gepubliceerd op 05 november 2012
Besluit van de Waalse Regering tot definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen met het oog op de opneming, op het grondgebied van Komen-Waasten, van gemengde bedrijfsruimten op de plaats genaamd « Vier Koningen » en langs de Leie in Neerwaasten, alsook van een natuurgebied en een groengebied in Ploegsteert als planologische compensatie voor de opneming van die gebieden
4 OKTOBER 2012. - Besluit van de Waalse Regering tot definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen (bladen 28/6S en 36/2N) met het oog op de opneming, op het grondgebied van Komen-Waasten, van gemengde bedrijfsruimten op de plaats genaamd « Vier Koningen » en langs de Leie in Neerwaasten, alsook van een natuurgebied en een groengebied in Ploegsteert als planologische compensatie voor de opneming van die gebieden
De Waalse Regering, Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 december 2011 tot vaststelling van de verdeling van de ministeriële bevoegdheden en tot regeling van de ondertekening van haar akten;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 17 juli 2009 tot regeling van de werking van de Regering;
Gelet op het Waalse wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw, erfgoed en energie, inzonderheid op de artikelen 1, 22, 23, 25, 32, 35, 37, 38 en 41 tot 46;
Gelet op het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan aangenomen door de Waalse Regering op 27 mei 1999;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 1979 tot vaststelling van het gewestplan Moeskroen-Komen en de opeenvolgende wijzigingen die erin zijn aangebracht;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2004 tot aanneming van het ontwerp van gedeeltelijke herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen (bladen 28/6N en 28/7S) met het oog op de opneming te Komen (Waasten en Neerwaasten) van een industriële bedrijfsruimte ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte « Neerwaasten » en van een gemengde bedrijfsruimte op de plaats genaamd « Vier Koningen »;
Gelet op het openbaar onderzoek betreffende het ontwerp van herziening van het gewestplan dat van 8 januari tot 22 februari 2005 in de gemeente Komen-Waasten plaatsgevonden heeft;
Gelet op de notulen van de overlegvergadering die op 22 februari 2005 overeenkomstig artikel 43 van het Wetboek is gehouden;
Gelet op het advies van de gemeenteraad van Komen-Waasten van 21 maart 2005;
Overwegende dat de documenten bedoeld in artikel 43, § 3, van het Wetboek op 6 april 2005 door de gemeentelijke overheid van Komen-Waasten aan de Regering overgemaakt werden;
Gelet op de aanneming van het decreet RESAter op 3 februari 2005, meer bepaald artikel 59 houdende organisatie van het mechanisme waarbij de opneming van elk nieuw bebouwingsgebied gecompenseerd wordt door een gelijkwaardige wijziging van een bestaand bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied;
Gelet op het advies van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) van 27 mei 2005;
Gelet op het advies van de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Milieuraad voor Duurzame Ontwikkeling) uitgebracht op 13 juni 2005;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 15 maart 2007 tot herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen (blad 36/2N) en tot aanneming van het voorontwerp van herziening van het plan met een oog op de opneming van : - een natuurgebied en landbouwgebieden op het grondgebied van Komen als planologische compensatie voor het ontwerp van herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen met het oog op de opneming van een industriële bedrijfsruimte ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte « Neerwaasten » en van een gemengde bedrijfsruimte op de plaats genaamd « Vier Koningen » te Komen (Waasten en Neerwaasten); - een industriële bedrijfsruimte ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Ploegsteert »;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 september 2007 waarbij beslist wordt een effectenonderzoek te laten doorvoeren met betrekking tot het voorontwerp van herziening van bovenvermeld gewestplan Moeskroen-Komen;
Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 2009 tot wijziging en tot aanvulling van het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2004 tot voorlopige aanneming van de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen met het oog op de opneming van : - een gemengde bedrijfsruimte van ongeveer 7,5 ha ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte « Neerwaasten », van een gemengde bedrijfsruimte van ongeveer 49,5 ha op de plaats genaamd « Vier Koningen » in Komen (Waasten en Neerwaasten); - een natuurgebied van 58,6 ha, een landbouwgebied van 11,5 ha en een groengebied van 6,3 ha in Ploegsteert als planologische compensatie voor de opneming van voornoemde bedrijfsruimten; - een industriële bedrijfsruimte van ongeveer 6,2 ha ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte « Ploegsteert » en van een natuurgebied bestaande uit het gedeelte van de visvijvers gelegen ten noorden van de Steenbakkerij en nog steeds als ontginninggebied opgenomen - als gelijkwaardige planologische compensatie voor de opneming van dat gebied;
Gelet op het openbaar onderzoek betreffende het ontwerp van herziening van het gewestplan dat van 21 mei tot 5 juli 2010 in de gemeente Komen-Waasten plaatsgevonden heeft en op de opmerkingen waartoe het aanleiding gegeven heeft, met name;
Nr.
NAAM
ADRES
AANTAL HAND- TEKENINGEN
1
POURCELLE-MORENO
Iepersteenweg 61A 7784 WAASTEN
2
2
FERLA Andrée
Iepersteenweg 72 7784 WAASTEN
1
3
STRAGIER Bruno
Wervikstraat 154 7780 KOMEN - WAASTEN
1
4
GLORIEUX Pierre
Iepersteenweg 65 7784 WAASTEN
1
5
DEKLERCK-DESMEDT Dirk
Kruisstraat 11 8953 HEUVELLAND (Wijtschate)
3
6
PERSYN-COPPIN Marc
Kleine Bosweg 3 7784 WAASTEN
1
7
NUYTTEN Charles
Munquestraat 9 7782 PLOEGSTEERT
1
8
NUYTTEN Marc
Munquestraat 9 7782 PLOEGSTEERT
2
9
FEDERATION WALLONNE DE L'AGRICULTURE (Waalse Landbouwfederatie) REGIONALE DE TOURNAI
Rue André Moulin 6 7530 GAURAIN-RAMECROIX
1
10
DESREUMAUX Stephen
d'Halluinweg 26 7784 NEERWAASTEN
2
11
BEEL-VERHEST
Fortstraat 34 7780 KOMEN
2
12
MOUTON Philippe - ECO-VIE
de Wijtschaetestraat 48 7784 NEERWAASTEN
13
MOUTON Philippe
de Wijtschaetestraat 48 7784 NEERWAASTEN
14
RYCKEBOSCH José FEDERATION WALLONNE DE L'AGRICULTURE - Plaatselijke afdeling
baan naar Vlaanderen 26 7780 KOMEN
15
LADOUCE René FEDERATION WALLONNE DE L'AGRICULTURE
baan naar Vlaanderen 26 7780 KOMEN
Gelet op de overlegvergadering gehouden op 31 mei 2010, overeenkomstig artikel 4, eerste lid, 8°, van het « CWATUPE » : Gelet op de notulen van de overlegvergadering die op 12 juli 2010 werd gehouden, overeenkomstig artikel 43 van het Wetboek;
Gelet op het advies van de gemeenteraad van Komen-Waasten van 6 september 2010;
Gelet op advies van M. de Prefect van de regio Nord-Pas-de-Calais van 24 augustus 2010;
Overwegende dat de documenten bedoeld in artikel 43, § 3, van het Wetboek op 17 september 2010 door de gemeentelijke overheid van Komen-Waasten aan de Regering overgemaakt werden;
Gelet op het advies van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2010;
Overwegende dat de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire », de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » en het Operationeel Directoraat-generaal Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, overeenkomstig artikel 43, § 4, eerste en tweede lid, op 10 mei 2011 verzocht werden om adviesverlening i.v.m. het dossier betreffende het ontwerp-plan dat vergezeld gaat van het effectonderzoek en de bezwaren, opmerkingen, notulen en adviezen;
Gelet op het advies uitgebracht op 7 juni 2011 door de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable »;
Gelet op het advies uitgebracht op 30 juni 2011 door de « Commission régionale de l'Aménagement du Territoire »;
Gelet op het gunstig advies dat stilzwijgend uitgebracht werd door het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu;
Inventaris van de bezwaren en adviezen Overwegende dat de opneming van gemengde bedrijfsruimten op de plaats genaamd « Vier Koningen » en in Neerwaasten aanleiding gegeven heeft tot 15 bezwaren tijdens het tussen 21 mei en 5 juli 2010 georganiseerde openbaar onderzoek waarvan de inhoud hieronder weergegeven wordt;
Overwegende dat de gemeenteraad van Komen-Waasten op 6 september 2010 een gunstig advies uitgebracht heeft i.v.m. het ontwerp van herziening van de bladen 28/6N, 28/7S en 36/2N van het gewestplan Moeskroen-Waasten met het oog op de opneming van een gemengde bedrijfsruimte ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Neerwaasten » en van een gemengde bedrijfsruimte op de plaats genaamd « De Vier Koningen » te Komen (Waasten en Neerwaasten), alsook van een natuurgebied, een landbouwgebied en een groengebied als planologische compensatie voor de opneming van genoemde bedrijfsruimten, enerzijds, en van een industriële bedrijfsruimte ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Ploegsteert » en van een natuurgebied als planologische compensatie voor de opneming van dat gebied op het grondgebied van Komen-Waasten, anderzijds, onder volgend voorbehoud : « de opneming als natuurgebied van de nu tussen de « trous de briqueteries » en de « chemin de la Blanche » gelegen percelen mag eventuele wijzigingen die door de omwonende landbouwers en de inwoners aangevraagd worden niet in de weg staan »;
Overwegende dat M. de Prefect van de regio Nord-Pas-de-Calais, geraadpleegd over het gezamenlijke ontwerp van herziening van het gewestplan overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het Wetboek, in zijn advies van 24 augustus 2010 wijst op problemen i.v.m. de mogelijke effecten van de toekomstige gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » te Komen (België) op de toekomstige uitbreiding van het activiteitenpark Schumann van Comines (Frankrijk) en op de gevolgen daarvan voor het wegverkeer op de RD108;
Overwegende dat de Vlaamse Regering, waarvan het advies gevraagd werd overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het Wetboek, wijst op de aanstaande aanleg van een gebied van ongeveer 60 ha (voorzien is in het provinciaal plan van ruimtelijke ordening « Menen-West ») in de buurt van de toekomstige gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » waarvan het verkeer ook gebruik zal maken van de RN58 die al aanzienlijk belast is op het Vlaamse gedeelte ervan; dat de Vlaamse Regering bijgevolg pleit voor een overleg tussen het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse autoriteiten - eventueel in het kader van de Eurometropool - met het oog op de harmonisatie van de economische ontwikkelingsprojecten van de drie partners op dat gedeelte van het grondgebied en van de desbetreffende gevolgen voor de grensoverschrijdende en transregionale wegnetten;
Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » in zijn advies van 7 juni 2011 volgende argumenten heeft laten gelden : « De « CWEDD » brengt een ongunstig advies uit m.b.t. de opportuniteit om een gemengde bedrijfsruimte op te nemen op de plaats « Vier Koningen in Waasten.
Ten eerste wijzigt het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 2009 immers het gebied bepaald bij het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2004 (uitbreiding tot 49,5 ha en wijziging van de configuratie ervan). Die wijzigingen werden niet aan een milieubeoordeling onderworpen en beantwoorden aan geen enkel alternatief dat door het studiebureau overgelegd werd.
Bijgevolg kan de « CWEDD » geen advies uitbrengen over de nieuwe configuratie van het gebied.
Ten tweede herinnert de Raad eraan dat hij op 13 juni 2005 een ongunstig advies uitgebracht heeft (CWEDD/05/AV.780) waarvan de argumenten blijven gelden, met name : Zwakke lokalisering Het onderzoek analyseert in een eerste fase de band tussen de ondernemingen daar waar ze zich gevestigd hebben. De ondernemingen van het gebied van Komen zijn die met het hoogste percentage zwakke lokalisering, dus niet gebonden aan een exploitatieplaats (voor de afvoer van de producten).
Het gevolg daarvan is dat niets rechtvaardigt dat een onderneming zich op een bepaalde plek eerder dan op een andere vestigt (Moeskroen of Pecq). - Biomethaanvormingsproject Het argument dat door de gemeente aangevoerd wordt met het oog op de opneming van het zone van de « Vier Koningen » is de vestiging van een biomethaanvormingseenheid dichtbij dat gebied. Een frietproductiebedrijf zou op de plaats « Vier Koningen » een antenne komen vestigen in het kader van een synergie met het biomethaanvormingsproject (aanwending van subproducten van het frietproductiebedrijf in het biomethaanvormingsproces).
Welnu, het onderzoek heeft aangetoond dat een bedrijf dat ander water dan huishoudelijk afvalwater loost zich niet in dat gebied mocht vestigen. Dat gebied is immers ver afgelegen van de voornaamste infrastructuren waar de afvalwateren verzameld en behandeld worden.
Bovendien is het hydrografische netwerk stroomafwaarts die locatie weinig geschikt om zelfs gezuiverde waterlozingen op te vangen.
Daar komt nog bij dat het frietproductiebedrijf sindsdien gevestigd is in de gebouwen van Waasten Industrie. De « CWEDD » veronderstelt dat de geplande synergie van dat bedrijf met het biomethaanvormingsproject derhalve aanleiding zal geven tot een vrachtverkeer waarmee geen rekening gehouden werd in het eerste onderzoek.
Tot slot, werd geen overdruk aangehouden die zou kunnen laten vermoeden dat het gebied wel degelijk voor een biomethaanvormingseenheid bestemd wordt (overdruk A.E. bijvoorbeeld).
In dat gebied zou dus elk type onderneming gevestigd kunnen worden dat in een gemengde bedrijfsruimte thuishoort.
Overigens mogen biomethaaninstallaties volgens het « CWATUPE » tegenwoordig in landbouwgebieden gevestigd worden. - Naast het feit dat de locatie geen ondernemingen mag ontvangen die industrieel afvalwater lozen (zie hierboven), biedt ze ook nog een monomodaal toegankelijkheidsprofiel dat andere wegvervoersmogelijkheden uitsluit. - Wegens de aanwezigheid van ondiep grondwater zouden bovendien bijzondere maatregelen genomen moeten worden voor eventuele bouwerken. - Anderzijds heeft het gebied een landschappelijke kwaliteit, wat de auteur van het onderzoek doet zeggen dat « de opneming van een bedrijfsruimte op de locatie van de « Vier Koningen » een aanzienlijk verlies van het landschappelijke erfgoed alsook landschapsaantasting en heterogeniteit tot gevolg zal hebben. ».
De « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » kan zich niet uitspreken over de opportuniteit om een gemengde bedrijfsruimte langs de Leie in Neerwaasten op te nemen.
In zijn advies van 2005 heeft de « Conseil wallon de l'environnement pour le développement durable » immers ingestemd met de opneming van een industriële berijfsruimte op voorwaarde dat de « Port autonome du Centre et de l'Ouest (PACO) » daar kades bouwt en dat het gebied voorbehouden wordt aan ondernemingen die de waterweg gebruiken.
Welnu, het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 2009 brengt daar grondige wijzigingen in daar het voorziet in de opneming van een gemengde bedrijfsruimte en die wijziging rechtvaardigt vanwege de nabijheid van de sluis die het onmogelijk maakt om die terreinen te bestemmen voor ondernemingen die de waterweg gebruiken.
Dat alternatief werd niet geanalyseerd. De « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » heeft dus geen enkele basis waarop het een omstandig advies kan gronden.
De « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » geeft een gunstig advies wat betreft de milieu-opportuniteit om een natuurgebied, een landbouwgebied en een groengebied op te nemen.
De « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » stelt immers vast dat de Waalse Regering rekening gehouden heeft met de aanbevelingen van het studiebureau en dat ze met die voorstellen instemt.
Bovendien stemt de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » in met de aanbevelingen van de auteur i.v.m. dat punt en benadrukt het in het bijzonder de volgende : - voorzien in de declassering of de verplaatsing van het pad dat ter hoogte van het natuurgebied loopt; - de omtrek van de ZHIB in de cartographische databanken bijsturen om hem te laten overeenstemmen met de reële grenzen van de kadastrale percelen vermeld in het besluit van 2 maart 2004; - de nodige middelen aanwenden met het oog op het voortdurende beheer van het natuurgebied dat nu door particulieren waargenomen wordt. »;
Overwegende dat de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » op 30 juni 2011 een ongunstig advies heeft uitgebracht dat gemotiveerd is als volgt : « Alhoewel de « CRAT » overtuigd is van de behoefte aan nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van het gebied IEG en de opportuniteit om er in Komen-Waasten op te nemen gunstig gezind is, geeft ze een ongunstig advies over de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op de locatie « Vier Koningen ».
De « CRAT » acht dat de vestiging van een bedrijfsruimte op de locatie « Vier Koningen » de aantasting van de landbouwruimte zal vergroten op het grondgebied van Komen-Waasten, te meer omdat het gelegen is in een gebied dat door de goede kwaliteit van de landbouwgronden gekenmerkt wordt.
De Commissie doet bovendien opmerken dat de bedrijfsruimte moeilijk toegankelijk is op een plek die enkel bediend wordt door een weg waarop het verkeer nu al zeer druk is.
De « CRAT » stelt ook vast dat de bedrijfsruimte een ruimte met een goede landschapskwaliteit zal verminken.
Kortom, de Commissie had zich al uitgesproken voor een alternatieve ligging en stelt voor om die opnieuw te onderzoeken. »;
De « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » brengt een gunstig advies uit over het ontwerp van opneming van een gemengde bedrijfsruimte ter uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Neerwaasten.
De Commissie stelt zich echter vragen over de opportuniteit om een « gemengde » eerder dan een « industriële » bedrijfsruimte op te nemen ter uitbreiding van de bestaande bedrijfsruimte.
Alhoewel ze bijzonder goed gelegen is t.o.v. van de waterweg, zou de nabijheid van de sluis de ontwikkeling van rechtstreeks met de waterweg verbonden activiteiten bemoeilijken.
De « CRAT » stelt evenwel voor om de investeringen en het gebruik van het gebied niet in gevaar te brengen op lange termijn door een ongeschikte bestemming en ongepaste inrichtingen.
De « CRAT » is de opneming van twee natuurgebieden, een landbouwgebied en een groengebied als planologische compensaties gunstig gezind.
De Commissie brengt daarentegen een ongunstig advies uit over de voorgestelde planologische compensatie, namelijk de opneming van een oppervlakte van niet-bebouwbare gebieden die groter is dan een oppervlakte van bebouwbare gebieden.
Ze acht het immers beter om het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen zoals omschreven in artikel 46, § 1, 3°, van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie, met name : « ... de opneming van elk nieuw bebouwingsgebied... wordt gecompenseerd door een gelijkwaardige wijziging van een bestaand bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied... ».
