Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Vlaamse Regering van 16 september 2022
gepubliceerd op 06 december 2022

Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de reisvoorwaarden en de regels voor de handhaving ervan door de VVM - De Lijn

bron
vlaamse overheid
numac
2022033688
pub.
06/12/2022
prom.
16/09/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 SEPTEMBER 2022. - Besluit van de Vlaamse Regering tot bepaling van de reisvoorwaarden en de regels voor de handhaving ervan door de VVM - De Lijn


Rechtsgronden Dit besluit is gebaseerd op: - de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 20, gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993; - het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn, artikel 44ter, § 1, en artikel 44quater, ingevoegd bij het decreet van 2 april 2004, hersteld bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten en gewijzigd bij het decreet van 23 december 2021, artikel 44quinquies, § 1, 44sexies, 44septies, eerste lid, artikel 44 octies, § 2, eerste en tweede lid, artikel 44novies, eerste lid, 1°, artikel 44 decies, § 1, eerste lid, en artikel 44duodecies, ingevoegd bij het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten; - het decreet van 20 april 2001Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/04/2001 pub. 21/08/2001 numac 2001035930 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Decreet betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen sluiten betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, artikel 15; - het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten betreffende de basisbereikbaarheid, artikel 39, eerste lid.

Vormvereisten De volgende vormvereisten zijn vervuld: - De Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, heeft zijn akkoord gegeven op 9 juni 2022. - De Raad van State heeft advies 71.734/1/V gegeven op 27 juli 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.

Initiatiefnemer Dit besluit wordt voorgesteld door de Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken.

Na beraadslaging, DE VLAAMSE REGERING BESLUIT:

Artikel 1.In dit besluit wordt verstaan onder: 1° decreet van 31 juli 1990: het decreet van 31 juli 1990 betreffende het publiekrechtelijk vormgegeven extern verzelfstandigd agentschap Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn;2° lijncontroleur: de lijncontroleur, vermeld in artikel 1bis, 6°, van het decreet van 31 juli 1990;3° sanctionerend personeel: het sanctionerend personeelslid, vermeld in artikel 1bis, 7°, van het decreet van 31 juli 1990;4° voertuig van de VVM: elk publiek toegankelijk voertuig dat wordt ingezet voor het geregeld vervoer, dat door de VVM wordt georganiseerd;5° VVM: de Vlaamse Vervoermaatschappij De Lijn, opgericht bij het decreet van 31 juli 1990.

Art. 2.De VVM kan, met het oog op de uitoefening van haar controlebevoegdheden met betrekking tot de vervoerbewijzen, de voorwaarden voor de geldigheid en de validatie van de vervoerbewijzen bepalen.

Art. 3.De directeur-generaal van de VVM stelt de lijncontroleurs en het sanctionerende personeel aan.

De VVM stelt een lijst vast van de lijncontroleurs en het sanctionerende personeel die de directeur-generaal van de VVM conform het eerste lid aanstelt. De aangestelde lijncontroleurs en het aangestelde sanctionerende personeel worden met louter een vermelding van hun individuele personeelscode in de voormelde lijst opgenomen. De identiteit van de aangestelde lijncontroleurs en van het aangestelde sanctionerende personeel wordt niet bekendgemaakt. De directeur-generaal van de VVM maakt de voormelde lijst bekend in het Belgisch Staatsblad.

Een aangestelde lijncontroleur heeft een legitimatiebewijs dat de directeur-generaal van de VVM ondertekent. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer, stelt het model van het voormelde legitimatiebewijs vast.

De lijncontroleurs leggen voorafgaand aan de uitoefening van hun functie de eed, vermeld in artikel 44quater, tweede lid, van het decreet van 31 juli 1990, af voor de directeur-generaal van de VVM. De lijncontroleurs en de chauffeurs van de voertuigen van de VVM kunnen reizigers die de bepalingen van dit besluit en het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten betreffende de basisbereikbaarheid en de uitvoeringsbesluiten ervan overtreden, de toegang tot het voertuig ontzeggen of hen verplichten om onmiddellijk het voertuig te verlaten als die reizigers overeenkomstig artikel 7 geen geldig vervoerbewijs kunnen voorleggen of als dit vereist is ter vrijwaring van de veiligheid van het personeel van de VVM of andere reizigers, het herstel van de openbare orde of de rust van de reizigers of ter vrijwaring van de continuïteit van de dienstverlening.

