Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Waalse Regering van 22 april 2004
gepubliceerd op 13 augustus 2004

Besluit van de Waalse Regering houdende definitieve goedkeuring van de herziening van het gewestplan van Luik met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Seraing , van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Luik (Angleur), in uitbreiding van de bedrijfsruimte van Sart Tilman, van de gedeeltelijke desaffectatie van de bestaande bedrijfsruimte, van de inschrijving van twee groengebieden te Seraing (Ougrée) en een woongebied te Luik (Angleur) (bladen 42/5N en S en 42/6N en S)

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2004027114
pub.
13/08/2004
prom.
22/04/2004
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2004. - Besluit van de Waalse Regering houdende definitieve goedkeuring van de herziening van het gewestplan van Luik met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Seraing (Ougrée), van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Luik (Angleur), in uitbreiding van de bedrijfsruimte van Sart Tilman, van de gedeeltelijke desaffectatie van de bestaande bedrijfsruimte, van de inschrijving van twee groengebieden te Seraing (Ougrée) en een woongebied te Luik (Angleur) (bladen 42/5N en S en 42/6N en S)


De Waalse Regering, Gelet op het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Patrimonium, o.a. artikelen 22, 23, 30, 35, 37, 41 tot 46 en 115;

Gelet op het Schéma de développement de l'espace régional (SDER) goedgekeurd door de Regering op 27 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 26 november 1987 tot vaststelling van het gewestplan van Luik, o.a. gewijzigd door het besluit van de Waalse Gewestexecutieve van 6 september 1991 en 10 december 1992 en de besluiten van de Waalse Regering van 29 juli 1993, 19 januari 1995, 30 maart 1995 en 7 maart 2001;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 oktober 2002 tot besluit van de herziening van het gewestplan Luik en tot goedkeuring van het voorontwerp van wijziging van plan met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling en twee groengebieden te Seraing (Ougrée), alsook van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Luik, in uitbreiding van de gemengde bedrijfsruimte van Sart Tilman, (platen 42/5 N en S en 42/6 N en S);

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 september 2003 tot goedkeuring van het ontwerp van herziening van het gewestplan van Luik met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Seraing (Ougrée), van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Luik (Angleur) en twee groengebieden te Seraing (Ougrée) (platen 42/5 N en S en 42/6 N en S);

Gelet op de klachten en opmerkingen geformuleerd tijdens de openbare onderzoeken die werden gevoerd te Luik tussen 8 oktober en 21 december 2003, en te Seraing tussen 7 oktober en 20 november 2003, aangaande volgende thema's : - bereikbaarheid van de site; - wijziging aan zonering; - schending van het natuurlijke erfgoed; - nieuwe bestemming voor afgedankte sites; - spaarzaam omgaan met de bodem; - schending van het culturele erfgoed; - overlast en risico's op vervuiling; - behoud van wandelpaden; - waterbeheer; - stedenbouwkundig charter en het richtinggevende schema; - milieueffectenrapport.

Gelet op het gunstige advies samen met voorwaarden van de gemeenteraad van Luik van 16 december 2003;

Gelet op het gunstige advies samen met opmerkingen en voorwaarden van de gemeenteraad van Seraing van 15 december 2003;

Gelet op het gunstige advies onder voorwaarden inzake de herziening van het gewestplan van Luik met het oog op de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Seraing (Ougrée), van een gemengde bedrijfsruimte voorbehouden voor activiteiten inzake onderzoek en ontwikkeling te Luik (Angleur) van twee groengebieden te Seraing (Ougrée) en een woongebied te Luik (Angleur) (platen 42/5 N en S en 42/6 N en S), uitgevaardigd door de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening;

Gelet op het gunstige advies samen met opmerkingen en aanbevelingen van de CWEDD Conseil wallon de l'Environnement pour le Développement Durable (tegenhanger Vlaamse MiNa-raad) van 4 maart 2004;

Validatie van het milieueffectenrapport Overwegende dat, in haar beslissing van 18 september 2003, de Regering heeft gemeend dat in het milieueffectenrapport alle elementen stonden die noodzakelijk waren voor de beoordeling van de opportuniteit en de afstemming van het ontwerp, en heeft het dus als volledig beschouwd;

Overwegende dat de CWEDD meent dat de kwaliteit van de studie bevredigend was, al betreurt hij hier en daar dubbel gebruik, bepaalde onduidelijkheden (afwezigheid lokalisatie gemeentelijk plan van aanleg 10, van de hoogspanningslijn, ...), bepaalde ondoorzichtige formules en de afwezigheid van een kaart die de absolute oppervlakte afbakent van de studie voor de fase D (afbakening en toepassing);

Overwegende dat Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening meent dat de kwaliteit van de studie goed is, al betreurt ze bepaalde fouten, lacunes of ongerijmdheden (afwezigheid van kwantitatieve evaluatie van de behoeften, ongerijmdheden in de berekening van de nuttige oppervlakte op de site van Seraing, afwezigheid van lokalisatie van de door de DNF (Division de la nature et des forets) blootgelegde gevoelige gebieden, de foute vermelding van een bezetting van het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat op het grondgebied van de gemeente Seraing, het gebrek aan commentaar op de staat van vervuiling van sommige gebieden van de site te Seraing);

Overwegende dat de door de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening en de CWEDD aangeklaagde elementen niet van die aard zijn om de Regering ervan te beletten met kennis van zaken uitspraak te doen over de opportuniteit en de afstemming van het ontwerp;

Overwegende dat het milieueffectenrapport voldoet aan artikel 42 van het CWATUP en aan het lastenboek; dat de Regering voldoende is ingelicht om met kennis van zaken uitspraak te doen;

