening. De Dienst richt een ter post afgegeven of elektronisch schrijven aan de persoon waarbij hij het bericht krijgt dat de procedure voor de storting van het saldo van de beurs al dan niet is aangevat. § 4. In geval van ongerechtvaardigde afwezigheden op de cursussen of in de onderneming boven op het percentage van twintig procent van gedoogde ongerechtvaardigde afwezigheden is de beurs niet volledig verschuldigd.
In de zin van dit besluit wordt een afwezigheid gerechtvaardigd door: 1° de onpasselijkheid of ziekte van de persoon, gedekt door een medisch getuigschrift of een officieel document dat door een ziekenhuiscentrum is afgeleverd ;2° ieder document afgeleverd door een openbare overheid waaruit blijkt dat de persoon de tijdens de lesuren of de stage vervulde administratieve stappen niet op een ander ogenblik kon verrichten;3° de gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden bepaald door de Dienst, waaronder de ernstige ziektes of het overlijden van een bloedverwant van de persoon op basis van het overmaken van een officieel document. Als de persoon een voorschot gekregen heeft overeenkomstig paragraaf 3 van dit artikel, richt de Dienst een vorderingsbrief aan de persoon waarbij hij verzocht wordt om het reeds gestort en niet gerechtvaardigd bedrag van de beurs binnen de dertig dagen terug te betalen en om zijn afwezigheden te rechtvaardigen. § 5. In geval van onvoldoende onkosten is de beurs niet volledig maar naar rato van de gerechtvaardigde sommen verschuldigd. § 6. Het frauduleuze verkrijgen van de beurs geeft aanleiding tot de terugbetaling van de gestorte bedragen. Afdeling 4. - Taalbad in een geaccrediteerde talenschool of in een
schoolinrichting
Art. 32.De persoon die voldoet aan de voorwaarden verwoord in artikel 26 kan het voordeel van een beurs aanvragen voor een taalbad van twee of vier weken in een talenschool of in een schoolinrichting in Oostenrijk, Duitsland, België, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Ierland of Malta met een aanbod van: 1° minstens veertig volle lesuren wanneer het taalbad een duur van twee weken heeft;2° minstens tachtig volle lesuren wanneer het taalbad een duur van vier weken heeft.
Art. 33.Het taalbad bedoeld bij deze afdeling heeft betrekking op Nederlands, Duits of Engels.
Art. 34.Het maximumbedrag van de beurs, als bedoeld in artikel 32, bedraagt drie honderd vijftig euro voor een taalbad van twee weken en zeven honderd euro voor een taalbad van vier weken.
Ter afwijking van het eerste lid bedraagt het maximumbedrag van het taalbad waarvoor huisvestings- of reiskosten dienen te worden gemaakt buiten het Franse taalgebied, vijf honderd euro voor een taalbad van twee weken of duizend euro voor een taalbad van vier weken.
Het bedrag van de beurs bedoeld in leden 1 en 2 wordt vermeerderd met honderd percent als de persoon regelmatig ingeschreven is in het kwalificerend onderwijs, regelmatig ingeschreven is in een leergang bij het IFAPME of een studietoelage geniet. Afdeling 5. - Taalbad op afstand
Art. 35.De persoon die aan de voorwaarden verwoord in artikel 26 voldoet, kan het voordeel aanvragen van een beurs voor een taalbad op afstand voor een duur van minstens twee weken tot maximum zes maanden, voorgesteld door een talenschool of een schoolinrichting, waarbij minstens veertig volle lesuren worden aangeboden voor de totale periode.
Art. 36.Het taalbad op afstand heeft betrekking op Nederlands, Duits of Engels.
Art. 37.Het maximumbedrag van de beurs als bedoeld in artikel 35 bedraagt drie honderd vijftig euro.