Art. 4.Het personeel van de VVM waakt erover dat de reizigers, en het publiek in het algemeen, de regels, vermeld in artikel 6 tot en met 8, naleven.

Art. 5.De administratieve kosten van de VVM die verschuldigd zijn voor de opmaak van het dwangbevel, vermeld in artikel 9, § 2, tweede lid, van dit besluit en voor de mondelinge hoorzitting, vermeld in artikel 44octies, § 2, tweede lid, en artikel 44novies, eerste lid, 4°, van het decreet van 31 juli 1990, als de overtreder zonder verantwoorde reden niet verschijnt op die hoorzitting, worden door de VVM bepaald. Het bedrag van die administratieve kosten mag niet hoger zijn dan de reële kosten voor de voormelde prestaties van de VVM.

Art. 6.Het is niet toegestaan: 1° de infrastructuur, de voertuigen, de installaties of de apparatuur van de VVM oneigenlijk te gebruiken;2° de infrastructuur, de voertuigen, de installaties of de apparatuur van de VVM te beschadigen of te ontregelen;3° de infrastructuur, de voertuigen, de installaties of de apparatuur van de VVM te bevuilen;4° de voertuigen van de VVM te hinderen of te doen vertragen;5° zich in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM of op de openbare weg op een wijze te gedragen die de dienst van de VVM kan belemmeren; 6° de seinen van de VVM aan te raken of de zichtbaarheid ervan te belemmeren als dit de dienstverlening van de VVM of de openbare orde kan verstoren of als men zichzelf, het personeel van De Lijn of derden kan schaden;; 7° de elektrische leidingen en installaties van de VVM aan te raken als dit de dienstverlening van de VVM of de openbare orde kan verstoren of als men zichzelf, het personeel van De Lijn of derden kan schaden;8° op de sporen, in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM een voorwerp of een stof te werpen of achter te laten als dit de dienstverlening van de VVM of de openbare orde kan verstoren, als men zichzelf, het personeel van de VVM of derden kan schaden of als dit de sporen, voertuigen, haltes of de openbare ruimtes van de VVM kan bevuilen;9° in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM in het bezit te zijn van een voorwerp dat of een stof die, klaarblijkelijk en onmiddellijk, personen kan bevuilen, hinderen of ongemak berokkenen;10° in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM in het bezit te zijn van een voorwerp dat of een stof die, klaarblijkelijk en onmiddellijk, personen kan kwetsen, of hen aan een ander gevaar voor hun fysieke integriteit kan blootstellen;11° in de voertuigen, aan de haltes of in de openbare ruimtes van de VVM de openbare orde te verstoren, dan wel de rust van de personen die daar aanwezig zijn, ernstig te verstoren door: a) klaarblijkelijke staat van openbare dronkenschap of beneveling door verdovende middelen of psychotrope stoffen;b) klaarblijkelijke staat van onzindelijkheid;c) ongewenste fysieke contacten;d) beledigende, onzedelijke, intimiderende of bedreigende uitlatingen of handelingen;12° in de voertuigen, in de schuilhuisjes en in de andere overdekte openbare ruimtes van de VVM te roken;13° zich zonder toestemming toegang te verschaffen tot de dienstlokalen en doorgangen die voor het publiek verboden zijn en als dusdanig aangegeven zijn;14° zich over de veiligheidsafsluitingen of -markeringen van de perrons te buigen of te begeven;15° te weigeren om gevolg te geven aan de aanwijzingen die de bestuurders van de voertuigen of de lijncontroleurs geven om de bepalingen van dit artikel na te komen. In het eerste lid wordt verstaan onder 1° halte: de halte, vermeld in artikel 2, 11°, van het decreet van 26 april 2019Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/04/2019 pub. 12/06/2019 numac 2019012697 bron vlaamse overheid Decreet betreffende de basisbereikbaarheid sluiten betreffende de basisbereikbaarheid;2° openbare ruimtes van de VVM: alle ruimtes die voor het publiek toegankelijk zijn en die bestemd zijn om de exploitatie van de VVM te verzekeren.

Art. 7.§ 1. Zodra de reiziger in het voertuig van de VVM stapt, is hij in het bezit van een vervoerbewijs, dat geldig is en dat in voorkomend geval voor de rit geldig is gemaakt. Het vervoerbewijs is voor de volledige rit die hij ermee aflegt geldig conform de geldigheidsvoorwaarden die de VVM conform artikel 2 bepaalt.