Afstemming van het ontwerp op de behoeften Overwegende dat het de doelstelling van de Regering is, op korte termijn te voldoen aan de behoeften aan de geschatte nodige ruimte voor economische activiteit naar het jaar 2010 toe;

Overwegende dat, op basis van een door de DGEE (Direction générale de l'économie et de l'emploi) opgemaakt rapport en de analyse ervan, de Regering in haar besluit van 18 oktober 2002, heeft gemeend dat het grondgebied van de S.C. Services Promotion Initiatives in de provincie Luik (SPI+) in zes subruimtes moest worden onderverdeeld : het centrum, het noordoosten (regio Verviers en Eupen), het zuidoosten (regio Malmédy en Saint-Vith), het noordwesten (regio Borgworm en Hannuit), het zuidwesten (regio Hoei) en het zuiden (regio Aywaille); dat zij heeft gemeend dat het centrum van het gebied, dat het referentiegebied voor voorliggend besluit vormt, globaal genomen op 10 jaar een behoefte aan voor economische activiteit bestemde terreinen vertoonde van ongeveer 87 hectare netto-oppervlakte, waarbij nog een forfaitaire 10% bijkomende oppervlakte noodzakelijk is voor de technische uitrusting van het gebied, dus een oppervlakte van ongeveer 96 hectare die als bedrijfsruimte moeten worden ingeschreven;

Overwegende dat het milieueffectenrapport deze analyse niet in twijfel heeft getrokken : zowel de relevantie van de afbakening van het referentiegebied, als het bestaan van socio-economische behoeften in dit gebied, binnen het door de Regering bepaalde tijdsbestek, zijn bevestigd; dat ze er de omvang van heeft geherdefinieerd op 90 hectare;

Overwegende dat het milieueffectenrapport meent dat de optie van het voorontwerp van wijzigingsplan gegrond is wat betreft de inschrijving van een gemengde bedrijfsruimte van 63 hectare op het grondgebied van de gemeente Seraing, om bedrijven te ontvangen die actief zijn in onderzoek en ontwikkeling;

Overwegende dat het milieueffectenrapport de inschrijving als gemengde bedrijfsruimte betwist van terreinen met een oppervlakte van 9 hectare op het grondgebied van de gemeente Luik (Angleur), op vandaag ingeschreven als groengebied, wegens de toepassing van het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat van Saint-Laurent, momenteel hangend, door de inschrijving als gemengde bedrijfsruimte van 11 hectare terrein palend aan de huidige bedrijfsruimte;

Overwegende nochtans dat uit de evaluatie van de behoeften uit het milieueffectenrapport de noodzaak blijkt, de optie het voorontwerp van wijziging van gewestplan te behouden, om een terrein van 9 hectare op het grondgebied van de gemeente Luik in te schrijven als gemengde bedrijfsruimte;

Overwegende dat la Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening en de CWEDD de door de auteur van milieueffectenrapport gebruikte methode ter evaluatie van de behoeften betwisten; dat ze meer duidelijkheid hadden gewild over de manier waarop de uitbreidingsbehoeften van het wetenschapspark kwantitatief worden bepaald;

Overwegende nochtans dat noch de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening, noch de CWEDD het belang van de ontwikkeling van het wetenschapspark in twijfel trekken; dat wel in tegendeel de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening er het belang van onderstreept gelet op de doelstellingen van de Regering inzake onderzoek en ontwikkeling;

Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport niet over precieze middelen beschikte waardoor hij de behoeften kon evalueren, gelet op de verzadiging van het bestaande park; dat de door hem gebruikte methode het mogelijk maakt de bepaling van de behoeften te benaderen in een mate die voldoende is om de relevantie van voorliggend ontwerp in te schatten;

Overwegende bovendien zoals de CWEDD aangeeft, dat het ontwerp niet volledig voldoet aan de door de auteur van de studie geïdentificeerde behoeften; dat op die manier, de onzekerheidsmarge verbonden met deze evaluatiemoeilijkheden de relevantie van het ontwerp niet in twijfel mag trekken;

Validatie van het ontwerp Overwegende dat het besluit van 18 oktober 2002 gebaseerd is op de overweging dat er in de nabijheid van het onderzoekspark van Sart-Tilman geen ander terrein ligt dat het ontwerp zou kunnen ontvangen, waardoor synergieën kunnen worden gevonden met op de site aanwezige bedrijven en waardoor de beschikbare uitrusting beter zou kunnen worden gebruikt zonder gevoelige versterking;

Overwegende dat het milieueffectenrapport deze optie gegrond heeft geacht;

Overwegende dat de Regering het dus heeft bevestigd in haar besluit van 18 september 2003;

Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening deze beslissing tevens valideert, gelet op de nabijheid van de Universiteit van Luik en de aangrenzing van het ontwerp met het wetenschapspark van Sart-Tilman, en ondanks de bezwaren van een aantal klagers die het biologische belang van de site aanhalen, argumenten die hieronder worden beantwoord;

Onderzoek van de alternatieve locaties Overwegende dat, conform artikel 42, alinea 2, 5° van het Waalse Wetboek, en het speciale lastenboek, het milieueffectenrapport op zoek is gegaan naar alternatieven; dat die alternatieven kunnen slaan op de lokalisatie, de afbakening of de toepassing van het in het ontwerp van het gewestplan in te schrijven gebied;

Overwegende dat de auteur van het milieueffectenrapport een alternatieve locatie heeft voorgesteld in het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat van het bos Saint Laurent; dat hij als hoofdreden inroept om dit alternatief te rechtvaardigen, de huidige klassering van het gebied in gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat, nl. in gebied dat voor bebouwing is bestemd, in tegenstelling tot het gebied in ontwerp dat als groengebied staat geklasseerd;

