Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 08 mei 2014
gepubliceerd op 18 juni 2014

Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van de cel voor financiële informatie en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005

bron
waalse overheidsdienst
numac
2014203732
pub.
18/06/2014
prom.
08/05/2014
ELI
eli/besluit/2014/05/08/2014203732/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

8 MEI 2014. - Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van de cel voor financiële informatie en tot opheffing van het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2005 pub. 13/04/2005 numac 2005200962 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen sluiten


De Waalse Regering, Gelet de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, artikel 87, § 1, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2005 pub. 13/04/2005 numac 2005200962 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen sluiten houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 maart 2014;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 27 maart 2014;

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 27 maart 2014;

Gelet op advies nr. 55.968/2 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten, de wet van 8 september 1997, de wet van 2 april 2003 en de wet van 19 januari 2014;

Gelet op protocol nr. 446 van Sectorcomité XVI, opgesteld op 6 mei 2014;

Overwegende dat bij het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2005 pub. 13/04/2005 numac 2005200962 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen sluiten, de Waalse Regering een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen heeft opgericht;

Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2005 pub. 13/04/2005 numac 2005200962 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen sluiten houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen bij het besluit van 1 februari 2007 gewijzigd is en dat de opdrachten van de cel uitgebreid zijn bij het besluit van 2 februari 2009, met name inzake de openbare-private partnerschappen;

Overwegende dat de aanvragen gericht aan de cel tijdens deze laatste jaren, haar immers ertoe geleid hebben om bijkomende opdrachten uit te oefenen ter aanvulling van degene die haar oorspronkelijk zijn toevertrouwd;

Overwegende dat het nodig is om een enig contactpunt van het Instituut voor nationale rekeningen in te stellen in de uitvoering van de verplichtingen voortvloeiend voor het Waalse Gewest van het Europees systeem van nationale rekeningen (ESR95 dat vanaf 1 september 2014 ESR2010 zou worden);

Gelet op het belang om een beroep te doen op de cel voor financiële informatie als enig contactpunt wegens haar bevoegdheid inzake ESR, de contacten die ze heeft opgenomen met het Instituut voor nationale rekeningen en wegens haar tijdelijke aanwijzing als enig contactpunt bij beslissing van de Regering op 14 februari 2014;

Overwegende dat het uit zorg voor samenhang en doorzichtigheid in het actiekader van de cel blijkt dat het beter is een op deze cel toepasselijk nieuw statuut aan te nemen in plaats van de besluiten die haar heden regelen, waarbij deze nieuwe verankering op de ervaringen van de vorige werking wordt gegrond;

Op de voordracht van de Minister van Begroting;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Begripsomschrijvingen

Artikel 1.In de zin van dit besluit wordt verstaan onder : 1° "cel" : de cel voor financiële informatie ingesteld bij artikel 2°;2° "PPS" : het privaat-publieke samenwerking;3° "ESR" : het Europees systeem van nationale rekeningen;4° "INR" : het Instituut voor nationale rekeningen; 5° "broneenheid" : elke eenheid die zowel in de perimeter van de openbare en administratieve entiteiten en van de openbare ondernemingen als buiten die perimeter, beschikt over de gegevens die nodig zijn voor de bepalingen van de ESR-statistieken en degene die vereist zijn in het kader van de buitensporigtekortprocedure (BTP) bedoeld in artikel 126 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) en het protocol (nr.12) betreffende de procedure bij buitensporige tekorten; 6° "instelling" : de instelling waarop het decreet van 22 januari 1998Relevante gevonden documenten type decreet prom. 22/01/1998 pub. 04/02/1998 numac 1998027050 bron ministerie van het waalse gewest Decreet betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest ressorteren sluiten betreffende het statuut van het personeel van toepassing is;7° "intern WALCOMFIN-team" : cel opgericht bij de Waalse Regering die de opdracht krijgt om eerstgenoemde bij te staan bij de invoering van de nieuwe overheidsboekhouding in de algemene diensten van het Gewest;8° "Gewest" : het Waals Gewest. HOOFDSTUK II. - De cel voor financiële informatie en de opdrachten ervan

Art. 2.De cel wordt bij de Waalse Regering opgericht en wordt onder haar gezag geplaatst. De Minister van Begroting is de primaire ordonnateur.