De reiziger kan altijd zijn identiteit bewijzen. § 2. Als de VVM in de geldigheidsvoorwaarden die conform artikel 2 zijn bepaald, aangeeft dat een vervoerbewijs gevalideerd moet worden, valideert de reiziger het vervoerbewijs zodra hij in het voertuig van de VVM stapt. § 3. De reiziger kan het zo nodig gevalideerde vervoerbewijs op elk moment tijdens de reis aan de lijncontroleurs tonen.

Art. 8.Het is niet toegestaan: 1° een vervalst vervoerbewijs, een vervalst bewijsstuk voor gratis vervoer of een tariefvermindering, of een vervalste verminderingskaart te gebruiken;2° een gepersonaliseerd vervoerbewijs, een bewijsstuk dat recht geeft op gratis vervoer of een tariefvermindering, of een verminderingskaart op naam van een andere persoon te gebruiken;3° in of uit te stappen voor het voertuig van de VVM volledig stilstaat of als het aan het manoeuvreren is;4° tijdens de rit de bestuurder of een ander personeelslid van de VVM te misleiden door loos alarm te slaan of op een andere wijze;5° misbruik te maken van het noodsein;6° de noodbediening van de deuren te gebruiken of de deuren op een andere wijze te openen, behalve in geval van gevaar en als het voertuig stilstaat;7° de deuren van het voertuig van de VVM te blokkeren of ertegen te leunen;8° uit het voertuig van de VVM een voorwerp of een stof te werpen;9° de aangegeven regels voor het exclusieve gebruik van de deuren van de voertuigen van de VVM niet na te leven;10° dieren mee te nemen die klaarblijkelijk gevaar voor de andere reizigers kunnen opleveren, hen kunnen bevuilen, hinderen of ongemak kunnen bezorgen;11° pakjes of andere bagage mee te nemen die, wegens de omvang, aard of reuk ervan, de andere reizigers kunnen kwetsen, bevuilen, hinderen of ongemak kunnen bezorgen;12° voor rolstoelgebruikers voorbehouden plaatsen bezet te houden;13° het zicht van de bestuurder van het voertuig van de VVM te belemmeren onder meer door voorbij de begrenzing, vermeld in artikel 65, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit van 15 maart 1968Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 15/03/1968 pub. 03/06/2014 numac 2014014295 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen, te staan;14° met behoud van toepassing van de regel, vermeld in artikel 6, eerste lid, 15°, van dit besluit, te weigeren om gevolg te geven aan de aanwijzingen die de bestuurders van de voertuigen van de VVM of de lijncontroleurs geven om de regels, vermeld in punt 1° tot en met 13°, en artikel 7 van dit besluit, na te leven.

Art. 9.§ 1. De administratieve geldboete voor een meerderjarige overtreder bedraagt: 1° 107 euro bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 6, eerste lid, 1°, 3°, 5°, 8°, 9°, 11°, 12°, 13°, 14° en 15°, artikel 7, § 1, en artikel 8, 4°, 7°, 8°, 9° en 14° ;2° 250 euro bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 6, eerste lid, 2°, 4°, 6°, 7°, 10° en 16°, en artikel 8, 1°, 2°, 3°, 5° en 6°. Een overtreder die een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3, begaat, wordt niet beboet. Van deze overtreding wordt een proces-verbaal opgesteld, waartegen de overtreder verweermiddelen kan formuleren nadat hij een afschrift van dit proces-verbaal heeft ontvangen, of in het kader van zijn verweer tegen een proces-verbaal voor een of meer nieuwe overtredingen binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van de eerste overtreding, vermeld in het derde lid.

