gepubliceerd op 21 april 2017
Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies
17 MAART 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009, artikel 4.2.3, gewijzigd bij het decreet van 18 december 2015;
Gelet op het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies, artikel 2, 2°, artikel 4, 4°, 7°, 8° en 9°, artikel 5, artikel 6, § 1, § 2 en § 6, artikel 7, § 1 en § 2, artikel 8, artikel 9, § 1, artikel 10, eerste, vierde en tiende lid, artikel 11, artikel 12, § 9, artikel 14, § 1, eerste lid en artikel 20;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de nadere openings- en exploitatievoorwaarden waaraan het toeristische logies moet voldoen;
Gelet op het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de classificatienormen inzake comfort voor een vergund toeristisch logies;
Gelet op het ministerieel besluit van 19 december 2011 tot vaststelling van de herkenningstekens voor een vergund toeristisch logies;
Gelet op het ministeriel besluit van 18 december 2013 houdende de benoeming van de leden van het adviescomité, de beroepscommissies en de technische commissie brandveiligheid van het toeristische logies;
Gelet op het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 20 december 2016;
Gelet op advies 60.777/1 van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet van 5 februari 2016: het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;2° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme;3° toeristisch logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, 2°, van het decreet van 5 februari 2016;4° verhuureenheid: een hotelkamer, een gastenkamer, een vakantiewoning of een afzonderlijk te huren kamer, ruimte of eenheid van een kamergerelateerd logies waar kan worden overnacht door een of meer toeristen;5° plaats op een terreingerelateerd logies: een plaats op een terreingerelateerd logies waarop door logerende toeristen in een al dan niet eigen verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf wordt overnacht, of die daarvoor bestemd of ingericht is;6° verplaatsbaar verblijf: een tent, een vouwwagen, een kampeerauto, een camper, een rijcaravan, een stacaravan of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies;7° niet-verplaatsbaar verblijf: een chalet, een bungalow, een vakantiehuisje, een trekkershut, een paviljoen of elk ander vergelijkbaar verblijf op een terreingerelateerd logies waarvoor een stedenbouwkundige vergunning, een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen of een stedenbouwkundig uittreksel is verleend, waaruit blijkt dat het verblijf vergund is of wordt geacht vergund te zijn. HOOFDSTUK 2. - Indeling van het toeristische logies en algemene bepalingen
Art. 2.Ieder toeristisch logies wordt ingedeeld in een van de volgende logiestypes: 1° kamergerelateerd logies: een inrichting met een of meer verhuureenheden of een ruimte die mogelijkheid tot verblijf biedt;2° terreingerelateerd logies: een toeristisch logies in centraal beheer waar op een afgebakend terrein wordt gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is. Op voorwaarde dat het toeristische logies voldoet aan de overeenkomstige verplichtingen en voorwaarden, vermeld in of krachtens het decreet van 5 februari 2016 en de uitvoeringsbesluiten ervan, bepaalt de exploitant van het toeristische logies zelf tot welk type, vermeld in het eerste lid, zijn toeristische logies behoort.
Art. 3.Als in of op een toeristisch logies in centraal beheer een verhuureenheid of een plaats of een verblijf op een terreingerelateerd logies los van het centrale beheer wordt geëxploiteerd, moet de verhuureenheid, de plaats of het verblijf voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016, en wordt de verhuureenheid, de plaats of het verblijf beschouwd als een toeristisch logies. De verhuureenheid, de plaats of het voormelde verblijf maakt dan het voorwerp uit van een afzonderlijke aanmelding conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.
Als in of op een toeristisch logies in centraal beheer een verhuureenheid of een plaats of een verblijf op een terreingerelateerd logies door het centrale beheer wordt aangeboden op de toeristische markt met een andere benaming als vermeld in artikel 7 tot en met 13 van dit besluit, moet de verhuureenheid, de plaats of het verblijf voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016. De verhuureenheid, de plaats of het verblijf maakt dan het voorwerp uit van een afzonderlijke aanmelding conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.
Art. 4.De verzekering tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, vermeld in artikel 4, 4°, van het decreet van 5 februari 2016, bevat de volgende waarborgen: 1° brand gebouw, voor het toeristische logies of voor de gebouwen of de delen ervan die als toeristisch logies worden uitgebaat;2° brand inboedel, voor de inboedel van het toeristische logies of van de gebouwen of de delen ervan die als toeristisch logies worden uitgebaat;3° burgerlijke aansprakelijkheid gebouw, die minstens de contractuele aansprakelijkheid dekt in het kader van artikel 1721 van het Burgerlijk Wetboek;4° burgerlijke aansprakelijkheid uitbating. De voorwaarde, vermeld in het eerste lid, 4°, is niet van toepassing als aan de logerende toerist het persoonlijke gebruiksrecht wordt verleend voor het volledige toeristische logies.
Voor de controle van de naleving van de voorwaarde, vermeld in het eerste lid, stelt Toerisme Vlaanderen een modelattest ter beschikking. HOOFDSTUK 3. - Openings- en uitbatingsvoorwaarden Afdeling 1. - Algemene openings- en uitbatingsvoorwaarden
Art. 5.Ieder kamergerelateerd logies moet voldoen aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 6.Ieder terreingerelateerd logies moet voldoen aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 6, die bij dit besluit is gevoegd. Afdeling 2. - Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden
Art. 7.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hotel, hotellerie, hostellerie, relais, inn, motel, pension of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 8.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 3, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 9.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 4, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 10.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 5, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 5, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 11.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 7, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 12.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 8, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 13.Een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming, moet naast de voorwaarden, vermeld in artikel 6, voldoen aan de bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden, vermeld in bijlage 9, die bij dit besluit is gevoegd. HOOFDSTUK 4. - Procedure voor de aanmelding, erkenning en classificering van een toeristisch logies
Art. 14.Overeenkomstig artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016 brengt de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, Toerisme Vlaanderen op de hoogte van de uitbating van zijn toeristische logies. Die aanmelding wordt gedaan met een aangetekende brief of elektronisch binnen een termijn van veertien kalenderdagen nadat het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt.
Toerisme Vlaanderen stelt het formulier ter beschikking waarmee die aanmelding wordt gedaan. Het formulier vermeldt de volgende gegevens: 1° de ligging van het toeristische logies.Als het toeristische logies verplaatsbaar is, geeft de exploitant de plaatsen aan waarvoor hij al beschikt over overeenkomsten, concessies of vergunningen om het toeristische logies te plaatsen en geeft hij aan op welke wijze hij zich voorneemt het toeristische logies te exploiteren; 2° de promotionele benaming of benamingen waaronder het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt;3° in voorkomend geval, de beschermde benaming of de benamingen, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waarmee het toeristische logies wordt aangeboden op de toeristische markt.Als het toeristische logies zonder beschermde benaming wordt aangeboden op de toeristische markt, wordt bij de aanmelding aangegeven of het een kamergerelateerd logies of een terreingerelateerd logies betreft; 4° voor een kamergerelateerd logies, het aantal verhuureenheden en het maximale aantal slaapplaatsen in het toeristische logies, en voor een terreingerelateerd logies, het aantal plaatsen als vermeld in artikel 1, 5°, en de maximale capaciteit van het toeristische logies;5° in voorkomend geval, het telefoonnummer, het e-mailadres en de website van het toeristische logies;6° de voornaam, de achternaam en het adres van de exploitant.Als de exploitant een rechtspersoon is, het ondernemingsnummer van de rechtspersoon; 7° als de exploitant een rechtspersoon is, de voornaam en de achternaam van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies;8° het telefoonnummer of het e-mailadres waarop de exploitant, in geval van een rechtspersoon, de persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, of de persoon die daarvoor is aangesteld bereikt kan worden;9° de verklaring dat de exploitant van het toeristische logies op de hoogte is van de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016, samen met een verwijzing naar de website van Toerisme Vlaanderen waar die voorwaarden zijn opgenomen;10° de mogelijkheid om, al dan niet gelijktijdig met de aanmelding, de erkenning en comfortclassificatie aan te vragen. Als het aanmeldingsformulier onvolledig is ingevuld, brengt Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst ervan de indiener daarvan op de hoogte, met vermelding van de ontbrekende gegevens.
Zodra het aanmeldingsformulier volledig ingevuld aan Toerisme Vlaanderen is bezorgd, krijgt de exploitant en, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, binnen veertien kalenderdagen met een aangetekende brief of elektronisch een ontvangstmelding van Toerisme Vlaanderen, waardoor de uitbating als aangemeld wordt beschouwd conform artikel 5 van het decreet van 5 februari 2016.
Art. 15.Alle wijzigingen van de gegevens, vermeld in artikel 14, tweede lid, en, als het toeristische logies beschikt over een comfortclassificatie, alle wijzigingen die een invloed kunnen hebben op de verkregen comfortclassificatie, worden binnen dertig kalenderdagen nadat de wijziging zich heeft voorgedaan, door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan Toerisme Vlaanderen.
Art. 16.Met behoud van de toepassing van artikel 15 meldt de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, de stopzetting van de exploitatie onmiddellijk aan Toerisme Vlaanderen.
Art. 17.Bij overname van de exploitatie brengt de nieuwe exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, Toerisme Vlaanderen opnieuw en volgens de procedure, vermeld in artikel 14, op de hoogte van de uitbating van het toeristische logies. Afdeling 1. - De procedure voor de toekenning of weigering van een
erkenning
Art. 18.De erkenning, vermeld in artikel 6 van het decreet van 5 februari 2016, wordt aangevraagd door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, met het formulier, vermeld in artikel 14, tweede lid. De aanvraag wordt ingediend met een aangetekende brief of elektronisch. In voorkomend geval vermeldt de aanvraag duidelijk de beschermde benaming of de benamingen, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waaronder de erkenning wordt aangevraagd.