Overwegende dat de Waalse Regering de volgende antwoorden wenst te geven op de uitgedrukte bezwaren en adviezen : Bezwaren met een algemene draagwijdte betreffende de effecten op de landbouw van de creatie van nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van Komen. - de gronddruk is al zeer sterk, ja zelfs ondraaglijk voor sommige landbouwexploitanten in Komen (vooral voor de jonge landbouwers) en de creatie van nieuwe bedrijfsruimten zal die druk nog opvoeren; - in de nieuwe bedrijfsruimten wordt een te grote oppervlakte voor de biodiversiteit voorzien t.o.v. van de 411 ha die al als Natura 2000 opgenomen zijn op het grondgebeid van Komen; - binnen de bedrijfsruimten moet voorzien worden in een zone voor het onderhoud van grachten, hagen ... om te voorkomen dat die verplichtingen aan de landbouw opgelegd worden; - de creatie van nieuwe bedrijfsruimten mag de mobiliteit van de landbouwmachines niet in het gedrang brengen; - daar de gemeente Komen al een overschot aan veeteelteffluenten heeft en als kwetsbaar gebied ingedeeld is, zullen de geplande bedrijfsruimten die toestand alleen maar verslechteren en problemen veroorzaken voor de landbouwers die onteigend worden om te voldoen aan de grondgebondenheidscijfers, met de gevolgen vandien.
Welke oplossing wordt voorgesteld opdat de rechten op eenmalige betaling die de eerstdaags onteigende landbouwers in het kader van het GLB genieten niet verminderd zouden worden ? - een totale doorzichtigheid inzake vergoedingen is wenselijk.
De « FWA » vraagt een ontmoeting met de intercommunale IEG i.v.m. de totstandbrenging van de gebieden.
De schade van de betrokken landbouwers wordt systematisch onderschat omdat er nooit rekening gehouden wordt met de bepalingen van de GLB gezien de bijzondere ligging van Komen. De « Rechten op de eenmalige betaling », een noodzakelijke steun voor de landbouwersinkomens, zouden in geval van onteigening onverbiddelijk verloren zijn voor de betrokkenen omdat ze als Waalse rechten geregistreerd zijn.
Antwoorden van de Regering m.b.t. deze punten Overwegende dat de Waalse Regering wenst te herinneren aan het specifieke karakter van de geographische ligging van Komen, een afgezonderd grondgebied waarop een grote druk uitgeoefend wordt en waar economische ontwikkelingsmogelijkheden gegarandeerd moeten worden;
Overwegende dat de entiteit van Komen-Waasten, een gemeente ingesloten tussen Frankrijk en het Vlaamse Gewest, door het « S.D.E.R. » erkend wordt als een grensoverschrijdende steunpool gelegen in een supraregionaal samenwerkingsgebied;
Gelet op het belang van de grensoverschrijdende handel voor zijn economische ontwikkeling en de vooruitzichten inzake de plaatselijke opwaardering van de Europese communicatienetwerken;
Gelet op de bewezen verzadiging van de bedrijfsruimten opgenomen op het grondgebied van Komen-Waasten;
Overwegende immers dat indien uit de eerste fase van het effectonderzoek, waarin de grondbeschikbaarheid van de stad Komen werd onderzocht, bleek dat 40 % van de oppervlakte van het gebied van Neerwaasten nog niet gebruikt werd, zulks nu niet meer het geval is daar het geheel van de terreinen verkocht werd;
Overwegende dat het insulaire karakter van de entiteit t.o.v. het gezamenlijke Waalse grondgebied tot gevolg heeft dat de aantrekking van de ondernemingen door Komen zich noch op Moeskroen noch op Pecq maar op Vlaanderen of Frankrijk richt;
Overwegende bijgevolg dat het ongegrond zou zijn om alternatieven voor te stellen die naar de entiteit van Moeskroen of van Estaimpuis gedelokaliseerd worden;
Overwegende bovendien dat het Waalse grondgebied, niet het Franse en het Vlaamse, aan de behoeften van Wallonië moet voldoen; dat het vrijwaren van het economische dynamisme van die aangrenzende grondgebieden niet mag indruisen tegen de ontwikkeling van Wallonië;
Overwegende dat de omtrekken van de bij dit besluit opgenomen bedrijfsruimten in hun huidige configuratie de leefbaarheid van geen enkel landbouwbedrijf in het gedrang zullen brengen;
Overwegende dat de oppervlakten die voor de biodiversiteit voorzien worden in het reflexiedocument « Schéma directeur d'Aménagement » voorgelegd tijdens het openbaar onderzoek door de benaderde operator, de « Intercommunale d'Etude et de Gestion (IEG) », niet te omvangrijk zijn en voldoen, enerzijds, aan de inrichting in afzonderingsvoorzieningen opgelegd bij artikel 30 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie en, anderzijds, aan de inrichting van de voorzieningen voor het beheer van de oppervlaktewateren;
Overwegende dat de aspecten betreffende de onteigening van de terreinen, met name wat de vergoedingen betreft, later onderzocht zullen worden in het kader van de procedure bepaald bij het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid; dat de onteigeningsprocedure en de procedure tot erkenning van bedrijfsruimten het voorwerp van een apart openbaar onderzoek uitmaken en dat de in het kader van een onteigening toegekende vergoedingen bepaald worden door het « Comité d'Acquisition d'Immeubles » (Comité voor de aankoop van onroerende goederen), dat onder de Federale Dienst Financiën ressorteert;
Overwegende dat het strooien van veeteelteffluenten niets te maken heeft met een problematiek van bestemming op het gewestplan, maar verband houdt met het gebruik van de voor landbouw bestemde oppervlakten;
Overwegende dat de aspecten i.v.m.het spaarzame beheer van de terreinen en de inrichting ervan later onderzocht zullen worden in het kader van het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid alsook in het kader van latere effectbeoordelingen i.v.m. vergunningsaanvragen; dat de aflevering van de vergunningen ingevolge deze herziening ook vergezeld zal kunnen gaan van voorwaarden die een harmonieuze coëxistentie van de bedrijfsruimten en van de op de naburige percelen uitgeoefende landbouwactiviteiten mogelijk moeten maken;
Overwegende dat de modaliteiten voor de inrichting van de binnenwegen i.v.m. de verschillende randverkeersnetten (zwaar verkeer tussen de bedrijfsruimte en het regionale net, landbouwmachines, zachte bediening van de bedrijfsruimte, residentieel verkeer naar de bebouwde gebieden van de entiteit, traag recreatief verkeer, enz.) zullen nader bepaald worden in het kader van de opstelling van het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid;
Overwegende dat de afzonderingsvoorziening opgelegd bij artikel 30 van het Waals Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Erfgoed en Energie ook aangehaald zal worden door het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid alsook door de latere stedenbouwkundige vergunningen; dat ze geen schade mogen toebrengen aan de exploitatie van de aangrenzende landbouwgronden en dat het onderhoud ervan voor rekening van de operator zal zijn;
Opneming van een gemengde bedrijfsruimte op de plaats genaamd « Vier Koningen » Specifieke opmerkingen en antwoorden gegeven door de Regering I. Betwisting van de behoeften Overwegende dat sommige bezwaren betrekking hebben op het feit dat landbouwgronden onteigend zullen worden voor de totstandbrenging van een nieuwe bedrijfsruimte terwijl de bedrijfsruimten van Komen niet volledig gebruikt worden.
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de Regering op 20 juli 2000 heeft ingestemd met de grondbeginselen van een prioritair plan tot bestemming van ruimten voor de economische activiteit om te voldoen aan de behoeften geschat aan het horizon 2010 en op 31 januari 2001 beslist heeft de herziening van het gewestplan Komen, die voor het opstarten van het prioritaire plan aangevat werd, voort te zetten;
Overwegende dat de behoeften aan ruimten die de economische activiteit nodig heeft op het grondgebied van de « Intercommunale d'Etude et de Gestion (IEG) » in het kader van de beslissing van Waalse Regering van 21 februari 2002 betreffende het « prioritaire plan van de bedrijfsruimten », op basis van een rapport van de DGEE op ongeveer 152 ha bruto-oppervlakte aan het horizon 2010 geschat werden, waarvan 62 ha op het grondgebied van Komen, verdeeld als volgt : een gebied van 47 ha ten noorden van de N58 op de locatie van de Vier Koningen, alsook 15 ha in Neerwaasten langs de Leie in Komen;
Overwegende dat de procedure tot herziening van het gewestplan niet op die datum beëindigd kon worden en dat bijgevolg niet voldaan kon worden aan die behoeften, o.a. wegens de decretale wijzigingen die de lopende procedures hebben beïnvloed;
Overwegende dat de Regering op 17 juli 2008 in het kader van een « prioritair plan bis » heeft ingestemd met een programma van planologische wijzigingen betreffende, voor het grondgebied van de « IEG » en overeenkomstig de conclusies van het onderzoek gevoerd door de « Conférence permanente du Développement territorial (CPDT) » en door haar gevalideerd op 10 mei 2007, 345 ha verdeeld als volgt : - 58 ha voor de Vier Koningen in Komen-Waasten; - 46 ha voor de « Pont Bleu » in Estaimpuis-Moeskroen; - 70 ha voor het Rode Kruis in Moeskroen; - 171 ha voor de Rode Molen in Moeskroen;
Overwegende dat al die wijzigingen als prioritair beschouwd werden en bestemd waren om te voldoen aan de behoeften op termijn 2008-2012;
Overwegende dat de Regering op 18 juni 2010 beslist heeft te voorzien in een voorafgaande beoordeling van de dossiers die bij haar beslissing van 17 juli 2008 aangehouden werden;
Overwegende dat de Regering, rekening houdend met de lopende herziening in Komen, op 29 oktober 2010 naar aanleiding van de beoordeling twee gebieden heeft aangehouden die in Moeskroen gelegen zijn en die het voorwerp moeten uitmaken van een procedure tot herziening van het gewestplan (totaaloppervlakte van 70 ha) en beslist heeft 30 bijkomende ha toe te kennen die in een bebouwingsgebied in die sector gezocht moeten worden;
Overwegende dat de Regering op 15 december 2011 25 ha op de locatie « Bizet » in Komen-Waasten heeft aangehouden in plaats van de 30 ha die als noodzakelijk werden beschouwd;
Overwegende dat de Regering op grond van haar beslissingen van 18 juni 2010, 29 oktober 2010 en 15 december 2011 een oppervlakte van 95 ha heeft aangehouden met het oog op de bestemming van nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van de intercommunale IEG, behalve deze herziening van het gewestplan;
Overwegende dat de intercommunale « IEG » in de jaren 2007-2011 in Komen geconfronteerd werd met een vraag van 92 ha voor 55 ondernemingen en een arbeidsprognose van 716 banen waaraan niet voldaan kon worden wegens de verzadiging van de bestaande bedrijfsruimten;
II. Keuze van de ligging Overwegende dat de bezwaren i.v.m. dit thema tijdens het openbaar onderzoek als volgt kunnen worden samengevat : - elke industriële bebouwing ten noorden van de N58 is in strijd met een goede inrichting en zou ten zuiden van de snelverkeersweg moeten worden beperkt : hercentrering en koppeling van de stedelijke activiteiten aan de bebouwde kernen, bescherming van de landelijke ruimtes en van het natuurlijke patrimonium, zuinig bodemgebruik, ...; - de opneming van een nieuwe gemengde bedrijfsruimte ten noorden van de N58 bevordert de ongecontroleerde ontwikkeling van de bebouwing buiten het bebouwde centrum; - de bebouwing van de vlakte in het gehucht « De Vier Koningen » is een typisch voorbeeld van verkeerde inrichting; - inzake ruimtelijke ordening zal de geplande ligging de leesbaarheid van het gewestplan ruim ondermijnen; ze is ook in strijd met de voorschriften van het « SDER », de bepalingen van artikel 1 van het « CWATUPE » en het beginsel van duurzaamheid;
Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Raad voor de Duurzame Ontwikkeling) in zijn advies van 7 juni 2011 toevoegt dat de eerste fase van het planeffectonderzoek onderstreept dat de « bedrijven van het gebied van Komen het hoogste percentage van zwakke ligging vertonen, dus niet gebonden aan een plaats van uitbating (de afzet van de producten) en dat er daaruit voortvloeit dat de vestiging van een bedrijf op deze plaats geenszins kan worden gerechtvaardigd (Moeskroen of Pecq); dat de Raad toevoegt dat het argument van de gemeente waarbij de ligging zou bepaald geweest zijn door de vestiging van een eenheid voor biogaswinning en de synergieën met een frietbedrijf die eruit zouden voortvloeien, niet bestand is tegen de analyse om verschillende redenen die hij verduidelijkt (vestiging van het bedrijf op een andere plaats op het gemeentelijk grondgebied, belangrijke waterlozingen, geen inoverwegingname van het bijkomend vrachtverkeer, mogelijkheid om de eenheid voor biogaswinning in een landbouwgebied te bouwen,...);
Overwegende dat de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) in haar ongunstig advies van 30 juni 2011 voorstelt om opnieuw een alternatief voor de ligging te onderzoeken ten noorden van de steenbakkerij van Ploegsteert, dat ze deze oplossing reeds voorgesteld had tijdens het onderzoek van de eerste fase van het planeffectonderzoek;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende, zoals hierboven vermeld, dat de Waalse Regering de nadruk wil leggen op het specifiek karakter van de geografische ligging van Komen, een gemeente die ingesloten ligt tussen Frankrijk en het Vlaamse Gewest waarop veel druk wordt uitgeoefend en die voor het « S.D.E.R » het statuut verworven heeft van grensoverschrijdende steunpool gelegen in een supraregionaal samenwerkingsgebied; dat het grondgebied van Komen-Waasten te dien einde moet worden voorbereid om voordeel te halen uit de ontwikkelingsdynamiek van dit transregionaal gebied;
Overwegende dat geen enkel centrum van de stad en dorpen die de entiteit vormen in staat is om de ontwikkeling van een bedrijfsruimte te ontvangen die het evenwicht van de kern ten gunste van de economische activiteit niet zou omkeren en anderzijds, om een voldoende oppervlakte te bieden voor de vereiste kostenbesparingen inzake de inrichting en het beheer van een dergelijke site, en om synergie-opportuniteiten tussen de bedrijven te bieden;
Overwegende dat de inrichting van de « ZAE » van « Vier Koningen » een leesbare structurering zal teweegbrengen en zal zorgen voor een organisatie rond een centrale ruimte die een activiteits- en identiteitskern van het gebied kan opwekken en dit, om een omgeving te vormen die gunstig is voor de vestiging van de bedrijven en de levenskwaliteit van de werknemers;
Overwegende dat de stuwende kracht van de stedelijke en landelijke polen niet zal worden verzwakt in zoverre het besluit van 6 maart 2009 voorziet dat de kleinhandel en dienstverlening aan de bevolking zich in deze nieuwe bedrijfsruimtes niet mogen vestigen, behalve indien ze bij de in deze gebieden toegelaten activiteiten horen;
Overwegende dat in deze beslissing de Regering, voor zover nodig, deze keuze wil bevestigen;
Overwegende dat alternatieven inzake ligging meermaals onderzocht werden door het planeffectonderzoek uitgevoerd overeenkomstig artikel 42 van het Wetboek; dat geen enkel voor een bevredigend compromis zorgt inzake nabijheid met de woongebieden, impact op de landbouw, beheer van het verkeer, impact op de steengroeven en milieueffecten;
Overwegende dat op basis van de conclusies van het milieueffectrapport uitgevoerd door het Bureau Irco overeenkomstig de ministeriële omzendbrief van 30 november 1994 betreffende de toepassing van de artikelen 1 en 2 van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 18 maart 1993 tot wijziging van het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 31 oktober 1991 tot uitvoering van het decreet van 11 september 1985 houdende organisatie van de milieueffectbeoordeling in het Waalse Gewest, de beslissing van 14 juni 1999 betreffende het voorontwerp van herziening van het gewestplan vijf bedrijfsruimtes had vastgelegd : twee met een zeer kleine oppervlakte als uitbreiding van de bedrijfsruimte Gothuis, een gebied van 7,55 ha als uitbreiding van de bedrijfsruimte van Neerwaasten alsook op de site van « Vier Koningen », twee gebieden met een oppervlakte van 115,38 ha en 14,69 ha tussen de Iepersesteenweg, de gewestelijke grens, de Smidsestraat en de RN58;
Overwegende dat de eerste fase van het effectenonderzoek over het voorontwerp van herziening van het gewestplan uitgevoerd door het « Bureau d'Etudes Poly'art » en neergelegd bij het Waalse Gewest op 15 mei 2000 tot het besluit gekomen is dat alleen de gebieden van « Vier Koningen » het voorwerp uitmaakten van een reëel project van economische ontwikkeling terwijl het gebied gelegen langs de Leie de mogelijkheid moest geven aan een onderneming gelegen op de site om de door haar gewenste uitbreidingen uit te voeren;
Overwegende dat om de vestiging van de bedrijfsruimte die aan de behoeften van de bedrijven van de gemeente op termijn moeten voldoen zo goed mogelijk te bepalen en om voordeel te halen uit de beschikbaarheden inzake grond van het gemeentelijk grondgebied heeft de auteur van het planeffectonderzoek alternatieven opgezocht qua ligging voor de oorspronkelijk site van « Vier Koningen »; dat er gebleken is zoals hierna uitgelegd dat geen enkele voor een bevredigend compromis zorgt inzake nabijheid met de woongebieden, impact op de landbouw, beheer van het verkeer, impact op de steengroeven en milieueffecten;
Overwegende dat vier alternatieven inzake ligging op die manier werden onderzocht tijdens de eerste fase van het onderzoek : - de eerste met een oppervlakte van 90 ha, gelegen in Neerwaasten, ten westen van het bestaande gebied; - de tweede met een oppervlakte van 96 ha, in het gehucht « Vier Koningen » te Waasten, aan weerskanten van de Iepersesteenweg; - de derde met een oppervlakte van 68,84 ha, gelegen bij « Pont Rouge » te Waasten, ten zuiden van de steenbakkerij van Waasten (voormalige site van de aardewerkfabrieken, gesaneerd en momenteel ingenomen door de onderneming Patatos); - de vierde met een oppervlakte van 62,24 ha, ten zuiden van de steenbakkerij van Ploegsteert, aan weerskanten van de voormalige spoorlijn;
Overwegende dat het onderzoek van deze 4 alternatieven inzake ligging tot het besluit gekomen is dat de site ten zuiden van de steenbakkerij van Ploegsteert de meest geschikte was om als gemengde bedrijfsruimte te worden bestemd, alhoewel de site « Vier Koningen » ook in aanmerking kan komen mits een aantal afbakeningsalternatieven; dat het gebied « Pont Rouge » in een overstromingsgebied gelegen was met een vaststaande biologische waarde, terwijl volgens het gemeentelijke mobiliteitsplan aangenomen door de gemeenteraad van Komen-Waasten op 9 juli 2002 het gebied van « Neerwaasten, alhoewel het gelegen is langs de Leie, niet kon genieten van het vervoer over waterwegen bij gebrek aan inrichting van de kade van Komen en ook op afstand gelegen was van de RN58;
Overwegende dat de beslissing van de Waalse Regering van 21 februari 2002 tot validering van het plan van bestemming van gebieden voor een economische activiteit de door de « CRAT » op 20 december 2000 aangehaalde alternatieven voor de ligging ten zuiden en ten noorden van de steenbakkerij van Ploegsteert niet in aanmerking heeft genomen omdat ze het voorwerp zijn van een uitbreidingsaanvraag van de steenbakkerij, noch het alternatief van « Pont-Rouge » waarvan de beoordeling weinig gunstig was volgens de criteria afkomstig uit het onderzoek van het hydrografische net;
