gepubliceerd op 21 april 2017
Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011 betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap wat betreft de nieuwe beschermingsstatus ingevoerd bij de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, en wat betreft de invoering van de persoonsvolgende financiering, ingevoerd bij het decreet van 25 april 2014
17 MAART 2017. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap wat betreft de nieuwe beschermingsstatus ingevoerd bij de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, en wat betreft de invoering van de persoonsvolgende financiering, ingevoerd bij het decreet van 25 april 2014
DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, artikel 6, § 1, artikel 9, tweede lid, gewijzigd bij de decreten van 20 april 2016 en 29 juni 2016, artikel 10, § 1, vierde lid en artikel 11;
Gelet op het decreet van 7 mei 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/05/2004 pub. 11/06/2004 numac 2004035909 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, artikel 8, 2° en 12°, gewijzigd bij het decreet van 25 april 2014;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 november 2016;
Gelet op advies 60.698/1 van de Raad van State, gegeven op 23 januari 2017, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.In artikel 1 van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/01/2015 pub. 05/03/2015 numac 2015035158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving naar aanleiding van de overdracht van taken van het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie aan het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 2° wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "2° besluit van 26 februari 2016 FAM: het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van flexibele aanbodcentra voor meerderjarige personen met een handicap;"; 2° er wordt een punt 2° /1 ingevoegd dat luidt als volgt: "2° /1 besluit van 26 februari 2016 MFC: het besluit van de Vlaamse Regering van 26 februari 2016 houdende erkenning en subsidiëring van multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;"; 3° er wordt een punt 2° /2 ingevoegd dat luidt als volgt: "2° /2 besluit van 24 juni 2016: het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 16/08/2016 numac 2016036148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 07/09/2016 numac 2016036142 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten sluiten over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders;"; 4° punt 3° wordt vervangen door wat volgt: "3° collectief overlegorgaan van de voorziening : het orgaan waarbij de gebruikers als groep in overleg treden met de voorziening;"; 5° punt 4° wordt vervangen door volgt: "4° collectieve rechten en plichten: de collectieve rechten en plichten voor voorziening en gebruikers, vermeld in artikel 15;"; 6° er wordt een punt 6° /1 ingevoegd dat luidt als volgt: "6° /1 diensten Ondersteuningsplan: de diensten Ondersteuningsplan vermeld in artikel 2 van het besluit van de Vlaamse Regering van 30 september 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/09/2011 pub. 24/11/2011 numac 2011035898 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor het voortraject van personen met een handicap sluiten betreffende de erkenning en subsidiëring van diensten Ondersteuningsplan en een mentororganisatie voor het voortraject van personen met een handicap;"; 7° in punt 7° worden tussen het woord "persoon" en het woord "die" de woorden "met een handicap" ingevoegd en worden tussen het woord "op" en het woord "ondersteuning" de woorden "rechtstreeks toegankelijke hulp of niet rechtstreeks toegankelijke zorg en" ingevoegd; 8° er wordt een punt 7° /1 ingevoegd dat luidt als volgt: "7° /1 individuele dienstverleningsovereenkomst: de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in artikel 9;"; 9° er wordt een punt 8° /1 ingevoegd dat luidt als volgt: "8° /1 leefkosten: de leefkosten, vermeld in artikel 9, § 3, derde lid;"; 10° punt 10° wordt opgeheven;11° punt 11° wordt opgeheven; 12° punt 13° wordt vervangen door wat volgt: "13° voorziening: de voorzieningen, vermeld in artikel 4;"; 13° er wordt een punt 13° /1 ingevoegd dat luidt als volgt: "13° /1 woonkosten: de woonkosten, vermeld in artikel 9, § 3, eerste lid;".
