gepubliceerd op 25 november 2020
Besluit van de Vlaamse Regering over de aanvullende erkenningsvoorwaarden en de subsidiëringsvoorwaarden van cliëntenorganisaties in de integrale jeugdhulp, vermeld in artikel 45/1 van het decreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp
16 OKTOBER 2020. - Besluit van de Vlaamse Regering over de aanvullende erkenningsvoorwaarden en de subsidiëringsvoorwaarden van cliëntenorganisaties in de integrale jeugdhulp, vermeld in artikel 45/1 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp
Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het
decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
12/07/2013
pub.
13/09/2013
numac
2013035791
bron
vlaamse overheid
Decreet betreffende de integrale jeugdhulp
sluiten betreffende de integrale jeugdhulp, artikel 45/1, § 1, eerste en vierde lid, en § 2, eerste lid, ingevoegd bij het decreet van 21 december 2018.
Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 16 juli 2020. - De Raad van State heeft advies 67.879/1/V gegeven op 28 augustus 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding.
Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° agentschap: het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie, vermeld in artikel 3 van het decreet van 30 april 2004Relevante gevonden documenten type decreet prom. 30/04/2004 pub. 07/06/2004 numac 2004035799 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin sluiten tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Opgroeien regie;2° beleidsplan: een beleidsplan van drie jaar als vermeld in artikel 45/1, § 2, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;3° cliënt: een van de volgende personen: a) een kind dat of een jongere die een beroep doet of gedaan heeft op jeugdhulpverlening;b) een jongere die een beroep doet op de voortgezette jeugdhulpverlening, vermeld in artikel 18, § 3, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;c) een ouder of een opvoedingsverantwoordelijke die een beroep doet of gedaan heeft op jeugdhulpverlening;4° cliëntenforum: het cliëntenforum, vermeld in artikel 45/2 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;5° decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten: het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten houdende de oprichting van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en (Kandidaat)pleegzorgers;6° decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten: het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten betreffende de integrale jeugdhulp;7° minister: Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien. HOOFDSTUK 2. - Erkenning van cliëntenorganisaties Afdeling 1. - Aanvullende erkenningsvoorwaarden
Art. 2.Naast de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 45/1 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, kan een vereniging alleen als cliëntenorganisatie erkend worden als voor minstens de helft van de personen met ervaring als cliënt in de jeugdhulp, vermeld in artikel 45/1, § 1, derde lid, van het voormelde decreet, de jeugdhulpverlening maximaal tien jaar geleden is beëindigd.
Een vereniging kan alleen als cliëntenorganisatie erkend blijven als: 1° ze voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 45/1 van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, en aan de voorwaarden, vermeld in dit besluit;2° de cliëntenorganisatie lid is van de algemene vergadering van het cliëntenforum;3° de cliëntenorganisatie jaarlijks uiterlijk tegen 1 april een verslag indient bij het agentschap waarin ze aantoont dat de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, van het voormelde decreet, worden vervuld. Afdeling 2. - Procedure om de erkenning te verlenen, te verlengen en
op te opheffen Onderafdeling 1. - Procedure om de erkenning te verlenen
Art. 3.De erkenning kan alleen worden verleend als al de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° de vereniging heeft een ontvankelijke aanvraag ingediend als vermeld in artikel 4 van dit besluit;2° de vereniging voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit besluit en in artikel 45/1, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten.