Overwegende dat deze beslissing, overeenkomstig de vastgelegde behoeften, een gebied van 47 ha op de site « Vier Koningen » in aanmerking heeft genomen, volgens een vorm in omgekeerde « L », die leunt aan de Smidseweg en een gebied van 15 ha op de site van Neerwaasten in het verlengde van een bestaande bedrijfsruimte;
Overwegende dat deze twee sites dus het voorwerp hebben uitgemaakt van de tweede fase van het planeffectonderzoek betreffende de milieueffecten gedurende dewelke nieuwe afbakeningsalternatieven werden overgewogen : - een alternatief dat betrekking heeft op een gebied van 42 ha ten noorden van de RN58, ten oosten van de Iepersesteenweg; - een tweede dat betrekking heeft op een gebied van 42 ha langs de Leie, gedeeld in twee aparte gebieden : - een industriële bedrijfsruimte langs de Leie en voorbehouden voor ondernemingen die de waterwegen gebruiken; - en een gemengde bedrijfsruimte die kleinere ondernemingen opneemt en die voor een overgang zorgt tussen het industriële weefsel en het stadsweefsel; - en op een bedrijfsruimte van 20 ha in het gehucht « De Vier Koningen », gevestigd ten noorden van de RN58, ten oosten van de Iepersesteenweg en ten westen van bestaande planten; - een derde alternatief om de activiteiten op de site van Neerwaasten te bundelen, op een oppervlakte van 56 ha verdeeld in industriële en gemengde bedrijfsruimtes met behoud van een specifiek gebied in « Vier Koningen » om rekening te houden met het toenmalige project inzake biogaswinning;
Overwegende dat het eerste alternatief bepaalde verbeteringen voorzag wat betreft de beslissing van de Waalse Regering van 21 februari 2002 die verschillende belangrijke problemen vertoonde zonder evenwel de impact ervan voldoende te verminderen; dat het tweede een bevredigende oplossing gaf zonder de ontstane problemen volledig op te lossen, o.a. inzake landschappelijke integratie en infrastructuren; wat het derde alternatief betreft, hoewel het beter overeenstemt met de doelstellingen van het « SDER » inzake ontwikkeling van het multimodaal vervoer, versterking van de bebouwde kernen, beperking van de aantasting van de landelijke omgeving, wel doordachte combinatie van de activiteiten en het samenbrengen van de economische activiteiten en de levensruimtes was de uitvoering ervan ondergeschikt aan de uitvoering van een koppeling van de site aan het primaire wegennet om het doorkruisen van dichtbevolkte gebieden te vermijden;
Overwegende dat het onderzoek ook de nadruk legde op het feit dat dit laatste alternatief dat erin bestond om een ruimere bedrijfsruimte in Neerwaasten op te nemen alleen maar de beste keuze kon zijn voor zover de voornoemde voorwaarden werd vervuld;
Overwegende dat de Regering, met het standpunt dat de rechtstreekse koppeling van het gebied Neerwaasten aan de RN58 een vooruitzicht op zeer lange termijn was en dat de huidige wegtoegankelijkheid dan ook onvoldoende was om de opneming van een omvangrijk gebied mogelijk te maken, op 22 april 2004, een ontwerp van gedeeltelijke herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen in aanmerking genomen heeft dat de opneming voorstelde van een gemengde bedrijfsruimte beperkt tot 24 ha in Neerwaasten en van een gemengde bedrijfsruimte van 48 ha volgens een meer compacte configuratie, beperkt in het oosten en uitgerekt naar het noorden in « Vier Koningen », aan weerskanten van de Zwaluwenweg en langs de RN58; dat de Regering onderstreept heeft dat het voornaamste voordeel van de site « Vier Koningen » zijn goede toegankelijkheid via de weg was, gelet op zijn ligging aan een uitrit van de RN58; dat deze beslissing voorzag dat het gebied van het gemengde type zou zijn om zo goed mogelijk te voldoen aan de behoeften van de ondernemingen die zich zouden vestigen in de gemeente en dat elke vestiging van kleinhandel en dienstverlening aan de bevolking zou verboden worden om het centrum van Komen niet te verzwakken;
Overwegende dat de opeenvolgende beslissingen van de Regering ook de verfijning van de relevante omtrek van het project van elke bedrijfsruimte als doel hebben om ze af te stemmen op de economische behoeften, de milieueisen en de resultaten van het openbaar overleg;
Overwegende dat de gebiedshertekening van de bedrijfsruimte opgenomen in het besluit tot voorlopige aanneming van 6 maart 2009 als gevolg van de resultaten van het eerste effectenonderzoek als doel had om, meer dan in het aanvankelijke ontwerp, voor een vrijwaring van biologisch waardevolle elementen te zorgen zonder dat verder naar het noorden gronden ingenomen worden die gelegen zijn in de nabijheid van de heuvelrug die bij benadering overeenstemt met de taalgrens, waarbij de landschappelijke impact van de aanleg afgezwakt wordt, en in elk geval op een afstand van 150 tot 200 meter van de hoeve gelegen is die zich in de nabijheid bevindt van de met sloten omringde site weergegeven door een watervlak in het gewestplan en van de dreef die ernaartoe leidt;
Overwegende dat de proefboringen uitgevoerd in 2010 door de steenbakkerij van Ploegsteert overigens aantonen dat de kwaliteit van de ondergrond in het gebied « Touquetstraat - RN58 - Leie - Houplinesstraat », zoals in het zuiden van de steenbakkerij van Ploegsteert (site Touquetstraat), bijna dezelfde is als de kwaliteit van het ontginningsgebied van de Touquetstraat dat door een geldende uitbatingsvergunning gedekt is; dat ten noorden van de natuurreservaten van Ploegsteert Ieperse kleireserves gelegen zijn die onontbeerlijk zijn om de samenstelling van de bakstenen te wijzigen ten gevolge van de evolutie van de normen opgelegd door Europa;
Overwegende dat het heronderzoek van het alternatief voorgesteld door de « CRAT » bij een eerste advies nog steeds niet relevant is;
Overwegende dat het zwakke gebondenheidscijfer van een niet-agrarische onderneming een troef is in zoverre een ruim marktgebied de consolidering van de activiteit met meer zekerheid garandeert dan een sterk gebondenheidscijfer waarmee het alleen mogelijk is om op een beperkte markt te steunen;
Overwegende dat, gelet op wat er voorafgaat, en meer in het bijzonder de conclusies van het onderzoek van de liggingsalternatieven en de resultaten van de twee openbare onderzoeken over de opeenvolgende ontwerpen van herziening van het gewestplan, de keuze van de site « Vier Koningen » gerechtvaardigd is, en dit ondanks zijn zwakke liggingspercentage vastgesteld door de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable »;
Overwegende dat de keuze van de ligging voor deze nieuwe gemengde bedrijfsruimte dus niet berust op de vestiging van een biomethaanvormingseenheid die overigens niet uitgevoerd zal worden;
III. Effecten op de landbouw en huidige bezetting van de gronden Overwegende dat de bezwaren geregistreerd tijdens het openbaar onderzoek i.v.m. dit punt, de nadruk leggen op de volgende elementen : - de nieuwe gemengde bedrijfsruimte zal een aantasting van de landelijke omgeving veroorzaken en een ruimte met landschapskwaliteit verminken; - de landbouwgronden waarop de toekomstige bedrijfsruimte « Vier Koningen » gelegen zal zijn, behoren kwalitatief tot de beste landbouwgronden van de streek Komen-Waasten. De creatie van industriële banen zal gebeuren ten nadele van de huidige banen in de landbouw; - landbouwgronden zullen onteigend worden voor de uitvoering van een nieuwe bedrijfsruimte terwijl de bedrijfsruimtes van Komen niet volledig bezet zijn; - de toekomst van een jonge industrieel ingenieur in de landbouwsector die met zijn ouders werkt en die het landbouwbedrijf wilde overnemen, zou in het gedrang komen. Het landbouwbedrijf bezit gronden met een grote agronomische kwaliteit en zou door het project van gemengde bedrijfsruimte van « Vier Koningen » met 27 ha ingekort worden; - de oprichting van de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » zal het evenwicht tussen akkerland en veeteeltgrond van het bedrijf Nuytten in gevaar brengen omdat ze de dierlijke mest buiten de entiteit van Komen moeten afvoeren om het grondgebondenheidscijfer na te leven; - een landbouwbedrijf uit één stuk met gronden van hoge agronomische kwaliteit zal met 27 ha worden ingekort; - de gronden vormen een homogeen landbouwgebied uit één stuk van 80 ha van hoge agronomische kwaliteit, zeldzaam in de streek, en het zou dan ook jammer zijn om dit af te schaffen; - het project vernietigt de beste gronden van het landbouwdomein; - het landbouwgebied zou van de bedrijfsruimte gescheiden moeten worden door een sloot gestabiliseerd met beton om erosie te voorkomen.
Door de voorziene hoge bomen zal de naburige teelt in de schaduw staan waardoor de rendementen zullen verminderen in de loop der jaren. Het zou beter zijn om hagen te planten; - één van de landbouwbedrijven betrokken bij het project is momenteel in een evenwichtssituatie, d.w.z. dat de uitgebate oppervlakte voldoende is om de valorisatie van dierlijke mest mogelijk te maken.
Deze situatie zal in het gedrang komen in geval van onteigening;
Overwegende dat meerdere bezwaren ingediend door particulieren tijdens het onderzoek gewag maken van hun bezorgdheid wat betreft de toekomst van de persoon die nog steeds in een oude hoeve woont gelegen langs de zwaluwenstraat, binnen de toekomstige gemengde bedrijfsruimte van « Vier Koningen ».
Overwegende dat de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » ook haar ongunstig advies gemotiveerd heeft voor de opneming van een nieuwe gemengde bedrijfsruimte in het gehucht « Vier Koningen » door het feit dat dit gebied gekenmerkt wordt door kwaliteitsvolle landbouwgronden en dat de bebouwing van deze gronden de aantasting van de landbouwruimte op het grondgebied van Komen-Waasten zal vergroten;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » opgenomen bij dit besluit het voorwerp uitmaakt van een oppervlaktevermindering van een vijftiental ha t.o.v. het ontwerp van herziening aangenomen op 15 maart 2009, waarbij van 49,5 ha tot 35 ha wordt overgegaan om de druk op de landbouw en de landbouwers uit Komen te verminderen;
Overwegende dat de voorgestelde configuratie de mogelijkheid biedt om de aantasting van de landbouwruimte te vermijden door de bedrijfsruimte te doen aanleunen tegen een infrastructuur die sterk aanwezig is in het landschap waardoor ze in het landbouwgebied niet geïsoleerd raakt;
Overwegende dat de ontwikkeling van de bedrijfsruimte van « Vier Koningen » parallel met de RN58 en de aanzienlijke vermindering van haar oppervlakte de mogelijkheid bieden, enerzijds, om ze te verbinden met een overheersende infrastructuur van het bestaande landschap en, anderzijds, om het inpalmen van de landbouwstrook in termen van visuele impact en oppervlakte te beperken;
Overwegende dat de in dit besluit voorziene vermindering van de oppervlakte met ongeveer 15 ha gebeurt ten gunste van de gronden uit één stuk van een landbouwbedrijf gelegen ten noorden van de site en eerder ingekort met 27 ha; dat deze vermindering van de oppervlakte van de « ZAE » voortaan waarborgt dat de leefbaarheid van elk landbouwbedrijf en dus de bijbehorende tewerkstelling niet in het gedrang komt;
Overwegende dat de vermindering van de oppervlakte van het gebied « Vier Koningen » tot ongeveer 35 ha, de druk op de landbouwgronden in evenredige mate beperkt zodat de problematiek van de verspreiding van dierlijk mest met minder intensiteit gesteld wordt;
Overwegende dat de problematiek van de verspreiding van dierlijk mest niet onder de problematiek van bestemming op het gewestplan valt, maar onder het gebruik van de oppervlakten voor de landbouw;
Overwegende dat de aspecten i.v.m. de onteigening van de gronden, o.a. wat betreft de vergoedingen, later onderzocht zullen worden in het kader van de procedure bedoeld in het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid; dat de procedures inzake onteigening en erkenning van bedrijfsruimtes het voorwerp uitmaken van een apart openbaar onderzoek en dat de vergoedingen toegekend in het kader van een onteigening worden bepaald door het Comité voor de Aankoop van Onroerende Goederen dat van de Federale Overheidsdienst Financiën afhangt;
Overwegende dat de inrichting van de toekomstige gemengde bedrijfsruimte later onderzocht zal worden, in het kader van het document vereist bij artikel 3, 4°, van het bovengenoemde decreet alsook in het document van de beoordeling van de latere effecten gebonden aan de vergunningsaanvragen; dat de afgifte van de vergunningen als gevolg van deze herziening ook vergezeld zal kunnen worden van voorwaarden die van dien aard zijn om een harmonieus samengaan tussen de bedrijfsruimte en de landbouwactiviteiten in de buurt mogelijk te maken;
Overwegende dat door de noodzaak om de uitvoering van de toekomstige bedrijfsruimte te faseren, de afbraak van de hoeve die vroeger een klein landbouwbedrijf was en nu een woning niet nodig is op korte termijn en dat de Zwaluwenweg die behouden moet worden om toegang te hebben tot het containerpark Ipalle en tot de woning gelegen na de Galoppeweg, de toegang ertoe zal mogelijk maken;
IV. Vrachtverkeer - bereikbaarheid tot het gebied Overwegende dat het openbaar onderzoek ook veel bezwaren teweeggebracht heeft wat betreft het monomodaal karakter van het gebied, de bereikbaarheid ervan en het mogelijk verkeer : - gebrek aan nauwkeurige informatie (plan van opmeting) over de hoofdtoegang tot de gemengde bedrijfsruimte waar een rotonde voorzien is in het verlengde van de Kleine Bosweg naast de woning van de betrokkene en waarvan hij de geluidshinder zal moeten ondergaan; - hinder, met inbegrip van de gevaren voor de stabiliteit van de woningen ten gevolge van de toevloed van bijkomend vrachtverkeer op de Iepersesteenweg; - gevaarlijke positionering van de toekomstig rotonde op de Iepersesteenweg en geen enkele informatie over de onteigeningen i.v.m. de uitvoering van deze rotonde; - de belemmeringen inzake verplaatsing van landbouwmaterieel op de wegen in de buurt van de industriezone moeten worden vermeden; - de rotonde zou moeten geplaatst worden binnen de gemengde bedrijfsruimte. De gemengde bedrijfsruimte zal het verkeer in een landelijk gebied bestemd voor de landbouw doen toenemen; - de toekomstige bedrijfsruimte van « Vier Koningen » is niet multimodaal ingericht. Het gebied wordt uitsluitend bediend via een weg die nu al zeer druk is; - de eigenaar van een terreinperceel die onteigend zou kunnen worden verzet zich tegen de uitvoering van een rotonde op de plaats die momenteel voorzien is op de Iepersesteenweg; - de monomodale toegankelijk per weg en de positionering van de rotonde op het niveau van de Kleine Bosweg worden betwist; - de bedrijfsruimte mag de mobiliteit van de landbouwvoertuigen niet hinderen. Het zou dus wenselijk zijn dat de doortocht van de landbouwvoertuigen via de Zwaluwenweg in beide richtingen zou kunnen gebeuren en de weg mag ook niet smaller worden aangelegd. De geplande rotonde zou binnen de bedrijfsruimte moeten worden uitgevoerd om geen grond in te nemen van het landbouwgebied gelegen aan de andere kant van de Iepersesteenweg; - de bedrijfsruimte zal een monomodaal karakter vertonen dat volledig in strijd is met de doelstellingen van een goede ruimtelijke ordening terwijl alternatieve oplossingen op modaal vlak gevonden kunnen worden voor het grondgebied van Komen en dat belangrijke investeringen worden en zullen worden gedaan om de waterweg te bevoordelen;
Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » en de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » in hun bovengenoemde adviezen ook de nadruk gelegd hebben op het gebrek aan multimodaliteit van de toekomstige bedrijfsruimte; de « CRAT » is bovendien van mening dat het verkeer op die plek nu al zeer druk is;
Overwegende dat de Prefect van de regio Nord-Pas-de-Calais, in zijn advies van 24 augustus 2010, wijst op de gevolgen van de toekomstige bedrijfsruimte voor het wegverkeer op de RD108;
Overwegende dat de Vlaamse Regering zich zorgen maakt over het bijkomend verkeer dat door de toekomstige « ZAEM » veroorzaakt zou kunnen worden op de N58 op het Vlaamse grondgebied rekening houdend met de huidige drukte van het verkeer en met de projecten inzake economische ontwikkeling voor het gebied « Menen West »; dat de Vlaamse Regering bijgevolg pleit voor een overleg tussen het Waalse Gewest, de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Overheid met het oog op de harmonisatie van de economische ontwikkelingsprojecten van de drie partners op dat gedeelte van het grondgebied en van de desbetreffende gevolgen voor de grensoverschrijdende en transregionale wegnetten;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de Iepersesteenweg als gewestweg bestemd is om veel verkeer te moeten ondergaan; dat, gelet op de afstand, de woningen langs de weg geen specifiek risico vertonen inzake stabiliteit ten gevolge van het verkeer van vrachtwagens, zelfs met een gevoelige toename door de aanwezigheid van de geplande bedrijfsruimte;
Overwegende dat de multimodaliteit die water en/of spoorweg met de weg verbindt alleen maar overgewogen kan worden in het geval van stromen op lange afstand en voldoende grootschaligheid van de in- en uitgaande goederen die niet moeten voldoen aan bevoorradingseisen of just-in-time leveringen;
Overwegende dat de « IEG » als vermoedelijke operator om de nieuwe ruimte uit te voeren, niet van plan is om op deze ruimte activiteiten te laten komen die tegelijk al deze kenmerken vertonen;
Overwegende dat de trimodale bediening (water, trein, weg) van de entiteit geen enkel aansluitingspunt vertoont waarop een nieuwe bedrijfsruimte kan worden gevestigd;
Overwegende dat de N58 met twee keer twee rijstroken op het Waals grondgebied aangelegd is en één keer twee rijstroken op het Vlaamse grondgebied; dat het Vlaamse Gewest, in haar advies, gewaag maakt van geplande aanpassingen van de N58 op haar grondgebied;
Overwegende dat het doorvoerverkeer van de vrachtwagens in Waasten naar de « route départementale 108 » in Frankrijk verboden zal kunnen worden door een gemeentelijke verordening op het wegverkeer;
Overwegende dat het Bureau van de Eurometropool beslist heeft om een Eurometropolitaans overlegplatform op te richten inzake planning;
Overwegende dat de ligging van het containerpark van IPALLE, in uitbreiding, alsook de ligging van het arsenaal van de brandweer (laatstgenoemde is meer recent, in het woongebied gelegen tegenover de geplande bedrijfsruimte ten westen van de Iepersesteenweg) nu reeds aantonen dat de site goed bereikbaar is;
Overwegende dat de toegangsvoorzieningen tot de bedrijfsruimte bepaald zullen worden in het kader van de opstelling van het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid; dat, behoudens andersluidend advies van de SPW (Waalse Overheidsdienst), DGO1, die de gewestwegen beheert, ze geen grond van de aangrenzende gebieden zullen mogen innemen;
Overwegende dat de inrichtingsmodaliteiten van de binnenwegen die de verschillende omliggende verplaatsingsnetten moeten verbinden (zwaar verkeer tussen de bedrijfsruimte en het gewestelijk net, landbouwvoertuigen, zachte bediening van de bedrijfsruimte, woonverkeer naar de stedelijke gebieden van de entiteit, traag recreatief verkeer,...enz.) ook bepaald zullen worden in het kader van de opstelling van het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid.