Art. 2.In artikel 2 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° het eerste lid wordt vervangen door wat volgt; "Als bewindvoering is ingesteld, worden de rechten, vermeld in dit besluit, uitgeoefend door de gebruiker, de bewindvoerder of beiden, overeenkomstig de beschikking van de vrederechter. De persoon met een handicap wordt rekening houdend met zijn mogelijkheden maximaal betrokken bij de uitoefening van die rechten."; 2° in het tweede lid wordt tussen de zinsnede "kan uitoefenen," en het woord "worden" de zinsnede "en er geen bewindvoerder bevoegd is om de gebruiker te vertegenwoordigen," ingevoegd.
Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 4.De bepalingen van dit besluit zijn van toepassing op: 1° voorzieningen die rechtstreeks toegankelijk hulp voor personen met een handicap aanbieden;2° voorzieningen die niet-rechtstreeks toegankelijk zorg en ondersteuning aanbieden;3° de multifunctionele centra voor minderjarige personen met een handicap;4° de diensten Ondersteuningsplan;5° de opvang in crisis- en noodsituaties. HOOFDSTUK 10, - afdeling 1, is ook van toepassing op: 1° de voorzieningen voor vrijetijdszorg;2° de centra voor ontwikkelingsstoornissen;3° de centra voor revalidatie;4° het centraal tolkenbureau;5° de bijstandsorganisaties;6° het steunpunt voor kennisbeheer en netwerkvorming; 7° de instanties die erkend zijn om een multidisciplinair verslag af te leveren, vermeld in artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juli 1991 betreffende de indiening en afhandeling van de aanvraag tot ondersteuning bij het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap.".
Art. 4.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in punt 2°, b), wordt de zinsnede "van hoogstens zeven maal het verschil tussen de wettelijk vastgestelde volledige dagprijs en de verminderde dagprijs" vervangen door de zinsnede "ten bedrage van de vergoeding verschuldigd voor de overeengekomen opzegtermijn, die evenwel niet meer bedraagt dan de vergoeding voor één maand zorg en ondersteuning"; 2° in punt 2°, b), wordt de zin "Als er geen dagprijs verschuldigd is, stelt het agentschap de verbrekingsvergoeding vast en wordt ze opgenomen in het charter van de voorziening;" opgeheven; 3° in punt 2°, c), 1), worden de woorden "het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten";4° in punt 2°, c), 3), wordt de zinsnede "het protocol van verblijf, behandeling" vervangen door de woorden "de individuele dienstverleningsovereenkomst" en worden de woorden "het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten".
Art. 5.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 6.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/01/2015 pub. 05/03/2015 numac 2015035158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving naar aanleiding van de overdracht van taken van het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie aan het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten, wordt het opschrift van hoofdstuk 3 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 3 Overeenkomst tussen gebruiker en voorziening".
Art. 7.In hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 september 2011, 22 februari 2013 en 8 november 2013, wordt het opschrift "Afdeling 1. Protocol van verblijf, behandeling of begeleiding" opgeheven.
Art. 8.Artikel 8 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaams Regering van 22 februari 2013, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 8.§ 1. Voor er tot ondersteuning wordt overgegaan, sluiten de gebruiker en de voorziening een schriftelijke overeenkomst die het volgende bevat: 1° de individuele dienstverleningsovereenkomst;2° de collectieve rechten en plichten. In geval van dringende opvang, wordt de overeenkomst gesloten binnen vijf dagen na de aanvang van de opvang.
Als de wettelijke vertegenwoordiger van jongeren die verwezen werden door de jeugdrechter of een gemandateerde voorziening als vermeld in hoofdstuk 8, afdeling 2 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, weigert de overeenkomst te ondertekenen, registreert de voorziening die weigering, met opgave van de redenen, in een register dat daarvoor is opgesteld. § 2. Als de gebruiker een budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning van het agentschap wil gebruiken om de zorg en ondersteuning te vergoeden, wordt de overeenkomst gesloten onder de opschortende voorwaarde van de controle van de overeenkomst door het agentschap, vermeld in artikel 14, eerste lid van het besluit van 24 juni 2016, of de controle van het beschikbare bedrag door het agentschap, vermeld in artikel 16, tweede lid van het voormelde besluit.".