Art. 4.§ 1. Een aanvraag tot erkenning is ontvankelijk als al de volgende voorwaarden vervuld zijn: 1° de vereniging dient de aanvraag per e-mail in bij het agentschap met een aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt;2° het aanvraagdossier bevat al de volgende gegevens en documenten: a) de statuten van de vereniging en eventuele wijzigingen ervan, alsook, als de statuten gewijzigd zijn, een gecoördineerde versie ervan;b) de rechtsgeldige beslissing om de erkenning aan te vragen;c) de samenstelling van de bestuursorganen, waarbij de vereniging via een verklaring op eer verklaart dat ze voldoet aan de erkenningsvoorwaarden over de ervaring als cliënt in de jeugdhulp, vermeld in artikel 45/1, § 1, derde lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten en in artikel 2 van dit besluit;d) de mate waarin de werking van de vereniging steunt op de directe betrokkenheid van de categorieën van personen, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, 1°, a) of b), van het voormelde decreet;e) een beschrijving van de wijze waarop de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, van het voormelde decreet, worden vervuld;f) de datum en de handtekening van de verantwoordelijke van de vereniging. Als een vereniging een erkenning aanvraagt na een weigering van een eerdere aanvraag tot toekenning of verlenging van de erkenning, of na een opheffing van een erkenning, is die aanvraag alleen ontvankelijk als de vereniging, boven op de gegevens en de documenten, vermeld in het eerste lid, bijkomende documenten bezorgt waaruit blijkt dat de reden waarop de voorafgaande weigering of opheffing is gebaseerd, niet langer bestaat. § 2. Nadat het agentschap de aanvraag heeft ontvangen, stuurt het een ontvangstmelding naar de vereniging en beoordeelt het de ontvankelijkheid van de ingediende aanvraag.
Uiterlijk dertig dagen na het verstrijken van de dag vermeld in de ontvangstmelding, brengt het agentschap de vereniging per e-mail op de hoogte of de erkenningsaanvraag ontvankelijk is of niet.
Als de aanvraag niet ontvankelijk is omdat een of meer gegevens of stukken als vermeld in artikel 4, § 1, 2° ontbreken, vraagt het agentschap de ontbrekende gegevens of stukken op. De termijn voor de indiening van de gegevens of stukken bedraagt 15 dagen. Tijdens deze periode wordt de beslissingstermijn geschorst. Als er binnen deze termijn geen gegevens of stukken aan het agentschap worden bezorgd, is de aanvraag onontvankelijk.
Als de aanvraag onontvankelijk is, vermeldt die kennisgeving: 1° de motivering conform artikel 2 van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;2° de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen.
Art. 5.§ 1. Het agentschap onderzoekt de gegrondheid van de aanvraag.
Daarvoor toetst het de aanvraag aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit besluit en in artikel 45/1, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten. Het agentschap kan daarbij rekening houden met de gegevens die blijken uit het dossier, en ook met andere elementen die een gegronde indicatie vormen dat de vereniging niet aan de voorwaarden voldoet of zal kunnen voldoen.
Als het agentschap de intentie heeft om de erkenning te weigeren op basis van een gegronde indicatie als vermeld in het eerste lid, wordt de vereniging gehoord. Dat heeft geen schorsing van de termijn, vermeld in het derde lid, als gevolg.
Uiterlijk vijfenveertig dagen na de kennisgeving over de ontvankelijkheid brengt het agentschap de vereniging per e-mail op de hoogte van zijn beslissing. § 2. De beslissing tot toekenning van de erkenning vermeldt de erkenningsduur en de modaliteiten om een verlenging van de erkenning aan te vragen.
De beslissing tot weigering van de erkenning vermeldt de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen.
Art. 6.§ 1. De vereniging kan tegen de beslissing tot weigering van de erkenning, vermeld in artikel 5, § 2, tweede lid, een bezwaar indienen bij het agentschap.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk als het aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° het is uiterlijk ingediend dertig dagen na de dag waarop de vereniging de beslissing tot weigering van de erkenning heeft ontvangen;2° het is ingediend per e-mail met een formulier dat het agentschap ter beschikking stelt;3° het bevat de volgende gegevens: a) de naam en het adres van de vereniging;b) de motivering van het bezwaar;c) de vermelding of de vereniging gehoord wil worden;d) de datum en de handtekening van de verantwoordelijke van de vereniging. Nadat het agentschap het bezwaarschrift heeft ontvangen, bezorgt het een ontvangstmelding aan de vereniging.