Het bedrag van de beurs bedoeld in lid 1 wordt vermeerderd met honderd percent als de persoon regelmatig ingeschreven is in het kwalificerend onderwijs, regelmatig ingeschreven is in een leergang in een vormingscentrum van het IFAPME-net of een studietoelage geniet. Afdeling 6. - Inleefstage met taalbad
Art. 38.De persoon die voldoet aan de voorwaarden verwoord in artikel 26 kan het voordeel aanvragen van een beurs voor een taalbad van twee weken of vier weken in een onderneming in het Vlaamse Gewest, in de Duitstalige Gemeenschap, of in Oostenrijk, Duitsland, Nederland, Ierland of Malta, in voorkomend geval georganiseerd door een talenschool, een schoolinrichting of een taaloperator inhoudende : 1° een aanwezigheid van minstens veertig uren in de onderneming wanneer het taalbad een duur van twee weken heeft;2° een aanwezigheid van minstens tachtig uren in de onderneming wanneer het taalbad een duur van vier weken heeft.
Art. 39.Het in deze afdeling bedoelde taalbad heeft betrekking op ofwel: 1° het Nederlands voor een taalbad in het Vlaamse Gewest of in Nederland;2° het Duits voor een taalbad in Duitsland, Oostenrijk of in de Duitstalige Gemeenschap;3° het Engels voor een taalbad in Ierland of Malta.
Art. 40.De samenwerking tussen de onderneming en de persoon maakt het voorwerp uit van een overeenkomst die de verdeling van de verplichtingen tussen de contracterende partijen bepaalt en die een stageplan omvat. De type-overeenkomst die gebruikt moet worden is beschikbaar op de website van de Dienst.
Art. 41.Het maximumbedrag van de beurs, als bedoeld in artikel 38, bedraagt drie honderd vijftig euro voor de taalbadformule van twee weken en zeven honderd euro voor de taalbadformule van vier weken.
Ter afwijking van het eerste lid bedraagt het maximumbedrag van het taalbad waarvoor huisvestings- of reiskosten dienen te worden gemaakt buiten het Franse taalgebied, vijf honderd euro voor een taalbad van twee weken of duizend euro voor een taalbad van vier weken.
Het bedrag van de beurs bedoeld in vorige leden wordt vermeerderd met honderd percent als de persoon regelmatig ingeschreven is in het kwalificerend onderwijs, regelmatig ingeschreven is in een leergang in een vormingscentrum van het IFAPME-net of een studietoelage geniet. HOOFDSTUK V. - Langdurige beurzen voor personen met een afgesloten traject in het secundair onderwijs Afdeling 1. - Voorwerp van de beurs en toekenningsvoorwaarden
Art. 42.De Dienst kan onder de voorwaarden van dit besluit en binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten, beurzen toekennen die geheel of gedeeltelijk de kosten dekken die inherent zijn aan een langdurige taalbad met een duur van achttien weken tot tien maanden in een geaccrediteerde talenschool of een schoolinrichting, gelegen in België of in het buitenland.
Art. 43.Een persoon kan in aanmerking komen voor de beurs voor het langdurig taalbad, beoogd in dit hoofdstuk, onder volgende samengevoegde voorwaarden: 1° op het ogenblik van het taalbad is hij of zij bloedverwant van een certificering met een einddiploma van het secundair onderwijs of een Belgische gelijkwaardigheidsbeslisisng of ieder ander in België erkend gelijkwaardig getuigschrift of een leergetuigschrift van het IFAPME ;2° hij of zij vraagt de beurs aan in het kalenderjaar van de certificatie met een einddiploma van het secundair onderwijs of van het leergetuigschrift van het IFAPME;3° ze verantwoordt een behoefte inzake taalvaardigheden in het professionele project, studieproject of opleidingsproject van de persoon;4° hij of zij is geslaagd voor de taalproef vereist in artikel 51, § 3.
Art. 44.De beurs dekt op forfaitair wijze de kosten gemaakt door de persoon voor: 1° de vervoerbewijzen van een enkele reis heen en terug tussen zijn woonplaats en zijn huisvestingslocatie;2° de factuur van de geaccrediteerde talenschool of van de geaccrediteerde taaloperator voor de kosten van de cursussen, van de organisatie van het verblijf en van de huisvesting;3° de huisvestingsfactuur indien niet-inbegrepen in de factuur van de geaccrediteerde talenschool of van de geaccrediteerde taaloperator;4° de abonnementen op het openbaar vervoer waarop ter plaatse is ingetekend. Afdeling 2. - Nadere toekenningsregels
Art. 45.De Dienst kent de in dit hoofdstuk bedoelde beurs op basis van een oproep tot de kandidaten toe.
