gepubliceerd op 08 augustus 2022
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende diverse bepalingen betreffende de melding, door een personeelslid, van een onregelmatigheid binnen een dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of een instelling van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteert
6 JULI 2022. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende diverse bepalingen betreffende de melding, door een personeelslid, van een onregelmatigheid binnen een dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of een instelling van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteert
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, artikel 11;
Gelet op het decreet van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/07/2002 pub. 31/08/2002 numac 2002029419 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan sluiten betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, artikel 45, tweede lid, vervangen bij artikel 9 van het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. », artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 27/07/2009 numac 2009029379 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » en van het decreet van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang type decreet prom. 26/03/2009 pub. 29/05/2009 numac 2009029281 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot wijziging van het decreet van 14 juli 1997 houdende organisatie van de gezondheidspromotie in de Franse Gemeenschap type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/06/2009 numac 2009029312 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van de jeugdorganisaties type decreet prom. 26/03/2009 pub. 10/07/2009 numac 2009029291 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende diverse bepalingen inzake het alternerend onderwijs, het gespecialiseerd onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie sluiten;
Gelet op het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies, artikel 24;
Gelet op het decreet van 25 oktober 2018Relevante gevonden documenten type decreet prom. 25/10/2018 pub. 16/11/2018 numac 2018032186 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende het « Entreprise publique des Technologies nouvelles de l'Information et de la Communication de la Communauté française » (Overheidsbedrijf voor Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap) sluiten betreffende het « Entreprise publique des Technologies Numériques de l'Information et de la Communication de la Communauté française (ETNIC) » (Overheidsbedrijf voor Digitale Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap), artikel 7;
Gelet op het bijzonder decreet van 7 februari 2019Relevante gevonden documenten type bijzonder decreet prom. 07/02/2019 pub. 07/03/2019 numac 2019040588 bron ministerie van de franse gemeenschap 7 FEBRUARI 2019. - Bijzonder decreet tot oprichting van de overheidsinstelling belast met het ambt van inrichtende macht voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, TITEL I. - ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1. Voor de toepassing van dit bijzonder decreet wordt ver(...) sluiten tot oprichting van de overheidsinstelling belast met het ambt van inrichtende macht voor het onderwijs georganiseerd door de Franse Gemeenschap, artikel 32;
Gelet op het decreet van 4 februari 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 04/02/2021 pub. 26/03/2021 numac 2021020568 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten sluiten betreffende audiovisuele mediadiensten en videoplatformdiensten, artikel 9.1.3-1, § 3;
Gelet op de gendertest van 3 november 2021 uitgevoerd met toepassing van artikel 4, tweede lid, 1°, van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten houdende integratie van de genderdimensie van het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 september 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 november 2021;
Gelet op het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit nr. 241/2021, gegeven op 17 december 2021;
Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 555 van het Comité van sector XVII, afgesloten op 28 april 2022;
Gelet op het advies 71.532/4 van de Raad van State, gegeven op 20 juni 2022, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen
Artikel 1.Dit besluit zet gedeeltelijk voor het personeel bedoeld in artikel 2, 1°, de Richtlijn 2019/1937 van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2019 inzake de bescherming van personen die inbreuken op het Unierecht melden, om Het is van toepassing op het personeel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en van de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVIIressorteren.
