gepubliceerd op 27 november 2006
Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg
8 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg
De Vlaamse Regering, Gelet op het decreet van 14 juli 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij het decreet van 18 mei 1999;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, het laatst gewijzigd bij de besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 8 september 2006;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat voor de uitvoering van het Vlaams voorakkoord voor de non-profit 2006-2011 vanaf 1 januari 2006 de nodige middelen beschikbaar moeten zijn voor de Diensten voor Gezinszorg en voor de overige thuiszorgvoorzieningen en -verenigingen voor de maatregelen eindejaarspremie, managementondersteuning, werkdrukvermindering en vervoersproblematiek;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Aan artikel 1 van bijlage I bij het besluit van de Vlaamse Regering van 18 december 1998 houdende de erkenning en de subsidiëring van verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg, gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2003 en 17 maart 2006, wordt een punt 8° toegevoegd, dat luidt volgt : « 8° Vereniging : de Vereniging van de Diensten voor Gezinszorg van de Vlaamse Gemeenschap. »
Art. 2.Artikel 8 van bijlage I bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 28 april 2006, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 8.De subsidie bestaat uit : 1° een forfaitair bedrag van 21,3761 euro per gepresteerd uur en per uur bijscholing, als subsidiëring van het verzorgend personeel en van het bevorderen van de deskundigheid van het verzorgend personeel; 2° een forfaitair bedrag van 32.136 euro per jaar en per 130 geholpen gebruikers, als subsidiëring van het begeleidend personeel; 3° een forfaitair bedrag van 17.575 euro per jaar en per 75 voltijdse equivalenten aan verzorgend personeel, als subsidiëring van het leidinggevend personeel; 4° een forfaitair bedrag van 24.427 euro per jaar en per 200 geholpen gebruikers als subsidiëring van de administratie- en coördinatiekosten.
Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, 1°, vervangen door het bedrag 21,5298 euro.
Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, 1°, vervangen door het bedrag 21,6835 euro.
Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, 1°, vervangen door het bedrag 21,8361 euro.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, 1°, vervangen door het bedrag 21,9897 euro. »
Art. 3.In artikel 12, tweede lid, van bijlage I, gevoegd bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006 worden tussen de woorden « Een dienst voor gezinszorg financiert zelf dat vervangend personeel » en de woorden « met andere middelen dan de middelen die via dit besluit werden verkregen » de woorden « , hetzij met het bedrag dat hij ontvangt op basis van artikel 12bis, hetzij » ingevoegd.
Art. 4.In bijlage I, gevoegd bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 maart 1999, 5 mei 2000, 30 maart 2001, 15 maart 2002, 17 januari 2003, 28 november 2003, 17 maart 2006 en 28 april 2006, wordt een artikel 12bis ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 12bis.§ 1. Voor de maatregel werkdrukvermindering wordt er een budget verdeeld tussen de private Diensten voor Gezinszorg. Dat budget bedraagt : 1° in 2006 : 832.716,29 euro; 2° in 2007 : 1.666.091,38 euro; 3° in 2008 : 2.370.342,73 euro; 4° in 2009 : 2.947.446,75 euro; 5° vanaf 2010 : 3.540.361,83 euro. § 2. Het budget voor de maatregel werkdrukvermindering wordt evenredig verdeeld tussen de private diensten op basis van de gegevens in verband met werkdruk die ze bezorgen aan de Vereniging. Voor die verdeling worden de gegevens in aanmerking genomen van het jaar, dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft.
De minister kan de wijze bepalen waarop de private diensten moeten bewijzen dat ze het bedrag dat ze ontvangen door die verdeling, gebruiken voor de financiering van vervangend personeel binnen hun dienst voor gezinszorg, voor wie geen andere middelen worden verkregen. § 3. Het budget voor de maatregel werkdrukvermindering wordt verdeeld en toegekend nadat de Vereniging aan de administratie de gegevens van het afgelopen jaar, nodig voor die verdeling, bezorgd heeft. Die gegevens moeten uiterlijk op 1 april aan de administratie bezorgd worden.
Het subsidiebedrag wordt aan de private diensten toegekend samen met hun voorschot van het derde trimester.
De bedragen, vermeld in § 1, zijn gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en toegepast wordt overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De basisindex is de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2006. De bedragen worden gekoppeld aan het prijsindexcijfer op 1 januari van het jaar dat volgt op de indexsprong. »
Art. 5.In bijlage I bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 maart 1999, 5 mei 2000, 30 maart 2001, 15 maart 2002, 17 januari 2003, 28 november 2003, 17 maart 2006 en 28 april 2006, wordt een artikel 12ter ingevoegd, dat luidt als volgt : «
Art. 12ter.§ 1. Voor de maatregel vervoer wordt, er een budget van 2.223.200 euro verdeeld tussen de diensten voor gezinszorg. Dat budget kan jaarlijks maximaal met hetzelfde percentage stijgen als het percentage waarmee het urencontingent voor dat jaar verhoogd wordt. § 2. Het budget voor de maatregel vervoer wordt evenredig verdeeld tussen de diensten op basis van het totale aantal kilometers dat al het verzorgend personeel voor de dienst afgelegd heeft met de wagen.
De diensten bezorgen die gegevens aan de Vereniging. Voor de verdeling worden de gegevens in aanmerking genomen van het jaar, dat voorafgaat aan het jaar waarop dat budget betrekking heeft.
