Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 14 juli 2023
gepubliceerd op 18 augustus 2023

Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken

bron
vlaamse overheid
numac
2023044569
pub.
18/08/2023
prom.
14/07/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

14 JULI 2023. - Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de algemene erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden voor Vlaamse Parken


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20; - het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet type decreet prom. 07/12/2018 pub. 20/12/2018 numac 2018015301 bron vlaamse overheid Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, wat betreft de belasting op de spelen en weddenschappen en op de automatische ontspanningstoestellen sluiten, artikel II.22, § 1, derde lid; - het decreet van 21 december 1988 houdende oprichting van de Vlaamse Landmaatschappij, artikel 6bis, § 1; - het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg, artikel 4, 5, 9, 11, 12, 15 tot 17, 25 en 35.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 14 maart 2023. - De Vlaamse minister, bevoegd voor het budgettair beleid, heeft zijn akkoord gegeven op 26 april 2023. - De Minaraad heeft advies gegeven op 17 mei 2023. - De SARO heeft advies gegeven op 17 mei 2023. - De SALV heeft advies gegeven op 15 mei 2023. - De VVP heeft advies gegeven op 16 mei 2023. - De Raad van State heeft advies gegeven op 7 juli 2023.

Juridisch kader Dit besluit sluit aan bij de volgende regelgeving: - de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof; - de Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 29 maart 2019; - het Besluit Vlaamse Codex Overheidsfinanciën van 17 mei 2019.

Initiatiefnemers Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme en de Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT: TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten: het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg;2° bevoegde instantie: het Agentschap voor Natuur en Bos, als de aangelegenheid betrekking heeft op een Nationaal Park Vlaanderen, of de Vlaamse Landmaatschappij, als de aangelegenheid betrekking heeft op een Landschapspark;3° onderzoeksprogramma: de leidraad voor de ontwikkeling van de onderzoeksprojecten in het betreffende Nationaal Park Vlaanderen;4° plan: het masterplan of het operationeel plan;5° planperiode: de periode waarop een masterplan of operationeel plan betrekking heeft;6° minister: de Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur.

Art. 2.Tenzij zij via beveiligde zending gebeurt, verloopt de uitwisseling van berichten tussen de bevoegde instantie en, naargelang het geval, het parkbureau of de gebiedscoalitie uitsluitend via één of meer elektronische wegen die de bevoegde instantie kiest en bekendmaakt.

TITEL 2. - Vlaamse Parken HOOFDSTUK 1. - Erkenningsvoorwaarden en -procedure Afdeling 1. - Erkenningsvoorwaarden

Art. 3.§ 1. Om erkend te worden als Landschapspark moet het gebied, aanvullend op de voorwaarden vermeld in artikel 3 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, voldoen aan elk van de volgende erkenningsvoorwaarden: 1° het gebied heeft een ruimtelijke samenhang en duidelijke, landschappelijk leesbare grenzen;2° het gebied heeft een landschappelijke kwaliteit en identiteit die aantoonbaar blijken uit cijfers en beschrijvingen van volgende waarden: a) minstens 35% kwaliteitsvolle cultuurhistorische landschappen en erfgoedelementen;b) minstens 70% open ruimte; c) minstens 15% speciale beschermingszones of ruimtelijk kwetsbare gebieden, zoals vermeld in artikel 1.1.2 10° VCRO; 3° het gebied vertoont een hoge mate van verwevenheid van landbouw, natuur, bos, erfgoed, toerisme, water, wonen, economie en recreatie;4° het gebied heeft een unieke belevingswaarde;5° voor het gebied is een masterplan ontvankelijk verklaard, zoals vermeld in artikel 8 en 10;6° voor het gebied is een operationeel plan, dat uitvoering geeft aan het masterplan, ontvankelijk verklaard, zoals vermeld in artikel 9 en 10. De Vlaamse regering kan onderbouwd afwijken van de criteria vermeld in § 1, 2° bij de erkenning van een landschapspark. § 2. Om erkend te blijven als Landschapspark moet het gebied voldoen aan elk van de erkenningsvoorwaarden van paragraaf 1. In afwijking van 5° en 6° van paragraaf 1 moet het masterplan en het operationeel plan goedgekeurd zijn, zoals vermeld in artikel 21, 22 en 23.

Art. 4.§ 1. Om erkend te worden als Nationaal Park Vlaanderen moet het gebied, aanvullend op de voorwaarden vermeld in artikel 4 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, voldoen aan elk van de volgende erkenningsvoorwaarden: 1° het gebied heeft een ruimtelijke samenhang, de configuratie van het gebied beoogt een zo compleet mogelijk landschapsecologisch systeem dat ruimte geeft aan natuurlijke processen en voldoende samenhangend is;minstens één natuurkern heeft een oppervlakte groter dan 3000 hectare; een natuurkern kan enclaves bevatten of doorsneden worden door een barrière mits de maximaal te overbruggen afstand van deze enclaves en barrières, kleiner is dan 200 meter; 2° het gebied heeft een natuurkwaliteit waarbij minstens de helft van de natuurkern biologisch waardevol of zeer waardevol is en die onderscheidend is binnen de Europese en Vlaamse context;3° het gebied heeft een unieke belevingswaarde;4° voor het gebied is een masterplan ontvankelijk verklaard, zoals vermeld in artikel 8 en 10;5° voor het gebied is een operationeel plan, dat uitvoering geeft aan het masterplan, ontvankelijk verklaard, zoals vermeld in artikel 9 en 10. Op militaire domeinen die deel uitmaken van een Nationaal Park Vlaanderen zullen de in artikel 4, paragraaf 2 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, bepaalde doelstellingen geen afbreuk doen aan de militaire functie van die domeinen. In geval van onverenigbaarheid met die doelstellingen zal de aanwending voor militaire behoeften, de veiligheid of de militair-strategische belangen van de Staat voorrang hebben. § 2. Om erkend te blijven als Nationaal Park Vlaanderen moet het gebied voldoen aan elk van de erkenningsvoorwaarden van paragraaf 1.

In afwijking van 4° en 5° van paragraaf 1 moet het masterplan en het operationeel plan goedgekeurd zijn, zoals vermeld in artikel 21, 22 en 23.

De Vlaamse regering kan onderbouwd afwijken van de erkenningscriteria bepaald in paragraaf 1, eerste lid. Afdeling 2. - Procedure tot erkenning

Onderafdeling 1. - Oproep tot kandidaatstelling, ontvankelijkheid en beoordeling van erkenningsaanvragen en selectie van kandidaten

Art. 5.De Vlaamse Regering kan een oproep doen tot kandidaatstelling voor een erkenning als Vlaams Park. Het oproepreglement bevat de vereisten waaraan kandidaten moeten voldoen en regelt de wijze van kandidaatstelling.

Een aanvraag tot erkenning als Vlaams Park gebeurt door middel van een parknota. Het oproepreglement bepaalt de termijn voor het indienen van een parknota, deze termijn bedraagt minstens zes maanden vanaf de bekendmaking van het oproepreglement in het Belgisch Staatsblad.

De parknota, vermeld in het tweede lid, bevat minstens op straffe van onontvankelijkheid: 1° de motivering door de gebiedscoalitie dat het gebied voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1° tot en met 4°, indien de parknota betrekking heeft op de erkenning van een Landschapspark;2° de motivering door de gebiedscoalitie dat het gebied voldoet aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3°, indien de parknota betrekking heeft op de erkenning van een Nationaal Park Vlaanderen;3° het advies van de betrokken lokale overheden, vermeld in artikel 11, eerste lid van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten.Het advies wordt uitgebracht binnen een termijn van zestig dagen na ontvangst van de parknota. Als er binnen die termijn geen advies is verleend, kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De betrokken lokale overheden organiseren een vorm van inspraak. Bij de inspraak wordt de perimeter van het Vlaams Park minstens aangeduid op een kaart die beschikbaar is op perceelsniveau en bruikbaar is. De door de lokale overheid gekozen inspraakvorm maakt het mogelijk dat de betrokken eigenaars en gebruikers individueel kunnen reageren op basis van de beschikbaar gestelde informatie. Ingeval een betrokken lokale overheid geen vorm van inspraak organiseert, zal de bevoegde instantie, al dan niet in samenwerking met de gebiedscoalitie, hiervoor instaan. De lokale overheden die gelegen zijn buiten de perimeter van het gebied waarvoor een kandidatuur als Vlaams Park wordt voorbereid kunnen een advies overmaken dat opgenomen moet worden in het dossier.