Art. 3.§ 1. De cel is belast met een begrotings- boekhoud- en financiële analyse en met een expertise inzake de PPS. Daartoe oefent ze een opdracht van begeleiding, raadgeving, expertise, opvatting en uitvoering van opvolgingsprocedures en -middelen uit. § 2. In het kader van haar opdracht van begrotings-, boekhoud- en financiële analyse is de cel belast met : 1° het opvolgen van alternatieve financieringen; 2° de analyse van de ontwerpen van begrotingen en de rekeningen van de openbare administratieve instellingen van de institutionele eenheden vermeld in de sector S.1312 van het Gewest alsook hun impact op het financieringsaldo en de schuldenlast van het Gewest; 3° het bijwonen van de vergaderingen van de financiële of gelijkwaardige comités van de openbare administratieve en op eigen aanvraag gelijkgestelde instellingen op hun verzoek;4° het uitbrengen van juridische, budgettaire en financiële adviezen ten opzichte van de nieuwe beleidslijnen ingeleid door de Regering of een Minister en hun impacten zowel op het ESR-resulstaat als op de financieringsaldi van de eenheden;5° de raadgeving aan de openbare administratieve en gelijkgestelde instellingen wat betreft hun financieringsbeleid. § 3. In het kader van haar opdracht van expertise inzake openbaar-private samenwerking is de cel belast met : 1° het uitbrengen van een advies binnen een termijn van vijfendertig dagen over elk PPS-project overwogen door het Gewest of door één van zijn openbare administratieve instellingen;2° het begeleiden van het Gewest en van zijn openbare administratieve en gelijkgestelde instellingen in de opvatting, de opmaking en de uitvoering en de opvolging van projecten of programma's van PPS;3° het uitbrengen van een advies en de begeleiding van de plaatselijke besturen die daarom verzoeken voor PPS-projecten, overeenkomstig de beginselen en mechanismen van de omzendbrief van 24 december 2010 van de Minister van Plaatselijke besturen genoemd "privaat-publieke samenwerkingen - Competentie van de cel voor financiële informatie";4° het waken over de ontwikkeling van de PPS;5° de vertegenwoordiging van het Gewest binnen de Europese en internationale instantiesen fora die openbare eenheden gespecialiseerd in PPS verenigen.

Art. 4.§ 1. De cel is het enige contactpunt van het Gewest ten opzichte van het INR in het kader van de overmaking van de informatie en statistieken gevraagd door het INR voor de opmaking van de rekeningen van de openbare besturen in de zin van het ESR alsook in kader van de procedure bij buitensporige tekorten. § 2. Als enig contactpunt tussen het Gewest en het INR is de cel belast met : 1° de verzameling van de informatie en statistieken vereist door het INR bij de betrokken broneenheden;2° de vertegenwoordiging van het Gewest binnen werkgroepen die belast zijn, overeenkomstig het protocol gesloten tussen het INR en de Belgische openbare overheden, met het opmaken van de nodige tabellen, spreadsheets en lijsten.In afwachting van deze nieuwe instrumenten en formaten inventariseert de cel voorlopig de informatiebronnen, centraliseert bedoelde cel de modellen van tabellen en spreadsheets die door de broneenheden meegedeeld moeten worden, verspreidt ze die bronnen en verleent ze haar bijstand om ze door de broneenheden aan te vullen; 3° het overmaken binnen de vereiste termijnen van de aanvragen van bijkomende inlichtingen gericht door het INR aan de openbare instanties en met het meedelen van de antwoorden aan het INR;4° het informeren van het INR over elke wijziging die een impact kan hebben op de overmaking van de gegevens en over de vaststelling van de ESR-statistieken en de procedure bij buitensporige tekorten;5° de vertegenwoordiging van het Gewest bij de wederzijdse informatievergaderingen zoals voorzien in het samenwerkingsprotocol;6° de centralisatie en de overmaking aan het INR van de adviesaanvragen die vroeger zijn aangevraagd door de openbare instanties en de broneenheden over de impact van projecten of transacties op het financieringsaldo en de schuldenlast van het Gewest;7° het oplijsten van statistische gegevens verwacht door het INR, hun overmakingsfrequentie en het vereiste formaat. In afwachting van deze nieuwe instrumenten en formaten inventariseert de cel voorlopig de informatiebronnen, centraliseert bedoelde cel de modellen van tabellen en spreadsheets die door de broneenheden meegedeeld moeten worden, verspreidt ze die bronnen en verleent ze haar bijstand om ze met de broneenheden aan te vullen.