Als het aanvraagformulier onvolledig is ingevuld, brengt Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst ervan de indiener daarvan op de hoogte, met vermelding van de ontbrekende gegevens en de gevolgen daarvan voor de vervaltermijn, vermeld in het derde lid.
Onvolledige erkenningsaanvragen die dertig kalenderdagen na een verzoek van Toerisme Vlaanderen tot aanvulling van de aanvraag niet zijn vervolledigd, vervallen van rechtswege en zonder enige kennisgeving.
Zodra de erkenningsaanvraag volledig ingevuld aan Toerisme Vlaanderen is bezorgd, krijgt de exploitant en, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, binnen veertien kalenderdagen met een aangetekende brief of elektronisch een ontvangstmelding van Toerisme Vlaanderen. Die ontvangstmelding vermeldt minstens de beslissingstermijn, vermeld in het zesde lid, en de vermelding dat bij gebrek aan beslissing binnen die termijn de erkenning wordt geacht te zijn toegekend.
Een volledig ingevulde erkenningsaanvraag wordt ook beschouwd als een volledig ingevuld aanmeldingsformulier als vermeld in artikel 14. De ontvangstmelding, vermeld in het vierde lid, geldt dan als een ontvangstmelding als vermeld in artikel 14, vierde lid.
Binnen dertig kalenderdagen na de datum van de ontvangstmelding, vermeld in het vierde lid, neemt Toerisme Vlaanderen een beslissing tot toekenning of weigering van de erkenning. Die beslissingstermijn kan op verzoek van de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, eenmaal worden verlengd met maximaal zestig kalenderdagen.
De beslissing over de erkenningsaanvraag wordt binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing door Toerisme Vlaanderen met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de exploitant van het toeristische logies en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld.
Overeenkomstig artikel 6, § 1, van het decreet van 5 februari 2016 wordt de erkenning alleen toegekend als na controle ter plaatse wordt vastgesteld en uit de voorgelegde documenten en stukken blijkt dat het toeristische logies voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4, 1° tot en met 9°, van het voornoemde decreet. De erkenning wordt toegekend aan de exploitant van het toeristische logies. De erkenning geldt alleen voor het toeristische logies waarvoor ze is afgeleverd en voor de erkenninghouder aan wie ze is afgeleverd. Bij overname van de exploitatie vervalt de erkenning van rechtswege.
Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het zesde lid, wordt de erkenning geacht te zijn toegekend.
Art. 19.De minister bepaalt het model van het erkenningsteken, vermeld in artikel 6, § 6, eerste lid, van het decreet van 5 februari 2016, dat Toerisme Vlaanderen per erkenning bezorgt aan de exploitant van het toeristische logies of aan de persoon die daarvoor is aangesteld.
Het erkenningsteken verschilt naargelang de erkenning wordt verkregen als toeristisch logies of naargelang van de benaming, vermeld in artikel 7 tot en met 13, waaronder de erkenning wordt verkregen en, in voorkomend geval, naargelang van de eventuele comfortclassificatie.
Als de comfortclassificatienormen worden ingedeeld in specifieke rubrieken met een eigen comfortclassificatie, vermeldt het erkenningsteken alleen de verkregen algemene comfortclassificatie, vermeld in artikel 21. Afdeling 2. - De procedure voor de classificering van een toeristisch
logies
Art. 20.De comfortclassificatie, vermeld in artikel 7 van het decreet van 5 februari 2016, wordt door de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, met een aangetekende brief of elektronisch aangevraagd bij Toerisme Vlaanderen.
De comfortclassificatie wordt met hetzelfde formulier als de erkenningsaanvraag, vermeld in artikel 18, aangevraagd. De aanvraag van een comfortclassificatie verloopt conform artikel 18. Bij gebrek aan beslissing binnen de beslissingstermijn, vermeld in artikel 18, zesde lid, wordt de comfortclassificatie geacht te zijn toegekend in de laagste classificatie.
Art. 21.De minister kan per benaming, vermeld in artikel 7 tot en met 13, classificatienormen bepalen voor het comfort dat wordt geboden aan de logerende toeristen.
Art. 22.Toerisme Vlaanderen kan vaststellen dat de toegekende comfortclassificatie niet wordt nageleefd. Na voorafgaande ingebrekestelling van de exploitant van het toeristische logies met een aangetekende brief of elektronisch kan Toerisme Vlaanderen het toeristische logies ambtshalve in een andere comfortclassificatie indelen. De procedure voor de ambtshalve declassering verloopt conform artikel 24. Afdeling 3. - De procedure voor de schorsing of intrekking van een
erkenning
Art. 23.Toerisme Vlaanderen kan de toegekende erkenning schorsen of intrekken als een of meer verplichtingen of voorwaarden die conform het decreet van 5 februari 2016 of dit uitvoeringsbesluit zijn opgelegd, niet of niet meer worden nageleefd.
Art. 24.De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning wordt altijd voorafgegaan door een ingebrekestelling door Toerisme Vlaanderen waarin de houder van de erkenning met een aangetekende brief of elektronisch wordt ingelicht over de grond van de vooropgestelde schorsing of intrekking.
De houder van de erkenning beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen vanaf de datum van de ingebrekestelling, vermeld in het eerste lid, om zijn opmerkingen te bezorgen aan Toerisme Vlaanderen.
De houder van de erkenning of de persoon die daarvoor is aangesteld, kan binnen dezelfde termijn en in dezelfde vorm vragen om gehoord te worden door Toerisme Vlaanderen. De erkenninghouder of, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, wordt minstens zeven kalenderdagen voor de vastgestelde datum op de hoogte gebracht van de hoorzitting. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. De erkenninghouder of, in voorkomend geval, de persoon die daarvoor is aangesteld, kan zich laten bijstaan of vertegenwoordigen.
Binnen zestig kalenderdagen na de datum van de ingebrekestelling, vermeld in het eerste lid, en, in voorkomend geval, nadat de houder van de erkenning of de persoon die daarvoor is aangesteld, daarover is gehoord, neemt Toerisme Vlaanderen een beslissing over de opgestarte procedure. Die beslissing wordt door Toerisme Vlaanderen binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de houder van de erkenning en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld.
Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het vierde lid, wordt Toerisme Vlaanderen geacht af te zien van de schorsing of intrekking van de erkenning.
De beslissing tot schorsing of intrekking van de erkenning is definitief de kalenderdag nadat de termijn verstreken is om het beroep, vermeld in artikel 26, in te stellen.
Art. 25.Bij schorsing of intrekking van de erkenning vervalt in voorkomend geval ook de toegekende comfortclassificatie van rechtswege. HOOFDSTUK 5. - Beroepsprocedure
Art. 26.§ 1. Op straffe van onontvankelijkheid moet het beroep, vermeld in artikel 9 van het decreet van 5 februari 2016, binnen dertig kalenderdagen vanaf de datum van de brief of het elektronisch bericht waarmee de bestreden beslissing wordt meegedeeld, door de exploitant van het toeristische logies of de persoon die daarvoor is aangesteld, worden ingediend bij de beroepscommissie voor het toeristische logies. Het beroep wordt ingediend met een aangetekende brief of elektronisch.
Binnen veertien kalenderdagen na de ontvangst van het beroep krijgt de indiener van de beroepscommissie voor het toeristische logies een ontvangstmelding. Die ontvangstmelding vermeldt minstens de ontvangstdatum van het beroep, de beslissingstermijn, vermeld in paragraaf 2, en de vermelding dat bij gebrek aan beslissing binnen die termijn het beroep wordt geacht te zijn ingewilligd. § 2. De beroepscommissie voor het toeristische logies doet binnen zestig kalenderdagen na de datum van de ontvangstmelding, vermeld in paragraaf 1, uitspraak over het beroep, behalve als de beroepscommissie voor het toeristische logies binnen dezelfde termijn beslist om de termijn uitzonderlijk te verlengen. Die verlenging mag niet meer bedragen dan dertig kalenderdagen en kan niet worden vernieuwd. § 3. Bij gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in paragraaf 2, wordt het beroep geacht te zijn ingewilligd.
De beslissing over het beroep wordt door de beroepscommissie voor het toeristische logies binnen veertien kalenderdagen na de datum van de beslissing met een aangetekende brief of elektronisch meegedeeld aan de exploitant van het toeristische logies en, in voorkomend geval, aan de persoon die daarvoor is aangesteld. Een kopie van de beslissing wordt bezorgd aan Toerisme Vlaanderen. § 4. De beroepscommissie voor het toeristische logies neemt een beslissing nadat de indiener van het beroep het recht is geboden om gehoord te worden. De betrokkene wordt door de beroepscommissie voor het toeristische logies ten minste zeven kalenderdagen voor de datum, vastgesteld voor het onderzoek van de zaak, uitgenodigd in eigen persoon of bij gevolmachtigde, die houder is van de stukken, voor de beroepscommissie te verschijnen. De betrokkene mag zich door een persoon naar keuze laten bijstaan op de zitting waarvoor hij wordt uitgenodigd. Hij mag ook een schriftelijke memorie neerleggen.
Art. 27.§ 1. De beroepscommissie voor het toeristische logies wordt samengesteld uit een voorzitter en vier andere leden.
De minister benoemt de voorzitter en de andere leden van de beroepscommissie voor het toeristische logies. De leden van de beroepscommissie zijn niet werkzaam in de toeristische logiessector of een beroepsvereniging in de sector van het toeristische logies. De mandaten van de leden van de beroepscommissie voor het toeristische logies hebben een duur van vier jaar vanaf hun benoemingsbesluit.