Art. 6.De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de aanvraag voor de erkenning als Vlaams Park en brengt de gebiedscoalitie binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst ervan op de hoogte van de ontvankelijkheid ervan. Is de aanvraag niet ontvankelijk, dan geeft de bevoegde instantie aan welke ontvankelijkheidsvereisten niet zijn vervuld en verzoekt zij tot vervollediging van de aanvraag. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de ontbrekende elementen en de ontvankelijkheid van de aanvraag.

Art. 7.De Vlaamse Regering beoordeelt de door de kandidaten ingediende parknota's op basis van de erkenningsvoorwaarden voor Vlaamse Parken, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1° tot en met 4° voor een Landschapspark of vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° tot en met 3° voor een Nationaal Park Vlaanderen, en het maatschappelijk en bestuurlijk draagvlak voor een erkenning als Vlaams Park.De Vlaamse Regering wint voor de beoordeling van de parknota's het advies in van een commissie van experten, vermeld in artikel 15 en 16.

De Vlaamse Regering selecteert op basis van de beoordelingen, vermeld in het eerste lid, de kandidaten die een masterplan en een operationeel plan mogen indienen bij de bevoegde instantie.

De selectiebeslissing, vermeld in het tweede lid, bepaalt ook de termijn waarbinnen de kandidaten een masterplan en operationeel plan kunnen indienen en deze termijn bedraagt overeenkomstig artikel 9, tweede lid, van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, minstens 12 maanden vanaf de kennisgeving van de selectiebeslissing aan de kandidaten.

De bevoegde instantie brengt de gebiedscoalitie via beveiligde zending op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering.

Onderafdeling 2. - Vaststelling van de vereisten en procedure inzake ontvankelijkheid voor masterplannen en operationele plannen

Art. 8.Een masterplan van een kandidaat Vlaams Park bevat, op straffe van onontvankelijkheid, minstens de volgende elementen: 1° een geïntegreerde gebiedsanalyse;2° een geïntegreerde gebiedsvisie;3° een beschrijving van het bestuur van de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau wordt voorgedragen;4° het advies van de betrokken lokale overheden, vermeld in artikel 11, tweede lid van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten.Het advies wordt uitgebracht binnen een termijn van minstens zestig dagen zoals bepaald in de adviesaanvraag. Als er binnen die termijn geen advies is verleend, kan aan de adviesvereiste worden voorbijgegaan. De betrokken lokale overheden organiseren een vorm van inspraak. Bij de inspraak wordt de perimeter van het Vlaams Park minstens aangeduid op een kaart die beschikbaar is op perceelsniveau en bruikbaar is. De door de lokale overheid gekozen inspraakvorm maakt het mogelijk dat de betrokken eigenaars en gebruikers individueel kunnen reageren op basis van de beschikbaar gestelde informatie. Ingeval een betrokken lokale overheid geen vorm van inspraak organiseert, zal de bevoegde instantie, al dan niet in samenwerking met de gebiedscoalitie, hiervoor instaan. De lokale overheden die gelegen zijn buiten de perimeter van het gebied waarvoor een kandidatuur als Vlaams Park wordt voorbereid kunnen een advies overmaken dat opgenomen moet worden in het dossier; 5° een ondertekende samenwerkingsovereenkomst van de partners van de gebiedscoalitie;6° in voorkomend geval, het gemotiveerd verzoek tot afwijking overeenkomstig artikel 26 voor een grensoverschrijdend Vlaams Park. In geval van een grensoverschrijdend Vlaams Park behandelen de elementen van een masterplan, vermeld in het eerste lid, het volledige grensoverschrijdende gebied.

Art. 9.Een operationeel plan van een kandidaat Vlaams Park bevat, op straffe van onontvankelijkheid, minstens de volgende elementen: 1° een actieprogramma ter uitvoering van het masterplan dat aantoont hoe de doelstellingen uit het masterplan in concrete acties verder uitgewerkt zullen worden gedurende een periode van 6 jaar, met vermelding van de te verwachten resultaten, de uitvoerders en partners per actie;2° een financieel plan waarin de financiering van het parkbureau, de budgetraming van het actieprogramma, en in voorkomend geval, de voorstellen voor zelfrealisatie, vermeld in artikel 9, derde lid, van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, toegelicht worden;3° een beschrijving van het organogram en de werking van de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau wordt voorgedragen;4° voor een kandidaat Nationaal Park Vlaanderen, een voorstel van onderzoeksprogramma. In geval van een grensoverschrijdend Vlaams Park behandelen de elementen van een operationeel plan, vermeld in het eerste lid, het volledige grensoverschrijdende gebied. Het actieprogramma omvat grensoverschrijdende acties.

De Vlaamse Regering kan in het oproepreglement vermeld in artikel 5, de nadere regels bepalen over de inhoud van een operationeel plan.

Art. 10.De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van een masterplan en een operationeel plan van een kandidaat Vlaams Park en brengt de gebiedscoalitie binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst op de hoogte van de ontvankelijkheid ervan. Is de kandidatuur niet ontvankelijk, dan geeft de bevoegde instantie aan welke ontvankelijkheidsvereisten niet zijn vervuld en verzoekt zij tot vervollediging van de plannen. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de ontbrekende elementen en de ontvankelijkheid van de plannen.

Onderafdeling 3. - Vaststelling van de wijze van beoordeling van masterplannen en operationele plannen

Art. 11.Een commissie van experten, vermeld in artikel 15, beoordeelt de ingediende masterplannen van de kandidaat Landschapsparken op basis van elk van de volgende beoordelingscriteria en brengt hierover een advies uit aan de Vlaamse Regering: 1° het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1° t.e.m. 4° ; 2° de kwaliteit van de geïntegreerde gebiedsanalyse;3° de kwaliteit van en de ambitie die uitgaat van de geïntegreerde gebiedsvisie;4° de bijdrage aan de doelstellingen van een Landschapspark, vermeld in artikel 3 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten;5° de uitwerking van het bestuur van de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau wordt voorgedragen. De commissie motiveert op welk vlak het Landschapspark zich onderscheidt van een ander park door zijn eigenheid en uniciteit op vlak van landschapswaarden, natuurwaarden, en erfgoedwaarden.

Art. 12.Een commissie van experten, vermeld in artikel 16, beoordeelt de ingediende masterplannen van de kandidaat Nationale Parken Vlaanderen op basis van elk van volgende beoordelingscriteria en brengt hierover een advies uit aan de Vlaamse Regering: 1° het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° t.e.m. 3° ; 2° de kwaliteit van de geïntegreerde gebiedsanalyse;3° de kwaliteit van en de ambitie die uitgaat van de geïntegreerde gebiedsvisie;4° de bijdrage aan de doelstellingen van een Nationaal Park Vlaanderen, vermeld in artikel 4 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten;5° de uitwerking van het bestuur van de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau wordt voorgedragen. De commissie motiveert op welk vlak het Nationaal Park Vlaanderen zich onderscheidt van een ander park door zijn eigenheid en uniciteit op vlak van natuurwaarden, landschapswaarden en erfgoedwaarden.