Indien het INR een aanvraag rechtstreeks aan de broneenheid richt, informeert het INR er de cel over.

Art. 5.De cel zorgt voor de maandelijkse overmaking aan de federale Staat van begrotingsgegevens met betrekking tot de op kasbasis of op boekhoudkundige basis gerealiseerde uitgaven en ontvangsten van de institutionele eenheden die behoren tot sector S.1312 van het Gewest, met uitzondering van de gegevens betreffende de Diensten van de Regering en de Waalse Overheidsdienst.

Art. 6.De Regering of elke van de Ministers verzoekt er de cel om analyses en specifieke juridische, begrotings-, boekhoudkundige en financiële audits uit te voeren ten opzichte van projecten of procedures betreffende de in de artikelen 2 tot 4 bedoelde opdrachten.

De cel brengt schriftelijk haar advies uit aan de Regering of aan de Minister.

Art. 7.De cel beschikt bij de broneenheid over alle inlichtingen nodig voor de uitoefening van haar opdrachten. HOOFDSTUK III. - Samenstelling en organisatie van de cel

Art. 8.Het personeel van de cel bestaat uit : 1° een leidend deskundige van niveau A verantwoordelijk voor de cel;2° twee leidend adjunct-deskundigen van niveau A;3° een deskundige van niveau A belast met de opvolging van de ontwikkeling van openbare en private boekhoudnormen;4° een deskundige van niveau A belast met de opvolging van de ontwikkeling van de bronnen, modaliteiten en voorwaarden van de financiering van de administratieve openbare en gelijkgestelde instellingen;5° tien voltijds equivalenten van niveau A;6° vijf voltijds equivalenten van niveau B, C of D.

Art. 9.§ 1. De personeelsleden van de cel worden door de Waalse Regering op voorstel van de Minister van Begroting aangewezen. § 2. In afwijking van § 1 wordt de deskundige belast met de opvolging van de openbare en private boekhoudnormen door de Regering en op voorstel van de Minister van Begroting aangewezen binnen de leden van het Rekenhof.

Art. 10.De leidend deskundige bedoeld in artikel 8, 1°, is verantwoordelijk voor de algemene coördinatie van de cel met inbegrip van haar administratief beheer.

Eén van de leidend adjunct-deskundigen bedoeld in artikel 8, 2°, is verantwoordelijk voor de opdrachten inzake de begrotings- boekhoud- en financiële analyse en de expertise inzake de PPS. Eén van de leidend adjunct-deskundigen bedoeld in artikel 8, 2°, is verantwoordelijk voor de opdracht m.b.t. het enig contactpunt van het INR. De leidend deskundige en de leidend adjunct-deskundigen bedoeld in artikel 8, 1° en 2°, kunnen de verdeling van de opdrachten in onderlinge samenspraak opnieuw bepalen wegens de nieuwe opdrachten toevertrouwd aan de cel.

Art. 11.Een opvolgingscomité vergadert driemaandelijks. Het bestaat uit : 1° één vertegenwoordiger van elke Minister van de Regering;2° één vertegenwoordiger van het Overkoepelend Directoraat-generaal begroting, logistiek en informatie- en communicatietechnologie van de Waalse Overheidsdienst;3° één vertegenwoordiger van het Operationeel Directoraat-generaal Plaatselijke besturen, Sociale actie en Gezondheid van de Waalse Overheidsdienst. De door de cel uitgevoerde analyses worden aan de leden van het comité overgemaakt.