Overwegende nochtans, zoals de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening aangeeft, dat de zone waar het ontwerp zich vestigt, voor het decreet van 27 november 1997, geklasseerd stond als uitbreidingsgebied van het residentiële park en dus ook voor bebouwing geschikt was; dat de klassering ervan in groengebied slechts het resultaat was van de overgangsbepalingen van het decreet van 27 november 1997;

Overwegende bovendien dat de bebouwing van het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat van het bos Saint Laurent momenteel ter studie voorligt binnen het kader van het gemeentelijk prioriteitsplan bepaald onder artikel 33 van het wetboek, en een gemeentelijk plan van aanleg; dat gelet op deze studies, het grootste deel van het gebied voor woningbouw zou moeten worden bestemd;

Overwegende bijgevolg dat het bos van Saint Laurent geen geschikte alternatieve lokalisatie kan zijn voor het ontwerpgebied op het grondgebied van de gemeente Luik;

Onderzoek van de alternatieve afbakeningen en toepassingen Overwegende anderzijds dat het milieueffectenrapport heeft aangetoond dat een wijziging van het ontwerpgebied op het grondgebied van de gemeente Seraing, zonder de oppervlakte ervan gevoelig te beperken, de nadelen ervan kon beperken, en meer bepaald de impact ervan op het landschap en op de bosfunctie kon verzachten door het versterken van het ecologische netwerk;

Overwegende dat de Regering, in haar besluit van 18 september 2003, zich voor deze optie heeft uitgesproken;

Overwegende dat de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening, op voorstel van de Gemeenteraad van de stad Seraing, meent dat de site een gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat zou moeten omvatten, gelegen ten zuidoosten van het ontwerp en ingesloten in de bedrijfsruimte; dat dit voorstel gemotiveerd is door het feit dat dit gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat aanvankelijk voor woning bestemd was krachtens het richtinggevende schema, het zogenaamde « rue dèl Rodge Cinse » uit 1991, maar dat het door die insluiting nooit kon worden uitgevoerd; dat dit voorstel relevant is; dat een deel van het gebied waarvan de bestemming nog niet vaststaat trouwens is opgenomen in het ontwerp en dat het erop lijkt dat de niet-volledige insluiting ervan enkel het resultaat is van een materiële fout;

Overwegende dat uit deze elementen blijkt dat de beste oplossing om aan de door de Regering nagestreefde doelstellingen te voldoen, er dus in bestaat te opteren voor het initiële ontwerp, door de oppervlakte ervan te herzien volgens de door de auteur van het milieueffectenrapport en de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening geformuleerde suggesties;

Rekening houden met de algemene aanbevelingen van de CWEDD Overwegende dat de CWEDD in zijn verschillende adviezen een reeks algemene beschouwingen heeft geuit inzake de herzienings- en algemene aanbevelingsprocedure betreffende de eventuele toepassing van de ontwerpen;

Overwegende om te beginnen dat hij meent dat het evaluatiewerk voor de uitvoering van het prioritaire plan pas relevant zal zijn indien de inplanting van de structuren afhankelijk wordt gemaakt van een nieuwe evaluatie van de gevolgen eigen aan de bedrijvengroep; dat hij vraagt dat bij de vestiging van bedrijven, er een evaluatie van het milieu wordt uitgevoerd per bezettingsfase van de activiteitenzone om een globale visie te hebben op de schaal ervan;

Overwegende dat het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu waarvan de uitvoering wordt opgelegd door artikel 31bis van het CWATUP, een maximale geldigheidsduur van tien jaar zal hebben; dat de hernieuwing ervan noodzakelijkerwijs een nieuw onderzoek van de situatie zal vergen en een aanpassing van de bepalingen zal mogelijk maken aan de evolutie die op het terrein zal zijn vastgesteld en aan de bijkomende gegevens die intussen zullen zijn verzameld; dat desgevallend van dit nieuwe onderzoek moet worden geprofiteerd om de gepaste procedures in gang te zetten om de bestemming te wijzigen of aan te passen; dat die procedure het dus mogelijk zal maken aan de door de CWEDD geformuleerde suggestie te voldoen;

Overwegende dat de CWEDD vervolgens zijn aanbevelingen over de relatie tussen mobiliteit, transport en ruimtelijke ordening herhaalt; dat hij verheugt is vast te stellen dat via het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, de uitvoering van een mobiliteitsplan wordt opgelegd, dat het mogelijk zal maken het gebruik van zachte vervoersmodi en openbaar vervoer aan te moedigen; dat hij erop aandringt dat het voetgangers- en fietsverkeer in de nieuwe bedrijfsruimtes wordt beveiligd;

Overwegende dat deze suggestie opportuun lijkt; dat dient opgelegd te worden dat die beveiliging deel uitmaakt van Lastenboek inzake stedenbouw en milieu;

Overwegende voor het overige dat de wens om de nieuwe bedrijfsruimtes te bedienen met het openbaar vervoer niet in tegenspraak is met het door de Regering gevoerde beleid; dat het netwerk van de TEC (Waalse vervoersmaatschappij) zodanig is georganiseerd dat de voornaamste plaatsen op het grondgebied die verkeer genereren bediend zijn, en aangezien het essentieel via de weg verloopt, is het zonder hoge investeringen, makkelijk aan te passen in functie van de evolutie van de plaatsen die de stromen genereren; dat anderzijds, gelet op zijn structurele kost, het spoor enkel een oplossing biedt voor de mobiliteitsproblemen als het om lange afstanden en grote volumes gaat; dat voor de meeste individuele transportbehoeften van de KMO's die zich in de nieuw aangelegde bedrijfsruimtes zullen vestigen, het spoor enkel zal kunnen worden gebruikt in combinatie met andere transportmiddelen, vooral via de weg; dat het dus via een intermodaliteit tussen spoor en weg is, die zal worden opgenomen in de door de Lastenboeken inzake stedenbouw en milieu opgelegde plannen, dat de door de CWEDD vooropgestelde duurzame doelstellingen inzake mobiliteit zullen kunnen worden gehaald;

Bijzondere overwegingen Overwegende dat met volgende elementen rekening moet worden gehouden : Bereikbaarheid van de site In haar besluit van 18 september 2002 heeft de Regering gemeend dat de bereikbaarheid van de site via de R 63 goed was.