Art. 9.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 9.§ 1. De individuele dienstverleningsovereenkomst voor de minderjarige gebruiker wordt schriftelijk opgesteld in overleg met de gebruiker, op basis van de noden en mogelijkheden van de gebruiker. De individuele dienstverleningsovereenkomst bevat de gegevens, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
De individuele dienstverleningsovereenkomst wordt opgesteld op basis van de ondersteuningsfuncties, vermeld in artikel 10 van het besluit van 26 februari 2016 MFC. Per vorm van ondersteuning wordt de frequentie en de duur van de ondersteuning bepaald. § 2. De individuele dienstverleningsovereenkomst voor de meerderjarige gebruiker wordt schriftelijk opgesteld in overleg met de gebruiker op basis van de noden en mogelijkheden van de gebruiker. De individuele dienstverleningsovereenkomst bevat de gegevens, vermeld in bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
De individuele dienstverleningsovereenkomst wordt opgesteld op basis van de vormen van ondersteuning, vermeld in artikel 4, 1° van het besluit van 24 juni 2016. Per ondersteuningsfunctie wordt de frequentie en de duur van de ondersteuning bepaald. Op basis van de duur en de frequentie wordt bepaald welke vergoeding verschuldigd is, uitgedrukt in euro of zorggebonden punten.
De meerderjarige gebruiker van niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning betaalt, als bepaald in het besluit van 26 februari 2016 FAM, ofwel de eigen financiële bijdrage ofwel woon- en leefkosten.
De nieuwe meerderjarige gebruiker vanaf 1 januari 2017 betaalt de woon- en leefkosten zoals bepaald in paragraaf 3. Onder nieuwe meerderjarige gebruiker wordt verstaan de persoon met een handicap die nieuw opstart met een persoonsvolgend budget, als bepaald in hoofdstuk 3 van het besluit van 24 juni 2016 of de persoon met een handicap die verandert van voorziening. § 3. Onder woonkosten wordt verstaan de vergoeding voor het gebruik of de huur van een woning, kamer, studio of appartement en eventueel gemeenschappelijke ruimtes die door de gebruiker in het kader van de dienstverlening gebruikt kunnen worden, met inbegrip van de vergoeding voor het gebruik van water, verwarming en elektriciteit en de vergoeding van normale en kleine herstellingen voor deze ruimtes.
De kosten voor aanpassingen aan de infrastructuur die ter beschikking gesteld wordt door de vergunde zorgaanbieder, die uitgevoerd worden met het oog op bijzondere infrastructuurnoden door de aard van de handicap, mogen niet als woonkosten aangerekend worden.
Onder leefkosten wordt verstaan de vergoeding voor het levensonderhoud. Het gaat om de kosten voor: 1° voeding;2° drank;3° onderhoud en schoonmaak van de woning en de gemeenschappelijke ruimtes;4° aansluiting op internet en aansluiting van tv en telefoon;5° was- en strijkservice;6° medicatie;7° verzorgingsproducten;8° kleding;9° vervoer;10° ontspanning;11° abonnementen;12° verzekeringen. Kosten die vergoed worden met een persoonsvolgend budget, kunnen niet ook als woon- en leefkosten worden aangerekend.
De voorziening biedt aan het collectief overlegorgaan transparantie over de principes die aan de basis liggen van de berekeningswijze van de woon- en leefkosten.
De voorziening maakt de woon- en leefkosten en aanpassingen ervan publiek kenbaar en neemt die op in de individuele dienstverleningsovereenkomst. § 4. De voorziening streeft ernaar een maatschappelijk aanvaardbare ondersteuning te verstrekken aan de gebruiker of zijn omgeving.
In het eerste lid wordt verstaan onder maatschappelijk aanvaardbaar: de mate waarin de ondersteuning wordt aangeboden vanuit algemeen aanvaarde maatschappelijke waarden en rechten die vervat liggen in de Belgische Grondwet, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en het Verdrag van de Verenigde Naties van 13 december 2006 inzake de rechten van personen met een handicap. § 5. De voorziening hanteert een beleid dat mogelijk maakt een antwoord te bieden op vragen van de gebruiker om tijdelijk en beperkt meer ondersteuning te bieden.".