De cel maakt een driemaandelijks activiteitenverslag aan de Minister-President, de Ondervoorzitters en de Minister van Begroting over. Ze maakt een jaarlijks activiteitenverslag aan de Regering over. HOOFDSTUK IV. - Administratief en geldelijke toestand van het personeel

Art. 12.Het personeel van de cel bestaat uit : 1° personeelsleden aan het einde van de in artikel 31, § 1, bedoelde procedure;2° personeelsleden van het intern WALCOMFIN-team aan het einde van de in artikel 31, § 2, bedoelde procedure;3° leden van de diensten van de Regering of van een instelling, die ter beschikking worden gesteld overeenkomstig artikel 445 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 18/12/2003 pub. 31/12/2003 numac 2003027783 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende de Waalse Ambtenarencode sluiten houdende de Waalse Ambtenarencode;4° gedetacheerde leden die ressorteren onder ofwel : a) een dienst of een instelling van openbaar nut van de federale uitvoerende macht;a) een dienst of een instelling van openbaar nut van een andere uitvoerende macht dan die van het Gewest;c) een openbaar bedrijf bedoeld in de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;d) een inrichting van openbaar nut bedoeld in wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen;e) een publiekrechtelijke rechtspersoon opgericht op grond van artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen;f) een gesubsidieerde onderwijsinrichting;5° leden aangewezen door de Regering die niet ressorteren onder één van de diensten bedoeld in 1°, 2°, 3° of 4°. De rechtsregeling van de personeelsleden van de cel is van het statutair type en de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten betreffende de arbeidsovereenkomsten is niet van toepassing. Ze worden onderworpen aan de sociale zekerheidsregeling van de contractuele personeelsleden van de Staat.

Art. 13.§ 1. De personeelsleden van de cel die geen deel uitmaken van de diensten van de Regering of van een instelling genieten een jaarlijkse toelage die in de plaats komt van de wedde vastgelegd als volgt : 1° voor de leidend deskundige en de leidend adjunct-deskundigen, een bedrag tussen 40.790,86 euro en 66.115,99 euro; 2° voor de andere leden van niveau A, een bedrag tussen 21.112,38 euro en 56.517,16 euro; 3° voor de medewerkers, een bedrag tussen 13.257,38 euro en 39.981,53 euro. § 2. Bij gemotiveerde beslissing en binnen de perken van de aan de cel toegekende begrotingskredieten kan de Minister van Begroting mits instemming van de Minister-President de in § 1 bedoelde toelagen verhogen.

Art. 14.§ 1. De personeelsleden van de cel, gedetacheerd van een dienst van de Regering of van een instelling, behouden hun bezoldiging. § 2. De in § 1 bedoelde leden genieten een jaarlijkse toelage die gelijkwaardig is aan de jaarlijkse kabinetstoelage toegekend aan de personeelsleden van de diensten van de Regering of van elke openbare dienst die in de kabinetten gedetacheerd worden overeenkomstig het vigerende besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering.