Art. 2.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° personeelslid : elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, tewerkgesteld is bij de diensten en instellingen bedoeld in artikel 1;2° stagiair : de persoon die, zonder personeelslid te zijn in de zin van 1°, een stage loopt bij een van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap of bij een instelling van openbaar nut die onder het Comité van sector XVIIressorteert;3° externe stagiair : elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, een stage loopt bij een dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of bij een instelling van openbaar nut die onder het Comité van sector XVIIressorteert, zonder de hoedanigheid van "stagiair" te hebben in de zin van artikel 2, 2°.4° voormalig personeelslid : de persoon bedoeld in 1° die niet minder dan twee jaar in dienst is geweest;5° onregelmatigheid: a) het verrichten of nalaten van een handeling door een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of door een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut, waardoor de belangen, in de ruime zin van het woord, van de Franse Gemeenschap of het openbaar belang worden aangetast of in gevaar worden gebracht en dat: - een schending inhoudt van een rechtstreeks toepasselijke Europese norm, wet, decreet, besluit, omzendbrief, interne regel of procedure, of - een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het leven, de gezondheid of de veiligheid van de mens of voor het milieu, b) het feit dat een personeelslid of een beheersorgaan van een instelling van openbaar nut willens en wetens het begaan van een onregelmatigheid zoals bedoeld onder a) heeft gelast of geadviseerd;6° ambtenaar-generaal : het personeelslid aangewezen voor het ambt van rang 17 bedoeld in artikel 6 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap met inbegrip van de personeelsleden die ad interim voor dit ambt zijn aangewezen of, indien het een openbare instelling betreft, de leidend ambtenaar-generaal die deze instelling beheert;7° integriteitsreferent : de persoon aangewezen om interne meldingen te ontvangen en te onderzoeken; 8° gegeven : persoonsgegeven in de zin van artikel 4.1 van de Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens; 9° informatie over onregelmatigheden : informatie, waaronder redelijke vermoedens, over feitelijke of mogelijke onregelmatigheden, die hebben plaatsgevonden of zeer waarschijnlijk zullen plaatsvinden binnen de organisatie waar de melder werkt of heeft gewerkt of binnen een andere organisatie waarmee de melder uit hoofde van zijn werk in contact is geweest, alsmede over pogingen tot verhulling van dergelijke onregelmatigheden;10° melding : het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden 11° interne melding: het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden met toepassing van dit besluit;12° externe melding : het mondeling of schriftelijk verstrekken van informatie over onregelmatigheden met toepassing van het gezamenlijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende een gemeenschappelijke mediatiedienst voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest.13° « openbaarmaking" of "openbaar maken": het publiek toegankelijk maken van informatie over onregelmatigheden;14° melder": een natuurlijke persoon die in de context van zijn werkgerelateerde activiteiten verkregen informatie over onregelmatigheden meldt of openbaar maakt;15° facilitator": een natuurlijke persoon die een melder bijstaat in het meldingsproces in een werkgerelateerde context en wiens bijstand vertrouwelijk moet zijn;16° werkgerelateerde context ": huidige of vroegere arbeidsactiviteiten waardoor, ongeacht de aard van die activiteiten, personen informatie kunnen verkrijgen over onregelmatigheden en waarbij die personen te maken kunnen krijgen met represailles indien zij dergelijke informatie zouden melden;17° betrokkene : een natuurlijke of rechtspersoon die in de melding of bij de openbaarmaking wordt genoemd als persoon aan wie de onregelmatigheid wordt toegeschreven of met wie die persoon in verband wordt gebracht;18° represailles: een directe of indirecte handeling of nalatigheid die in een werkgerelateerde context plaatsvindt naar aanleiding van een interne of externe melding of openbaarmaking, en die tot ongerechtvaardigde benadeling van de melder leidt of kan leiden;19° feedback : het aan de melder verstrekken van informatie over de als opvolging geplande of genomen maatregelen en over de redenen voor die opvolging. Het eerste lid, 4°, heeft geen betrekking op meldingen die uitsluitend de individuele rechten van personeelsleden betreffen en waarvoor andere kanalen of procedures bestaan, zoals meldingen die onder de wetgevingen inzake pesterijen of discriminatie vallen.
Art. 3.De Minister van Ambtenarenzaken wijst de integriteitsreferenten aan uit de statutaire personeelsleden van niveau 1: 1° één voor het geheel van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, op de voordracht van de Secretaris-generaal;2° één per instelling van openbaar nut die onder het comité van sector XVIIressorteert, op de voordracht van de leidend ambtenaar-generaal van de betrokken instelling. Bij gebrek aan een integriteitsreferent in een instelling is de integriteitsreferent van de diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap de integriteitsreferent van deze.
De Minister van Ambtenarenzaken kan de aanstelling van een integriteitsreferent beëindigen op een naar behoren met redenen omkleed voorstel van de ambtenaar-generaal.
Art. 4.§ 1. Bij de aanstelling van de integriteitsreferent, een personeelslid van niveau 1, moet rekening worden gehouden met de specifieke technische bekwaamheden en gedragsvaardigheden in de oriëntaties die zijn vastgesteld in het door de ambtenaar-generaal goedgekeurde ambtsprofiel.
Hij/zij moet ook ten minste 4 jaar ervaring in een overheidsdienst hebben.