Art. 10.Artikel 10 van hetzelfde besluit, opgeheven door het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, wordt opnieuw opgenomen in de volgende lezing: "
Art. 10.Het overleg, vermeld in artikel 9, § 1 eerste lid, en § 2, eerste lid, wordt op een wijze georganiseerd die aan de persoon met een handicap is aangepast. De voorziening maakt daarbij gebruik van de ervaringen en inzichten van de persoon met een handicap.
Bij een conflict tussen de personen, vermeld in artikel 2, of als geen van die personen de rechten, vermeld in dit besluit, willen uitoefenen, behartigt de voorziening in teamoverleg de belangen van de gebruiker.".
Art. 11.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 11.De individuele dienstverleningsovereenkomst wordt verder geconcretiseerd in een handelingsplan voor de persoon met een handicap en de begeleiding. In het handelingsplan wordt concreet ingevuld hoe de verschillende ondersteuningsfuncties van de individuele dienstverleningsovereenkomst zullen uitgevoerd worden.
Het handelingsplan wordt door beide partijen voor akkoord ondertekend en maakt integraal deel uit van de individuele dienstverleningsovereenkomst.
Het handelingsplan wordt op regelmatige tijdstippen geëvalueerd en zo nodig bijgestuurd in overleg met de persoon met een handicap. Het overleg voldoet aan de vereisten, vermeld in artikel 10, eerste lid.
De individuele dienstverleningsovereenkomst bepaalt de frequentie, het tijdstip en de wijze van evalueren van het handelingsplan. De persoon met een handicap kan altijd bijkomend een evaluatie van het handelingsplan vragen. Als wijzigingen van het handelingsplan resulteren in wijzigingen van de duur of frequentie van de verschillende ondersteuningsfuncties van de individuele dienstverleningsovereenkomst, wordt die overeenkomst aangepast.".
Art. 12.In hoofdstuk 3 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 september 2011, 22 februari 2013 en 8 november 2013, wordt het opschrift "Afdeling 2. Individuele dienstverleningsovereenkomst" opgeheven.
Art. 13.Artikel 12 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 30 september 2011 en 8 november 2013, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 12.De belangrijke betrokken derde van de persoon met een handicap heeft een informatierecht en hoorrecht over individuele dienstverleningsovereenkomst en het handelingsplan, bepaald in artikel 11. De voorziening voldoet aan die voormelde rechten op verzoek van de belangrijke betrokken derde en na akkoord van de persoon met een handicap. In het eerste lid wordt verstaan onder een belangrijke betrokken derde: de persoon die de persoon met een handicap heeft aangewezen om hem bij te staan. Die persoon is geen personeelslid van de voorziening.".
Art. 14.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 13.Voor de diensten Ondersteuningsplan moet geen handelingsplan opgesteld worden.
Bij het verlenen van rechtstreeks toegankelijke hulp vermeldt de individuele dienstverleningsovereenkomst de ondersteuning en de wijze waarop de ondersteuning geboden zal worden. Bij het verlenen van rechtstreeks toegankelijke hulp moet er geen handelingsplan opgesteld worden.".
Art. 15.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 14.De voorziening zorgt voor een vlotte overdracht van informatie bij de overgang tussen de verschillende vormen van ondersteuning binnen haar eigen werking.
Als de voorziening niet zelf kan voorzien in bepaalde noden van de gebruiker bij de uitvoering van de individuele dienstverleningsovereenkomst, zoekt ze actief naar samenwerking met derden en zorgt ze voor de continuïteit van de ondersteuning.
De voorziening waarborgt in overleg met de gebruiker een verantwoorde overdracht van relevante informatie over de ondersteuning.".
Art. 16.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 15.Elke voorziening is er toe gehouden de collectieve rechten en plichten op te stellen en aan de gebruiker te overhandigen. De collectieve rechten en plichten omvatten de gegevens, vermeld in bijlage 2, die bij dit besluit is gevoegd.