Art. 13.Een commissie van experten, vermeld in artikel 15, beoordeelt de operationele plannen van kandidaat Landschapsparken op basis van elk van de volgende beoordelingscriteria en brengt hierover een advies uit aan de Vlaamse Regering: 1° het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 3, § 1, eerste lid, 1° t.e.m. 4° ; 2° de kwaliteit van het actieprogramma;3° de bijdrage aan de doelstellingen van een Landschapspark, vermeld in artikel 3 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten;4° de uitwerking van het bestuur van de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau wordt voorgedragen;5° de kwaliteit van het financieel plan.

Art. 14.Een commissie van experten, vermeld in artikel 16, beoordeelt de operationele plannen van kandidaat Nationale Parken op basis van elk van volgende beoordelingscriteria en brengt hierover een advies uit aan de Vlaamse Regering: 1° het voldoen aan de erkenningsvoorwaarden, vermeld in artikel 4, § 1, eerste lid, 1° t.e.m. 4° ; 2° de kwaliteit van het actieprogramma;3° de bijdrage aan de doelstellingen van een Nationaal Park Vlaanderen, vermeld in artikel 4 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten;4° de uitwerking van het bestuur van de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau wordt voorgedragen;5° de kwaliteit van het financieel plan;6° de kwaliteit van het onderzoeksprogramma. Onderafdeling 4. - Commissie van experten

Art. 15.De commissie van experten, als adviesverlenende instantie bij de beoordeling van een parknota, een masterplan en een operationeel plan van een Landschapspark, is als volgt samengesteld: 1° een onafhankelijk voorzitter, aangeduid onder de experten vermeld in 2° tot en met 10° ;2° drie experten inzake het landschap;3° een expert inzake de landbouw;4° een expert inzake de economische innovatie;5° een expert inzake de bestuurskunde en participatie;6° een expert inzake het onroerend erfgoed;7° een expert inzake het duurzaam toerisme;8° een expert inzake de omgeving;9° een expert inzake de natuur;10° een expert inzake de inrichting van de open ruimte en het platteland. De commissie van experten is evenwichtig samengesteld uit leden met de nodige terreinexpertise, wetenschappelijke kennis en vertegenwoordigers van de Vlaamse Overheid.

Het secretariaat van de commissie van experten wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de bevoegde instantie. De vertegenwoordiger heeft geen stemrecht.

Art. 16.De commissie van experten, als adviesverlenende instantie bij de beoordeling van een parknota, een masterplan en een operationeel plan van een Nationaal Park Vlaanderen, is als volgt samengesteld: 1° een onafhankelijke voorzitter, aangeduid onder de experten vermeld in 2° tot en met 8° ;2° drie experten inzake de natuur en de biodiversiteit;3° twee experten inzake de omgeving;4° twee experten inzake het duurzaam toerisme;5° twee experten inzake internationale beschermingsstatuten;6° een expert inzake het onroerend erfgoed;7° een expert inzake de landbouw;8° en expert inzake economische ontwikkeling en innovatie. De commissie van experten is evenwichtig samengesteld uit leden met de nodige terreinexpertise, wetenschappelijke kennis en vertegenwoordigers van de Vlaamse Overheid.

Het secretariaat van de commissie van experten wordt waargenomen door een vertegenwoordiger van de bevoegde instantie. De vertegenwoordiger heeft geen stemrecht.

Art. 17.De minister benoemt de leden van de commissie van experten, vermeld in artikel 15 en 16. Afdeling 3. - Erkenning Vlaamse Parken

Onderafdeling 1. - Beslissing tot erkenning Vlaams Park, kennisgeving en publicatie

Art. 18.Na advies van de commissie van experten, vermeld in artikel 11 of 12 en 13 of 14, beslist de Vlaamse Regering over de erkenning van een Vlaams Park.

De bevoegde instantie brengt de gebiedscoalitie via beveiligde zending op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering.

Art. 19.De erkenning van een Vlaams Park met het mandaat aan de minister, vermeld in artikel 20, wordt bij uittreksel in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

Onderafdeling 2. - Oprichting parkbureau en goedkeuring van de masterplannen en operationele plannen op het ogenblik van de erkenning

Art. 20.In de beslissing tot erkenning wordt de minister gemandateerd om uiterlijk zes maanden na de erkenning een parkbureau aan te duiden.

De minister wijst het management van het betrokken Vlaams Park toe aan de rechtspersoon die in het masterplan als parkbureau werd voorgedragen.

Als de rechtspersoon, vermeld in het tweede lid, op het ogenblik van de beslissing tot erkenning nog niet is opgericht, wordt de inwerkingtreding van de beslissing tot erkenning afhankelijk gesteld van de voorwaarde dat deze rechtspersoon uiterlijk binnen een termijn van zes maanden, te rekenen vanaf de ontvangst van de beslissing tot erkenning, zal zijn opgericht.

De minister kan op gemotiveerd verzoek van de vertegenwoordiger van de gebiedscoalitie een eenmalige verlenging van de termijn van zes maanden, vermeld in het derde lid, toestaan.

De beslissing tot erkenning treedt in werking op de datum waarop de rechtspersoon, vermeld in het derde lid, rechtspersoonlijkheid heeft verkregen. De rechtspersoon brengt de bevoegde instantie daarvan onverwijld op de hoogte.

Art. 21.De beslissing tot erkenning als Vlaams Park houdt eveneens de gehele of gedeeltelijke goedkeuring van het masterplan en het operationeel plan in.

De planperiode van het eerste masterplan en het eerste operationeel plan van een Vlaams Park neemt aanvang op 1 januari van het jaar volgend op het jaar waarin de beslissing tot erkenning werd genomen.

De Vlaamse Regering kan hiervan in de beslissing tot erkenning van een Vlaams Park, vermeld in artikel 18, gemotiveerd afwijken. HOOFDSTUK 2. - Wijziging en vaststelling van masterplannen en operationele plannen na erkenning

Art. 22.§ 1. Uiterlijk op 20 september van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de looptijd van het masterplan van het Vlaams Park verstrijkt, richt het betrokken parkbureau een aanvraag tot goedkeuring van een nieuw masterplan tot de bevoegde instantie.

Deze aanvraag bevat, op straffe van onontvankelijkheid, minstens volgende elementen: 1° een nieuw masterplan, waarvan de planperiode start op 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op de planperiode van het vorige masterplan;2° een nieuw operationeel plan, bedoeld in artikel 23;3° het advies van de betrokken lokale overheden, als vermeld in artikel 8, 4° ;4° een verslag waarin over de realisatie van de doelstellingen van het lopende masterplan wordt gerapporteerd. § 2. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de aanvraag en brengt de aanvrager binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst op de hoogte van de ontvankelijkheid ervan. Is het aanvraagdossier niet ontvankelijk, dan geeft de bevoegde instantie aan welke ontvankelijkheidsvereisten niet zijn vervuld en verzoekt zij tot vervollediging van de aanvraag. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de ontbrekende elementen en de ontvankelijkheid van de aanvraag.

De Vlaamse Regering beoordeelt of het masterplan en het operationeel plan voldoen aan de voorwaarden, vermeld in artikel 8 en artikel 9. Is dat niet het geval, start de bevoegde instantie een overleg met het parkbureau met het oog op de herwerking van het masterplan, het operationeel plan of beiden. Na herwerking wordt de aanvraag opnieuw ter beoordeling aan de Vlaamse Regering voorgelegd. De Vlaamse Regering wint hiervoor het advies van een commissie van experten, vermeld in artikel 15 en 16, in. § 3. Binnen een termijn van zes maanden nadat de aanvraag ontvankelijk werd verklaard, beslist de Vlaamse Regering over de gehele of gedeeltelijke goedkeuring van het masterplan en het operationeel plan.

Als de Vlaamse Regering binnen deze termijn geen beslissing neemt, worden het masterplan en het operationeel plan geacht te zijn goedgekeurd.

De bevoegde instantie brengt het parkbureau via beveiligde zending op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering of van het gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het eerste lid.