Art. 15.§ 1. De geldelijke toestand van de personeelsleden van de cel die ressorteren onder een dienst of een instelling van openbaar nut van de federale uitvoerende macht, van een dienst of instelling van openbaar nut van een andere uitvoerende macht dan die van het Gewest, van een openbaar bedrijf bedoeld in de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, van een inrichting van openbaar nut bedoeld in de wet van 27 juni 1921Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1921 pub. 19/08/2013 numac 2013000498 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten over de verenigingen zonder winstoogmerk, de internationale verenigingen zonder winstoogmerk en de stichtingen, van een publiekrechtelijke rechtspersoon opgericht op grond van artikel 9 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen of van een gesubsidieerde onderwijsinrichting wordt geregeld als volgt : 1° wanneer de dienst van oorsprong aanvaardt om de betaling van de wedde voort te zetten, wordt een jaarlijkse toelage zoals bedoeld in artikel 14, § 2, aan het personeel toegekend;2° wanneer de werkgever de terugbetaling van de wedde vereist, betaalt het Gewest aan de dienst van oorsprong de bezoldiging van het personeelslid van de cel, het vakantiegeld, de eindejaarspremie en elke andere toelage en vergoeding terug, die berekend worden overeenkomstig de bepalingen die op bedoelde cel van toepassing zijn in haar dienst van oorsprong, verhoogd, in voorkomend geval, met werkgeverslasten;3° wanneer de dienst van oorsprong de betaling van de wedde opschort, ontvangt het personeel van de cel, ten laste van de begroting van het Gewest, een jaarlijkse toelage die in de plaats komt van de wedde, verhoogd met de in artikel 14, § 2, bedoelde jaarlijkse toelage die nochtans niet hoger noch kleiner mag zijn dan de verhoogde bezoldiging van de bijkomende wedde, premies en verschillende vergoedingen in de ruimste zin en dan de toelage die de betrokkene zou ontvangen indien de in 1° bedoelde bepalingen op hem van toepassing zijn.

Art. 16.De leden van de cel hebben recht op kinderbijslag, een geboortetoelage, een haard- of standplaatstoelage, het vakantiegeld, een eindejaarspremie en op elke andere toelage en vergoeding tegen het bedrag en onder de voorwaarden die voor het personeel van de Waalse Regeringsdiensten gelden.

Art. 17.De wedden, bezoldigingen, vergoedingen en toelagen van de personeelsleden aangewezen door de Waalse Regering zijn ten laste van de begroting van het Waalse Gewest.

Art. 18.De vergoedingen en toelagen bedoeld in de artikelen 13 tot 15 worden aan het einde van elke maand uitbetaald. De maandelijkse toelage is gelijk aan een 1/12de van het jaarlijkse bedrag. Wanneer de maandelijkse toelage niet volledig verschuldigd is, wordt bedoelde toelage uitbetaald in dertigsten, overeenkomstig de regel bedoeld in het geldelijk statuut de Waalse Ambtenarencode.

Art. 19.De vergoedingen en toelagen bedoeld in de artikelen 13 tot 15 worden aan de schommelingen van het indexcijfer der consumptieprijzen gekoppeld overeenkomstig de regels voorgeschreven bij de wet van 1 maart 1977Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/03/1977 pub. 05/03/2009 numac 2009000107 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld; ze worden aan het spilindexcijfer 138.01 van 1 januari 1990 gekoppeld.

Art. 20.De bepalingen bedoeld in het vigerende besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering inzake verlof en afwezigheden zijn mutatis mutandis van toepassing op de personeelsleden van de cel. HOOFDSTUK V. - Diverse kosten, gebruik van voertuigen

Art. 21.§ 1. De bepalingen van de Waalse Ambtenarencode inzake verblijf- en reiskosten die voortvloeien uit verplaatsingen in het belang van de dienst en uit het gebruik van het openbaar vervoer, zijn mutatis mutandis toepasselijk op het personeel van de cel. § 2. De personeelsleden van de cel kunnen ter vervanging van de maaltijdcheques een jaarlijkse forfaitaire verblijfkostenvergoeding genieten.

Het bedrag van de vergoeding wordt bepaald met verwijzing naar de jaarlijkse forfaitaire verblijfkostenvergoedingen die ter vervanging van de maaltijdcheques aan de personeelsleden van de kabinetten toegekend kunnen worden en die bedoeld zijn in het vigerende besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering : 1° de vergoeding van kabinetschef voor de leidend deskundige en de leidend adjunct-deskundigen, van raadsheer of van attaché voor de andere personeelsleden van niveau A;2° de vergoeding van medewerker of boekhouder voor de personeelsleden van niveau B, C of D. De vergoeding wordt aan het einde van elke maand betaald en kan worden geproratiseerd in geval van deeltijdse dienstverstrekking.