Voor de toepassing van het eerste lid worden de voorzieningen van eenzelfde inrichtende macht, als één enkele voorziening beschouwd. Als de inrichtende macht dat wenselijk acht, kan ze evenwel voor elk van die voorzieningen afzonderlijk collectieve rechten en plichten opstellen.
De collectieve rechten en plichten waarborgen aan de gebruikers dat hun ideologische, filosofische of godsdienstige overtuiging, hun vrijheid en privacy, hun veiligheid en hun gezondheid geëerbiedigd zullen worden, voor zover de werking van de voorziening en de integriteit van de medegebruikers en personeel niet in het gedrang komen.".
Art. 17.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 16.De collectieve rechten en plichten die de gebruiker voor akkoord en ontvangst tekent, worden bij de overeenkomst, vermeld in artikel 8, gevoegd en maken er een onlosmakelijk deel van uit.
De volledige tekst van de collectieve rechten en plichten wordt na latere wijzigingen aan de gebruikers en hun vertegenwoordigers meegedeeld en is voor hen permanent ter inzage beschikbaar.".
Art. 18.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaams Regering van 30 januari 2015, wordt hoofdstuk 4, dat bestaat uit artikel 17 tot en met 20 opgeheven.
Art. 19.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de woorden "of zijn vertegenwoordiger" worden opgeheven;2° de zinsnede "opvang, begeleiding en behandeling" wordt vervangen door de woorden "zorg en ondersteuning".
Art. 20.Aan artikel 22, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit worden de woorden "of het handelingsplan" toegevoegd.
Art. 21.Artikel 27 van het zelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 27.Voorzieningen die woonondersteuning aanbieden, richten een collectief overlegorgaan op.
In het eerste lid wordt verstaan onder woonondersteuning: de woonondersteuning, vermeld in artikel 4, 1°, a) van het besluit van 24 juni 2016, of een verblijf als vermeld in artikel 10, § 1, 1°, van het besluit van 26 februari 2016 MFC.".
Art. 22.In artikel 28 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 2, derde lid, en paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten";2° in paragraaf 2, zesde lid, worden de woorden "de gebruikersraad" vervangen door de woorden "het collectief overlegorgaan".
Art. 23.In artikel 29 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 wordt punt 1° vervangen door wat volgt: "1° wijzigingen aan de collectieve rechten en plichten;"; 2° aan paragraaf 1 wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt als volgt: "Voor wijzigingen van de woon- en leefkosten is voorafgaand overleg met het collectief overlegorgaan verplicht."; 3° er wordt een paragraaf 5 toegevoegd die luidt als volgt: " § 5.Het collectief overlegorgaan kan, in naam van de gebruikers, klachten die over meer dan één gebruiker gaan, en die de gebruikers niet in persoonlijke naam bij de voorziening willen indienen, schriftelijk indienen bij de leidend ambtenaar met toepassing van artikel 36.".
Art. 24.In artikel 30, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden " het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten".
Art. 25.In artikel 33, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten".
Art. 26.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/01/2015 pub. 05/03/2015 numac 2015035158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving naar aanleiding van de overdracht van taken van het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie aan het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten, wordt het opschrift van hoofdstuk 7 vervangen door wat volgt: "Hoofdstuk 7 Beëindiging van de zorg en ondersteuning".
Art. 27.In artikel 37, paragraaf 1, eerste lid van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° de inleidende zin wordt vervangen door wat volgt: "De voorziening verbindt er zich toe de zorg of ondersteuning van de gebruiker niet eenzijdig te beëindigen, tenzij om een van de volgende redenen:";2° punt 2° wordt opgeheven;3° in punt 3° worden de woorden "het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten";4° in punt 5° wordt de zinsnede "het protocol van verblijf, behandeling of begeleiding" vervangen door de woorden "de individuele dienstverleningsovereenkomst" en worden de woorden "het charter" vervangen door de woorden "de collectieve rechten en plichten".