Bij hun infunctietreding verbinden de leden zich er schriftelijk toe om bij de uitoefening van hun mandaat altijd onafhankelijk en onpartijdig op te treden, conform het onderstaande model: "Ik verklaar dat ik bij de uitoefening van mijn mandaat in de beroepscommissie voor het toeristische logies onafhankelijk en onpartijdig zal optreden. (handtekening) (voornaam en achternaam)".
De minister kan: 1° op verzoek van het lid een einde maken aan zijn mandaat;2° op verzoek van de beroepscommissie ambtshalve een einde stellen aan een mandaat van een lid als de mandaathouder: a) drie keer na elkaar de vergadering van de beroepscommissie niet bijwoont;b) activiteiten verricht of functies vervult die onverenigbaar zijn met het mandaat of die een strijdigheid van belangen tot gevolg hebben. Als een mandaat van een lid openvalt voor het verstreken is, voorziet de minister in de vervanging van de mandaathouder binnen een periode van drie maanden. De vervanger wordt benoemd voor de overblijvende duur van het mandaat. Zolang de vervanging niet heeft plaatsgevonden, vergadert de beroepscommissie voor het toeristische logies, in afwachting van de nieuwe benoeming, echter op geldige wijze. § 2. Het secretariaat van de beroepscommissie wordt waargenomen door Toerisme Vlaanderen. § 3. De beroepscommissie voor het toeristische logies vergadert alleen op geldige wijze als minstens de helft van de benoemde leden aanwezig is. Bij afwezigheid van de voorzitter wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste aanwezige lid.
Eenieder die partij is in een zaak die wordt voorgelegd aan de beroepscommissie voor het toeristische logies, heeft recht van wraking in de gevallen, vermeld in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek.
De beslissingen van de beroepscommissie voor het toeristische logies worden bij meerderheid van stemmen genomen. Alleen de leden die aanwezig zijn op de zitting, hebben stemrecht. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De leden van de beroepscommissie voor het toeristische logies zijn ertoe gemachtigd in onderling overleg buitenstaanders als deskundigen uit te nodigen op de vergaderingen van de commissie. Die buitenstaanders hebben geen stemrecht. § 4. De voorzitter en de andere leden van de beroepscommissie voor het toeristische logies kunnen aanspraak maken op de volgende vergoedingen: 1° een presentiegeld van 75 euro per bijgewoonde vergadering van de beroepscommissie;2° een reisvergoeding voor de gemaakte reiskosten om een vergadering van de beroepscommissie bij te wonen overeenkomstig de kilometervergoeding voor dienstreizen die toegekend wordt aan de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid.De vergoeding wordt berekend op basis van de afstand tussen de woonplaats en de plaats van de zitting. § 5. Binnen zes maanden na haar installatie legt de beroepscommissie voor het toeristische logies een ontwerp van huishoudelijk reglement tot nadere regeling van de uitoefening van haar werking ter goedkeuring aan de minister voor. HOOFDSTUK 6. - Controle en sancties
Art. 28.De leidend ambtenaar van Toerisme Vlaanderen wijst de personeelsleden van Toerisme Vlaanderen aan als bedoeld in de artikelen 10 en 14 van het decreet van 5 februari 2016.
Art. 29.De vorm en de inhoud van de legitimatiekaarten van de aangewezen personeelsleden, vermeld in artikel 28 van dit besluit, voldoen aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2008 betreffende de legitimatiekaarten van de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid die belast zijn met inspectie- of controlebevoegdheden.
Art. 30.Overeenkomstig artikel 10 en 14 van het decreet van 5 februari 2016 kunnen de agenten van de federale en de lokale politie en de aangewezen personeelsleden, vermeld in artikel 28 van dit besluit, ter controle van de naleving van de voorwaarden, vermeld in of bepaald krachtens artikel 4, 1°, 3°, 4°, 5° en 6°, van het decreet van 5 februari 2016, op elk moment de nodige documenten, attesten en keuringsbewijzen opvragen bij de exploitant van het toeristische logies. Voor de naleving van de voorwaarden, vermeld in of bepaald krachtens artikel 4, 1°, 2°, 5° en 6°, van het decreet van 5 februari 2016, kunnen die personen op elk moment ook het advies inwinnen van de instantie die daarvoor is bevoegd.
Art. 31.De termijn waarin de tussenpersonen de gegevens, vermeld in artikel 11 van het decreet van 5 februari 2016, moeten meedelen, wordt bepaald door de agenten van de federale of lokale politie of door de gemachtigde personen die de gegevens opvragen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, is minstens zeven kalenderdagen en wordt vermeld in het schriftelijke verzoek waarmee de gegevens worden opgevraagd.
Art. 32.Het proces-verbaal, vermeld in artikel 10 van het decreet van 5 februari 2016, bevat de volgende gegevens: 1° de identiteit en de hoedanigheid van de opsteller;2° de datum en de plaats van de verbalisering;3° de materiële vaststellingen, inclusief de omstandigheden op het moment van de vaststellingen;4° de handtekening van de opsteller.
Art. 33.De administratieve geldboeten, vermeld in artikel 12 van het decreet van 5 februari 2016, moeten binnen een termijn van twee maanden worden betaald. HOOFDSTUK 7. - Wijzigingsbepalingen
Art. 34.Artikel 8.4 van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, ingevoegd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 januari 2014, wordt vervangen door wat volgt: "Art. 8.4. Een stedenbouwkundige vergunning of een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor het plaatsen, verplaatsen, wijzigen of vervangen van verplaatsbare verblijven, ook al zijn ze bestemd om ter plaatse te blijven staan, en voor bijbehorende installaties, op voorwaarde dat: 1° de verblijven zijn geplaatst op een terreingerelateerd logies dat voldoet aan de voorwaarden, vermeld in artikel 4 van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;2° de plaatsing, verplaatsing, wijziging of vervanging niet strijdig is met de voorwaarden, vermeld in punt 1°. In het eerste lid wordt verstaan onder: 1° terreingerelateerd logies: een toeristisch logies als vermeld in artikel 2, eerste lid, 2°, van het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristisch logies;2° verplaatsbaar verblijf: een verblijf als vermeld in artikel 1, 6°, van het voormelde besluit; 3° bijbehorende installaties: de aanbouwen en constructies, vermeld in punt B, 3, van bijlage 6 bij het voormelde besluit, die niet geplaatst zouden zijn als er geen verplaatsbaar verblijf was geplaatst of als er niet in een verplaatsbaar verblijf wordt voorzien.".
Art. 35.In artikel 4, eerste lid, van het ministerieel besluit van 3 april 2014 tot delegatie van bepaalde bevoegdheden aan de leidend ambtenaar van het Departement internationaal Vlaanderen worden punt 1° en punt 3° opgeheven. HOOFDSTUK 8. - Slotbepalingen
Art. 36.De volgende regelingen worden opgeheven: 1° het besluit van de Vlaamse Regering van 15 mei 2009 tot uitvoering van het decreet van 10 juli 2008 betreffende het toeristische logies, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 11 december 2009, 2 december 2011, 5 oktober 2012 en 4 juli 2014;2° het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de nadere openings- en exploitatievoorwaarden waaraan het toeristische logies moet voldoen;3° het ministerieel besluit van 27 november 2009 tot bepaling van de classificatienormen inzake comfort voor een vergund toeristisch logies, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 14 juli 2011 en 30 maart 2012, en het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012;4° het ministerieel besluit van 19 december 2011 tot vaststelling van de herkenningstekens voor een vergund toeristisch logies, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 5 oktober 2012;5° het ministerieel besluit van 18 december 2013 houdende de benoeming van de leden van het adviescomité, de beroepscommissies en de technische commissie brandveiligheid van het toeristische logies, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 30 maart 2015.