De oproep tot de kandidaten is jaarlijks en begint op 15 januari en eindigt op 15 maart.
Art. 46.De persoon richt de beursaanvraag aan de hand van het formulier beschikbaar op de website van de Dienst, aan de Dienst via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet.
De Minister bevoegd voor Vorming bepaalt de vereiste informatie en documenten.
Art. 47.De Dienst controleert de volledigheid van de aanvraag ten opzichte van de gegevens en documenten als bedoeld in artikel 46, vereist in het aanvraagformulier en bericht ontvangst van de aanvraag binnen vijftien dagen na ontvangst ervan.
Wanneer de aanvraag onvolledig is, stelt de Dienst de persoon in de zending van het bericht van ontvangst van de aanvraag in kennis daarvan.
De persoon dient de opgevraagde stukken en inlichtingen via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet, in.
De Dienst richt binnen vijftien dagen na de datum van verzending van het bericht van ontvangst een herinneringsschrijven met de lijst van de ontbrekende stukken aan de persoon.
Indien de Dienst de ontbrekende stukken en gegevens niet ontvangt binnen vijftien dagen volgend op de in het vierde lid bedoelde herinnering, wordt de aanvraag onbehandeld gelaten. De Dienst licht de persoon bij aangetekend schrijven erover in.
Art. 48.§ 1. Wanneer de aanvraag volledig is, behandelt de Dienst de aanvraag ten opzichte van de toekenningsvoorwaarden: 1° vermeld in artikel 43 ;2° voor de in afdeling 4 bedoelde taalbaden. § 2. De Dienst stelt, binnen de vijftig dagen volgend op de datum van afsluiten van de oproep tot het indienen van kandidaten, een met redenen omklede rangschikking op van de aanvragen voor de taalbaden. § 3. Voor de vaststelling van de in § 2 bedoelde rangschikking verwijst de Dienst naar de volgende criteria die ingedeeld worden naar gelang van hun belang en volgens de weging bepaald als volgt: 1° de certificering met een einddiploma van het kwalificerend onderwijs, het leergetuigschrift van het IFAPME, de toekenning van een studietoelage van het schooljaar N of de toelaatbaarheid tot een studietoelage voor hoger onderwijs tegen de voorwaarden van het schooljaar N-1, worden veertig procent van de punten toegekend;2° het belang van de taalvaardigheden in het beoogde beroeps-, studie- of opleidingsproject worden veertig procent van de punten toegekend;3° het taalbad met betrekking tot het Nederlands, het Duits of een meertalenjaar, worden twintig procent van de punten toegekend. De toekenning van de beurs wordt beperkt tot de best gerangschikte dossiers.
De dienst "Talen" van de Dienst maakt het voorstel tot rangschikking aan de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon over. § 4. De beurs wordt binnen tien dagen na ontvangst van de rangschikking, en uiterlijk op 20 mei, door de administrateur-generaal van de Dienst of de door hem gemachtigd persoon toegekend of geweigerd ten opzichte van de in § 1 bedoelde toekenningsvoorwaarden, van de in paragraaf 3 bedoelde voorrangscriteria en binnen de specifieke begrotingsperken die jaarlijks worden bepaald in de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest. § 5. De Dienst beslist over de toekenning onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een certificering met een einddiploma van het secundair onderwijs of een beslissing van gelijkwaardigheid, erkend in België, overgemaakt door de persoon, uiterlijk op 15 juli van het jaar van verstrekken ervan.
Bij gebrek aan officieel getuigschrift afgeleverd door de Franse Gemeenschap geldt een attest van welslagen dat door de inrichting van het secundair onderwijs op erewoord afgeleverd wordt, als bewijs van het verkrijgen van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs.