Als er binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding als vermeld in het eerste en tweede lid, door de overtreder een of meer overtredingen als vermeld in het eerste en tweede lid, worden gepleegd, bedraagt de administratieve geldboete: 1° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3: a) 20 euro bij een tweede overtreding;b) 50 euro bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding;2° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 6, eerste lid, 1°, 3°, 5°, 8°, 9°, 11°, 12°, 13°, 14° en 15°, artikel 7, § 1, en artikel 8, 4°, 7°, 8°, 9° en 14° : a) 294 euro bij een tweede overtreding;b) 400 euro bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding;3° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 6, eerste lid, 2°, 4°, 6°, 7°, 10° en 16°, en artikel 8, 1°, 2°, 3°, 5° en 6° : a) 400 euro bij een tweede overtreding;b) 500 euro bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding. Een administratieve geldboete kan in de volgende gevallen niet worden opgelegd: 1° de strafrechter heeft voor de betrokken overtreding al een straf opgelegd;2° de betrokken overtreding heeft eerder al tot een vrijspraak, een eenvoudige schuldverklaring zonder straf, een opschorting van de uitspraak van de veroordeling of een minnelijke schikking geleid. § 2. De overtreder beschikt over dertig dagen om de administratieve geldboete en de toepasselijke administratieve kosten te betalen. De voormelde termijn begint al naargelang het geval op een van de volgende momenten: 1° de kennisgeving van de definitieve beslissing, vermeld in artikel 44octies, § 2, eerste lid, en artikel 44novies, eerste lid, 6°, van het decreet van 31 juli 1990;2° de omzetting van rechtswege van het voorstel van beslissing in een definitieve beslissing, vermeld in artikel 44octies, § 1, en artikel 44novies, eerste lid, 5°, van het voormelde decreet. Als de overtreder de administratieve geldboete niet betaalt binnen de termijn, vermeld in het eerste lid, wordt de administratieve geldboete, vermeerderd met de administratieve kosten, bij dwangbevel ingevorderd. Het leidinggevende sanctionerende personeelslid vaardigt het dwangbevel uit en verklaart het uitvoerbaar. De dwangbevelen worden bij deurwaardersexploot met bevel tot betaling betekend.

Het instellen van een jurisdictioneel beroep schort de uitvoering van de definitieve beslissing op. § 3. In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, bedraagt de administratieve geldboete voor een minderjarige overtreder van veertien jaar of ouder: 1° 81 euro bij een overtreding als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 1° ;2° 81 euro bij een overtreding als vermeld in paragraaf 1, eerste lid, 2°. In afwijking van paragraaf 1, derde lid, 2° en 3°, bedraagt de administratieve geldboete voor een minderjarige overtreder van veertien jaar of ouder: 1° bij een overtreding als vermeld in paragraaf 1, derde lid, 2° : a) 214 euro bij een tweede overtreding;b) 300 euro bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding;2° bij een overtreding als vermeld in paragraaf 1, derde lid, 3° : a) 214 euro bij een tweede overtreding;b) 300 euro bij een derde overtreding en bij elke volgende overtreding. Paragraaf 1, tweede lid en derde lid, 1°, is op minderjarige overtreders van veertien jaar of ouder van overeenkomstige toepassing. § 4. In afwijking van paragraaf 1 wordt aan een minderjarige overtreder van twaalf of dertien jaar alleen een administratieve boete opgelegd in geval van overtreding van de regels, vermeld in artikel 7.

De administratieve boete bedraagt: 1° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1: a) 81 euro;b) 214 euro bij een tweede overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1;c) 300 euro bij een derde overtreding en elke volgende overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1;2° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3: a) 20 euro bij een tweede overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3;b) 50 euro bij een derde overtreding en elke volgende overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3. § 5. Als minderjarigen vanaf de leeftijd van zes jaar tot en met elf jaar niet over een vervoerbewijs beschikken dat conform artikel 7 geldig en, in voorkomend geval, gevalideerd is, wordt in afwijking van paragraaf 1, aan de ouders of andere personen die het ouderlijk gezag over die minderjarige overtreder uitoefenen, een administratieve boete opgelegd. Als de ouders of de andere personen die het ouderlijk gezag over die minderjarige overtreder uitoefenen het vermoeden weerleggen dat zij een overtreding begaan als vermeld in artikel 44ter, § 1, vierde lid, van het decreet van 31 juli 1990, wordt hen geen administratieve boete opgelegd.

De administratieve geldboete bedraagt: 1° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1: a) 56 euro;b) 56 euro bij een tweede overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1;c) 56 euro bij een derde overtreding en elke volgende overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1;2° bij een overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3: a) 20 euro bij een tweede overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3;b) 50 euro bij een derde overtreding en elke volgende overtreding binnen een periode van twaalf maanden vanaf de kennisgeving van een eerste overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 2 en § 3. § 6. Als de lijncontroleur een overtreding van de regels, vermeld in artikel 7, § 1, vaststelt, geeft hij aan de overtreder kosteloos een geldig vervoerbewijs af.

