gepubliceerd op 20 september 2022
Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie
19 JULI 2022. - Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie
De Waalse Regering, Gelet op het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, artikelen 5/6, § 4, 46, lid 3, 47, lid 1, 47/1, § 1, 47/2, 47/8, 47/9, lid 2, 47/11, § 3, 47/12, § 1, lid 3 en § 2, lid 3, 47/13, § 1, lid 1 en 4, en § 2, 47/14, § 1, lid 4, en § 2, 47/15 § 1/1, laatste lid, § 1/2, laatste lid, en § 1/3, laatste lid, 47/17, § 3, 410/1, § 1, laatste lid, en § 2, laatste lid, 410/2, 410/3, § 1, § 2, eerste lid, 4°, tweede en vierde lid, § 3, eerste lid, en § 4, 410/4, 410/5, tweede lid, 410/6, 410/7, § 1, derde lid, en § 2, derde en vierde lid, 410/8, § 1, lid 1, en § 2, 410/9, § 1, laatste lid, en § 3, laatste lid, 410/10, § 1, § 2, lid 1, 4°, lid 2 en 4, § 3, lid 1, en § 4, 410/11, 410/12, § 2, 410/13, 410/14, § 1, derde lid, en § 2, derde en vierde lid, 410/15, § 1, eerste lid, en § 2, 410/16, 410/17, derde lid, 410/18, § 1, § 2, eerste lid, punt 5, tweede en vierde lid, § 3, eerste lid, en § 4, 410/19, 410/20, § 1, lid 2, en § 2, 410/21, § 1, lid 3, en § 2, lid 3 en 4, 410/22, § 1, lid 1, en § 2, 410/25, 410/26, § 1, lid 1, § 2, lid 1, lid 2 en 3, § 3 en § 4, 410/28, § 2, 410/29, 410/30, § 1, lid 3, en § 2, lid 3 en 4, 410/31, § 1, lid 1, en § 2, 410/32, § 1, lid 1, en § 4, 410/33, lid 2, 410/34, lid 3, 410/36, derde lid, 410/38, 410/39, § 1, derde lid, en § 2, derde en vierde lid, 410/40, § 1, eerste lid, en § 2, ingevoegd bij het
decreet van 2 mei 2019Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
02/05/2019
pub.
14/10/2019
numac
2019204530
bron
waalse overheidsdienst
Decreet tot wijziging van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de preventie en de bevordering van de gezondheid
sluiten, en gewijzigd bij het decreet van 3 februari 2022;
Gelet op het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid;
Gelet op het Regentsbesluit van 19 mei 1949 tot vaststelling van de modaliteiten van toekenning van subsidies ten laste van het fonds tot krachtdadige bestrijding van de tuberculose;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 maart 1961 houdende bepaling van de nadere regels en voorwaarden voor de subsidiëring door het "Fonds des affections respiratoires" inzake tuberculosepreventie;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 november 1978 houdende rationalisering van de opsporing en de profylaxe van tuberculose door de socio-profylactische equipes voor tuberculosebestrijding, evenals de toekenning van toelagen voor deze bestrijding en de vaststelling van de voorwaarden volgens dewelke zij worden toegekend;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 januari 1979 houdende rationalisering van de opsporing en de profylaxe van tuberculose door de socio-profylactische equipes voor tuberculosebestrijding, evenals de toekenning van toelagen voor deze bestrijding en de vaststelling van de voorwaarden volgens dewelke zij worden toegekend;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 13 juli 1984 tot regeling van de erkenning van de arbeidsgeneeskundige diensten;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 23 juli 1985 houdende organisatie van de socio-profylactische equipes die belast worden met de bestrijding van de tuberculose en de ademhalingsziekten van sociale aard alsmede met opdrachten van gezondheidsopleiding, houdende toekenning van subsidies daartoe en vaststelling van de voorwaarden voor die toekenning;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 13 juli 1987 tot regeling van de erkenning van de arbeidsgeneeskundige diensten;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 30 juli 1987 tot vaststelling van de vergoeding voor reiskosten toegekend aan de leden van de Commissie voor de erkenning van de arbeidsgeneeskundige diensten;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029293 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap, en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 december 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/12/1997 pub. 31/12/1997 numac 1997029473 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot regeling van de samenstelling en de werking van de "Conseil consultatif de prévention du Sida" sluiten tot regeling van de samenstelling en de werking van de "Conseil consultatif de prévention du Sida" (Adviesraad voor Aids-preventie in de Franse Gemeenschap);
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 februari 1998 tot bepaling van de procedures tot erkenning en intrekking van de erkenning van de gemeenschapsdiensten en de plaatselijke centra voor gezondheidspromotie, en de opdrachten van het centrum voor operationeel onderzoek inzake volksgezondheid;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 12/09/2002 pub. 22/11/2002 numac 2002029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van het model van de overeenkomst bedoeld bij artikel 11, lid 2, van het besluit van 17 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de Gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en sommige maatregelen voor zijn uitvoering sluiten tot bepaling van het model van de overeenkomst bedoeld bij artikel 11, lid 2, van het besluit van 17 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de Gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en sommige maatregelen voor zijn uitvoering;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 19 september 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 19/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002029504 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het model van de beoordelingsstaat en van de persoonlijke fiche voor de vastbenoemde leden van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 19/09/2002 pub. 13/11/2002 numac 2002029540 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de samenstelling van de Sturingscommissie opgericht bij het decreet van 27 maart 2002 betreffende de sturing van het onderwijssysteem van de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 19/09/2002 pub. 26/11/2002 numac 2002029548 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het model van het inspectieverslag over het vast benoemd lid van het technisch personeel van de psycho-medisch-sociale centra van de Franse Gemeenschap type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 19/09/2002 pub. 30/10/2002 numac 2002029530 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot wijziging van verschillende verordeningsbepalingen met het oog op de overschakeling naar de euro type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 19/09/2002 pub. 13/11/2002 numac 2002029512 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende fusie van het internaat verbonden aan het « ITCF » van Rance en het internaat verbonden aan het koninklijk atheneum van Chimay sluiten tot bepaling van het model van de overeenkomst bedoeld bij artikel 11, lid 2, van het besluit van 17 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de Gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en sommige maatregelen voor zijn uitvoering;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/07/2003 pub. 07/11/2003 numac 2003200778 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het model voor de overeenkomst bedoeld in artikel 9, lid 2, punt 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten tot bepaling van het model van de overeenkomst bedoeld bij artikel 9, lid 2, punt 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029293 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten houdende organisatie van de Gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en sommige maatregelen voor zijn uitvoering;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten0 tot goedkeuring van het vijfjarenplan voor gezondheidspromotie 2004-2008;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten1 tot omschrijving van de specifieke opdrachten en de specifieke permanente bijdrage van de gemeenschapsdiensten voor gezondheidspromotie voor de periode van 1 september 2005 tot 31 augustus 2015;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten2 betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 december 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten3 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de adviescommissie inzake borstkankeropsporing;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten4 tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 januari 2010 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor gezondheidspromotie;
Gelet op het ministerieel besluit van 1 oktober 1962 genomen ter uitvoering van artikel 22 van het koninklijk besluit van 21 maart 1961 tot bepaling van de voorwaarden inzake de sociaal-medische tuberculosebestrijding, tot toekenning van subsidies ten bate van de bestrijding en tot vaststelling van de regelen waarnaar zij dienen toegekend;
Gelet op het rapport van 8 maart 2022 opgesteld overeenkomstig artikel 4, 2°, van het decreet van 3 maart 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 03/03/2016 pub. 14/03/2016 numac 2016201315 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet sluiten houdende uitvoering van de resoluties van de Vrouwenconferentie van de Verenigde Naties die in september 1995 in Peking heeft plaatsgehad en tot integratie van de genderdimensie in het geheel van de gewestelijke beleidslijnen, voor de aangelegenheden geregeld krachtens artikel 138 van de Grondwet;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 maart 2022;
Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 31 maart 2022;
Gelet op de beslissing van het inter-Franstalig overlegorgaan en van het ministerieel comité, gegeven op 7 april 2022;
Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 3 juni 2022;
Gelet op advies 71.738/4 van de Raad van State, gegeven op 13 juli 2022, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Gezondheid;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepaling
Artikel 1.Dit besluit regelt, overeenkomstig artikel 138 van de Grondwet, een materie bedoeld in artikel 128 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Invoeging van een Boek I/2 in het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid
Art. 2.In het tweede deel van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid, wordt een Boek I/2 met artikelen 12/4 tot 12/99 ingevoegd, luidend als volgt: "Boek I/II. Bevordering van de gezondheid met inbegrip van preventie Titel I. - Behandeling van de sociaal-sanitaire gegevens
Art. 12/4.Het onderzoek bedoeld in artikel 5/6, § 2, 2° van het decreetgevend deel van het Wetboek omvat: 1° de nadruk leggen op de sociaal-sanitaire kenmerken van het Waals grondgebied;2° het verzamelen, verwerken en verspreiden van de informatie die relevant is voor de opvolging van de beleidslijnen bedoeld in artikel 2/2 van het decreetgevend deel van het Wetboek;3° de identificatie van de beschikbare gegevens die relevant zijn voor het Waalse Gewest inzake gezondheid, handicap en gezin;4° het opstellen van een balans van de in 3° bedoelde gegevens;3° de deelname aan de opvolging van de toegekende subsidies en overheidsopdrachten gesloten ten laste van de begroting van het Agentschap voor de verzameling van gegevens, statistieken of onderzoeken;6° de coördinatie van de verschillende Waalse initiatieven inzake epidemiologie en gegevensverzameling.
Art. 12/5.Het Agentschap maakt jaarlijks een verslag bekend over de sociaal-sanitaire situatie.
Titel II. - Begripomschrijvingen
Art. 12/6.Voor de toepassing van dit Boek wordt verstaan onder: 1° documentatie : het geheel van technieken gericht op de permanente en systematische verwerking van documenten of gegevens die bestemd zijn voor de informatie van de gebruikers;2° lokalen toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit: speciaal uitgeruste lokalen, overeenkomstig de normen vermeld in artikelen 415 tot 415/16 van de gewestelijke stedenbouwkundige handleiding, om toegankelijk te zijn voor personen met beperkte mobiliteit;3° kennisgeving: postzending per aangetekend schrijven. Voor de toepassing van dit boek gelden de begripsomschrijvingen bedoeld in artikel 47/7 van het decreetgevend deel van het Wetboek.
Titel III. - Beleid inzake bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie HOOFDSTUK 1. - Plan ter bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie
Art. 12/7.§ 1. Twee jaar voor het verstrijken van het plan beslist de Minister, na advies van het stuurcomité, over de oprichting van werkgroepen.
De Minister bepaalt: 1° het aantal werkgroepen;2° het thema dat door elke werkgroep dient te worden behandeld;3° de vertegenwoordiging van de sectoren en doelgroepen in elke werkgroep met betrekking tot het in 2° bedoelde thema;4° de verslagleggingsfrequentie van elke werkgroep. De leden van elke werkgroep worden door het stuurcomité aangesteld.
De overeenkomstig de bovenstaande leden opgerichte werkgroepen hebben tot taak het stuurcomité voorstellen te doen over de prioritaire transversale en thematische gezondheidsdoelstellingen en over maatregelen ter bevordering van de gezondheid. § 2. Een jaar voor het verstrijken van het plan dient het stuurcomité, op grond van de voorstellen van de werkgroepen, een ontwerpplan in bij de Minister. § 3. De Minister of zijn afgevaardigde legt het ontwerpplan, in voorkomend geval nadat hij het gewijzigd heeft, ter raadpleging voor aan de bevolking, volgens een methodologie die hij zelf bepaalt.
Art. 12/8.De Minister dient het ontwerpplan voor advies in bij de Raad inzake strategie en prospectief onderzoek. Dit advies wordt uiterlijk twee maanden na de adviesaanvraag langs elektronische weg aan de Minister meegedeeld.
De minister legt het plan, samen met het advies van de Raad inzake strategie en prospectief onderzoek en de resultaten van de raadpleging van de bevolking als bedoeld in artikel 12/7, § 3, ter goedkeuring voor aan de Regering.
Het plan is in overeenstemming met nationale en internationale verbintenissen en overeenkomsten.
Het plan wordt voor vijf jaar aangenomen.
Het plan is progressief. De Regering of haar afgevaardigde brengt de aanpassingen aan in het plan die noodzakelijk zijn geworden door de gevolgen van de in het plan voorziene maatregelen en door de ontwikkeling van de gezondheidstoestand, na het advies van het stuurcomité te hebben aangevraagd. Het stuurcomité brengt zijn advies uit binnen de maand van de adviesaanvraag. HOOFDSTUK 2. - Stuurcomité
Art. 12/9.§ 1. Het stuurcomité bestaat uit gewone leden en vaste genodigden.
Indien een beslissing genomen moet worden via een stemming, nemen enkel de gewone leden eraan deel. § 2. De door de Minister aangewezen gewone leden zijn: 1° de Minister of diens afgevaardigde;2° een lid dat de sector van de eerstelijnszorg vertegenwoordigt, aangesteld op voorstel van het comité van de branche gezondheid van het Agentschap;3° twee leden van het Agentschap aangesteld op voorstel van de administrateur-generaal, onder de personeelsleden van de diensten van de branche "welzijn en gezondheid";4° een lid van het Agentschap aangesteld op voorstel van de administrateur-generaal, onder de personeelsleden van de diensten van de branche "handicap";5° een lid van het Agentschap aangesteld op voorstel van de administrateur-generaal, onder de personeelsleden van de diensten van de branche "gezin";6° twee leden aangesteld op voorstel van het overlegcomité van de lokale centra voor gezondheidsbevordering;7° een lid aangesteld op voorstel van het overlegcomité van de kenniscentra voor gezondheidsbevordering;8° een lid per programma voor preventieve geneeskunde aangesteld op voorstel van de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde;9° vier leden die de operatoren voor gezondheidsbevordering vertegenwoordigen, die op voorstel van een erkende federatie worden aangesteld;10° twee leden die de departementen of afdelingen voor medisch toezicht op het werk vertegenwoordigen;11° twee leden aangesteld op voorstel van de Waalse verzekeringsinstellingen;12° een lid van de "Ligue des Usagers des Services de Santé" ("LUSS") ;13° een lid van het "Réseau wallon de lutte contre la pauvreté" ("RWLP") (netwerk voor armoedebestrijding in Wallonië);14° een lid aangesteld op voorstel van de "Association des Provinces wallonnes" (Vereniging van de Waalse Provincies);15° een lid aangesteld op voorstel van de "Union des Villes et Communes de Wallonie" (Unie van de Waalse steden en gemeenten);16° een lid van de Waalse overheidsdienst, aangesteld op voorstel van de secretaris-generaal van de Waalse overheidsdienst, onder de personeelsleden van de diensten Mobiliteit en Infrastructuur;17° een lid van de Waalse overheidsdienst, aangesteld op voorstel van de secretaris-generaal van de Waalse overheidsdienst, onder de personeelsleden van de diensten Binnenlandse aangelegenheden en Sociale actie;18° een lid van de Waalse overheidsdienst, aangesteld op voorstel van de secretaris-generaal van de Waalse overheidsdienst, onder de personeelsleden van de diensten Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;19° een lid van de Waalse overheidsdienst, aangesteld op voorstel van de secretaris-generaal van de Waalse overheidsdienst, onder de personeelsleden van de diensten Economie, Tewerkstelling en Onderzoek; 20° een lid van de Waalse overheidsdienst, aangesteld op voorstel van de secretaris-generaal van de Waalse overheidsdienst, onder de personeelsleden van de diensten Ruimtelijke Ordening, Huisvesting, Erfgoed en Energie.] De gewone leden van het stuurcomité worden aangesteld voor een periode van vijf jaar, die kan verlengd worden.
Een plaatsvervangend lid wordt voor elk gewoon lid aangesteld. Dit plaatsvervangend lid zetelt enkel als het desbetreffendgewoon lid afwezig is.
Het gewone lid dat het comité verlaten heeft, wordt onmiddellijk vervangen voor de resterende duur van het mandaat van het vervangen gewone lid. § 3. De door de Minister aangewezen vaste genodigden zijn: 1° een vertegenwoordiger van elke universiteit in het Franse taalgebied, bevoegd inzake volksgezondheid;2° een vertegenwoordiger van de "Office de la Naissance et de l'Enfance". De vaste genodigden van het stuurcomité worden aangesteld voor een periode van vijf jaar, die kan verlengd worden.
De vaste genodigde dat het comité verlaten heeft, wordt onmiddellijk vervangen voor de resterende duur van het mandaat van de vervangen vaste genodigde. § 4. Het stuurcomité nodigt, naar gelang van de behoeften en de agenda, alle personen uit die erkend zijn om hun bijzondere deskundigheid inzake gezondheidsbevordering en wier aanwezigheid nuttig is voor de werkzaamheden.
Het stuurcomité nodigt, naar gelang van de behoeften en de agenda, vertegenwoordigers uit van de federale overheidsdiensten of van andere deelentiteiten waarvan de aanwezigheid nuttig is voor de werkzaamheden. § 5. Bij zijn installatie stelt het stuurcomité een bureau aan en kiest zijn voorzitter bij gewone meerderheid van stemmen van de aanwezige gewone leden.
Het secretariaat van het stuurcomité wordt verzorgd door het Agentschap. De notulen van de vergaderingen van het stuurcomité worden door het agentschap bewaard. De notulen worden bewaard tot ten minste 31 december van het tiende jaar na de opstelling daarvan. § 6. Het stuurcomité neemt zijn huishoudelijk reglement aan. § 7. Het stuurcomité vergadert zo vaak als zijn opdrachten zulks vereisen, en ten minste eenmaal per jaar.