Indien het getuigschrift in het kader van een tweede zittijd verkregen wordt, maakt de persoon uiterlijk op 15 juli van het vertrekjaar een document aan de Dienst over, waaruit blijkt dat hij voor de examens van de tweede zittijd is ingeschreven. Na afloop van daarvan maakt de persoon het bewijs van het verkrijgen van het getuigschrift van het hoger secundair onderwijs of van een Belgische beslissing over de gelijkwaardigheid over uiterlijk op 30 september van het jaar van aflevering van het document.
Indien hij op 15 juli van het vertrekjaar de vereiste documenten niet ontvangt, stuurt de Dienst binnen tien dagen een herinneringsschrijven bij aangetekend schrijven om de persoon eraan te herinneren dat de beurs niet verschuldigd zal zijn indien dit bewijs niet binnen vijftien dagen volgend op de zending van het herinneringsschrijven wordt overgemaakt.
Indien de persoon het bewijs van zijn welslagen binnen de voorgeschreven termijnen niet heeft overgemaakt, wordt de in het eerste lid bedoelde opschortende voorwaarde niet vervuld en wordt de beurs niet toegekend. § 6. Onverminderd de voorwaarden voor de toekenning en de uitbetaling van de schijven van dit hoofdstuk heeft de toekenningsbeslissing betrekking op het totaalbedrag van de beurs waarop de persoon aanspraak kan maken.
De Dienst deelt de beslissing bij aangetekend schrijven aan de persoon mee binnen tien dagen na de beslissing. Afdeling 3. - Nadere regels voor de uitbetaling en de rechtvaardiging
van het gebruik van de beurs
Art. 49.§ 1. De beurs bedoeld in artikel 42 wordt in twee schijven op degressieve wijze uitbetaald. § 2. De Dienst stort de eerste schijf die met 75 procent van de beurs overeenstemt, op de daartoe vermelde bankrekening aan de werkzoekende binnen 15 dagen na ontvangst van de bewijsstukken voor de uitbetaling van de eerste schijf .
De in § 1 bedoelde storting van de eerste schijf hangt af van de zending, door de persoon: 1° van het bewijs van het verkrijgen van het welslagen voor de studies van het secundair onderwijs, een Belgische gelijkwaardigheidsbeslissing of ieder gelijkwaardig getuigschrift erkend in België;2° het bewijs van de organisatie van het taalbad in een geaccrediteerde talenschool of in een schoolinrichting;3° het document ten bewijze van de toekenning van een studietoelage voor het schooljaar N of de toelaatbaarheid van de persoon of van de persoon of personen die fiscaal ten laste zijn van de persoon die wenst in aanmerking te komen voor de beurs of zij die in zijn of haar onderhoud, in een studiebeurs voor het hoger onderwijs voorzien tegen de voorwaarden van het schooljaar N-1, voor de vermeerderde beurs bedoeld in artikel 53, § 1, lid 2. Ter afwijking van lid 1 wordt de beurs, als de documenten nodig voor het bepalen van de toelaatbaarheid van de persoon tot een studietoelage voor het hoger onderwijs niet aan de Dienst kunnen worden overgemaakt voor 15 juli, in drie schijven vereffend, namelijk het voorschot van het bedrag van de basisbeurs binnen de termijn vastgesteld in lid 1, het voorschot van het bedrag van de vermeerdering binnen de vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de stukken; bedoeld in lid 2, 3° ; en het saldo volgens de bepalingen vastgesteld in paragraaf 6. § 3. Tegen uiterlijk 15 augustus van het jaar waarin de terugkeer van het taalbad plaatsvindt, maakt de persoon, via elk middel dat de zending van een vaste datum voorziet, de stukken aan de Dienst over die een verantwoording zijn van: 1° de daadwerkelijke aanwezigheden op de cursussen, georganiseerd door de schoolinrichting of de geaccrediteerde talenschool;2° de evaluatiedocumenten of de documenten van de werken gebonden aan het uitgevoerde project, waaronder, voor de immersie en het verslag van het bezoek in de onderneming opgemaakt door de persoon in de doeltaal. Indien de stukken niet binnen de in het eerste lid bedoelde termijn worden overgemaakt, stuurt de Dienst een herinneringsschrijven bij aangetekend schrijven opdat de persoon bedoelde stukken binnen vijftien dagen na ontvangst van het herinneringsschrijven overlegt.