De vergoeding wordt gehandhaafd in geval van hoogstens 30 kalenderdagen afwezigheid. § 3. De personeelsleden wier woonplaats en administratieve verblijfplaats buiten de vestigingsplaats van de cel liggen, hebben recht op een abonnement voor een openbaar vervoermiddel of, afwijkingshalve, op de financiële tegenwaarde daarvan mits, in dit laatste geval, een bijzondere machtiging van de Minister van Begroting en mits vermelding van de redenen van de afwijking. Het abonnement loopt één maand en moet maandelijks worden verlengd. De klas van het abonnement wordt bepaald op basis van de graad die het personeelslid bekleedt. Die maatregel mag niet inhouden dat het personeelslid ingedeeld wordt in een lagere klas dan die welke hij geniet in zijn oorspronkelijke bestuur. § 4. Binnen de perken van de begrotingskredieten van de cel bepaalt de Minister van Begroting het individuele kilometercontingent dat jaarlijks moet worden toegekend aan de andere personeelsleden van de cel die ertoe kunnen worden gemachtigd hun persoonlijke motorvoertuig te gebruiken in het belang van de dienst onder dezelfde voorwaarden als die welke waarin is voorzien bij de Waalse Ambtenarencode. De contingent mag echter niet hoger zijn dan 12 000 km per jaar per begunstigde. De terugbetaling geschiedt pas na voorlegging van een maandelijkse schuldvorderingsverklaring die gestaafd wordt door bewijsstukken waaruit de verplaatsingen om dienstredenen blijken. § 5. De nadere regels voor de aankoop en het gebruik van ambts- en dienstvoertuigen, de nadere regels voor de bijdrage in de abonnementskosten voor het vaste en het mobiele telefoonnet, fax en internet en de communicatiekosten van de personeelsleden van de Cel worden geregeld bij de omzendbrief van de Waalse Regering die toe te passen procedures, o.a. inzake het beheer en de werking van de ministeriële kabinetten bepaalt en harmoniseert zoals bedoeld in het vigerende besluit van de Waalse Regering betreffende de ministeriële kabinetten van de Waalse Regering. HOOFDSTUK VI. - Ambtsneerlegging en vertrektoelagen

Art. 22.Als de personeelsleden van de cel die niet in aanmerking komen voor de forfaitaire vertrektoelage bedoeld in artikel 23 wegens de behoeften van de dienst hun jaarlijks vakantieverlof niet geheel of gedeeltelijk hebben kunnen opnemen voor hun ambt definitief beëindigd is, krijgen ze een compenserende toelage waarvan het bedrag gelijk is aan hun laatste wedde betreffende de niet opgenomen verlofdagen.

Voor de toepassing van dit artikel is de wedde die in overweging dient te worden genomen, de wedde die verschuldigd is wegens volledige prestaties, met inbegrip van eventueel de haard- of de standplaatstoelage en, in voorkomend geval, het bedrag van de verhoging van de toelage die in de plaats komt van de wedde.

Art. 23.§ 1. De Minister van Begroting kan onder de in §§ 3 en 4 vermelde voorwaarden een forfaitaire vertrektoelage verlenen aan personeelsleden die een functie binnen de cel hebben uitgeoefend en geen beroepsinkomen, vervangingsinkomen of rustpensioen genieten.

Een overlevingspensioen of het door een Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn gewaarborgd bestaansminimum wordt niet als een vervangingsinkomen beschouwd. § 2. De forfaitaire toelage wordt toegekend naar rato van : 1° één maand kabinetstoelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van drie tot zes volle maanden;2° twee maanden kabinetstoelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan zes tot twaalf volle maanden;3° drie maanden kabinetstoelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan twaalf tot achttien volle maanden;4° vier maanden kabinetstoelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan achttien tot vierentwintig volle maanden;5° maximum vijf maanden kabinetstoelage voor een ononderbroken activiteitsperiode van meer dan vierentwintig maanden. De primaire ordonnateur of zijn afgevaardigde moet de Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de Kabinetten voor iedere rechthebbende zo spoedig mogelijk de nodige gegevens verstrekken voor de berekening van de forfaitaire vertrektoelage. § 3. De vertrektoelage wordt in maandelijkse bedragen toegekend.

