gepubliceerd op 17 augustus 2015
Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de regels voor steun voor de oprichting van producentenorganisaties
10 JULI 2015. - Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de regels voor steun voor de oprichting van producentenorganisaties
De Vlaamse Regering, Gelet op verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad, het laatst gewijzigd bij gedelegeerde verordening (EU) nr. 1378/2014 van de Commissie van 17 oktober 2014;
Gelet op het decreet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 28/06/2013 pub. 12/09/2013 numac 2013204905 bron vlaamse overheid Decreet betreffende het landbouw- en visserijbeleid sluiten betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 4, 1°, en artikel 9, eerste lid, 1° en 4°, en tweede lid;
Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 28 mei 2015;
Gelet op advies 57.606/3 van de Raad van State, gegeven op 22 juni 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voorstel van de Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Definities en toepassingsgebied
Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder : 1° minister : de Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw;2° verordening (EU) nr.1305/2013 : verordening (EU) nr. 1305/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad.
Art. 2.Het hoofd van het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij kan de aangelegenheden die conform dit besluit en de uitvoeringsbepalingen ervan onder de bevoegdheid van het departement vallen, subdelegeren aan personeelsleden van het departement die onder zijn hiërarchisch gezag staan, tot op het meest functionele niveau. HOOFDSTUK 2. - Bepalingen over de toekenning van de steun
Art. 3.Binnen de grenzen van de daarvoor bestemde begrotingskredieten wordt steun verleend voor de oprichting van producentenorganisaties in de landbouwsector voor producentenorganisaties die : 1° erkend worden na 1 januari 2014 op basis van één van de volgende besluiten : a) het besluit van de Vlaamse Regering van 31 januari 2014Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 31/01/2014 pub. 19/03/2014 numac 2014035231 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende erkenningen van producenten- en brancheorganisaties sluiten betreffende erkenningen van producenten- en brancheorganisaties;b) het besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2012Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/12/2012 pub. 23/01/2013 numac 2013035011 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende contractuele betrekkingen en samenwerking in de sector melk en zuivelproducten sluiten betreffende contractuele betrekkingen en samenwerking in de sector melk en zuivelproducten;c) het koninklijk besluit van 1 september 1986 betreffende de voorwaarden van de erkenning van de producentengroeperingen en de verenigingen van producentengroeperingen in de sectoren van de suikerbiet en van de suiker;2° één van de doelen, vermeld in artikel 27, lid 1, a) tot en met c), van verordening (EU) nr.1305/2013, nastreven; 3° voldoen aan de definitie van een kmo, conform de voorwaarde, vermeld in artikel 27, lid 2, van verordening (EU) nr.1305/2013; 4° geselecteerd zijn op basis van de selectiecriteria, vermeld in artikel 9 van dit besluit. Producentenorganisaties die betrekking hebben op de vermarkting van tabak, komen niet in aanmerking voor de steun.
Art. 4.§ 1. De steun wordt forfaitair toegekend gedurende vijf opeenvolgende jaren na de datum van erkenning als percentage van de jaarlijks door de erkende producentenorganisatie afgezette productie of de som van de productie van de individuele leden van de producentenorganisatie als niet de erkende producentenorganisatie maar de individuele producenten belast zijn met de verkoop.
Voor de berekening van de omzet wordt alleen rekening gehouden met de omzet van actieve landbouwers als vermeld in artikel 9 van verordening (EU) nr. 1307/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van voorschriften voor rechtstreekse betalingen aan landbouwers in het kader van de steunregelingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 637/2008 van de Raad en Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad, die lid zijn van de producentenorganisatie. § 2. Het steunpercentage bedraagt : 1° voor de afgezette productie tot 1.000.000 euro voor de eerste vijf jaar : a) eerste jaar : 5 %;b) tweede jaar : 5 %;c) derde jaar : 4 %;d) vierde jaar : 3 %;e) vijfde jaar : 2 %; 2° voor het deel van de waarde van de afgezette productie dat hoger dan 1.000.000 euro voor de eerste vijf jaar : a) eerste jaar : 2,5 %;b) tweede jaar : 2,5 %;c) derde jaar : 2 %;d) vierde jaar : 1,5 %;e) vijfde jaar : 1 %. Het jaarlijkse bedrag, berekend conform het eerste lid, wordt begrensd tot 30.000 euro steun per jaar.