Art. 23.§ 1. Uiterlijk op 20 september van het jaar waarin het lopende operationeel plan van het Vlaams Park een einde neemt, richt het betrokken parkbureau een aanvraag tot goedkeuring van een nieuw operationeel plan tot de bevoegde instantie.

Deze aanvraag bevat, op straffe van onontvankelijkheid, minstens volgende elementen: 1° een nieuw operationeel plan, waarvan de planperiode start op 1 januari van het kalenderjaar dat volgt op de planperiode van het vorige operationeel plan;2° een toelichting van de wijze waarop dit operationeel plan tot de realisatie van het masterplan zal bijdragen;3° het advies van de betrokken lokale overheden;4° een verslag waarin over de realisatie van de doelstellingen van het lopende operationeel plan wordt gerapporteerd. In het nieuw operationeel plan kan het parkbureau een tussentijdse bijsturing van het masterplan aanvragen, zolang de oorspronkelijke doelstellingen van het masterplan hierdoor niet worden uitgehold. § 2. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van het nieuwe operationeel plan en brengt de aanvrager binnen een termijn van dertig dagen vanaf de ontvangst van de aanvraag op de hoogte van de ontvankelijkheid ervan. Is het aanvraagdossier niet ontvankelijk, dan geeft de bevoegde instantie aan welke ontvankelijkheidsvereisten niet zijn vervuld. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de ontbrekende elementen en de ontvankelijkheid van de aanvraag. § 3. Binnen een termijn van zes maanden nadat de ontvankelijkheid van de aanvraag werd bevestigd, beslist de Vlaamse Regering over de gehele of gedeeltelijke goedkeuring van het operationeel plan. De Vlaamse Regering zal hiervoor het advies van een commissie van experten, vermeld in artikel 15 en 16, inwinnen.

Als de Vlaamse Regering binnen deze termijn geen beslissing neemt, wordt het operationeel plan geacht te zijn goedgekeurd.

De bevoegde instantie brengt het parkbureau via beveiligde zending op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering of van het gebrek aan beslissing binnen de termijn, vermeld in het eerste lid. § 4. De procedure, vermeld in dit artikel, is niet van toepassing in het jaar waarin ook de planperiode van het masterplan verstrijkt. HOOFDSTUK 3. - Rapportering, evaluatie en controle

Art. 24.§ 1. Het parkbureau maakt in jaar vier van de looptijd van het operationeel plan, een voortgangsverslag op waarin het een stand van zaken geeft over de uitvoering van het operationeel plan tijdens de afgelopen drie jaar en de mate waarin de doelstellingen ervan tijdens die periode zijn gerealiseerd. Dit voortgangsverslag wordt aangeleverd op basis van een model dat de bevoegde instantie ter beschikking stelt.

In het voortgangsverslag dat betrekking heeft op de eerste drie jaren van de planperiode, kan het parkbureau een tussentijdse bijsturing van het operationeel plan aanvragen, zolang dat binnen de oorspronkelijke doelstellingen van het masterplan past. § 2. Het voortgangsverslag, bedoeld in paragraaf 1, wordt uiterlijk op 31 mei van het jaar dat volgt op de periode waarop het verslag betrekking heeft, aan de bevoegde instantie bezorgd. § 3. In geval van een grensoverschrijdend Vlaams Park gebeurt de rapportering, vermeld in paragraaf 1 voor het gehele actieprogramma. § 4. Voor vaststelling van de tussentijdse bijsturing van een operationeel plan, vermeld in paragraaf 1, is de procedure, vermeld in artikel 23, paragrafen 2 en 3, van toepassing. In dit geval kan de Vlaamse Regering het advies van een commissie van experten, vermeld in artikel 15 en 16, inwinnen.

Art. 25.De bevoegde instantie voert driejaarlijks een evaluatie uit of: 1° een Vlaams Park aan de door of krachtens het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten opgelegde erkenning- en subsidievoorwaarden voldoet;2° het parkbureau de opdrachten, opgelegd door of krachtens het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten behoorlijk uitvoert;3° het parkbureau haar verbintenissen met het Vlaamse Gewest nakomt. De bevoegde instantie voert de evaluatie vermeld in het eerste lid, uit aan de hand van de volgende rapporten: 1° de voortgangsrapporten, vermeld in artikel 24;2° de verslagen over de realisatie van de doelstellingen, vermeld in artikel 22, § 1, tweede lid, 4°, en artikel 23, § 1, tweede lid, 4° ;3° de financiële en functionele verslagen, vermeld in artikel 46 en 47. Als de bevoegde instantie vaststelt dat niet aan de op het betrokken Vlaams Park toepasselijke erkennings- en subsidievoorwaarden is voldaan, wordt het parkbureau daarvan op de hoogte gebracht.

In voorkomend geval is Titel 3 van toepassing. HOOFDSTUK 4. - Grensoverschrijdende Vlaamse Parken

Art. 26.§ 1. Wanneer de erkenning als Vlaams Park betrekking heeft op een gebied dat minstens één gewest- of landsgrens overschrijdt, kan de Vlaamse Regering in volgende gevallen een afwijking toestaan als vermeld in artikel 12, § 1, vierde lid, van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten: 1° het parkbureau heeft of zal de rechtsvorm aannemen van een rechtspersoon zonder winstoogmerk waarop regelgeving van toepassing is die onverenigbaar is met artikel 12, paragraaf 2, van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten of de naleving van die bepaling ernstig bemoeilijkt;2° het parkbureau wil een erkenning of subsidies verkrijgen voor delen van het grensoverschrijdend gebied die niet op het Vlaamse grondgebied gelegen zijn, maar de toepasselijke regelgeving is onverenigbaar met artikel 12, paragraaf 2, van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten. Daarbij mag de voorgestelde afwijking niet verder gaan dan nodig is om aan de moeilijkheden, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° of 2°, te verhelpen. § 2 Het parkbureau dat gebruik wil maken van deze afwijkingsmogelijkheid neemt dit verzoek op bij de aanvraag tot goedkeuring van een nieuw masterplan, vermeld in artikel 22, een nieuw operationeel plan, vermeld in artikel 23, of bij bijsturing van een operationeel plan, vermeld in artikel 24. Na advies van de bevoegde instantie beslist de Vlaamse Regering samen met de goedkeuring van het betrokken plan over de toekenning van de afwijking. Als de Vlaamse Regering binnen deze termijn geen beslissing neemt, wordt de afwijking geacht te zijn toegekend. § 3 Als het gebied nog niet als Vlaams Park is erkend, neemt de gebiedscoalitie dit verzoek op in het masterplan, vermeld in artikel 8. Na advies van de bevoegde instantie beslist de Vlaamse Regering samen met de erkenning over de toekenning van de afwijking. HOOFDSTUK 5. - Financiering Afdeling 1. - Vaststelling van de voorwaarden en regels voor de

toekenning van een subsidie voor een kandidaat Vlaams Park

Art. 27.De Vlaamse Regering kan overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en binnen de perken van de daartoe op de begroting van het Vlaamse Gewest beschikbare kredieten, een subsidie toekennen aan een gebiedscoalitie voor een kandidaat Vlaams Park wanneer deze geselecteerd is om een masterplan en operationeel plan in te dienen overeenkomstig artikel 7.

Art. 28.De indiening van de aanvraag tot erkenning als Vlaams Park, vermeld in artikel 5, geldt als de indiening van een subsidieaanvraag.

In voorkomend geval vermeldt de gebiedscoalitie van een kandidaat Vlaams Park in de parknota welke andere financiële ondersteuning van het Vlaamse Gewest of een andere overheid zij ontvangt voor de voorbereiding van de kandidatuur van een Vlaams Park.

Art. 29.De subsidie, vermeld in artikel 27, is de financiële ondersteuning voor de realisatie in de periode, vermeld in artikel 7, derde lid, van de volgende activiteit(en): 1° de uitwerking van een masterplan, vermeld in artikel 8;2° de uitwerking van een operationeel plan, vermeld in artikel 9;3° de oprichting van een parkbureau, vermeld in artikel 8.