Onverminderd § 1 wordt de toelage uitbetaald voor zover de betrokkene maandelijks een verklaring op erewoord indient waaruit blijkt dat hij gedurende de bedoelde periode geen beroepsactiviteit heeft uitgeoefend, of dat hij één van de in § 4 bedoelde voorwaarden vervult. § 4. In afwijking van § 1 kan de Minister een forfaitaire vertrektoelage verlenen aan de personen die : 1° functies binnen de cel hebben uitgeoefend en wier inkomens enkel bestaan uit de bezoldiging verbonden met de uitoefening sinds minstens drie maanden voor de neerlegging van de functies bij de cel, van een mandaat van burgemeester, schepen of voorzitter van een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn;2° uitsluitend één of meer deeltijdse functies vervullen in de privé-sector of bij een dienst die onder een wetgevende overheid ressorteert, een openbare dienst of een gesubsidieerde onderwijsinrichting of één of meer pensioenen ten laste van de Schatkist genieten die betrekking hebben op één of meer onvolledige loopbanen;3° werkloosheidsuitkeringen of wettelijke ziekte-, invaliditeits- of moederschapsvergoedingen ontvangen. De vertrektoelage wordt dan vastgesteld overeenkomstig § 2 en verminderd, na weging, met : 1° met de totale som die voor de overeenstemmende periode aan de betrokkene verschuldigd is ter bezoldiging van onvolledige functies in de privé of openbare sector of als pensioen naar gelang het bedrag van de forfaitaire vertrektoelage betrekking heeft op de uitoefening van een voltijdse of deeltijdse dienstverstrekking binnen een de cel;2° inkomsten van een werkloosheidsuitkering of met wettelijke ziekte- invaliditeits- of moederschapsvergoedingen. § 5. Het maandelijkse brutobedrag van de forfaitaire vertrektoelage is het geïndexeerde maandelijkse brutobedrag van de in artikel 13, § 1, bedoelde als wedde geldende toelage, met inbegrip van het bedrag van de verhoging waarvan ze het voorwerp had kunnen uitmaken, verhoogd in voorkomend geval met de haard- of standplaatstoelage betreffende de laatste maand van activiteit die de betrokken persoon heeft uitgeoefend tijdens minstens drie maanden, gewogen volgens de prestatieregeling van de begunstigde die in aanmerking wordt genomen voor de berekening van genoemde kabinetstoelage. § 6. De personen die hun ambt vrijwillig neerleggen komen niet in aanmerking voor de vertrektoelage. HOOFDSTUK VII. - Ordonnateurs, boekhouder en delegaties

Art. 24.Er wordt een machtiging verleend aan de kabinetschef van de Minister van Begroting om elke uitgave vast te leggen en goed te keuren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 09 van organisatie-afdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel van de cel.

Art. 25.Er wordt aan de leidend deskundige van de cel tot en met het bedrag van 8.500 euro, exclusief btw, een machtiging verleend om elke uitgave vast te leggen, goed te keuren en te betalen die toerekenbaar is op basisallocaties 12.01 en 74.01 van programma 09 betreffende, respectievelijk, de werking van de cel en de aankoop van allerlei goederen van organisatie-afdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest.

Art. 26.§ 1. De Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten is belast met de administratieve bijstand in de personeelszaken van de cel en de loonadministratie van de wedden, vergoedingen en toelagen toegekend aan het personeel van de cel. § 2. Er wordt een machtiging verleend aan de adviseur verantwoordelijk voor de Vaste hulpdienst voor administratieve en geldelijke aangelegenheden van de kabinetten om elke uitgave vastgelegd door de primaire ordonnateur of zijn gemachtigden bedoeld in de artikel 24 en 25 te ordonnanceren die toerekenbaar is op basisallocatie 11.01 van programma 09 van organisatie-afdeling 12 van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest betreffende de wedden, vergoedingen en toelagen verleend aan het personeel van de cel.