Behoudens geval van overmacht, beoordeeld door de Dienst, waaronder ernstige ziektes of het overlijden van een bloedverwant van de werkzoekende en behoorlijk aangetoond aan de hand van een officieel document, is de beurs niet verschuldigd als de verantwoordingsstukken niet tijdig worden overgemaakt. De persoon kan zijn bemerkingen en zijn verweermiddelen te gelde maken binnen de vijftien dagen na ontvangst van de door de Dienst verzonden schuldvordering. De Dienst bevestigt of weerlegt zijn aanvankelijke beslissing binnen een termijn van vijftien dagen te rekenen van de ontvangst van de verweermiddelen.
De persoon betaalt het reeds geïnde voorschot terug binnen de dertig dagen na ontvangst van het schrijven waarbij de terugbetalingsaanvraag die de Dienst aan hem gericht heeft bevestigd dan wel weerlegd wordt. § 4. Uiterlijk 15 september van het jaar van de terugkeer uit het taalbad, organiseert de Dienst de datum voor de presentatie van de taaltoets na het taalbad.
Indien de taaltoets niet wordt afgelegd of indien de vooruitgang in het taalniveau ontoereikend is; zoals bedoeld in artikel 53, § 2, dan is de tweede schijf van vijfentwintig percent niet door de Dienst verschuldigd, behoudens overmacht of buitengewone omstandigheden, beoordeeld door de Dienst en behoorlijk gerechtvaardigd. § 5. In geval van ongerechtvaardigde afwezigheden op de cursussen boven op het percentage van tien procent van toegelaten ongerechtvaardigde afwezigheden is de beurs niet volledig verschuldigd. Het reeds gestorte voorschot blijft verworven naar rato van de gerechtvaardigde sommen en van de gepresteerde dagen.
De Dienst richt een vorderingsbrief aan de persoon, waarin hij hem verzoekt om het reeds gestorte en ongerechtvaardigde bedrag van de beurs zelfs in geval van verbetering van de talenkennis binnen dertig dagen terug te betalen en, in voorkomend geval, om zijn afwezigheden te rechtvaardigen.
In de zin van dit besluit wordt een afwezigheid gerechtvaardigd door: 1° de onpasselijkheid of ziekte van de persoon, gedekt door een medisch getuigschrift of een officieel document dat door een ziekenhuiscentrum van de plaats van het taalbad is afgeleverd ;2° elk document afgeleverd door een openbare overheid waaruit blijkt dat de persoon de tijdens de lesuren of de stage vervulde administratieve stappen niet op een ander ogenblik kon verrichten;3° de gevallen van overmacht of buitengewone omstandigheden bepaald door de Dienst, waaronder de ernstige ziekten of het overlijden van een bloedverwant van de persoon op basis van het overmaken van een officieel document. § 6. Binnen tien dagen na de datum van het afleggen van de taaltoets na het taalbad van de persoon en mits indiening van de verantwoordingsstukken als bepaald in paragraaf 3, beslist de Dienst over de uitbetaling de tweede schijf van de beurs ten opzichte van de overgemaakte stukken en deelt hij zijn beslissing aan de persoon mee.
