Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 13 november 2015
gepubliceerd op 07 december 2015

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de baggervaartsector

bron
vlaamse overheid
numac
2015036499
pub.
07/12/2015
prom.
13/11/2015
ELI
eli/besluit/2015/11/13/2015036499/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

13 NOVEMBER 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende vrijstelling van bepaalde werkgeversbijdragen voor ondernemingen die behoren tot de baggervaartsector


De Vlaamse Regering, Gelet op de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 12 augustus 2000;

Gelet het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37ter van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en tot opheffing van het koninklijk besluit van 16 mei 2001 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector sluiten tot uitvoering van artikel 37ter van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en tot opheffing van het koninklijk besluit van 16 mei 2001 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden op 18 maart 2005;

Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2015;

Gelet op het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen, gegeven op 31 augustus 2015;

Gelet op het akkoord van de Europese Commissie, gegeven op 14 september 2015;

Gelet op advies 58.169/1 van de Raad van State, gegeven op 12 oktober 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat dit besluit tot doel heeft het stelsel van de toekenning van een vrijstelling van werkgeversbijdragen in overeenstemming met de Richtsnoeren nr. C 2004/43 van 17 januari 2004 van de Europese Commissie betreffende staatssteun voor het zeevervoer te behouden om te voorkomen dat de sector verlies zou lijden;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37ter van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en tot opheffing van het koninklijk besluit van 16 mei 2001 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector sluiten tot uitvoering van artikel 37ter van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en tot opheffing van het koninklijk besluit van 16 mei 2001 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector, niet meer van toepassing is;

Overwegende dat het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 21/08/2014 numac 2014204504 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 februari 1971 tot oprichting van sommige paritaire comités en tot vaststelling van hun benaming en bevoegdheid en het koninklijk besluit van 4 augustus 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/08/2014 pub. 21/08/2014 numac 2014204504 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 maart 1975 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf en tot vaststelling van het aantal leden ervan, het paritair comité voor de koopvaardij bevoegd stellen voor het varend personeel van de ondernemingen die baggerwerken op zee verrichten;

Overwegende dat de vrijstelling van de werkgeversbijdragen voor de baggervaartsector sedert 1 juli 2014 behoort tot de bevoegdheid van de gewesten;

Op voorstel van de Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport;

Na beraadslaging, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Dit besluit is van toepassing op de reders en op hun werknemers die behoren tot de baggervaartsector.

In het eerste lid wordt verstaan onder werknemers die behoren tot de baggervaartsector: de communautaire zeelieden die onder de toepassing vallen van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij en de uitvoeringsbesluiten ervan.

In het tweede lid wordt verstaan onder communautaire zeelieden: alle zeelieden die in een lidstaat van de europese Unie belasting en/of sociale zekerheidsbijdragen betalen. § 2. Voor wat betreft het zeevervoergedeelte van baggerspeciewerkzaamheden passen de reders met exploitatiezetel op het grondgebied van het Vlaamse Gewest de maatregel, vermeld in artikel 2, toe op de lonen van de communautaire zeelieden, die ze tewerkstellen aan boord van zeewaardige baggerschepen.

In het eerste lid wordt verstaan onder zeewaardige baggerschepen: de in een lidstaat van de europese Economische Ruimte geregistreerde zeewaardige baggerschepen die met eigen voortstuwing die ingericht zijn voor het vervoer van een lading over zee, waarvoor een zeebrief wordt voorgelegd en die minstens 50% van hun bedrijfstijd vervoer op zee verrichten.