Voor de berekening van de ervaring komen in aanmerking de daadwerkelijke diensten die het personeelslid in welke hoedanigheid ook en zonder vrijwillige onderbreking als ambtenaar in overheidsdienst heeft vervuld in een ambt met volledige prestaties. § 2. De kandidaturen worden ingediend bij de ambtenaar-generaal van de diensten van de Regering of bij de instelling van openbaar nut waar het ambt van integriteitsreferent moet worden vervuld.
De selectieproeven worden georganiseerd door een selectiecommissie, die door de ambtenaar-generaal wordt vastgesteld.
De selectiecommissie bestaat uit 2 tot 4 personen. Eén lid van deze commissie is afkomstig uit de personeelsdienst, of wordt door deze dienst afgevaardigd, en zit de commissie voor.
De selectiecommissie rangschikt de kandidaten op basis van een evaluatieschema dat de selectiecriteria bevat met betrekking tot het ambtsprofiel bedoeld in paragraaf 1.
De rangschikking wordt doorgegeven aan de minister van ambtenarenzaken, die de integriteitsreferent aanstelt.
Art. 5.§ 1. Om zijn onafhankelijkheid te waarborgen, is de integriteitsreferent bij de uitoefening van dit ambt rechtstreeks verbonden aan de Secretaris-generaal in het geval van de diensten van de regering of aan de leidend ambtenaar in het geval van een overheidsinstelling.
De secretaris-generaal of de leidend ambtenaar heeft geen hiërarchisch of functioneel gezag over de integriteitsreferent wanneer de voornoemde referent optreedt binnen het kader van zijn ambt. § 2. . De integriteitsreferent mag geen nadeel ondervinden als gevolg van de uitoefening van zijn ambt.
De nadelen bedoeld in het vorige lid zijn met name voor zover zij geheel of gedeeltelijk berusten op handelingen die hij heeft verricht in het kader van zijn ambt van integriteitsreferent : 1° ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de melding in het kader van een bevorderingsprocedure;4° overdracht van opdrachten of verandering van locatie van de arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van opleidingen;6° een negatieve evaluatie of een evaluatie die een negatieve beoordeling weergeeft van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen en uitsluiting;8° elke discriminatie, nadelige of unfair behandeling.
Art. 6.§ 1. De ambtenaar-generaal zorgt ervoor dat de integriteitsreferent zijn ambt onafhankelijk en doeltreffend kan uitvoeren: 1° door hem te beschermen tegen elke ongepaste beïnvloeding en/of druk vanwege om het even welke persoon en op om het even welke manier, rechtstreeks of onrechtstreeks, in het bijzonder tegen elke druk om informatie te bekomen die betrekking heeft of kan hebben op de uitoefening van zijn ambt;2° door de nodige middelen ter beschikking te stellen om hem in staat te stellen zijn ambt in alle vertrouwelijkheid uit te voeren 3° door hem in staat te stellen alle contacten te onderhouden die nodig zijn voor de uitoefening van zijn ambt;4° door hem in staat te stellen de vaardigheden en kennis die nodig zijn voor de uitoefening van zijn ambt te verwerven en/of te verbeteren; § 2. Het bestaan, de identiteit, de beschikbaarheid, de toegankelijkheid en de opdracht van de integriteitsreferent worden aan de personeelsleden bekend gemaakt.
Art. 7.De minister voor Ambtenarenzaken kan in overleg met de integriteitsreferent richtlijnen opstellen voor de werkwijze van de integriteitsreferent. HOOFDSTUK II - Interne melding door een personeelslid, een voormalig personeelslid, een stagiair of een externe stagiair
Art. 8.§ 1. Indien een personeelslid, een voormalig personeelslid, een stagiair of een externe stagiair in een werkgerelateerde context informatie verkrijgt over een onregelmatigheid die begaan is of die nog begaan moet worden die ze naar hun mening niet met hun meerdere kunnen bespreken, melden ze dit onmiddellijk aan de integriteitsreferent. § 2. De melding aan de integriteitsreferent gebeurt schriftelijk, mondeling of beide.
In geval van een mondelinge melding wordt een verslag opgesteld.
Een mondelinge melding kan telefonisch of via andere elektronische communicatiemiddelen gebeuren of, op verzoek van de melder, door middel van een persoonlijke ontmoeting binnen een redelijke termijn.
De schriftelijke melding of het verslag van de mondelinge melding wordt door de melder ondertekend en bevat ten minste de volgende elementen : 1° de datum van de melding;2° de naam en de contactgegevens van het personeelslid, de stagiair, de externe stagiair of het voormalige personeelslid dat de melding stuurt;3° de naam van de dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of van de instelling van openbaar nut waar de melder in dienst is of in dienst was ten minste twee jaar tevoren;4° de naam van de dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of van de instelling van openbaar nut betrokken bij de vermoede onregelmatigheid;5° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid. Binnen een termijn van zeven dagen na ontvangst van de schriftelijke of mondelinge melding stuurt de integriteitsreferent de melder een ontvangstbewijs van de melding. Tegelijkertijd kan de integriteitsreferent, indien hij dit nuttig acht, de melder verzoeken hem binnen een redelijke termijn alle aanvullende informatie te verstrekken die nodig is voor het vooronderzoek van het dossier overeenkomstig artikel 11. § 3. De integriteitsreferent begint zijn onderzoek en stelt de ambtenaar-generaal onverwijld in kennis van een melding ingediend op grond van paragraaf 1 of artikel 17, met inachtneming van artikel 10, § 2. Afhankelijk van de vooruitgang van zijn onderzoek vult de integriteitsreferent de informatie van de ambtenaar-generaal aan telkens als dat nodig is.
De integriteitsreferent en de ambtenaar-generaal beslissen samen of de in een melding vermelde feiten het nodig maken andere leden van de hiërarchie in te lichten.
Indien de persoon betrokken bij de melding de ambtenaar-generaal is, informeert de integriteitsreferent de minister van Ambtenarenzaken wat betreft het ministerie van de Franse Gemeenschap of de voogdijminister voor de instelling van openbaar nut waarop de melding betrekking heeft. § 4. De ambtenaar-generaal of de minister, in voorkomend geval, kan spontaan verzoeken op de hoogte te worden gesteld van het werk van de integriteitsreferent en, in voorkomend geval, de mening van de integriteitsreferent over diens werk te horen § 5. De ambtenaar-generaal en de integriteitsreferent zorgen ervoor dat duidelijke en gemakkelijk toegankelijke informatie ter beschikking wordt gesteld over de meldingsprocedures bedoeld in het gezamenlijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende een gemeenschappelijke mediatiedienst van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest.
Art. 9.De procedure bedoeld in artikel 8 schort elke procedure voor de Commissie voor deontologie in het kader van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 18 april 2003 houdende de Gedragscode voor de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap en van sommige instellingen van openbaar nut, op.
Indien de procedure bedoeld in artikel 8 zonder gevolg blijft, kan de Commissie voor deontologie het dossier voor onderzoek overnemen.
Art. 10.§ 1. De integriteitsreferent heeft als opdrachten : 1° de melder te horen, te informeren en te adviseren;2° elke melding te onderzoeken;3° een jaarverslag bij te houden over : a) het aantal ontvangen meldingen;b) het aantal onderzoeken en procedures ingesteld naar aanleiding van deze meldingen en het resultaat daarvan, en c) indien vastgesteld, het geraamde financiële verlies en de ingevorderde bedragen naar aanleiding van onderzoeken en procedures in verband met de gemelde onregelmatigheden. De integriteitsreferent heeft ten aanzien van de melder ook de volgende opdrachten : 1° in voorkomend geval, hem in te lichten over het bestaan en de voorwaarden van het beroep op andere meldingskanalen en de daaruit voortvloeiende beschermingsregelingen;2° indien nodig, hem/haar door te verwijzen naar de bevoegde instantie indien de melding niet onder de bevoegdheid van de integriteitsreferent valt. § 2. De integriteitsreferent is gebonden door het beroepsgeheim.
Onverminderd de mogelijkheid om onverwijld maatregelen te nemen ter bescherming van de persoon (personen) op wie de melding betrekking heeft of ter bescherming van de belangen van de instelling, mogen de ambtenaar-generaal en elk ander lid van de hiërarchie dat in kennis wordt gesteld van de feiten in verband met de melding, de inhoud van de melding niet bekendmaken vóór het einde van het onderzoek door de integriteitsreferent. § 3. De integriteitsreferent eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder, tenzij de melder uitdrukkelijk toestemming geeft voor openbaarmaking ervan.
In afwijking hiervan kan de identiteit van de melder, indien zulks noodzakelijk en evenredig lijkt, worden bekendgemaakt in het kader van een onderzoek door de overheden die bevoegd zijn voor de opsporing van strafbare feiten of in het kader van een gerechtelijke procedure, inzonderheid ter waarborging van de rechten van de verdediging van de betrokkene.