De Dienst richt, al naar gelang de keuze van de persoon, gemaakt in het formulier bedoeld in artikel 46, een ter post afgegeven of elektronisch schrijven aan de persoon waarbij hij het bericht krijgt dat de procedure voor de storting van het saldo van de beurs al dan niet is aangevat. § 7. Het frauduleuze verkrijgen van de beurs geeft aanleiding tot de terugbetaling van de gestorte bedragen. Afdeling 4. - Taalbad in een geaccrediteerde talenschool of in een
schoolinrichting
Art. 50.§ 1. Een persoon die voldoet aan de voorwaarden verwoord in artikel 43 kan een beurs aanvragen voor een taalbad van achttien weken tot tien maanden in een geaccrediteerde talenschool of een schoolinrichting, waarbij minstens twintig lesuren per week worden aangeboden. § 2. Het taalbad heeft betrekking op het Nederlands, het Duits, het Engels, of een combinatie van twee van die talen, hierna meertalig jaar genoemd, in de volgende regio's en landen: 1° voor het Nederlands, het Vlaams Gewest, Nederland;2° voor het Duits, de Duitstalige Gemeenschap, Duitsland, Oostenrijk;3° voor het Engels, Ierland, Malta, het Verenigd Koninkrijk buiten Québec, de continentale staten van de Verenigde Staten en elk ander land dat door de Minister gepast wordt geacht op voorstel van de Dienst. Voor het taalbad, georganiseerd in een talenschool, door een geaccrediteerde taaloperator, neemt de Dienst enkel voornoemde Europese regio's en landen of die landen die door de Minister gepast worden geacht op voorstel van de Dienst, overeenkomstig lid 1, 3°, in aanmerking.
Art. 51.§ 1. De voorgestelde formules hebben betrekking op ofwel: 1° een volledig schooljaar in een schoolinrichting in één enkele taal;2° een volledig schooljaar in een geaccrediteerde taalschool in het Nederlands of in het Duits;3° een halfjaar in een schoolinrichting of een geaccrediteerde talenschool in één enkele taal;4° een meertalig jaar in de zin van artikel 50, van twee schoolsemesters, in twee verschillende talen maar met een mogelijke combinatie van een halfjaar in een geaccrediteerde school en een halfjaar in een schoolinrichting. In een schoolinrichting wordt het taalbad gegeven in een studieniveau gelijkwaardig aan het niveau van het voorlaatste of van het laatste jaar van het secundair onderwijs of van het eerste jaar van het hoger onderwijs. In een geaccrediteerde talenschool omvat het taalbad minstens achttien weken taallessen per halfjaar. § 2. Naast het leren in een geaccrediteerde taalschool of een schoolinrichting omvat het taalbad een moment bestemd voor één of meer bezoeken in plaatselijke bedrijven met een maximale duur van twaalf uur per halfjaar waarvoor door de persoon een verslag in de doeltaal opgemaakt wordt en aan het einde van het taalbad wordt afgegeven.
De bezoeken in ondernemingen kunnen virtueel plaatsvinden met een aangepaste duur mits voorafgaandelijke instemming van de Dienst. § 3. Het taalbad vereist een voorafgaandelijke minimale talenkennis.
Het vereiste taalniveau is A1 in de taal van de immersie en A2 + 50 in het Nederlands of het Duits indien het project een eentalig taalbad in het Engels is.
Art. 52.Een geaccrediteerde operator of de persoon organiseert het in deze afdeling bedoelde taalbad. De geaccrediteerde operator is verantwoordelijk voor de organisatie van het taalbad en zorgt voor de bescherming en de bijstand aan de persoon.
Art. 53.§ 1. De beurs bedoeld in artikel 50 heeft een forfaitair bedrag van twee duizend euro per halfjaar.
De beurs wordt vermeerderd met honderd percent als de persoon over een certificering met een einddiploma van het secundair onderwijs in het kwalificerend onderwijs, een leergetuigschrift van het IFAPME beschikt, of de personen die fiscaal ten laste zijn van de persoon die de beurs wenst te genieten of de personen die in zijn onderhoud voorzien, komt in aanmerking voor een studietoelage van het schooljaar N of is toelaatbaar voor een studietoelage voor hogere studies tegen de voorwaarden van het schooljaar N-1. § 2. De uitbetaling van de tweede schijf van de beurs hangt af van de verbetering van het niveau in de doeltaal die vereist wordt aan het einde van het in deze afdeling bedoelde taalbad.