Het milieueffectenrapport heeft op moeilijkheden gewezen om het deel van het gebied dat op het grondgebied van Seraing ligt te bereiken en heeft de aanleg van een rondpunt voorgesteld op de R680 in het verlengde van de straat « rue du Bois Saint-Jean », langs het kerkhof.

Verschillende klagers nemen dit verzoek over. De Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening staat achter deze analyse en dit voorstel, net als de Gemeenteraad van de stad Seraing.

Ook de Regering vindt dit voorstel opportuun. De aanleg van dit rondpunt dringt zich op. De vestiging van eender welk bedrijf in de zone zal er pas komen na de aanleg ervan.

Wat de site van Luik betreft hebben ook daar klagers melding gemaakt van moeilijkheden om de site te bereiken, vooral verbonden met de integratie van het verkeer dat van het wetenschapspark richting R 680 rijdt.

Het milieueffectenrapport baseert zich op de bevindingen van het MET (Le ministère de l'Equipement et des Transports) om deze kritiek te relativeren en de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening staat achter dit standpunt. Bovendien voorziet het mobiliteitsplan van de stad Luik oplossingen, zowel om de R680 te ontlasten van het doorgaand verkeer en om de bereikbaarheid van het wetenschapspark te verbeteren.

Het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal bovendien gepaste maatregelen bepalen om een correcte toegang tot het ontwerpgebied te garanderen.

Wijziging van de zonering Verschillende klagers hebben bij het openbare onderzoek overwegingen geuit met betrekking tot een element dat vreemd is aan de wijziging van het gewestplan in ontwerp : de klassering van hun woning of terrein in groengebied, terwijl ze voordien waren bestemd als uitbreidingsgebied van het residentiële park.

De auteur van het milieueffectenrapport en de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening menen dat die enkele terreinen, palend aan de weg van de Condroz en ingesloten tussen twee woongebieden, in het gewestplan ook zouden moeten worden ingeschreven als woongebied.

De klassering van die terreinen in groengebied is het gevolg van de toepassing van artikel 6, § 1 laatste alinea van het decreet van 27 november 1997. Die klassering komt nochtans niet overeen met de feitelijke realiteit die zich wettelijk heeft gevormd, noch met de goede aanleg van de plaats.

Die terreinen moeten dus opnieuw worden geklasseerd als voor bebouwing bestemd gebied om het voortbestaan van de bestaande woningen te garanderen en de bebouwing van andere percelen mogelijk te maken. Het gebied dat daar het meest voor is geschikt is het woongebied.

Schending van het natuurlijke erfgoed Verschillende klagers betreuren dat een bosrijk gebied, dat tot de grootste van de Luikse regio behoort, wordt geschonden. Ze wijzen op de tegenspraak van het ontwerp met de in het Gemeentelijk plan voor natuurontwikkeling van Luik bepaalde opties, het SDER en het in 1988 goedgekeurde richtinggevende plan van de stad Luik.

Ze wijzen er in het bijzonder op dat het ontwerp een aanzienlijke impact zou kunnen hebben op de lokale fauna en flora, en dat het tot een scheiding zou leiden tussen twee groengebieden die aan beide kanten van het ontwerpgebied liggen.

De CWEDD verleent een negatief advies over de site van Luik, o.m. omdat het de integriteit van het bosgebied van het massief van Sart-Tilman zou schenden.

Die beschouwingen moeten sterk worden gerelativeerd.

Indien het ontwerp enerzijds de schrapping van een aanzienlijk deel van het Bos Saint-Jean tot gevolg heeft, bevindt dit gebied zich op een oude industriële slakkenberg, die moet worden gesaneerd. Bij de uitvoering ervan wordt noch een door de wet op het natuurbehoud beschermd element geschonden, noch de oppervlakte met landschappelijke waarde, noch een geklasseerd element uit het culturele vastgoederfgoed, noch een gebied voor waterwinningspreventie. Het ligt volledig in de lijn van een bestaande bebouwing, wat synergieën zal mogelijk maken met de aanwezige bedrijven en een beter gebruik van de beschikbare uitrusting. De opties van het SDER en het PEDD (plan d'environnement pour le développement durable) zijn dus nageleefd.

Wat het Gemeentelijk plan voor natuurontwikkeling betreft, het gaat om een richtinggevend document waarvan het zelf zegt dat het moet kunnen worden aangepast aan de wijzigingen die zich in het economische en sociale leven voordoen. Het bepaalt immers ook de sanering van vervuild industrieel braakland. Het klasseert het Bos van Sart Tilman als centraal gebied van groot belang voor het milieu, waarin natuurbehoud prioritair is, maar voegt er tegelijk aan toe dat die klassering niet betekent dat elke andere exploitatie of ander gebruik verboden is. Een van de algemene voorstellen is trouwens het verhogen van de initiatieven die natuur en economie verzoenen, met respect voor de biologische diversiteit. Het lijkt zich dan ook niet te verzetten tegen de aanleg, in het verlengde van de bestaande bebouwde kern, van een wetenschapspark rekening houdend met die imperatieven, waar het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, in het verlengde van het stedenbouwkundig charter dat het bestaande park reeds regelt, zal op toezien.