Hoofdstuk 3. - Bepalingen over de organisatie van de steunverlening
Art. 5.De minister doet een oproep en bepaalt daarbij : 1° het voor steun uitgetrokken totaalbudget;2° de periode waarbinnen de steunaanvraag moet worden ingediend en de modaliteiten van de steunaanvraag. Als maximale bedrag aan toe te kennen steun, dat bekomen wordt door het aantal ontvankelijke steunaanvragen te vermenigvuldigen met het cumulatieve maximale steunbedrag per producentenorganisatie voor een periode van vijf jaar, het totaalbudget van de oproep, vermeld in het eerst lid, 1°, overschrijdt, worden de selectiecriteria, vermeld in artikel 9, toegepast. De steun wordt op basis van de selectie toegekend aan de begunstigden in volgorde van de rangschikking na toepassing van die selectiecriteria.
De minister kan de oproep, vermeld in het eerste lid, herhalen binnen de grenzen van de daarvoor bestemde begrotingskredieten.
Art. 6.Een steunaanvraag bestaat ten minste uit de volgende elementen : 1° een bedrijfsplan dat ten minste de volgende zaken bevat : a) de gegevens van de organisatie : 1) de naam;2) het adres;3) het telefoonnummer;4) het e-mailadres;5) de juridische vorm;6) de zakenpartners van de organisatie;7) externe samenwerkingen zoals samenwerkingen met consultants;b) een inhoudelijke presentatie van het bedrijfsidee, met de beoogde doelstellingen en de timing per doelstelling voor de volgende vijf jaar, dat ten minste één van de doelstellingen, vermeld in artikel 27, lid 1, a) tot en met c), van verordening (EU) nr.1305/2013, bevat; c) een financieel plan dat een kostenraming bevat voor de uitwerking van het bedrijfsidee, met een minimale kostenschatting, verantwoord per beoogde doelstelling;d) een prognose van de verwachtte groei, uitgedrukt in leden en omzet van producentenorganisatie;2° een officiële aanvraag voor het verkrijgen van de steun, ondertekend door de voorzitter van de erkende producentenorganisatie.
Art. 7.De minister kan per oproep extra voorwaarden, specificaties of beperkingen opleggen die betrekking hebben op : 1° de steun- en de betalingsaanvraag;2° de uitbetalingsmodaliteiten;3° de selectiecriteria, vermeld in artikel 9;4° de aanvraagmodaliteiten.
Art. 8.De minister beslist over de toekenning of de weigering van de steun, conform de bepalingen van dit besluit. HOOFDSTUK 4. - Selectiecriteria
Art. 9.De ingediende aanvragen worden beoordeeld en gewaardeerd aan de hand van de volgende selectiecriteria : 1° de mate waarin de producenten in een sector al georganiseerd zijn via producentenorganisaties;2° de mate van innovatie van het bedrijfsplan;3° de mate waarin de investering past in een samenwerking in de keten of ketenoverschrijdend is;4° de realiseerbaarheid van het plan;5° het aantal leden van de producentenorganisatie ten opzichte van het aantal actieve landbouwers in de sector in kwestie;6° de mate van professionaliteit van de organisatie. Voor de beoordeling van de steunaanvragen op basis van de selectiecriteria kan de minister een beoordelingscollege van experten instellen. De minister kan verdere invulling geven aan de criteria, vermeld in het eerste lid. HOOFDSTUK 5. - Bepalingen over de controles, sancties en onverenigbaarheden
Art. 10.Onverminderd de bevoegdheden van het Rekenhof en de Inspectie van Financiën kunnen de personeelsleden van het Departement Landbouw en Visserij van het Vlaams Ministerie van Landbouw en Visserij ter plaatse controle uitoefenen op de aanwending van de steun.
Onverminderd de toepassing van artikel 13 en 14 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof heeft het Departement Landbouw en Visserij delegatie om de steun geheel of gedeeltelijk terug te vorderen of niet uit te betalen als de doelstellingen uit het bedrijfsplan na vijf jaar niet bereikt zijn. De laatste schijf kan alleen betaald worden na een controle ter plaatse en een controle op de correcte uitvoering van het bedrijfsplan, conform artikel 27, lid 3, van de verordening (EU) nr. 1305/2014.
De toegekende steun wordt jaarlijks uitbetaald.
De steun is onverenigbaar met overheidssteun via een andere financieringsbron, die toegekend wordt voor de oprichting van de producentenorganisatie. HOOFDSTUK 6. - Slotbepaling
Art. 11.De Vlaamse minister, bevoegd voor de landbouw, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 10 juli 2015.
De minister-president van de Vlaamse Regering, G. BOURGEOIS De Vlaamse minister van Omgeving, Natuur en Landbouw, J. SCHAUVLIEGE