De aan de terugkeer vereiste verbetering schommelt volgens het niveau van vertrek volgens de volgende tabel:
Eentalige stage 1 jaar
Niveau van vertrek
Minimale verlangde verbetering:
A1
2 niveaus
A2
anderhalf niveau
Vanaf A2+75
1 niveau
B2
1/2 niveau
De stage van één semester en een meertalig jaar
Niveau van vertrek
Minimale vereiste verbetering per halfjaar:
Tot A2+25
1 niveau
A2+50
3/4 van het niveau
B1
1/2 niveau
B2
1/4 van het niveau
Voor het in artikel 50, § 2, bedoelde taalbad "meertalig jaar", is de vereiste totale verbetering gelijkwaardig aan de som van de minimale verbeteringen van de twee halfjaren.
De minimale vooruitgang in één van beide talen kan, ter afwijking, van een half niveau zijn voor zover de vooruitgang in de andere taAl het bereiken van de totale vereiste vooruitgang mogelijk maakt overeenkomstig artikel 53, § 2, lid 3.
Vanaf een vertrekniveau B1 is de minimale verbetering in één van de twee talen een kwartniveau en wordt verplicht gecompenseerd door de verbetering in de andere taal.
Vanaf een vertrekniveau C1 wordt de taaltoets afgelegd en moeten de uitslagen van de bij de terugkeer afgelegde toets minstens gelijkwaardig zijn aan de uitslagen van de toets voor het vertrek naar het taalbad. HOOFDSTUK VI. - Samenvoeging
Art. 54.Eénzelfde persoon kan in aanmerking komen voor maximaal twee beurzen voor taalbaden als ofwel: 1° beide taalbaden minstens één inleefstage bevatten ;2° beide taalbaden in twee verschillende talen uitgevoerd worden. Voor de toepassing van lid 1, 1°, kan de persoon, als de taalbaden in dezelfde taal plaatsvinden en het eerste taalbad uitgevoerd is in een geaccrediteerde talenschool of in een schoolinrichting, enkel in aanmerking komen voor de voorbereidende cursussen bepaald voor de inleefstages met taalbad in artikel 18, lid 3, en artikel 22, lid 6.
In afwijking van lid 1 kan een werkzoekende in aanmerking komen voor een maximum van drie beurzen voor taalbaden als deze taalbaden uitgevoerd worden in minstens twee verschillende talen en als twee van deze drie taalbaden taalbaden zijn in het Vlaamse Gewest of in de Duitstalige Gemeenschap als bedoeld bij afdeling 6 van hoofdstuk 3.
In afwijking van lid 1 kan de persoon die in aanmerking komt voor een beurs voor een taalbad dat tijdens het eerste derde van de bepaalde duur onderbroken wordt wegens overmacht een nieuwe aanvraag indienen met het oog op het verkrijgen van een nieuwe beurs voor een taalbad mits toestemming van de Dienst. HOOFDSTUK VII. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 55.Voor de berekening van de termijnen van dit besluit wordt de dag van de akte, die het vertrekpunt van de termijn is, niet meegerekend. De vervaldag wordt meegerekend in de termijn. Indien die dag evenwel een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag is, wordt de vervaldag evenwel uitgesteld tot de eerstkomende werkdag, namelijk iedere dag onder uitsluiting van de zaterdagen, de zondagen en de wettelijke feestdagen.
Art. 56.De Dienst wordt ermee belast de beurzen die onrechtmatig gestort of gebruikt zijn, of die ongerechtvaardigd zijn gebleven, met alle rechtsmiddelen terug te vorderen.
Art. 57.Jaarlijks verricht de Dienst een evaluatie van de uitvoering van de hoofdstukken 3, 4 en 5 en deelt het evaluatieverslag mee aan de Minister bevoegd voor Vorming en aan de "Conseil économique, social et environnemental de Wallonie".
Het evaluatieverslag bedoeld in lid 1 heeft minstens betrekking op het aantal toegekende beurzen, de verdeling van de beurzen per soort en per activiteitssector of beroep. Voor de hoofdstukken 3 en 5 heeft het eveneens betrekking op de voortgang van het niveau van de taalvaardigheden van de beursgerechtigden. Voor hoofdstuk 3 heeft het eveneens betrekking op het traject van de werkzoekenden in de twaalf maanden van het taalbad. De verschillende gegevens die in het evaluatieverslag worden opgenomen, worden anoniem gemaakt.