Art. 37.De volgende regelgevende teksten treden in werking op 1 april 2017: 1° het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies;2° dit besluit;3° artikel 23 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juli 2016 houdende wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 tot bepaling van handelingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is, van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en van artikel 10 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
Art. 38.De Vlaamse minister, bevoegd voor het toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 1 Openings- en uitbatingsvoorwaarden waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen als vermeld in artikel 5 1. Iedere verhuureenheid bevat minstens het volgende meubilair: a) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras en een hoofdkussen.Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als die als een slaapplaats worden aangeboden op de toeristische markt, als een bed beschouwd; b) een voorziening om kleding op te bergen.2. Ofwel iedere verhuureenheid ofwel iedere ruimte in het toeristische logies met een slaapgelegenheid beschikt over minstens een vrij stopcontact.3. Iedere ruimte met slaapgelegenheid in het toeristische logies en alle andere ruimten van het toeristische logies die voor toeristen toegankelijk zijn, beschikken over voldoende algemene elektrische verlichting en kunnen verlucht worden.4. Iedere ruimte met slaapgelegenheid in het toeristische logies voldoet aan de volgende voorwaarden: a) als er een of meer ramen voorkomen in de ruimte, beschikken die over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren;b) de ruimte beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting en minstens een verlichtingsschakelaar.5. De logerende toeristen moeten minstens kunnen gebruikmaken van de volgende sanitaire voorzieningen: a) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm stromend water.Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening; b) een wastafel met voortdurend beschikbaar stromend water;c) een wastafelspiegel.In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich een vrij stopcontact dat verschillend is van het vrij stopcontact, vermeld in punt 2; d) een toilet met bril en waterspoeling en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening. De sanitaire voorzieningen bevinden zich in een of meer afsluitbare ruimten, die ook de verhuureenheid zelf kan zijn. Als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen. 6. De exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, stellen minstens de volgende gegevens en informatie ter beschikking van de toerist: a) de naam en contactgegevens van de exploitant.Als de exploitant een rechtspersoon is, ook de naam en de contactgegevens van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies; b) de contactgegevens van Toerisme Vlaanderen, met de vermelding dat Toerisme Vlaanderen de bevoegde instantie is waarbij verdere informatie verkregen kan worden over de reglementering over de exploitatie van een toeristisch logies en waarbij de toerist, in voorkomend geval, daarover een klacht kan indienen. De gegevens worden naar keuze van de exploitant op de volgende wijze ter beschikking gesteld: a) in het toeristische logies of waar het contract wordt getekend;b) op een door de exploitant meegedeelde website of een ander publiek elektronisch adres;c) in een door de exploitant aan de toerist verstrekt informatiedocument waarin het toeristische logies in detail wordt omschreven.7. Alle voorzieningen in het toeristische logies en de verhuureenheden ervan functioneren goed en zijn vrij van gebreken.8. Het toeristische logies wordt door de exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, waarheids- en realiteitsgetrouw aangeboden op de toeristische markt. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 2 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 7, waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hotel, hotellerie, hostellerie, relais, inn, motel, pension of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen A. terminologie 1. hotel: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hotel, hotellerie, hostellerie, relais, inn, motel, pension of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen 2.hotelkamer: een kamer of ruimte van een hotel waarin wordt overnacht door een of meer toeristen B. openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. De uitbating van het hotel en de hotelvoorzieningen worden centraal beheerd. Alle diensten in het hotel worden verzorgd door herkenbaar personeel (bijvoorbeeld door hun kledij of een badge). 2. Het hotel beschikt over een visueel afgescheiden ruimte of een bureau of balie met voldoende privacy die dienst doet als receptie.In voorkomend geval mag de receptie gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
De receptieservice van het hotel is permanent telefonisch bereikbaar voor zowel de logerende toeristen als externen.
De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar. 3. De hotelkamers worden individueel uitsluitend in hun totaliteit aangeboden en verhuurd aan logerende toeristen. Iedere hotelkamer heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren. De hotelkamers worden aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
De logerende toeristen hebben gedurende hun verblijf permanent toegang tot hun hotelkamer. 4. De hotelkamer beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting.Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de hotelkamer. 5. De exploitatie beschikt over een permanente installatie om iedere hotelkamer en de ruimten die toegankelijk zijn voor toeristen, in de exploitatie te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.6. Het slaapgedeelte van iedere hotelkamer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) het beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster.De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren; b) er is een televisie met afstandsbediening aanwezig;c) er is een wekker of een vergelijkbare voorziening aanwezig of het hotel biedt op verzoek een wekservice aan. Het slaapgedeelte van iedere hotelkamer bevat minstens het volgende meubilair: a) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras, een kussen en bijbehorend beddengoed.Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als ze als dusdanig worden aangeboden op de toeristische markt, als een bed en een slaapplaats beschouwd.
Voor de primaire slaapplaats van de hotelkamer gelden de volgende voorwaarden: 1) de eenpersoonsbedden hebben een breedte van minstens 0,80 meter, een lengte van minstens 1,90 meter en een matras met een dikte van minstens 13 cm;2) de tweepersoonsbedden hebben een breedte van minstens 1,40 meter, een lengte van minstens 1,90 meter en een matras met een dikte van minstens 13 cm.Vanaf 1 januari 2021 hebben de tweepersoonsbedden een breedte van minstens 1,60 meter en een lengte van minstens 1,90 meter; b) een hang- en een legkast, een kleerkast, een kledingnis of een vergelijkbare voorziening met kleerhangers om kleding op te bergen;c) een kapstok of kledinghaakje;d) een stoel of een vergelijkbare zitplaats;e) een tafel, bureau, bureaublad of vergelijkbare voorziening;f) een prullenmand.7. Minstens 85 % van het aantal hotelkamers beschikt over een individuele bad- en toiletgelegenheid in rechtstreekse verbinding met het slaapgedeelte van de hotelkamer.Als de hotelkamer niet beschikt over een individuele bad- en toiletgelegenheid in rechtstreekse verbinding met het slaapgedeelte van de hotelkamer, wordt de logerende toerist daarover geïnformeerd voor hij de verblijfsovereenkomst sluit.
De individuele badgelegenheid van de hotelkamer beschikt minstens over de volgende voorzieningen: a) in de ruimte waar de badgelegenheid ligt, kan een raam of rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem;b) als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen;c) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water.Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening; d) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en zeep of wasgel;e) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting.In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich een vrij stopcontact; f) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;g) een beker, glas of tandenborstelhouder;h) een badhanddoek per logerende toerist;i) handdoekhouders of handdoekhaken;j) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening. De individuele toiletgelegenheid van de hotelkamer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de toiletgelegenheid beschikt over een toilet met bril en waterspoeling, (reserve)toiletpapier en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening;b) in de toiletgelegenheid kan een raam of rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd;c) de toiletgelegenheid is minstens visueel afgescheiden van de andere delen van de hotelkamer;d) de individuele toiletgelegenheid kan zich in dezelfde ruimte bevinden als de individuele badgelegenheid.Als de individuele toiletgelegenheid zich in dezelfde ruimte bevindt als de individuele badgelegenheid, volstaat één vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
Als niet iedere hotelkamer in de exploitatie beschikt over een individuele bad- en toiletgelegenheid in rechtstreekse verbinding met het slaapgedeelte van de hotelkamer, beschikt het hotel minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen in het gedeelte van het hotel dat bestemd is voor overnachting: a) een gemeenschappelijke badgelegenheid per tien hotelkamers die niet over een individuele badgelegenheid beschikken.Aan de logerende toeristen die niet over een individuele badgelegenheid beschikken, wordt minstens een badhanddoek per logerende toerist ter beschikking gesteld. De hotelkamers beschikken ook over handdoekhouders, handdoekhaken of een andere vergelijkbare voorziening om de handdoeken op te hangen dan het kledinghaakje, vermeld in punt 6, d), 3); b) een gemeenschappelijke toiletgelegenheid per tien hotelkamers die niet over een individuele toiletgelegenheid beschikken. In de gemeenschappelijke bad- en toiletgelegenheden kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd.
Iedere gemeenschappelijke badgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de badgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie en goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram;b) de gemeenschappelijke badgelegenheden zijn ondergebracht in een andere ruimte dan de gemeenschappelijke toiletgelegenheden;c) de badgelegenheid beschikt minstens over de volgende voorzieningen: 1) als de ruimte een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen;2) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water.Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening; 3) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en zeep of wasgel;4) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;5) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting.In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich minstens één vrij stopcontact; 6) een zitvoorziening;7) minstens twee kledinghaakjes of een vergelijkbare voorziening;8) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening. Iedere gemeenschappelijke toiletgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de toiletgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie en is goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram;b) de gemeenschappelijke toiletgelegenheden liggen op dezelfde verdieping of een verdieping hoger of lager dan de hotelkamers die niet over een individuele toiletgelegenheid beschikken;c) de toiletgelegenheid beschikt minstens over een toilet met bril en waterspoeling, (reserve)toiletpapier en een vuilnisbakje met deksel, pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.8. De hotelkamers en de sanitaire voorzieningen in het hotel en deze in de hotelkamers worden dagelijks schoongemaakt. De handdoeken in de hotelkamer worden dagelijks op verzoek verwisseld.
Het beddengoed van de hotelkamer wordt minstens één keer per week verschoond. 9. De logerende toeristen krijgen een ontbijt aangeboden in het hotel. Het hotel beschikt daarvoor over een gemeenschappelijke ontbijtruimte met voldoende zitplaatsen en bijpassende tafels. Het ontbijt bestaat minstens uit één warme drank (bijvoorbeeld koffie of thee), een vruchtensap, een selectie van fruit of fruitsalade en de keuze uit verschillende broodjes en broodsoorten met boter, jam, vleeswaren en kaas.