De melder wordt op voorhand verwittigd als zijn identiteit openbaar zal worden gemaakt, tenzij die openbaarmaking het onderzoek of de gerechtelijke procedure in het gedrang zou brengen. Wanneer de integriteitsreferent de melder in kennis stelt, verstrekt hij hem een schriftelijke motivering van de openbaarmaking van de betrokken vertrouwelijke gegevens.
Art. 11.§ 1. De integriteitsreferent onderzoekt eerst de ontvankelijkheid en de gegrondheid van de melding op basis van de verstrekte informatie en documenten.
Indien hij na een eerste onderzoek vaststelt dat de melding duidelijk ongegrond is, beëindigt hij het onderzoek.
Bij het onderzoek van een melding kan de integriteitsreferent ter plaatse alle waarnemingen verrichten, alle betrokken personen ondervragen en alle documenten en informatie verkrijgen die hij voor het onderzoek van de melding noodzakelijk acht.
Het geheime of vertrouwelijke karakter van de documenten waarvan hij om mededeling verzoekt, kan hem niet worden tegengeworpen, behalve wanneer het gaat om geheimhouding in verband met de landsverdediging, de staatsveiligheid of de buitenlandse politiek, of om beroepsgeheimen, inzonderheid tussen cliënt en advocaat.
De integriteitsreferent verzamelt en bewaart alleen de informatie die relevant is voor het onderzoek van de melding. § 2. Indien de integriteitsreferent de melding ontvankelijk en niet kennelijk ongegrond acht, stelt hij een onderzoek in overeenkomstig artikel 12. § .3. Indien de integriteitsreferent in enig stadium van de aanvraag- of onderzoekprocedure over voldoende aanwijzingen beschikt om te concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een misdrijf of overtreding, past hij onverwijld de procedure van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering toe en stelt hij de ambtenaar-generaal die verantwoordelijk is voor de dienst of het orgaan waar de onregelmatigheid is of wordt begaan, alsmede de persoon die de melding heeft gegeven, hiervan schriftelijk in kennis, tenzij deze bij het vermoede misdrijf of de vermoedelijke overtreding betrokken is. Indien er voldoende aanwijzingen zijn dat de ambtenaar-generaal betrokken is bij het vermoede misdrijf of de vermoedelijke overtreding, brengt de integriteitsreferent de voor ambtenarenzaken verantwoordelijke minister op de hoogte.
Art. 12.§ 1. De integriteitsreferent, in het kader van het onderzoek van de melding,: 1° past de algemene beginselen van behoorlijk bestuur toe;2° eerbiedigt de rechten van de verdediging;3° documenteert en kleedt met redenen om naar behoren alle handelingen en beslissingen;4° stelt een schriftelijke onderzoekopdracht op voor het onderzoek van de vermoede onregelmatigheid;5° stelt een gedetailleerd schriftelijk verslag op over het uitgevoerde onderzoek. § 2. De in § 1, 4°, bedoelde onderzoekopdracht wordt gedagtekend en ondertekend en bevat ten minste de volgende gegevens: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid;2° de naam van de dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of van de instelling van openbaar nut die bij de vermoede onregelmatigheid betrokken is;3° onderzoekzaken. Eventuele wijzigingen in de onderzoekopdracht worden door de integriteitsreferent schriftelijk vastgelegd in een gedateerd en ondertekend addendum. § 3. In toepassing van § 1 kan de integriteitsreferent elke controle ter plaatse in een dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of in een instelling van openbaar nut uitvoeren die hij nuttig acht, elk personeelslid, elke stagiair of elk voormalig personeelslid dat hij nuttig acht bij het onderzoek betrekken en van een dienst van de Regering van de Franse Gemeenschap of van een instelling van openbaar nut alle documenten en inlichtingen verkrijgen die hij noodzakelijk acht. § 4. Elk personeelslid, elke stagiair of elk voormalig personeelslid dat (die) bij het onderzoek is betrokken, heeft het recht zich te laten bijstaan door een raadsman van zijn keuze.
De integriteitsreferent stelt het personeelslid, de stagiair of het voormalige personeelslid dat (die) bij het onderzoek betrokken was, hiervan schriftelijk in kennis.