Het agentschap beslist uiterlijk dertig dagen na het verstrijken van de dag vermeld in de ontvangstmelding, over de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift. § 2. Het bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld in of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2007 pub. 21/12/2007 numac 2007037262 bron vlaamse overheid Decreet houdende de oprichting van de Strategische Adviesraad voor het Vlaamse Welzijns-, Gezondheids- en Gezinsbeleid en van een Adviescommissie voor Voorzieningen van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin sluiten.
Als het bezwaar wordt ingewilligd, is artikel 5, § 2, eerste lid, van overeenkomstige toepassing.
Als het bezwaar niet wordt ingewilligd, wordt de beslissing tot weigering van de erkenning met redenen omkleed conform artikel 2 van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen.
Onderafdeling 2. - Procedure om de erkenning te verlengen
Art. 7.De vereniging dient de aanvraag om de erkenning te verlengen per e-mail in bij het agentschap met een aanvraagformulier dat het agentschap ter beschikking stelt, uiterlijk zes maanden voor het verstrijken van de erkenning.
Artikel 3 tot en met 6 zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de beschrijving, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 2°, e), van dit besluit, een rapportage moet zijn over de wijze waarop de vereniging de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, tijdens de lopende erkenningsduur heeft uitgevoerd.
Het agentschap kan bij de beoordeling van de vraag of voldaan is aan de erkenningsvoorwaarden, rekening houden met de gegevens die blijken uit inspecties ter plaatse.
Onderafdeling 3. - Procedure om de erkenning op te heffen
Art. 8.§ 1. Als wordt vastgesteld dat een erkende cliëntenorganisatie een of meer van de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit besluit en in artikel 45/1, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, niet naleeft, kan het agentschap de cliëntenorganisatie per e-mail en met een aangetekende brief aanmanen.
De aanmaning, vermeld in het eerste lid, bevat al de volgende gegevens: 1° de erkenningsvoorwaarden waaraan de cliëntenorganisatie niet voldoet en de motivering waarom het agentschap van mening is dat die voorwaarden niet zijn nageleefd;2° de regularisatietermijn waarin de cliëntenorganisatie moet voldoen aan de voorwaarden, vermeld in punt 1°, die niet langer dan zes maanden kan zijn;3° in voorkomend geval, specifieke voorwaarden die het agentschap oplegt aan de cliëntenorganisatie om te voldoen aan de niet-nageleefde erkenningsvoorwaarden;4° de juridische gevolgen als na afloop van de termijn, vermeld in punt 2°, niet aan de voorwaarden, vermeld in punt 1°, is voldaan;5° de mogelijkheid om op de aanmaning te reageren per e-mail. Als de cliëntenorganisatie binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, 2°, de vastgestelde inbreuken op de erkenningsvoorwaarden niet wegwerkt, kan het agentschap beslissen om de erkenning op te heffen.
Het agentschap brengt de cliëntenorganisatie uiterlijk drie maanden na het verstrijken van de termijn, vermeld in het tweede lid, 2°, per e-mail op de hoogte van de beslissing tot opheffing. De beslissing vermeldt de mogelijkheid om een bezwaarschrift in te dienen. § 2. De vereniging kan tegen de beslissing tot opheffing van de erkenning, vermeld in paragraaf 1, derde lid, een bezwaar indienen bij het agentschap.
Het bezwaarschrift is ontvankelijk als het aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° het is uiterlijk dertig dagen na de dag waarop de vereniging de beslissing tot opheffing van de erkenning heeft ontvangen, ingediend;2° het is ingediend per e-mail met een formulier dat het agentschap ter beschikking stelt;3° het bevat al de volgende gegevens: a) de naam en het adres van de vereniging;b) de motivering van het bezwaar;c) de vermelding of de vereniging gehoord wil worden;d) de datum en de handtekening van de verantwoordelijke van de vereniging. Het agentschap beslist uiterlijk dertig dagen na de dag waarop het het bezwaarschrift heeft ontvangen over de ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.