Naast het ontbijt kunnen de logerende toeristen dranken verkrijgen en is er een voedselaanbod in het hotel. 10. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over de volgende hoteldiensten: a) de ontbijttijden;b) de aankomst- en vertrektijden;c) de hotelvoorzieningen en -services die worden aangeboden (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen. Bij de hotelreceptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte van het hotel is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving. 11. De logerende toeristen hebben de mogelijkheid om minstens op verzoek in het hotel gebruik te maken van een telefoon.12. Het is voor de logerende toeristen mogelijk om waardevolle eigendommen veilig te bewaren, bijvoorbeeld door ze af te geven aan de receptie of door ze in een centrale safe of in een safe in de kamer te bewaren.13. Het hotel beschikt over een eigen website met actuele informatie over het hotel, informatie over de ligging van het hotel en realistische en actuele foto's van het hotel.De foto's op de website tonen minstens de buitenkant van het hotel, de gemeenschappelijke ruimte in het hotel en een hotelkamer.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 3 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 8 waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen A. terminologie 1. gastenkamerexploitatie: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming gastenkamer, bed and breakfast, B&B of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen 2.gastenkamer: een kamer of een ruimte van een gastenkamerexploitatie waarin wordt overnacht door een of meer toeristen B. openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. De gastenkamerexploitatie maakt deel uit van de persoonlijke en gebruikelijke woning van de exploitant of de persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van de exploitatie.In de woning en de bijgebouwen ervan kan er maar één gastenkamerexploitatie zijn. 2. Als de exploitant een natuurlijk persoon is, heeft de exploitant of de persoon die door de exploitant belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, zijn hoofdverblijfplaats op het adres van de gastenkamerexploitatie en is hij daar ook gedomicilieerd. Als de exploitant een rechtspersoon is, heeft de persoon die belast is door de rechtspersoon met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, zijn hoofdverblijfplaats op het adres van de gastenkamerexploitatie en is hij daar ook gedomicilieerd. 3. De logerende toeristen worden ontvangen door de exploitant of door de persoon die daarvoor is aangesteld.De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar. 4. De gastenkamers worden individueel uitsluitend in hun totaliteit aangeboden en verhuurd aan logerende toeristen. Iedere gastenkamer heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren. De gastenkamers worden aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
De logerende toeristen hebben gedurende hun verblijf permanent toegang tot hun gastenkamer. 5. De gastenkamer beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting.Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de gastenkamer. 6. Een gastenkamerexploitatie is beperkt tot 15 gastenkamers en maximaal 32 slaapplaatsen.7. Naast hun gastenkamer hebben de logerende toeristen minstens toegang tot een ruimte in de exploitatie waar contact met de gastheer mogelijk is.8. De exploitatie beschikt over een permanente installatie om iedere gastenkamer en de ruimten die voor toeristen toegankelijk zijn, in de exploitatie te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.9. De logerende toeristen krijgen een ontbijt aangeboden in de gastenkamerexploitatie.Als de gastenkamerexploitatie beschikt over een gemeenschappelijke ontbijtruimte, beschikt die ruimte over voldoende zitplaatsen met bijpassende tafels. 10. Het slaapgedeelte van iedere gastenkamer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) het beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster.De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren; b) het bevat minstens het volgende meubilair: 1) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras, een kussen en bijbehorend beddengoed.Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden als een bed en een slaapplaats beschouwd.
Voor de primaire slaapplaats van de gastenkamer gelden de volgende voorwaarden: i) de eenpersoonsbedden hebben een breedte van minstens 0,80 meter, een lengte van minstens 1,90 meter en een matras met een dikte van minstens 13 cm; ii) de tweepersoonsbedden hebben een breedte van minstens 1,40 meter, een lengte van minstens 1,90 meter en een matras met een dikte van minstens 13 cm; 2) een hang- en een legkast, een kleerkast, een kledingnis of een vergelijkbare voorziening met kleerhangers om kleding op te bergen;3) een kapstok of kledinghaakje;4) een zitplaats per twee slaapplaatsen.Als de gastenkamer beschikt over meer dan twee slaapplaatsen, volstaan twee zitplaatsen; 5) als de gastenkamerexploitatie niet beschikt over een gemeenschappelijke ontbijtruimte, een stoel per slaapplaats en een bijpassende tafel.De stoel wordt als een zitplaats als vermeld in punt 4), gerekend; 6) een prullenmand.11. Als de gastenkamer beschikt over een eigen individuele bad- of toiletgelegenheid, is die ofwel rechtstreeks verbonden met de gastenkamer ofwel ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie.Als de individuele bad- en toiletgelegenheid niet rechtstreeks verbonden is met de gastenkamer, worden de individuele bad- en toiletgelegenheid goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram.
De individuele badgelegenheid van de gastenkamer beschikt minstens over de volgende voorzieningen: a) in de ruimte waar de badgelegenheid ligt, kan een raam of een rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem;b) als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen;c) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water.Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening; d) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en zeep of wasgel;e) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting.In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich een vrij stopcontact; f) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;g) een beker, glas of tandenborstelhouder;h) een handdoek per logerende toerist;i) een badhanddoek per logerende toerist;j) handdoekhouders of handdoekhaken;k) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening. De individuele toiletgelegenheid van de gastenkamer voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de toiletgelegenheid beschikt over een toilet met bril en waterspoeling, (reserve)toiletpapier en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening;b) in de toiletgelegenheid kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd;c) de toiletgelegenheid is minstens visueel afgescheiden van de andere delen van de gastenkamer;d) de individuele toiletgelegenheid kan zich in dezelfde ruimte bevinden als de individuele badgelegenheid.Als de individuele toiletgelegenheid zich in dezelfde ruimte bevindt als de individuele badgelegenheid, volstaat één vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.
Als niet iedere gastenkamer in de exploitatie beschikt over een eigen individuele bad- en toiletgelegenheid, beschikt de gastenkamerexploitatie minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen: a) een gemeenschappelijke badgelegenheid per zes slaapplaatsen die niet over een individuele badgelegenheid beschikken.Aan de logerende toeristen die niet over een individuele badgelegenheid beschikken, worden minstens een handdoek en een badhanddoek per logerende toerist ter beschikking gesteld. De gastenkamers beschikken ook over handdoekhouders, handdoekhaken of een andere vergelijkbare voorziening om de handdoeken op te hangen dan het kledinghaakje, vermeld in punt 10, b), 3); b) een gemeenschappelijke toiletgelegenheid per zes slaapplaatsen die niet over een individuele toiletgelegenheid beschikken. In de gemeenschappelijke bad- en toiletgelegenheden kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd.
Iedere gemeenschappelijke badgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de badgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie en is goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram;b) de gemeenschappelijke badgelegenheden zijn ondergebracht in een andere ruimte dan de gemeenschappelijke toiletgelegenheden;c) de badgelegenheid beschikt minstens over de volgende voorzieningen: 1) als de ruimte een raam heeft, is er in voorkomend geval een voorziening om inkijk te voorkomen;2) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water.Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening; 3) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en zeep of wasgel;4) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;5) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting.In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich minstens één vrij stopcontact; 6) een zitvoorziening;7) minstens twee kledinghaakjes of een vergelijkbare voorziening;8) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening. Iedere gemeenschappelijke toiletgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de toiletgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte in de exploitatie en is goed zichtbaar en duidelijk aangegeven met een pictogram;b) de toiletgelegenheid beschikt minstens over een toilet met bril en waterspoeling, (reserve)toiletpapier en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 4 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 9, waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen A. terminologie 1. vakantiewoning: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiewoning, vakantieappartement, vakantiestudio, vakantiebungalow, vakantiehuis, vakantievilla, vakantiechalet, vakantieflat of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen. B. openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. De vakantiewoning heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren.De vakantiewoning wordt aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool. 2. De logerende toeristen krijgen gedurende hun verblijf een persoonlijk gebruiksrecht over de vakantiewoning.3. De vakantiewoning beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting.Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de vakantiewoning. 4. De vakantiewoning beschikt over een permanente installatie om minstens de zitgedeelten, de eetgedeelten en de badgelegenheden van de woning te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.5. De vakantiewoning beschikt over een zitgedeelte met minstens een zitplaats per twee slaapplaatsen.Ook een divanbed, een zetelbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als ze als dusdanig worden aangeboden op de toeristische markt, als een slaapplaats beschouwd. De zitplaatsen worden niet als een stoel als vermeld in punt 9, gerekend. De ruimte waarin het zitgedeelte voorkomt, beschikt over natuurlijke verlichting via een doorzichtig raam. 6. De vakantiewoning bevat minstens het volgende meubilair: a) een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras, een kussen en een deken of donsdeken.Ook een divanbed, een stapelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden als een bed beschouwd; b) een hang- en een legkast, een kleerkast, een kledingnis of een vergelijkbare voorziening met kleerhangers om kleding op te bergen.7. De primaire slaapgelegenheid van de vakantiewoning en, in voorkomend geval, iedere ruimte in de vakantiewoning die als een slaapkamer wordt aangeboden op de toeristische markt, voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) ze beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster.De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren; b) ze beschikt over een vrij stopcontact.8. De vakantiewoning beschikt over een eigen kookgelegenheid die minstens de volgende voorzieningen bevat: a) een keukenwerkblad of een vergelijkbare voorziening waarop maaltijden kunnen worden bereid;b) minstens één vrij stopcontact bij het werkblad;c) een afwasbak met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water en een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening;d) een kookplaat met minstens twee pitten;e) een koelkast met een inhoud van minstens 90 liter;f) een kast of een vergelijkbare voorziening om vaatwerk en keukengerei op te bergen;g) een voorraadkast of een vergelijkbare voorziening om voedingswaren op te bergen.De voorraadkast en de kast om vaatwerk en keukengerei op te bergen kunnen gecombineerd worden; h) een vuilnisbak met deksel of een vergelijkbare voorziening;i) het volgende vaatwerk en keukengerei: 1) tafelmessen, tafelvorken, eetlepels en koffielepels naar rato van het aantal slaapplaatsen;2) koffie- of theekoppen en waterglazen naar rato van het aantal slaapplaatsen;3) dinerborden, dessertbordjes en soepborden of -koppen naar rato van het aantal slaapplaatsen;4) minstens twee eierdopjes;5) een broodmes, een aardappelmesje en een brood- of vleessnijplank;6) een blikopener, een kurkentrekker, een flesopener en een keukenschaar;7) een soeplepel en een pollepel;8) minstens drie kookpotten met deksel, een pan en een vergiet;9) een elektrisch koffiezetapparaat.9. De vakantiewoning beschikt over een eetgedeelte met minstens een stoel of een vergelijkbare zitgelegenheid per slaapplaats en een bijpassende tafel.De stoel wordt niet als een zitplaats als vermeld in punt 5, gerekend. 10. De vakantiewoning beschikt over een eigen bad- en toiletgelegenheid.Die bad- en toiletgelegenheid bevindt zich in de vakantiewoning.