Art. 27.De bepalingen van de artikelen 24, 25 en 26 hebben niet als gevolg dat de primaire ordonnateur uit zijn bevoegdheid ontheven wordt om alle in dit besluit bedoelde uitgaven vast te leggen, goed te keuren en te ordonnanceren.

Art. 28.Een gedecentraliseerde penningmeester wordt aangewezen onder de personeelsleden van de cel.

Er worden hem voorschotten verleend met inachtneming van de maximumbedragen vastgesteld in het beschikkende gedeelte van de algemene uitgavenbegroting van het Waalse Gewest voor de gedecentraliseerde penningmeesters van de Waalse Overheidsdienst ter betaling van de schuldvorderingen die 8.500 euro, btw niet meegerekend, niet overschrijden. HOOFDSTUK VIII. - Uitrusting en werkingsmiddelen

Art. 29.De Regering treft de nuttige maatregelen om lokalen, meubilair en software- en kantoorautomatiseringsbenodigdheden voor de werking ervan ter beschikking van de cel te stellen. De benodigdheden kunnen aangekocht of gehuurd worden.

Art. 30.Met inachtneming van de bepalingen betreffende de overheidsopdrachten stelt de leidend deskundige van de cel de dienstencontracten voor om zich met name de medewerking verzekeren van adviesbureaus die de cel in haar opdrachten zullen bijstaan. Hij bereidt in voorkomend geval de aankoopvoorstellen voor die ter aanvulling van de beoogde materiële middelen nodig zijn. HOOFDSTUK IX. - Slot- en overgangsbepalingen

Art. 31.§ 1. De leden van de cel voor financiële informatie ingesteld bij het besluit van 24 maart 2005 worden van ambtswege in de bij dit besluit opgerichte cel opgenomen. Ze behouden hun administratief en geldtoestand. § 2. De personeelsleden van het intern WALCOMFIN-team in functie op de datum van inwerkingtreding van dit besluit, met uitzonderling van de personeelsleden wier de terbeschikkingstelling niet verlengd wordt, worden vrijwillig opgenomen in de bij dit besluit opgerichte cel. Ze behouden hun administratief en geldtoestand.

De in het eerste lid bedoelde leden worden door de Minister van Begroting op de hoogte gebracht van de optiemogelijkheid die voor hen open is. Ze beschikken over tien dagen om de Minister van Begroting in kennis te stellen van hun keuze. In geval van optie ten gunste van een aanstelling binnen de cel, worden ze van ambtswege in de cel opgenomen en behouden ze hun administratief en geldtoestand.

Art. 32.De cel verzekert zich van de verenigbaarheid tussen de verwijzingen naar dit besluit en elk nieuw besluit betreffende de kabinetten van de Ministers van de Regering.

In geval van een onverenigbaarheid, een incoherentie of elke toepassingsmoeilijkheid van dit besluit voortvloeiend uit de inwerkingtreding van een nieuw besluit betreffende de kabinetten van de Ministers van de Regering richt de cel de Regering de wijzigingsvoorstellen van dit besluit die ze nuttig acht om daaraan te verhelpen.

Art. 33.Het besluit van de Waalse Regering van 24 maart 2005Relevante gevonden documenten type besluit van de waalse regering prom. 24/03/2005 pub. 13/04/2005 numac 2005200962 bron ministerie van het waalse gewest Besluit van de Waalse Regering houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen sluiten houdende oprichting van een opvolgingscel voor de alternatieve financieringen en de financiële staten van de openbare instellingen wordt opgeheven.

Art. 34.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt.

Art. 35.De Minister van Begroting is belast met de uitvoering van dit besluit.

Namen, 8 mei 2014.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Begroting, Financiën, Tewerkstelling, Vorming en Sport, A. ANTOINE

^