Art. 30.§ 1. De subsidie, vermeld in artikel 27, bedraagt maximaal 100.000 euro en omvat zowel de personeels- als werkingsmiddelen en de kosten voor prestaties van een externe dienstverlener.

Voor de aanwending van de subsidie, vermeld in artikel 27, worden alleen de volgende kosten met factuurdatum binnen de gesubsidieerde periode aanvaard: 1° personeelskosten;2° werkingskosten;3° kosten voor prestaties van een externe dienstverlener. Onder personeelskosten onder het tweede lid, punt 1°, wordt verstaan de personeelskosten die een duidelijke resultaatverbintenis inhouden.

De begunstigde moet per afzonderlijk jaar aangeven hoeveel tijd het personeelslid is ingezet in functie van de activiteiten, vermeld in artikel 29. Hieruit moet een verhoudingsfactor afgeleid worden. Dit percentage moet omschreven worden in de functionele en financiële verantwoording en gebruikt worden om de subsidiabele loonkost die wordt ingebracht, te berekenen. Voor de loonkostberekening mogen enkel de volgende elementen in rekening gebracht worden: het brutoloon, de werkgeversbijdrage, het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de premie voor de verzekering arbeidsongevallen, de vervoerkosten woon-werkverkeer en de maaltijdcheques.

De werkingskosten onder het tweede lid, punt 2°, kunnen, in het geval dat de opmaak van het masterplan en operationeel plan in eigen regie gebeurt, enkel gesubsidieerd worden op voorwaarde dat er een rechtstreeks verband bestaat met de activiteiten, vermeld in artikel 29 en als ze noodzakelijk zijn voor de oprichting van een Vlaams Park.

De werkingskosten dienen gestaafd te worden met verantwoordingsstukken. De kosten voor overleg en vergaderingen van de gebiedscoalitie, de kosten voor communicatie, promotie en publiciteit en de verplaatsingskosten, als ze gemaakt zijn voor de realisatie van de activiteiten, vermeld in artikel 29, worden beschouwd als werkingskosten.

Onder kosten voor prestaties van een externe dienstverlener onder het tweede lid, punt 3°, wordt verstaan de kosten voor de prestaties die externe experten leveren en die bijdragen aan de activiteiten, vermeld in artikel 29. De gebiedscoalitie, als aanbestedende entiteit, houdt zich aan de bepalingen over de gunning van een opdracht en de uitvoering ervan, vermeld in de regelgeving over overheidsopdrachten, en het dossier hierover wordt opgenomen als bijlage in het functioneel verslag. Kosten verbonden aan opdrachten voor studies komen alleen in aanmerking indien er ook aantoonbare resultaten voor de activiteiten, vermeld in artikel 29, aan verbonden zijn. § 2. Voor de aanwending van de subsidie, vermeld in artikel 27, worden de volgende kosten niet aanvaard: 1° personeelskosten, werkingskosten, studiekosten die geen duidelijke relatie hebben met de activiteiten, vermeld in artikel 29;2° afschrijvingskosten voor het gebruik van infrastructuur;3° kosten voor infrastructuurwerken en investeringen;4° kosten die betrekking hebben op het aanwenden van interne expertises;5° werkingskosten, in geval van uitbesteding van de opmaak van het masterplan en operationeel plan. Activiteiten waarvoor met toepassing van andere regelingen vanwege de Vlaamse Gemeenschap of andere overheden subsidies worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de subsidie op grond van dit besluit als dit ertoe leidt dat dezelfde uitgaven voor die activiteit dubbel worden gesubsidieerd. Bij de indiening van de financiële verantwoording voegt de aanvrager informatie toe over eventuele andere verkregen subsidies van het Vlaamse Gewest of andere overheden.

Reservevorming lastens de subsidie, vermeld in artikel 27, wordt niet aanvaard.

Art. 31.Na de ontvangst van de kennisgeving van de beslissing tot selectie van de kandidaat Vlaams Park door de Vlaamse Regering, vermeld in artikel 7, kan de gebiedscoalitie een schuldvordering indienen voor de betaling van een eerste schijf van 70% van het subsidiebedrag.

Na controle en evaluatie door de bevoegde instantie van het functioneel en financieel verslag, vermeld in artikel 32 en 33, wordt het saldo van maximaal 30% van de toegekende subsidie uitbetaald.

Art. 32.De gebiedscoalitie toont in een functioneel verslag hoe de subsidie, vermeld in artikel 27, werd aangewend en de mate van uitvoering van de activiteiten, vermeld in artikel 29 waarvoor de subsidie werd toegekend.

Art. 33.§ 1. De begunstigde dient een financieel verslag in van de subsidie, vermeld in artikel 27, waarbij wordt aangetoond welke kosten zijn gemaakt voor de realisatie van de activiteit waarvoor de subsidie is toegekend en welke opbrengsten in het kader van die activiteit werden verworven door de gebiedscoalitie, uit de activiteit zelf of uit andere bronnen.

Het financieel verslag, vermeld in het eerste lid bestaat uit: 1° een resultatenrekening waarin alle kosten en opbrengsten met betrekking tot de gesubsidieerde periode, vermeld in artikel 29, zijn opgenomen voor de realisatie van de doelstelling, vermeld in artikel 29;2° een overzicht van de individuele bezoldigingen, waarin de totale loonkost per werknemer vermeld wordt, met vermelding van het percentage om de subsidiabele loonkost te berekenen, vermeld in artikel 30, § 1, derde lid;3° overzicht van de gunningsprocedures, vermeld in artikel 30, § 1, vijfde lid, met vermelding van de behaalde resultaten, betrokken partners en relevante bijlagen zoals het dossier inzake overheidsopdrachten, vermeld in artikel 42, § 2, zevende lid;4° informatie over de andere subsidies verkregen door het Vlaamse Gewest en van andere overheden, identificeerbaar in een apart overzicht als vermeld in artikel 30, § 2, tweede lid. De volgende verantwoordingsstukken worden ter beschikking gehouden en voorgelegd op eenvoudig verzoek: 1° loonfiches;2° reële kostenbewijzen, betaalbewijzen en de berekeningsmethode voor de verplaatsingskosten. § 2. Het financieel verslag, vermeld in paragraaf 1, en het functioneel verslag, vermeld in artikel 32, moeten uiterlijk twee maanden na afloop van de periode, vermeld in artikel 29, worden ingediend bij de bevoegde instantie. Indien het project vroeger eindigt dan de einddatum van de periode, vermeld in artikel 29, wordt de financieel verslag en het functioneel verslag van de subsidie, vermeld in artikel 32, uiterlijk twee maanden na de einddatum van het project ingediend bij de bevoegde instantie. § 3. De bevoegde instantie controleert en evalueert het financieel verslag en het functioneel verslag overeenkomstig artikel 30. De bevoegde instantie kan zich altijd alle aanvullende gegevens laten verschaffen voor de definitieve vaststelling van de verantwoorde subsidie. De begunstigde dient de aanvullende gegevens over te maken binnen de tien dagen na het schriftelijk verzoek van de bevoegde instantie. Als de bevoegde instantie vaststelt dat niet aan de op het betrokken Vlaams Park toepasselijke subsidievoorwaarden is voldaan, wordt de gebiedscoalitie daarvan uiterlijk op 31 mei op de hoogte gebracht. Afdeling 2. - Vaststelling van de voorwaarden en regels van toekenning

van de subsidies voor een erkend Vlaams Park

Art. 34.De Vlaamse Regering kent overeenkomstig de bepalingen van dit besluit en binnen de perken van de daartoe op de begroting van het Vlaamse Gewest beschikbare kredieten, een subsidie toe voor een erkend Vlaams Park aan een parkbureau in het kader van een samenwerkingsovereenkomst tussen de bevoegde instantie en een parkbureau.