Minstens één badgelegenheid van de vakantiewoning wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte van de vakantiewoning. Die badgelegenheid beschikt minstens over de volgende voorzieningen: a) in de ruimte waar de badgelegenheid ligt, kan een raam of een rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem;b) als de ruimte van de badgelegenheid een raam heeft, is er, in voorkomend geval, een voorziening om inkijk te voorkomen;c) een bad of een douche met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water.Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening. De douche is voorzien van een douchegordijn of een vergelijkbare voorziening; d) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water;e) een wastafelspiegel met elektrische wastafelverlichting.In de buurt van de wastafelspiegel bevindt zich minstens één vrij stopcontact; f) een voorziening om toiletartikelen of een toilettas te plaatsen bij de wastafel;g) handdoekhouders of handdoekhaken;h) een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening. Iedere ruimte in de vakantiewoning met een badgelegenheid voldoet aan de voorwaarden, vermeld in punt a), b) en c), van de tweede paragraaf.
Iedere toiletgelegenheid in de vakantiewoning voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) de toiletgelegenheid beschikt minstens over een toilet met bril en waterspoeling en een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening.b) in de toiletgelegenheid kan een raam of een rooster worden geopend, of is er een luchtverversingssysteem geïnstalleerd;c) de toiletgelegenheid is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte.De toiletgelegenheid kan zich in dezelfde ruimte bevinden als de badgelegenheid. In dat geval volstaat één vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening. 11. Voor elk verblijf van een of meer toeristen wordt de vakantiewoning gereinigd en gelucht. De vakantiewoning beschikt minstens over de volgende schoonmaakvoorzieningen: a) een stofblik, een handborstel en een borstel;b) een emmer en een dweil;c) een vloertrekker;d) een stofzuiger.12. Aan een ruimte of een gedeelte van de vakantiewoning kunnen verschillende functies worden toegekend.Met uitzondering van de zitplaatsen, vermeld in punt 5, die kunnen worden omgevormd tot een slaapgelegenheid, voldoet de ruimte of het gedeelte aan de gestelde voorwaarden van elk van de verschillende functies die aan die ruimte of dat gedeelte ervan worden toegekend.
Elke ruimte of een gedeelte ervan in de vakantiewoning is zo geconcipieerd en uitgerust dat de functie die aan de ruimte of het gedeelte ervan is toegekend, er naar behoren uitgeoefend kan worden. 13. De exploitant van de vakantiewoning of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf bereikbaar tijdens de kantooruren. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 5 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 10, waaraan een kamergerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming A. terminologie 1. hostel: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming hostel of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming B.openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. De uitbating van de hostel en de hostelvoorzieningen worden centraal beheerd.2. De hostel beschikt over een visueel afgescheiden ruimte of een bureau of balie met voldoende privacy die dienst doet als receptie. Aan de receptie worden goed zichtbaar en duidelijk de openingsuren van de receptie geafficheerd. In voorkomend geval mag de receptie gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar. Aan de receptie wordt geafficheerd hoe de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, bereikt kan worden. 3. De logerende toeristen worden ontvangen door de exploitant of door de persoon die daarvoor is aangesteld.4. De hostel beschikt over een aantal gemeenschappelijke slaapruimtes met minstens vier slaapplaatsen.In deze gemeenschappelijke slaapruimtes kunnen logerende toeristen een individueel bed of een vergelijkbare voorziening huren. Deze gemeenschappelijke slaapruimtes kunnen door verschillende onafhankelijk van elkaar logerende toeristen worden gedeeld. De overige slaapruimtes van de hostel mogen in hun totaliteit worden aangeboden en verhuurd aan logerende toeristen.
Iedere ruimte met slaapgelegenheid heeft een eigen ingang die afsluitbaar is voor de toeristen die erin logeren. De ruimtes worden aan de buitenkant op of nabij de eigen ingang uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.
De logerende toeristen hebben gedurende hun verblijf permanent toegang tot de ruimte met hun slaapgelegenheid. 5. De exploitatie beschikt over een permanente installatie om iedere ruimte met slaapgelegenheid en de ruimten die voor toeristen toegankelijk zijn, in de exploitatie te kunnen verwarmen tot ten minste 20 ° C.6. Iedere ruimte met slaapgelegenheid in de hostel beschikt over voldoende algemene elektrische verlichting.Een verlichtingsschakelaar bevindt zich bij de ingang van de ruimte. 7. Iedere ruimte met slaapgelegenheid voldoet minstens aan de volgende voorwaarden: a) ze beschikt over natuurlijke verlichting, al dan niet rechtstreeks, via een doorzichtig raam of een dakvenster.De ramen in de ruimte beschikken over overgordijnen of een vergelijkbare voorziening om de ruimte te verduisteren; b) de ruimte bevat minstens een of meer bedden, naar rato van het aantal slaapplaatsen, met een matras en een matrasbeschermer, een kussen en bijbehorend beddengoed.Ook een stapelbed, een divanbed, een zetelbed, een onroerend opklapbed, een bedkast of een vergelijkbare voorziening worden, als ze als dusdanig worden aangeboden op de toeristische markt, als een bed en een slaapplaats beschouwd.
Stapelbedden zijn bovenaan voorzien van een randbeveiliging. Als meer dan twee stapelbedden met de lange zijden tegen elkaar geplaatst zijn, beschikt elk stapelbed over een ladder aan de korte zijde van het bed.
Ladders, vastgemaakt aan of geplaatst tegen stapelbedden, moeten altijd zo geïnstalleerd zijn dat de evacuatie van de personen, zowel uit de onderste als uit de bovenste bedden, niet gehinderd wordt. 8. De hostel beschikt minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen: a) een toilet met bril, waterspoeling en (reserve)toiletpapier per acht slaapplaatsen.Ieder toilet is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. Bij de damestoiletten is er in de toiletruimte een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening aanwezig; b) een douche of bad met voortdurend beschikbaar warm stromend water per acht slaapplaatsen.Iedere douche of bad is ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere douche- of badruimte zijn minstens twee kledinghaakjes aanwezig. Het bad is voorzien van een afvoerstop of een vergelijkbare voorziening; c) een wastafel met voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water per acht slaapplaatsen.In de ruimte waar een of meer wastafels staan, is er een wastafelspiegel, een vrij stopcontact en een vuilnisbakje of een vergelijkbare voorziening aanwezig.
De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen kunnen zowel voorkomen in de ruimtes met slaapgelegenheid als in een gemeenschappelijke ruimte in de hostel.
In de ruimte waar een of meer gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen aanwezig zijn, kan een raam of rooster worden geopend of is er een luchtverversingssysteem. 9. De logerende toeristen krijgen een ontbijt aangeboden in de hostel. De hostel beschikt daarvoor over een gemeenschappelijke ontbijtruimte met voldoende zitplaatsen en bijpassende tafels. 10. De hostel beschikt over een gemeenschappelijke ruimte waar de logerende toeristen elkaar kunnen ontmoeten.Die ruimte mag toegankelijk zijn voor derden. In die ruimte mag ook het ontbijt worden aangeboden. 11. Minstens bij de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte van de hostel is er draadloos internet beschikbaar voor de logerende toeristen.12. De hostel beschikt over een individuele bagagekluis of locker per slaapplaats waarin de logerende toeristen veilig hun bagage of waardevolle eigendommen kunnen bewaren.De bagagekluizen of lockers kunnen zowel voorkomen in de ruimte met slaapgelegenheid als in een gemeenschappelijke ruimte in de hostel. 13. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over de volgende diensten: a) de ontbijttijden;b) de aankomst- en vertrektijden;c) de voorzieningen en services die worden aangeboden en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen. Bij de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte van de hostel is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 6 Openings- en uitbatingsvoorwaarden waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen als vermeld in artikel 6 A. terminologie 1. verblijf: een verplaatsbaar of niet-verplaatsbaar verblijf 2.plaats: een plaats op een terreingerelateerd logies als vermeld in artikel 1, 5°, van dit besluit. Iedere plaats wordt ingedeeld in een van de plaatsen, vermeld in punt 3 tot en met 7 3. verblijfplaats: een gedeelte van het terrein waarop door toeristen langer dan zes opeenvolgende maanden kan worden gekampeerd of verbleven in verplaatsbare of niet-verplaatsbare verblijven, of dat daarvoor bestemd of ingericht is 4.toeristische kampeerplaats: een gedeelte van het terrein dat uitsluitend wordt gebruikt door toeristen op doorreis met hun eigen verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, met uitzondering van een stacaravan. De toeristische kampeerplaats wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn openluchtrecreatief verblijf van de toeristische kampeerplaats 5. seizoensplaats: een gedeelte van het terrein dat uitsluitend wordt gebruikt door toeristen op doorreis met hun eigen verplaatsbaar openluchtrecreatief verblijf, met uitzondering van een stacaravan.De seizoensplaats wordt voor maximaal zes opeenvolgende maanden aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn openluchtrecreatief verblijf van de seizoensplaats 6. camperplaats: een gedeelte van het terrein dat dient als standplaats voor uitsluitend campers die als overnachtingsgelegenheid worden gebruikt.De camperplaats wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn camper van de camperplaats 7. plaats op de tentenweide: een gedeelte van het terrein waarop uitsluitend tenten worden toegestaan.De plaats op de tentenweide wordt voor maximaal 31 opeenvolgende dagen aan dezelfde toerist aangeboden. Op het einde van die periode of, als de periode korter is, op het einde van zijn verblijf verwijdert de toerist zijn tent van de tentenweide B. openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. De exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, stellen de toerist minstens de volgende gegevens en informatie ter beschikking op een informatiebord nabij de ingang van het terrein: a) een plattegrond van het terrein die, in voorkomend geval, minstens de volgende informatie bevat: 1) de situering met nummering van de plaatsen op het terrein;2) het wegennet;3) de dienstgebouwen op het terrein;4) de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen en de wasbakken voor vaat en linnen;5) de publieke watertappunten, de publieke lozingspunten voor afvalwater en de lozingspunten voor de chemische toiletten;6) de zones voor sport, spel en recreatie op het terrein;7) de parkeerplaatsen voor bezoekers en de voorbehouden parkeerplaatsen voor de logerende toeristen;8) de verzamelplaats voor afval;9) de plaats waar de brandweervoorzieningen zijn opgesteld;b) de naam en de contactgegevens van de exploitant.Als de exploitant een rechtspersoon is, worden ook de naam en de contactgegevens vermeld van de natuurlijke persoon die belast is met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies; c) de contactgegevens van Toerisme Vlaanderen, met de vermelding dat Toerisme Vlaanderen de bevoegde instantie is waarbij verdere informatie verkregen kan worden over de reglementering over de exploitatie van een toeristisch logies en waarbij, in voorkomend geval, de toerist daarover een klacht kan indienen. De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar. 2. Iedere verblijfplaats, toeristische kampeerplaats, seizoensplaats en camperplaats op het terrein wordt uniek en goed zichtbaar aangeduid met een nummer, een naam, een letter of een symbool.3. De verblijfplaatsen, de toeristische kampeerplaatsen, de seizoensplaatsen en de verblijven op die plaatsen voldoen aan de volgende voorwaarden: a) de oppervlakte van de plaats bedraagt minstens 80 m².Minstens de hoekpunten van de plaats worden als afbakening van de plaats aangegeven.