Art. 28.In artikel 38 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "het ontslag of de" vervangen door de woorden "de eenzijdige";2° in paragraaf 1, eerste lid, worden tussen het woord "de" en het woord "ondersteuning" de woorden "zorg of" ingevoegd;3° in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "het ontslag of de" vervangen door de woorden "de eenzijdige";4° in paragraaf 2, eerste lid, worden tussen het woord "de" en het woord "ondersteuning" de woorden "zorg of" ingevoegd;5° in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "het ontslag of van de" vervangen door de woorden "de eenzijdige";6° in paragraaf 3, eerste lid, worden tussen het woord "de" en het woord "ondersteuning" de woorden "zorg of" ingevoegd;7° in paragraaf 3, tweede lid, worden tussen het woord "de" en het woord "ondersteuning" de woorden "zorg of" ingevoegd.
Art. 29.In artikel 39 van hetzelfde besluit wordt het eerste lid vervangen door wat volgt: "De opzegtermijn voor beëindiging van de schriftelijke overeenkomst bedraagt drie maanden, tenzij bij de opzegging tussen de partijen een kortere termijn overeengekomen wordt.".
Art. 30.Artikel 40 van hetzelfde besluit wordt vervangen door wat volgt: "
Art. 40.Als een van de partijen de vastgestelde of overeengekomen opzeggingstermijn niet respecteert, betaalt die aan de andere partij een verbrekingsvergoeding.
De verbrekingsvergoeding is het equivalent van de vergoeding die verschuldigd zou zijn voor een periode van drie maanden.".
Art. 31.In artikel 43 van hetzelfde besluit worden de woorden "centraal meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag" vervangen door het woord "agentschap".
Art. 32.Artikel 44 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2013, wordt opgeheven.
Art. 33.In artikel 45 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, eerste lid, wordt tussen het woord "kan" en het woord "tijdelijk" het woord "alleen" ingevoegd; 2° in paragraaf 1 wordt het tweede lid vervangen door wat volgt: "Zodra de toestand van de gebruiker doet veronderstellen dat het oorspronkelijk gesteld gedrag zal uitblijven, wordt de tijdelijke afzondering beëindigd."; 3° in paragraaf 2, tweede lid, wordt punt 2° vervangen door wat volgt: "2° de wettelijke vertegenwoordiger of de persoon bepaald met toepassing van artikel 2 van die tijdelijke afzondering op de hoogte gebracht wordt;".
Art. 34.In artikel 51 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "Erkend en gesubsidieerd" vervangen door de woorden "Erkend of vergund"; 2° er wordt een derde lid toegevoegd dat luidt als volgt: "De vermelding, vermeld in het eerste lid, wordt ook opgenomen in elektronische communicatiemiddelen en elektronische media die de gebruikers als doelgroep hebben.".
Art. 35.Artikel 52 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.
Art. 36.In artikel 55, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "zes" vervangen door het woord "drie".
Art. 37.In artikel 56, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt het woord "zes" vervangen door het woord "drie".
Art. 38.In artikel 58, § 2, van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/01/2015 pub. 05/03/2015 numac 2015035158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving naar aanleiding van de overdracht van taken van het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie aan het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten, wordt het woord "zes" vervangen door het woord "drie".
Art. 39.In artikel 59, eerste lid, van hetzelfde besluit worden tussen het woord "erkenning" en het woord "van" de woorden "of vergunning" ingevoegd.
Art. 40.In hetzelfde besluit, het laatst gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 januari 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 30/01/2015 pub. 05/03/2015 numac 2015035158 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de sectorale regelgeving naar aanleiding van de overdracht van taken van het intern verzelfstandigd agentschap Zorginspectie aan het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten, wordt een artikel 59/1 ingevoegd dat luidt als volgt: "
Art. 59/1.Als er ernstige aanwijzingen zijn dat de integriteit van de gebruikers in de context van de geleverde ondersteuning in het gedrang komt en dat bevestigd wordt door de vaststellingen van Zorginspectie, kan de leidend ambtenaar onmiddellijk een maatregel als vermeld in artikel 56, § 2, opleggen.