Art. 35.Om gesubsidieerd te worden in het kader van een samenwerkingsovereenkomst moet er met betrekking tot het Vlaams Park een beslissing tot erkenning genomen zijn overeenkomstig artikel 7 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten.

Om gesubsidieerd te blijven in het kader van een samenwerkingsovereenkomst moet: 1° het Vlaams Park erkend blijven overeenkomstig artikel 10 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten;2° het parkbureau van een Vlaams Park de opdrachten behoorlijk vervullen en blijven vervullen overeenkomstig artikel 12 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten;3° het parkbureau een samenwerkingsovereenkomst afsluiten met de bevoegde instantie en de verbintenissen hierin vastgelegd, nakomen.

Art. 36.De indiening van een aanvraag tot goedkeuring van een nieuw operationeel plan, vermeld in artikel 23, geldt als het indienen van een subsidieaanvraag voor een erkend Vlaams Park.

Art. 37.De subsidieaanvraag, vermeld in artikel 36, is ontvankelijk als ze tijdig wordt ingediend bij de bevoegde instantie en volledig is.

Deze aanvraag bevat, op straffe van onontvankelijkheid, minstens de volgende elementen: 1° een engagementsverklaring van het betrokken parkbureau waarin het de verbintenis aangaat om een samenwerkingsovereenkomst af te sluiten met de bevoegde instantie overeenkomstig artikel 34;2° een nieuw operationeel plan. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de subsidieaanvraag en brengt het parkbureau binnen een termijn van 30 dagen die ingaat de dag van de ontvangst van de aanvraag, op de hoogte van de ontvankelijkheid ervan.

Is het aanvraagdossier niet ontvankelijk, dan geeft de bevoegde instantie aan in de kennisgeving welke ontvankelijkheidsvereisten niet zijn vervuld en verzoekt zij tot vervollediging van het dossier. De bevoegde instantie bevestigt de ontvangst van de ontbrekende elementen en de ontvankelijkheid van de aanvraag.

Als het parkbureau het dossier niet aanvult binnen een termijn van veertien dagen, die ingaat op de dag na de kennisgeving van het verzoek tot vervollediging, wordt de subsidieaanvraag onontvankelijk verklaard. De bevoegde instantie brengt het parkbureau op de hoogte van de beslissing tot onontvankelijkheid.

Art. 38.De bevoegde instantie beoordeelt de ontvankelijke subsidieaanvraag van het parkbureau van het erkende Vlaams Park en brengt daarover advies uit aan de Vlaamse Regering.

Art. 39.Uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de ontvankelijke subsidieaanvraag is ingediend, beslist de Vlaamse Regering over de toekenning van de subsidie aan het parkbureau en het bedrag ervan.

De bevoegde instantie brengt het parkbureau op de hoogte per beveiligde zending van de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in het eerste lid.

Art. 40.De subsidie, vermeld in artikel 34, heeft betrekking op de zesjarige looptijd van een operationeel plan.

Art. 41.Uiterlijk op 28 februari van het jaar, volgend op het jaar waarin de ontvankelijke subsidieaanvraag is ingediend, sluiten de bevoegde instantie en het betrokken parkbureau van het erkende Vlaams Park waaraan de subsidie is toegekend een samenwerkingsovereenkomst.

De samenwerkingsovereenkomst heeft een looptijd van zes opeenvolgende jaren. De aanvangsdatum van deze samenwerkingsovereenkomst is 1 januari van het eerste kalenderjaar van een operationeel plan.

De samenwerkingsovereenkomst bevat minstens de volgende elementen: 1° het bedrag van de jaarlijkse subsidie;2° de looptijd van de subsidie;3° de jaarlijkse rapporteringsverplichtingen van het parkbureau door middel van een functioneel verslag en een financieel verslag over de aanwending van de subsidies als vermeld in artikel 46 en 47;4° de driejaarlijkse rapporteringsverplichtingen van het parkbureau door middel van een voortgangsrapport als vermeld in artikel 24;5° een afsprakennota met de te rapporteren indicatoren en de voorwaarden waaraan alle Vlaamse Parken moeten voldoen;6° het engagement van de begunstigde om het belang van het gebruik van het Nederlands te erkennen bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Als de erkenning van een Vlaams Park gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst wordt ingetrokken overeenkomstig artikel 25 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, heeft het parkbureau geen recht op een subsidie voor de periode na de datum van de beslissing tot intrekking van de erkenning en is het gehouden tot de onmiddellijke terugbetaling van de reeds uitbetaalde subsidie voor de resterende periode.

Art. 42.§ 1. De subsidie, vermeld in artikel 34, omvat personeels-, werkings- en projectmiddelen. Het subsidiepercentage bedraagt maximaal 80% van de kosten gestaafd met de nodige verantwoordingsstukken. § 2. De jaarlijkse basissubsidie voor de personeels- en werkingsmiddelen bedraagt maximaal 268.000 euro.

Voor een erkend Nationaal Park Vlaanderen kan de jaarlijkse basissubsidie vermeerderd worden met maximaal 180.000 euro voor personeels- en werkingsmiddelen indien in het actieprogramma aangetoond wordt voor welke specifieke acties deze middelen ingezet zullen worden en dat met deze acties de realisatie van het masterplan significant verbeterd of versneld wordt. De minister kan nadere regels bepalen voor deze aanvullende subsidie, over de aard van de specifieke acties waarvoor de aanvullende subsidie ingezet kan worden en over de mate waarin en de manier waarop deze acties de realisatie van het masterplan moeten verbeteren of versnellen.

Voor een erkend Landschapspark kan de jaarlijkse basissubsidie vermeerderd worden met maximaal 61.000 euro voor personeels- en werkingsmiddelen indien in het actieprogramma aangetoond wordt voor welke specifieke acties deze middelen ingezet zullen worden en dat met deze acties de realisatie van het masterplan significant verbeterd of versneld wordt. De minister kan nadere regels bepalen voor deze aanvullende subsidie, over de aard van de specifieke acties waarvoor de aanvullende subsidie ingezet kan worden en over de mate waarin en de manier waarop deze acties de realisatie van het masterplan moeten verbeteren of versnellen.

Voor de aanwending van de subsidies, vermeld in het eerste, tweede en derde lid, worden alleen de volgende kosten met factuurdatum binnen de subsidieperiode, vermeld in artikel 41, tweede lid, 2°, aanvaard: 1° personeelskosten;2° werkingskosten;3° kosten voor prestaties van een externe dienstverlener;4° de btw, als aangetoond wordt dat deze niet recupereerbaar is. Onder personeelskosten onder het vierde lid, punt 1° worden verstaan de personeelskosten die een duidelijke resultaatverbintenis inhouden.

De begunstigde moet per afzonderlijk jaar aangeven hoeveel tijd het personeelslid is ingezet in functie van de activiteiten, in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 34. Hieruit moet een verhoudingsfactor afgeleid worden. Dit percentage moet omschreven worden in de functionele en financiële verantwoording en gebruikt worden om de subsidiabele loonkost die wordt ingebracht, te berekenen.

Voor de loonkostberekening mogen enkel de volgende elementen in rekening gebracht worden: het brutoloon, de werkgeversbijdrage, het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de verzekering arbeidsongevallen, de vervoerkosten woon-werkverkeer en maaltijdcheques.

De werkingskosten, vermeld in het vierde lid onder punt 2°, hebben een rechtstreeks verband met de opdrachten van een parkbureau, vermeld in artikel 12 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten en in dit besluit. De werkingskosten dienen gestaafd te worden met verantwoordingsstukken.

De kosten voor overleg en vergaderingen van het parkbureau, de kosten voor communicatie, promotie en publiciteit en de verplaatsingskosten, als ze essentieel zijn voor de activiteiten in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 34, worden beschouwd als werkingskosten.