Voor een zone op het terrein waarin uitsluitend verblijven voorkomen die door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, worden aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende nachten, mag afgeweken worden van de afbakening per plaats. De oppervlakte van die zone bedraagt minstens 80 m² per verblijf binnen die zone. b) de bezetting van de plaats door de verticale projectie van alle constructies boven het maaiveld is beperkt tot maximaal 50% van de oppervlakte van de plaats;c) op minstens 25% van de oppervlakte van de plaats zijn verhardingen, zelfs in niet-duurzame materialen, zoals kiezel, grind of een vergelijkbaar materiaal, niet toegestaan;d) de plaatsen behouden een proper en onderhouden uitzicht;e) op elke plaats mag maar één verblijf worden geplaatst.De exploitant van het terrein of de persoon die daarvoor is aangesteld, kan de plaatsing toestaan, naast het verblijf, van twee aanvullende losstaande tenten die bestemd zijn voor overnachting; f) de verplaatsbare verblijven op de plaatsen blijven verplaatsbaar door het ontwerp en de bestemming ervan.Andere aanbouwen dan de voortent, de achtertent, de luifel, het verhoogde terras en de treden en trappen voor de toegang zijn verboden aan het verblijf. In voorkomend geval zijn de voortent, de achtertent, de luifel en de treden en trappen voor de toegang tot het verblijf eenvoudig wegneembaar en staan ze de verplaatsbaarheid van het verblijf niet in de weg; g) op de plaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één voortent, één achtertent, één luifel en één partytent met dak en wanden in zeil.In voorkomend geval geldt een dergelijke partytent als een aanvullende tent die bestemd is voor overnachting als vermeld in punt e); h) op de plaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één tuinhuisje of berghok dat daarvoor bestemd is, of één berging of bergtent die daarvoor bestemd is. De bergingen op het terrein voldoen aan de volgende voorwaarden: 1) de berging heeft een maximale oppervlakte van 7 m²;2) er zijn op het terrein maximaal drie types van bergingen.Ieder type van berging is eenvormig op het vlak van bouwvorm, materiaal, uitzicht en kleur; 3) een berging wordt niet aan het verblijf worden verbonden of gekoppeld.De berging heeft geen aanbouw.
Op de verblijfplaatsen op het terrein wordt de plaatsing toegestaan van een bijkomende losstaande berging in kunststof met een maximale hoogte van 60 cm en maximale inhoud van 320 l. In die berging mogen geen gasflessen worden geplaatst.
Als de berging op de plaats wordt ingericht als privaat sanitair, wordt de plaatsing toegestaan van: 1) een aanvullende bergtent die daarvoor bestemd is, met een maximale oppervlakte van 5 m²;2) een aanvullende losstaande berging die daarvoor bestemd is, voor de gasflessen waarvan de grootte beperkt wordt tot de grootte van twee gasflessen.In dat geval wordt ook de maximale grootte van de berging voor de gasflessen, vermeld in punt i), beperkt tot twee gasflessen; i) op de verblijfplaatsen en seizoensplaatsen wordt de plaatsing toegestaan van één daarvoor bestemde losstaande berging voor de gasflessen.De maximale grootte van de berging voor de gasflessen is beperkt tot de grootte van vier gasflessen. In de bergingen voor de gasflessen mogen geen andere materialen opgeborgen worden. De bergingen voor gasflessen zijn bovenaan en onderaan voorzien van een gleuf of rooster voor verluchting. De bergingen mogen alleen gesloten worden als de gleuf bovenaan de mogelijkheid biedt om de gasflessen dicht te draaien; j) op de verblijfplaatsen, toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen en camperplaatsen mogen maximaal vier gasflessen voorkomen.Hieronder vallen zowel de gebruikte flessen, de reserveflessen als de lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op de plaatsen, zowel leeg als gevuld met gas, is beperkt tot 200 liter; k) de afmetingen van de treden, de toegangshelling en de trappen met trapleuning voor de toegang tot het verblijf, andere dan de verhoogde terrassen, zijn beperkt tot de strikte functie ervan.4. De toeristische kampeerplaatsen en de camperplaatsen op het terrein worden gegroepeerd in clusters van minstens vier.5. Iedere camperplaats op het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden: a) de afmeting van de camperplaats bedraagt minstens 8 x 3 meter. Minstens de hoekpunten van de plaats worden als afbakening van de plaats aangegeven; b) de maximaal toegestane bezetting van de camperplaats is beperkt tot de grootte van de camper en, in voorkomend geval, zijn luifel;c) de camperplaatsen en de wegen op het terrein naar de camperplaatsen hebben een draagvermogen van minstens 4 ton;d) op de camperplaats mogen maximaal vier gasflessen voorkomen. Hieronder vallen zowel de gebruikte flessen, de reserveflessen als de lege flessen. De gezamenlijke waterinhoud van de gasflessen op de plaats, zowel leeg als gevuld met gas, is beperkt tot 200 liter;
Een terrein dat uitsluitend bestaat uit maximaal negen camperplaatsen, mag zijn terreinafbakening beperken tot de afbakening van de camperplaatsen. 6. Een tentenweide op het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden: a) ze heeft een oppervlakte van minstens 150 m².Minstens de hoekpunten van de tentenweide worden als afbakening van de tentenweide aangegeven; b) op de tentenweide worden alleen tenten toegestaan met een maximale oppervlakte van 10 m²;c) het maximaal toegelaten aantal tenten op de tentenweide wordt als volgt berekend: het verkregen quotiënt wordt afgerond naar het lagere natuurlijke getal: toegelaten aantal tenten op de tentenweide = oppervlakte tentenweide/30 m2 d) voor georganiseerde groepen kampeerders onder toezicht van een of meer begeleiders kan door de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, worden afgeweken van de vermelde toegestane maximumoppervlakte per tent.In dat geval wordt het equivalent van het aantal ingenomen plaatsen op de tentenweide door die tent als volgt berekend: het verkregen quotiënt wordt afgerond naar het hogere natuurlijke getal: aantal ingenomen plaatsen op de tentenweide = oppervlakte tent ( > 10 m2)/10 m2 e) op de tentenweide worden geen auto's toegelaten.7. Het terrein beschikt minstens over de volgende gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen: a) 8% toiletten met bril, waterspoeling en toiletpapier, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein.Ieder toilet wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere toiletruimte is minstens één kledinghaakje aanwezig en bij de damestoiletten is er een vuilnisbakje met deksel, een pedaalemmer of een vergelijkbare voorziening aanwezig; b) 3% douches met voortdurend beschikbaar warm stromend water, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein.Iedere douche wordt ondergebracht in een individueel afsluitbare ruimte. In iedere doucheruimte zijn minstens twee kledinghaakjes aanwezig; c) 8% wastafels met voortdurend beschikbaar stromend water, in verhouding tot het aantal plaatsen op het terrein.Iedere wastafel is voorzien van een wastafelspiegel en minstens één kledinghaakje.
Minstens 10% van de wastafels beschikt over voortdurend beschikbaar warm en koud stromend water. Minstens 50% van de wastafels beschikt over een vrij stopcontact; d) één wasbak voor vaatwerk met voortdurend beschikbaar warm stromend water.De wasbakken voor vaatwerk worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram; e) één wasbak voor wasgoed met voortdurend beschikbaar warm stromend water.De wasbakken voor wasgoed worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram.