V. Landschap Overwegende dat een bezwaarindiener beweert dat de nieuwe gemengde bedrijfsruimte een aantasting van de landelijke omgeving zal veroorzaken en een ruimte met landschapskwaliteit zal verminken;
Overwegende dat de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) en de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » allebei vinden dat de vestiging van een « ZAE » een belangrijk verlies van de landschappelijke kwaliteit van de site als gevolg zal hebben;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat, zoals hierboven vermeld, de ontwikkeling van de bedrijfsruimte van « Vier Koningen » parallel met de RN58 en de aanzienlijke vermindering van haar oppervlakte de mogelijkheid bieden, enerzijds, om ze te verbinden met een overheersende infrastructuur van het bestaande landschap en, anderzijds, om het inpalmen van de landbouwstrook in termen van visuele impact en oppervlakte te beperken;
Overwegende dat ondanks het feit dat het bestaande landschap niettemin gewijzigd zal zijn door de aanleg van een bedrijfsruimte, het denkdocument genoemd « Schéma directeur d'Aménagement » overgelegd tijdens het openbaar onderzoek door de vermoedelijke operator, de Intercommunale d'Etude et de Gestion (IEG), en waarbij een mogelijke oplossing wordt voorgesteld die moet voldoen aan de uitdagingen in termen van toegankelijkheid en interne distributie, landschappelijke en milieu-integratie (ecologische verbinding, bescherming van de bestaande gevoelige omgevingen), aangetoond heeft dat oplossingen die de landschappelijke impact van de toekomstige « ZAEM » beperken, in aanmerking konden genomen worden; dat de bebouwingsmodaliteiten voorgesteld door dit document berusten op de kenmerken van het inheems landschap, met name een oude hoeve alsook een bosje en vochtige gebieden die zorgen voor een kwalitatieve integratie van de bedrijfsruimte door de wijziging van het landschap i.v.m. zijn bebouwing te koppelen aan het oorspronkelijke landschap, zowel voor de natuurlijke milieus als voor de menselijke activiteiten; dat dit document ook voorziet om de afzonderingsvoorziening opgelegd door de wetgeving uit te voeren, met name beboste randen die het voorbeeld volgen van de bestaande rijen in het landschap en worden aangevuld met een plantenstrook bestaande uit hoogstammige bomen en heggen langs een as die loodrecht staat op de N58;
Overwegende dat de Waalse Regering aanbeveelt om het voorbeeld te volgen van de inhoud van dit « Schéma directeur d'Aménagement » en de maatregelen beoogt die door het structuurplan worden overgewogen in de milieuverklaring gevoegd bij dit besluit;
Overwegende dat, in elk geval, het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid alsook de vergunningen die later afgegeven zullen worden voor de gewestplanherziening de mogelijkheid zullen bieden om aan de operator maatregelen op te leggen die de visuele overgang zal articuleren tussen het nieuwe landschap en zijn omgeving; dat een bijzondere aandacht zal besteed worden aan de afzonderingsvoorziening om te zorgen voor een optimale integratie van het nieuw bebouwingsgebied.
VI. Fauna en flora Overwegende dat de bezwaren uitgedrukt tijdens het openbaar onderzoek ook de nadruk leggen op bepaalde gevolgen voor het milieu i.v.m. de oprichting van een « ZAEM » in het gehucht « Vier Koningen » : - de fauna en de flora (huiszwaluw, geelgors,...) die momenteel beschermd worden dankzij milieuvriendelijke maatregelen toegepast door de landbouwers, zullen in het gedrang komen door de oprichting op deze gronden van de nieuwe gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen »; - op ecologisch vlak zal de met sloten omringde site van het kanton dat elk jaar een uitzonderlijke fauna opvangt, worden vernietigd;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de huidige intensieve teelt op deze site zeer matig bijdraagt tot de biodiversiteit;
Overwegende dat de met sloten omringde site gelegen achter de Nuytten hoeve die elk jaar een uitzonderlijke fauna verwelkomt, niet getroffen zal worden door het project;
Overwegende dat van de met sloten omringde site gelegen naast de Zwaluwenweg alleen maar een kleine poel overblijft;
Overwegende dat, zoals eerder vermeld, tijdens het openbaar onderzoek, de vermoedelijke operator, de Intercommunale d'Etude et de Gestion (IEG) een denkdocument genoemd « Schéma directeur d'Aménagement » uitgebracht heeft, waarbij een mogelijke oplossing wordt voorgesteld die moet voldoen aan de uitdagingen in termen van toegankelijkheid en interne distributie, landschappelijke en milieu-integratie (ecologische verbinding, bescherming van de bestaande gevoelige omgevingen);
Overwegende dat, op basis van dit structuurplan, de afzonderingsvoorziening opgelegd door de wetgeving voornamelijk zou kunnen bestaan uit beboste randen die het voorbeeld volgen van de bestaande rijen in het landschap en worden aangevuld met een plantenstrook bestaande uit hoogstammige bomen en heggen langs een as die loodrecht staat op de N58 en met verschillende beboste randen op de site;
Overwegende dat het bebouwingsbeginsel opgenomen in het ontwerp van het plan van aanleg van de « ZAE » voorgesteld door de operator tijdens de informatievergaderingen van het publiek gegrond is op twee patrimoniale gegevens : een oude hoeve alsook een bosje en vochtige gebieden; dat zij bestemd zijn om gevaloriseerd te worden, o.a. om de continuïteit van het ecologische netwerk te garanderen;
Overwegende dat, op basis van dit structuurplan, de populierenbos en de vochtige weiden gelegen ten zuiden van de Zwaluwenweg, t.g.v. de oude hoeve, kunnen worden behouden en ingericht worden als een groengebied waarin een voorziening voor Waterkundig Beheer gehuisvest is die door de operator beheerd is en op die manier een kwalitatief beeld geven van de bedrijfsruimte vanop de N58;
Overwegende dat, in elk geval, het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid alsook de vergunningen die later afgegeven zullen worden voor de gewestplanherziening de mogelijkheid zullen bieden om aan de operator maatregelen op te leggen die de biodiversiteit van de site zullen moeten vrijwaren en zelfs zijn ontwikkeling moeten bevorderen; dat, in voorkomend geval, de door de operator te nemen inrichtingsmaatregelen en die er moeten voor zorgen dat de elementen van het bestaande ecologische netwerk worden gevrijwaard, de verdwijning van de milieuvriendelijke maatregelen toegepast door de landbouwers zullen moeten compenseren;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de intensieve landbouwactiviteit die nu op de site wordt uitgeoefend, slechts zeer matig bijdraagt tot de biodiversiteit;
Overwegende dat de met sloten omringde site gelegen achter de Nuytten-boerderij, die jaarlijks een buitengewone fauna ontvangt, door dit project niet getroffen wordt;
Overwegende dat van de met sloten omringde site gelegen bij de « Zwaluwenweg » slechts een kleine vijver blijft;
Overwegende dat zoals vroeger vermeld, de vermoedelijke operator, de « Intercommunale d'Etude et de Gestion IEG », tijdens het openbaar onderzoek een denkdocument met als opschrift « Schéma directeur d'Aménagement » heeft voortgebracht, waarbij een mogelijke oplossing wordt voorgesteld die aan de uitdagingen in termen van toegankelijkheid en interne distributie, landschappelijke en milieu-integratie (ecologische doorgang, bescherming van de bestaande kwetsbare omgevingen) voldoet;
Overwegende dat de bij de wetgeving opgelegde afzonderingsmarge op grond van dit schema voornamelijk verricht zou kunnen worden door beboste randen die geïnspireerd worden door de in het landschap bestaande rijen en aangevuld zou kunnen worden met een plantaardige gang bestaande uit hoogstammige bomen en hagen volgens een as die loodrecht staat op de N58 en met diverse beboste randen over de site;
Overwegende dat het bebouwingsprinciep aangehouden in het ontwerp van het structuurplan van de bedrijfsruimte voorgesteld door de operator tijdens de informatievergadering voor het publiek op twee erfgoedelementen rust : een oude boerderij en een bosje alsmede vochtige gebieden; dat die elementen geschikt zijn om gevaloriseerd te worden om met name de continuïteit van het ecologische net te waarborgen;
Overwegende dat het populierenbos en de vochtige weiden in het zuiden van de « Zwaluwenweg » tegenover de oude boerderij op grond van dit structuurplan gehandhaafd kunnen worden en ingericht kunnen worden als groengebied uitgerust met een door de operator beheerde voorziening voor waterbeheer die een kwalitatief beeld van de bedrijfsruimte vanaf de N58 geeft;
Overwegende dat het bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid vereiste document alsmede de na de herziening van het gewestplan afgegeven vergunningen hoe dan ook zullen dienen om aan de operator maatregelen op te leggen die bestemd zijn om de biodiversiteit van de site te houden of om de ontwikkeling ervan te bevorderen; dat de door de operator te treffen inrichtingsmaatregelen die de handhaving van de elementen van het bestaande ecologische net als doel hebben, in voorkomend geval, de verdwijning van de door de landbouwers toegepaste landbouwmilieumaatregelen zullen moeten vereffenen.
VII. Menselijke omgeving Overwegende dat het openbaar onderzoek erop wijst dat meer dan 30 woningen rechtstreeks zullen worden betrokken bij het industriezoneproject en dat honderden andere woningen in de naburige gemeenten in de as van de heersende windrichtingen zullen liggen;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de vermindering met ongeveer één derde van de oppervlakte de eventuele reuk- en geluidsimpact op de woningen die gelegen zijn in de as van de heersende windrichtingen en waarvan de in dit besluit aangehouden omtrek aanzienlijk afstand neemt met hetzelfde percentage beperkt;
Overwegende dat de latere evaluaties van de effecten gebonden aan de vergunningsaanvragen voor de uitvoering van het gebied de impact op de menselijke omgeving omstandig zullen moeten evalueren; dat de nodige maatregelen in voorkomend geval getroffen zullen moeten worden om die impacten te doen verdwijnen, te verminderen of te compenseren; dat de afgifte van de vergunningen als gevolg van deze herziening gepaard zal kunnen gaan van voorwaarden die van dien aard zijn dat ze een harmonieuze coëxistentie van de bedrijfsruimte en de dichtbij gelegen woongebieden mogelijk maken.
VIII. Werkgelegenheid Overwegende dat een bezwaarindiener erop wijst dat de bedrijfsruimten een zeer kleine densiteit van banen per oppervlakte-eenheid teweegbrengen en geen oplossing zijn voor de werkloze bevolking;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de in de bedrijfsruimte opgeleverde werkgelegenheid volgens het effectenonderzoek voor het plan geraamd kan worden op 20 eenheden/hectare voor activiteiten die onder de gemengde bedrijvigheid ressorteren;
Overwegende dat het decreet betreffende de ontsluitingsinfrastructuur vereist dat het aantal banen van de bedrijven die om een terrein in de in aanmerking komende bedrijfsruimten verzoeken, in aanmerking wordt genomen;
Overwegende dat de oprichting van nieuwe bedrijfsruimten de creatie van netwerken van K.M.O.'s zal bevorderen en dan ook vermenigvuldigende effecten op de bedrijvigheid en op de werkgelegenheid zal hebben;
Overwegende dat de opneming van nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van Komen-Waasten tot slot als doel heeft op de behoeften van de gemeenschap op langdurige wijze in te spelen en tegelijkertijd de investeerders de mogelijkheid te bieden om bedrijvigheid te creëren en bijgevolg plaatselijke werkgelegenheid op te leveren;
IX. Uitvoering van de gemengde bedrijfsruimte - Waterbeheer Overwegende dat sommige bezwaarindieners wijzen op de moeilijkheden inzake het waterbeheer die op de aangehouden site worden ondervonden : - het project van structuurplan van aanleg van het gebied onderzoekt niet voldoende het probleem van de waterafvoer en zou problematisch kunnen zijn indien het water in de twee naburige sloten wordt afgevoerd; - het waterbeheer van de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » zou problematisch kunnen zijn voor zover de vergaarkom die opgericht zal worden om het water uit Vlaanderen tegen te houden, stroomopwaarts van het door het « IEG » geplande circuit voor de waterafvoer afkomstig van de nieuwe bedrijfsruimte gelegen zal zijn;
Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Raad voor de Duurzame Ontwikkeling) ook erop wijst dat het effectenonderzoek voor het plan aangetoond heeft dat ondernemingen die ander afvalwater dan huishoudelijk water lozen, zich niet in dat gebied mochten vestigen, daar de site ver afgelegen is van de van de voornaamste infrastructuren voor opvang en zuivering van afvalwater; dat hij ook erop wijst dat het hydrografische net stroomafwaarts van de site weinig geschikt is om zelfs gezuiverde waterlozingen op te vangen;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat het rioolnet van Waasten verlengd is tot de RN58 sinds de uitvoering van het effectenonderzoek voor het plan;
Overwegende dat om een optimale werking van de installaties te verzekeren en om de controle erop te vergemakkelijken, het gemeenschappelijke waterbeheer bevoorrecht zal worden en de site zal worden uitgerust met een dubbel rioolnet om het proper water te scheiden, waarbij de ondernemingen die water in industriële processen gebruiken, het water overeenkomstig de vigerende normen moeten zuiveren;
Overwegende dat het afvalwater geloosd zal worden in het bestaande rioolnet van de Ypersesteenweg dat op het voornaamste opvangsysteem uitkomt, dat de Douve in Waasten verdubbelt en het zuiveringsstation van Komen verbindt;
Overwegende dat het afvloeiend hemelwater via verschillende vasthoudenvoorzieningen (sloten, kielgoten, vergaarkommen) die het weglopendebiet ervan beperken, opgevangen zal worden en voor een deel afgevoerd zal worden naar de beek « Tête de Flandre » en de Douve in het westen, en voor een deel naar de Kortekeer in het oosten;
Overwegende dat het grootste deel van de bedrijfsruimte uitgerust zal worden met een gravitair rioolnet in de wetenschap dat de oprichting van een bergingstation rekening houdende met het reliëf nodig zal zijn voor de oostelijke rand van de site;
Overwegende dat de ruimten die nodig zijn voor het onderhoud van de inrichtingen bestemd voor het hydrologische (sloten, vergaarkommen, rioolnet, enz.) en landschappelijke beheer zullen moeten liggen in de omtrek van de bedrijfsruimte;
Overwegende dat de voorzieningen bestemd voor de vertraging van het oppervlaktewater zodanig gekalibreerd zullen moeten worden dat het actuele debiet niet overschreden wordt; - Gebruik van de terreinen Overwegende dat andere bezwaarindieners suggesties doen om het gebruik van de ruimte op de beste manier te rationaliseren, waarbij ze achten dat een karig beheer van de grond van de nieuwe bedrijfsruimte bevoorrecht zou kunnen worden door een rationalisatie van de percelen, een mandeligheid van de ondernemingen en een verdeling van het gebruik van de parkeerplaatsen en de energiebehoeften.
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat akte is genomen van deze suggesties; dat ze in aanmerking zullen kunnen worden genomen in het kader van de uitvoering van het decreet betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid en van de vergunningen die uit deze herziening van het gewestplan zullen voortvloeien; - Bouwrijpheid van de terreinen Overwegende da de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » ook wijst op de conclusies van het effectenonderzoek voor het plan over de aanwezigheid van een laag op een kleine diepte waarvoor bijzondere maatregelen voor de eventuele bouwen getroffen moeten worden;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de aanwezigheid van de grondwaterlaag op een kleine diepte de economische valorisatie van de site niet beteugelt, voor zover dit waar is voor het hele grondgebied van Komen gelegen in de laagvlakte van de Leie en dat die moeilijkheden reeds bekend en beheerd worden door de bestaande ondernemingen;
X. Naleving van artikel 46 van het CWATUPE - Lineair karakter Overwegende dat diverse bezwaren de naleving van de bepalingen van artikel 46 van het Wetboek betwisten;
Overwegende dat een bezwaar slaat op het feit dat het project de vorm zou aannemen van een lintbebouwing langs de nationale weg.