Het stuurcomité vergadert op initiatief van zijn voorzitter, of wanneer een derde van zijn leden daarom verzoekt. HOOFDSTUK 3. - Besmettelijke ziektes
Art. 12/10.Zijn opgenomen In bijlage 145: 1° de lijst aangifteplichtige besmettelijke ziektes;2° de lijst pathogenen die in menselijke microbiologie moeten worden opgevolgd.
Art. 12/11.§ 1. Elke arts, apotheker-bioloog of zijn afgevaardigde die op de hoogte is van een geval, gelokaliseerd in het Franse taalgebied, dat bewezen is of van een vermoeden van een ziekte vermeld op de lijst bedoeld in artikel 12/10, meldt dit aan de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, de artsen en verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek. § 2. De aangiften bedoeld in artikel 47/13, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek worden ingediend op een beveiligd elektronisch platform dat door het Agentschap ingesteld of aangewezen is.
De aangever heeft toegang tot dit platform via een login en een wachtwoord die hem specifiek voor dit doeleinde worden toegekend.
Afhankelijk van de technologische ontwikkeling van het platform, kan de Minister bij besluit voorzien in een andere beveiligde toegangsmodus tot het platform. Dit besluit moet binnen zes maanden door de Regering worden bevestigd. Bij gebrek aan bevestiging binnen deze termijn houdt het ministerieel besluit op uitwerking te hebben.
De aangever die geen toegang heeft tot dit elektronische platform: 1° neemt telefonisch contact op met de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, de artsen en de verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek, om een mondelinge verklaring af te leggen;2° stuurt, indien telefonisch contact niet mogelijk is, een beveiligde email naar de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en de verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel, om het probleem te melden zonder persoonsgegevens mee te delen. Bij toepassing van lid 3 wordt de aangifte op het in het eerste lid bedoelde elektronische platform ingediend door de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
Het Agentschap vermeldt op zijn website: 1° de link naar het in lid 1 bedoelde elektronische platform;2° de te volgen procedure voor de indiening van een aangifte op het in lid 1 bedoelde elektronische platform;3° het algemene emailadres dat moet worden gebruikt voor de verzending van de in lid 3 bedoelde email, en de modaliteiten waarop dit emailadres moet worden gebruikt;4° het in lid 3 bedoelde telefoonnummer. § 3. De aangiften die op het in paragraaf 2 bedoelde elektronische platform worden ingediend, met inbegrip van de in artikel 47/14, § 1 bedoelde gegevens van het decreetgevend deel van het Wetboek, worden op een veilige manier bewaard.
Enkel de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, § 1 van het decreetgevend deel van het Wetboek hebben toegang tot deze aangiften en tot de gegevens bedoeld in artikel 47/14, § 1 van het decreetgevend deel van het Wetboek die erin zijn opgenomen.
De toegang wordt enkel verleend aan de in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen, door middel van een strikt persoonlijke login en paswoord. Het is de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek, verboden de login en het paswoord mee te delen aan wie dan ook.
Afhankelijk van de technologische ontwikkeling van het platform, kan de Minister bij besluit voorzien in een andere beveiligde toegangsmodus tot het platform. Dit besluit moet binnen zes maanden door de Regering worden bevestigd.
Het in paragraaf 2 bedoelde elektronische platform bevat een waarschuwingsmechanisme dat de in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen in kennis stelt zodra een aangifte is ingediend. § 4. Behalve in de in artikel 12/13 bedoelde gevallen worden de in artikel 47/14, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde gegevens bewaard gedurende de periode die noodzakelijk is voor de uitvoering van de gezondheidsmaatregelen, voor een maximale termijn van twee jaar.
Na het verstrijken van de in lid 1 bedoelde termijn van twee jaar organiseert het in paragraaf 2 bedoelde elektronische platform op geautomatiseerde wijze: 1° het volledig wissen van de gegevens bedoeld in artikel 47/14, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° de automatische anonimisering van de aangifte. § 5. Het enige doeleinde van het bewaren van de aangiften in een geanonimiseerde vorm is de verbetering van de doeltreffendheid van de profylactische maatregelen, inclusief voor strategische doeleinden. § 6. Indien het Agentschap een externe dienstverlener belast met het toezicht op besmettelijke ziekten, overeenkomstig artikel 47/14, § 1, vijfde lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek, beschikt deze externe dienstverlener over de rechten en plichten die in dit artikel worden erkend voor de gewestelijke gezondheidsinspecteurs, artsen en verpleegkundigen bedoeld in artikel 47/15, § 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
Art. 12/12.In afwijking van artikel 47/14, § 1, vierde lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek worden persoonsgegevens met betrekking tot bewezen gevallen van actieve of latente tuberculose en hun contacten na dertig jaar gewist en worden de gevallen geanonimiseerd.
De in artikel 12/11, § 4, tweede lid, bedoelde termijn van twee jaar wordt verlengd tot dertig jaar voor bewezen gevallen van actieve of latente tuberculose en hun contacten. HOOFDSTUK 4. - Programma's voor preventieve geneeskunde
Art. 12/13.§ 1. De Regering neemt elk programma voor preventieve geneeskunde aan na advies van het Agentschap. § 2. Voor de opstelling van elk programma voor preventieve geneeskunde richt het Agentschap een werkgroep op die bestaat uit: 1° vertegenwoordigers van het Agentschap;2° deskundigen die zijn gekozen vanwege hun kennis op het gebied van het programma voor preventieve geneeskunde. De Minister of zijn afgevaardigde wordt voor de vergaderingen van de werkgroep uitgenodigd. § 3. Het ontwerpprogramma voor preventieve geneeskunde opgesteld door de in paragraaf 2 bedoelde werkgroep wordt door tussenkomst van de Minister aan de Regering overgemaakt. § 4. Om de vijf jaar wordt het door de Regering goedgekeurde programma voor preventieve geneeskunde beoordeeld door de in paragraaf 2 bedoelde werkgroep.
Titel IV. - Instellingen voor gezondheidsbevordering en preventie HOOFDSTUK 1. - Lokale centra voor gezondheidsbevordering Afdeling 1. - Organisatie
Art. 12/14.§ 1. Om hun toevertrouwde taken naar behoren te kunnen vervullen, moeten de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering over lokalen beschikken die aan hun opdrachten zijn aangepast, met name met het oog op het ter beschikking stellen van de nodige documentatie voor de uitoefening van hun opdrachten. § 2. De lokalen zijn voor exclusief gebruik, duidelijk geïdentificeerd en toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit.
Voor de ruimten waarin op het moment van de inwerkingtreding van dit artikel een lokaal centrum voor gezondheidsbevordering gevestigd is, wordt de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit uiterlijk gewaarborgd: 1° na de uitvoering van de eerste verbouwingswerkzaamheden in die lokalen, met de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2 van de gewestelijke stedenbouwkundige gids;2° na verplaatsing van de activiteiten naar nieuwe ruimten die zijn gebouwd of verbouwd op grond van een na 3 juli 1999 afgegeven bouwvergunning. Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering dat beschikt over ruimten die toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit, mag zijn activiteiten niet overbrengen naar ruimten die niet toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit.
Wanneer de ruimten om een van de in lid 2 genoemde redenen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, biedt het plaatselijke gezondheidscentrum personen met beperkte mobiliteit of lijdend aan een sensoriële handicap alternatieve oplossingen die hen in staat stellen gebruik te maken van dezelfde diensten als valide personen. § 3. De plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering beschikken over een vergaderzaal.
De plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering beschikken over het meubilair en de uitrusting die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdrachten.
De plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering beschikken over de nodige instrumenten om bekendheid te geven aan de uitoefening van hun opdrachten.
Art. 12/15.Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering en het bijbehorende documentatiecentrum zijn vijf dagen per week gedurende ten minste drie uur per dag voor het publiek geopend, met uitzondering van de officiële feestdagen.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering sluit gedurende ten hoogste drie volle weken per jaar.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering vermeldt zijn openingstijden: 1° in zijn gecoördineerd actieprogramma bedoeld in artikel 410/3, § 2, eerste lid, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° in elk schrijven, elke email of andere verzending aan een persoon buiten het plaatselijk centrum voor gezondheidspromotie;3° in voorkomend geval, op de website van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering;4° bij de ingang van de lokalen waar het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering is gevestigd. Het documentatiecentrum en het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering zijn, buiten de openingsuren, alleen op afspraak toegankelijk.
Art. 12/16.De documentatie en de informatie die ter beschikking worden gesteld van de gebruikers van de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering worden bijgewerkt naar gelang van de ontwikkeling van de kennis, behoeften en situaties.
De documentatie wordt uitgewisseld tussen de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering, volgens de modaliteiten bepaald door het overlegcomité van de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering.
Art. 12/17.Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering voert zijn opdrachten uit binnen de grenzen van een in bijlage 143 bepaalde groep van gemeenten.
Eenzelfde lokaal centrum voor gezondheidsbevordering voert zijn opdrachten uit in slechts één groep van gemeenten als bepaald in bijlage 143.
Art. 12/18.§ 1. De Minister stelt op advies van het stuurcomité een model voor een gecoördineerd actieprogramma op.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering gebruikt dit model om zijn gecoördineerd actieprogramma vast te stellen.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering stelt zijn gecoördineerd actieprogramma vast in overleg met het overlegcomité van de lokale centra voor gezondheidsbevordering. § 2. Het lokale centrum voor gezondheidsbevordering dient zijn nieuwe gecoördineerde actieprogramma langs elektronische weg bij het Agentschap in vóór het einde van de zesde maand vóór het verstrijken van zijn lopende gecoördineerde actieprogramma.
In afwijking van het eerste lid dient het lokale centrum voor gezondheidsbevordering zijn eerste gecoördineerde actieprogramma langs elektronische weg bij het Agentschap in binnen zes maanden na zijn erkenning.
Het Agentschap zendt dit gecoördineerde actieprogramma, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van de in lid 1 of lid 2 bedoelde email toe aan de Minister.
De Minister keurt het gecoördineerde actieprogramma binnen drie maanden na ontvangst van dit gecoördineerde actieprogramma en het advies van het Agentschap goed. § 3. Het gecoördineerde actieprogramma is progressief. Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering voert de nodige aanpassingen in het gecoördineerde actieprogramma door als gevolg van het effect van de maatregelen bedoeld in dit programma, de aanpassingen van het plan en de evolutie van de gezondheidstoestand.
De in paragraaf 2 procedure is van toepassing op aanpassingen van de in het gecoördineerde actieprogramma vermelde doelstellingen.
Art. 12/19.De deontologische regels bedoeld in artikel 410/3, § 2, lid 1, 4° van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. Afdeling 2. - Overlegcomité van de lokale centra voor
gezondheidsbevordering
Art. 12/20.§ 1. Het overlegcomité van de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering doet aan de Regering en aan het Agentschap alle voorstellen die het nuttig acht om de doeltreffendheid van de uitvoering van de opdrachten van de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering te versterken en de kwaliteit van de interventies inzake gezondheidsbevordering te verbeteren. § 2. Het overlegcomité bestaat uit een afgevaardigde van elk plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering.
Worden op de vergaderingen ervan uitgenodigd: 1° een vertegenwoordiger van het Agentschap;2° een vertegenwoordiger van het overlegcomité van de kenniscentra voor gezondheidsbevordering; § 3. Het overlegcomité neemt zijn huishoudelijk reglement aan. § 4. Het overlegcomité vergadert zo vaak als zijn opdrachten zulks vereisen, en ten minste eenmaal per halfjaar.
Het overlegcomité vergadert op initiatief van zijn voorzitter, of wanneer een derde van zijn leden daarom verzoekt.
De notulen van de vergaderingen van het overlegcomité worden aan de leden en genodigden medegedeeld overeenkomstig de modaliteiten van het huishoudelijk reglement. De notulen van de vergaderingen van het overlegcomité worden bewaard tot ten minste 31 december van het tiende jaar na de opstelling daarvan. Afdeling 3. - Erkenning
Art. 12/21.Een enkel plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering wordt erkend per groep van gemeenten als bepaald in bijlage 143.
Art. 12/22.Naast de voorwaarden bedoeld in artikel 410/3, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek moet het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering, om erkend te worden: 1° beschikken over lokalen die voldoen aan de eisen van artikel 12/14, § 2;2° openingstijden aannemen die voldoen aan de eisen van artikel 12/15;3° zich ertoe verbinden zijn documentatie bij te werken overeenkomstig artikel 12/16, lid 1;4° zich ertoe verbinden deel te nemen aan het in artikel 12/16, lid 2, bedoelde mechanisme voor het delen van documentatie.
Art. 12/23.De erkenningsaanvraag wordt elektronisch door het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering bij het Agentschap ingediend, na een oproep in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel 410/3, § 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De termijn voor het indienen van de aanvraag wordt in de oproep vermeld.
De aanvraag omvat: 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....;f) de groep van gemeenten waarvoor het centrum wenst te worden erkend; g) de openingsdagen en -uren van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering;h) het aantal personeelsleden, met de werktijden;i) de in het multidisciplinair team aanwezige functies in voltijdsequivalenten;j) de aanduiding of de ruimten toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit, of de reden waarom de ruimten niet toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit;k) de verbintenis om een gecoördineerd actieprogramma op te stellen, zoals bedoeld in artikel 410/3, § 2, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;l) de verbintenis om het gecoördineerd actieprogramma uit te voeren, zoals bedoeld in artikel 410/3, § 2, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;m) de verbintenis om de door de Regering vastgestelde deontologische regels, bedoeld in artikel 410/3, § 2, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;n) de verbintenis om een jaarlijks activiteitenverslag in te dienen, zoals bedoeld in artikel 410/3, § 2, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;o) de verbintenis om deel te nemen aan het overlegcomité van de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering, zoals bedoeld in artikel 410/3, § 2, 6°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;p) de verbintenis om hun opdrachten uit te voeren in het kader van de uitvoering en de bijsturing van het plan, zoals bedoeld in artikel 410/3, § 3, tweede lid, 2°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;q) de verbintenis om de in artikel 12/22, 3°, bedoelde documentatie bij te werken;r) de verbintenis om deel te nemen aan het in artikel 12/22, 4°, bedoelde mechanisme voor het delen van documentatie;s) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de Raad van bestuur tijdens welke het besluit om erkenning aan te vragen is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° een verklaring op erewoord dat tenminste één lid van het multidisciplinaire team houder is van een masterdiploma in volksgezondheid of over vijf jaar relevante ervaring beschikt;5° Wanneer de ruimten toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, een beschrijving van deze ruimten die de toegankelijkheid bewijzen, in voorkomend geval met foto's of plannen;6° Wanneer de ruimten niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, elk document dat een afwijking van de verplichting tot toegankelijkheid rechtvaardigt, samen met de oplossingen bedoeld in artikel 12/14, § 2, laatste lid;7° elk ander document dat het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering relevant acht om zijn aanvraag te ondersteunen.
Art. 12/24.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen de maand na ontvangst van het dossier.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister spreekt zich uit over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na het overmaken van het volledige dossier door het Agentschap.
De erkenning vermeldt de groep van gemeenten waarvoor het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering erkend is.
De Minister of zijn afgevaardigde maakt zijn beslissing aan het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering bekend. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap overgemaakt. Afdeling 4. - Subsidiëring
Art. 12/25.§ 1. Het vaste deel van de subsidie, dat hetzelfde is voor alle plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering, bedraagt 300.000,00 EUR per jaar. § 2. Naast het in lid 1 bedoelde vaste gedeelte wordt aan elk plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering het in de onderstaande tabel aangegeven aanvullende bedrag toegekend, dat overeenstemt met de tranche voor de oppervlakte die door het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering bestreken wordt.
Nr. van de tranche
Minimale oppervlakte
Maximale oppervlakte
Bedrag
1
0 km2
999 km2
8.663,00 euro
2
1.000 km2
1.999 km2
17.326,00 euro
3
2.000 km2
2.999 km2
25.989,00 euro
4
3.000 km2
3.999 km2
34.652,00 euro
5
4.000 km2
5.000 km2
43.316,00 euro
§ 3. Naast het in lid 1 bedoelde vaste deel en het in lid 2 bedoelde aanvullende bedrag omvat het variabele deel van de subsidie eveneens het in de onderstaande tabel opgenomen bedrag dat overeenkomt met de tranche in verband met de synthetische indicator van de toegang tot de grondrechten ("ISADF") van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering.
Nr. van de tranche
Minimale « ISADF »
Maximale « ISADF »
Bedrag
5
0
0,19
64.973,00 euro
4
0,2
0,39
51.979,00 euro
3
0,4
0,59
38.984,00 euro
2
0,6
0,79
25.989,00 euro
1
0,8
1
12.995,00 euro
L'"ISADF" van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering komt overeen met het op twee decimalen afgeronde gemiddelde van de laatste "ISADF" van de gemeenten van het grondgebied dat het bestrijkt, zoals bekendgemaakt door het "Institut wallon de l'Evaluation, de la Prospective et de la Statistique" (Waals Instituut voor evaluatie, toekomstverwachting en statistiek) ("IWEPS"), op 1 januari van het betrokken begrotingsjaar. § 4. De subsidiebedragen in dit artikel zijn gekoppeld aan de spilindex 109,34 per 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de
wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
01/03/1977
pub.
05/03/2009
numac
2009000107
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 5. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie.