Het bezwaar wordt behandeld volgens de regels die zijn vastgesteld in of ter uitvoering van hoofdstuk III van het decreet van 7 december 2007. Het bezwaar schorst de uitvoering van de beslissing. Onderafdeling 4. - Erkenningsduur
Art. 9.De erkenning wordt verleend voor drie jaar.
Bij een verlenging van de erkenning wordt de erkenning in afwijking van het eerste lid voor onbepaalde duur verlengd. HOOFDSTUK 3. - Subsidiëring van cliëntenorganisaties Afdeling 1. - Bedrag van de subsidie
Art. 10.Binnen het beschikbare begrotingskrediet kent het agentschap een jaarlijkse subsidie toe van maximaal 375.000 euro per erkende cliëntenorganisatie.
De subsidie, vermeld in het eerste lid, is gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen, die van toepassing is op 1 januari 2020. Afdeling 2. - Subsidievoorwaarden
Art. 11.Een cliëntenorganisatie komt in aanmerking voor subsidiëring als ze voldoet aan al de volgende voorwaarden: 1° de cliëntenorganisatie leeft de erkenningsvoorwaarden na, vermeld in artikel 45/1, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, en de aanvullende erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 2 van dit besluit;2° de cliëntenorganisatie staat open voor elke cliënt, ongeacht de problematiek of sector vanwaaruit die cliënt een beroep doet op jeugdhulpverlening, rekening houdend met de categorieën van personen tot wie de vereniging zich richt;3° de cliëntenorganisatie heeft ervaring en expertise in de uitvoering van al de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;4° de cliëntenorganisatie bouwt haar werking uit in het Nederlandse taalgebied en het tweetalige gebied Brussel-hoofdstad;5° de cliëntenorganisatie heeft, met toepassing van artikel 5, § 1, van het decreet van 17 oktober 2003Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/10/2003 pub. 10/11/2003 numac 2003201693 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen sluiten betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen, een kwaliteitsbeleid dat al de volgende elementen bevat: a) de missie van de cliëntenorganisatie;b) de visie van de cliëntenorganisatie;c) de waarden;d) de te creëren maatschappelijke meerwaarde en de strategische doelstellingen om die meerwaarde te realiseren;6° de cliëntenorganisatie evalueert haar kwaliteitsbeleid, vermeld in punt 5°, en de uitvoering van de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten, op systematische wijze en formuleert daaruit verbeterpunten. Afdeling 3. - Procedure om een subsidie te verlenen
Art. 12.Bij beschikbare begrotingskredieten lanceert het agentschap een oproep voor erkende cliëntenorganisaties om een subsidie aan te vragen.
De oproep wordt op de website van het agentschap bekendgemaakt en wordt naar de erkende cliëntenorganisaties gestuurd.
De oproep bevat al de volgende elementen: 1° een toelichting over de procedure;2° de ontvankelijkheids- en gegrondheidsvoorwaarden, waaronder een verwijzing naar de voorwaarden voor subsidiëring, vermeld in artikel 11 van dit besluit;3° de verplichting om een beleidsplan op te maken, en de verwijzing naar de verplichte gegevens van dat beleidsplan, vermeld in artikel 14 van dit besluit;4° de informatie over de wegingscriteria die toegepast worden om de subsidies toe te kennen en om de rangorde tussen de aanvragers vast te stellen als er meer dan een aanvrager is;5° het aantal erkende cliëntenorganisaties dat gesubsidieerd kan worden;6° de termijn, die minstens dertig dagen bedraagt;7° de wijze van indiening van de aanvraag;8° de beslissingstermijnen. De wegingscriteria, vermeld in punt 4°, hebben minstens betrekking op de verplichte gegevens van het beleidsplan, vermeld in artikel 14. Afdeling 4. - Subsidieaanvraag
Art. 13.Een subsidieaanvraag is ontvankelijk als ze aan al de volgende voorwaarden voldoet: 1° ze is binnen de indieningstermijn die in de oproep is vermeld, ingediend bij het agentschap op de wijze die in de oproep is bepaald;2° ze bevat een dossier dat al de volgende gegevens en documenten bevat: a) de identificatiegegevens van de vereniging;b) de identiteitsgegevens van het bestuur en de directie van de aanvrager;c) de voor- en achternaam, het telefoonnummer, het e-mailadres van de contactpersoon van de aanvrager;d) het machtigingsbewijs om een aanvraag in te dienen;e) de rechtsgeldige beslissing van de vereniging om de subsidie aan te vragen;f) een beleidsplan voor een periode van drie jaar, die start bij het begin van een kalenderjaar, dat de gegevens, vermeld in artikel 14, bevat.