De kosten voor de prestaties van een externe dienstverlener, vermeld in het vierde lid onder punt 3°, omvat de kosten voor de prestaties die externe experten bijdragen aan de activiteiten in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 34. Het parkbureau, als aanbestedende entiteit, houdt zich aan de bepalingen over de gunning van een opdracht en de uitvoering ervan, vermeld in de regelgeving over overheidsopdrachten, en het dossier hierover wordt opgenomen als bijlage in het functioneel verslag. Kosten verbonden aan opdrachten voor studies komen alleen in aanmerking indien er ook aantoonbare resultaten voor de uitvoering van een goedgekeurd masterplan, vermeld in artikel 21 en 22, § 3, aan verbonden zijn.

De subsidies, vermeld in het eerste, tweede en derde lid, kunnen in geval van een grensoverschrijdend Vlaams Park aangewend worden voor de personeels- en werkingskosten van het grensoverschrijdende gebied. § 3. Voor een erkend Vlaams Park kan de jaarlijkse basissubsidie vermeerderd worden met maximaal 160.000 euro voor projectwerking. De subsidie bedraagt maximaal 50% van de kosten gestaafd met de nodige verantwoordingsstukken. In het actieprogramma vermeldt het parkbureau voor welke projecten deze middelen ingezet zullen worden.

Voor de aanwending van de subsidies, vermeld in het eerste lid, worden alleen de kosten met factuurdatum binnen de subsidieperiode, vermeld in artikel 41, tweede lid, 2°, aanvaard.

Wat betreft de projectwerking komen de volgende kosten niet in aanmerking voor subsidiëring: 1° De kosten van projecten of projectonderdelen buiten de grenzen van het erkende Vlaamse Park die niet in het operationeel plan vermeld worden;2° de kosten voor de aankoop van onroerende goederen en de daaraan verbonden aktekosten;3° forfaitair bepaalde kosten;4° de kosten die niet toegewezen kunnen worden aan een specifiek project;5° de kosten voor voorschotten;6° de personeels- en werkingskosten van een parkbureau;7° de btw als die recupereerbaar is;8° de kosten van projecten en acties volledig gelegen buiten het Vlaamse Gewest. Met het oog op het toezicht, vermeld in artikel 25, kan de minister nadere regels bepalen tot specifiëring van welke kosten al dan niet in aanmerking komen voor subsidiëring.

Het parkbureau, als aanbestedende entiteit, houdt zich aan de bepalingen over de gunning van een opdracht en de uitvoering ervan, vermeld in de regelgeving over overheidsopdrachten, en het dossier hierover wordt opgenomen als bijlage in het functioneel verslag.

Kosten verbonden aan opdrachten voor studies komen alleen in aanmerking indien er ook aantoonbare resultaten voor de uitvoering van een goedgekeurd masterplan, vermeld in artikel 21 of 22, § 3, aan verbonden zijn. § 4. Activiteiten waarvoor met toepassing van andere regelingen vanwege de Vlaamse Gemeenschap of andere overheden subsidies worden ontvangen, komen niet in aanmerking voor de toekenning van de subsidie op grond van dit besluit als dit ertoe leidt dat dezelfde uitgaven voor die activiteit dubbel worden gesubsidieerd. Bij de indiening van de financiële verantwoording voegt de aanvrager informatie toe over eventuele andere verkregen subsidies van andere overheden. § 5. Als de erkenning van een Vlaams Park gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst ingetrokken wordt overeenkomstig artikel 53, wordt de samenwerkingsovereenkomst stopgezet en de jaarlijkse subsidie niet meer uitbetaald vanaf de datum waarop de erkenning als Vlaams Park ingetrokken is.

Art. 43.In geval een rechtspersoon nog opgericht moet worden na erkenning van een Vlaams Park, als vermeld in artikel 20, derde lid, kan de betrokken gebiedscoalitie voor een periode van minimaal drie maanden en maximaal één jaar vanaf de kennisgeving van de erkenning als Vlaams Park, vermeld in artikel 18, het equivalent van een jaarlijkse basissubsidie ontvangen voor de personeels- en werkingskosten van een parkbureau in oprichting. De subsidievoorwaarden, vermeld in artikel 42, 44 tot en met 49 zijn van toepassing.

Art. 44.De subsidie wordt gedurende de looptijd van de samenwerkingsovereenkomst jaarlijks betaald in de vorm van een voorschot en een saldoafrekening: 1° een voorschot van 70% van het jaarlijkse subsidiebedrag wordt uitbetaald uiterlijk op 1 april van het lopende werkingsjaar;2° het saldo van het jaarlijkse basissubsidie wordt uitbetaald na de uitvoering van de jaarlijkse evaluatie en controle, vermeld in artikel 45, op basis van de kosten gestaafd met de nodige verantwoordingsstukken. Het parkbureau moet een schuldvordering indienen om de betaling van het saldo te vorderen.

Art. 45.De bevoegde instantie oefent de jaarlijkse evaluatie en controle uit op de aanwending van de subsidie en kan hiervoor alle initiatieven nemen die het nodig acht.

Met het oog op het toezicht, vermeld in het eerste lid, dient het parkbureau van het erkende Vlaams Park een financieel en functioneel verslag in bij de bevoegde instantie voor 31 mei volgend op het jaar waarop de subsidie betrekking heeft.

Art. 46.Het parkbureau maakt jaarlijks een financieel verslag op van de aanwending van de subsidies, vermeld in artikel 34.

Dit financieel verslag bestaat uit: 1° de goedgekeurde jaarrekening van het parkbureau of, als het parkbureau geen dubbele boekhouding voert, een duidelijk overzicht van de gemaakte kosten en opbrengsten;2° een overzicht van de individuele bezoldigingen, waarin de totale loonkost per werknemer vermeld wordt. Als het parkbureau naast het management van het Vlaams Park waarvoor het op basis van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten subsidies ontvangt, nog andere activiteiten organiseert, dan moeten de kosten en opbrengsten die betrekking hebben op eerstgenoemde activiteiten, identificeerbaar zijn in een apart overzicht.

Als het parkbureau naast het management van het Vlaams Park waarvoor het op basis van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten subsidies ontvangt, economische nevenactiviteiten organiseert, dient er een gescheiden boekhouding gevoerd te worden.

Art. 47.Het parkbureau toont aan in een functioneel verslag hoe de subsidie, vermeld in artikel 34, werd aangewend en de mate van uitvoering van de activiteiten in het kader van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 41 waarvoor de subsidie werd toegekend.

Dit functioneel verslag bestaat uit: 1° een rapportering over de uitvoering van het actieprogramma gedurende de subsidieperiode;2° het dossier met betrekking tot de gunning en uitvoering van overheidsopdrachten, vermeld in artikel 42, identificeerbaar in een apart overzicht. Het parkbureau kan het functioneel verslag van jaar drie van de looptijd van een operationeel plan verwerken in het voortgangsverslag, vermeld in artikel 24.

Art. 48.De bevoegde instantie controleert en evalueert het financieel verslag en het functioneel verslag overeenkomstig de artikelen 46 en 47. De bevoegde instantie kan zich altijd alle aanvullende gegevens laten verschaffen voor de definitieve vaststelling van de verantwoorde subsidie.De begunstigde dient de aanvullende gegevens over te maken binnen de tien dagen na het schriftelijk verzoek van de bevoegde instantie. Als de bevoegde instantie vaststelt dat niet aan de op het betrokken Vlaams Park toepasselijke subsidievoorwaarden is voldaan, wordt het parkbureau daarvan uiterlijk op 30 september op de hoogte gebracht.

In voorkomend geval is Titel 3 van toepassing.