Als uit vaststellingen van Zorginspectie ernstige afwijkingen, fraude of financieel misbruik blijken of als blijkt dat bedrieglijke gegevens werden doorgegeven, kan de leidend ambtenaar onmiddellijk een maatregel als bepaald in artikel 56, § 2, artikel 57, § 2 of artikel 59, eerste lid, opleggen.".
Art. 41.Bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage 1, die bij dit besluit is gevoegd.
Art. 42.In bijlage 2 bij hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het opschrift wordt het woord "Charter" vervangen door het woord "De" en wordt het getal "17" vervangen door het getal "10";2° in de inleidende zin worden de woorden "Het charter" vervangen door het woord "De";3° aan punt 1° worden de woorden "of vergunning" toegevoegd;4° in punt 6° wordt tussen het woord "tot" en het woord "vergoedingen" het woord "bijkomende" ingevoegd;5° in punt 6° worden de woorden "boven de eventueel verschuldigde dagprijs" opgeheven;6° in punt 16° worden de woorden "het charter" vervangen door het woord "de"; 7° er wordt een punt 17° toegevoegd dat luidt als volgt: "17° de tarieven van de woon- en leefkosten.".
Art. 43.In punt 4°, f), 2), van bijlage 3 bij hetzelfde besluit worden de woorden "de individuele dienstverleningsovereenkomst" vervangen door de woorden "het handelingsplan".
Art. 44.Bij wijze van overgangsmaatregel hebben de voorzieningen die niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning verstrekken aan meerderjarigen de tijd tot 31 december 2017 om het bestaande protocol van verblijf, behandeling en begeleiding en de individuele dienstverleningsovereenkomst te vervangen door de schriftelijke overeenkomst, vermeld in dit besluit.
Bij wijze van overgangsmaatregel geldt het aantal zorggebonden punten, bepaald door het agentschap met toepassing van artikel 22 van het besluit van de Vlaamse Regering van 24 juni 2016Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 16/08/2016 numac 2016036148 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering over de besteding van het budget voor niet-rechtstreeks toegankelijke zorg en ondersteuning voor meerderjarige personen met een handicap en over organisatiegebonden kosten voor vergunde zorgaanbieders type besluit van de vlaamse regering prom. 24/06/2016 pub. 07/09/2016 numac 2016036142 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst, naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten sluiten houdende de transitie van personen met een handicap die gebruikmaken van een persoonlijke-assistentiebudget of een persoonsgebonden budget of die ondersteund worden door een flexibel aanbodcentrum voor meerderjarigen of een thuisbegeleidingsdienst naar persoonsvolgende financiering en houdende de transitie van de flexibele aanbodcentra voor meerderjarigen en de thuisbegeleidingsdiensten, als verantwoording van de besteding van het budget, vermeld in hoofdstuk 6 van het besluit van 24 juni 2016, totdat de voorziening en de gebruiker de schriftelijke overeenkomst, vermeld in artikel 8, gesloten hebben.
De multifunctionele centra kunnen bij wijze van overgangsmaatregel de bestaande overeenkomsten gesloten tussen hen en de gebruiker nog continueren tot dat ook voor de minderjarigen de persoonsvolgende financiering ingevoerd wordt.
Art. 45.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017.