Art. 12/26.De Minister bepaalt per omzendbrief de lijst van de subsidiabele kosten die ten laste komen van de subsidie, zoals bedoeld in artikel 12/25.
Deze omzendbrief wordt elektronisch aan de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering overgemaakt.
Art. 12/27.§ 1. In afwijking van artikel 12/25 behoudt het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering dat voor het boekjaar 2022 een subsidie heeft ontvangen waarvan het bedrag hoger is dan het overeenkomstig artikel 12/25 berekende bedrag, het voordeel van het voor het jaar 2022 ontvangen bedrag. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in paragraaf 1 bedoelde subsidie, met uitzondering van de in artikel 12/1, paragraaf 1, tweede en derde lid, bedoelde indexering. § 3. Het artikel 12/26 is van toepassing op de krachtens paragraaf 1 toegekende subsidie. § 4. Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering dat voor één boekjaar de overeenkomstig artikel 12/25 berekende subsidie heeft ontvangen, kan niet langer aanspraak maken op het voordeel van dit artikel.
Art. 12/28.De diensten van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering zijn kosteloos, voorzover de daarmee verbonden kosten worden gedekt door de in artikel 12/25 bedoelde subsidie of die bedoeld in artikel 12/27.
Art. 12/29.Overeenkomstig artikel 410/6 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden de balans en de resultatenrekening opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. Afdeling 5. - Evaluatie
Art. 12/30.De Minister stelt het model van activiteitenverslag bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek op.
Dit model omvat: 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens met betrekking tot de uitvoering van het in artikel 12/18 bedoelde gecoördineerde actieprogramma;3° het in artikel 12/2 bedoelde dossier ter rechtvaardiging van het gebruik van de subsidie;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de in artikel 12/23 bedoelde erkenningsvoorwaarden behouden worden. Het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag wordt overeenkomstig artikel 12/3 aan het Agentschap overgemaakt.
Art. 12/31.Op basis van het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag analyseert het Agentschap jaarlijks de gegevens bedoeld in artikel 12/30, tweede lid, 2°.
Art. 12/32.§ 1. De evaluatie van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering is gebaseerd op: 1° het gecoördineerde actieprogramma;2° de ingediende activiteitenverslagen;3° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het gecoördineerde actieprogramma en de uitgevoerde acties vaststellen en verklaren;2° aanbevelingen uitwerken ter verbetering van de acties en praktijken van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering. § 3. De evaluatie wordt uitgevoerd tijdens een evaluatiegesprek dat, voor zover mogelijk, de volgende mensen betrekt: 1° alle leden van het multidisciplinaire team van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering;3° eventueel andere personen die gezamenlijk door het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering en het Agentschap worden uitgenodigd. Het evaluatiegesprek vindt ten minste éénmaal om de drie jaar op initiatief van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering of van het Agentschap plaats. § 4. Na afloop van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatieverslag op.
Dit evaluatieverslag wordt binnen de maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering heeft vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag één maand de tijd om zijn opmerkingen elektronisch bij het Agentschap in te dienen.
Het Agentschap verwerkt de opmerkingen van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering in het definitieve evaluatieverslag. § 5. Het definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering en het stuurcomité. Afdeling 6. - Controle en sancties
Onderafdeling 1. - Controle
Art. 12/33.§ 1. De administratieve controle bestaat erin na te gaan of aan de erkenningsvoorwaarden van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering is voldaan.
De financiële controle bestaat uit de controle van het gebruik van alle aan het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering toegekende subsidies. § 2. De conclusies van de in artikel 410/7, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde administratieve controle worden binnen zeven maanden na de overmaking van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering meegedeeld.
De conclusies van de in artikel 410/7, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde financiële controle worden binnen tien maanden na de overmaking van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering meegedeeld.
Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering heeft na ontvangst van de controlebevindingen één maand de tijd om zijn opmerkingen aan het Agentschap voor te leggen. Het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering kan voorstellen formuleren om de problemen die eventueel besproken zijn te verhelpen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 is artikel 12/34 van toepassing, wanneer de bevindingen van de controle tot intrekking van de erkenning kunnen leiden.
Onderafdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 12/34.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het dit plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn om hieraan te voldoen, die niet korter mag zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Na afloop van de nalevingstermijn doet het Agentschap, indien de vastgestelde tekortkomingen blijven bestaan, een voorstel tot intrekking van de erkenning, waarvan het kennis geeft aan het betrokken plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering.] Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen vanaf de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Het kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.
Binnen een termijn van vijftien dagen vanaf de hoorzitting wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan het verhoord plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering dat over 15 dagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden.] Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. HOOFDSTUK 2. - Kenniscentra voor gezondheidsbevordering Afdeling 1. - Organisatie
Art. 12/35.Wanneer een verzoek van een operator inzake gezondheidsbevordering betrekking heeft op een actie die op het grondgebied van één enkel plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering wordt gevoerd, stelt de operator inzake gezondheidsbevordering het betrokken plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering in kennis van dit verzoek en de verwerking ervan.
Art. 12/36.§ 1. Om de hun toevertrouwde opdrachten naar behoren te kunnen vervullen, beschikken de kenniscentra voor gezondheidsbevordering over ruimten die aan hun opdrachten zijn aangepast. § 2. De lokalen zijn voor exclusief gebruik, duidelijk geïdentificeerd en toegankelijk voor personen met beperkte mobiliteit.
Voor de ruimten waarin op het moment van de inwerkingtreding van dit artikel een kenniscentrum voor gezondheidsbevordering gevestigd is, wordt de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit uiterlijk gewaarborgd: 1° na de uitvoering van de eerste verbouwingswerkzaamheden in die lokalen, met de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2 van de gewestelijke stedenbouwkundige gids;2° na verplaatsing van de activiteiten naar nieuwe ruimten die zijn gebouwd of verbouwd op grond van een na 3 juli 1999 afgegeven bouwvergunning. Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering dat beschikt over ruimten die toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit, mag zijn activiteiten niet overbrengen naar ruimten die niet toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit.
Wanneer de ruimten om een van de in lid 2 genoemde redenen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, biedt het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering personen met beperkte mobiliteit of lijdend aan een sensoriële handicap alternatieve oplossingen die hen in staat stellen gebruik te maken van dezelfde diensten als valide personen. § 3. De kenniscentra voor gezondheidsbevordering beschikken over een vergaderzaal.
De kenniscentra voor gezondheidsbevordering beschikken over het meubilair en de uitrusting die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdrachten.
Art. 12/37.Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering is vijf dagen per week gedurende ten minste drie uur per dag voor het publiek geopend, met uitzondering van de officiële feestdagen.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering sluit gedurende ten hoogste drie volle weken per jaar.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering vermeldt zijn openingstijden: 1° in zijn gecoördineerd actieprogramma bedoeld in artikel 410/10, § 2, eerste lid, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° in elk schrijven, elke email of andere verzending aan een persoon buiten het kenniscentrum voor gezondheidspromotie;3° in voorkomend geval, op de website van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering;4° bij de ingang van de lokalen waar het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering is gevestigd. Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering is, buiten de openingsuren, alleen op afspraak toegankelijk.
Art. 12/38.§ 1. De Minister stelt op advies van het stuurcomité een model voor een gecoördineerd actieprogramma op.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering gebruikt dit model om zijn gecoördineerd actieprogramma vast te stellen.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering stelt zijn gecoördineerd actieprogramma vast in overleg met het overlegcomité van de kenniscentra voor gezondheidsbevordering. § 2. Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering dient zijn nieuwe gecoördineerde actieprogramma langs elektronische weg bij het Agentschap in vóór het einde van de zesde maand vóór het verstrijken van zijn lopende gecoördineerde actieprogramma.
In afwijking van het eerste lid dient het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering zijn eerste gecoördineerde actieprogramma langs elektronische weg bij het Agentschap in binnen zes maanden na zijn erkenning.
Het Agentschap zendt dit gecoördineerde actieprogramma, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van de in lid 1 of lid 2 bedoelde email toe aan de Minister.
De Minister keurt het gecoördineerde actieprogramma binnen drie maanden na ontvangst van dit gecoördineerde actieprogramma en het advies van het Agentschap goed. § 3. Het gecoördineerde actieprogramma is progressief. Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering voert de nodige aanpassingen in het gecoördineerde actieprogramma door als gevolg van het effect van de maatregelen bedoeld in dit programma, de aanpassingen van het plan en de evolutie van de gezondheidstoestand.
De in paragraaf 2 bedoelde procedure is van toepassing op de aanpassingen van de in het gecoördineerde actieprogramma vermelde doelstellingen.
Art. 12/39.De deontologische regels bedoeld in artikel 410/10, § 2, lid 1, 4° van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn in bijlage 144 vermeld. Afdeling 2. - Overlegcomité van de kenniscentra voor
gezondheidsbevordering
Art. 12/40.Het overlegcomité doet aan de Regering en aan het Agentschap alle voorstellen die het nuttig acht om de doeltreffendheid van de uitvoering van de opdrachten van de kenniscentra voor gezondheidsbevordering te versterken en de kwaliteit van de interventies inzake gezondheidsbevordering te verbeteren.
Art. 12/41.§ 1. Het overlegcomité is samengesteld uit één afgevaardigde van elk kenniscentrum voor gezondheidsbevordering.
Worden op de vergaderingen ervan uitgenodigd: 1° een vertegenwoordiger van het Agentschap;2° een vertegenwoordiger van het overlegcomité van de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering. § 2. Het overlegcomité neemt zijn huishoudelijk reglement aan. § 3. Het overlegcomité vergadert zo vaak als zijn opdrachten zulks vereisen, en ten minste eenmaal per halfjaar.
Het overlegcomité vergadert op initiatief van zijn voorzitter, of wanneer een derde van zijn leden daarom verzoekt.
De notulen van de vergaderingen van het overlegcomité worden aan de leden en genodigden medegedeeld overeenkomstig de modaliteiten van het huishoudelijk reglement. De notulen van de vergaderingen van het overlegcomité worden bewaard tot ten minste 31 december van het tiende jaar na de opstelling daarvan. Afdeling 3. - Erkenning
Art. 12/42.Naast de voorwaarden bedoeld in artikel 410/10, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek moet het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering, om erkend te worden: 1° over lokalen beschikken die voldoen aan de eisen van artikel 12/36, § 2;2° openingstijden aannemen die voldoen aan de eisen van artikel 12/37;3° over ervaring beschikken die relevant is voor de hem toegewezen opdrachten.
Art. 12/43.De erkenningsaanvraag wordt elektronisch door het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering bij het Agentschap ingediend, na een oproep in het Belgisch Staatsblad, overeenkomstig artikel 410/10, § 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De termijn voor het indienen van de aanvraag wordt in de oproep vermeld.
Voor elk van de in artikel 410/9, § 1, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek opgesomde opdrachten kan een afzonderlijke oproep worden bekendgemaakt.
De aanvraag omvat: 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering, met: a) het ondernemingsnummer, b) de identiteit van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren; e) contactgegevens, zoals adres, email, telefoonnummer.....;f) de openingsdagen en -uren van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering; g) het aantal personeelsleden, met de werktijden;h) de in het multidisciplinair team aanwezige functies in voltijdsequivalenten;i) de aanduiding of de ruimten toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit, of de reden waarom de ruimten niet toegankelijk zijn voor mensen met beperkte mobiliteit;j) de verbintenis om een gecoördineerd actieprogramma op te stellen, zoals bedoeld in artikel 410/10, § 2, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;k) de verbintenis om het gecoördineerd actieprogramma uit te voeren, zoals bedoeld in artikel 410/10, § 2, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;l) de verbintenis om de door de Regering vastgestelde deontologische regels, bedoeld in artikel 410/3, § 2, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;m) de verbintenis om een jaarlijks activiteitenverslag in te dienen, zoals bedoeld in artikel 410/3, § 2, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;n) de verbintenis om deel te nemen aan het overlegcomité van de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, zoals bedoeld in artikel 410/9, § 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek;o) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de Raad van bestuur tijdens welke het besluit om erkenning aan te vragen is aangenomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dit mandaat niet is bekendgemaakt in de bijlagen van het Belgisch Staatsblad;4° een verklaring op erewoord dat tenminste één lid van het multidisciplinaire team houder is van een masterdiploma in volksgezondheid of over vijf jaar relevante ervaring beschikt;5° het bewijs van een relevante ervaring in de opdrachten waarvoor erkenning wordt aangevraagd;6° Wanneer de ruimten toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, een beschrijving van deze ruimten die de toegankelijkheid bewijzen, in voorkomend geval met foto's of plannen;7° Wanneer de ruimten niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, elk document dat een afwijking van de verplichting tot toegankelijkheid rechtvaardigt, samen met de oplossingen bedoeld in artikel 12/36, § 2, laatste lid;8° elk ander document dat het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering relevant acht om zijn aanvraag te ondersteunen.
Art. 12/44.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag langs elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen de maand na ontvangst van het dossier.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Indien dit niet het geval is, wordt zijn erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap maakt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier over aan de Minister. § 4. De Minister spreekt zich uit over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na het overmaken van het volledige dossier door het Agentschap.
De Minister of zijn afgevaardigde maakt zijn beslissing aan het betrokken kenniscentrum voor gezondheidsbevordering bekend. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap overgemaakt. Afdeling 4. - Subsidiëring
Art. 12/45.§ 1. Het gedeelte van de subsidie dat bestemd is om de personeelskosten te dekken wordt berekend overeenkomstig de methode bedoeld in de volgende leden.
Voor elke categorie en schaalanciënniteit wordt de in tabel 1 van bijlage 146 vastgestelde schaal vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder die categorie en schaalanciënniteit valt, berekend op basis van een voltijdequivalent (38 uur per week).
In afwijking van lid 2, voor elke categorie en schaalanciënniteit wordt de in tabel 2 van bijlage 146 vastgestelde schaal vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder die categorie en schaalanciënniteit valt, berekend op basis van een voltijdequivalent (38 uur per week), wanneer het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering deel uitmaakt van de paritaire commissie 329.
Voor de toepassing van leden 2 en 3 wordt het aantal voltijdsequivalenten per categorie voor vijf jaar door de Minister in het erkenningsbesluit vastgesteld.
Voor de toepassing van leden 2 en 3 wordt de schaalanciënniteit bepaald op basis van de anciënniteit die van toepassing is voor de betaling van de bezoldigingen in de maand januari van het betrokken boekjaar. De anciënniteit bij een vorige werkgever wordt enkel in aanmerking genomen wanneer deze wordt bewezen overeenkomstig de regels die zijn vastgesteld door de paritaire commissie waarvan het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering deel uitmaakt.
Voor de toepassing van leden 2 tot 4 worden de personeelsleden voor wie de bezoldiging geheel of gedeeltelijk door een andere subsidie wordt gefinancierd, niet in aanmerking genomen voor zover hun bezoldiging door die andere subsidie wordt gedekt.
De bedragen vermeld in de barema's vastgesteld in bijlage 146 zijn gekoppeld aan de spilindex 109,34 per 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 2. Het deel van de subsidie dat de exploitatiekosten moet dekken omvat een forfaitair gedeelte dat gelijk is voor alle kenniscentra voor gezondheidsbevordering en een forfaitair gedeelte dat specifiek is aan de opdracht.
Het gemeenschappelijke forfaitaire bedrag is gelijk aan een bedrag van 10.000,00 euro, vermenigvuldigd met het aantal als voltijdequivalenten vastgestelde werknemers overeenkomstig paragraaf 1, waarbij worden meegerekend de werknemers die zijn belast met de in het erkenningsbesluit bedoelde opdrachten en wier bezoldiging geheel of ten dele door een andere subsidie wordt gefinancierd, voor zover hun bezoldiging door die andere subsidie wordt gedekt.
Het specifieke forfaitaire deel wordt door de Regering bepaald voor elk van de in artikel 410/9, § 1, lid 1, van het decreetgevend deel van het Wetboek opgesomde opdrachten. Dit gedeelte wordt aan het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering toegekend in functie van de opdrachten waarvoor het erkend wordt, en wordt in het erkenningsbesluit bepaald.
Het in lid 2 bedoelde bedrag van 10.000,00 euro is gekoppeld aan de spilindex 109,34 per 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. § 3. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie.
Art. 12/46.De Minister bepaalt per omzendbrief de lijst van de subsidiabele kosten die ten laste komen van de subsidie, zoals bedoeld in artikel 12/45.
Krachtens deze omzendbrief mag het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering de subsidiabele personeelskosten die het in artikel 12/45, paragraaf 1, bedoelde bedrag overschrijden, als exploitatiekosten aanrekenen.
Deze omzendbrief wordt elektronisch aan de kenniscentra voor gezondheidsbevordering overgemaakt.
Art. 12/47.§ 1. In afwijking van artikel 12/45 behoudt het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering dat voor het jaar 2022 een subsidie heeft ontvangen waarvan het bedrag hoger is dan het overeenkomstig artikel 12/45 berekende bedrag, het voordeel van het voor het jaar 2022 ontvangen bedrag. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in het eerste lid bedoelde subsidie, met uitzondering van de in artikel 12/1, paragraaf 1, tweede en derde alinea, bedoelde indexering. § 3. Artikel 12/46 is van toepassing op de krachtens paragraaf 1 toegekende subsidie. § 4. Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering dat voor een begrotingsjaar een subsidie heeft ontvangen die overeenkomstig artikel 12/45 is berekend, kan geen aanspraak meer maken op het voordeel van dit artikel.
Art. 12/48.Overeenkomstig artikel 410/13 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden de balans en de resultatenrekening opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen Afdeling 5. - Evaluatie
Art. 12/49.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek op.
Dit model bevat : 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens met betrekking tot de uitvoering van het gecoördineerde actieprogramma bedoeld in artikel 12/39 ;3° het dossier bedoeld in artikel 12/2 dat het gebruik van de subsidie rechtvaardigt;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of aan de in artikel 12/43 bedoelde erkenningsvoorwaarden is voldaan. Het verslag bedoel in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt aan het Agentschap overgemaakt overeenkomstig artikel 12/3.
Art. 12/50.Op basis van het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag analyseert het agentschap elk jaar de gegevens bedoeld in artikel 12/49, tweede lid, 2°.
Art. 12/51.§ 1. De evaluatie van het Kenniscentrum voor gezondheidsbevordering is gebaseerd op: 1° het gecoördineerde actieprogramma ;2° de ingediende activiteitenverslagen ;3° eerdere evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het gecoördineerde actieprogramma en de uitgevoerde acties op te merken en toe te lichten;2° aanbevelingen op te stellen om de acties en praktijken van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering te verbeteren. § 3. De evaluatie vindt plaats tijdens een evaluatiegesprek dat, voor zover mogelijk, bestaat uit : 1° alle leden van het multidisciplinair team van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering ;3° eventueel andere personen die gezamenlijk door het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering en het Agentschap worden uitgenodigd. Het evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering of op initiatief van het Agentschap, ten minste om de drie jaar. § 4 Na afloop van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatieverslag op.
Dit evaluatieverslag wordt binnen een maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het Kenniscentrum voor gezondheidsbevordering.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag, om zijn opmerkingen langs elektronische weg aan het Agentschap te doen toekomen.
Het Agentschap neemt de opmerkingen van het Kenniscentrum voor gezondheidsbevordering op in het definitieve evaluatieverslag. § 5. Het definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering en de stuurgroep. Afdeling 6. - Controle en sancties
Onderafdeling 1. - Controle
Art. 12/52.§ 1. De administratieve controle bestaat erin na te gaan of aan de voorwaarden voor erkenning van het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering wordt voldaan.
De financiële controle bestaat uit het controleren van het gebruik van de aan het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering toegekende subsidies. § 2. De conclusies van de in artikel 410/14, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde administratieve controle worden binnen zeven maanden na de indiening van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering toegezonden.
De conclusies van de in artikel 410/14, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde financiële controle worden binnen tien maanden na de indiening van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering toegezonden.
Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand vanaf de ontvangst van de conclusies om zijn opmerkingen aan het Agentschap voor te leggen. Het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering heeft de mogelijkheid om voorstellen te doen om eventuele problemen te verhelpen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 is artikel 12/53 van toepassing indien de conclusies van de audit kunnen leiden tot intrekking van de erkenning.
Onderafdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 12/53.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een kenniscentrum voor gezondheidsbevordering niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn waarbinnen het aan de eisen moet voldoen; deze termijn mag niet korter zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Aan het eind van de conformiteitstermijn doet het Agentschap een voorstel tot intrekking van de erkenning indien de geconstateerde tekortkomingen blijven bestaan, waarvan het kennis geeft aan het betrokken kenniscentrum voor gezondheidsbevordering.
Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen na de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken kenniscentrum voor gezondheidsbevordering uitgenodigd voor een hoorzitting, teneinde zijn argumenten naar voren te brengen. Zij kan zich laten bijstaan door een raadsman van haar keuze.
Binnen een termijn van vijftien dagen na het verhoor wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en ter kennis gebracht van het gehoorde kenniscentrum voor gezondheidsbevordering dat over vijftien dagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden.
Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van erkenning binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. HOOFDSTUK 3. - Operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde; Afdeling 1. - Organisatie
Art. 12/54.§ 1. Om de hun toevertrouwde taken naar behoren te kunnen vervullen, beschikken de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde over lokalen die aan hun opdrachten zijn aangepast. § 2. De lokalen moeten voor exclusief gebruik bestemd zijn, duidelijk geïdentificeerd zijn en toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.
Voor lokalen waarin op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel een operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is gevestigd, wordt de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit ten laatste gewaarborgd : 1° na de eerste verbouwingswerken die in de bedoelde lokalen worden uitgevoerd, met de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2 van de gewestelijke stedenbouwkundige handleiding;2° na de verplaatsing van de activiteiten naar nieuwe lokalen die werden gebouwd of verbouwd op basis van een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd na 3 juli 1999. Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde, dat beschikt over lokalen die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, kan zijn activiteiten niet overbrengen naar lokalen die niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.
Indien de lokalen om een van de in lid 2 genoemde redenen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, biedt het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde personen met beperkte mobiliteit of met een zintuiglijke handicap alternatieve oplossingen die hen in staat stellen gebruik te maken van dezelfde diensten als personen zonder handicap. § 3. De operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde beschikken over een vergaderzaal.
De operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde beschikken over het meubilair en de uitrusting die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdrachten.
Art. 12/55.Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is vijf dagen per week voor het publiek geopend, gedurende minimaal drie uur per dag, behalve op feestdagen.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde sluit gedurende maximaal drie volledige weken per jaar.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde geeft zijn openingstijden aan: 1° in zijn gecoördineerd actieprogramma bedoeld in artikel 410/18 van het decreetgevend deel van het Wetboek;2° in elke brief, e-mail of andere mededeling die wordt gericht aan een persoon buiten het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde;3° in voorkomend geval, op de website van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde;4° bij de ingang van het gebouw waar het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is ondergebracht; Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is buiten de openingsuren alleen op afspraak toegankelijk.
Art. 12/56.§ 1. De minister stelt op advies van de stuurgroep een modelprogramma van gecoördineerde acties op.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde gebruikt dit model om zijn gecoördineerd actieprogramma op te stellen.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde stelt zijn gecoördineerd actieprogramma op in overleg met de betrokken plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering. § 2. Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde zendt zijn nieuw gecoördineerd actieprogramma langs elektronische weg naar het Agentschap vóór het einde van de zesde maand vóór het verstrijken van zijn huidig gecoördineerd actieprogramma In afwijking van het eerste lid zendt het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde zijn eerste gecoördineerde actieprogramma binnen zes maanden na de erkenning ervan elektronisch toe aan het Agentschap.
Het Agentschap zendt dit gecoördineerde actieprogramma, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van de in lid 1 of lid 2 bedoelde elektronische indiening toe aan de Minister.
De Minister keurt het gecoördineerde actieprogramma binnen drie maanden na ontvangst van het gecoördineerde actieprogramma en het advies van het Agentschap goed. § 3. Het programma van gecoördineerde acties is van onbepaalde duur.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde past het gecoördineerde actieprogramma zo nodig aan op grond van het effect van de in het programma voorziene maatregelen, de aanpassingen van het plan en de ontwikkeling van de gezondheidssituatie.
De in paragraaf 2 bedoelde procedure is van toepassing op aanpassingen van de in het gecoördineerde actieprogramma vastgestelde doelstellingen.
Art. 12/57.De beroepsgedragsregels bedoeld in artikel 410/18, § 2, eerste lid, 5°, van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn opgenomen in bijlage 144.
Art. 12/58.Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde leeft alle internationale, Europese, federale en regionale bepalingen na inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en van de persoonsgegevens.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens waarvan het kennis heeft.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde stelt een protocol op met de technische en organisatorische maatregelen die het toepast om de beveiliging van de door hem verwerkte persoonsgegevens te waarborgen. Afdeling 2. - Erkenning
Art. 12/59.Naast de voorwaarden bepaald in artikel 410/18, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek, moet het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde om erkend te zijn : 1° over lokalen beschikken die voldoen aan de vereisten van artikel 12/54, § 2 ;2° openingsuren vaststellen die in overeenstemming zijn met de voorschriften van artikel 12/55 ;3° zich ertoe verbinden de geldende reglementering inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens, alsook de bepalingen inzake het beroepsgeheim en het medisch geheim na te leven, overeenkomstig artikel 12/58 ;4° zich ertoe verbinden de voorschriften inzake screening na te leven zoals bepaald in het programma voor preventieve geneeskunde;5° gedekt zijn door een beroepsaansprakelijkheidsverzekering;6° zich ertoe verbinden de wetenschappelijke methodes van de "evidence-based geneeskunde" te respecteren;7° zich ertoe verbinden een of meer programma's voor preventieve geneeskunde te beheren overeenkomstig artikel 410/17, eerste lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek;8° voldoen aan de specifieke erkenningsvoorwaarden vermeld in elk programma voor preventieve geneeskunde waarvoor het zich verbindt tot het verzekeren van het beheer.9° zich ertoe verbinden een systeem van samenwerking op te zetten om te voldoen aan de vereiste vervat in artikel 410/17, tweede lid, van het decreetgevend deel van het Wetboek.
Art. 12/60.De erkenningsaanvraag wordt door het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde elektronisch ingediend bij het Agentschap, na bekendmaking van een oproep tot het indienen van aanvragen in het Belgisch Staatsblad overeenkomstig artikel 410/18, § 3, van het decreetgevend deel van het Wetboek. De termijn voor indiening van de aanvraag wordt in het oproepingsbericht vermeld.
De aanvraag omvat: 1° een door het Agentschap opgesteld en door het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde ingevuld formulier dat het volgende vermeldt: a) het ondernemingsnummer;b) de identiteit van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging ;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele nevenvestigingen; e) contactgegevens, zoals post, e-mail, telefoon... ; f) de dagen en uren waarop het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde geopend is;g) het aantal personeelsleden, met inbegrip van de werktijden;h) de functies binnen het multidisciplinair team in voltijdequivalenten ;i) een indicatie van de toegankelijkheid van de lokalen voor personen met beperkte mobiliteit, of de reden waarom de lokalen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit;j) de verbintenis om een gecoördineerd actieprogramma op te stellen, zoals bedoeld in artikel 410/18, § 2, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek k) de verbintenis om het gecoördineerde actieprogramma bedoeld in artikel 410/18, § 2, 2° van het decreetgevend deel van het Wetboek uit te voeren;l) de verbintenis om de door de Regering vastgestelde beroepsgedragsregels, bedoeld in artikel 410/18, § 2, 5° van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;m) een verbintenis om een jaarlijks activiteitenverslag in te dienen, als bedoeld in artikel 410/18, § 2, 4° van decreetgevend deel van het Wetboek n) de verbintenis om de geldende reglementering inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en de persoonsgegevens, alsook de bepalingen inzake het beroepsgeheim en het medisch geheim na te leven, overeenkomstig artikel 12/59, 3° ;o) de verbintenis om de in artikel 12/59, lid 4, bedoelde wetgeving inzake opsporen na te leven;p) de verbintenis om een of meer programma's voor preventieve geneeskunde te beheren, als bedoeld in artikel 12/59, 7° ;q) de verbintenis om een systeem van samenwerking als bedoeld in artikel 12/59, lid 9, in te stellen;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de raad van bestuur waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dat mandaat niet bekendgemaakt is in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad ;4° een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat ten minste één lid van het multidisciplinair team een masterdiploma in de geneeskunde heeft;5° indien de lokalen toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, een beschrijving van deze lokalen die, in voorkomend geval met foto's of plannen, de toegankelijkheid rechtvaardigt ;6° wanneer de lokalen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, elk document dat een afwijking van de verplichting tot toegankelijkheid rechtvaardigt, vergezeld van de oplossingen bedoeld in artikel 12/54, § 2, laatste lid;7° het bewijs van beroepsaansprakelijkheidsverzekering;8° het protocol met de technische en organisatorische maatregelen die het operatiecentrum voor preventieve geneeskunde toepast om de veiligheid van de door hem verwerkte persoonsgegevens te waarborgen;9° de bewijzen die vereist zijn in de specifieke erkenningsvoorwaarden van elk programma voor preventieve geneeskunde dat het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde verbindt te beheren;10° elk ander document dat het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde nuttig acht ter ondersteuning van zijn aanvraag.
Art. 12/61.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag via de elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Indien het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap binnen een maand na ontvangst van het dossier om de ontbrekende of onvolledige documenten.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde beschikt over een termijn van een maand vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag om zijn dossier te vervolledigen. Zo niet wordt de erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap zendt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier toe aan de Minister. § 4. De Minister neemt een beslissing over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.
De Minister of zijn afgevaardigde stelt het betrokken operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde in kennis van zijn beslissing. Een afschrift van de beslissing wordt aan het Agentschap toegezonden. Afdeling 3. - Subsidiëring
Art. 12/62.§ 1. Het gedeelte van de subsidie dat bestemd is voor de personeelskosten wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in de volgende leden.
Voor elke categorie en schaalanciënniteit wordt de in tabel 1 van bijlage 146 opgenomen schaal vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder die categorie en schaalanciënniteit valt, berekend op basis van een voltijdsequivalent van 38 uur per week.
In afwijking van lid 2 wordt voor elke categorie en schaalanciënniteit de in tabel 2 van bijlage 146 opgenomen schaal vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder die categorie en schaalanciënniteit valt, berekend op basis van een voltijdsequivalent, d.w.z. 38 uur per week, wanneer het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde onder het gezag van het paritair comité 329 valt.
Voor de toepassing van het tweede en derde lid wordt het aantal voltijdsequivalenten per categorie voor vijf jaar door de Minister in het erkenningsbesluit vastgesteld.
Voor de toepassing van de leden 2 en 3 wordt de anciënniteit bepaald op basis van de anciënniteit die van toepassing is voor de betaling van de bezoldiging in januari van het betrokken boekjaar. De anciënniteit bij een vorige werkgever wordt alleen in aanmerking genomen wanneer deze is gecertificeerd volgens de regels die zijn vastgesteld door het paritair comité dat verantwoordelijk is voor het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde.
Voor de toepassing van de leden 2 tot en met 5 worden personeelsleden wier bezoldiging geheel of gedeeltelijk door een andere toelage wordt gefinancierd, niet in aanmerking genomen voorzover hun bezoldiging door die andere toelage wordt gedekt.
De bedragen van de schalen in bijlage 146 zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 109,34 op 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een stelsel van koppeling van bepaalde uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. § 2. Het gedeelte van de subsidie dat bestemd is voor de dekking van de exploitatiekosten omvat een vast gedeelte dat gemeenschappelijk is voor alle operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en een specifiek vast gedeelte per opdracht.
Het gemeenschappelijk forfaitair bedrag is gelijk aan een bedrag van 10.000,00 euro, vermenigvuldigd met het aantal overeenkomstig paragraaf 1 in voltijdsequivalenten vastgestelde werknemers, waarbij worden opgeteld de werknemers die zijn belast met de in het erkenningsbesluit bedoelde taken en wier bezoldiging geheel of gedeeltelijk door een andere subsidie wordt gefinancierd, voor zover hun bezoldiging door die andere subsidie wordt gedekt.
Het specifieke forfaitaire bedrag wordt door de Regering vastgesteld voor elk van de taken die zijn opgesomd in artikel 410/9, § 1, eerste alinea, van het decreetgevend deel van het Wetboek Dit deel wordt toegekend aan het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde naar gelang van de opdrachten waarvoor het is erkend en die in het erkenningsbesluit zijn gespecificeerd.
Het bedrag van 10.000,00 euro bedoeld in het tweede lid is gekoppeld aan het spilindexcijfer 109,34 op 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een stelsel van koppeling van bepaalde uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. § 3. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie.
Art. 12/63.De minister stelt bij omzendbrief de lijst vast van de subsidiabele kosten die ten laste komen van de subsidie, bedoeld in artikel 12/62.
Deze omzendbrief biedt het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde de mogelijkheid om de subsidiabele personeelskosten die het in artikel 12/62, lid 1, bedoelde bedrag overschrijden, als werkingskosten aan te rekenen.
Deze omzendbrief wordt elektronisch toegezonden aan de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde.
Art. 12/64.§ 1. In afwijking van artikel 12/62 behoudt het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde dat voor het jaar 2022 een subsidie heeft ontvangen waarvan het bedrag hoger is dan het overeenkomstig artikel 12/62 berekende bedrag, het voordeel van het voor het jaar 2022 ontvangen bedrag. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in het eerste lid bedoelde subsidie, met uitzondering van de in artikel 12/1, paragraaf 1, tweede en derde alinea, bedoelde indexering. § 3. Artikel 12/63 is van toepassing op de krachtens paragraaf 1 toegekende subsidie. § 4. Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde dat voor een begrotingsjaar een subsidie heeft ontvangen die overeenkomstig artikel 12/62 is berekend, kan geen aanspraak meer maken op het voordeel van dit artikel.
Art. 12/65.Overeenkomstig artikel 410/20, § 2 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden de balans en de resultatenrekening opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen Afdeling 4. - Evaluatie
Art. 12/66.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek op.
Dit model bevat : 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens met betrekking tot de uitvoering van het gecoördineerde actieprogramma bedoeld in artikel 12/57 ;3° het dossier bedoeld in artikel 12/2 dat het gebruik van de subsidie rechtvaardigt;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of aan de in artikel 12/60 bedoelde erkenningsvoorwaarden is voldaan. Het verslag bedoel in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt aan het Agentschap overgemaakt overeenkomstig artikel 12/3.
Art. 12/67.Op basis van het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag analyseert het agentschap elk jaar de gegevens bedoeld in artikel 12/66, tweede lid, 2°.
Art. 12/68.§ 1. De evaluatie van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is gebaseerd op : 1° het gecoördineerde actieprogramma ;2° de ingediende activiteitenverslagen ;3° eerdere evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het gecoördineerde actieprogramma en de uitgevoerde acties op te merken en toe te lichten;2° aanbevelingen op te stellen om de acties en praktijken van het operationeel centrum voor preventieve geneeskunde te verbeteren. § 3. De evaluatie vindt plaats tijdens een evaluatiegesprek dat, voor zover mogelijk, bestaat uit : 1° alle leden van het multidisciplinair team van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde ;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde;3° eventueel andere personen die gezamenlijk worden uitgenodigd door het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde en het Agentschap. Het evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde of op initiatief van het Agentschap, ten minste om de drie jaar. § 4 Na afloop van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatieverslag op.
Dit evaluatieverslag wordt binnen een maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde.
Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag, om zijn opmerkingen langs elektronische weg aan het Agentschap te doen toekomen.
Het Agentschap neemt de opmerkingen van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde op in het definitieve evaluatieverslag. § 5. Het definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde en de stuurgroep. Afdeling 5. - Controle en sancties
Onderafdeling 1. Controle
Art. 12/69.§ 1. De administratieve controle bestaat erin na te gaan of aan de voorwaarden voor erkenning van het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde is voldaan.
De financiële controle bestaat uit de verificatie van het gebruik van de eventueel aan het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde toegekende subsidies. § 2. De conclusies van de in artikel 410/21, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde administratieve controle worden binnen zeven maanden na de indiening van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde toegezonden.
De conclusies van de in artikel 2, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde financiële controle worden binnen zeven maanden na de indiening van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde toegezonden.
Het operationaliseringcentrum voor preventieve geneeskunde beschikt over een termijn van een maand vanaf de ontvangst van de conclusies om zijn opmerkingen aan het Agentschap voor te leggen. Het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde heeft de mogelijkheid om voorstellen te doen om eventuele problemen te verhelpen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 is artikel 12/70 van toepassing indien de conclusies van de audit kunnen leiden tot intrekking van de erkenning.
Onderafdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 12/70.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het het operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn waarbinnen het aan de eisen moet voldoen; deze termijn mag niet korter zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Aan het eind van de conformiteitstermijn doet het Agentschap een voorstel tot intrekking van de erkenning indien de geconstateerde tekortkomingen blijven bestaan, waarvan het kennis geeft aan het betrokken operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde. 2. Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen na de in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt het betrokken operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde uitgenodigd voor een hoorzitting om zijn argumenten naar voren te brengen.Hij kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.
Binnen een termijn van vijftien dagen na het verhoor wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en ter kennis gebracht van het gehoorde operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde dat over vijftien dagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden.
Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van erkenning binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier.
Art. 12/71.In geval van intrekking van de accreditatie waarborgt de regering de continuïteit van het programma voor preventieve geneeskunde door binnen zes maanden een ander operationaliseringscentrum voor preventieve geneeskunde te accrediteren. HOOFDSTUK 4. - Operatoren inzake gezondheidsbevordering Afdeling 1. - Organisatie
Art. 12/72.§ 1. Om de hun toevertrouwde taken naar behoren te kunnen vervullen, beschikken de operatoren van de gezondheidsbevordering over lokalen die aan hun taken zijn aangepast. § 2. Deze paragraaf is uitsluitend van toepassing op de operatoren van de gezondheidsbevordering wier taak erin bestaat het publiek in hun lokalen te ontvangen.
De lokalen moeten voor exclusief gebruik bestemd zijn, duidelijk geïdentificeerd zijn en toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.
Voor lokalen waarin op het tijdstip van de inwerkingtreding van dit artikel een operator in gezondheidsbevordering is gevestigd, wordt de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit ten laatste gewaarborgd : 1° na de eerste verbouwingswerken die in de bedoelde lokalen worden uitgevoerd, met de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2 van de gewestelijke stedenbouwkundige handleiding;2° na de verplaatsing van de activiteiten naar nieuwe lokalen die werden gebouwd of verbouwd op basis van een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd na 3 juli 1999. De operator inzake gezondheidsbevordering, die beschikt over lokalen die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, kan zijn activiteiten niet overbrengen naar lokalen die niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit.
Indien de lokalen om een van de in lid 3 genoemde redenen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, biedt de operator inzake gezondheidsbevordering personen met beperkte mobiliteit of met een zintuiglijke handicap alternatieve oplossingen die hen in staat stellen gebruik te maken van dezelfde diensten als personen zonder handicap. § 3. De operatoren inzake gezondheidsbevordering beschikken over het nodige meubilair en de nodige uitrusting om hun taken uit te voeren.
De operatoren inzake gezondheidsbevordering beschikken over de nodige instrumenten om bekendheid te geven aan hun werk.
Art. 12/73.§ 1. De minister stelt op advies van de stuurgroep een modelprogramma van gecoördineerde acties op.
De operator inzake gezondheidsbevordering gebruikt dit model om zijn programma van gecoördineerde acties op te stellen.
De operator inzake gezondheidsbevordering stelt zijn programma van gecoördineerde acties op in overleg met de betrokken plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering. § 2. De operator inzake gezondheidsbevordering dient zijn gecoördineerd actieprogramma binnen drie maanden na de goedkeuring ervan elektronisch in bij het Agentschap.
Het Agentschap zendt dit gecoördineerde actieprogramma, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van de in lid 1 of lid 2 bedoelde elektronische indiening toe aan de Minister.
De Minister keurt het gecoördineerde actieprogramma binnen drie maanden na ontvangst van het gecoördineerde actieprogramma en het advies van het Agentschap goed. § 3. Het gecoördineerde actieprogramma is in ontwikkeling. De operator inzake gezondheidsbevordering past het gecoördineerde actieprogramma aan als gevolg van het effect van de maatregelen in het programma, aanpassingen aan het plan en veranderingen in de gezondheidssituatie.
De in paragraaf 2 bedoelde procedure is van toepassing op aanpassingen van de in het gecoördineerde actieprogramma vastgestelde doelstellingen.
Art. 12/74.De beroepsgedragsregels bedoeld in artikel 410/26, § 2, eerste lid, 3°, van het decreetgevend deel van het Wetboek zijn opgenomen in bijlage 144. Afdeling 2. - Erkenning
Art. 12/75.Uiterlijk binnen zes maanden na de aanneming van het plan bepaalt de Regering, op voorstel van het stuurcomité, aan de hand van de transversale en thematische doelstellingen van dit plan, welke opdrachten zij wenst toe te vertrouwen aan erkende operatoren inzake gezondheidsbevordering.
Art. 12/76.Naast de voorwaarden van artikel 410/26, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek, moet de operator inzake gezondheidsbevordering, om te worden erkend : 1° over lokalen beschikken die voldoen aan de vereisten van artikel 12/72, § 2 wanneer deze vereisten op hem van toepassing zijn;2° zich ertoe verbinden de opdrachten uit te voeren waarvoor hij de erkenning vraagt.
Art. 12/77.De aanvraag tot erkenning wordt door de operator inzake gezondheidsbevordering bij het Agentschap ingediend, na bekendmaking van een oproep tot het indienen van aanvragen in het Belgisch Staatsblad. De termijn voor indiening van de aanvraag wordt in het oproepingsbericht vermeld.
Voor elk van de door de Regering overeenkomstig artikel 12/75 vastgestelde opdrachten kan een afzonderlijke oproep worden gedaan.
De aanvraag omvat: 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de operator inzake gezondheidsbevordering, dat het volgende bevat : a) het ondernemingsnummer;b) de identiteit van de operator inzake gezondheidsbevordering, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging ;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele nevenvestigingen; e) contactgegevens, zoals post, e-mail, telefoon... ; f) de dagen en werkuren van de operator inzake gezondheidsbevordering;g) het aantal personeelsleden, met inbegrip van de werktijden;h) de functies binnen het multidisciplinair team in voltijdequivalenten ;i) de verbintenis om een gecoördineerd actieprogramma op te stellen, zoals bedoeld in artikel 410/26, § 2, 1°, van het decreetgevend deel van het Wetboek j) de verbintenis om het gecoördineerde actieprogramma bedoeld in artikel 410/26, § 2, 1° van het decreetgevend deel van het Wetboek uit te voeren;k) de verbintenis om de door de Regering vastgestelde beroepsgedragsregels, bedoeld in artikel 410/26, § 2, 3° van het decreetgevend deel van het Wetboek, na te leven;l) de verbintenis om samen te werken met de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering die overeenstemmen met zijn werkgebied, als bedoeld in artikel 410/26, § 2, 4°, van het decreetgevend deel van het Wetboek;m) de verbintenis om een jaarlijks activiteitenverslag in te dienen, als bedoeld in artikel 410/26, § 2, 4° van decreetgevend deel van het Wetboek n) de verbintenis om de opdrachten uit te voeren waarvoor de erkenning wordt aangevraagd.o) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de raad van bestuur waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dat mandaat niet bekendgemaakt is in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad ;4° voor de operatoren inzake gezondheidsbevordering die onderworpen zijn aan de verplichting van artikel 12/72, § 2, indien de lokalen toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, een beschrijving van deze lokalen die, in voorkomend geval met foto's of plannen, de toegankelijkheid rechtvaardigt ;5° voor de operatoren inzake gezondheidsbevordering die onderworpen zijn aan de verplichting van artikel 12/72, § 2, wanneer de lokalen niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, elk document dat een afwijking van de verplichting tot toegankelijkheid rechtvaardigt, vergezeld van de oplossingen bedoeld in artikel 12/54, § 2, laatste lid;6° elk ander document dat de operator inzake gezondheidsbevordering nuttig acht ter ondersteuning van zijn aanvraag.
Art. 12/78.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag via de elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Indien het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap binnen een maand na ontvangst van het dossier om de ontbrekende of onvolledige documenten.
De operator inzake gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Doet hij dit niet, dan wordt zijn erkenningsaanvraag onontvankelijk verklaard. § 3. Het Agentschap zendt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier toe aan de Minister. § 4. De Minister neemt een beslissing over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.
De Minister of zijn afgevaardigde deelt zijn beslissing mee aan de betrokken operator inzake gezondheidsbevordering. Een afschrift van het besluit wordt aan het Agentschap toegezonden. Afdeling 3. - Subsidiëring
Art. 12/79.§ 1. Het gedeelte van de subsidie dat bestemd is voor de personeelskosten wordt berekend overeenkomstig het bepaalde in de volgende leden.
Voor elke categorie en schaalanciënniteit wordt de in tabel 1 van bijlage 146 opgenomen schaal vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder die categorie en schaalanciënniteit valt, berekend op basis van een voltijdsequivalent van 38 uur per week.
In afwijking van lid 2 wordt voor elke categorie en schaalanciënniteit de in tabel 2 van bijlage 146 opgenomen schaal vermenigvuldigd met het aantal werknemers dat onder die categorie en schaalanciënniteit valt, berekend op basis van een voltijdsequivalent, d.w.z. 38 uur per week, wanneer operator inzake gezondheidsbevordering onder het gezag van het paritair comité 329 valt.
Voor de toepassing van het tweede en derde lid wordt het aantal voltijdsequivalenten per categorie voor vijf jaar door de Minister in het erkenningsbesluit vastgesteld.
Voor de toepassing van de leden 2 en 3 wordt de anciënniteit bepaald op basis van de anciënniteit die van toepassing is voor de betaling van de bezoldiging in januari van het betrokken boekjaar. De anciënniteit bij een vorige werkgever wordt alleen in aanmerking genomen wanneer deze is gecertificeerd volgens de regels die zijn vastgesteld door het paritair comité dat verantwoordelijk is voor de operator inzake gezondheidsbevordering.
Voor de toepassing van de leden 2 tot en met 5 worden personeelsleden wier bezoldiging geheel of gedeeltelijk door een andere toelage wordt gefinancierd, niet in aanmerking genomen voorzover hun bezoldiging door die andere toelage wordt gedekt.
De bedragen van de schalen in bijlage 146 zijn gekoppeld aan het spilindexcijfer 109,34 op 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een stelsel van koppeling van bepaalde uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. § 2. Het gedeelte van de subsidie dat bestemd is voor de dekking van de exploitatiekosten omvat een vast gedeelte dat gemeenschappelijk is voor alle operatoren inzake gezondheidsbevordering en een specifiek vast gedeelte per opdracht.
Het gemeenschappelijk forfaitair bedrag is gelijk aan een bedrag van 10.000,00 euro, vermenigvuldigd met het aantal overeenkomstig paragraaf 1 in voltijdsequivalenten vastgestelde werknemers, waarbij worden opgeteld de werknemers die zijn belast met de in het erkenningsbesluit bedoelde taken en wier bezoldiging geheel of gedeeltelijk door een andere subsidie wordt gefinancierd, voor zover hun bezoldiging door die andere subsidie wordt gedekt.
Het specifieke forfaitaire bedrag wordt door de Regering vastgesteld voor elk van de taken die zijn opgesomd in artikel 410/9, § 1, eerste alinea, van het decreetgevend deel van het Wetboek Dit deel wordt toegekend aan de operator inzake gezondheidsbevordering naargelang van de opdrachten waarvoor hij erkend is, en gespecificeerd in het erkenningsbesluit.
Het bedrag van 10.000,00 euro bedoeld in het tweede lid is gekoppeld aan het spilindexcijfer 109,34 op 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een stelsel van koppeling van bepaalde uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. § 3. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie.
Art. 12/80.De Minister stelt bij omzendbrief de lijst vast van de subsidiabele kosten die ten laste komen van de subsidie, bedoeld in artikel 12/79.
Deze omzendbrief biedt de operator inzake gezondheidsbevordering de mogelijkheid om de subsidiabele personeelskosten die het in artikel 12/79, paragraaf 1, bedoelde bedrag overschrijden, als werkingskosten aan te rekenen.
Deze omzendbrief wordt elektronisch toegezonden aan de operatoren inzake gezondheidsbevordering.
Art. 12/81.§ 1. In afwijking van artikel 12/79 behoudt de operator inzake gezondheidsbevordering die voor het jaar 2022 een subsidie heeft ontvangen waarvan het bedrag hoger is dan het overeenkomstig artikel 12/79 berekende bedrag, het voordeel van het voor het jaar 2022 ontvangen bedrag. § 2. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in het eerste lid bedoelde subsidie, met uitzondering van de in artikel 12/1, paragraaf 1, tweede en derde alinea, bedoelde indexering. § 3. Artikel 12/80 is van toepassing op de krachtens paragraaf 1 toegekende subsidie. § 4. De operator inzake gezondheidsbevordering die voor een begrotingsjaar een subsidie heeft ontvangen die overeenkomstig artikel 12/79 is berekend, kan geen aanspraak meer maken op het voordeel van dit artikel.
Art. 12/82.Overeenkomstig artikel 410/29 van het decreetgevend deel van het Wetboek worden de balans en de resultatenrekening opgesteld op basis van het model opgenomen in bijlage 7 van het koninklijk besluit van 29 april 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen Afdeling 4. - Evaluatie
Art. 12/83.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek op.
Dit model bevat : 1° de partijen bedoeld in artikel 12/3;2° de gegevens met betrekking tot de uitvoering van het gecoördineerde actieprogramma bedoeld in artikel 12/74 ;3° het dossier bedoeld in artikel 12/2 dat het gebruik van de subsidie rechtvaardigt;4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of aan de in artikel 12/76 bedoelde erkenningsvoorwaarden is voldaan. Het verslag bedoel in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek wordt aan het Agentschap overgemaakt overeenkomstig artikel 12/3.
Art. 12/84.Op basis van het in artikel 46 van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde verslag analyseert het agentschap elk jaar de gegevens bedoeld in artikel 12/83, tweede lid, 2°.
Art. 12/85.§ 1. De evaluatie van de operator inzake gezondheidsbevordering is gebaseerd op: 1° het gecoördineerde actieprogramma ;2° de ingediende activiteitenverslagen ;3° eerdere evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen het gecoördineerde actieprogramma en de uitgevoerde acties op te merken en toe te lichten;2° aanbevelingen op te stellen om de acties en praktijken van de operator inzake gezondheidsbevordering te verbeteren. § 3. De evaluatie vindt plaats tijdens een evaluatiegesprek dat, voor zover mogelijk, bestaat uit : 1° alle leden van het multidisciplinair team van de operator inzake gezondheidsbevordering;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van de operator inzake gezondheidsbevordering ;3° eventueel andere personen die gezamenlijk door operator inzake gezondheidsbevordering en het Agentschap worden uitgenodigd. Het evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van de operator inzake gezondheidsbevordering of op initiatief van het Agentschap, ten minste om de drie jaar. § 4 Na afloop van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatieverslag op.
Dit evaluatieverslag wordt binnen een maand na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan de operator inzake gezondheidsbevordering.
De operator inzake gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand, te rekenen vanaf de ontvangst van het evaluatieverslag, om zijn opmerkingen langs elektronische weg aan het Agentschap te doen toekomen.
Het Agentschap neemt de opmerkingen van de operator inzake gezondheidsbevordering op in het definitieve evaluatieverslag. § 5. Het definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan de operator inzake gezondheidsbevordering en de stuurgroep. Afdeling 5. - Controle en sancties
Onderafdeling 1. - Controle
Art. 12/86.§ 1. De administratieve controle bestaat erin na te gaan of aan de voorwaarden voor erkenning van de operator inzake gezondheidsbevordering wordt voldaan.
De financiële controle bestaat uit het controleren van het gebruik van de aan de operator inzake gezondheidsbevordering toegekende subsidies. § 2. De conclusies van de in artikel 410/14, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde administratieve controle worden binnen zeven maanden na de indiening van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan de operator inzake gezondheidsbevordering toegezonden. § 2. De conclusies van de in artikel 410/14, § 2, van het decreetgevend deel van het Wetboek bedoelde financiële controle worden binnen tien maanden na de indiening van het jaarlijkse activiteitenverslag en binnen drie maanden na het einde van de controle langs elektronische weg aan de operator inzake gezondheidsbevordering toegezonden.
De operator inzake gezondheidsbevordering beschikt over een termijn van een maand vanaf de ontvangst van de conclusies om zijn opmerkingen aan het Agentschap voor te leggen. De operator inzake gezondheidsbevordering heeft de mogelijkheid om voorstellen te doen om eventuele problemen te verhelpen. § 3. In afwijking van paragraaf 2 is artikel 12/87 van toepassing indien de conclusies van de audit kunnen leiden tot intrekking van de erkenning.
Onderafdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 12/87.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een operator inzake gezondheidsbevordering niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het de operator inzake gezondheidsbevordering in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn waarbinnen het aan de eisen moet voldoen; deze termijn mag niet korter zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Aan het eind van de conformiteitstermijn doet het Agentschap een voorstel tot intrekking van de erkenning indien de geconstateerde tekortkomingen blijven bestaan, waarvan het kennis geeft aan de betrokken operator inzake gezondheidsbevordering. 2. Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen na de in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt de betrokken operator inzake gezondheidsbevordering uitgenodigd voor een hoorzitting om zijn argumenten naar voren te brengen.Hij kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.
Binnen een termijn van vijftien dagen na het verhoor wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en ter kennis gebracht van de gehoorde operator inzake gezondheidsbevordering die over vijftien dagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden.
Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van erkenning binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. HOOFDSTUK 5. - Federaties voor gezondheidsbevordering en preventie
Art. 12/88.De aanvraag tot erkenning wordt door de federatie voor gezondheidsbevordering en preventie bij het Agentschap ingediend, na bekendmaking van een oproep tot het indienen van aanvragen in het Belgisch Staatsblad. De termijn voor indiening van de aanvraag wordt in het oproepingsbericht vermeld.
De aanvraag omvat: 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door de federatie voor gezondheidsbevordering en preventie, dat het volgende bevat: a) het ondernemingsnummer;b) de identiteit van de federatie voor gezondheidsbevordering en preventie, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging ;d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele nevenvestigingen; e) contactgegevens, zoals post, e-mail, telefoon... ; f) het aantal leden van de federatie voor gezondheidsbevordering en preventie;g) de handtekening van de onder b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de raad van bestuur waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dat mandaat niet bekendgemaakt is in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad ;4° het activiteitenprogramma bedoeld in artikel 410/32, § 3, 3°, van het decreetgevend wetboek;5° elk ander document dat de federatie voor gezondheidsbevordering en preventie nuttig acht ter ondersteuning van zijn aanvraag.
Art. 12/89.§ 1. Het Agentschap bericht ontvangst van de erkenningsaanvraag via de elektronische weg binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Indien het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap binnen een maand na ontvangst van het dossier om de ontbrekende of onvolledige documenten.
De federatie voor gezondheidsbevordering en preventie beschikt over een termijn van een maand vanaf de in lid 1 bedoelde aanvraag om zijn dossier te vervolledigen. Zo niet wordt de erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap zendt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier toe aan de Minister. § 4. De Minister neemt een beslissing over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.
De Minister of zijn afgevaardigde deelt zijn beslissing mee aan de betrokken federatie voor gezondheidsbevordering en preventie. Een afschrift van het besluit wordt aan het Agentschap toegezonden.
Art. 12/90.§ 1. Aan elke erkende federatie voor gezondheidsbevordering en preventie wordt een subsidie van 82.000,00 euro toegekend. § 2. Het bedrag van 10.000,00 euro bedoeld in paragraaf 1 is gekoppeld aan het spilindexcijfer 109,34 op 1 oktober 2021 in de basis 2013 = 100. Deze bedragen worden aangepast overeenkomstig de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot instelling van een stelsel van koppeling van bepaalde uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Koninkrijk. § 3. De artikelen 12/1 en 12/2 zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde subsidie. § 4. De Minister stelt bij omzendbrief de lijst vast van de subsidiabele kosten die ten laste komen van de subsidie, bedoeld in dit artikel.
Deze omzendbrief wordt elektronisch toegezonden aan de federaties voor gezondheidsbevordering en preventie.
Art. 12/91.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een federatie voor gezondheidsbevordering en preventie niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet of zijn verplichtingen niet nakomt, stelt het deze federatie voor gezondheidsbevordering en preventie in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn waarbinnen het aan de eisen moet voldoen; deze termijn mag niet korter zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Aan het eind van de conformiteitstermijn doet het Agentschap een voorstel tot intrekking van de erkenning indien de geconstateerde tekortkomingen blijven bestaan, waarvan het kennis geeft aan de betrokken federatie voor gezondheidsbevordering en preventie.
Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen na de in lid 1 bedoelde kennisgeving wordt de betrokken federatie voor gezondheidsbevordering en preventie uitgenodigd voor een hoorzitting om zijn argumenten naar voren te brengen. Ze kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn keuze.
Binnen een termijn van vijftien dagen na het verhoor wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en ter kennis gebracht van de gehoorde federatie voor gezondheidsbevordering en preventie die over vijftien dagen beschikt om zijn opmerkingen te laten gelden.
Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van erkenning binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier. HOOFDSTUK 6. - Departement of afdeling medisch toezicht op het werk Afdeling 1. - Erkenning
Art. 12/92.§ 1. De toegankelijkheid bedoeld in artikel 410/37, eerste lid, 7°, van het decreetgevend Wetboek is niet van toepassing op de lokalen die op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit artikel als onderzoekscentra geëxploiteerd zijn.
De toegankelijkheid van de genoemde lokalen moet uiterlijk gewaarborgd zijn: 1° na de eerste verbouwingswerken uitgevoerd in de bedoelde lokalen na de inwerkingtreding van dit artikel, behoudens de uitzonderingen voorzien in artikel 414, § 2, van de gewestelijke handleiding voor stedenbouw;2° na de verhuizing van het examencentrum naar nieuwe lokalen die werden gebouwd of verbouwd op basis van een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd na 3 juli 1999. § 2. De toegankelijkheid bedoeld in artikel 410/37, eerste lid, 7°, van het decreetgevend Wetboek is niet van toepassing op de mobiele onderzoekscentra die geëxploiteerd zijn op het ogenblijk van de inwerkingtreding van dit artikel. § 3. Wanneer het examencentrum in aanmerking komt voor een afwijking als bedoeld in de paragrafen 1 en 2, biedt het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk alternatieve oplossingen aan personen met beperkte mobiliteit of personen lijdend aan een sensoriële handicap zodat zij gebruik kunnen maken van dezelfde diensten als valide personen.
Art. 12/93.De erkenningsaanvraag wordt door het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk bij het Agentschap ingediend.
De aanvraag omvat: 1° een formulier, opgesteld door het Agentschap en ingevuld door het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk, met vermelding van: a) het ondernemingsnummer;b) de identiteit van het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk, de hoedanigheid en het mandaat van zijn vertegenwoordiger;c) het adres van de hoofdvestiging d) in voorkomend geval, de adressen van eventuele bijkantoren;e) contactgegevens, zoals post, e-mail, telefoon, enz;f) de dagen en uren waarop het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk werkzaam is;g) het aantal personeelsleden dat betrokken is bij het medisch toezicht, met inbegrip van de werktijden;h) de taken van het multidisciplinaire team voor medisch toezicht, uitgedrukt in voltijdequivalenten;i) de verbintenis om de activiteiten uit te oefenen op het geheel of een deel van het grondgebied van het Franse taalgebied, zoals bedoeld in artikel 410/34, eerste lid, 1°, van het decreetgevend Wetboek;j) de verbintenis om een jaarlijks activiteitenprogramma in te dienen, als bedoeld in artikel 410/34, eerste lid, § 5, van het decreetgevend Wetboek;k) een verbintenis tot permanente opleiding van het personeel dat belast is met de uitoefening van het medisch toezicht, als bedoeld in artikel 410/34, eerste lid, 6°, van het decreetgevend Wetboek;l) de verbintenis om in te gaan op elk verzoek van het met de controle belaste personeel van het Agentschap, als bedoeld in artikel 410/34, eerste lid, 12°, van het decreetgevend Wetboek;m) de verbintenis om een paritair comité te hebben, als bedoeld in artikel 410/36 van het decreetgevend Wetboek;n) de handtekening van de in punt b) bedoelde vertegenwoordiger;2° een uittreksel uit de notulen van de vergadering van de raad van bestuur waarop de beslissing tot het aanvragen van de erkenning werd genomen;3° het bewijs van het mandaat van de vertegenwoordiger bedoeld in 1°, b), wanneer dat mandaat niet bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad ;4° een verklaring op erewoord dat het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk onder leiding staat van een geneesheer-diensthoofd die voldoet aan de voorwaarden gesteld in artikel 410/34, eerste lid, 2°, van het decreetgevend Wetboek;5° een beschrijving van de infrastructuren en de materiële, technische, wetenschappelijke en financiële middelen nodig om de opdrachten uit te oefenen;6° voor examencentra die toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, een beschrijving van deze lokalen die, indien nodig met foto's of plannen, de toegankelijkheid verantwoordt;7° voor examencentra die niet toegankelijk zijn voor personen met beperkte mobiliteit, elk document dat een afwijking van de verplichting tot toegankelijkheid rechtvaardigt, vergezeld van de oplossingen bedoeld in artikel 12/92, § 3 ;8° een verklaring op erewoord waaruit blijkt dat het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk volledig onafhankelijk is van enige controlegeneeskunde of verzekeringsgeneeskunde;9° elk ander document dat het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk nuttig acht ter ondersteuning van zijn aanvraag.
Art. 12/94.§ 1. De Administratie langs elektronische weg een ontvangstbevestiging van de erkenningsaanvraag binnen een termijn van vijftien dagen, te rekenen vanaf de datum van ontvangst van het dossier. § 2. Wanneer het dossier onvolledig is, vraagt het Agentschap de ontbrekende of onvolledige documenten op binnen een termijn van één maand, die ingaat op de datum van ontvangst van het dossier.
Het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk beschikt over een maand, te rekenen vanaf de datum van het in het eerste lid bedoelde aanvraag, om zijn dossier te vervolledigen. Zo niet wordt de erkenningsaanvraag geacht niet-ontvankelijk te zijn. § 3. Het Agentschap zendt het volledige dossier, vergezeld van zijn advies, binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier aan de Minister. § 4. De Minister beslist over de erkenningsaanvragen binnen twee maanden na toezending van het volledige dossier door het Agentschap.
De Minister of zijn afgevaardigde deelt zijn beslissing mee aan het betrokken departement of de betrokken afdeling medisch toezicht op het werk. Een afschrift van het besluit wordt aan het Agentschap toegezonden. Afdeling 2. - Evaluatie
Art. 12/95.De Minister stelt het model van activiteitenverslag, bedoeld in artikel 46 van het decreet, op.
Dit model bevat: 1° de onderdelen bedoeld in artikel 12/3.2° de gegevens met betrekking tot de acties inzake gezondheidsbevordering en preventie die door het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk worden uitgevoerd; 3° de gegevens met betrekking tot de re-integratietrajecten bedoeld in de artikelen I.4-72 tot I.4-82 van de Codex voor het welzijn op het werk, waarvoor het departement of de afdeling medisch toezicht tussengekomen is; 4° de gegevens die nodig zijn om na te gaan of de erkenningsvoorwaarden bedoeld in artikel 410/34 van het decreetgevend Wetboek worden nageleefd. Het in artikel 46 van het decreetgevend Wetboek bedoelde verslag wordt overeenkomstig artikel 12/3 aan het Agentschap toegezonden.
Art. 12/96.§ 1. De evaluatie van het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk is gebaseerd op: 1° de ingediende activiteitenverlagen;2° de vorige evaluatieverslagen. § 2. De evaluatie heeft tot doel: 1° de positieve of negatieve verschillen tussen de doelstellingen van het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk en de uitgevoerde acties op te merken en toe te lichten;2° een kwalitatieve evaluatie uit te voeren van de acties die door het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk worden uitgevoerd;3° aanbevelingen op te stellen ter verbetering van de kwaliteit van de acties en praktijken van het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk;4° nieuwe doelstellingen op te stellen voor de acties van de dienst of afdeling voor gezondheidstoezicht op het werk. § 3. Het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk voert ten minste om de drie jaar een zelfevaluatie uit.
Het zelfevaluatieverslag wordt elektronisch aan het Agentschap toegezonden.
Het Agentschap maakt, indien nodig, opmerkingen over het hem toegezonden zelfevaluatieverslag. § 4. Een evaluatiegesprek vindt plaats op initiatief van het departement van de afdeling medisch toezicht op het werk, dan wel op initiatief van het Agentschap, wanneer een van deze partijen een dergelijk gesprek nuttig acht.
Het evaluatiegesprek omvat, voor zover mogelijk: 1° alle leden van het multidisciplinair team van het departement van de afdeling medisch toezicht op het werk ;2° alle personeelsleden van het Agentschap die belast zijn met de evaluatie van het plaatselijk centrum voor gezondheidsbevordering;3° eventueel andere personen die gezamenlijk worden uitgenodigd door het departement of de afdeling medisch toezicht en het Agentschap. Aan het eind van het evaluatiegesprek stelt het Agentschap een evaluatierapport op.
Dit evaluatieverslag wordt binnen een maand na het evaluatiegesprek elektronisch aan het departement of de afdeling medisch toezicht toegezonden.
Het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk beschikt over een maand na ontvangst van het evaluatieverslag om zijn opmerkingen elektronisch bij het Agentschap in te dienen.
Het Agentschap verwerkt de opmerkingen van het departement van de afdeling medisch toezicht op het werk in het definitieve evaluatierapport. § 5. Het in lid 3 bedoelde zelfevaluatieverslag wordt, met de eventuele opmerkingen van het Agentschap, binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk en aan het stuurcomité.
Het in paragraaf 4 bedoelde definitieve evaluatieverslag wordt binnen drie maanden na het evaluatiegesprek elektronisch toegezonden aan het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk en aan het stuurcomité. Afdeling 3. - Controle en sancties
Onderafdeling 1. - Controle
Art. 12/97.De conclusies van de in artikel 410/39 van het decreetgevend Wetboek bedoelde controle worden binnen een termijn van drie maanden toegezonden aan het departement of de afdeling medisch toezicht op het werk, die over een termijn van een maand beschikt, te rekenen vanaf de ontvangst van de conclusies, om haar opmerkingen aan het Agentschap te doen toekomen.
Onderafdeling 2. - Intrekking van de erkenning
Art. 12/98.§ 1. Wanneer het Agentschap vaststelt dat een departement of een afdeling medisch toezicht op de arbeidsplaats niet langer aan de erkenningsvoorwaarden voldoet, dan wel zijn/haar verplichtingen niet nakomt, stelt het dit departement of deze afdeling medisch toezicht op het werk in kennis van de vastgestelde tekortkomingen en van de termijn waarbinnen alsnog aan de eisen moet worden voldaan; deze termijn mag niet korter zijn dan een maand vanaf de kennisgeving van de tekortkomingen. § 2. Aan het eind van de nalevingsperiode doet het Agentschap een voorstel tot intrekking van de erkenning indien de geconstateerde tekortkomingen blijven bestaan; het stelt het betrokken departement of de betrokken afdeling medisch toezicht op het werk hiervan in kennis.
Binnen een termijn van ten minste vijftien dagen na de in het eerste lid bedoelde kennisgeving wordt het betrokken departement of de betrokken afdeling medisch toezicht op het werk uitgenodigd voor een hoorzitting om zijn/haar argumenten naar voren te brengen. Het/ze kan zich laten bijstaan door de raadsheer van zijn/haar keuze.
Binnen een termijn van vijftien dagen na het verhoor wordt een proces-verbaal van verhoor waarbij elk nieuw element wordt gevoegd, opgesteld en overgemaakt aan het betrokken departement of de betrokken afdeling medisch toezicht op het werk dat/die over 15 dagen beschikt om zijn/haar opmerkingen te laten gelden.
Na afloop van die termijn wordt het volledige dossier voor beslissing aan de Minister overgemaakt. § 3. De Minister beslist over het voorstel tot intrekking van de erkenning binnen twee maanden na ontvangst van het volledige dossier.". HOOFDSTUK 3. - Autres modifications dans le Code réglementaire wallon de l'Action sociale et de la Santé
Art. 3.In hetzelfde Wetboek worden de bijlagen 143 tot 146 ingevoegd, die als bijlagen 1 tot 4 bij dit besluit gaan. HOOFDSTUK 4. - Andere wijzigingsbepalingen
Art. 4.In het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029293 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap, en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan, gewijzigd bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 mei 2007, 17 juli 2022, 29 april 2010, worden de artikelen 3 tot 8bis opgeheven.
Art. 5.In het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 11 juli 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten2 betreffende de programma's voor opsporing van kankers in de Franse Gemeenschap, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Regering 17 oktober 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in artikel wordt het tweede lid opgeheven;2° in artikel 48 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het referentiecentrum wordt erkend volgens de procedure bedoeld in de artikelen 12/60 tot 12/62 van het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid" en, in het tweede lid, wordt het woord "Ze" vervangen door de woorden "De erkenningsaanvraag";3° in artikel 49 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het centrum voor tweede lezing wordt erkend volgens de procedure bedoeld in de artikelen 12/60 tot 12/62 van het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid" en, in het tweede lid, wordt het woord "Ze" vervangen door de woorden "De erkenningsaanvraag;4° in artikel 49/1 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "Het Beheerscentrum voor colorectale kankeropsporing wordt erkend volgens de procedure bedoeld in de artikelen 12/60 tot 12/62 van het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid" en, in het tweede lid, worden de woord "De aanvraag" vervangen door de woorden "De erkenningsaanvraag;5° in artikel 50 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De mammografische eenheid wordt "voorlopig" erkend volgens de procedure bedoeld in de artikelen 12/60 tot 12/62 van het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid" en, in het tweede lid, wordt het woord "Ze" vervangen door de woorden "De erkenningsaanvraag;6° in artikel 51 wordt het eerste lid vervangen als volgt: "De mammografische eenheid wordt "definitief"erkend volgens de procedure bedoeld in de artikelen 12/60 tot 12/62 van het reglementair deel van het Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid" en, in het tweede lid, wordt het woord "Ze" vervangen door de woorden "De erkenningsaanvraag;7° de artikelen 52 tot 56 worden opgeheven;8° in artikel 57 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het eerste lid wordt vervangen als volgt: "Artikel 12/70 van het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid is van toepassing op het refentiecentrum, het centrum voor tweede lezing, het Beheerscentrum voor colorectale kankeropsporing en de mammografische eenheden;b) lid 3 wordt opgeheven;9° de artikelen 58 tot 60 worden opgeheven;10° artikel 61 wordt vervangen als volgt: "Artikel 12/71 van toepassing op de intrekking van de erkenning van het refentiecentrum, het centrum voor tweede lezing, het Beheerscentrum voor colorectale kankeropsporing en de mammografische eenheden.". HOOFDSTUK 5. - Overgangsbepalingen
Art. 6.De werkgroepen bedoeld in artikel 12/7, § 1, van het reglementair deel van het Waals Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid worden voor de eerste maal opgericht in de eerste helft van 2025.
Voor de toepassing van artikel 12/7, § 2, van hetzelfde Wetboek, legt het stuurcomité zijn eerste ontwerpplan in de loop van het jaar 2026 voor aan de Minister.
Voor de toepassing van artikel 12/8 van hetzelfde Wetboek stelt de Regering het eerste plan vast in de loop van het jaar 2027.
Art. 7.In afwijking van artikel 12/19, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek wordt het eerste model van een gecoördineerd actieprogramma voor de plaatselijke centra voor gezondheidsbevordering in de loop van de tweede helft van 2022 door de minister opgesteld op voorstel van het Agentschap.
In afwijking van artikel 12/39, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het eerste model van een gecoördineerd actieprogramma voor expertisecentra voor gezondheidsbevordering in de tweede helft van 2022 door de Minister vastgesteld op basis van een voorstel van het Agentschap.
In afwijking van artikel 12/57, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het eerste model van gecoördineerd actieprogramma voor de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde in de loop van het tweede semester van 2022 door de Minister uitgewerkt op voorstel van het Agentscchap.
In afwijking van artikel 12/74, § 1, eerste lid, van hetzelfde Wetboek, wordt het eerste model van een gecoördineerd actieprogramma van de operatoren voor gezondheidsbevordering in de tweede helft van 2022 door de minister vastgesteld op voorstel van het Agentschap
Art. 8.De subsidies bedoeld in de artikelen 12/26, 12/28, 12/46, 12/48, 12/63, 12/65, 12/80, 12/82 en 12/91 van hetzelfde wetboek worden voor het eerst berekend en uitbetaald voor het begrotingsjaar 2023.
Art. 9.In afwijking van artikel 12/76 van hetzelfde wetboek worden de eerste opdrachten die aan de erkende operatoren voor gezondheidsbevordering worden toevertrouwd, binnen zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit door de Regering, op voorstel van het Agentschap, vastgesteld. HOOFDSTUK 6. - Overgangs- en slotbepalingen.
Art. 10.§ 1. Opgeheven worden : 1° het koninklijk besluit van 1 maart 1971 betreffende de profylaxe tegen overdraagbare ziekten;2° het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 13 juli 1984 tot regeling van de erkenning van de medische diensten voor arbeid, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Franse Gemeenschap van 5 januari 1995;3° ??? 4° het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 30 juli 1987 tot vaststelling van de vergoeding voor reiskosten toegekend aan de leden van de Commissie voor de erkenning van de arbeidsgeneeskundige diensten;5° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 december 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 23/12/1997 pub. 31/12/1997 numac 1997029473 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot regeling van de samenstelling en de werking van de "Conseil consultatif de prévention du Sida" sluiten tot regeling van de samenstelling en de werking van de "Conseil consultatif de prévention du Sida" (Adviesraad voor Aids-preventie in de Franse Gemeenschap);6° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 20 februari 1998 tot bepaling van de procedures tot erkenning en intrekking van de erkenning van de gemeenschapsdiensten en de plaatselijke centra voor gezondheidspromotie, en de opdrachten van het centrum voor operationeel onderzoek inzake volksgezondheid;7° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten0 tot goedkeuring van het vijfjarenplan voor gezondheidspromotie 2004-2008;8° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 december 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten1 tot omschrijving van de specifieke opdrachten en de specifieke permanente bijdrage van de gemeenschapsdiensten voor gezondheidspromotie voor de periode van 1 september 2005 tot 31 augustus 2015;9° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 december 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten3 tot vaststelling van het bedrag van het presentiegeld en de reiskosten voor de leden van de adviescommissie inzake borstkankeropsporing;10° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 16 november 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/04/2019 pub. 30/04/2019 numac 2019011967 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen sluiten4 tot wijziging van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 januari 2010 houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor gezondheidspromotie. § 2. Worden ook opgeheven: 1° het regentsbesluit van 19 mei 1949 tot vaststelling van de modaliteiten van toekenning van subsidies ten laste van het fonds tot krachtdadige bestrijding van de tuberculose, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 februari 1976;2° het koninklijk besluit van 21 maart 1961 tot bepaling van de voorwaarden inzake de sociaal-medische tuberculosebestrijding, tot toekenning van subsidies ten bate van de bestrijding en tot vaststelling van de regelen waarnaar zij dienen toegekend, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Franse Gemeenschap van 26 september 2013;3° het ministerieel besluit van 1 oktober 1962 getroffen ter uitvoering van artikel 22 van het koninklijk besluit van 21 maart 1961, tot bepaling van de voorwaarden inzake de sociaal-medische tuberculosebestrijding, tot toekenning van subsidies ten bate van de bestrijding en tot vaststelling van de regelen waarnaar zij dienen toegekend;4° het koninklijk besluit van 28 november 1978 houdende rationalisering van de opsporing en de profylaxe van tuberculose door de socio-profylactische equipes voor tuberculosebestrijding, evenals de toekenning van toelagen voor deze bestrijding en de vaststelling van de voorwaarden volgens dewelke zij worden toegekend;5° het koninklijk besluit van 16 januari 1979 houdende rationalisering van de opsporing en de profylaxe en tuberculose door de socio-profylactische equipes voor tuberculosebestrijding, evenals de toekenning van toelagen voor deze bestrijding en de vaststelling van de voorwaarden volgens dewelke zij worden toegekend, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 31 juli 1981;6° het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 23 juli 1985 houdende organisatie van de socio-profylactische equipes die belast worden met de bestrijding van de tuberculose en de ademhalingsziekten van sociale aard alsmede met opdrachten van gezondheidsopleiding, houdende toekenning van subsidies daartoe en vaststelling van de voorwaarden voor die toekenning;7° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029293 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap, en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan, laatstelijk gewijzigd bij het besluit van de Franse Gemeenschap van 14 november 2013;8° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 september 2002Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 12/09/2002 pub. 22/11/2002 numac 2002029542 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot bepaling van het model van de overeenkomst bedoeld bij artikel 11, lid 2, van het besluit van 17 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de Gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en sommige maatregelen voor zijn uitvoering sluiten ttt bepaling van het model van de overeenkomst bedoeld bij artikel 11, lid 2, van het besluit van 17 juli 1997 van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de Gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en sommige maatregelen voor zijn uitvoering;9° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van XXXX;10° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 juli 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 15/07/2003 pub. 07/11/2003 numac 2003200778 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van het model voor de overeenkomst bedoeld in artikel 9, lid 2, punt 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten tot vaststelling van het model voor de overeenkomst bedoeld in artikel 9, lid 2, punt 2°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 17 juli 1997Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 17/07/1997 pub. 29/08/1997 numac 1997029293 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan sluiten tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap en houdende sommige beslissingen tot uitvoering ervan.
Art. 11.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.
In afwijking van lid treedt artikel 10, § 2, in werking op 1 januari 2023.
Art. 12.De Minister van Gezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE
Bijlage 1 "Bijlage 143. Grondgebied van lokale centra voor gezondheidsbevordering.
Tabel 1. Tabel van de gemeenten per lokaal centrum voor gezondheidsbevordering;
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Waals Brabant
Bevekom
Incourt
Perwez
Eigenbrakel
Itter
Ramilies
Kasteelbrakel
Geledenaken
Rebecq
Chastre
Terhulpen
Rixensart
Chaumont-Gistoux
Lasne
Tubeke
Court-Saint-Etienne
Mont-Saint-Guibert
Villers-la-Ville
Genepiën
Nijvel
Walhain
Graven
Orp-Jauche
Waterloo
Hélécine
Ottignies-Louvain-la-Neuve
Waver
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Charleroi-Thuin
Aiseau-Presles
Estinnes
Merbes-le-Château
Anderlues
Farciennes
Momignies
Beaumont
Fleurus
Montigny-le-Tilleul
Binche
Fontaine-l'Evêque
Morlanwelz
Chapelle-lez-Herlaimont
Froidchapelle
Pont-à-Celles
Charleroi
Gerpinnes
Seneffe
Châtelet
Ham-sur-Heure-Nalinnes
Sivry-Rance
Chimay
Les Bons Villers
Thuin
Courcelles
Lobbes
Erquelinnes
Manage
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering West-Henegouwen
Antoing
Chièvres
Kluisberg
Aat
Komen-Waasten
Moeskroen
Beloeil
Elzele
Pecq
Bernissart
Steenput
Péruwelz
Brugelette
Vloesberg
Rumes
Brunehaut
Frasnes-lez-Anvaing
Doornik
Celles
Leuze-en-Hainaut
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Hoei-Borgworm
Amay
Fexhe-le-Haut-Clocher
Ouffet
Anthisnes
Geer
Remicourt
Berloz
Hamoir
Saint-Georges-sur-Meuse
Braives
Hannuit
Tinlot
Burdinne
Héron
Verlaine
Clavier
Hoei
Villers-le-Bouillet
Crisnée
Lincent
Wanze
Donceel
Marchin
Borgworm
Engis
Modave
Wasseiges
Faimes
Nandrin
Ferrières
Oreye
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Luik
Ans
Dalhem
Neupré
Awans
Esneux
Oupeye
Aywaille
Flémalle
Saint-Nicolas
Bitsingen
Fléron
Seraing
Beyne-Heusay
Grâce-Hollogne
Soumagne
Blegny
Herstal
Sprimont
Chaudfontaine
Juprelle
Trooz
Comblain-au-Pont
Luik
Wezet
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Luxemburg
Aarlen
Habay
Neufchâteau
Attert
Herbeumont
Paliseul
Aubange
Hotton
Rendeux
Bastenaken
Houffalize
Rouvroy
Bertogne
La Roche-en-Ardenne
Sainte Ode
Bertrix
Léglise
Saint-Hubert
Bouillon
Libin
Saint Léger
Chiny
Libramont-Chevigny
Tellin
Daverdisse
Manhay
Tenneville
Durbuy
Marche-en-Famenne
Tintigny
Erezée
Martelange
Vaux-sur-Sure
Etalle
Meix-devant-Virton
Vielsalm
Fauvillers
Messancy
Virton
Florenville
Musson
Wellin
Gouvy
Nassogne
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Bergen-Zinnik
Boussu
Hensies
Bergen
's-Gravenbrakel
Honnelles
Quaregnon
Colfontaine
Jurbeke
Quévy
Dour
La Louvière
Quiévrain
Ecaussinnes
Lens
Saint-Ghislain
Edingen
Le Roeulx
Silly
Frameries
Lessen
Zinnik
Centre local de promotion de la santé de Namen
Andenne
Florennes
Ohey
Anhée
Fosse-la-Ville
Onhaye
Assesse
Gedinne
Philippeville
Beauraing
Gembloux
Profondeville
Bièvre
Gesves
Rochefort
Cerfontaine
Hamois
Sambreville
Ciney
Hastière
Sombreffe
Couvin
Havelange
Somme-Leuze
Dinant
Houyet
Viroinval
Doische
Jemeppe-sur-Sambre
Vresse-sur-Semois
Eghezée
La Bruyère
Walcourt
Fernelmont
Mettet
Yvoir
Floreffe
Namen
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering van Verviers
Aubel
Malmedy
Theux
Baelen
Olne
Thimister-Clermont
Dison
Pepinster
Trois-Ponts
Herve
Plombières
Verviers
Jalhay
Spa
Waimes
Lierneux
Stavelot
Welkenraedt
Limburg
Stoumont
Tabel 2. Tabel van de lokale centra voor gezondheidsbevordering
Gemeente
Lokaal centrum voor gezondheidsbevordering
Aiseau-Presles
Charleroi-Thuin
Amay
Hoei-Borgworm
Andenne
Namen
Anderlues
Charleroi-Thuin
Anhée
Namen
Ans
Luik
Anthisnes
Hoei-Borgworm
Antoing
West-Henegouwen
Aarlen
Luxemburg
Assesse
Namen
Aat
West-Henegouwen
Attert
Luxemburg
Aubange
Luxemburg
Aubel
Verviers
Awans
Luik
Aywaille
Luik
Baelen
Verviers
Bitsingen
Luik
Bastenaken
Luxemburg
Beaumont
Charleroi-Thuin
Beauraing
Namen
Bevekom
Waals Brabant
Beloeil
West-Henegouwen
Berloz
Hoei-Borgworm
Bernissart
West-Henegouwen
Bertogne
Luxemburg
Bertrix
Luxemburg
Beyne-Heusay
Luik
Bièvre
Namen
Binche
Charleroi-Thuin
Blegny
Luik
Bouillon
Luxemburg
Boussu
Bergen-Zinnik
Eigenbrakel
Waals Brabant
Kasteelbrakel
Waals Brabant
's-Gravenbrakel
Bergen-Zinnik
Braives
Hoei-Borgworm
Brugelette
West-Henegouwen
Brunehaut
West-Henegouwen
Burdinne
Hoei-Borgworm
Celles
West-Henegouwen
Cerfontaine
Namen
Chapelle-lez-Herlaimont
Charleroi-Thuin
Charleroi
Charleroi-Thuin
Chastre
Waals Brabant
Châtelet
Charleroi-Thuin
Chaudfontaine
Luik
Chaumont-Gistoux
Waals Brabant
Chièvres
West-Henegouwen
Chimay
Charleroi-Thuin
Chiny
Luxemburg
Ciney
Namen
Clavier
Hoei-Borgworm
Colfontaine
Bergen-Zinnik
Comblain-au-Pont
Luik
Komen-Waasten
West-Henegouwen
Courcelles
Charleroi-Thuin
Court-Saint-Etienne
Waals Brabant
Couvin
Namen
Crisnée
Hoei-Borgworm
Dalhem
Luik
Daverdisse
Luxemburg
Dinant
Namen
Dison
Verviers
Doische
Namen
Donceel
Hoei-Borgworm
Dour
Bergen-Zinnik
Durbuy
Luxemburg
Ecaussinnes
Bergen-Zinnik
Eghezée
Namen
Elzele
West-Henegouwen
Edingen
Bergen-Zinnik
Engis
Hoei-Borgworm
Erezée
Luxemburg
Erquelinnes
Charleroi-Thuin
Esneux
Luik
Steenput
West-Henegouwen
Estinnes
Charleroi-Thuin
Etalle
Luxemburg
Faimes
Hoei-Borgworm
Farciennes
Charleroi-Thuin
Fauvillers
Luxemburg
Fernelmont
Namen
Ferrières
Hoei-Borgworm
Fexhe-le-Haut-Clocher
Hoei-Borgworm
Flémalle
Luik
Fléron
Luik
Fleurus
Charleroi-Thuin
Vloesberg
West-Henegouwen
Floreffe
Namen
Florennes
Namen
Florenville
Luxemburg
Fontaine-l'Evêque
Charleroi-Thuin
Fosse-la-Ville
Namen
Frameries
Bergen-Zinnik
Frasnes-lez-Anvaing
West-Henegouwen
Froidchapelle
Charleroi-Thuin
Gedinne
Namen
Geer
Hoei-Borgworm
Gembloux
Namen
Genepiën
Waals Brabant
Gerpinnes
Charleroi-Thuin
Gesves
Namen
Gouvy
Luxemburg
Grâce-Hollogne
Luik
Graven
Waals Brabant
Habay
Luxemburg
Hamoir
Hoei-Borgworm
Hamois
Namen
Ham-sur-Heure-Nalinnes
Charleroi-Thuin
Hannuit
Hoei-Borgworm
Hastière
Namen
Havelange
Namen
Hélécine
Waals Brabant
Hensies
Bergen-Zinnik
Herbeumont
Luxemburg
Héron
Hoei-Borgworm
Herstal
Luik
Herve
Verviers
Honnelles
Bergen-Zinnik
Hotton
Luxemburg
Houffalize
Luxemburg
Houyet
Namen
Hoei
Hoei-Borgworm
Incourt
Waals Brabant
Itter
Waals Brabant
Jalhay
Verviers
Jemeppe-sur-Sambre
Namen
Geldenaken
Waals Brabant
Juprelle
Luik
Jurbeke
Bergen-Zinnik
La Bruyère
Namen
Terhulpen
Waals Brabant
La Louvière
Bergen-Zinnik
La Roche-en-Ardenne
Luxemburg
Lasne
Waals Brabant
Léglise
Luxemburg
Lens
Bergen-Zinnik
Le Roeulx
Bergen-Zinnik
Les Bons Villers
Charleroi-Thuin
Lessen
Bergen-Zinnik
Leuze-en-Hainaut
West-Henegouwen
Libin
Luxemburg
Libramont-Chevigny
Luxemburg
Luik
Luik
Lierneux
Verviers
Limburg
Verviers
Lincent
Hoei-Borgworm
Lobbes
Charleroi-Thuin
Malmedy
Verviers
Manage
Charleroi-Thuin
Manhay
Luxemburg
Marche-en-Famenne
Luxemburg
Marchin
Hoei-Borgworm
Martelange
Luxemburg
Meix-devant-Virton
Luxemburg
Merbes-le-Château
Charleroi-Thuin
Messancy
Luxemburg
Mettet
Namen
Modave
Hoei-Borgworm
Momignies
Charleroi-Thuin
Bergen
Bergen-Zinnik
Kluisberg
West-Henegouwen
Montigny-le-Tilleul
Charleroi-Thuin
Mont-Saint-Guibert
Waals Brabant
Morlanwelz
Charleroi-Thuin
Moeskroen
West-Henegouwen
Musson
Luxemburg
Namen
Namen
Nandrin
Hoei-Borgworm
Nassogne
Luxemburg
Neufchâteau
Luxemburg
Neupré
Luik
Nijvel
Waals Brabant
Ohey
Namen
Olne
Verviers
Onhaye
Namen
Oreye
Hoei-Borgworm
Orp-Jauche
Waals Brabant
Ottignies-Louvain-la-Neuve
Waals Brabant
Ouffet
Hoei-Borgworm
Oupeye
Luik
Paliseul
Luxemburg
Pecq
West-Henegouwen
Pepinster
Verviers
Péruwelz
West-Henegouwen
Perwez
Waals Brabant
Philippeville
Namen
Plombières
Verviers
Pont-à-Celles
Charleroi-Thuin
Profondeville
Namen
Quaregnon
Bergen-Zinnik
Quévy
Bergen-Zinnik
Quiévrain
Bergen-Zinnik
Ramilies
Waals Brabant
Rebecq
Waals Brabant
Remicourt
Hoei-Borgworm
Rendeux
Luxemburg
Rixensart
Waals Brabant
Rochefort
Namen
Rouvroy
Luxemburg
Rumes
West-Henegouwen
Sainte Ode
Luxemburg
Saint-Georges-sur-Meuse
Hoei-Borgworm
Saint-Ghislain
Bergen-Zinnik
Saint-Hubert
Luxemburg
Saint Léger
Luxemburg
Saint-Nicolas
Luik
Sambreville
Namen
Seneffe
Charleroi-Thuin
Seraing
Luik
Silly
Bergen-Zinnik
Sivry-Rance
Charleroi-Thuin
Zinnik
Bergen-Zinnik
Sombreffe
Namen
Somme-Leuze
Namen
Soumagne
Luik
Spa
Verviers
Sprimont
Luik
Stavelot
Verviers
Stoumont
Verviers
Tellin
Luxemburg
Tenneville
Luxemburg
Theux
Verviers
Thimister-Clermont
Verviers
Thuin
Charleroi-Thuin
Tinlot
Hoei-Borgworm
Tintigny
Luxemburg
Doornik
West-Henegouwen
Trois-Ponts
Verviers
Trooz
Luik
Tubeke
Waals Brabant
Vaux-sur-Sure
Luxemburg
Verlaine
Hoei-Borgworm
Verviers
Verviers
Vielsalm
Luxemburg
Villers-la-Ville
Waals Brabant
Villers-le-Bouillet
Hoei-Borgworm
Viroinval
Namen
Virton
Luxemburg
Wezet
Luik
Vresse-sur-Semois
Namen
Waimes
Verviers
Walcourt
Namen
Walhain
Waals Brabant
Wanze
Hoei-Borgworm
Borgworm
Hoei-Borgworm
Wasseiges
Hoei-Borgworm
Waterloo
Waals Brabant
Waver
Waals Brabant
Welkenraedt
Verviers
Wellin
Luxemburg
Yvoir
Namen
".
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2022.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE
Bijlage 2 "Bijlage 144 - Deontologische regels bedoeld in de artikelen 12/21, 12/41, 12/59 en 12/76 I. Inleiding I.1. Deze deontolongische regels zijn van toepassing op: - de lokale centra voor gezondheidsbevordering; - de kenniscentra voor gezondheidsbevordering; - de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde; - de operatoren inzake gezondheidsbevordering.
II. Arbeidsverhoudingen 1. Discriminatieverbod II.1.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven bij de aanwerving van hun bezoldigd personeel alle vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het discriminatieverbod na.
II.1.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven in hun betrekkingen met hun bezoldigde personeel alle vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het discriminatieverbod na.
II.1.3. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven in de betrekkingen tussen hun bezoldigde personeel alle vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het discriminatieverbod na. 2. Betaling van de bezoldiging II.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat zij met het oog op de uitbetaling van de aan hun bezoldigde werknemers verschuldigde bezoldigingen alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen en alle collectieve arbeidsovereenkomsten naleven die van toepassing zijn op de werkgevers van het paritair comité waaronder ze ressorteren. 3. Sociale bijdragen II.3.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat bij de inhouding en de betaling van de persoonlijke sociale zekerheidsbijdragen alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd, alsmede alle collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn op de werkgevers van het comitair parité waaronder ze ressorteren.] II.3.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat bij de inhouding en de betaling van de sociale werkgeversbijdragen alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd, alsmede alle collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn op de werkgevers van het comitair parité waaronder ze ressorteren.] 4. Bedrijfsvoorheffing II.4. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat bij de inhouding en de betaling van de bedrijfsvoorheffing alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd, alsmede alle collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn op de werkgevers van de paritaire commissie waaronder ze ressorteren. 5. Welzijn op het werk II.5. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien, wat het welzijn van de werknemers op het werk betreft, erop toe dat alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd, alsmede alle collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn op de werkgevers van het paritair comité waaronder ze ressorteren.
III. Vrijwilligerswerk 1. Discriminatieverbod III.1.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven bij de aanwerving van hun vrijwilligers alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen na betreffende het discriminatieverbod.
III.1.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven in hun betrekkingen met de vrijwilligers alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen na betreffende het discriminatieverbod.
III.1.3. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven in de betrekkingen tussen hun vrijwilligers en in de betrekkingen tussen hun bezoldigde personeel alle vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen inzake het discriminatieverbod na. 2. Rechten van de vrijwilligers III.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien, wat het recht van de vrijwilligers betreft, erop toe dat alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd, alsmede alle collectieve arbeidsovereenkomsten die van toepassing zijn op de werkgevers van het paritair comité waaronder ze ressorteren.
IV. Belastingen en financiën 1. Belastingen IV.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien, wat de aangifte en de betaling van alle belastingen en heffingen betreft, erop toe dat alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd. 2. Witwassen van geld IV.2.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien, wat de bestrijding van het witwassen van geld betreft, erop toe dat alle geldende wettelijke en reglementaire bepalingen worden nageleefd.
IV. 2.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering onthouden zich van elke financiële relatie met een natuurlijke of rechtspersoon die is veroordeeld voor het witwassen van geld. 3. Corruptie IV.3. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering dienen zich te onthouden van elke daad van actieve of passieve corruptie.
V. Neutraliteit 1. Afwezigheid van reclame V.1.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering onthouden zich van elke vorm van promotie of reclame ten gunste van een bepaalde natuurlijke of rechtspersoon die een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg is.
V.1.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering onthouden zich van elke vorm van promotie of reclame ten gunste van een specifieke onderneming met winstoogmerk, die al dan niet actief is in de gezondheidssector.
V.1.3. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering onthouden zich van elke vorm van promotie of reclame ten gunste van een politieke partij of een kandidaat bij de Europese, federale, regionale, provinciale of gemeentelijke verkiezingen.
V.1.4. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering onthouden zich van elke vorm van promotie of reclame ten gunste van een vakbond of een kandidaat bij sociale verkiezingen. 2. Afwezigheid van belangenconflict V.2.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien af van het nemen van participaties in een onderneming waarvan de activiteiten of de communicatie in strijd zouden zijn met het Waalse gezondheidsplan of -beleid.
V.2.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering mogen in een bedrijf geen managementfuncties uitoefenen.
V.2.3. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat hun bestuurders, hun bezoldigde medewerkers en hun vrijwilligers zich onthouden van deelneming aan alle beslissingen of acties waarbij zij zich in een belangenconflict bevinden dat van invloed kan zijn op deze beslissingen of acties.
V.2.4. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering weigeren alle schenkingen, legaten of voordelen die door derden worden verleend als tegenprestatie voor het beïnvloeden van hun beslissingen of acties.
V.2.5. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat hun bestuurders, hun bezoldigde medewerkers en hun vrijwilligers alle schenkingen, legaten of voordelen weigeren die door derden worden toegekend als tegenprestatie voor het beïnvloeden van hun beslissingen of hun acties in het kader van, respectievelijk, het lokale centrum voor gezondheidsbevordering, het kenniscentrum voor gezondheidsbevordering, het operationaliseringscentrum preventieve geneeskunde of de operator inzake gezondheidsbevordering.
VI. Externe betrekkingen 1. Discriminatieverbod VI.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering leven in hun betrekkingen met het publiek de bepalingen van het decreet van 6 november 2008Relevante gevonden documenten type decreet prom. 06/11/2008 pub. 19/12/2008 numac 2008204573 bron waalse overheidsdienst Decreet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, met inbegrip van de discriminatie tussen vrouwen en mannen inzake economie, tewerkstelling en beroepsopleiding sluiten ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie na . 2. Mededelingen VI.2.1. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat zij in hun betrekkingen met het publiek actuele, gecontroleerde, zekere, duidelijke, volledige en begrijpelijke informatie verstrekken.
VI.2.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering onthouden zich in hun betrekkingen met het publiek van elke houding of communicatie die in strijd zou zijn met het Waalse gezondheidsplan en -beleid. 3. Persoonsgegevens VI.3. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat de persoonsgegevens waarvan zij kennis hebben, in overeenstemming zijn met de Algemene verordening gegevensbescherming en met alle vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen. 4. Overheidsopdrachten VI.4.1 De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien toe op de naleving van alle vigerende wettelijke en reglementaire bepalingen met betrekking tot overheidsopdrachten, voor zover deze op hen van toepassing zijn of indien zij verkiezen deze toe te passen.
VI.4.2. De lokale centra voor gezondheidsbevordering, de kenniscentra voor gezondheidsbevordering, de operationaliseringscentra voor preventieve geneeskunde en de operatoren inzake gezondheidsbevordering zien erop toe dat hun bestuurders zich terugtrekken uit alle besluiten in verband met een overheidsopdracht waarin zij een belangenconflict hebben. " Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2022 tot wijziging van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE
Bijlage 3 "Bijalge 145 - Lijst van de meldingsplichtige ziekten en van te controleren pathogenen I. Zodra er een klinisch vermoeden is:
Meldingsplichtige ziekte
Te controleren pathogeen
Botulisme
Clostridium botulinum
Botuline toxine
Cholera
Vibrio cholerae
Vibrio cholerae "El Tor"
Vibrio cholerae O139
Vibrio cholerae O1
Enterohemorragische E. Coli-infectie (STEC) in geval van hemolytisch-uremisch syndroom (HUS)
E. coli spp.
Enteropathogene Escherichia coli (EPEC)
Enterohemorragische Escherichia coli (EHEC)
Verocytotoxineproducerende E. coli (VTEC)
Difterie - KNO-vorm
Corynebacterium diphteriae
Corynebacterium ulcerans
Corynebacterium pseudotuberculosis
Virale hemorragische koorts
Marburg Virus
Lassa Virus
Ebolavirus
Meningokokken, invasieve infectie
Neisseria meningitidis
Pest
Yersinia pestis
Acute slappe parese (ASP - vermoeden van poliomyelitis)
Poliovirus
Rabiës (hondsdolheid)
Rabies virus
Mazelen
Measles virus
Respiratoir syndroom met acute en ernstige presentatie in de epidemiologische context van het verschijnen van een virus
MERS-CoV
Nieuw type influenzavirus
SARS
Massale voedselinfectie
Variole
Orthopoxvirus
Pathologie met een bijzondere prestentatie
II. Na bevestiging van de diagnose:
Meldingsplichtige ziekte
Te controleren pathogeen
Antrax (miltvuur)
Bacillus anthracis
Brucellose
Brucella abortus
Brucella melitensis
Brucella suis
Brucella canis
Brucella spp
Pertussis (kinkhoest)
Bordetella pertussis
Bordetella parapertussis
Ongecompliceerde shigatoxineproducerende E. coli-infectie (EHEC/STEC)
E. coli spp.
Enteropathogene Escherichia coli (EPEC)
Enterohemorragische Escherichia coli (EHEC)
Verocytotoxineproducerende E. coli (VTEC)
Uitbraak van multidrug resistente bacteriën in de gezondheidszorg
MRSA, VRE, Enterobacteriaceae ESBL+ en/of CPE+, Acinetobacter baumannii en multiresistente Pseudomonas aeruginosa
Q-koorts
Coxiella burnetii
Coxiella spp
Buiktyfus (Salmonella typhi/paratyphi)
Salmonella enterica enterica Typhi
Salmonella enterica enterica Paratyphi A
Salmonella enterica enterica Paratyphi B
Salmonella enterica enterica Paratyphi C
Salmonella typhimurium
Haemophilus influenzae type b, invasieve infectie
Haemophilus influenzae type b
Hantivirose
Hantavirus
Puumala orthohantavirus (PUUV)
Dobrava-Belgrade orthohantavirus (DOBV),
Seoul orthohantavirus (SEOV).
Tula orthohantavirus (TULV)
Hepatitis A
Hepatite A virus
Griep - nieuwe serotypen
Influenza-nieuwe serotypen
Legionellose
Legionella Pneumophila
Legionella Pneumophila Serotype 1
Legionella Pneumophila Serotype 2-15
Legionella spp
Leptospirose
Leptospira spp
Listeriose
Listeria monocytogenes
Listeria spp
Psittacose
Chlamydia psittaci
Rickettsiose (vlektyfus)
Rickettsiae prowazekii
Rickettsiae typhi
Rickettsiae prowazekii
Rickettsiae spp
Rubella (rode hond)
Rubivirus
Groep A-streptokokkeninfectie
Streptococcus pyogenes
Congenitale syfilis
Treponema pollidum
Bacteriologisch bevestigde en niet-bevestigde tuberculose, met inbegrip van latente tuberculose (conversie of eerste positieve test)
Mycobacterium tuberculosis
Mycobacterium africanum
Mycobacterium bovis
Tularemie
Francisella tularensis
Francisella spp
III. Na bevestiging van de diagnose, indien verkregen op Europees grondgebied:
Meldingsplichtige ziekte
Te controleren pathogeen
Chikungunya
Arbovirus « arthropod borne virus »
Dengue (knokkelkoorts)
Arbovirus (DEN-1, DEN-2, DEN-3 et DEN-4)
West-Nijlkoorts
Arbovirus (virus du Nil occidental)
Malaria
Plasmodium falciparum
Plasmodium spp
Zika
Zika virus (genus Flavivirus)
IV. Elk besmettelijk probleem met een bijzondere of ongewone presentatie Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2022 tot wijziging van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE
Bijlage 4 "Bijlage 146 - Schalen voor de subsidiëring van personeel voor gezondheidsbevordering Tabel 1. Basisschaal
Anciënniteit
Directeur/ Coördinator
Geneesheer
Projectleider Master
Administratief personeel/ Projectleider Bachelor
0-7 jaar
72.000,00
106.000,00
72.000,00
58.000,00
8-13 jaar
81.000,00
117.000,00
81.000,00
64.000,00
14-19 jaar
88.000,00
128.000,00
88.000,00
73.000,00
20-24 jaar
94.000,00
136.000,00
94.000,00
76.000,00
25 jaar en +
94.000,00
137.000,00
94.000,00
79.000,00
Tabel 2. Specifieke schaal voor degenen die ressorteren onder paritair comité 329
Anciënniteit
Directeur/ coördinator
Geneesheer
Projectleider Master
Administratief personeel/ Projectleider Bachelor
0-7 ans
72.000,00
106.000,00
62.000,00
56.000,00
8-13 ans
81.000,00
117.000,00
69.000,00
65.000,00
14-19 ans
88.000,00
128.000,00
75.000,00
73.000,00
20-24 ans
94.000,00
136.000,00
79.000,00
76.000,00
25 ans et +
94.000,00
137.000,00
83.000,00
79.000,00
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering van 19 juli 2022 tot wijziging van het reglementair deel van het Waalse Wetboek van Sociale Actie en Gezondheid wat betreft de bevordering van de gezondheid, met inbegrip van preventie.
Namen, 19 juli 2022.
Voor de Regering: De Minister-President, E. DI RUPO De Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie en Sociale Economie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten, Ch. MORREALE