De volgende plaatsen worden in mindering gebracht bij de berekening van de verplichte gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op het terrein: a) de plaatsen die op of nabij de plaats beschikken over een private sanitaire unit waarin een toilet, een douche en een wastafel voorkomt;b) de verblijfplaatsen die aangelegd en uitsluitend voorbehouden zijn voor stacaravans, die beschikken over een individuele rechtstreekse wateraansluiting en die aangesloten zijn op het interne rioleringsnet;c) de verblijfplaatsen waarop een niet-verplaatsbaar verblijf voorkomt dat beschikt over een toilet, een douche en een wastafel in het verblijf;d) camperplaatsen. Als het terrein uitsluitend bestaat uit plaatsen als vermeld in punt a) tot en met d), hoeft het over geen van de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen, vermeld in de eerste paragraaf van dit punt, te beschikken. De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen op het terrein: a) zijn in voldoende mate verdeeld voor mannen en vrouwen.Wanneer slechts één toilet, douche of wastafel aanwezig is op het terrein, moet niet voldaan worden aan deze verplichting. De sanitaire voorzieningen en, in voorkomend geval, de verdeling wordt goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram; b) worden ondergebracht in een of meer gesloten en overdekte gebouwen of overdekte constructies.De gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen zijn rechtstreeks van buitenaf toegankelijk; c) zijn tijdens het hoogseizoen voor de logerende toeristen permanent toegankelijk en voldoende verlicht.Tijdens het laagseizoen kan een gedeelte van de sanitaire voorzieningen worden gesloten naargelang van de bezetting van het terrein; d) de gemeenschappelijke sanitaire voorzieningen worden 's nachts voldoende elektrisch verlicht.8. Als niet iedere plaats op het terrein beschikt over een individuele drinkwateraansluiting, beschikt het terrein over een of meer publieke watertappunten met voortdurend beschikbaar drinkbaar water.Die watertappunten hebben minstens één kraan. Er bevindt zich op het terrein een dergelijk publiek watertappunt op maximaal 100 meter van iedere plaats die niet beschikt over een individuele drinkwateraansluiting.
Bij alle watertappunten op het terrein die ondrinkbaar water leveren, wordt er een goed zichtbare en duidelijke waarschuwing of een goed zichtbaar en duidelijk pictogram aangebracht dat het om ondrinkbaar water gaat. 9. Als niet iedere plaats op het terrein aangesloten is op het interne rioleringsnet, beschikt het terrein over een of meer publieke lozingspunten voor afvalwater.Die lozingspunten worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram. Er bevindt zich op het terrein een dergelijk lozingspunt op maximaal 100 meter van iedere plaats die niet beschikt over een individuele aansluiting op het interne rioleringsnet. 10. Ieder terrein waarop een of meer toeristische kampeerplaatsen, seizoensplaatsen of camperplaatsen voorkomen, of waarop niet alle verblijven op een verblijfplaats zijn aangesloten op het interne rioleringsnet, beschikt over minstens één lozingspunt voor chemische toiletten.De lozingspunten voor chemische toiletten zijn voorzien van een waterspoeling met slang. De lozingspunten voor chemische toiletten op het terrein worden goed zichtbaar en duidelijk aangeduid met een pictogram. Een lozingspunt voor chemische toiletten wordt ook gerekend als een publiek lozingspunt voor afvalwater als vermeld in punt 9. 11. De verblijfplaatsen en seizoensplaatsen op het terrein beschikken over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 4 ampère. Minstens 50% van het aantal toeristische kampeerplaatsen op het terrein beschikt over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 4 ampère. Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting. 12. Ieder terrein met meer dan negen plaatsen beschikt over een goed zichtbaar en duidelijk aangeduide verzamelplaats voor afval.Minstens worden papier en karton, glas en restafval gescheiden verzameld. Als de verzamelplaats niet permanent toegankelijk is, worden aan de ingang de openingstijden geafficheerd.
Terreingerelateerde logies met minder dan tien plaatsen beschikken over een of meer vuilnisbakken van voldoende grootte. 13. De niet-verplaatsbare verblijven op het terrein die door het centrale beheer worden aangeboden op de toeristische markt, voldoen minstens aan de openings- en uitbatingsvoorwaarden en aan de specifieke brandveiligheidsnormen die van toepassing zijn op een kamergerelateerd logies.14. Het terreingerelateerde logies beschikt over een attest of een document waaruit blijkt dat de exploitatie ligt in een gebied waarvan de planologische bestemming de exploitatie en het gebruik van het terrein toelaat.Toerisme Vlaanderen stelt daarvoor een modelformulier ter beschikking. 15. Het toeristische logies wordt door de exploitant en de personen die belast zijn met het dagelijkse of feitelijke bestuur van het toeristische logies, waarheids- en realiteitsgetrouw aangeboden op de toeristische markt. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 7 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 11, waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen A. terminologie 1. camping: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camping, kampeerterrein of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen B.openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. De camping beschikt over een functionele en duidelijk zichtbaar aangeduide receptie of automatische check-in.Aan de toegang van de receptie worden goed zichtbaar en duidelijk de openingsuren van de receptie geafficheerd. In voorkomend geval mag de receptie of de check-in gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
Aan de receptie of de check-in wordt geafficheerd hoe de exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, bereikt kan worden. 2. Het terrein beschikt over minstens dertig toeristische kampeerplaatsen of minstens 15% van de plaatsen op het terrein is een toeristische kampeerplaats. Hoogstens een derde van die noodzakelijke toeristische kampeerplaatsen mag vervangen worden door: a) verblijfplaatsen waarop een verblijf voorkomt dat door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, wordt aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende dagen;b) camperplaatsen;c) plaatsen op de tentenweide, waarbij in vijf plaatsen op de tentenweide het equivalent zijn van één toeristische kampeerplaats.3. Minstens 85% van het aantal toeristische kampeerplaatsen op het terrein beschikt over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 6 ampère.Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting. 4. De camping beschikt vanaf 1 januari 2019 over een speciaal daarvoor ingerichte en met een pictogram aangegeven verharde plaats voor drinkwaterbevoorrading en verwijdering van afvalwater van campers.5. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over: a) de aankomst- en vertrektijden;b) de voorzieningen en services die worden aangeboden op de camping (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen. In de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte op de camping, is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving. 6. De camping beschikt over een eigen website met actuele informatie over de camping, informatie over de ligging van het terrein en realistische en actuele foto's van de camping. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 8 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 12, waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen A. terminologie 1. camperterrein: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming camperterrein, camperpark, kampeerautoterrein, kampeerautopark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van een van die benamingen B.openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. Het terrein bestaat uitsluitend uit camperplaatsen.2. Ieder camperterrein met meer dan negen camperplaatsen beschikt vanaf 1 januari 2019 over een speciaal daarvoor ingerichte en met een pictogram aangegeven verharde plaats voor drinkwaterbevoorrading en verwijdering van afvalwater van campers.3. Op een camperterrein met meer dan negen camperplaatsen beschikt vanaf 1 januari 2019 minstens 50 % van het aantal plaatsen op het terrein over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 6 ampère.Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting. 4. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over: a) de aankomst- en vertrektijden;b) de voorzieningen en services die worden aangeboden op het terrein (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS
Bijlage 9 Bijkomende openings- en uitbatingsvoorwaarden als vermeld in artikel 13, waaraan een terreingerelateerd logies moet voldoen dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming A. terminologie 1. vakantiepark: een toeristisch logies dat op de toeristische markt wordt aangeboden met de benaming vakantiepark of een afgeleide benaming, term, vertaling of schrijfwijze van die benaming B.openings- en uitbatingsvoorwaarden 1. Het vakantiepark beschikt over een functionele en duidelijk zichtbaar aangeduide receptie of een balie met voldoende privacy die dienst doet als receptie.Aan de toegang van de receptie worden goed zichtbaar en duidelijk de openingsuren van de receptie geafficheerd.
In voorkomend geval mag de receptie gecombineerd worden voor verschillende toeristische logiezen.
De receptieservice van het vakantiepark is permanent telefonisch bereikbaar, zowel voor de logerende toeristen als voor externen.
De exploitant of de persoon die daarvoor is aangesteld, is voor de logerende toeristen gedurende het verblijf permanent bereikbaar. 2. Alle diensten op het terrein worden verzorgd door personeel dat herkenbaar is (bijvoorbeeld door hun kledij of een badge).3. Het terrein voldoet aan de volgende voorwaarden: a) op minstens 70% van het totale aantal plaatsen op het terrein komt een verblijf voor dat door de exploitant van het terrein, hetzij via bemiddeling, hetzij op zelfstandige basis, wordt aangeboden aan dezelfde toeristen voor niet meer dan 31 opeenvolgende dagen;b) maximaal 30% van het totale aantal plaatsen op het terrein is een toeristische kampeerplaats, een seizoensplaats, een camperplaats of een plaats op de tentenweide (waarbij vijf plaatsen op de tentenweide het equivalent vormen van één plaats).4. Als er in het vakantiepark toeristische kampeerplaatsen of camperplaatsen voorkomen, worden die plaatsen gegroepeerd op het terrein in een of meer zones waar er geen verblijfplaatsen zijn.5. Als er in het vakantiepark toeristische kampeerplaatsen voorkomen, beschikt minstens 85% van die plaatsen op het terrein over een individuele elektriciteitsaansluiting met een stroomlevering van minstens 6 ampère.Die plaatsen bevinden zich op maximaal 50 meter van de elektriciteitsaansluiting. 6. De logerende toeristen krijgen minstens informatie over: a) de aankomst- en vertrektijden;b) de voorzieningen en services die worden aangeboden in het vakantiepark (inclusief de voorzieningen en services op verzoek) en, in voorkomend geval, de openingstijden van die voorzieningen. Bij de receptie of in een andere gemeenschappelijke ruimte in het vakantiepark is er informatie beschikbaar over het toeristische aanbod in de omgeving. 7. Het vakantiepark beschikt over een eigen website met actuele informatie over het park, informatie over de ligging van het terrein en realistische en actuele foto's van het vakantiepark. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 17 maart 2017 tot uitvoering van het decreet van 5 februari 2016 houdende het toeristische logies.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Mobiliteit, Openbare Werken, Vlaamse Rand, Toerisme en Dierenwelzijn, B. WEYTS