Art. 49.§ 1. De gegevens, vermeld in artikel 4, § 1, van het decreet van 19 november 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 19/11/2021 pub. 16/12/2021 numac 2021034279 bron vlaamse overheid Decreet tot oprichting van een Vlaams subsidieregister sluiten tot oprichting van een Vlaams subsidieregister, van de subsidies uit dit hoofdstuk worden openbaar gemaakt in het Vlaams subsidieregister. § 2. De onderneming die een steunaanvraag indient, mag op de datum van de toekenning van de steunaanvraag geen onderneming in moeilijkheden zijn als vermeld in artikel 2, 18, van de VERORDENING (EU) Nr. 651/2014 VAN DE COMMISSIE van 17 juni 2014 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag met de interne markt verenigbaar worden verklaard.

Er kunnen geen subsidies worden verleend aan een begunstigde ten aanzien waarvan er een bevel tot terugvordering uitstaat ingevolge een eerder besluit van de Europese Commissie waarbij de steun conform de Europese regels inzake staatssteun onrechtmatig en onverenigbaar met de interne Europese markt is verklaard.

Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor werkzaamheden die verband houden met de uitvoer naar derde landen of voor werkzaamheden die afhangen van het gebruik van binnenlandse goederen, vermeld in artikel 1, lid 2, van de voormelde verordening.

Er kan geen steun worden toegekend met toepassing van dit besluit voor activiteiten van ondernemingen in de sectoren, vermeld in artikel 1, lid 3, van de voormelde verordening.

De steun kan niet worden toegekend als ze zou leiden tot een schending van het Unierecht als vermeld in artikel 1, lid 5, van de voormelde verordening.

TITEL 3. - Sancties

Art. 50.§ 1. De ingebrekestelling, vermeld in artikel 25, tweede lid van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, vermeldt: 1° een uiteenzetting van de feiten die aan de basis liggen van de ingebrekestelling, de bepalingen waarop de feiten een inbreuk vormen en, in voorkomend geval, een lijst van de documenten waarop de ingebrekestelling is gebaseerd;2° de melding van een redelijke termijn waarbinnen de inbreuk moet worden beëindigd;3° de melding van de sanctie of sancties die zullen worden opgelegd als de inbreuk na het verstrijken van de termijn, vermeld in 2°, blijft gehandhaafd, met inbegrip van de elementen die bij het bepalen van de sanctie of sancties in aanmerking zijn genomen;4° de melding van de datum, uur en plaats waarop het parkbureau uitgenodigd wordt om door de bevoegde instantie te worden gehoord, met vermelding van het recht om zich te laten bijstaan. De termijn, vermeld in het eerste lid, 2° begint te lopen de dag na de dag waarop het parkbureau is gehoord. § 2. Als de bevoegde instantie na het verstrijken van de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, vaststelt dat de inbreuk, vermeld in de ingebrekestelling, onvoldoende geremedieerd is, stuurt zij een nieuwe ingebrekestelling, conform paragraaf 1. § 3. Als de bevoegde instantie na het verstrijken van de termijn, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°, vaststelt dat de inbreuk, vermeld in de ingebrekestelling, gehandhaafd blijft, maakt zij het dossier over aan de minister. De Vlaamse Regering kan, beslissen tot het opleggen van de sanctie of sancties, vermeld in de ingebrekestelling. § 4. De beslissing bevat minstens: 1° de datum en inhoud van de ingebrekestelling;2° de vaststelling dat de inbreuk na het verstrijken van de termijn, geheel of gedeeltelijk, definitief of voorlopig, gehandhaafd is gebleven;3° in voorkomend geval, een verslag van het verhoor van het parkbureau;4° de sanctie of sancties die worden opgelegd, met inbegrip van de elementen die bij het bepalen van de sanctie of sancties in aanmerking zijn genomen;5° de vermelding van de mogelijkheid om tegen de beslissing in beroep te gaan. De bevoegde instantie brengt het parkbureau met een beveiligde zending op de hoogte van de beslissing van de Vlaamse Regering, vermeld in paragraaf 3.

Art. 51.Bij het bepalen van de sanctie of sancties die in uitvoering van artikel 25 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten aan het parkbureau zal of zullen worden opgelegd, houdt de Vlaamse Regering minstens rekening met: 1° de ernst van de inbreuk;2° de graad van herhaling;3° de aanwezigheid van verzachtende of verzwarende omstandigheden;4° het definitief of tijdelijk karakter van de inbreuk.

Art. 52.De ingebrekestelling, vermeld in artikel 50, § 2, kan als remediërende maatregel de opmaak van een verbeterplan aan het betrokken parkbureau opleggen. Het verbeterplan omvat de concrete acties die het betrokken parkbureau voorstelt om opnieuw aan de erkennings- of subsidiëringsvoorwaarden te voldoen. De voorgestelde acties moeten specifiek, meetbaar, resultaatgericht, realistisch en tijdsgebonden zijn.

De minister bepaalt de termijn waarbinnen het verbeterplan aan hem moet worden voorgelegd. Hij kan de bevoegde instantie ermee belasten het betrokken parkbureau te ondersteunen bij de opmaak ervan.

Uiterlijk binnen een termijn van twee maanden na ontvangst van het verbeterplan beslist de minister over de gehele of gedeeltelijke goedkeuring ervan. Deze beslissing wordt, samen met de eventuele voorwaarden, opmerkingen of voorstellen tot aanpassing en de termijn voor de uitvoering van het verbeterplan, per beveiligde zending aan het betrokken parkbureau bezorgd.

Art. 53.De Vlaamse Regering kan, op voorstel van de minister, tot de intrekking van de erkenning van het Vlaams Park of het stopzetten van de subsidies aan het parkbureau van een Vlaams Park beslissen indien het parkbureau na het uitvoeren van het verbeterplan, vermeld in artikel 52, nog steeds de erkennings- en subsidiëringsvoorwaarden niet nakomt of de werking van het parkbureau in gebreke blijft.

De beslissing tot intrekking van de erkenning, vermeld in het eerste lid, omvat steeds ook het verlies van het management door het parkbureau en de stopzetting van de samenwerkingsovereenkomst, vermeld in artikel 34. Deze beslissing wordt per beveiligde zending aan het betrokken parkbureau bezorgd.

TITEL 4. - Overgangsbepalingen

Art. 54.§ 1. Binnen een termijn van tien dagen, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, deelt de bevoegde instantie aan elke gebiedscoalitie die, in het kader van een oproep tot erkenning als Vlaams Park, vermeld in artikel 35 van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten, werd geselecteerd om een masterplan en operationeel plan in te dienen, mee of haar oorspronkelijke kandidatuur volledig is of moet worden aangepast. § 2. Als de kandidatuur volledig is, behandelt de bevoegde instantie haar als een kandidaatstelling in de zin van dit besluit. De kandidatuur is volledig wanneer alle elementen, vermeld in artikel 5, 8 en 9, aanwezig zijn. § 3. In afwijking van artikel 5 van dit besluit, geldt, voor de kandidaturen die werden ingediend voor de inwerkingtreding van dit besluit, een advies van de betrokken lokale overheden, als vermeld onder artikel 8, punt 4°, als verplicht advies van de betrokken lokale overheden bij de parknota. Dit advies wordt uiterlijk binnen een termijn van tien dagen, te rekenen vanaf de datum van de mededeling bepaald in paragraaf 1 uitgebracht. § 4. Als de kandidatuur moet worden aangepast, bezorgt de bevoegde instantie de betrokken gebiedscoalitie een duidelijk overzicht van de elementen die in haar kandidatuur ontbreken of moeten worden aangepast om aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 of 4 te voldoen. De gebiedscoalitie dient uiterlijk dertig dagen na de mededeling vermeld in paragraaf 1 een aangepaste kandidatuur in.

Art. 55.Dit besluit treedt in werking op de dag na de inwerkingtreding van het decreet van 9 juni 2023Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/06/2023 pub. 10/07/2023 numac 2023043245 bron vlaamse overheid Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg sluiten houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg.

Art. 56.De Vlaamse minister, bevoegd voor de omgeving en de natuur, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 14 juli 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE

^