Art. 46.De Vlaamse minister, bevoegd voor de bijstand aan personen, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN
Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap wat betreft de nieuwe beschermingsstatus ingevoerd bij de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, en wat betreft de invoering van de persoonsvolgende financiering, ingevoerd bij het decreet van 25 april 2014 Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap Bijlage 1. - De individuele dienstverleningsovereenkomst De individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in artikel 9 bevat de volgende vermeldingen: 1° de identiteit van de partijen;2° de aanvangsdatum van de ondersteuning en de duur van de overeenkomst.In geval van een proefperiode wordt de duur ervan vermeld; 3° de natuurlijke persoon of rechtspersoon die verantwoordelijk is voor de betaling en de wijze waarop de afrekening en de betaling zal gebeuren, alsook, in voorkomend geval, de betaling van het gevraagde voorschot en de wijze waarop dat voorschot betaald wordt.Dat voorschot kan nooit meer bedragen dan de vergoeding verschuldigd voor een maand zorg of ondersteuning; 4° voor minderjarigen de aard van de ondersteuning, meer bepaald: verblijf, schoolaanvullende dagopvang, schoolvervangende dagopvang, begeleiding, behandeling of diagnostiek uitgedrukt in respectievelijk nachten, dagdelen of uren;5° voor meerderjarigen de aard van de ondersteuning, meer bepaald: woonondersteuning, dagondersteuning, individuele begeleiding of permanentie, met vermelding van duur en frequentie en de respectieve kosten uitgedrukt in euro of personeelspunten;6° de plaats of plaatsen waar de ondersteuning geboden wordt;7° de wijze waarop de voorziening een antwoord zal bieden op vragen van de gebruiker om tijdelijk en beperkt meer ondersteuning te bieden, bepaald in artikel 9, § 5;8° als de gebruiker de wettelijke eigen financiële bijdrage betaalt, een inventaris van de maandelijkse inkomsten van de persoon met een handicap, met een onderscheid tussen arbeidsinkomsten, vervangingsinkomens en andere persoonlijke inkomsten, en als dat voordeliger is voor de gebruiker, de inkomsten van de echtgenoot of wettelijk samenwonende.De wettelijk voorgeschreven persoonlijke bijdrage wordt vastgesteld op basis van die gegevens en wordt samen met het bedrag van het gereserveerde persoonlijk inkomen en in voorkomend geval het bedrag van de socioculturele toelage vermeld in de individuele dienstverleningsovereenkomst; 9° als de gebruiker geen wettelijke eigen financiële bijdrage betaalt: opsomming van de woon- en leefkosten waarover overeenkomst is tussen de gebruiker en de voorziening en die de gebruiker moet betalen;10° de wijze waarop, als dat van toepassing is, de inventaris van de duurzame persoonlijke goederen van de gebruiker binnen de voorziening wordt bijgehouden en geactualiseerd;11° de elementen die aanleiding geven tot een afzonderlijke vergoeding, voor zover die niet vermeld zijn in of afwijken van de collectieve rechten en plichten;12° een verklaring op erewoord van de gebruiker dat hij geen vergoeding voor hulp van derden of ondersteuning door een voorziening heeft ontvangen of dat hij geen aanspraak kan maken op een dergelijke vergoeding.Als de gebruiker een dergelijke vergoeding heeft ontvangen of mogelijk aanspraak op een dergelijke vergoeding kan maken, brengt hij het agentschap en de voorziening daarvan onmiddellijk op de hoogte; 13° als het beheer van gelden of goederen van de gebruiker aan personeelsleden of beheerders van de voorziening wordt toevertrouwd, een rubriek "Beheer van gelden en goederen" in de individuele dienstverleningsovereenkomst, vermeld in artikel 6 van het besluit van de Vlaamse Regering van 15 juni 1994 betreffende het beheer van gelden of goederen van personen met een handicap door beheerders of personeelsleden van voorzieningen bedoeld in het decreet van 27 juni 1990 houdende oprichting van een Vlaams Fonds voor de Sociale Integratie van Personen met een Handicap;14° de wijze waarop de individuele dienstverleningsovereenkomst en handelingsplan kunnen worden aangepast of gewijzigd. Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van houdende wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 4 februari 2011Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 04/02/2011 pub. 08/04/2011 numac 2011201540 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap sluiten betreffende de algemene erkenningsvoorwaarden en kwaliteitszorg van voorzieningen voor opvang, behandeling en begeleiding van personen met een handicap wat betreft de nieuwe beschermingsstatus ingevoerd bij de wet van 17 maart 2013 tot hervorming van de regelingen inzake onbekwaamheid en tot instelling van een nieuwe beschermingsstatus die strookt met de menselijke waardigheid, en wat betreft de invoering van de persoonsvolgende financiering, ingevoerd bij het decreet van 25 april 2014.
Brussel, 17 maart 2017.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, J. VANDEURZEN