Wat de schending van het bosgebied van het massief van Sart-Tilman betreft, dat lijkt marginaal en de gevolgen zullen nog worden beperkt door de toepassingsmaatregelen uit het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu.

Met de nadelen die steeds weer naar voor worden geschoven anderzijds, zal passend rekening worden gehouden via maatregelen die zullen worden toegepast tijdens de uitvoering van het gebied : - dankzij de in het ontwerp voorziene gebied voor ecologische verbinding, zal, zoals het milieueffectenrapport heeft bepaald, de verbinding tussen de daarin ingeschreven groengebieden enerzijds, en de site anderzijds gegarandeerd zijn, waardoor biotopen met beschermde soorten kunnen worden behouden; - door de infrastructuur om het landschap te isoleren zal het ontwerpgebied visueel goed geïntegreerd zijn en zal de overgang tussen de bos- en woongebieden evenwichtig verlopen; - de aanleg van stormbekkens moeten de gevolgen voor het milieu tot nul herleiden, of minstens in voldoende mate verzachten; - een wateroppervlak, waar constant water in zal moeten staan, zal worden ingericht als vitale levensruimte voor bedreigde padden; - door beperkte afsluitingen tussen de percelen, waarbij naar een evenwicht wordt gezocht tussen het behoud van de leefomgeving van die dieren enerzijds en de economische en sociale belangen van de omwonenden anderzijds, moeten grotere zoogdieren zich vrij kunnen bewegen; - dankzij het gebruik van inheemse struik- en boomsoorten voor de aanleg van de directe omgeving zal opnieuw een bosomgeving kunnen worden aangelegd;

Nieuwe bestemming voor afgedankte sites Bepaalde klagers wensen dat het ontwerp zou worden ingepland op gesaneerd industrieel braakland.

Deze bedenking is ongegrond aangezien geen enkele niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimte, noch site met een regionaal belang kunnen voldoen aan de doelstellingen, motiveringen en criteria van het ontwerp, dat het wetenschapspark van Sart-Tilman wil uitbreiden.

Bovendien moet worden onderstreept dat het ontwerp nu net de sanering van een oude industriële slakkenberg beoogt.

Spaarzaam omgaan met de bodem Een klager betwist de relevantie van het ontwerp gelet op de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, die o.m. in het SDER staan ingeschreven.

De Regering heeft in haar besluit van 18 september 2002 gemeend dat : - het ontwerp volledig in de lijn lag van de Luikse agglomeratie die door het SDER als een grensoverschrijdend(e) steunpool en ankerpunt wordt omschreven; - het ontwerp ligt voorts binnen het transregionale samenwerkingsgebied van Luik; - het ontwerp sluit perfect aan bij de door het SDER uitgekozen doelstellingen voor de Luikse agglomeratie, dat uitdrukkelijk de ontwikkeling van zijn wetenschapspark voorziet, waarbij de aanwezigheid van de universiteit en de talrijke hogescholen een troef vormen; - het ontwerpgebied draagt bij de tot het herstel van het stadsweefsel omdat het stond ingeschreven binnen de oppervlakte van de Luikse agglomeratie en het bovendien de uitbreiding van de bestaande bedrijfsruimte beoogde, wat tot heel wat synergieën met de op de site aanwezige bedrijven en tot een beter gebruik van de beschikbare uitrusting zonder aanzienlijke versterking zou leiden;

De auteur van het milieueffectenrapport en de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening staan achter deze analyse, waarbij deze laatste het belang voor het aan te leggen gebied onderstreepte om te kunnen profiteren van de reeds bestaande uitrusting;

Schending van het culturele erfgoed Een eiser wijst erop dat er zich in het gebied interessante overblijfselen zouden bevinden, die een getuige zouden zijn van de aanwezigheid aan het begin van vorige eeuw, van oude zandgroeven in de Maasvallei.

Met deze opmerking kan geen rekening worden gehouden. Het zand van Boncelles is op de site niet aanwezig. Er is op het ontwerpgebied dus geen zandwinning geweest. De zandgroeven lagen meer naar het zuiden.

Overlast en risico's op vervuiling Een klager wijst op de visuele en geluidsoverlast die het ontwerp voor de omwonenden zou veroorzaken.

Het milieueffectenrapport heeft nochtans aangetoond dat de impact gering zal zijn en dat de overlast zal kunnen worden beperkt door het behoud van de vegetatie aan de rand van het gebied (bufferzone) et door de aanleg van stormbekkens.

Bovendien zal het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu de aanleg van afzonderinginfrastructuur verplichten om op een zo efficiënt mogelijke manier de overlast van het gebied op de omliggende woningen te beperken.

Behoud van wandelpaden De auteur van het milieueffectenrapport heeft gewezen op het bestaan van wandelpaden op de twee delen van de site. Hij meent dat die paden en de aantrekkelijkheid ervan moeten worden behouden.

Ook verschillende omwonenden, net als de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening en de CWEDD, hebben tijdens overlegvergaderingen hun bezorgheid daaromtrent geuit.

Het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal onderzoeken op welke manier alle of een deel van deze bestaande wandelwegen kunnen worden behouden, of hoe binnen aanvaardbare voorwaarden alternatieve paden kunnen worden aangelegd.