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat indien het gebied langs de RN58 wordt opgenomen, de diepte, de lengte ervan en de verhouding onder elkaar onvermijdelijk de oprichting van een nieuw wegennet opleggen niettegenstaande het feit dat het statuut van de gewestelijke weg « weg voor wagen » het niet mogelijk maakt om een willekeurige privé-ligging te bedienen Overwegende dat het geplande gebied het woongebied aangrenst dat langs de Ypersesteenweg is van de ene en de andere kant tot de Zwaluwenweg en met het agglomeratiegebied van Waasten overeenstemt;
Overwegende dat de kwestie van de compensaties als dusdanig in de volgende ontwikkelingen behandeld zal worden;
XI. Geldigheid van het effectenonderzoek voor het plan Overwegende dat de « CWEDD » in zijn advies van 7 juni 2011 van mening is dat de bij het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 2009 tot wijziging van het gebied bedoeld in het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2004 (vergroting tot 49,5 ha et wijziging van zijn configuratie) aangebrachte wijzigingen geen voorwerp hebben uitgemaakt van een milieubeoordelingen en met geen alternatief voorgesteld door het studiebureau overeenstemmen;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de bijlage bij het besluit van de Waalse Regering van 6 oktober 2007 bepaalde dat het effectenonderzoek betreffende het voorontwerp van gewestplan over de bedrijfsruimten van Neerwaasten en « Vier Koningen » vroeger was uitgevoerd door het studiebureau Poly'Art et dat het in dat besluit bedoelde milieueffectenbeoordeling dan ook niet tot die twee gebieden betrekking had;
Overwegende dat de omtrek onderworpen aan het tweede openbaar onderzoek uitgevoerd van 21 mei 2010 tot 5 juli 2010 volkomen opgenomen is binnen de grenzen van de « studieomtrek » bedoeld in het effectenonderzoek gevoerd door Poly'art en afgewerkt in 2004;
Overwegende dat sinds de uitvoering van het effectenonderzoek uitgevoerd op de sites « Vier Koningen » en Neerwaasten en ingediend door het bureau Poly'Art in oktober 2003 : - noch het gewestelijk ruimtelijk ontwikkelingsplan, noch het gewestplan het voorwerp hebben uitgemaakt van een herziening betreffende het project; - het gemeentelijk programma voor plattelandsontwikkeling in 2008 is herzien en het ontwerp van herziening van het gewestplan reeds niet kan aantasten of door laatstgenoemde niet getroffen kan worden; - het plan voor natuurontwikkeling sinds zijn opmaking niet gewijzigd is en de kaart van het ecologische net niet is gewijzigd; - het project, zoals gewijzigd en onderworpen aan een milieueffectenonderzoek minder impact op de natuur dan het project van 2004 zal hebben; - het beschermingsgebied voor het architectonisch, stedelijk en landschappelijk erfgoed (ZPPAUP volgens de Franse wetgeving) overwogen in het kader van het Franse-Waalse subprogramma Interreg II en besproken in het kader van het effectenonderzoek (fase 2, blz. 16) heden niet beslist is; - de kadaster en de atlas van de wegen geen belangrijke wijziging in de studieomtrek hebben ondergaan, geen beschermde site of waardevol gebouw, noch geen archeologische site is verschenen sinds het einde van het effectenonderzoek voor het plan, zoals geen nieuwe beschermingsomtrek van het natuurlijke milieu; - de lijst van de waardevolle bomen en hagen binnen deze termijn evenmin is gewijzigd; - dde gemeente zich sinds het einde van het effectenonderzoek voor het plan niet heeft voorzien van een gemeentelijk structuurplan, noch van een gemeentelijk plan van aanleg noch van verkavelings- of bebouwingsvergunning in de studieomtrek; - geen verkavelingsomtrek van landelijke goederen evenmin is goedgekeurd sinds het einde van het effectenonderzoek voor het plan;
Overwegende dat de Waalse Regering bijgevolg acht dat de gegevens bedoeld in de effectenonderzoeken voor plannen niet economisch verouderd zijn;
Conclusie Overwegende dat de Waalse Regering, op basis van de evaluatie van de behoeften aan terreinen bestemd voor de ontsluiting van economische bedrijvigheid van Komen-Waasten, van de conclusies van het door het bureau Poly'Art uitgevoerde effectenonderzoek voor het plan, van het onderzoek van de opmerkingen en bezwaren ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en van de adviezen uitgebracht door de gemeenteraad, de CRAT en de CWEDD, alsmede van de erop gegeven antwoorden, ervan uitgaat dat de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op de site « Vier Koningen » in Waasten mits een aanpassing van het ontwerp van herziening van 6 maart 2009 dat aan een openbaar onderzoek is onderworpen gerechtvaardigd is om hem op ongeveer 35 ha te verminderen ten einde de impacten van de nieuwe bedrijfsruimte op het landbouwgebied, op de leefbaarheid van een landbouwbedrijf, de buurt en het landschap te beperken; 2. Opneming van een gemengde bedrijfsruimte in het gehucht « Neerwaasten » Bijzondere opmerkingen en antwoorden van de Regering Overwegende dat de opneming van een gemengde bedrijfsruimte van 7,5 ha langs de Leie in Neerwaasten aanleiding heeft gegeven tot twee bijzondere bezwaren of opmerkingen tijdens het openbaar onderzoek naast de algemene bezwaren over de impacten op de landbouw van de oprichting van nieuwe bedrijfsruimten in Komen waarop een eerste antwoord eerder is gegeven : - een bezwaarindiener pleit voor een vermindering van het energieverbruik van de bedrijfsruimte door het gebruik van groene energie en de installaties van windmolens; - terwijl een andere het volgende suggereert : de handhaving van beboste heuvels van de onderneming BERRY YARNS, en zelfs hun verlenging tot de toekomstige uitbreiding van de zone, de installatie van een slalomvoorziening om de doorgang van de vrachtwagens in de D'Halluinweg af te raden en om de snelheid te beperken alsmede een beperking van de uitbreiding van de Sluisbaan tot de bestaande gemeenschappelijke weg om de site niet te verminken;
Antwoorden van de Regering op de bezwaren Overwegende dat akte is genomen van de bovenvermelde voorstellen; dat ze nochtans onder de uitvoering van de bedrijfsruimte en niet van deze herziening van het gewestplan vallen en preciezer onderzocht zullen kunnen worden bij de goedkeuring van het document vereist bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid en van de na de herziening van het gewestplan afgegeven vergunningen;
Overwegende dat de bijzondere volgende aanvullende elementen ook naar voren gebracht kunnen worden wat betreft de opneming van een gemengde bedrijfsruimte in Neerwaasten als antwoord op de bezwaren ingediend door de « Fédération wallonne de l'Agriculture », gewestelijke en plaatselijke secties, en die betrekking hebben op de gevolgen van de oprichting van nieuwe bedrijfsruimten op de landbouw in Komen;
Overwegende dat de gemengde bedrijfsruimte van Neerwaasten, waarvan de opneming bij dit besluit wordt aangehouden, het voorwerp heeft uitgemaakt van een belangrijke oppervlaktevermindering, namelijk van 24 ha in het op 22 april 2004 aangenomen herzieningsontwerp tot 7,5 ha, waarbij de drukken op de landbouw en de landbouwers in Komen bijgevolg worden verminderd;
Overwegende dat de omtrek van de bedrijfsruimte in zijn huidige configuratie de leefbaarheid van geen landbouwbedrijf zal beletten;
Overwegende dat het gunstige advies van de gemeenteraad van Komen-Waasten van 6 september 2010 geen voorbehoud omvat wat betreft het ontwerp van opneming van de gemengde bedrijfsruimte van Neerwaasten;
Overwegende dat het advies uitgebracht door de Prefect van de « Région Nord-Pas-de-Calais » van 24 augustus 2010 die verandering van bestemming niet beoogt; dat het ook het geval is voor het advies van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2010;
Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » in zijn advies van 7 juni 2010, geacht heeft, zich niet kunnen uitspreken over de geschiktheid om een gemengde bedrijfsruimte in Neerwaasten langs te Leie op te nemen, voor zover de opneming van een gemengde bedrijfsruimte in het op 6 maart 2009 aangenomen ontwerp van herziening, in tegenstelling tot de opneming van de industriële bedrijfsruimte bedoeld zowel in het voorontwerp van herziening van het gewestplan als in het op 22 april 2004 aangenomen ontwerp van herziening, geen voorwerp zou hebben uitgemaakt van een effectenonderzoek waarop hij een omstandig advies kan baseren;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de conclusies van het effectenonderzoek over het voorontwerp van herziening voorgesteld door het bureau Poly'Art in oktober 2003 zich wel op het voorstellen van bestemmingsalternatieven steunden, zoals vermeld in de inhoud van het onderzoek vermeld in het bestek van de overheidsopdracht; dat de auteur aan het einde van dit onderzoek dat de gemengde bedrijfsruimte en de industriële bedrijfsruimte met elkaar vergeleek, tot het besluit is gekomen dat de profielaanpassing van de Leie de installatie aan de rand van de waterloop van een soort onderneming die het bestaan van een multimodaal net vereist, zou mogelijk maken en dat de opneming van een industriële bedrijfsruimte dan ook ter plaatse moest bevoorrecht worden; dat de opneming van een gemengde bedrijfsruimte ter plaatse dan ook wel onderzocht is in het effectenonderzoek maar door de auteur ervan niet aangehouden is;
Overwegende dat de « Conseil wallon pour l'Environnement et le Développement durable » er ook aan herinnert dat hij in 2005 de opneming ter plaatse van een industriële bedrijfsruimte aanvaardde op voorwaarde dat de Autonome Haven « du Centre et de l'Ouest » er kaaien installeert en dat het gebied voor ondernemingen die de waterweg gebruiken, bestemd wordt;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat zoals vermeld in het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 2009, het gezien de nabijheid van de sluis onmogelijk is om de betrokken terreinen te bestemmen voor ondernemingen die de waterweg gebruiken; dat de inrichting van een havengebied met een hoge bedrijvigheid de binnenvaart en in het bijzonder het afmeren van aken die wachten om door te varen, door met de overlading onverenigbare laagwaterstanden in het gedrang zou kunnen brengen en dit des te meer wanneer de verhoging van de binnenvaart ten gevolge van de profielaanpassing van de Leie tot 3 500 ton effectief zal worden;
Overwegende dat niettegenstaande dit argument, de aanzienlijke vermindering van de oppervlakte van het gebied de overweging van de oprichting van kaaien niet meer mogelijk maakt;
Overwegende dat het advies uitgebracht op 30 juni 2011 door de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » gunstig is wat betreft de opneming van een gemengde bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Neerwaasten; dat de Commissie zich nochtans vragen stelt over de geschiktheid om een gemende bedrijfsruimte liever dan een industriële bedrijfsruimte als uitbreiding van de bestaande industriële bedrijfsruimte op te nemen en dat ze suggereert om het gebruik van het gebied op lange termijn en de investeringen die er zouden kunnen worden verricht, niet te beletten door een onaangepaste bestemming en inrichtingen;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de Regering in haar besluit van 6 maart 2009 tot herziening van het gewestplan reeds de redenen uitlegde, die de opneming van de terreinen in Neerwaasten als gemengde bedrijfsruimte liever dan als industriële bedrijfsruimte zoals overwogen in het eerste ontwerp van herziening van 22 april 2004 motiveerden; dat deze redenen die nog actueel zijn, afhangen van : - het antwoord gegeven op de bezwaren die voor die bedrijfsruimte tot uiting zijn gekomen tijdens het openbaar onderzoek gehouden van 8 januari tot 22 februari 2005 in de gemeente van Komen-Waasten over het ontwerp van herziening van 22 april 2004 en dat erin bestaat activiteiten die meer verenigbaar zijn met de bewoonde buurt dan de industriële activiteiten, op de site op te vangen; - de nabijheid van de sluis, die het onmogelijk maakt om de betrokken terreinen te bestemmen voor ondernemingen die de waterweg gebruiken; - het feit dat de in de gemengde bedrijfsruimte toegelaten activiteiten minder verkeer teweegbrengen; de oppervlakte van het gebied die aanzienlijk verminderd is ten opzichte van het oorspronkelijke herzieningsontwerp, zal slechts weinig het verkeer van de industriële weg en in het stadscentrum verhogen; de aanleg van de Leiestraat zal later de verbinding van de bedrijfsruimte met de RN58 zonder transit door het stadscentrum mogelijk maken; - de wil om te zorgen voor een betere vrijwaring van de Natura 2000 site « Vert Digue », gelegen op de andere Leieoever, en van de doorgangsgebieden voor de avifauna, en van de toeristische waarde van de site; - de wil om een landschappelijke overgang te verrichten tussen de industriële bedrijfsruimte en het naburige landbouwlandschap; die overgang zal beter gewaarborgd worden via activiteiten die vallen onder de gemengde bedrijfsruimte (omvang, hinder,...) dan via industriële activiteiten;
Overwegende dat de Regering haar beslissing van 2009 om de oppervlakte van het gebied te verminderen en de bestemming ervan te wijzigen gesteund heeft op de bezwaren van de omwoners tijdens het eerste openbaar onderzoek verricht in 2005;
Overwegende dat in afwachting van de oprichting van de rondweg om Komen, een optimale toegang tot de bedrijfsruimte niet overwogen kan worden, aangezien de actuele toestand het doorkruisen van het stadscentrum vanaf de RN58 inhoudt; dat de precieze ligging van die rondweg afhangt van het tracé van de uitbreiding van de grensoverschrijdende Leie en van de overeenkomsten tussen het Vlaamse en het Waalse Gewest en de Franse Staat;
Overwegende dat dit alles de voorkeur voor een gemengde bedrijfsruimte versterkt;
Overwegende dat de vestiging van kleinhandel en dienstverlening aan de bevolking nochtans moet verboden worden om het centrum van Komen niet te verzwakken;
Overwegende dat in het kader van het bij artikel 3, 4°, van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid vereiste document alsmede in het kader van de latere milieueffectenbeoordelingen gebonden aan de vergunningsaanvragen ervoor zal gezorgd worden dat de geplande inrichtingen de ontwikkeling van het overige gedeelte van de site niet in het gedrang brengen, zoals aanbevolen door de CRAT;
Overwegende tot slot dat de Waalse Regering op basis van het onderzoek van de opmerkingen en bezwaren ontvangen tijdens het openbaar onderzoek en van de door de CRAT en de CWEDD uitgebrachte adviezen, alsmede van de erop gegeven antwoorden ervan uitgaat dat de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op de site van Neerwaasten gerechtvaardigd is en het ontwerp van herziening van 6 maart 2009 dat aan een openbaar onderzoek is onderworpen dan ook bevestigt; 3. Opneming van een natuurgebied en van een groengebied als planologische compensatie voor de opneming van gemengde bedrijfsruimten in de gehuchten « Vier Koningen » en « Neerwaasten » Overwegende dat sommige bezwaarindieners achten dat de territoriale compensaties zeer twijfelachtig zijn;dat het dossier van de steenbakkerij bovendien kunstmatig ligt bij de dossiers « Vier Koningen » en « Neerwaasten » en dat beide dossiers gescheiden zouden moeten worden;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de uitvoering van het effectenonderzoek voor het plan over het voorontwerp van herziening van het gewestplan Moeskroen- Komen van 15 maart 2007 tot herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen (blad 36/2NN) en tot aanneming van het voorontwerp van het plan met het oog op de opneming van : - een natuurgebied en van landbouwgebieden op het grondgebied van Komen als planologische compensatie voor het ontwerp van herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen met het oog op de opneming van een industriële bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte « Neerwaasten » en van een gemengde bedrijfsruimte op de plaatsnaam « Les Vier Koningen » te Komen (Waasten en Neerwaasten); - een industriële bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte « Ploegsteert »; op 17 januari 2008 toevertrouwd is aan het studiebureau Poly'Art in Bergen overeenkomstig een overheidsopdracht die gegund is via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, 7°, a), van de wet van 24 december 1° 93 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken, leveringen en diensten;
Overwegende dat de Waalse Regering beslist heeft de bedrijfsruimten « Vier Koningen » en « Neerwaasten », alsmede hun planologische compensaties, samen aan een openbaar onderzoek te onderwerpen;
Overwegende dat de planologische compensaties voor de opneming van de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » en die van Neerwaasten voorgesteld in het voorontwerp betrekking hebben op de opneming van een natuurgebied van ongeveer 58 ha, van een groengebied van 6 ha en een landbouwgebied van 11 ha op gronden die heden opgenomen zijn als ontginningsgebied ten noorden de industrie-installaties van de Ploegsteertse steenbakkerij;
Overwegende dat het onderzoek wel bevestigt dat de handhaving van die gronden als ontginningsgebied niet meer gerechtvaardigd is; dat ze in het verleden geëxploiteerd zijn en dat de reserves van de steenbakkerij voldoen om haar behoeften te dekken voor dit en 25 jaar binnen in de omtrek waarvoor er nu een vergunning bestaat en voor nog honderd jaar in de ontginningsgebieden die op de eenheid van Komen-Waasten in het gewestplan opgenomen zijn;
Overwegende dat de biologische waarde van de voormalige ontginningsputten hun opneming als natuurgebied rechtvaardigt : een natuurreservaat, ontstaan uit een privé-initiatief, werd er reeds in 1970 opgericht en beheert de plaats om te werken aan de instandhouding en de regeneratie van de natuurlijke milieus;
Overwegende dat de Waalse Regering wegens de waarde van deze plaats reeds verschillende beschermingsmaatregelen heeft getroffen en dat de site dus bij ministerieel besluit van 2 maart 1994 aangewezen wordt als biologisch waardevol vochtig gebied en binnen de omtrek van het Natura 2000-gebied « Leievallei » ligt;
Overwegende dat de omtrek bedoeld in het ministerieel besluit tot oprichting van het biologisch waardevolle vochtige gebied van 2 maart 1994 reeds gedeeltelijk in het besluit van de Waalse Regering van 10 mei 2012 beoogd is bij de opneming van een natuurgebied als compensatie voor de opneming van een industriële bedrijfsruimte;
Overwegende dat de projectontwerper overeenkomstig de bepaling van de inhoud van het effectenonderzoek voor een gewestplan, aangenomen door de Waalse Regering op 6 september 2007, in het geheel van de planologische compensaties, een onderscheid heeft gemaakt tussen de compensaties die betrokken kunnen worden bij de opneming van de bedrijfsruimten « Vier Koningen » en « Neerwaasten » enerzijds, en anderzijds de compensaties die in verband kunnen worden gebracht met de opneming van de industriële bedrijfsruimten van de Ploegsteertse steenbakkerijen;
Overwegende dat het besluit van de Waalse Regering van 10 mei 2012 op deze basis de herziening van het gewestplan met het oog op de opneming van de industriële bedrijfsruimte van de Ploegsteertse steenbakkerijen en van een natuurgebied als compensatie heeft aangenomen;
Overwegende dat de opneming van het saldo van de omtrek van de planologische compensatie aangehouden bij dit besluit perfect aansluit bij het bovenvermelde besluit;
Overwegende dat de gemeenteraad van Komen in zijn gunstig advies van 6 september 2010 het voorbehoud heeft gemaakt dat de opneming als natuurgebied van de percelen die heden gelegen zijn tussen de « trous de briqueteries » en de Witteweg eventuele wijzigingen aangevraagd door de omwonende landbouwers en de inwoners niet zal kunnen beletten;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de gronden beoogd bij het voorbehoud gemaakt door de gemeenteraad van Komen in zijn advies van 6 september 2010 nu niet meer betrokken zijn bij de planologische compensaties en dan ook als ontginningsgebied worden behouden;
Overwegende dat een weinig brede strook grond liggend naast een groengebied gelegen achter het woongebied van de Witteweg dat geen voorwerp heeft uitgemaakt van een ontginning, die opgenomen is als ontginningsgebied in het gewestplan en omgezet als natuurgebied in het wijzigingsvoorontwerp van plan niet binnen de omtrek van het biologisch waardevolle vochtige gebied ligt;
Overwegende dat deze gronden uit zorg voor de planologische samenhang herbestemd worden als groengebied eerder dan als natuurgebied;
Overwegende dat die planologische aanpassing de toekenning van vergunningen die nodig zouden zijn voor de uitbreiding op dit groengebied van de vestigingen lans de Witteweg, overeenkomstig artikel 111 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium zal mogelijk maken; dat die bestemming de vrees uitgedrukt door de gemeenteraad over de naburige percelen voor die gronden wegneemt;
Overwegende dat de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » in zijn gunstige advies wat betreft de opneming van de planologische compensaties overwogen in het ontwerp van herziening van het gewestplan van 6 maart 2009 in het bijzonder erop aandringt dat de volgende aanbevelingen van de auteur van het effectenonderzoek voor het plan in aanmerking worden genomen : - in de afwaardering of de verplaatsing van het pad dat het natuurgebied doorkruist, voorzien; - de omtrek van het biologisch waardevolle vochtige gebied in de cartografische gegevens verbeteren om die omtrekken te doen overeenstemmen met de werkelijke grenzen van de kadastrale percelen vermeld in het besluit van 2 maart 2004; - de nodige middelen treffen om het beheer van het natuurgebied dat heden door privé-instellingen wordt gewaarborgd, duurzaam te maken;
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat de Waalse Regering, hoewel ze de gegrondheid van die aanbevelingen bekrachtigt, nochtans van mening is dat ze potentiële gevolgen van deze herziening van het gewestplan niet zouden kunnen schrappen, beperken of vereffenen;
Overwegende dat de « Commission régionale de l'Aménagement du Territoire » een ongunstig advies heet uitgebracht wat betreft de planologische overcompensatie voorgesteld in het kader van het ontwerp tot herziening van het gewestplan van 6 § maart 2009, namelijk de opneming van een oppervlakte van niet-bebouwbare gebieden die groter is dan een oppervlakte van bebouwbare gebieden; dat ze immers acht dat het beter is het proportionaliteitsbeginsel zoals bepaald bij artikel 46, § 1, 3°, van het CATUPE na te leven, namelijk : « ... de opneming van elk nieuw bebouwingsgebied ... wordt gecompenseerd door een gelijkwaardige wijziging van een bestaande bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied... ».