Art. 14.Het beleidsplan bevat al de volgende gegevens: 1° de organisatiespecifieke kenmerken van de vereniging, namelijk: a) de interne organisatiestructuur;b) het aantal beroepskrachten en de gegevens over de inschakeling, de omkadering en de ondersteuning van de vrijwilligers;c) de mate van expertise en de ervaring met de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;2° een omschrijving van de cliënten tot wie de cliëntenorganisatie zich richt en van de acties die ze onderneemt om die cliënten te bereiken;3° een overzicht van de samenwerking met andere organisaties, ook regionale organisaties, die bijdragen aan de versterking van de positie van de cliënt in de jeugdhulpverlening, met inbegrip van de engagementen in het cliëntenforum, of in de ontwikkeling ervan;4° de wijze waarop de vereniging de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, van het voormelde decreet, uitvoert en innovatie in haar werking brengt, met een omschrijving van de operationele doelstellingen met bijbehorende indicatoren;5° de beoogde resultaten, gespecificeerd op Vlaams niveau en per regio;6° de manier waarop de directe betrokkenheid van cliënten bij de opmaak en de uitvoering van het beleidsplan gewaarborgd wordt;7° de manier waarop de vereniging vorm geeft aan het kwaliteitsbeleid, vermeld in artikel 11, 5° en 6°, van dit besluit;8° de begroting voor de volledige periode van het beleidsplan;9° de manier waarop de vereniging voldoet aan de bijkomende voorwaarden, vermeld in de oproep;10° de datum en de handtekening van de verantwoordelijke van de vereniging.
Art. 15.§ 1. Nadat het agentschap de subsidieaanvraag heeft ontvangen, stuurt het een ontvangstmelding naar de cliëntenorganisatie.
Binnen vijftien dagen na het verstrijken van de datum vermeld in de ontvangstmelding, deelt het aan de cliëntenorganisatie mee of de aanvraag ontvankelijk is.
Als de aanvraag niet ontvankelijk is omdat een of meer gegevens of documenten als vermeld in artikel 13, ontbreken, vraagt het agentschap de ontbrekende gegevens of documenten op. De termijn om die gegevens of documenten in te dienen bedraagt vijftien dagen na de dag waarop het agentschap de ontbrekende gegevens of document heeft opgevraagd.
Tijdens die periode wordt de beslissingstermijn geschorst. Als die gegevens of documenten binnen die termijn niet aan het agentschap worden bezorgd, is de aanvraag onontvankelijk. § 2. Als het agentschap aan een of meer cliëntenorganisaties de termijn, vermeld in paragraaf 1, derde lid, voor de indiening van de ontbrekende gegevens of documenten toekent, wordt de beslissingstermijn voor al de aanvragen verlengd met de termijn, vermeld in paragraaf 1, derde lid. Het agentschap brengt al de aanvragers per e-mail op de hoogte van die verlenging.
Art. 16.Het agentschap onderzoekt de gegrondheid van de aanvraag door de aanvraag te toetsen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11, 13 en 14, en aan de voorwaarden, vermeld in de oproep. Het agentschap maakt een rangschikking van de aanvragers op volgens de wegingscriteria, vermeld in de oproep.
Binnen dertig dagen na de laatste kennisgeving aan een cliëntenorganisatie over de ontvankelijkheid, vermeld in artikel 15, § 1, tweede lid, brengt het agentschap de aanvragers per e-mail op de hoogte of de subsidie wordt toegekend of geweigerd.