Elke promotie- of informatiecampagne omvat verplicht de vermelding van de deelname van het Waalse Gewest.
Art. 58.§ 1. Elke partij is verantwoordelijk voor de door haar, in uitvoering van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten verwerkte gegevens.
Elke partij waarborgt de inachtneming van de rechten van de personen betrokken bij de gegevensverwerking. § 2. De Dienst verwerkt de persoonsgegevens van de kandidaten en de personen die een beurs voor een taalbad genieten overeenkomstig artikel 4/1 van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten.
De gegevens van de kandidaten en de personen die in aanmerking komen voor een beurs voor een taalbad worden centraal verwerkt, geaggregeerd en bewaard in hun enig dossier. § 3. De Dienst en de geaccrediteerde taaloperator worden gemachtigd om wat betreft de personen die een beurs genieten voor een taalbad de gegevenscategorieën, bedoeld in artikel 4/1, § 1, 1°, 3°, 5°, 7°, 8°, 9°, 10° en 19°, van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten uit te wisselen. § 4. De Dienst en de geaccrediteerde taalschool worden gemachtigd om wat betreft de personen die een beurs genieten voor een taalbad de gegevenscategorieën, bedoeld in artikel 4/1, § 1, 1°, 3°, 5°, 7°, 8°, 9°, 10° en 19°, van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten uit te wisselen. § 5. De Dienst en de schoolinrichting worden gemachtigd om wat betreft de personen die een beurs genieten voor een taalbad de gegevenscategorieën, bedoeld in artikel 4/1, § 1, 1°, 3°, 5°, 7°, 8°, 9°, 10° en 19°, van het decreet van 6 mei 1999Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/05/1999 pub. 08/07/1999 numac 1999027535 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende de "Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi" (1) type decreet prom. 06/05/1999 pub. 20/04/2000 numac 2000027033 bron ministerie van het waalse gewest Decreet houdende de eerste aanpassing van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor het begrotingsjaar 1999 type decreet prom. 06/05/1999 pub. 09/06/1999 numac 1999027444 bron ministerie van het waalse gewest Decreet tot wijziging van hoofdstuk V van de wet van 2 april 1962 tot oprichting van een Nationale Investeringsmaatschappij en van de Gewestelijke Investeringsmaatschappijen sluiten uit te wisselen. § 6. De geaccrediteerde taaloperator, de geaccrediteerde talenschool, de taaloperator, de onderneming en de schoolinrichting verwerken de administratieve gegevens, de gegevens betreffende de studies, de vormingen en de beheerste talen, de gegevens betreffende de beroepskwalificaties, de beroepsaspiraties en in voorkomend geval de beroepservaringen, evenals de gegevens betreffende de acties uitgevoerd in het kader van het taalbad betreffende de persoon die in aanmerking komt voor de beurs voor een taalbad voor zover als nodig voor de uitvoering van hun opdrachten. § 7. De geaccrediteerde taaloperator en de geaccrediteerde talenschool bewaren de persoonsgegevens verwerkt in het kader van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten maximum gedurende tien jaar te rekenen van het einde van het taalbad. HOOFDSTUK VIII. - Opheffings- en overgangsbepalingen
Art. 59.Het besluit van de Waalse Regering van 8 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 08/09/2016 pub. 30/09/2016 numac 2016027277 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming wordt opgeheven.
In afwijking van lid 1 is het besluit van de Waalse Regering van 8 september 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 08/09/2016 pub. 30/09/2016 numac 2016027277 bron waalse overheidsdienst Besluit van de Waalse Regering tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014 betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten tot uitvoering van de artikelen 40 en 41 van het decreet van 20 februari 2014Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/02/2014 pub. 13/03/2014 numac 2014201601 bron waalse overheidsdienst Decreet betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming sluiten betreffende het talenplan en tot wijziging van verschillende decreten inzake beroepsvorming van toepassing op de beurzen toegekend voor de inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 60.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2023.
Namen, 21 december 2022.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE