Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 11 juli 2008
gepubliceerd op 26 september 2008

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2008029446
pub.
26/09/2008
prom.
11/07/2008
ELI
eli/besluit/2008/07/11/2008029446/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

11 JULI 2008. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het telewerk binnen de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op de artikelen 20 en 87, § 3, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988;

Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, en inzonderheid op artikel 11, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 24 december 2002;

Gelet op het decreet van 1 juli 1982 houdende oprichting van een Commissariaat-generaal bij de Internationale Betrekkingen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het decreet van 27 maart 2002 houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), inzonderheid op artikel 13, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;

Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, inzonderheid op artikel 45, tweede lid, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;

Gelet op het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort "O.N.E.", inzonderheid op artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 27 februari 2003;

Gelet op het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, inzonderheid op artikel 137, § 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 februari 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 10 juli 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 8 juli 2008;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 26 maart 2007;

Gelet op het advies van de Directieraad van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën, gegeven op 4 mei 2007;

Gelet op het advies van de Directieraad van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector, gegeven op 2 april 2007;

Gelet op het advies van de Directieraad van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », gegeven op 3 april 2007;

Gelet op het protocol nr. 350 van het Sectorcomité XVII, afgesloten op 10 mei 2007;

Gelet op het advies van de Raad van State, nr. 43.347/2/V, gegeven op 23 juli 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;

Na beraadslaging van de Regering van 11 juli 2008, Besluit : HOOFDSTUK I. - Definities en Toepassingsgebied

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° telewerk : een vorm van organisatie en/of uitvoering van het werk waarin, met gebruikmaking van informatietechnologie, werkzaamheden die ook op de werkvloer van de werkgever zouden kunnen worden uitgevoerd, op regelmatige basis buiten die werkvloer worden uitgevoerd;2° telewerker : elk personeelslid dat telewerk verricht zoals hierboven is vermeld;3° werkgever : de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren;4° dienst : een entiteit geleid door een ambtenaar van ten minste rang 12.

Art. 2.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren, met uitzondering van de personeelsleden die een ambt van rang 12 en van een hogere rang uitoefenen.

De personeelsleden die een ambt van rang 10 en van een hogere rang van de « Office de la Naissance et de l'Enfance » uitoefenen, worden ook uitgesloten van het toepassingsgebied van dit besluit.

Het personeelslid van rang 10 of 12, alsook het personeelslid van rang 15 waarvan de betrekking niet toegewezen wordt door mandaat overeenkomstig het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 1 december 2006 tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, die uitgesloten worden van het toepassingsgebied van dit besluit krachtens het eerste lid en het tweede lid, kunnen nochtans overeenkomstig hoofdstuk IV van dit besluit, toegelaten worden om op telewerk beroep te kunnen doen wegens buitengewone omstandigheden. § 2. Dit besluit heeft geen betrekking op de zogenaamde mobiele telewerkers, dat wil zeggen deze voor wie mobiliteit noodzakelijk deel uitmaakt van hun ambt.

Het telewerk dat wordt verricht in een satellietkantoor van de werkgever, dat wil zeggen een gedecentraliseerd lokaal van de werkgever of een lokaal dat de werkgever aan het personeelslid ter beschikking stelt, valt buiten het toepassingsgebied van dit besluit. HOOFDSTUK II. - De beslissing om op telewerk beroep te kunnen doen in de organisatie van een dienst

Art. 3.§ 1. De Regering kan, op voorstel van de Minister(s) die functioneel bevoegd is (zijn) en na advies van het College van de ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, van de Directieraad, beslissen dat een dienst die aan de voorwaarden bedoeld in het tweede lid beantwoordt, telewerk mag verrichten.

Een dienst kan toegelaten worden om telewerk te verrichten als hij aan de volgende voorwaarden beantwoordt : 1° het telewerk moet georganiseerd worden in het belang van de dienst en moet een wijze van organisatie zijn van de dienst in zijn geheel;2° het telewerk moet verenigbaar zijn met het ambt;3° het telewerk moet noodzakelijk zijn wegens verplichtingen die eigen zijn aan de dienst, zoals de dienstregeling. § 2. Op voorstel van de verantwoordelijke van ten minste rang 12 van de dienst die door de Regering toegelaten wordt om telewerk te verrichten, draagt het College van de Ambtenaren-generaal of, bij gebreke hiervan, de Directieraad, na advies van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk wat de gelijkvormigheid van de lokalen betreft, de betrokken personeelsleden op telewerk te verrichten en bepaalt de nadere regels voor de organisatie ervan.

Deze beslissing van het College van de Ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, van de Directieraad, is slechts geldig voor een periode van hoogstens één jaar die hernieuwbaar is na een nieuw onderzoek van het dossier.

Het College van de Ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, de Directieraad, deelt zijn beslissing mee aan de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister(s) die functioneel bevoegd is (zijn). HOOFDSTUK III. - De aanvraag van een personeelslid om op telewerk beroep te kunnen doen

Art. 4.§ 1. Een personeelslid kan toegelaten worden om telewerk te verrichten als hij aan de volgende voorwaarden beantwoordt : 1° het telewerk moet verenigbaar zijn met het belang van de dienst;2° het telewerk moet verenigbaar zijn met het ambt;3° het personeelslid moet zijn aanvraag rechtvaardigen met één van de volgende redenen die opgesomd worden per orde van prioriteit : a) medische redenen : in dit geval voegt het personeelslid bij zijn aanvraag een attest van de arbeidsgeneeskunde;b) sociale of familiale redenen : in dit geval voegt het personeelslid bij zijn aanvraag een attest van de sociale dienst;c) redenen gebonden aan de reisduur : in dit geval bewijst het personeelslid in zijn aanvraag dat zijn woon-werkverkeer 2 uur 30 per enkeltraject overschrijdt; § 2. Een personeelslid kan beroep doen op telewerk binnen de voorwaarden van dit hoofdstuk en dit, alleen maar voor maximum 5 jaar over het geheel van zijn loopbaan.

Art. 5.§ 1. Het maximum aantal personeelsleden die voor elke werkgever op telewerk beroep kunnen doen, wordt elk jaar door de Regering bepaald, op basis van de verslagen bedoeld in artikel 11 van dit besluit en op voorstel van het College van de Ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, van de Directieraad.

Bij ontstentenis van een beslissing van de Regering wordt het aantal van het vorige jaar teruggenomen. § 2. De gehandicapten worden niet meegeteld in het aantal bedoeld in vorige paragraaf.

Art. 6.§ 1. De beslissing waarbij een personeelslid telewerk mag verrichten, wordt genomen, na advies van de onmiddellijke hiërarchische meerdere en van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk wat de gelijkvormigheid van de lokalen betreft, door het College van de Ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, door de Directieraad.

Deze beslissing is slechts voor maximum één jaar geldig, hernieuwbaar na een nieuw onderzoek van de aanvraag door het College van de Ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, door de Directieraad, gelet op de criteria opgesomd in artikel 4. § 2. Het College van de Ambtenaren-generaal of, in gebreke hiervan, de Directieraad spreekt zich twee keer per jaar uit, over het geheel van de aanvragen om telewerk, ingediend na een oproep tot kandidaten die bekendgemaakt wordt bij alle personeelsleden. Deze oproep tot kandidaten laat een redelijke termijn aan de personeelsleden om hun aanvraag in te dienen.

Het personeelslid dat op telewerk beroep wil doen met toepassing van dit besluit, dient zijn aanvraag schriftelijk in via zijn hiërarchische meerdere van ten minste rang 12. HOOFDSTUK IV. - De aanvraag om op telewerk beroep te kunnen doen wegens buitengewone omstandigheden

Art. 7.§ 1. Een personeelslid kan toegelaten worden om tijdelijk telewerk te verrichten als hij aan de volgende voorwaarden beantwoordt : 1° het moet gaan om buitengewone omstandigheden;2° de aanvraag om telewerk moet ingediend worden in het belang van de dienst;3° het telewerk moet verenigbaar zijn met het ambt. § 2. Een personeelslid mag beroep doen op telewerk wegens buitengewone omstandigheden en dit, alleen maar voor een periode van hoogstens één jaar over het geheel van zijn loopbaan.

Art. 8.De beslissing waarbij het personeelslid tijdelijk op telewerk beroep kan doen wordt genomen, na advies van de hiërarchische meerdere van ten minste rang 12 en van de Interne dienst voor preventie en bescherming op het werk wat de gelijkvormigheid van de lokalen betreft, door het College van de Ambtenaren-generaal of, bij gebreke hiervan, door de Directieraad.

Deze beslissing is slechts voor hoogstens 6 maanden geldig, één keer hernieuwbaar na een nieuw onderzoek van de aanvraag door het College van de Ambtenaren-generaal of, bij gebreke hiervan, door de Directieraad, gelet op de criteria opgesomd in artikel 7.

Het College van de Ambtenaren-generaal of, bij gebreke hiervan, de Directieraad deelt zijn beslissing mee aan de Minister van Ambtenarenzaken en de Minister(s) die functioneel bevoegd is (zijn). HOOFDSTUK V. - De individuele beslissing betreffende telewerk