De subsidiebeslissing die verleend wordt na een oproep als vermeld in artikel 12, wordt verleend voor een termijn van drie jaar.
Art. 17.Als tijdens de looptijd van het beleidsplan de cliëntenorganisatie een wijziging in het beleidsplan wil aanbrengen, dient de organisatie daarvoor bij het agentschap een dossier in waarin die wijziging wordt gesitueerd en gemotiveerd.
Het agentschap beslist over de goedkeuring van de wijziging binnen twee maanden nadat het het dossier heeft ontvangen.
Het agentschap kan zelf ook vragen om wijzigingen in het beleidsplan aan te brengen na overleg met de cliëntenorganisatie. Afdeling 5. - Verlenging van de subsidiëring
Art. 18.Na de eerste subsidiëringsperiode van drie jaar kan de cliëntenorganisatie een verlenging van de subsidiëring aanvragen.
Binnen de beschikbare begrotingskredieten en op voorwaarde dat de organisatie gedurende de vorige subsidietermijn van drie jaar is blijven voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 11, en driejaarlijks een beleidsplan indient, kan de minister een subsidiebeslissing nemen voor een volgende periode van drie jaar. Het agentschap legt de criteria vast om te beoordelen of de voorwaarden, vermeld in artikel 11, zijn vervuld.
De aanvraag tot verlenging van de subsidiebeslissing bevat de gegevens en de documenten, vermeld in artikel 13, en wordt ingediend zes maanden voor de lopende subsidietermijn verstrijkt.
Het agentschap bezorgt de beslissing tot verlenging of tot weigering van de verlenging van de subsidiëringstermijn uiterlijk twee maanden voor de subsidietermijn verstrijkt. Afdeling 6. - Uitbetaling en verantwoording van de subsidie
Art. 19.Het bedrag wordt toegekend voor de werking gedurende een volledig kalenderjaar en wordt verminderd naar rato van de maanden waarin in het jaar in kwestie geen prestaties zijn geleverd.
Art. 20.De subsidie wordt uitbetaald in de volgende schijven: 1° een eerste schijf van 45% wordt uitbetaald in de loop van de maand februari van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;2° een tweede schijf van 45% wordt uitbetaald in de loop van de maand september van het jaar waarop de subsidie betrekking heeft;3° het saldo van 10% wordt uitbetaald na de goedkeuring van de verslagen, vermeld in artikel 21.
Art. 21.§ 1. De cliëntenorganisatie verantwoordt jaarlijks de aanwending van de subsidie in een inhoudelijk verslag en in een financieel verslag waarin de volgende elementen worden aangetoond: 1° welke kosten gemaakt zijn voor de realisatie van de opdrachten, vermeld in artikel 45/1, § 1, tweede lid, van het decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013035791 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de integrale jeugdhulp sluiten;2° welke opbrengsten in het kader van die opdrachten zelf, uit de uitvoering ervan of uit andere bronnen, zijn verworven. De verslagen worden uiterlijk op 1 juli van het jaar dat volgt op het kalenderjaar waarop het betrekking heeft, per e-mail bij het agentschap ingediend. § 2. Het inhoudelijke verslag is een document waarin de stand van zaken van de uitvoering van het beleidsplan wordt beschreven en toegelicht, met inbegrip van een evaluatie van de uitvoering tijdens het afgelopen jaar en een planning voor het lopende jaar. In voorkomend geval worden daarin de wijzigingen in de operationele doelstellingen en in de acties ter uitvoering van die doelstellingen gesitueerd en gemotiveerd. § 3. Het financiële verslag bevat al de volgende elementen: 1° een resultatenrekening waarin alle kosten en opbrengsten van de gesubsidieerde periode zijn opgenomen voor de gesubsidieerde activiteiten.In die resultatenrekening worden ook de eventuele bijkomende subsidies vermeld die de cliëntenorganisatie van de Vlaamse Gemeenschap of andere overheden ontvangt; 2° een balans van activa en passiva;3° een verklaring op erewoord om de erkenningsvoorwaarde, vermeld in artikel 2, eerste lid, te staven;4° een genummerde en gedateerde lijst van de bewijsstukken met telkens het bedrag. De vertegenwoordigers van de vereniging ondertekenen het financiële verslag.
