Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 19 juli 2007
gepubliceerd op 14 augustus 2007

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg

bron
vlaamse overheid
numac
2007036375
pub.
14/08/2007
prom.
19/07/2007
ELI
eli/besluit/2007/07/19/2007036375/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2007. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg


De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;

Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 5 juli 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat voor de uitvoering van het Vlaams akkoord voor de non-profit/social profit van 6 juni 2005 vanaf 1 januari 2006 de nodige middelen beschikbaar moeten zijn voor de diensten voor gezinszorg, de lokale dienstencentra en de dagverzorgingscentra voor de maatregel werkdrukvermindering;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.Aan artikel 1 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 januari 2003, 17 maart 2006 en 8 september 2006, wordt een punt 9° toegevoegd, dat luidt als volgt : « 9° VVSG : de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. »

Art. 2.In artikel 12, tweede lid, van bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, worden tussen de woorden « hetzij met het bedrag dat hij ontvangt op basis van artikel 12bis » en de woorden « , hetzij met andere middelen dan de middelen die via dit besluit werden verkregen » de woorden « of artikel 12quater » ingevoegd.

Art. 3.In bijlage I bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 maart 1999, 5 mei 2000, 30 maart 2001, 10 juli 2001, 15 maart 2002, 17 januari 2003, 28 november 2003, 30 april 2004, 17 maart 2006, 28 april 2006, 8 september 2006 en 12 januari 2007, wordt een artikel 12quater ingevoegd, dat luidt als volgt : «

Art. 12quater.§ 1. Voor de maatregel werkdrukvermindering wordt er een budget verdeeld tussen de openbare diensten voor gezinszorg. Dat budget bedraagt : 1° in 2006 : 74.270,79 euro; 2° in 2007 : 148.541,58 euro; 3° in 2008 : 222.812,37 euro; 4° in 2009 : 297.083,16 euro; 5° vanaf 2010 : 371.353,95 euro. § 2. Het budget voor de maatregel werkdrukvermindering wordt evenredig verdeeld tussen de openbare diensten op basis van de gegevens in verband met werkdruk die ze bezorgen aan de VVSG. Voor die verdeling worden de gegevens in aanmerking genomen van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft.

De minister kan de wijze bepalen waarop de openbare diensten moeten bewijzen dat ze het bedrag dat ze ontvangen door die verdeling, gebruiken voor de financiering van vervangend personeel binnen hun dienst voor gezinszorg, voor wie geen andere middelen worden verkregen. § 3. Het budget voor de maatregel werkdrukvermindering wordt verdeeld en toegekend nadat de VVSG aan de administratie de gegevens van het afgelopen jaar, die nodig zijn voor die verdeling, bezorgd heeft. Die gegevens moeten uiterlijk op 1 april aan de administratie bezorgd worden.

Het subsidiebedrag wordt aan de openbare diensten toegekend samen met hun voorschot van het derde trimester.

De bedragen, vermeld in § 1, zijn gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en toegepast wordt overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De basisindex is de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2006. De bedragen worden gekoppeld aan het prijsindexcijfer op 1 januari van het jaar dat volgt op de indexsprong. »

Art. 4.In artikel 7 van bijlage II bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en 8 september 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De subsidie-enveloppe voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, bedraagt 26.423,47 euro per kalenderjaar. De subsidie-enveloppe voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt, bedraagt 31.683,88 euro per kalenderjaar.

Vanaf 1 januari 2007 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.553,64 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 31.814,05 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt.

Vanaf 1 januari 2008 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.682,31 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 31.942,72 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt.

Vanaf 1 januari 2009 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.808,84 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 32.069,25 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt.

Vanaf 1 januari 2010 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.936,24 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 32.196,65 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt. »

Art. 5.Artikel 7 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 7.De dagverzorgingscentra die een gemiddelde bezettingsgraad realiseren van minimaal 10, komen in aanmerking voor een subsidie-enveloppe van 28.934,82 euro per jaar. De gemiddelde bezettingsgraad is het totale aantal gefactureerde aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 250.

De dagverzorgingscentra die een gemiddelde bezettingsgraad hebben van minder dan 10 maar van minimaal 7, kunnen evenredig aan de gerealiseerde gemiddelde bezettingsgraad een subsidie-enveloppe ontvangen van 26.092,90 euro, 23.250,96 euro of 20.410,11 euro naargelang ze een gemiddelde bezettingsgraad hebben van minstens 9, 8 of 7.

Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 29.504,01 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 26.662,09 euro, 23.820,15 euro en 20.979,30 euro.

Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.050,10 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 27.208,18 euro, 24.366,24 euro en 21.525,39 euro.

Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.570,85 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 27.728,93 euro, 24.886,99 euro en 22.046,14 euro.

Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 31.097,06 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 28.255,14 euro, 25.413,20 euro en 22.572,35 euro. »

Art. 6.Artikel 8 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 september 2006, wordt vervangen door wat volgt : «

Art. 8.Ongeacht de gerealiseerde gemiddelde bezettingsgraad kunnen de dagverzorgingscentra gedurende de eerste drie jaar waarin ze in aanmerking komen voor subsidiëring, een subsidie-enveloppe van 28.934,82 euro ontvangen. Voor de berekening van de termijn van die eerste drie jaar komen ook de jaren in aanmerking waarin dagverzorgingscentra die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit subsidiabel zijn, al subsidies ontvangen hebben.

Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 29.504,01 euro.

Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.050,10 euro.

Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.570,85 euro.

Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 31.097,06 euro. »

Art. 7.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.

Art. 8.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 19 juli 2007.

De minister-president van de Vlaamse Regering, K. PEETERS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, S. VANACKERE

^