Deze kennisgeving bevat minstens de volgende informatie: 1° de beschrijving van de vermoede onregelmatigheid die wordt onderzocht;2° de mogelijkheid om het onderzoek uit te breiden tot feiten en omstandigheden die in de loop van het onderzoek aan het licht komen en die relevant kunnen zijn voor de vaststelling van de omvang, de aard en de ernst van de vermoede onregelmatigheid;3° het recht om bijgestaan te worden door een raadsman van zijn keuze. Deze kennisgeving is niet van toepassing wanneer het belang van het onderzoek zulks vereist.
De integriteitsreferent: 1° waarborgt dat eenieder die bij het onderzoek is betrokken, zijn verklaring in volle vrijheid kan afleggen, met inachtneming van de toepasselijke geheimhouding, overeenkomstig § 5 en artikel 1, § 3;2° verzamelt enige verklaring om objectieve informatie te verzamelen;3° maakt voor elke verklaring een proces-verbaal op. Iedere persoon die bij het onderzoek betrokken is, mag de schriftelijke vastlegging van zijn verklaring aanvullen.
De schriftelijke verslag van elke verklaring, met eventuele aanvullingen, wordt door alle aanwezigen gedateerd en ondertekend.
Elke bladzijde van de notulen is genummerd.
Indien een bij het onderzoek betrokken persoon of, in voorkomend geval, zijn of haar raadsman, weigert te tekenen, wordt deze weigering in de schriftelijke vastlegging opgenomen.
Aan het einde van het onderzoek ontvangt iedere bij het onderzoek betrokken persoon een ondertekend afschrift van zijn verklaring. § 5. Onverminderd artikel 1, § 3, kan het geheime of vertrouwelijke karakter van de documenten waarvan hij de openbaarmaking vraagt, niet worden ingeroepen. § 6. Aan het eind van het onderzoek stelt de integriteitsreferent een gedetailleerd, gedateerd en ondertekend verslag op met zijn of haar vaststellingen, beoordeling en aanbevolen maatregelen.
De integriteitsreferent zendt dit verslag toe aan de betrokken ambtenaar-generaal of, indien er voldoende aanwijzingen zijn om aan te nemen dat de ambtenaar-generaal bij de gemelde onregelmatigheid betrokken is, aan de voor de overheidsdienst bevoegde minister.
Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het schriftelijk verslag van het in lid 1 bedoelde onderzoek voldoende elementen bevat om te concluderen dat de gemelde onregelmatigheid niet heeft plaatsgevonden, sluit hij het onderzoek definitief af.
Indien de integriteitsreferent van oordeel is dat het schriftelijk verslag van het in lid 1 bedoelde onderzoek voldoende elementen bevat om te concluderen dat de gemelde onregelmatigheid inderdaad heeft plaatsgevonden, maar hij niet over voldoende elementen beschikt om te concluderen dat hij kennis heeft gekregen van een strafbaar feit, wordt het schriftelijk verslag van het onderzoek overeenkomstig lid 2 ter kennis gebracht van de betrokkene, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen. § 7. De integriteitsreferent verstrekt de melder en de bij het onderzoek betrokken personen feedback binnen een redelijke termijn van ten hoogste drie maanden, te rekenen vanaf het verstrijken van de termijn van zeven dagen na de melding. § 8. De integriteitsreferent eerbiedigt de vertrouwelijkheid van de identiteit van andere personen dan de in het verslag genoemde melder en van alle hen betreffende persoonsgegevens, tenzij zij uitdrukkelijk toestemming geven tot bekendmaking daarvan.
De processen-verbaal van de verhoren en de door de potentiële getuigen in het kader van het onderzoek overgelegde documenten zijn alleen toegankelijk voor de integriteitsreferent. In afwijking hiervan kunnen deze documenten op naar behoren met redenen omkleed verzoek door de integriteitsreferent aan de ambtenaar-generaal worden verstrekt. In dat geval bevatten de meegedeelde documenten geen gegevens over personen die niet bij het onderzoek betrokken zijn. § 9. Indien binnen een termijn van drie maanden na het verstrijken van de termijn van zeven dagen die volgt op een schriftelijke of mondelinge melding, geen passend gevolg werd gegeven door de integriteitsreferent, kan de melder zich wenden tot de ombudsman, overeenkomstig het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de gemeenschappelijke mediatiedienst voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest.
Op verzoek van de integriteitsreferent kan de in lid 1 bedoelde termijn van drie maanden om naar behoren gemotiveerde redenen eenmaal met ten hoogste drie maanden worden verlengd. De integriteitsreferent stelt de melder in kennis van de verlenging van de termijn.