De originele, genummerde en gedateerde bewijsstukken die betrekking hebben op de subsidieperiode en op de uitvoering van de opdrachten, worden voor controle ter beschikking gehouden. § 4. Het agentschap beslist over de goedkeuring van het inhoudelijke verslag en het financiële verslag uiterlijk drie maanden nadat het agentschap de verslagen ontvangen heeft.
Als het agentschap de cliëntenorganisatie vraagt om het dossier te vervolledigen of te wijzigen wat de planning betreft, wordt de termijn van drie maanden, vermeld in het eerste lid, geschorst vanaf de datum van verzending van de vraag tot en met de datum waarop het agentschap de ontbrekende inlichtingen of de wijzigingen heeft ontvangen. § 5. Als het inhoudelijke of het financiële verslag te laat wordt ingediend, wordt 5% afgehouden van de subsidie, vermeld in artikel 10. Afdeling 7. - Opbouw van reserves
Art. 22.Als de cliëntenorganisatie haar subsidie in het jaar waarvoor de subsidie wordt toegekend, niet volledig aanwendt, kan ze met het niet-aangewende gedeelte reserves aanleggen. Ze wendt die reserves aan om het beleidsplan te realiseren.
Maximaal 5% van de jaarlijkse subsidie mag als reserve worden overgedragen naar het volgende jaar. De reserves die in het boekjaar zijn opgebouwd en die meer bedragen dan 5% van de jaarlijkse subsidie, worden voor het bedrag dat 5% van de jaarlijkse subsidie overschrijdt, teruggestort aan de Vlaamse Gemeenschap.
De gecumuleerde reserves die uit de jaarlijkse subsidies zijn opgebouwd, bedragen niet meer dan 10% van de laatst toegekende jaarlijkse subsidie. Als de gecumuleerde reserves op het ogenblik waarop het boekjaar wordt afgesloten, meer bedragen dan 10% van de laatst toegekende jaarlijkse subsidie, wordt het bedrag dat 10% van de jaarlijkse subsidie overschrijdt, teruggestort aan de Vlaamse Gemeenschap. Afdeling 8. - Terugbetaling of opschorting van de subsidies
Art. 23.Als het agentschap een inbreuk overeenkomstig artikel 13 en 14 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten vaststelt, bezorgt het agentschap het voornemen tot terugbetaling of opschorting van de subsidiëring aan de cliëntenorganisatie. Het voornemen bevat de termijn waarin de cliëntenorganisatie haar verweer op nuttige wijze kan bekendmaken. De cliëntenorganisatie kan vragen om gehoord te worden.
Art. 24.Het agentschap bezorgt de beslissing om de subsidies terug te betalen of op te schorten, zo spoedig mogelijk elektronisch en met een aangetekende brief aan de cliëntenorganisatie.
Art. 25.De beslissing tot terugbetaling of opschorting van de subsidie vermeldt al de volgende gegevens: 1° het bedrag waarop de beslissing betrekking heeft;2° de termijn waarin de beslissing wordt uitgevoerd;3° de motivering voor het opleggen van de maatregel ten aanzien van de beslissing conform artikel 2 van de wet van 29 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/07/1991 pub. 18/12/2007 numac 2007001008 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de uitdrukkelijke motivering van de bestuurshandelingen;4° de wijze waarop en de termijn waarin tegen de beslissing beroep kan worden ingediend. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2020, met uitzondering van artikel 2, tweede lid, 2°, dat in werking treedt op 1 januari 2022.
Art. 27.De Vlaamse minister, bevoegd voor opgroeien, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 16 oktober 2020.
De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding, W. BEKE