Antwoorden van de Regering m.b.t. dit punt Overwegende dat deze herziening in de herbestemming als niet voor bebouwing bestemd gebied van gronden van ongeveer 45ha opgenomen als ontginningsgebied in het oorspronkelijke gewestplan voorziet als planologische compensatie voor de opneming van ongeveer 42,5 ha nieuwe gemengde bedrijfsruimte;dat het belang van de planologische compensaties op die manier globaal aangepast wordt, zoals de CRAT het wenst, aan de vermindering van de oppervlakten aangehouden door deze herziening voor de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen », waarbij de planologische coherentie van de voor de compensatie aangehouden omtrekken wordt behouden;
Overwegende dat de door de Waalse Regering voorgestelde en aangehouden compensaties tot slot de voorschriften van artikel 46, § 1, tweede lid, 3°, van het CWATUPE naleven;
Overwegende dat de Regering tot slot beslist tot de definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan, waarbij te dien einde gekozen wordt voor de opneming in het gewestplan van Moeskroen-Komen : - van een gemengde bedrijfsruimte van ongeveer 35 ha in het gehucht « Vier Koningen » op het grondgebied van Komen-Waasten (Waasten) op gronden die heden opgenomen zijn als landbouwgebied in het noorden van de RN58; - van een gemengde bedrijfsruimte van ongeveer 7,5 ha op het grondgebied van Komen-Waasten (Neerwaasten), op terreinen die heden opgenomen zijn als landbouwgebied in het verlengde van de bestaande industriële bedrijfsruimte; - van een natuurgebied van 44 ha en van een groengebied van 1 ha op gronden die heden opgenomen zijn als ontginningsgebied in Ploegsteert als planologische compensatie voor de opneming van de bovenvermelde nieuwe gemengde bedrijfsruimten;
Overwegende dat de milieuverklaring waarin artikel 44 van het Wetboek voorziet bij dit besluit gevoegd is;
Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Besluit :
Artikel 1.De herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen (bladen 28/7S en 36/2N) met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Komen-Waasten, van een gemengde bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Neerwaasten » en van een gemengde bedrijfsruimte in het gehucht « Vier Koningen » en, als planologische compensaties, van een natuurgebied en van een groengebied in Ploegsteert wordt overeenkomstig bijgevoegd plan definitief aangenomen.
Art. 2.Volgend bijkomend voorschrift, gemerkt « *R.1.1 », is van toepassing in de gemengde bedrijfsruimtes opgenomen op het plan bij dit besluit : « Kleinhandel en dienstverlening aan de bevolking mogen zich in de gebieden met het merk *R.1.1. niet vestigen, behalve indien ze bij de in dit gebied toegelaten activiteiten horen. »
Art. 3.De Minister van Ruimtelijke Ontwikkeling is belast met de uitvoering van dit besluit overeenkomstig de bepalingen van artikel 44 van het Wetboek.
Namen, 4 oktober 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit Ph. HENRY
ADVIES VAN DE CRAT VAN 30 JUNI 2011 INLEIDING Aanhangigmaking en antwoord - In haar schrijven van 13 mei 2011 heeft de Waalse Regering verzocht om het advies van de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire (CRAT) » over genoemd ontwerp. - Overeenkomstig artikel 43, § 44, van het CWATUPE heeft het advies van de CRAT betrekking op het dossier dat bestaat uit het ontwerp van plan samen met het effectonderzoek en uit de bezwaren, opmerkingen, processen-verbaal en adviezen uitgebracht tijdens het openbaar onderzoek. - De CRAT heeft kennis genomen van het geheel van de hierboven vermelde elementen van het dossier en heeft ze geanalyseerd.
Voorgeschiedenis - Bij haar besluit van 22 april 2004 heeft de Regering de gedeeltelijke herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen met het oog op de opneming te Komen (Waasten en Neerwaasten) van een industriële bedrijfsruimte van +/- 24 hectare als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Neerwaasten » en van een gemengde bedrijfsruimte van +/- 48 hectare op de plaats genaamd « Les Vier Koningen » (Bladen 28/6 N en 28/7 S) voorlopig aangenomen. - Het openbaar onderzoek betreffende dat ontwerp van gewestplanherziening heeft in de gemeente Komen plaatsgevonden van 8 januari 2005 tot 22 februari 2005; het heeft aanleiding gegeven tot 134 brieven en verzoekschriften (in totaal 2224 handtekeningen); - Het programmadecreet betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging, aangenomen op 3 februari 2005 en in werking getreden op 1 maart 2005, namelijk even na het sluiten van het openbaar onderzoek, heeft de bepalingen van artikel 46, § 1, tweede lid, 3°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Erfgoed gewijzigd door het invoeren van de verplichting om de opneming van elk nieuw bebouwingsgebied te compenseren door de dienovereenkomstige wijziging van een bestaand bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied of door een alternatieve compensatie bepaald door de Regering.
Daar artikel 101 van het programmadecreet betreffende de overgangsbepalingen bepaalt dat de bepalingen van artikel 46, § 1, zoals gewijzigd, van toepassing waren op de datum van inwerkingtreding van het decreet, volgt hieruit dat de procedure niet voortgezet kon worden zonder planologische of alternatieve compensatie van de opneming van de 72 hectare bedrijfsruimte die voorlopig besloten werd op 22 april 2004. - Bij gebrek aan voldoende compensaties is de procedure tot gewestplanwijziging in een patstelling terechtgekomen totdat de Steenbakkerijen van Ploegsteert kennis gegeven hebben van hun ontwerp van uitbreiding van hun industriële installaties, op ongeveer 6 ha gronden opgenomen als natuurgebied ten noorden van de bestaande installaties en tot ze voorgesteld hebben te voldoen aan het geheel van de behoeften aan planologische compensaties i.v.m. de opneming van nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van Komen met gronden die voornamelijk aan de vennootschap Vefibel (zustervennootschap waarvan een deel van het aandeelhouderschap gemeenschappelijk is met de vennootschap « Briqueterie de Ploegsteert ») toebehoren opnieuw te bestemmen als gebieden die niet voor bebouwing bestemd zijn en die, alhoewel ze al uitgebaat worden, nog steeds als ontginningsgebied ten noorden van de huidige steenbakkerij opgenomen zijn. Een belangrijk deel van de gronden die als planologische compensatie voorgesteld worden is opgenomen in de omtrek Natura 2000 « vallée de la Lys (BE 3200) » en/of in biologisch waardevol vochtig gebied en is het voorwerp van een privé beheer in het kader van het Natuur- en Vogelreservaat van Ploegsteert. - Een nieuwe gewestplanherziening, verschillend van de eerste, die hoofdzakelijk betrekking heeft op de opneming van een natuurgebied en landbouwgebieden als compensatie van de opneming van de bedrijfsruimten van het ontwerp aangenomen op 22 april 2004, en, bijkomstig, op de uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van de steenbakkerijen en de daaruit voorvloeiende compensatie werd besloten en een voorontwerp werd op 15 maart 2007 door de Waalse Regering aangenomen. - Bij besluit van 6 september 2007 heeft de Waalse Regering besloten de effecten van het op 15 maart aangenomen voorontwerp te laten onderzoeken en de inhoud van dat onderzoek vastgelegd.
De « CRAT » heeft al verschillende adviezen over dat ontwerp uitgebracht : Op 27 mei 2005 heeft de « CRAT » een advies uitgebracht over het ontwerp van gewestplanherziening met het oog op de opneming van twee bedrijfsruimten te Neerwaasten en op de locatie « Vier Koningen ». De « CRAT » heeft verklaard het ontwerp ongunstig gezind te zijn omdat het overgelegde dossier onvolledig was (Ref. 05/CRAT/B.2532/A.503bis); - Op 29 juni 2007 heeft de « CRAT » een gunstig advies uitgebracht over het voorontwerp van gewestplanherziening en over de inhoud van het effectonderzoek betreffende de opneming van een natuurgebied, landbouwgebieden en een industriële bedrijfsruimte te Ploegsteert (Ref. 07/CRAT A.604-AN); - Op 30 mei 2008 heeft de « CRAT » opmerkingen geformuleerd over de 1ste fase van het effectonderzoek betreffende de opneming van een natuurgebied, landbouwgebieden en een industriële bedrijfsruimte te Ploegsteert en heeft ze een gunstig advies uitgebracht i.v.m. de voortzetting van het onderzoek (Ref. 08/CRAT A.688-AN); - Op 26 september 2008 heeft de « CRAT » opmerkingen geformuleerd over de 2e fase van het effectonderzoek betreffende de opneming van een natuurgebied, landbouwgebieden en een industriële bedrijfsruimte te Ploegsteert en heeft ze een gunstig advies uitgebracht i.v.m. de voortzetting van het onderzoek (Ref. 08/CRAT A.708-AN).
Beschrijving van het project De Waalse Regering heeft besloten tot de herziening van het gewestplan MOESKROEN-KOMEN met het oog op de opneming van bedrijfsruimten en op de desbetreffende planologische compensatie op het grondgebied van de gemeente Komen-Waasten.
De herziening van het gewestplan beoogt de opneming van : - een gemengde bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Neerwaasten; - een gemengde bedrijfsruimte op de locatie « Vier Koningen »; - een industriële bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Ploegsteert; - twee natuurgebieden, een landbouwgebied en een groengebied als planologische compensaties.
ADVIES Bij wijze van inleiding wijst de « CRAT » op de lengte van de procedure en op de ingewikkeldheid van het dossier, met als voornaamste gevolg een moeilijke analyse van bepaalde gebieden die het voorwerp van het ontwerp uitmaken.
Over de opneming van een gemengde bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële besrijfsruimte van Neerwaasten De « CRAT » brengt een gunstig advies uit over het ontwerp van opneming van een gemengde bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Neerwaasten.
De Commissie stelt zich echter vragen over de opportuniteit om een « gemengde » eerder dan een « industriële » bedrijfsruimte op te nemen als uitbreiding van de bestaande bedrijfsruimte.
Alhoewel ze bijzonder goed gelegen is t.o.v. van de waterweg, zou de nabijheid van de sluis de ontwikkeling van rechtstreeks met de waterweg verbonden activiteiten bemoeilijken. De « CRAT » stelt evenwel voor om de investeringen en het gebruik van het gebied niet in gevaar te brengen op lange termijn door een ongeschikte bestemming en ongepaste inrichtingen.
Over de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op de locatie « Vier Koningen » Alhoewel de « CRAT » overtuigd is van de behoefte aan nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van het gebied IEG en ze de opportuniteit om er in Komen-Waasten op te nemen gunstig gezind is, geeft ze een ongunstig advies over de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op de locatie « Vier Koningen ».
De « CRAT » acht dat de vestiging van een bedrijfsruimte op de locatie « Vier Koningen » de aantasting van de landbouwruimte zal vergroten op het grondgebied van Komen-Waasten, te meer omdat het gelegen is in een gebied dat door de goede kwaliteit van de landbouwgronden gekenmerkt wordt.
De Commissie doet bovendien opmerken dat de bedrijfsruimte moeilijk toegankelijk is op een plek die enkel bediend wordt door een weg waarop het verkeer nu al zeer druk is.
De « CRAT » stelt ook vast dat de bedrijfsruimte een ruimte met een goede landschapskwaliteit zal verminken.
Kortom, de Commissie had zich al uitgesproken voor een alternatieve ligging en stelt voor om die opnieuw te onderzoeken.
Over de opneming van een industriële bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Ploegsteert en de desbetreffende compensatie De « CRAT » is de opneming van een industriële bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Ploegsteert alsook de desbetreffende planologische compensatie gunstig gezind.
Die bedrijfsruimte zal de « Briqueteries de Ploegsteert » de mogelijkheid bieden om de uitbating in optimale omstandigheden voort te zetten.
Over de opneming van twee natuurgebieden, een landbouwgebied en een groengebied als planologische compensaties De « CRAT » is de opneming van twee natuurgebieden, een landbouwgebied en een groengebied als planologische compensaties gunstig gezind.
De Commissie brengt daarentegen een ongunstig advies uit over de voorgestelde planologische compensatie, namelijk de opneming van een oppervlakte van niet-bebouwingsgebieden die groter is dan een oppervlakte van bebouwingsgebieden.
Ze acht het immers verkieslijk om het evenredigheidsbeginsel in acht te nemen zoals omschreven in artikel 46, § 1, e, 3°, van het Waals wetboek van ruimtelijke ordening, stedenbouw, erfgoed en energie, met name : « ... de opneming van elk nieuw bebouwingsgebied wordt gecompenseerd door een gelijkwaardige wijziging van een bestaand bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied... ».
Over de kwaliteit van het milieueffectenonderzoek De « CRAT » is de mening toegedaan dat het effectonderzoek van 2008 van goede kwaliteit is.
De « CRAT » wijst er evenwel op dat de lezing ervan bemoeilijkt wordt door de duur van het onderzoek van het dossier die haar ertoe dwingt het effectonderzoek van voor 2004 door te nemen om kennis te nemen van alle elementen van het dossier.
Ph. BARRAS, Voorzitter
Milieuverklaring opgemaakt door de Regering op grond van artikel 44 van het « CWATUPE » Deze milieuverklaring wordt vereist krachtens artikel 44, tweede lid, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie (hierna het « Wetboek »).
Ze wordt gevoegd bij het besluit van de Waalse Regering tot definitieve aanneming van de herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen (blad 36/2N) met het oog op de opneming, op het grondgebied van de gemeente Komen-Waasten, van een gemengde bedrijfsruimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Neerwaasten » en van een natuurgebied als planologische compensatie voor de opneming van dat gebied alsook van een gemengde bedrijfsruimte op het gehucht « Les Vier Koningen » en, als planologische compensatie, van een natuurgebied en van een groengebied.
Ze wordt samen met dat besluit bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Deze milieuverklaring is een samenvatting en een weergave van de manier waarop de milieuoverwegingen werden opgenomen in de herziening van het gewestplan en waarop de milieueffectenstudie, de adviezen, bezwaren en opmerkingen in overweging werden genomen. Ze is ook een samenvatting van de redenen voor de keuzes van de herziening van het gewestplan, rekening houdende met de andere in het vooruitzicht gestelde redelijke oplossingen.
Betreffende een samenvattend document, verwijst deze milieuverklaring voor de details en het overige naar de tekst van het besluit van de Waalse Regering tot aanneming van bedoelde herziening van het gewestplan.
Voor meer leesbaarheid werd deze verklaring opgedeeld in drie hoofdstukken : het eerste hoofdstuk gaat over de inhoud van de herziening van het gewestplan, het tweede gaat in op de herzieningsprocedure ervan en het derde, op de milieuoverwegingen.
Voorwerp van de herziening van het gewestplan Deze herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen beoogt : ? de opneming van twee nieuwe gemengde bedrijfsruimten om gedeeltelijk in te spelen op de behoeften aan ruimte voor bedrijfsactiviteiten op het grondgebied van de « Intercommunale d'Etude et de Gestion » (IEG) geraamd, op basis van een deskundigenopdracht toevertrouwd door de Regering aan de Permanente Conferentie voor Ruimtelijke Ontwikkeling in 2007, op ongeveer 230 ha op een zeventienjarige tijdslijn, wat dan door de Waalse Regering in overweging is genomen voor de vaststelling van haar tweede prioriteitenplan voor bedrijfsruimten; ? de compensatie van de opneming van deze nieuwe gemengde bedrijfsruimtes door gronden met een gelijkwaardige oppervlakte gelegen ten Noorden van de industriële installatie van de steenbakkerij van Ploegsteert weer respectievelijk als natuurgebied en als groengebied te bestemmen.
