Etaamb.openjustice.be
Decreet van 09 juni 2023
gepubliceerd op 10 juli 2023

Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg

bron
vlaamse overheid
numac
2023043245
pub.
10/07/2023
prom.
09/06/2023
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

9 JUNI 2023. - Decreet houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg (1)


Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt: DECREET houdende de Vlaamse Parken en algemene landschapszorg TITEL 1. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Dit decreet regelt een gewestaangelegenheid.

Art. 2.In dit decreet wordt verstaan onder: 1° algemene landschapszorg: het onderzoeken en duurzaam behouden, beheren, herstellen, ontwikkelen en ontsluiten van het landschap en de landschapskwaliteit;2° algemene verordening gegevensbescherming: verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);3° Algemenebepalingenwet: de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof;4° Bestuursdecreet: het Bestuurs decreet van 7 december 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/12/2018 pub. 19/12/2018 numac 2018032457 bron vlaamse overheid Bestuursdecreet sluiten;5° beveiligde zending: een van de hiernavolgende betekeningswijzen: a) een aangetekend schrijven;b) een afgifte tegen ontvangstbewijs;c) elke andere door de Vlaamse Regering toegelaten betekeningswijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgesteld;6° erkend Landschapspark: een Landschapspark als vermeld in artikel 7;7° erkend Nationaal Park Vlaanderen: een Nationaal Park Vlaanderen als vermeld in artikel 7;8° gebiedscoalitie: een coalitie van samenwerkende partners die daartoe een duurzame en langdurige werking opzetten met het oog op het realiseren van de specifieke doelstellingen voor de betrokken gebiedserkenning;ze vormt de verzameling van instanties, organisaties en betrokkenen die een gezamenlijke missie voor het Vlaams Park uitdragen en instaan voor de realisatie van de langetermijnvisie; 9° grensoverschrijdend Landschapspark: een Landschapspark dat minstens één grens van het Vlaamse Gewest overschrijdt;10° grensoverschrijdend Nationaal Park Vlaanderen: een Nationaal Park Vlaanderen dat minstens één grens van het Vlaamse Gewest overschrijdt;11° landschap: een deel van het grondgebied, zoals dat door de menselijke bevolking wordt waargenomen en waarvan het karakter bepaald wordt door natuurlijke of menselijke factoren en de wisselwerking daartussen;12° landschapskwaliteit: het geheel van eigenschappen van een landschap dat bepaald wordt door de fysisch-geografische, ecologische, cultuurhistorische, culturele, economische en esthetische elementen, patronen, processen en kenmerken en hun onderlinge samenhang en de waarden en betekenissen die gemeenschappen eraan verbinden en door de mate waarin die eigenschappen tegemoetkomen aan de verwachtingen en denkbeelden van gemeenschappen;13° Landschapspark: een Landschapspark als vermeld in artikel 3; 14° lokale overheden: overheden als vermeld in artikel I.3, 5°, a) en c), van het Bestuursdecreet; 15° masterplan: een masterplan als vermeld in artikel 9;16° Nationaal Park Vlaanderen: een Nationaal Park als vermeld in artikel 4;17° Natuurdecreet: het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu;18° natuurkern: een gebied als vermeld in artikel 4, § 1, derde lid;19° operationeel plan: een operationeel plan als vermeld in artikel 9;20° parkbureau: een rechtspersoon zonder winstuitkeringsoogmerk aan wie het management van een Vlaams Park is toegewezen, vermeld in artikel 12;21° parknota: de nota ingediend door een gebiedscoalitie waarin de kandidatuur van een Vlaams Park en de samenstelling van het parkbureau worden beschreven;22° regionaal landschap: een private vereniging zonder winstuitkeringsoogmerk gericht op algemene landschapszorg tussen maatschappelijke en bestuurlijke actoren;23° Vlaams Park: een Nationaal Park Vlaanderen of een Landschapspark;24° VCRO: de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009;25° zelfrealisatie: het geheel of gedeeltelijk realiseren en, in voorkomend geval, het in stand houden van bepaalde doelstellingen van een Vlaams Park als vermeld in artikel 3 en 4, door een of meer private eigenaars en grondgebruikers wier onroerend goed gelegen is in een Vlaams Park en waarvan de uitwerking en de wijze van uitvoering opgenomen zijn in het masterplan en het operationeel plan, vermeld in artikel 9, derde lid. TITEL 2. - Vlaamse Parken HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen en doelstellingen

Art. 3.§ 1. Een Landschapspark is een gebied met internationale uitstraling waar de langdurige wisselwerking tussen mens en natuur heeft geleid tot een specifiek landschap met belangrijke ecologische, abiotische, biotische, culturele of landschappelijke waarden en met een uitgesproken landschapskwaliteit, waarin vanuit een integrale visie ruimte is voor erfgoed, recreatie, natuur, landbouw, wonen, economie en toerisme.