Waterbeheer Sommige klagers hebben gewezen op de risico's van vervuiling van de beek van Kinkempois en de schadelijke gevolgen van het ondoorlaatbaar maken van de bodem.

Het milieueffectenrapport heeft gewezen op de huidige vervuiling van de beek van Biémoulin, welke te wijten is aan het insijpelen van vervuilende elementen van het bos Saint Jean. Het beveelt de verdere behandeling van die wateren aan na de toepassing van het ontwerpgebied en de verdere opvolging van de kwaliteit van het grondwater.

Het ontwerp gaat gepaard met een sanering van het bos Saint Jean. De door de auteur van het rapport aangegeven elementen zijn het gevolg van de saneringsoperaties die worden gevoerd door de daartoe erkende organismen. Ze betreffen dus niet rechtstreeks de toepassing van de bedrijfsruimte.

Wat de afwatering betreft trekken de Gewestelijke commissie voor ruimtelijke ordening en de CWEDD de aandacht op de investeringen die moeten worden gedaan, aangezien de bestaande netwerken volgens hen, niet in staat zijn het afvalwater van de bedrijfsruimte in ontwerp op te vangen.

Het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal de nodige maatregelen opleggen om de zuivering van het afvalwater, minstens volgens de geldende normen, te verzekeren.

Stedenbouwkundig charter en het richtschema De CWEDD is voor een richtschema of een gemeentelijk plan van aanleg op de site van het bos Saint Jean, gelet op de ecologische rijkdom ervan.

Klagers vragen dat een verplicht stedenbouwkundig charter wordt opgesteld en dat ze bij de uitwerking ervan worden betrokken.

Zo'n charter bestaat reeds voor het bestaande wetenschapspark. Het zal worden opgenomen in het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, die aan de doelstellingen zal beantwoorden.

Begeleidende maatregelen Overwegende dat artikel 46, § 1, al. 2, 3° van het CWATUP bepaalt dat de inschrijving van een nieuwe bedrijfsruimte hetzij de bestemmingswijziging van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes, hetzij de goedkeuring van andere maatregelen die gunstig zijn voor de bescherming van het milieu, hetzij een combinatie van die twee begeleidingsmaatregelen inhoudt;

Overwegende dat de begeleidende maatregelen enerzijds moeten afhangen van de intrinsieke milieukwaliteit van de voor bebouwing bestemde oppervlakte en anderzijds van de objectieve inbreng van die begeleidingsmaatregelen;

Overwegende dat de renovatie van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes een van de belangrijkste begeleidingsmaatregelen inzake milieu blijft;

Overwegende dat de Regering, binnen het kader van de begeleidingsmaatregelen bij voorliggende herziening van het gewestplan, een aantal niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes een nieuwe bestemming wil geven.

Overwegende dat, bij de evaluatie van de verhouding tussen begeleidingsmaatregelen en de inschrijvingsontwerpen van nieuwe bedrijfsruimtes, het redelijk is rekening te houden met enerzijds de gedifferentieerde impact van de renovatie van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes volgens hun locatie en hun vervuiling, anderzijds met de impact op het milieu van de aanleg van een nieuwe bedrijfsruimte, die verschilt naargelang haar kenmerken en ligging; dat op die manier, mits eerbiediging van het proportionaliteitprincipe, blijkt dat een zware renovatie meer moet wegen dan de renovatie van een minder vervuilde site, dat de impact van voor het milieu gunstige maatregelen moet worden ingeschat in functie van het effect dat men er redelijkerwijze mag van verwachten, en dat die maatregelen des te belangrijker, of minder, moeten zijn, dan de aanleg van een nieuw gebied met al dan niet aanzienlijke impact op zijn omgeving;

Overwegende dat, bij gebrek aan elementen die de factoren kunnen objectiveren, welke die lasten en de impact volledig kunnen beoordelen, de Regering het nuttig acht, zowel om de voorschriften van het artikel 46, § 1, al. 2, 3° van het CWATUP zeker te eerbiedigen en in haar bekommernis om, zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, de renovatie van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes te promoten, een strikte interpretatie van de tekst goed te keuren, en een verdeelsleutel te hanteren die ongeveer overeenkomt met een m2 renovatie van een niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimte voor een m2 niet bebouwbare ruimte die voortaan is bestemd voor economische activiteit (met aftrok van de oppervlaktes die voorheen voor economische activiteit waren bestemd en die gereclasseerd zijn als niet te bebouwen gebied);

Overwegende dat de door artikel 46, § 1, al. 2, 3° van het CWATUP bepaalde begeleiding op regionaal vlak kan worden beoordeeld; dat aangezien voorliggend ontwerp in het raam van een prioritair plan moet worden gezien dat het volledige Gewest wil voorzien van nieuwe ruimtes voor economische activiteit, de voormelde verdeelsleutel dus algemeen kan worden toegepast, waarbij de compensatie kan gebeuren tussen het geheel van oppervlaktes afgezonderd van gebieden die niet als te bebouwen gebied zijn opgenomen om voor economische activiteit te worden bestemd (met aftrok van de oppervlaktes die voorheen voor economische activiteit waren bestemd en die gereclasseerd zijn als niet te bebouwen gebied) enerzijds en het geheel van niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes die een nieuwe bestemming hebben gekregen anderzijds;

Overwegende nochtans dat, ten einde een geografische verdeelgelijkheid na te streven, het nuttig lijkt, aangezien de nieuwe ruimtes die het prioritaire plan voor economische activiteit bestemt verdeeld liggen over het hele Gewest, erover te waken dat de niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimtes ook op een gelijke manier zijn verdeeld;