Ze betreft de opneming : ? van een gemengde bedrijfsruimte van om en bij de 7,5 ha op het grondgebied van Neerwaasten, op gronden die nu worden opgenomen als landbouwgebied in het westelijk verlengde van de industriële bedrijfsruimte gelegen aan de rand van de Leie in Neerwaasten en de opneming van een gemengde bedrijfsruimte van ongeveer 35 ha op het gehucht « Vier Koningen » op het grondgebied van Komen-Waasten, op gronden die nu worden opgenomen als landbouwgebied ten Noorden van de RN58; ? als planologische compensatie bij de opneming van voornoemde nieuwe gemengde bedrijfsruimtes, van een natuurgebied van om en bij de 44 ha en van een groengebied van 1 ha te Komen-Waasten (Ploegsteert). Deze gebieden betreffen gronden opgenomen als ontginningsgebied, die het voorwerp hebben uitgemaakt van bedoelde activiteit, beheerd als natuurgebied en nu erkend als vochtig gebied met een grote biologische waarde alsook gronden die niet het voorwerp hebben uitgemaakt van de ontginningsactiviteit maar die liggen in het verlengde van een bestaand groengebied en die worden gebruikt als ecologische overgang tussen het woongebied en het natuurreservaat;
Chronologie van de procedure tot herziening van het gewestplan De herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen heeft het voorwerp uitgemaakt van de procedure bepaald in de artikelen 42 tot 44 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium en Energie, die chronologisch als volgt geordend is : De opneming bedoeld bij deze verklaring en betreffende een gemengde bedrijfsruimte aan de rand van de gekanaliseerde Leie, in het westelijk verlengde van het huidig industrieel havengebied van Neerwaasten en van een gemengde bedrijfsruimte in het gehucht « Vier Koningen » zijn, in het begin, twee van de elementen van een voorontwerp van herziening van het ruimere gewestplan van Moeskroen-Komen, betreffende eveneens de uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte Godhuis, opgesteld op 14 juni 1999 door de Minister van Ruimtelijke Ordening na een aanvraag van de gemeente Komen, ingediend in juli 1994.
Het effectenonderzoek met betrekking tot het voorontwerp van herziening, opgelegd bij artikel 42 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Patrimonium en Energie, is toevertrouwd aan het studiebureau Poly'Art op 29 november 1999, na een overheidsopdracht die gegund is via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, 1°, a, van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten van werken, leveringen en diensten.
De « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), in haar advies van 20 december 2000 over de eerste fase van het effectenonderzoek, heeft geacht dat het onderzoek van goede kwaliteit was.
Betreffende Neerwaasten, met het oog op het behoud van het landschappelijk karakter van de Leie, heeft de Commissie voorgesteld om de « ZAEI » bedoeld als uitbreiding van de bestaande ruimte, aan de achterkant ervan op te nemen, loodrecht op deze ruimte. De Commissie achtte dat dit voorstel eveneens het voordeel bood de bebouwbare gebieden te concentreren en de landbouwstrook open te behouden.
Voor de « Vier Koningen », sprak de CRAT zich uit tegen de opneming van een « ZAEM » op deze plaats, door de aandacht te vestigen op de samenhang van dit gebied, dat bijna uitsluitend bestemd is voor de landbouw.
Gelijktijdig, in juli 2000, is een thematische herziening van alle gewestplannen die Wallonië bestrijken, door de Waalse Regering aangevat met het oog op de uitvoering van nieuwe bedrijfsruimten. In haar beslissing van 21 februari 2002, heeft de Waalse Regering het bestemmingsplan van gebieden voor bedrijfsruimten goedgekeurd. De geraamde behoeften aan bedrijfsruimten voor het hele gebied gedekt door de intercommunale IEG bedragen 152 ha waarvan 62 ha op het grondgebied van Komen, onderverdeeld als volgt : ? 47 ha ten Noorden van de RN58 op het gebied « Vier Koningen »; ? 15 ha te Neerwaasten, aan de rand van de Leie.
Het effectenonderzoek van het plan betreffende de twee gebieden gekozen door de Regering in februari 2002 is in oktober 2003 ingediend. Aan het einde van de milieu-analyse, is de auteur tot het besluit gekomen dat de beslissing van de Waalse Regering meerdere belangrijke problemen heeft doen rijzen in verband met het project tot oprichting van een « ZAE » in het gehucht « Vier Koningen » : moeilijke toegankelijkheid, bijkomende infrastructuurkosten voor het waterbeheer, aantasting van de landbouwruimte en belangrijke impact op het landschap, niet-naleving van de plaatselijke morfologie, aanzienlijke vernietiging van de ecologische vermazing,... Hij heeft bijgevolg aanbevolen om een afbakeningsalternatief met betrekking tot het initiële ontwerp te kiezen, waarbij de economische activiteiten worden geconcentreerd op het gebied van Neerwaasten, vergroot tot 56 ha om de ontwikkeling van het multimodaal vervoer te bevorderen, de bestaande bebouwde kern te versterken en de aantasting van de landbouwruimten op het gebied « Vier Koningen » te vermijden door er een specifieke ruimte te behouden, met name om de verwezenlijking van een biomethanisatieproject ver van de verstedelijke gebieden mogelijk te maken.
Bij haar besluit van 22 april 2004 tot aanneming van het ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Moeskroen-Komen, heeft de Regering nochtans de opneming voorlopig vastgelegd, te Komen (Waasten en Neerwaasten) (bladen 28/6 N en 28/7 S), van een gemengde bedrijfsruimte van +/- 48 ha in het gehucht « Les Vier Koningen » en van een industriële bedrijfsruimteVan +/- 24 ha als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte genaamd « Neerwaasten ». Deze industriële bedrijfsruimte was voorzien van een bijkomend voorschrift waarbij de gronden worden voorbehouden voor bedrijven die van de waterweg gebruik maken.
Het openbaar onderzoek betreffende dat ontwerp van gewestplanherziening heeft plaatsgevonden van 8 januari 2005 tot 22 februari 2005. Het heeft aanleiding gegeven tot 134 brieven en verzoekschriften (in totaal 2.224 handtekeningen). De overlegvergadering bedoeld bij artikel 43 van het « CWATUPE » heeft op 22 februari 2005 plaatsgevonden.
Bij zijn advies van 21 maart 2005, heeft de gemeenteraad van Komen-Waasten gewenst dat het voorontwerp van herziening onderworpen aan het openbaar onderzoek wordt gewijzigd zodat de uitbreiding van het industriegebied van Neerwaasten aan de aanvankelijke aanvraag van de gemeente beantwoordt en 10 ha niet overschrijdt; het saldo van 14 ha dient te worden overgedragen naar het project van gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » voor een totaal van 62 ha, overeenkomstig het vestigingsplan gevoegd bij zijn advies, waarin een configuratie tussen de Iepersesteenweg, de « chemin de l'Hirondelle » en de weg « Vier Koningen » wordt voorgesteld. Wat betreft het havengebied van Neerwaasten, heeft de Raad eveneens erop gewezen dat het gebied enkel langs de toekomstige havenweg toegankelijk zou zijn, en dat hij iedere latere uitbreiding boven de door hem in aanmerking genomen 10 ha zou weigeren.
Het programmadecreet betreffende de economische heropleving en de administratieve vereenvoudiging, aangenomen op 3 februari 2005 en in werking getreden op 1 maart 2005, namelijk even na het sluiten van het openbaar onderzoek, heeft de bepalingen van artikel 46, § 1, tweed lid, 3°, van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Erfgoed gewijzigd door het invoeren van de verplichting om de opneming van elk nieuw bebouwingsgebied te compenseren door de overeenkomstige wijziging van een bestaand bebouwingsgebied in een niet-bebouwingsgebied of door een alternatieve compensatie bepaald door de Regering.
Daar artikel 101 van het programmadecreet betreffende de overgangsbepalingen bepaalt dat de bepalingen van artikel 46, § 1, zoals gewijzigd, van toepassing waren op de datum van inwerkingtreding van het decreet, volgt hieruit dat de procedure niet voortgezet kon worden zonder planologische of alternatieve compensatie van de opneming van de 72 hectare bedrijfsruimte die voorlopig besloten werd op 22 april 2004.
De gewestelijke commissie ruimtelijke ordening bracht op 27 mei 2005 op grond van die nieuwe bepalingen een ongunstig advies uit voor de ontwerp-herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen, met als motief het feit dat het dossier onvolledig was bij uitblijven van de compensaties.
Op 13 juni 2005 bracht de Waalse Leefmilieucommissie voor de duurzame ontwikkeling dan een ongunstig advies uit over de gepastheid van de opneming van een gemengd bedrijfsgebied in « Vier-Koningen » te Waasten en een gunstig advies over de opneming van een industrieel bedrijfsgebied gemerkt met een overdruk *R.1.2. waarbij de gronden aan de oevers van de Leie in Neerwaasten voorbehouden zouden worden aan de bedrijven die aangeleverd werden met grondstoffen of eindproducten via het water en aan de toeleveringsbedrijven op voorwaarde dat de autonome haven « du Centre et de l'Ouest » er kades zou aanleggen.
Bij gebrek aan voldoende compensaties is de procedure tot gewestplanwijziging in een patstelling terechtgekomen totdat de Steenbakkerijen van Ploegsteert kennis gegeven hebben van hun ontwerp van uitbreiding van hun industriële installaties, op ongeveer 6 ha gronden opgenomen als natuurgebied ten noorden van de bestaande installaties en tot ze voorgesteld hebben te voldoen aan het geheel van de behoeften aan planologische compensaties i.v.m. de opneming van nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van Komen met gronden die voornamelijk aan de vennootschap Vefibel (zustervennootschap waarvan een deel van het aandeelhouderschap gemeenschappelijk is met de vennootschap « Briqueterie de Ploegsteert ») toebehoren opnieuw te bestemmen als gebieden die niet voor bebouwing bestemd zijn en die, alhoewel ze al uitgebaat worden, nog steeds als ontginningsgebied ten noorden van de huidige steenbakkerij opgenomen zijn. Een belangrijk deel van de gronden die als planologische compensatie voorgesteld worden is opgenomen in de omtrek Natura 2000 « vallée de la Lys (BE 3200) » en/of in biologisch waardevol vochtig gebied en is het voorwerp van een privé beheer in het kader van het Natuur- en Vogelreservaat van Ploegsteert. Een nieuwe gewestplanherziening, verschillend van de eerste, die hoofdzakelijk betrekking heeft op de opneming van een natuurgebied en landbouwgebieden als compensatie van de opneming van de bedrijfsruimten van het ontwerp aangenomen op 22 april 2004, en, bijkomstig, op de uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van de steenbakkerijen en de daaruit voorvloeiende compensatie werd besloten en een voorontwerp werd op 15 maart 2007 door de Waalse Regering aangenomen.
De « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening) heeft zich op 29 juni 2007 uitgesproken over de inhoud van het effectenonderzoek dat op het voorontwerp van herziening van het gewestplan doorgevoerd moet worden en heeft verzocht dat de planologische compensaties met betrekking tot de uitbreiding van de bedrijfsruimtes « Vier-Koningen » en « Neerwaasten » enerzijds en de uitbreiding van de bedrijfsruimte voor de Steenbakkerijen van Ploegsteert voortaan afzonderlijk zouden worden behandeld. Het advies van de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Raad voor Leefmilieu voor Duurzame Ontwikkeling) dat na de termijn is uitgebracht, voorzag geen enkele wijziging van de inhoud van het effectenonderzoek terwijl het gebrek aan advies van het Operationeel Directoraat-generaal Landbouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu als een stilzwijgend gunstig advies is beschouwd.
Bij besluit van 6 september 2007 heeft de Waalse Regering beslist om de effecten van het op 15 maart 2007 aangenomen voorontwerp te laten onderzoeken en heeft de inhoud van dat onderzoek vastgelegd. Geen enkel bestanddeel van het voorontwerp van 15 maart 2007 werd vrijgesteld van het onderzoek overeenkomstig artikel 46, § 2, van het Wetboek. De bedrijfsruimtes « Vier Koningen » en « Neerwaasten », niet opgenomen in het voorontwerp van herziening van 15 maart 2007 en overigens reeds onderzocht in het kader van het effectenonderzoek door het ingenieurskantoor Poly'Art in oktober 2003, werden bijgevolg niet onderworpen aan dat tweede onderzoek.
Dat effectenonderzoek werd aan het ingenieurskantoor Poly'Art toevertrouwd op 17 januari 2008, bij een overheidsopdracht gegund bij een onderhandelde procedure zonder bekendmaking in de zin van artikel 17, § 2, 1°, van de wet van 24 december 1993 inzake de overheidsopdrachten. Het werd ingediend in juli 2008.
Op 30 mei 2008 bracht de gewestelijke ruimtelijke ordeningscommissie een gunstig advies uit over de eerste fase van het effectenonderzoek en vroeg dat de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » en de industriële bedrijfsruimte « Neerwaasten » aan een openbaar onderzoek onderworpen zouden worden tegelijk met de daaraan verbonden compensaties. In haar advies van 26 september 2008 over de tweede fase van het onderzoek drong de gewestelijke commissie erop aan dat het dossier in verband met de uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van de steenbakkerij van Ploegsteert duidelijk afgesplitst zou worden van het dossier in verband met de opneming van een gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen » en een industriële bedrijfsruimte « Neerwaasten » door het opstellen van twee afzonderlijke besluiten.
Op 6 maart 2009 heeft de Waalse Regering een nieuwe ontwerp-herziening van het gewestplan Moeskroen-Komen aangenomen met een samensmelting van enerzijds de bedrijfsruimten « Vier-Koningen » en « Neerwaasten » hertekend op grond van de resultaten van het openbare onderzoek uit 2005 en de industriële bedrijfsruimte voor de uitbreiding van de steenbakkerij van Ploegsteert en de gezamenlijke planologische compensaties omschreven op grond van de conclusies van EIPS en het advies van de gewestelijke commissie over dat onderzoek. Dit project had betrekking op : ? een gemende industriële bedrijfsruimte van om en bij de 7,5 ha als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van « Neerwaasten »; een gemengde bedrijfsruimte van om en bij 49,5 op het gehucht « Vier Koningen » te Komen (Waasten en Neerwaasten); ? Een natuurgebied van 58,6 ha, een landbouwgebied van 11,5 ha en een groengebied van 6,3 ha te Ploegsteert, als planologische compensatie voor de opneming van voornoemde bedrijfsruimten; ? een industriële bedrijfsruimte van om en bij de 6,2 ha als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Ploegsteert en een natuurgebied gevormd door het deel van de visvijvers dat juist benoorden de steenbakkerij gelegen is en nog steeds opgenomen is als ontginningsgebied, als gelijkwaardige planologische compensatie voor de opneming van dat gebied.
Het openbaar onderzoek betreffende het ontwerp van gewestplanherziening, voorgeschreven krachtens artikel 43 van het « CWATUPE », heeft in de gemeente Komen-Waasten plaatsgevonden van 21 mei tot 5 juli 2010.
Het heeft aanleiding gegeven tot 15 bezwaren betreffende de elementen waarop het besluit dat het voorwerp is van deze milieuverklaring betrekking heeft, vooral met betrekking tot de opneming van een ruimte van 49,5 ha in het gehucht « Les Vier Koningen ».
De informatievergadering bedoeld gedurende het onderzoek bij artikel 4, eerste lid, 8° van het « CWATUPE », heeft plaatsgevonden op 31 mei 2010. Daarbij heeft de gepolste operator, de « Intercommunale d'Etude et de Gestion » (IEG), een reflectiedocument voorgelegd « Leidend schema van aanleg » met als doel het uiteenzetten van een mogelijke oplossing die tegemoet komt aan de belangen inzake toegankelijkheid en interne distributie, inzake waterbeheer, landschappelijke en milieu-integratie (ecologische verbinding, bescherming van de bestaande kwetsbare milieus). De overlegvergadering bedoeld na het openbaar onderzoek, overeenkomstig artikel 43 van het Wetboek, heeft plaatsgevonden op 12 juli 2010.
Op 6 september 2010, heeft de gemeenteraad van Komen-Waasten een gunstig advies uitgebracht over het ontwerp van gewestplanherziening, en tegelijkertijd de wens heeft uitgedrukt dat de opneming als natuurgebied van de gronden tussen de ontginningsputten en de weg « La Blanche » eventuele wijzigingen aan de gebouwen en huizen van de omwonenden niet verhindert. Wegens de bij deze herziening aangepaste planologische compensaties aan de vermindering van de oppervlakten die in aanmerking komen voor de gemengde bedrijfsruimte « Vier Koningen », worden deze gronden niet meer betrokken bij de bestemmingswijzigingen en blijven dus behouden als ontginningsgebied.
De Prefect van de « Région Nord-Pas-de-Calais », geraadpleegd over het geheel ontwerp van herziening van het gewestplan overeenkomstig artikel 4, tweede Lid van het Wetboek, heeft zich niet uitgesproken in zijn advies van 24 augustus 2010 over de elementen waarop de opneming van een « ZAEM » te Komen-Waasten betrekking heeft en heeft de aandacht gebracht op moeilijkheden in verband met de potentiële impact van de toekomstige bedrijfsruimte « Vier Koningen » te Komen (België) op de toekomstige uitbreiding van het bedrijfspark Schumann, te Komen, (Frankrijk) en de gevolgen ervan op het verkeer op de « RD108 », in het besluit dat het voorwerp van deze milieuverklaring uitmaakt.
De Vlaamse Regering, waarvan het advies eveneens overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van het Wetboek, is verzocht, heeft in haar schrijven van 1 oktober 2010, geen bijzondere opmerking gemaakt over deze punten. Haar advies had uitsluitend betrekking op het effect van het project tot oprichting van een gemengde bedrijfsruimte in het gehucht « Vier Koningen » op het verkeer van de RN58.
Op 10 mei 2011, is een advies over het dossier dat bestaat uit het ontwerpplan samen met het effectenonderzoek, uit processen-verbaal en adviezen verzocht bij de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » (Gewestelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening), aan de « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Raad voor de Duurzame Ontwikkeling) en aan het Directoraat-generaal Landouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu overeenkomstig artikel 43, § 4, eerste en tweede lid.
De « Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement durable » (Waalse Raad voor de Duurzame Ontwikkeling), in zijn advies van 7 juni 2011, is van oordeel geweest dat hij zich niet kan uitspreken over de opportuniteit om een gemengde bedrijfsruimte op te nemen te Neerwaasten, langs de Leie, voor zover de opneming van een gemengde bedrijfsruimte in het ontwerp van herziening aangenomen op 6 maart 2009, in tegenstelling tot de opneming van de industriële bedrijfsruimte bedoeld in het voorontwerp en in het ontwerp aangenomen op 22 april 2004, het voorwerp niet zou hebben uitgemaakt van een effectenonderzoek waarop hij een uitvoerig advies zou kunnen steunen.
Bovendien heeft hij er aan herinnerd dat hij in 2005 de opneming van een industriële bedrijfsruimte op deze plaats had toegestemd, op voorwaarde dat de Autonome Haven « du Centre et de l'Ouest » er perronnen inricht en dat het gebied voor bedrijven die van de waterweg gebruik maken, wordt voorbehouden.