Art. 10.Het proces-verbaal, vermeld in artikel 44quinquies, § 1, van het decreet van 31 juli 1990, bevat minstens: 1° de vaststellingen gedaan door de lijncontroleur, bestaande uit de plaats en het tijdstip van de overtreding waarin de overtreding werd begaan;2° de personeelscode van de lijncontroleur die de overtreding heeft vastgesteld, overeenkomstig artikel 44sexies, eerste lid, van het decreet van 31 juli 1990;3° de naam en het adres van de overtreder;4° het type inbreuk;5° in geval van onmiddellijke inning het betaalde bedrag. Het proces-verbaal wordt in een gestandaardiseerde vorm gegoten, waarin de vaststellingen, vermeld in het eerste lid, 1°, worden verwerkt en wordt ondertekend door de lijncontroleur die de overtreding heeft vastgesteld.

Art. 11.Het proces-verbaal, vermeld in artikel 44quinquies, § 1, en artikel 44novies, eerste lid, 1°, van het decreet van 31 juli 1990, wordt ter kennis gebracht met een aangetekende brief of via gecertificeerde elektronische briefwisseling.

Als er een geldboete wordt opgelegd, wordt de definitieve beslissing, vermeld in artikel 44octies, § 2, eerste lid, en artikel 44novies, eerste lid, 6°, van het decreet van 31 juli 1990, ter kennis gebracht met een aangetekende brief of via gecertificeerde elektronische briefwisseling.

Art. 12.In het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 14/05/2004 pub. 20/07/2004 numac 2004036217 bron ministerie van de vlaamse gemeenschap Besluit van de Vlaamse regering betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM sluiten betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM worden de volgende artikelen opgeheven: 1° artikel 58;2° artikel 61, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 en 17 december 2021;3° artikel 64, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 01/03/2007 numac 2007035285 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 08/03/2007 numac 2007035319 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering inzake de erkenning en de subsidiëring van de inrichters van VLAO-aanspreekpunten en van de VLAO-aanspreekpunten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 12/03/2007 numac 2007035333 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie voor het studiegebied Lichaamsverzorging type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007035741 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid sluiten;4° Artikel 65, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 01/03/2007 numac 2007035285 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 08/03/2007 numac 2007035319 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering inzake de erkenning en de subsidiëring van de inrichters van VLAO-aanspreekpunten en van de VLAO-aanspreekpunten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 12/03/2007 numac 2007035333 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie voor het studiegebied Lichaamsverzorging type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007035741 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid sluiten en gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020;5° artikel 66, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 01/03/2007 numac 2007035285 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 08/03/2007 numac 2007035319 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering inzake de erkenning en de subsidiëring van de inrichters van VLAO-aanspreekpunten en van de VLAO-aanspreekpunten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 12/03/2007 numac 2007035333 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie voor het studiegebied Lichaamsverzorging type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007035741 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid sluiten en gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 16 januari 2015, 10 juli 2015 en 17 december 2021;6° artikel 67 en 68, vervangen bij het besluit van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 01/03/2007 numac 2007035285 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 14 mei 2004 betreffende de exploitatie en de tarieven van de VVM type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 08/03/2007 numac 2007035319 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering inzake de erkenning en de subsidiëring van de inrichters van VLAO-aanspreekpunten en van de VLAO-aanspreekpunten type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 12/03/2007 numac 2007035333 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de modulaire structuur van het secundair onderwijs voor sociale promotie voor het studiegebied Lichaamsverzorging type besluit van de vlaamse regering prom. 26/01/2007 pub. 18/06/2007 numac 2007035741 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van de besluiten van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het provinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid sluiten;7° artikel 84, gewijzigd bij het besluit van de Vlaamse Regering van 10 juli 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de vlaamse regering prom. 10/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015036013 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de regels voor steun voor de oprichting van producentenorganisaties type besluit van de vlaamse regering prom. 10/07/2015 pub. 28/08/2015 numac 2015036084 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van sommige besluiten van de Vlaamse Regering betreffende de organisatie van het secundair onderwijs en de centra voor leerlingenbegeleiding type besluit van de vlaamse regering prom. 10/07/2015 pub. 25/08/2015 numac 2015036070 bron vlaamse overheid Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van diverse besluiten van de Vlaamse Regering en tot verdere uitvoering van het decreet van 21 maart 2014 betreffende maatregelen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften sluiten;8° artikel 85 en 86, gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 26 januari 2007 en 10 juli 2015.

Art. 13.De Vlaamse minister, bevoegd voor het gemeenschappelijk vervoer, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 september 2022.

De minister-president van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse minister van Mobiliteit en Openbare Werken, L. PEETERS

^