Overwegende dat, om die doelstelling na te streven, het Gewest in vijf evenwichtige en geografisch homogene sectoren werd verdeeld; dat het voorliggende ontwerp bij een geheel van ontwerpen werd gevoegd (Seraing - Louveigné, Soumagne - Blégny, Hannuit, Geer, Oupeye en Visé - Navagne);

Overwegende dat als begeleidingsmaatregel, de Regering beslist er rekening mee te houden volgende sites een nieuwe bestemming te geven : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld die een tenminste equivalente oppervlakte totaliseren;

Overwegende dat wat de maatregelen betreft die gunstig zijn voor de bescherming van het milieu zoals het CWEDD heeft onderstreept, artikel 46, § 1er, alinea 2, 3° van het CWATUP het niet mogelijk maakt er de beschermingsmaatregelen die zich opdringen in op te nemen, in toepassing van hetzij het CWATUP, hetzij van een andere van kracht zijnde reglementering; dat de Regering niettemin wil onderstrepen, dat om de bescherming van het milieu te verzekeren, zij parallel met de uitvoering van een prioritair plan binnen het kader waarvan voorliggend besluit kadert, een nieuw artikel 31bis van het CWATUP heeft goedgekeurd, met als voorschrift dat elke nieuwe bedrijfsruimte gepaard gaat met een Lastenboek inzake stedenbouw en milieu dat de compatibiliteit van het gebied met haar omgeving waarborgt;

Overwegende dat, in voorliggend geval, het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal worden aangevuld met specifieke maatregelen, die verder gaan dan artikel 31bis van het CWATUP en zijn toepassingscirculaire van 29 januari 2004, om een betere bescherming van het milieu te garanderen : dat die specifieke maatregelen moeten worden beschouwd als maatregelen die gunstig zijn voor het milieu, die een aanvulling zijn op de maatregelen die een nieuwe bestemming geven aan een niet meer in gebruik zijnde bedrijfsruimte, in toepassing van artikel 46, § 1er, alinea 2, 3°, van het CWATUP;

Overwegende dat op die manier ruim is voldaan aan de door dit artikel opgelegde verplichting;

Overwegende dat meerdere in voorliggend besluit bepaalde maatregelen, maatregelen vormen die gunstig zijn voor de bescherming van het milieu : - sanering van het bos Saint Jean; - de maatregelen om de ecologische verbindingen die op de site van de in het plan ingeschreven bedrijfsruimte aanwezig zijn en de biotopen waar beschermde diersoorten huizen te vrijwaren; - de aanleg van een wateroppervlak, waar constant water in zal moeten staan, als vitale levensruimte voor de bedreigde paddenpopulatie; - door beperkte afsluitingen tussen de percelen, waarbij naar een evenwicht wordt gezocht tussen het behoud van de leefomgeving van die dieren enerzijds en de economische en sociale belangen van de omwonenden anderzijds, moeten grotere zoogdieren zich vrij kunnen bewegen; - dankzij het gebruik van inheemse struik- en boomsoorten voor de aanleg van de directe omgeving zal opnieuw een bosomgeving kunnen worden aangelegd;

Lastenboek inzake stedenbouw en milieu Overwegende dat in uitvoering van artikel 31bis van het CWATUP, voorafgaand aan de toepassing van het gebied, een Lastenboek inzake stedenbouw en milieu zal worden opgemaakt, dat de richtlijnen van de ministeriële omzendbrief van 29 januari 2004 zal naleven;

Overwegende dat de CWEDD in zijn verschillende adviezen een reeks algemene aanbevelingen heeft gedaan betreffende de eventuele implementatie van de ontwerpen, o.m. inzake beheer van water, lucht, afval, bodembewegingen, begeleiding van door het ontwerp getroffen landbouwbedrijven, mobiliteit en bereikbaarheid, integratie van landschap en begroeiing;

Overwegende dat de Regering die aanbevelingen ruim voor was, door om te beginnen in het Parlement de goedkeuring voor te stellen van artikel 31bis van het CWATUP, dat bepaalt dat de nieuwe bedrijfsruimtes het voorwerp zullen vormen van een Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, en door vervolgens de inhoud van dit Lastenboek inzake stedenbouw en milieu te definiëren via een omzendbrief die zij op 29 januari 2004 heeft goedgekeurd;

Overwegende dat bepaalde door de CWEDD geformuleerde aanbevelingen verduidelijkingen aanbrengen die nuttig lijken, hetzij algemeen, hetzij voor voorliggend ontwerp, in functie van de net beschreven kenmerken; dat ze daarin zullen moeten worden opgenomen door de auteur van het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu;

Overwegende bijgevolg dat in het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu in elk geval de hierna opgesomde elementen zullen moeten staan; - de genomen maatregelen voor een gepaste waterbehandeling meer bepaald van het afvalwater; - nakijken van de geotechnische capaciteit van de bodem en de ondergrond; - maatregelen inzake mobiliteit, binnen en buiten het gebied, van goederen en personen, dus ook de beveiliging van de ruimtes voorbehouden voor het fiets- en voetgangersverkeer; de gepaste manier om alle of een deel van de op de site bestaande wandelpaden te behouden, of alternatieve paden aan te leggen binnen aanvaardbare voorwaarden, alsook een veilige en rationele toegang tot de aangelegde zone op het grondgebied van de stad Luik; - eventuele maatregelen die complementair zijn met die die bij de bijkomende voorschriften staan ingeschreven, waardoor de bedrijfsruimtes kunnen worden afgezonderd om de overlast van het gebied voor de omliggende woningen te beperken; - de aanleg van afzonderinginfrastructuur om op de meest gepaste manier de overlast van het gebied voor de omliggende woningen te beperken; - de aanleg van stormbekkens onder de vorm van een wateroppervlak, waar constant water in zal moeten staan, als vitale levensruimte voor de bedreigde paddenpopulatie; - door beperkte afsluitingen tussen de percelen, waarbij naar een evenwicht wordt gezocht tussen het behoud van de leefomgeving van die dieren enerzijds en de economische en sociale belangen van de omwonenden anderzijds, moeten grotere zoogdieren zich vrij kunnen bewegen; - dankzij het gebruik van inheemse struik- en boomsoorten voor de aanleg van de directe omgeving zal opnieuw een bosomgeving kunnen worden aangelegd; - maatregelen om natuur en economie met mekaar te verzoenen, met eerbiediging van de biologische diversiteit, in het verlengde van het stedenbouwkundig charter dat het bestaande park reeds regelt; - geschikte maatregelen om de schending van het bosgebied van het massief van Sart-Tilman te beperken;