Op milieuvlak lijkt de opneming van een landbouwgebied te Ploegsteert hem daarentegen gepast.
Hij heeft bovendien een ongunstig advies uitgebracht over de opportuniteit om een gemengde bedrijfsruimte op te nemen in « Vier Koningen » te Waasten om volgende redenen : ten eerste, wordt het gebied bedoeld bij het besluit van de Waalse Regering van 22 april 2004 (uitbreiding op 49,5 ha en wijziging van de configuratie ervan) gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 6 maart 2009. Deze wijzigingen hebben het voorwerp niet uitgemaakt van een milieubeoordeling en stemmen overeen met geen alternatief voorgesteld door het studiebureau. Bijgevolg, kan de « CWEDD » geen advies uitbrengen over de nieuwe configuratie van het gebied.
Ten tweede, herinnert de Raad eraan dat hij op 13 juni 2005 een ongunstig advies had uitgebracht (CWEDD/05/AV.780) waarvan de overwegingen geldig blijven en hieronder worden onderbouwd : De zwakke localisatie In de studie wordt eerst de verbinding van de bedrijven waar ze zich hebben gevestigd, onderzocht. De bedrijven van het gebied van Komen hebben het hoogste gehalte aan zwakke localisatie, dus niet verbonden met een plaats van exploitatie (voor de afzet van de producten). Er is dan geen reden om de een bedrijf te vestigen op deze precieze plaats dan op een andere (Moeskroen of Pecq). - Het biomethanisatieproject Het gebruikte argument van de gemeente om het gebied « Vier Koningen » op te nemen, is de uitvoering van een biomethanisatie-eenheid bij dit gebied. Een bedrijf dat frieten produceert zou een antenne plaatsen in « Vier Koningen » om een synergie te vormen met het biomethanisatieproject (gebruik van bijproducten van het bedrijf dat frieten produceert, in het productieproces van biomethanisatie).
Het onderzoek heeft echter aangetoond dat het gebied enkel bedrijven kon aantrekken die huishoudelijk water lozen. Dit gebied ligt inderdaad ver van de hoofdzakelijke infrastructuren voor de inzameling en de behandeling van afvalwater. Het hydrographische netwerk stroomafwaarts dit gebied is bovendien niet in staat lozingen van water te ontvangen, zelfs in geval van gezuiverde lozingen van water.
Het bedrijf dat frieten produceert is gevestigd in de gebouwen van « Warneton Industrie ». De CWEDD vermoedt dat de door dit bedrijf bedoelde synergie met het biomethanisatieproject dus meer verkeer zal veroorzaken waarmee geen rekening werd gehouden in het eerste onderzoek.
Ten laatste, wordt geen overdruk in aanmerking genomen die laat veronderstellen dat het gebied echt toegewezen zou zijn aan een biomethanisatie-eenheid (overdruk A.E. bijvoorbeeld). Dit gebied zou dan elk type bedrijf kunnen aantrekken dat tot een gemengde bedrijfsruimte behoort.
Bovendien worden nu de biomethaniseringsinstallaties in een landbouwgebied door het CWATUPE toegelaten. - Naast de onmogelijkheid om bedrijven aan te trekken die industrieel afvalwater lozen (zie boven), heeft het gebied een monomodaal bereikbaarheidsprofiel, wat andere vervoersmogelijkheden over de weg uitsluit. - De aanwezigheid van een ondiepe waterlaag zou bovendien het noodzakelijk maken bijzondere maatregelen te treffen voor mogelijke gebouwen. - Het gebied heeft een landschappelijke kwaliteit en de auteur van het onderzoek is van mening dat de opneming van een bedrijfsruimte op het gebied « Vier Koningen » een aanzienlijk verlies van het landschapserfgoed alsook een effect van aantasting en van heterogeniteit zal veroorzaken. ».
Op 30 juni 2011, heeft de « Commission régionale d'Aménagement du Territoire » een gunstig advies uitgebracht wat betreft de opneming van een gemengde bedrijfsuimte als uitbreiding van de industriële bedrijfsruimte van Neerwaasten; de Commissie heeft zich nochtans vragen gesteld over de geschiktheid om een « gemende » bedrijfsruimte liever dan een « industriële » bedrijfsruimte als uitbreiding van de bestaande industriële bedrijsruimte op te nemen en heeft gesuggereerd om het gebruik van het gebied op lange termijn en de investeringen die er zouden kunnen worden verricht niet te beletten door een onaangepaste bestemming en inrichtingen.
Alhoewel de « CRAT » overtuigd is van de behoefte aan nieuwe bedrijfsruimten op het grondgebied van het gebied IEG en de opportuniteit om er in Komen-Waasten op te nemen gunstig gezind is, geeft ze een ongunstig advies over de opneming van een gemengde bedrijfsruimte op het gebied « Vier Koningen ».
De « CRAT » acht dat de vestiging van een bedrijfsruimte op het gebied « Vier Koningen » de aantasting van de landbouwruimte zal vergroten op het grondgebied van Komen-Waasten, omdat het bovendien gelegen is in een gebied dat door de goede kwaliteit van de landbouwgronden gekenmerkt wordt.
De Commissie doet bovendien opmerken dat de bedrijfsruimte moeilijk toegankelijk is op een plek die enkel bediend wordt door een weg waarop het verkeer nu al zeer druk is.
De « CRAT » stelt ook vast dat de bedrijfsruimte een ruimte met een goede landschapskwaliteit zal verminken.
Ten slotte had de Commissie zich al uitgesproken voor een alternatieve ligging en stelt voor om die opnieuw te onderzoeken. ».
Het Directoraat-generaal Landouw, Natuurlijke Hulpbronnen en Leefmilieu, dat ook overeenkomstig artikel 43, § 4, van het « CWATUPE » is ondervaagd, heeft geen advies uitgebracht in verband met het dossier van het openbaar onderzoek binnen de opgelegde termijn van 60 dagen. Dit advies dient dus als stilzwijgend gunstig te worden beschouwd.
Na onderzoek van de adviezen en bezwaren, heeft de Waalse Regering dan beslist om een gemengde bedrijfsruimte van ongeveer 7,5 ha definitief op te nemen in het verlengde van het industrieel havengebied gelegen aan de rand van de Leie te Neerwaasten, alsook een een gemengde bedrijfsruimte van 35 Ha op het gebied « Vier Koningen » en 44 ha als natuurgebied alsook 1 ha als groengebied op het gebied van het natuurreservaat van Ploegsteer en heeft de herzeining van het gewestplan op 10 mei 2012 definitief aangenomen. Het aangenomen besluit bevat de motivatie voor deze beslissing.
Inoverwegingname van milieuoverwegingen De volgende in aanmerking genomen milieuoverwegingen zullen later worden behandeld, in het kader van de procedure bedoeld bij het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid Gebied van Neerwaasten.
Luchtkwaliteit : Het effectenonderzoek over het voorontwerp van herziening heeft de aandacht gebracht op de ligging van de bewoonde gebieden, namelijk onder de dominerende winden, en heeft daarom aanbevolen de gronden te bestemmen voor bedrijven uit de secundaire en tertiaire sector die een laag risico op atmosferische lozingen inhouden.
Rekening houdend met de bezwaren uitgebracht gedurende het openbaar onderzoek dat van 8 januari tot 22 februari 2005 heeft plaatsgevonden en met het advies van de gemeenteraad van Komen van 21 maart 2005, wordt de oppervlakte van het gebied bij het voorontwerp van herziening van het gewestplan aangenomen door de Waalse Regering op 6 maart 2009 en bevestigd bij dit besluit, teruggebracht van 24 ha tot om en bij de 7,5 ha en bestemd als gemengde bedrijfsruimte in plaats van een industriële bedrijfsruimte zoals bedoeld bij het voorontwerp van herziening van 22 april 2004, want de activiteiten toegelaten in een gemengde bedrijfsruimte zijn beter meer verenigbaar met een bewoonde omgeving.
Oppervlakte- en grondwater : Het effectenonderzoek stelt de aanwezigheid van een alluviale laag in het zuidelijk deel vast en van winningen in de nabijheid. Het pleit voor de aanneming van verschillende bijzondere bepalingen om de kwaliteit van het grondwater van de streek te beschermen van elke vorm van verontreiniging. Deze bepalingen vallen niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Grond en ondergrond : Het blijkt uit het effectenonderzoek dat de gronden een goede landbouwkwaliteit vertonen en dat het grondverlies definitief is voor de landbouw.
De aanwezigheid van aanslibbingen in het zuidelijk deel zal aangepaste funderingen vereisen voor de bouw van gebouwen.
De bij deze herziening besloten beperking van de oppervlakte van de gemengde bedrijfsruimte tot om en bij de 7,5 ha vermindert de impact op de landbouw ten opzichte van het ontwerp van herziening van 2004 (24 ha) en van de aanbevelingen van het effectenonderzoek over het voorontwerp van herziening voor dit gebied waarbij een vergroting tot 56 ha werd beoogd.
Biotopen : Het effectenonderzoek stelt vast dat het ecologische netwerk, zelfs als het weinig ontwikkeld is op het gebied betrokken bij de oprichting van de nieuwe bedrijfsruimte, bij het ecologisch doorgangsgebied gevormd door de Leie en de omgeving ervan ligt, in het bijzonder op het gebied « Vert-Digue » (Natura 2000), wat een bron van hinder voor de fauna en de flora kan vormen. Het stelt verschillende maatregelen voor, met het oog op de bescherming of het herstel van bomenrijen, hagenrijen, poelen, bloemenweiden, struikboomgroepen en introductie van natuurlijke vegetatie. Deze maatregelen vallen eveneens onder de vergunningen die voortvloeiend zijn uit deze herziening van het gewestplan.
De door de Regering besloten vermindering van de oppervlakte van de bedrijfsruimte van 24 tot om en bij de 7,5 ha en haar bestemming als gemengde bedrijfsruimte in plaats van een industriële bedrijfsruimte zoals eerder bedoeld, vloeit eveneens voort uit de wil van de Regering om te zorgen een betere vrijwaring van het Natura-2000 gebied « Vert Digue », gelegen op de andere Leieoever, en van de doorgangsgebieden voor de avifauna.
Geluid en geuren : Het effectenonderzoek stelt vast dat de aanwezigheid van een woongebouw bij de nieuwe bedrijfsruimte een knelpunt vormt en heeft tot gevolg de noodzaak van inachtneming van de normen inzake geluid en geuren. Deze nabijheid van het woongebouw is een van de redenen waarvoor de Waalse Regering het voorstel van de CRAT niet heeft weerhouden om de bedoelde bedrijfsruimte op te nemen als uitbreiding van de bestaande ruimte aan de achterkant ervan, loodrecht de Leie. De configuratie van de nieuwe ruimte evenwijdig met de Leie en de opneming ervan als gemengde bedrijfsruimte in plaats van een industriële bedrijfsruimte, maken de verwijdering van het woongebied mogelijk alsook de vermindering van de impacten in verband met het geluid en met de geuren die zouden kunnen voortvloeien uit de activiteiten die er zullen plaatsvinden.
Landschappen : Het effectenonderzoek stelt vast dat het gebied van Neerwaasten een heterogeen landschap vertoont, zonder groene stroken die zouden kunnen bijdragen tot de structuur ervan, wat verergerd wordt door de aanwezigheid van de bestaande bedrijfsruimte. De uitbreiding van de bedrijfsruimte biedt mogelijkheden om de herstructurering van de omgeving te bevorderen voor zover deze doelstelling in rekening wordt genomen in het kader van het document vereist bij artikel 3, 4° van het decreet van 11 maart 2004 betreffende de ontsluitingsinfrastructuur voor economische bedrijvigheid alsook in het kader van de latere milieueffectenbeoordelingen gebonden aan de vergunningsaanvragen; de opneming van de betrokken gronden als gemengde bedrijfsruimte zal overigens de verrichting van een landschappelijke overgang mogelijk maken tussen de bestaande industriële bedrijfsruimte en het naburige landbouwlandschap; die overgang zal beter gewaarborgd worden via activiteiten die onder de gemengde bedrijfsruimte (omvang, hinder,...) vallen dan via industriële activiteiten.
Erfgoed : Dankzij de bij deze herziening besloten beperking van de oppervlakte van de gemengde bedrijfsruimte tot om en bij de 7,5 ha, wordt geen ruimte ingenomen op de gedolven gebieden waarvan de aanwezigheid door het effectenonderzoek is vastgesteld.
Bebouwing : De door de Regering besloten vermindering van de oppervlakte van de bedrijfsruimte van 24 tot om en bij de 7,5 ha en haar bestemming als gemengde bedrijfsruimte in plaats van een industriële bedrijfsruimte zoals eerder bedoeld, maken het mogelijk de toekomstige vestigingen te verwijderen van de alleenstaande nabije plattelandsbebouwing en, anderzijds, afmetingen op te leggen die overeenstemmen met deze nabije bebouwing.
Mobiliteit : Het effectenonderzoek legt de nadruk op de mogelijke hinder voor de omwoners van het toekomstige gebied, met name deze van de « Chaussée de Halluin », of van de wegen gebruikt door het verkeer dat het zou genereren. De verwezenlijking van de havenweg zou dit probleem kunnen oplossen.
Voor dit milieucompartiment zal de door de Regering besloten vermindering van de oppervlakte van de bedrijfsruimte van 24 tot om en bij de 7,5 ha en haar bestemming als gemengde bedrijfsruimte in plaats van een industriële bedrijfsruimte zoals eerder bedoeld, eveneens de verkeerstoename van de industriële weg en bij het doorkruisen van het stadscentrum beperken. Daarna zal de aanleg de Leiebaan de verbinding van de bedrijfsruimte met de RN58 zonder transit door het stadscentrum mogelijk maken.
Waterbeheer : Het effectenonderzoek stelt verschillende aanbevelingen in verband met de behandeling van het afvloeiend hemelwater en met de zuivering van afvalwater. Hun uitvoering valt echter niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Gebied « Vier Koningen ».
Luchtkwaliteit : De wijziging van het microklimaat is vooral duidelijk naargelang men zich verwijdert van zeer verstedelijke gebieden. De bebouwing van het gebied « Vier Koningen » zal zo het bestaande microklimaat meer verstoren dan in het geval van het gebied van Neerwaasten, dat hetzelfde probleem kent door de nabijheid van het stedelijke gebied van Komen, aan weerszijden van de grens.
Wat luchtkwaliteit betreft is het gebied « Vier Koningen » minder gevoelig; daarom zullen bedrijven die stoffen verwerken bij voorkeur op dat gebied vestigen.
In ieder geval wordt het gebruik van technieken voor afvalgaszuivering vereist en de algemene en sectorale voorwaarden betreffende de ingedeelde inrichtingen vastgelegd bij het besluit van de Waalse Regering van 4 juli 2003 bedoeld bij het decreet van 11 maart 1999 betreffende de milieuvergunning, worden opgelegd.
Oppervlakte- en grondwater : Het effectenonderzoek stelt de aanwezigheid vast van een winning gelegen op 150 meter van de perken van het ontwerp, dat blijkbaar bestemd is voor de fokkerij en dat zal niet worden beïnvloed door de vestiging van bedrijven of industrieën bij deze boerderij.
Het pleit voor de aanneming van verschillende bijzondere bepalingen om de kwaliteit van het grondwater van de streek te beschermen van elke vorm van verontreiniging. Deze bepalingen vallen niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Grond en ondergrond : Het blijkt uit het effectenonderzoek dat de gronden een goede landbouwkwaliteit vertonen en dat het grondverlies definitief is voor de landbouw.
De bij deze herziening besloten beperking van de oppervlakte van de gemengde bedrijfsruimte op om en bij de 35 ha vermindert de impact op de landbouw ten opzichte van het ontwerp van herziening van 2004, en meer bepaald op het landbouwbedrijf gelegen ten noorden van de omtrek van de bedrijfsruimte.
Biotopen : Het effectenonderzoek stelt de aanwezigheid vast van relevante elementen van de ecologische vermazing en beveelt aan om de rijen haagbeuken en meedoornen langs de « rue de la Forge » te behouden alsook de hakhoutbosjes en struwelen langs de RN58.
Hun behoud binnen de ecologische vermazing valt niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Geluid en geuren : Het effectenonderzoek wijst op de geluidsimpact van de bedrijfsruimte in de gebieden van de Komenstraat en beveelt aan om de bedoelde omtrek te beperken op een gebied van 500 meter brede langs de RN50. Het nieuwe gebied ligt nu verder van de Komenstraat en overschrijdt niet de aanbevolen breedte langs de RN58.
De configuratie van het nieuwe gebied evenwijdig met de RN58 en de opneming ervan als gemengde bedrijfsruimte maakt de vermindering mogelijk van de impacten in verband met het geluid en met de geuren die zouden kunnen voortvloeien uit de activiteiten die er zullen plaatsvinden wetende dat de dichtstbij gelegen woningen tegen de heersende windrichtingen liggen.
Landschappen : Het effectenonderzoek stelt vast dat de door de bouw van de RN58 veroorzaakte breuk het begin vormt van een ruime landbouwvlakte waarvan het specifiek landelijk karakter uit ruimte teelten en weiden, boerderijen en lineaire elementen bestaat. De morfologie van het gebied zoals aangehouden door de Regering ligt verder van de heuvelrug en ligt naast het bebouwde gebied van de « chaussée d'Ypres ».
Het effectenonderzoek pleit voor de aanneming van verschillende bijzondere bepalingen om de kwaliteit van het landschap en de structurering ervan te behouden. Deze bepalingen vallen niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Erfgoed : Het effectenonderzoek maakt gewag van een gedolven gebied aan de rand van de « chemin des Hirondelles » waarvan de bescherming binnen het hydrologisch beheersysteem niet onder deze herziening van het gewestplan valt maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Bebouwing : De door de Regering besloten vermindering van de oppervlakte van de bedrijfsruimte van 49,5 tot 35 ha maakt de verwijdering mogelijk van de toekomstige vestigingen van de alleenstaande nabije plattelandsbebouwing.
Mobiliteit : Het effectenonderzoek wijst op de goede toegankelijkheid van het gebied en beveelt aan om het beheer van het verkeer op het kruispunt tussen de « chemin de Hirondelles » en de « chaussée d'Ypres » te bestuderen. De toegangsmodaliteiten tot het gebied, met name de uit te voeren soort werkzaamheden op de « chaussée d'Ypres » vallen niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Waterbeheer : Het effectenonderzoek stelt verschillende aanbevelingen in verband met de behandeling van het afvloeiend hemelwater en met de zuivering van afvalwater. Hun uitvoering valt echter niet onder deze herziening van het gewestplan maar onder de vergunningen die erna zullen worden afgegeven.
Namen, 4 oktober 2012.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, Ph. HENRY