Een Landschapspark is een geografisch afgebakend gebied dat een grote ruimtelijke samenhang vertoont en heeft een minimale oppervlakte van 10.000 hectare. § 2. Een erkend Landschapspark heeft als doelstellingen: 1° het versterken en herstellen van de landschappelijke identiteit en landschapskwaliteit van het gebied vanuit een integrale visie op erfgoed, natuur, landbouw, wonen, bedrijvigheid, recreatie en toerisme;2° het bijdragen aan de realisatie van Europese en Vlaamse beleidsbeslissingen met betrekking tot de landschappelijke identiteit en landschapskwaliteit, vermeld in Europese wetgeving en Vlaamse decreten en beleidsplannen;3° het aanbieden van een unieke beleving van het landschap en de streek aan zowel lokale inwoners als binnen- en buitenlandse bezoekers. § 3. Waar mogelijk worden de doelstellingen, vermeld in dit artikel, gerealiseerd via zelfrealisatie.

Art. 4.§ 1. Een Nationaal Park Vlaanderen is een gebied van voldoende grote omvang dat een uitzonderlijke natuurkwaliteit en een internationale uitstraling heeft.

Een Nationaal Park Vlaanderen is samenhangend en kan opgedeeld worden in zones, met minstens één natuurkern.

Een natuurkern bestaat uit een gebied met een of meerdere van de volgende bestemmingen of beschermingen: 1° de ruimtelijk kwetsbare gebieden, vermeld in artikel 1.1.2, 10°, VCRO; 2° bestemming waterweg of een gelijkwaardige bestemming aangewezen op de plannen van aanleg of de goedgekeurde ruimtelijke uitvoeringsplannen van kracht in de ruimtelijke ordening;3° speciale beschermingszones zoals gedefinieerd in artikel 2, 43°, van het Natuurdecreet;4° militaire domeinen met een belangrijke natuurfunctie die onder toepassing van de overeenkomst betreffende het natuurbehoud en het bosbeheer vallen, afgesloten tussen de Belgische staat en het Vlaamse Gewest op 17 april 2007;5° gebieden met een maritieme component, afgebakend volgens of in uitvoering van internationale overeenkomsten of verdragen betreffende het natuurbehoud of van akten betreffende het natuurbehoud, met inbegrip van Europese richtlijnen, vastgesteld op grond van internationale verdragen. De gezamenlijke oppervlakte van de natuurkernen is op het moment van de erkenning minimaal 5000 hectare. 24 jaar na erkenning zijn de natuurkernen uitgebreid tot minimaal 10.000 hectare. De Vlaamse Regering kan afwijken van deze minimale oppervlakte van 10.000 hectare, mits het park voldoende onderscheidend is, bijzondere kenmerken vertoont of bijzondere kwaliteiten bezit. De Vlaamse Regering zal hiervoor de nadere regels bepalen.

Op het ogenblik van de erkenning is minstens de helft van de natuurkernen gevat door een natuurbeheerplan type 3 of 4 als vermeld in artikel 16ter van het Natuurdecreet. Indien er nog geen natuurbeheerplan is opgemaakt, bestaat het engagement om een natuurbeheerplan type 3 of 4 op te maken. Na tien jaar ligt minstens de helft van de natuurkernen effectief onder natuurbeheerplan type 3 of 4; 24 jaar na de erkenning is dit 75 procent van de oppervlakte van de natuurkern. Deze voorwaarde van een natuurbeheerplan type 3 of 4 geldt niet voor militaire domeinen. Voor de terreinen in eigendom van de Vlaamse overheid geldt de verplichting voor een natuurbeheerplan type 4; hiervan kan op voorwaarde van een grondige motivering worden afgeweken. § 2. Een erkend Nationaal Park Vlaanderen heeft als doelstellingen: 1° het in stand houden en ontwikkelen van de natuur, van de biologische diversiteit en van het natuurlijk milieu van de natuurkernen en in het bijzonder: a) het beheren van het gebied in een zo natuurlijk mogelijke staat voor zover rekening wordt gehouden met punt b) en c);b) het in stand houden en het ontwikkelen van leefgebieden van inheemse soorten met het oog op levensvatbare, ecologisch functionerende en voldoende veerkrachtige populaties;c) het leveren van een bijdrage tot regionale, Europese en internationale natuurbehouds- en instandhoudingsdoelstellingen inclusief halfnatuurlijke landschappen;2° het behouden, het beheren en het ontwikkelen van culturele waarden binnen het werkingsgebied met inbegrip van de erfgoedwaarde en landschapskwaliteit;3° het ontwikkelen en het promoten van toerisme en recreatie in en rond het park waarbij meerwaarde voor het natuurbehoud, de lokale bewonersgemeen- schappen, de ondernemers en de bezoekers wordt gecreëerd;4° het leveren van een bijdrage aan een duurzame economische en sociale ontwikkeling van de lokale bewonersgemeenschappen en de bedrijvigheid in het gebied. § 3. Waar mogelijk worden de doelstellingen, vermeld in dit artikel, gerealiseerd via zelfrealisatie.