Alleen de kilometers voor de verplaatsingen met de wagen naar de gebruikers en terug en in het kader van de hulpverlening komen in aanmerking. § 3. Het budget voor de maatregel vervoer wordt verdeeld en toegekend nadat de Vereniging aan de administratie de gegevens van het afgelopen jaar, nodig voor die verdeling, bezorgd heeft. Die gegevens moeten uiterlijk op 1 april aan de administratie bezorgd worden.
Het subsidiebedrag wordt aan de diensten toegekend samen met hun voorschot van het derde trimester.
Het bedrag, vermeld in § 1, is gekoppeld aan het prijsindexcijfer dat berekend en toegepast wordt overeenkomstig artikel 2 van het koninklijk besluit van 24 december 1993 ter uitvoering van de wet van 6 januari 1989 tot vrijwaring van het concurrentievermogen. De basisindex is de spilindex die van toepassing is op 1 januari 2006.
Het bedrag wordt gekoppeld aan het prijsindexcijfer op 1 januari van het jaar dat volgt op de indexsprong. »
Art. 6.In artikel 7 van bijlage II, gevoegd bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 december 2003 en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De subsidie-enveloppe voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, bedraagt 26.407,58 euro per kalenderjaar. De subsidie-enveloppe voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest ligt, bedraagt 31.667,99 euro per kalenderjaar.
Vanaf 1 januari 2007 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.521,86 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 31.782,27 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt.
Vanaf 1 januari 2008 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.634,65 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 31.895,06 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt.
Vanaf 1 januari 2009 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.745,29 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 32.005,70 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt.
Vanaf 1 januari 2010 worden de bedragen, vermeld in het eerste lid, vervangen door de bedragen 26.856,80 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Vlaamse Gewest ligt, en 32.117,21 euro voor een lokaal dienstencentrum dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. »
Art. 7.In artikel 7 van bijlage III bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 10 november 2000 en 17 maart 2006, wordt § 1 vervangen door wat volgt : « § 1. De subsidie-enveloppe voor een regionaal dienstencentrum bedraagt 21.528,66 euro per kalenderjaar.
Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 21.765,09 euro.
Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 21.989,89 euro.
Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 22.202,22 euro.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 22.417,05 euro. »
Art. 8.Artikel 7 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 7.De dagverzorgingscentra die een gemiddelde bezettingsgraad realiseren van minimaal 10, komen in aanmerking voor een subsidie-enveloppe van 28.913,93 euro per jaar. De gemiddelde bezettingsgraad is het totale aantal gefactureerde aanwezigheidsdagen per kalenderjaar, gedeeld door 250.
De dagverzorgingscentra die een gemiddelde bezettingsgraad hebben van minder dan 10 maar van minimaal 7, kunnen evenredig aan de gerealiseerde gemiddelde bezettingsgraad een subsidie-enveloppe ontvangen van 26.072,01 euro, 23.230,07 euro of 20.389,22 euro naargelang ze een gemiddelde bezettingsgraad hebben van minstens 9, 8 of 7.
Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 29.462,23 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 26.620,31 euro, 23.778,37 euro en 20.937,52 euro.
Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 29.987,43 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 27.145,51 euro, 24.303,57 euro en 21.462,72 euro.
Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.487,29 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 27.645,37 euro, 24.803,43 euro en 21.962,58 euro.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.992,61 euro, en worden de bedragen, vermeld in het tweede lid, vervangen door de bedragen 28.150,69 euro, 25.308,75 euro en 22.467,90 euro. »
Art. 9.Artikel 8 van bijlage IV bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 8.Ongeacht de gerealiseerde gemiddelde bezettingsgraad kunnen de dagverzorgingscentra gedurende de eerste drie jaar waarin ze in aanmerking komen voor subsidiëring, een subsidie-enveloppe van 28.913,93 euro ontvangen. Voor de berekening van de termijn van die eerste drie jaar komen ook de jaren in aanmerking waarin alle dagverzorgingscentra, die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit subsidiabel zijn, al subsidies ontvangen hebben.
Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 29.462,23 euro.
Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 29.987,43 euro.
Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.487,29 euro.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 30.992,61 euro. »
Art. 10.In artikel 8 van bijlage VI bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt : « De subsidie-enveloppe voor een dienst voor oppashulp bedraagt 14.354,37 euro per kalenderjaar. »; 2° tussen het eerste en het tweede lid worden vier nieuwe leden ingevoegd, die luiden als volgt : « Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 14.513,10 euro.
Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 14.663,41 euro.
Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 14.804,73 euro.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 14.947,79 euro. »
Art. 11.Artikel 6 van bijlage VII bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2006, wordt vervangen door wat volgt : «
Art. 6.De subsidie-enveloppe voor een vereniging voor gebruikers en mantelzorgers bedraagt 85.741,33 euro per kalenderjaar.
Vanaf 1 januari 2007 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 86.271,29 euro.
Vanaf 1 januari 2008 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 86.773,15 euro.
Vanaf 1 januari 2009 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 87.245,14 euro.
Vanaf 1 januari 2010 wordt het bedrag, vermeld in het eerste lid, vervangen door het bedrag 87.722,78 euro. »
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor de Bijstand aan Personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 september 2006.
De minister-president van de Vlaamse Regering, Y. LETERME De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, I. VERVOTTE