Art. 2.§ 1. De reders, vermeld in artikel 3, § 1, 2°, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij, worden vrijgesteld van de betaling van bepaalde werkgeversbijdragen aan de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden. § 2. De reders worden vrijgesteld van de betaling van werkgeversbijdragen bepaald in: 1° artikelen 3, § 3, 1°, 2°, 3°, 4°, 5° en 7°, § 3quater van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij;2° artikelen 121 en 122 van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen;3° artikel 57 van de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970;4° artikelen 59, 1°, en 59ter, § 1, van de arbeidsongevallen wet van 10 april 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1971 pub. 17/10/2014 numac 2014000710 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet type wet prom. 10/04/1971 pub. 23/03/2018 numac 2018030615 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Arbeidsongevallenwet sluiten;5° artikel 58 en 60 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten betreffende de sluiting van de ondernemingen;6° artikelen 1, 2 en 3 van het koninklijk besluit van 27 november 1996 tot instelling van een bijzondere werkgeversbijdrage ter financiering van het stelsel van de tijdelijke werkloosheid en de anciënniteitstoeslag voor oudere werklozen, in toepassing van artikel 3, § 1, 4°, van de wet van 26 juli 1996 strekkende tot realisatie van de budgettaire voorwaarden tot deelname van België aan de europese Economische en Monetaire Unie. § 3. De reders worden vrijgesteld van de betaling van werkgeversbijdragen voor: 1° 26,99 % van de totale basiswerkgeversbijdragen, vermeld in artikel 3, § 3, 1°, van de besluitwet van 7 februari 1945 betreffende de maatschappelijke veiligheid van de zeelieden ter koopvaardij;2° de bijdrage aan het Fonds tot vergoeding van de in geval van sluiting van ondernemingen ontslagen werknemers, vermeld in artikel 58 en 60 van de wet van 26 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/06/2002 pub. 09/08/2002 numac 2002012847 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de sluiting van de ondernemingen sluiten betreffende de sluiting van ondernemingen.

Art. 3.§ 1. De reders uit de baggervaartsector waarborgen tachtig arbeidsplaatsen voor de zeelieden die ingeschreven zijn op de lijst van de Pool van de Zeelieden ter Koopvaardij.

In het eerste lid wordt verstaan onder arbeidsplaats: een vacante plaats gedurende 365 dagen per jaar voor een varend baggerpersoneelslid. Dat betekent 80 x 2,5 = 200 tewerkstellingen voor zeelieden. § 2. Het Paritair Comité voor de Koopvaardij onderzoekt jaarlijks of voldaan is aan de tewerkstellingsnorm, vermeld in paragraaf 1. De voorzitter van het bevoegde paritair comité bezorgt het jaarlijkse evaluatierapport van het comité uiterlijk vóór 30 april aan de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid. § 3. Als de reders overmacht inroepen, kan van de naleving van de tewerkstellingsnorm worden afgeweken. In dat geval bevat het verslag van het paritair comité de gronden voor de overmacht. § 4. De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, beschikt over een termijn van dertig kalenderdagen om zich uit te spreken over het respecteren van de tewerkstellingsnorm, vermeld in paragraaf 1, en over de eventuele gehele of gedeeltelijke invordering van de vrijgestelde bijdragen voor het afgelopen jaar in kwestie. Deze termijn begint te lopen de dag nadat de voorzitter van het bevoegde paritair comité het jaarlijks evaluatierapport heeft bezorgd en op 30 april indien de voorzitter van het bevoegde paritair comité het jaarlijks evaluatierapport niet of niet tijdig heeft bezorgd. Als de Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, binnen die termijn geen beslissing neemt, wordt de beslissing geacht positief te zijn.

Art. 4.De reder deelt aan de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden de volgende gegevens mee: 1° het aantal dagen waarvoor de socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn, namelijk: a) elke vaart- en bijwerkdag voor de zeevarenden;b) elke arbeidsdag voor de shoregangers;c) elke dag waarvoor de opzeggingsvergoeding door de reder verschuldigd is;2° het maand per maand betaalde brutoloon met betrekking tot de voormelde dagen, waarop de zeeman ingevolge zijn dienstbetrekking recht heeft. In het eerste lid, 2°, wordt verstaan onder brutoloon van de zeeman: de standaardgage, vermeerderd met de overuren en alle vergoedingen, opzegvergoedingen inbegrepen.

Art. 5.Het koninklijk besluit van 26 april 2009Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/04/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009022247 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid en federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 37ter van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en tot opheffing van het koninklijk besluit van 16 mei 2001 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector sluiten tot uitvoering van artikel 37ter van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en tot opheffing van het koninklijk besluit van 16 mei 2001 houdende vrijstelling van bepaalde werknemersbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggersector wordt opgeheven voor wat betreft de bepalingen die betrekking hebben op de vrijstelling van werkgeversbijdragen ten behoeve van de ondernemingen behorende tot de baggervaartsector waarop dit besluit van toepassing is.

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2014, met uitzondering van artikel 2, § 3, dat uitwerking heeft met ingang van 1 juli 2015.

Dit besluit treedt buiten werking op 31 december 2022, met uitzondering van artikel 2, § 2, dat buiten werking treedt op 1 juli 2015.

Art. 7.De Vlaamse minister, bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 13 november 2015.

De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Werk, Economie, Innovatie en Sport, Ph. MUYTERS

^