Overwegende dat uit het geheel van die ontwikkelingen blijkt dat het voorliggende ontwerp het meest geschikt is om, met eerbied voor de in artikel 1 van het Waalse Wetboek voor ruimtelijke ordening, stedenbouw en patrimonium opgesomde doelstellingen, te kunnen beantwoorden aan de behoefte aan ruimte bestemd voor economische activiteit, binnen het betroffen referentiegebied;

Op voorstel van de Minister van ruimtelijke ordening, stedenbouw en milieu, Besluit :

Artikel 1.De Regering keurt definitief de herziening van het gewestplan van Luik goed, die de inschrijving inhoudt, op het grondgebied van de gemeentes Seraing in uitbreiding van de bestaande gemengde bedrijfsruimte van Sart-Tilman (plaat 42/5N en S en 42/6N et S) : - van twee gemengde bedrijfsruimtes - twee groengebieden - een woongebied.

Art. 2.Het volgende bijkomende voorschrift, *R 1.4, is van toepassing in de gemengde bedrijfsruimtes ingeschreven op het gewestplan door voorliggend besluit : « De gemengde bedrijfsruimte *R1.4 is voorbehouden voor de vestiging van bedrijven die actief zijn in onderzoek en ontwikkeling ».

Art. 3.Volgende bijkomende voorschriften zijn van toepassing wat de toepassing van het gebied betreft : 1° Het deel van de bedrijfsruimte dat over een breedte van ongeveer 100 meter de twee door voorliggend besluit ingeschreven groengebieden verbindt en afgebakend is door een overdrukomtrek, is voorbehouden aan de vorming van een ecologische verbindingsoppervlakte.2° De afzonderingoppervlaktes, de oppervlakte voor ecologische verbinding en de binnen het gebied gelegen bermen vormen het voorwerp van een ecologisch beheer.

Art. 4.Het bijkomende voorschrift *R.2.3, is van toepassing bij de toepassing van het gebied.

Het in voorliggend besluit vermelde ronde punt aan het kruispunt met de R680 en de straat « rue du Bois Saint-Jean », is open voor het verkeer nog voor er een bedrijf zich in de gemengde bedrijfsruimte *R.2.3 heeft gevestigd.

Art. 5.De herziening is goedgekeurd conform het plan in bijlage.

Art. 6.In het Lastenboek inzake stedenbouw en milieu, opgesteld conform artikel 31bis van het CWATUP, staan in elk geval volgende elementen : - de genomen maatregelen voor een gepaste waterbehandeling meer bepaald van het afvalwater; - nakijken van de geotechnische capaciteit van de bodem en de ondergrond; - maatregelen inzake mobiliteit, binnen en buiten het gebied, van goederen en personen, dus ook de beveiliging van de ruimtes voorbehouden voor het fiets- en voetgangersverkeer; de gepaste manier om alle of een deel van de op de site bestaande wandelpaden te behouden, of alternatieve paden aan te leggen binnen aanvaardbare voorwaarden, alsook een veilige en rationele toegang tot de aangelegde zone op het grondgebied van de stad Luik; - eventuele maatregelen die complementair zijn met die die bij de bijkomende voorschriften staan ingeschreven, waardoor de bedrijfsruimtes kunnen worden afgezonderd om de overlast van het gebied voor de omliggende woningen te beperken; - de aanleg van afzonderinginfrastructuur om op de meest gepaste manier de overlast van het gebied voor de omliggende woningen te beperken; - de aanleg van stormbekkens onder de vorm van een wateroppervlak, waar constant water in zal moeten staan, als vitale levensruimte voor de bedreigde paddenpopulatie; - door beperkte afsluitingen tussen de percelen, waarbij naar een evenwicht wordt gezocht tussen het behoud van de leefomgeving van die dieren enerzijds en de economische en sociale belangen van de omwonenden anderzijds, moeten grotere zoogdieren zich vrij kunnen bewegen; - dankzij het gebruik van inheemse struik- en boomsoorten voor de aanleg van de directe omgeving zal opnieuw een bosomgeving kunnen worden aangelegd; - maatregelen om natuur en economie met mekaar te verzoenen, met eerbiediging van de biologische diversiteit, in het verlengde van het stedenbouwkundig charter dat het bestaande park reeds regelt; - geschikte maatregelen om de schending van het bosgebied van het massief van Sart-Tilman te beperken;

Art. 7.De Minister van Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van voorliggend besluit.

Namen, 22 april 2004.

De Minister-president, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Milieu, M. FORET Het plan ligt ter inzage bij het Direktoraat-generaal Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Patrimonium, rue des Brigades d'Irlande 1, te 5100 Jambes, en bij het betrokken gemeentebestuur.

Het advies van de CRAT wordt hieronder bekend gemaakt.

^