Art. 9.De beslissing van het College van de Ambtenaren-generaal of, bij gebreke hiervan, de Directieraad, om op telewerk beroep te doen, moet tenminste het volgende vermelden : 1° de plaats(en) waar het telewerk wordt verricht;2° de dagen gedurende dewelke het telewerk wordt verricht en de dagen van aanwezigheid op de lokalen van de werkgever;3° de ogenblikken waarop of de periodes tijdens dewelke de telewerker bereikbaar moet zijn en volgens welke middelen;4° de manier waarop de werkgever aan de telewerker de te vervullen taken onder de vorm van telewerk opgeeft, alsook de methode waarmee het werk, geleverd door de telewerker, gemeten wordt;5° de ogenblikken waarop de telewerker een beroep kan doen op een technische ondersteuning;6° de nadere regels voor de tegemoetkoming door de werkgever en het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën in de onkosten en kosten bedoeld in artikel 13 en volgende;7° de duur van de toelating;8° de voorwaarden en nadere regels voor de schorsing, het afbreken en de hernieuwing van de toelating;9° de toestemming van de telewerker betreffende de toegang tot de werkplaats aan de bevoegde Interne dienst voor preventie. Voor de personeelsleden aangeworven in het kader van een arbeidsovereenkomst maakt de beslissing het voorwerp uit van een aanhangsel bij hun arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - De rechten en verplichtingen

Art. 10.§ 1. Geen enkele toelage of premie mag verbonden worden aan het telewerk. Geen enkele verhoging of vermindering van de arbeidsduur mag eraan verbonden worden.

Voor de telewerker gelden dezelfde werkbelasting en prestatienormen als voor vergelijkbare personeelsleden welke werken op de werkvloer van de werkgever. § 2. De telewerkers hebben dezelfde rechten op opleiding en mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling als vergelijkbare personeelsleden die op de werkvloer van de werkgever tewerkgesteld zijn en zijn onderworpen aan dezelfde evaluaties. § 3. Telewerk mag, over een periode van een maand, niet meer dan drie vijfde van de arbeidsregeling die op de telewerker van toepassing is, beslaan. § 4. Mits een vooropzeg waarvan de duur vastgesteld is in de beslissing bedoeld in artikel 8, mogen zowel het personeelslid als de werkgever een einde stellen aan het telewerk. Deze vooropzeg mag de duur van een maand niet overschrijden.

Art. 11.De telewerker moet toegang kunnen krijgen tot de informatie over de instelling en de dienst.

Art. 12.De werkgever die het telewerk invoert, bezorgt de Minister van Ambtenarenzaken elk jaar, in de loop van de maand van de inwerkingtreding van het besluit, een jaarlijks volledig verslag over het aantal telewerkers, de duur van het telewerk en alle inlichtingen die nuttig zijn voor de globale evaluatie van het telewerk, met inbegrip van de evaluatie van de voordelen, nadelen of neutraliteit van het telewerk ten opzichte van het werk geleverd op de werkvloer.

De Minister van Ambtenarenzaken deelt de Regering de bovenvermelde verslagen mee binnen de tweede maanden van de ontvangst ervan. HOOFDSTUK VII. - De arbeidsvoorwaarden

Art. 13.Het telewerk kan worden verricht in de woning van de telewerker of in elke andere door hem gekozen plaats. Indien het telewerk verricht wordt in een andere plaats dan de woning van de telewerker, bepaalt de telewerker het nader in zijn aanvraag.

Art. 14.Het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen, het installeren en het onderhouden van de benodigde apparatuur voor het telewerk. Het verleent de telewerker een geschikte dienst inzake technische ondersteuning.

De kosten van de verbindingen en de communicatie die verband houden met het telewerk vallen niet ten laste van de telewerker.

Art. 15.De telewerker gaat zorgvuldig om met de hem ter beschikking gestelde apparatuur.

Ingeval van beschadiging door derden of van diefstal, verschaft de telewerker aan de werkgever de informatie waarover hij beschikt en die van aard is om deze werkgever toe te laten het herstel van de geleden schade te bekomen.

Art. 16.De telewerker brengt onmiddellijk de werkgever en het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën op de hoogte van een defect aan de door hem gebruikte apparatuur of van een geval van overmacht waardoor hij zijn werk niet kan verrichten.

Er kan worden voorzien in specifieke regels zoals vervangende taken of een tijdelijke terugkeer naar de werkvloer van de werkgever. HOOFDSTUK VIII. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 17.Bij de datum van inwerkingtreding van dit besluit bedraagt het aantal van personeelsleden in voltijds equivalent bedoeld in artikel 5 van dit besluit : - voor de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap : 45; - voor de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector : 1; - het Commissariaat-generaal bij de Internationale Betrekkingen : 2; - het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap : 2; - het Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan : 1; - de "Office de la Naissance et de l'Enfance" : 12.

Art. 18.De werkgever die het telewerk invoert, wordt vrijgesteld van het neerleggen van het verslag bedoeld in artikel 11 van het jaar van de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 19.De personeelsleden die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit op telewerk beroep doen, moeten overeenkomstig dit besluit een nieuwe aanvraag om telewerk indienen en dit, vanaf de eerste oproep tot kandidaten; bij gebreke hiervan zal een einde worden gesteld aan hun telewerk mits een vooropzeg waarvan de duur door het College van de Ambtenaren-generaal of, bij gebreke hiervan, door de Directieraad, zal worden bepaald.

De eerste oproep tot kandidaten zal plaatsvinden binnen de zes maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.

Art. 20.Dit besluit treedt in werking één maand nadat het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 21.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 11 juli 2008.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN

^