Art. 5.De Vlaamse Regering kan de nadere regels vastleggen betreffende de inhoud van de doelstellingen van de Vlaamse Parken, vermeld in artikel 3 en 4.

Art. 6.Een grensoverschrijdend Landschapspark heeft een minimale oppervlakte van 5000 hectare gelegen binnen het Vlaamse Gewest, en een totale oppervlakte van minimaal 10.000 hectare. Een grensoverschrijdend Nationaal Park Vlaanderen beschikt over deels grensoverschrijdende natuurkernen van minstens 5000 hectare, waarbij na 24 jaar natuurkernen met een totale oppervlakte van minstens 5000 hectare binnen het Vlaamse Gewest worden gerealiseerd. HOOFDSTUK 2. - Erkenning, werking en organisatie

Art. 7.Een Vlaams Park wordt erkend door de Vlaamse Regering indien het voldoet aan de voorwaarden, vermeld in deze titel en de uitvoeringsbesluiten van dit decreet. Na de erkenning van een Vlaams Park wordt een parkbureau aangeduid voor het management ervan.

Art. 8.De erkenning als Vlaams Park of de werking van het parkbureau genereert geen verplichtingen of geen beperkende maatregelen boven op de vigerende regelgeving voor de houders van zakelijke rechten binnen of buiten een Vlaams Park of voor de gebruikers ervan, behoudens anders overeengekomen. Onder zakelijke rechten wordt verstaan: het eigendomsrecht, de mede-eigendom, de erfdienstbaarheden, het recht van vruchtgebruik, erfpacht en opstal. Onder gebruiker wordt verstaan: de persoon die als eigenaar, mede-eigenaar, vruchtgebruiker, erfpachthouder of opstalhouder het goed exploiteert of die het onroerend goed huurt conform boek III, titel VIII, van het oud Burgerlijk Wetboek of het Vlaams Woninghuur decreet van 9 november 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 09/11/2018 pub. 11/12/2018 numac 2018015063 bron vlaamse overheid Decreet van de algemene rekening van de Vlaamse Gemeenschap en van de uitvoering van de begroting van de Vlaamse rechtspersonen zonder raad van bestuur voor het begrotingsjaar 2017 type decreet prom. 09/11/2018 pub. 07/12/2018 numac 2018015087 bron vlaamse overheid 9 NOVEMBER 2018 - Decreet houdende bepalingen betreffende de huur van voor bewoning bestemde goederen of delen ervan sluiten.

De erkenning als Vlaams Park door de Vlaamse Regering, de werking van een parkbureau en de uitvoering van het masterplan en de operationele plannen kunnen nooit afbreuk doen aan de gemeentelijke bevoegdheden, opdrachten of autonomie. Een parkbureau houdt bij het vervullen van zijn opdrachten rekening met het lokaal beleid, dat autonoom gevoerd wordt door de gemeenten op wier grondgebied het park gelegen is.

Art. 9.De Vlaamse Regering kan een oproep doen tot kandidaatstelling tot erkenning als een Vlaams Park, waarna minstens een termijn van zes maanden wordt gegeven voor de indiening van een parknota.

De Vlaamse Regering beoordeelt de ingediende parknota's en selecteert de kandidaten die een masterplan en een operationeel plan mogen indienen, waarna minstens een termijn van twaalf maanden wordt gegeven voor de indiening van een masterplan en een operationeel plan. Het masterplan is een inhoudelijk en strategisch plan dat de wijze vaststelt waarop in het Vlaams Park de doelstellingen, vermeld in artikel 3 of 4, worden uitgevoerd en de langetermijnvisie en langetermijndoelstellingen van een Vlaams Park voor een periode van 24 jaar vaststelt. Een operationeel plan bevat de concrete uitwerking van het masterplan voor een periode van zes jaar.

Het masterplan en het operationeel plan geven in voorkomend geval aan welke doelstellingen als vermeld in artikel 3 of 4, of gedeelten ervan, zullen worden uitgevoerd door een of meerdere private eigenaars en de wijze van uitvoering ervan.

Het masterplan en operationeel plan worden niet gezien als beleidsmatig gewenste ontwikkeling, in de zin van artikel 4.3.1, § 2, 2°, a), van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

De Vlaamse Regering keurt masterplannen en operationele plannen goed op grond waarvan de erkenning gebeurt.

De Vlaamse Regering stelt de nadere regels vast inzake de beoordeling van parknota's, de beoordeling en goedkeuring van de masterplannen en operationele plannen en de erkenningsvoorwaarden en -procedure.

Art. 10.Om erkend te blijven, voldoet het Vlaams Park aan de voorwaarden van deze titel en de uitvoeringsbesluiten van dit decreet.

De erkenning geldt voor onbepaalde duur behoudens intrekking ervan overeenkomstig artikel 25.

Art. 11.De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud en de vorm van de parknota welke minstens het advies van de betrokken lokale overheden bevat, waarbij de lokale overheden een vorm van inspraak georganiseerd hebben.

Na de erkenning stelt elk parkbureau om de 24 jaar een masterplan op, welke minstens het advies van de betrokken lokale overheden bevat waarbij de lokale overheden een vorm van inspraak georganiseerd hebben. De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud en vaststelling van het masterplan en de wijziging ervan.

Na de erkenning stelt elk parkbureau om de 6 jaar een operationeel plan op. De Vlaamse Regering bepaalt de inhoud en vaststelling van het operationeel plan en de wijziging ervan.

De Vlaamse Regering bepaalt nadere regels met betrekking tot de vorm van inspraak.

Art. 12.§ 1. Een parkbureau vervult de opdrachten die door dit decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan aan hem zijn toegekend.

De opdracht van een parkbureau bestaat in het coördineren, afstemmen en initiëren van initiatieven en de werking in het gebied waarvoor het Vlaams Park erkend is en waarvan de coördinatie aan hem werd toevertrouwd, in overeenstemming met de doelstellingen, vermeld in artikel 3 en 4.

In afwijking van het tweede lid is een parkbureau van een grensoverschrijdend Landschapspark of grensoverschrijdend Nationaal Park Vlaanderen bevoegd voor het management van het grensoverschrijdend gebied.

De Vlaamse Regering kan voor een Vlaams Park dat gewestgrensoverschrijdend is afwijkende en aanvullende regels inzake de doelstellingen en het management vastleggen.

Een parkbureau kan de rechtshandelingen stellen die rechtstreeks bijdragen tot de vervulling van zijn opdrachten en de verwezenlijking van de doelstellingen van een Vlaams Park waarvan het management aan hem werden toegekend.

De lokale overheden zijn gemachtigd om deel te nemen aan de oprichting van een parkbureau en lid te worden van de algemene vergadering ervan.

De gemeenteraad van het betrokken lokaal bestuur geeft zijn akkoord voor de toetreding van de gemeente tot het parkbureau.

In geval van een grensoverschrijdend Vlaams Park kunnen instanties met zetel buiten het Vlaamse Gewest deelnemen aan de oprichting en lid worden van het bestuursorgaan. § 2. Het bestuursorgaan van het parkbureau is evenwichtig minstens samengesteld uit: 1° voor de helft leden die worden benoemd op individuele of gezamenlijke voordracht van de gemeenten op wier grondgebied het park gelegen is;de voorgedragen leden dienen gemeenteraadslid te zijn; 2° leden die zijn benoemd op individuele of gezamenlijke voordracht van de publieke of particuliere beheerders met een terrein gelegen in het Vlaams Park waaronder landbouworganisaties, natuurorganisaties, erfgoedverenigingen, streekverenigingen, private eigenaars enzovoort op voorwaarde dat zij het beheer van hun terrein hebben afgestemd op de doelstellingen van het Vlaams Park;3° actoren wier medewerking nuttig is voor de realisatie van de doelstellingen van het Vlaams Park. Elk lid kan overeenkomstig de statuten van het parkbureau beslissen uit het bestuursorgaan van het parkbureau te stappen. Een wijziging van de samenstelling van het parkbureau wordt verwerkt in een wijziging van het masterplan of operationeel plan, vermeld in artikel 11. § 3. Met het oog op de realisatie van de doelstellingen van een Vlaams Park, vermeld in artikel 3 en 4, worden de publieke en private belanghebbenden betrokken. § 4. De Vlaamse Regering kan de nadere regels met betrekking tot de opdracht, de samenstelling, werking, bevoegdheden, samenwerking, de gevolgen van het uitstappen van een lid uit het bestuursorgaan en de rapportering van een parkbureau vastleggen.

Art. 13.Een parkbureau wordt uiterlijk zes maanden na de erkenning van het Vlaams Park opgericht. De Vlaamse Regering kan hierover nadere voorwaarden vaststellen.

Art. 14.De Vlaamse Regering kan de nadere regels bepalen met betrekking tot de coördinatie van de Vlaamse Parken. HOOFDSTUK 3. - Financiering

Art. 15.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering, onder de voorwaarden die ze bepaalt, tijdens de erkenningsprocedure van een Vlaams Park een subsidie toekennen voor een kandidaat-Vlaams Park. De cumulatie van de subsidies mag nooit meer bedragen dan 100 procent van de totale kosten.

Art. 16.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten verleent de Vlaamse Regering, onder de voorwaarden die ze bepaalt, subsidies voor de erkende Vlaamse Parken. De cumulatie van de subsidies mag nooit meer bedragen dan 100 procent van de totale kosten.

Art. 17.De lokale overheden kunnen financiële middelen toekennen aan een Vlaams Park. Ze kunnen ook infrastructuur en personeel ter beschikking stellen van een Vlaams Park. HOOFDSTUK 4. - Bescherming van de namen Vlaams Park, Landschapspark, Nationaal Park en Nationaal Park Vlaanderen

Art. 18.Het gebruik van de namen Vlaams Park, Landschapspark of Nationaal Park Vlaanderen, Nationaal Park op zichzelf of als onderdeel van een ander onderscheidingsteken is voorbehouden aan de door de Vlaamse Regering erkende Vlaamse Parken en daaraan verbonden parkbureaus overeenkomstig de bepalingen van deze titel.

De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen met betrekking tot het gebruik van namen en logo's van Vlaamse Parken.

TITEL 3. - Regionale landschappen HOOFDSTUK 1. - Voorwerp, doelstellingen, werkingsgebied en organisatie

Art. 19.Een regionaal landschap is een duurzaam interbestuurlijk en intersectoraal samenwerkingsverband tussen maatschappelijke en bestuurlijke actoren onder de vorm van een private vereniging zonder winstuitkeringsoogmerk.

Elk regionaal landschap bevordert: 1° de landschapskwaliteit door algemene landschapszorg;2° de toegankelijkheid van het landschap op passende wijze via recreatieve en educatieve maatregelen;3° het streekeigen karakter, de recreatie, de natuur- en landschapseducatie, het draagvlak voor natuurbehoud en landschap en het gebiedsgericht en geïntegreerd beheer ten behoeve van het landschap. De Vlaamse Regering kan de nadere regels met betrekking tot de opdracht, de afbakening, de samenstelling, werking, bevoegdheden en rapportering van de regionale landschappen vastleggen.

Art. 20.Het werkingsgebied van een regionaal landschap is het grondgebied van aaneengesloten gemeenten, of onderdelen van gemeenten zoals districten of deelgemeenten, die specifieke landschapskenmerken gemeenschappelijk hebben, ongeacht de huidige landschapskwaliteit, het grondgebruik of de bestemming en in zoverre dat de gemeente toetreedt tot dit samenwerkingsverband.

Art. 21.De regionale landschappen kunnen zich verenigen in een koepelorganisatie. HOOFDSTUK 2. - Erkenning en coördinatie

Art. 22.De Vlaamse Regering erkent de regionale landschappen op voordracht van de provincies.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels voor de procedure van de erkenning vaststellen.

Om erkend te blijven, voldoet het regionaal landschap aan de voorwaarden van deze titel en de uitvoeringsbesluiten van dit decreet.

Met behoud van de toepassing van het eerste lid, geldt de erkenning voor onbepaalde duur behoudens intrekking ervan overeenkomstig artikel 25.

Art. 23.De provincies zijn bevoegd voor de coördinatie en de opvolging van de regionale landschappen.

De opvolging en coördinatie gebeuren in afstemming met de Vlaamse Regering. De Vlaamse Regering kan de nadere regels met betrekking tot de coördinatie en opvolging voor regionale landschappen vastleggen. HOOFDSTUK 3. - Financiering

Art. 24.Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten kan de Vlaamse Regering, onder de voorwaarden die ze bepaalt, subsidies aan provincies verlenen met het oog op financiering van de regionale landschappen en hun koepelorganisatie. De cumulatie van de subsidies mag nooit meer bedragen dan 100 procent van de totale kosten.

TITEL 4. - Evaluatie erkenning en subsidiëring

Art. 25.§ 1. De Vlaamse Regering kan, zesjaarlijks vanaf de erkenning van een Vlaams Park, de subsidies van een parkbureau van een Vlaams Park stopzetten of de erkenning van een Vlaams Park intrekken indien niet aan de doelstellingen of de erkenningsvoorwaarden voldaan is, opgelegd bij dit decreet of de uitvoeringsbesluiten bij dit decreet.

De Vlaamse Regering kan nadere regels aangaande de opschorting of uitstel van de stopzetting van de subsidies of de intrekking van de erkenning, vermeld in het eerste lid, vaststellen.

Voorafgaand aan de beslissing om een sanctie, vermeld in het eerste lid, op te leggen, stuurt de Vlaamse Regering het parkbureau van het Vlaams Park een ingebrekestelling. In de ingebrekestelling motiveert de Vlaamse Regering waarom het parkbureau of het Vlaams Park de doelstellingen of erkenningsvoorwaarden, opgelegd bij dit decreet of de uitvoeringsbesluiten bij dit decreet, niet nakomt. De ingebrekestelling wordt met een beveiligde zending verstuurd. De rechtspersoon wordt uitgenodigd om te worden gehoord. De rechtspersoon kan zich daarbij laten bijstaan.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels en de procedure vaststellen voor het opleggen van de sancties. § 2. De Vlaamse Regering kan de subsidies aan een provincie, vermeld in artikel 24, stopzetten of de erkenning van een regionaal landschap intrekken indien niet aan de doelstellingen of de erkenningsvoorwaarden voldaan is, opgelegd bij dit decreet of de uitvoeringsbesluiten bij dit decreet.

Voorafgaand aan de beslissing om de sanctie tot intrekking van de erkenning, vermeld in het eerste lid, op te leggen aan een regionaal landschap, vraagt de Vlaamse Regering advies aan de betrokken provincie of provincies. Voorafgaand aan de beslissing om een sanctie, vermeld in het eerste lid, op te leggen, stuurt de Vlaamse Regering de betrokken provincie of het regionaal landschap een ingebrekestelling.

In de ingebrekestelling motiveert de Vlaamse Regering waarom de betrokken provincie of het regionaal landschap de doelstellingen of erkenningsvoorwaarden, opgelegd bij dit decreet of de uitvoeringsbesluiten bij dit decreet, niet nakomt. De ingebrekestelling wordt met een beveiligde zending verstuurd. Voor de in gebreke gestelde betrokken provincie of het regionaal landschap wordt de rechtspersoon uitgenodigd om te worden gehoord. De rechtspersoon kan zich daarbij laten bijstaan.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels en de procedure vaststellen voor het opleggen van de sancties.

TITEL 5. - Gegevensbescherming

Art. 26.§ 1. Wie door de Vlaamse Regering wordt belast met de taken die hierna worden vermeld, is de verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens die in dit kader worden verwerkt: 1° de behandeling van een aanvraag tot erkenning als Vlaams Park als vermeld in titel 2, hoofdstuk 2, en de behandeling van een aanvraag tot subsidie ervan als vermeld in titel 2, hoofdstuk 3;2° de behandeling van een aanvraag tot erkenning als regionaal landschap als vermeld in titel 3, hoofdstuk 2, en de behandeling van een aanvraag tot subsidie ervan als vermeld in titel 3, hoofdstuk 3. § 2. Elk parkbureau is de verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens die worden verwerkt voor het management en de coördinatie van het desbetreffende Vlaams Park. § 3. Elk regionaal landschap is de verwerkingsverantwoordelijke voor de persoonsgegevens die worden verwerkt voor het beheer en de coördinatie van het desbetreffende regionaal landschap.

Art. 27.§ 1. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de persoonsgegevens, vermeld in artikel 28, voor het uitvoeren van een wettelijke verplichting en voor een taak van algemeen belang en in het kader van de uitoefening van het openbaar gezag, in de zin van artikel 6, lid 1, c) en e), van de algemene verordening gegevensbescherming. § 2. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de persoonsgegevens onder de volgende voorwaarden: 1° de persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die ten aanzien van de betrokkene rechtmatig, behoorlijk en transparant is;2° de persoonsgegevens worden verzameld voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden als vermeld in artikel 26 en mogen vervolgens niet verder op een met die doeleinden onverenigbare wijze worden verwerkt;3° de persoonsgegevens worden verwerkt op een wijze die toereikend is, ter zake dienend en beperkt tot wat noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt;4° de persoonsgegevens zijn juist en als dat nodig is worden ze geactualiseerd;5° alle redelijke maatregelen worden genomen om de persoonsgegevens die, gelet op de doeleinden waarvoor ze worden verwerkt, onjuist zijn, onmiddellijk te wissen of te rectificeren;6° de persoonsgegevens worden bewaard in een vorm die het mogelijk maakt de betrokkenen niet langer te identificeren dan noodzakelijk is voor de doeleinden waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt;7° de persoonsgegevens worden, door passende technische of organisatorische maatregelen te nemen, op een dusdanige manier verwerkt dat een passende beveiliging ervan gewaarborgd is, zodat ze onder meer beschermd zijn tegen ongeoorloofde of onrechtmatige verwerking en tegen onopzettelijk verlies, vernietiging of beschadiging. De verwerkingsverantwoordelijke is verantwoordelijk voor de naleving van de voorwaarden, vermeld in het eerste lid, en kan dat aantonen.

De verwerkingsverantwoordelijke informeert de betrokkenen vooraf over de verwerking van hun persoonsgegevens conform artikel 13 en 14 van de algemene verordening gegevensbescherming en informeert hen over hun rechten op basis van artikel 15 tot en met 22 van de algemene verordening gegevensbescherming.

De Vlaamse Regering kan de nadere regels over de verwerking van de persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, vaststellen evenals over de doeleinden, vermeld in artikel 26, en de categorieën van betrokkenen, vermeld in artikel 29.

Art. 28.§ 1. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de volgende categorieën van persoonsgegevens voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 1: 1° identiteitsgegevens;2° contactgegevens;3° gegevens in verband met de zakenrechtelijke status van een Vlaams Park of regionaal landschap of een deel ervan;4° gegevens die een kandidaat indient in het kader van een aanvraag tot erkenning als regionaal landschap of Vlaams Park en het behoud ervan;5° gegevens die de kandidaat indient in het kader van een subsidieaanvraag als Vlaams Park of regionaal landschap en het behoud ervan. De persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, 4°, worden waar mogelijk geanonimiseerd of gepseudonimiseerd indien de individualisering niet noodzakelijk of pertinent is voor de verwezenlijking van de doeleinden, vermeld in het eerste lid, rekening houdend met het beginsel van minimale gegevensverwerking, vermeld in artikel 27, § 2, eerste lid, 3°, en met inbegrip van passende technische en organisatorische maatregelen als vermeld in artikel 27, § 2, eerste lid, 7°. § 2. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de volgende categorieën van persoonsgegevens voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 2: 1° identiteitsgegevens;2° contactgegevens;3° gegevens in verband met de zakenrechtelijke status van een Vlaams Park;4° gegevens van personeelsleden noodzakelijk voor de tewerkstelling bij een Vlaams Park;5° andere persoonsgegevens die de verwerkingsverantwoordelijke nodig heeft voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 2. § 3. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de volgende categorieën van persoonsgegevens voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 3: 1° identiteitsgegevens;2° contactgegevens;3° gegevens in verband met de zakenrechtelijke status van het regionaal landschap of een deel ervan;4° gegevens van personeelsleden noodzakelijk voor de tewerkstelling bij een regionaal landschap;5° andere persoonsgegevens die de verwerkingsverantwoordelijke nodig heeft voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 3. § 4. De Vlaamse Regering kan de categorieën van persoonsgegevens nader bepalen.

Art. 29.§ 1. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de persoonsgegevens, vermeld in artikel 28, van de volgende categorieën van betrokkenen voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 1: 1° de natuurlijke personen die worden vermeld in een aanvraag tot erkenning als Vlaams Park;2° de natuurlijke personen die optreden in de erkenningsprocedure;3° de natuurlijke personen die bij het management en de coördinatie van een Vlaams Park of een regionaal landschap betrokken zijn. De persoonsgegevens, vermeld in het eerste lid, 1°, worden waar mogelijk geanonimiseerd of gepseudonimiseerd indien de individualisering niet noodzakelijk of pertinent is voor de verwezenlijking van de doeleinden, vermeld in het eerste lid, rekening houdend met het beginsel van minimale gegevensverwerking, vermeld in artikel 27, § 2, eerste lid, 3°, en met inbegrip van passende technische en organisatorische maatregelen als vermeld in artikel 27, § 2, eerste lid, 7°. § 2. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de persoonsgegevens, vermeld in artikel 28, van de volgende categorieën van betrokkenen voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 2: 1° de natuurlijke personen die bij het management en de coördinatie van een Vlaams Park betrokken zijn;2° de natuurlijke personen die bij een Vlaams Park tewerkgesteld zijn. § 3. De verwerkingsverantwoordelijke verwerkt de persoonsgegevens, vermeld in artikel 28, van de natuurlijke personen die bij het beheer en de coördinatie van een regionaal landschap betrokken zijn, voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 3.

Art. 30.§ 1. De verwerkingsverantwoordelijke bewaart de persoonsgegevens verwerkt voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 1, gedurende de volgende termijn: 1° indien een aanvraag tot erkenning of subsidie wordt goedgekeurd zolang de erkenning geldt of de subsidie loopt, en tot één jaar na afloop van de erkennning of de subsidie;2° indien een aanvraag tot erkenning of subsidie wordt afgewezen tot één jaar na de afwijzingsbeslissing. Als een rechtsmiddel wordt ingesteld tegen een beslissing als vermeld in het eerste lid, verwerkt de verwerkingsverantwoordelijke, in afwijking van het eerste lid, de persoonsgegevens zolang er geen definitieve, in kracht van gewijsde gegane en uitvoerbare beslissing is genomen over het rechtsmiddel. § 2. De verwerkingsverantwoordelijke bewaart de persoonsgegevens verwerkt voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 2, gedurende de erkenning van een Vlaams Park en tot tien jaar erna. § 3. De verwerkingsverantwoordelijke bewaart de persoonsgegevens verwerkt voor de doeleinden, vermeld in artikel 26, § 3, gedurende de erkenning van het regionaal landschap en tot tien jaar erna.

Art. 31.De verwerkingsverantwoordelijke kan de persoonsgegevens meedelen aan de volgende ontvangers: 1° de entiteiten aangewezen door de Vlaamse Regering ter uitvoering van de procedure tot erkenning van een Vlaams Park, vermeld in artikel 9, of van een regionaal landschap, vermeld in artikel 22;2° de entiteiten aangewezen door de Vlaamse Regering ter uitvoering van de coördinatie van de Vlaamse Parken, vermeld in artikel 14, en de provincies ter uitvoering van de coördinatie van de regionale landschappen, vermeld in artikel 23;3° advocaten of hoven en rechtbanken, in het kader van het behandelen van juridische geschillen;4° de Vlaamse ombudsman, als die tussenkomt in een geschil;5° natuurlijke personen of rechtspersonen op wie een beroep wordt gedaan in het kader van externe bijstand in het kader van artikel 25, eerste lid, 2° ;6° lokale overheden in het kader van het ter beschikking stellen van personeel, vermeld in artikel 17. De Vlaamse Regering kan verdere modaliteiten over de uitwisseling van de persoonsgegevens nader bepalen.

TITEL 6. - Wijzigingsbepalingen

Art. 32.In artikel 2.1 van het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed type decreet prom. 12/07/2013 pub. 12/08/2013 numac 2013204485 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de mogelijkheid om de netbeheerder onder bepaalde voorwaarden gegevens te laten verstrekken aan personen die daarvoor door de Vlaamse Regering zijn aangewezen sluiten, gewijzigd bij de decreten van 15 juli 2016, 13 juli 2018 en 10 juni 2022, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° punt 3° wordt opgeheven; 2° er wordt een punt 21° /2 ingevoegd, dat luidt als volgt: "21° /2 cultuurhistorische landschapszorg: het stimuleren van het behoud, het herstel en de ontwikkeling van cultuurhistorische, fysisch-geografische en esthetische landschapswaarden en van typische landschapskenmerken waaronder kleine landschapselementen;".

Art. 33.In artikel 10.2.1, eerste lid, 6°, van het Onroerenderfgoed decreet van 12 juli 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 12/07/2013 pub. 17/10/2013 numac 2013035861 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het onroerend erfgoed type decreet prom. 12/07/2013 pub. 12/08/2013 numac 2013204485 bron vlaamse overheid Decreet houdende wijziging van het Energiedecreet van 8 mei 2009, wat betreft de mogelijkheid om de netbeheerder onder bepaalde voorwaarden gegevens te laten verstrekken aan personen die daarvoor door de Vlaamse Regering zijn aangewezen sluiten worden de woorden "algemene landschapszorg" vervangen door de woorden "cultuurhistorische landschapszorg".

TITEL 7. - Opheffingsbepaling

Art. 34.Artikel 54 van het decreet van 21 oktober 1997Relevante gevonden documenten type decreet prom. 21/10/1997 pub. 10/01/1998 numac 1997036441 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu sluiten betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu, vervangen bij decreet van 9 mei 2014, wordt opgeheven.

TITEL 8. - Overgangsbepalingen

Art. 35.De kandidaturen die zijn ingediend in het kader van de oproep Landschapsparken van april 2021 of de oproep Nationale Parken Vlaanderen van april 2021 en werden aanvaard, blijven rechtsgeldig in het kader van dit decreet. De Vlaamse Regering kent aan deze kandidaten een overgangstermijn toe om aan te tonen dat zij aan die voorwaarden voldoen of kunnen voldoen binnen de door de Vlaamse Regering bepaalde termijn, alsook om een advies op te vragen bij de betrokken lokale overheden.

Art. 36.Regionale landschappen die al erkend zijn bij het in werking treden van dit decreet, behouden hun erkenning.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 9 juni 2023.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, Z. DEMIR De Vlaamse minister van Financiën en Begroting, Wonen en Onroerend Erfgoed, M. DIEPENDAELE _______ Nota (1) Zitting 2022-2023 Documenten: - Ontwerp van decreet : 1667 - Nr.1 - Advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit : 1667 - Nr. 2 - Amendementen : 1667 - Nrs. 3 en 4 - Verslag van de hoorzitting : 1667 - Nr. 5 - In eerste lezing aangenomen artikelen : 1667 - Nr. 6 - Verslag : 1667 - Nr. 7 - Amendementen : 1667 - Nr. 8 - Tekst aangenomen door de plenaire vergadering : 1667 - Nr. 9 Handelingen - Bespreking en aanneming: Vergadering van 8 juni 2023.

^