Art. 13.Het personeelslid, de stagiair of de facilitator mag geen represailles, met inbegrip van dreigementen of pogingen tot represailles, ondervinden als gevolg van het melden: 1° indien hij dit te goeder trouw doet, d.w.z. indien hij redelijke gronden heeft om aan te nemen dat de gemelde informatie gegrond is en een onregelmatigheid aan het licht brengt; 2° indien de melding geschiedt via een intern kanaal of een openbaarmaking met toepassing van dit besluit of via een extern kanaal met toepassing van het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de gemeenschappelijke mediatiedienst voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest. De in het vorige lid bedoelde represailles zijn inzonderheid voor zover zij geheel of gedeeltelijk gebaseerd zijn op het verslag van het personeelslid of de stagiair : 1° ontslag;2° alle disciplinaire maatregelen;3° elke negatieve beoordeling van de beoordeling in het kader van een bevorderingsprocedure;4° overplaatsing van ambten of verandering van arbeidsplaats;5° de weigering of schorsing van de opleiding van het personeelslid;6° een negatieve beoordeling of een negatieve evaluatie van de feiten in verband met de melding;7° dwang, intimidatie, pesterijen of ostracisme;8° elke discriminatie, nadelige of oneerlijke behandeling;9° het niet vernieuwen of het vroegtijdig beëindigen van een tijdelijke arbeidsovereenkomst.
Art. 14.Het personeelslid of de stagiair dat (die) de procedure van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering toepast, geniet, onder dezelfde voorwaarden, de bescherming van artikel 12.
Art. 15.De integriteitsreferent verwerkt persoonsgegevens met het oog op de uitvoering van de hem krachtens dit besluit toevertrouwde opdrachten en inzonderheid bij de ontvangstbevestiging van de melding, de kennisneming van de melding en de eventuele opsporing ervan.
De verantwoordelijke voor de verwerking is het regeringsdienst of de instelling van openbaar nut waar de integriteitsreferent zijn ambt uitoefent. Indien de integriteitsreferent van de regeringsdiensten zijn opdrachten uitvoert namens een instantie in het kader van artikel 3, lid 2, is de voor de verwerking verantwoordelijke de instantie waarbinnen de melding is opgenomen.
De integriteitsreferent verwerkt de volgende persoonsgegevens: 1° de identiteit, d.w.z. de naam, de voornamen, de contactgegevens en de dienst van aanstelling van het gemelde personeelslid, de stagiair, de externe stagiair of het voormalig personeelslid; 2° in voorkomend geval, de identiteit van de persoon(-sonen) voor wie een onregelmatigheid wordt gemeld en zijn/haar/ hun contactgegevens en dienst(en) van tewerkstelling;3° in voorkomend geval, de identiteit van elke persoon die door een melding kan worden geraakt omdat hij of zij mogelijk heeft bijgedragen tot, getuige is geweest van of het slachtoffer is geweest van een onregelmatigheid of omdat hij of zij informatie kan verstrekken in het kader van het door de integriteitsreferent verrichte onderzoek, alsmede zijn of haar contactgegevens en de dienst waartoe hij of zij behoort.4° alle andere noodzakelijke gegevens die door de melder zijn verstrekt of die zijn verzameld in het kader van de in artikel 10 omschreven opdrachten met betrekking tot de in de punten 1 tot en met 3 opgesomde personen, met dien verstande dat persoonsgegevens die duidelijk niet relevant zijn voor de behandeling van een specifieke melding niet worden ingezameld of, indien zij per ongeluk zijn ingezameld, onverwijld worden gewist. De integriteitsreferent kan de in lid 5 bedoelde contactgegevens opvragen bij de personeelsdiensten van de diensten van de regering van de Franse Gemeenschap of bij een instantie.
De integriteitsreferentie verstuurt deze gegevens alleen in de volgende gevallen: 1° hij meent zich te bevinden in de toestand bedoeld in artikel 10, § 2;2° hij van oordeel is dat de procedure van artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering moet worden toegepast;3° om de secretaris-generaal wanneer het gaat om een overheidsdienst of de leidend ambtenaar wanneer het gaat om een overheidsinstantie, met toepassing van artikel 5, tweede lid, in kennis te stellen van de identiteit van de gemelde persoon of personen, zodat passende maatregelen kunnen worden genomen. De integriteitsreferent deelt de betrokken personeelsleden door middel van een melding mee dat een onderzoek tegen hen loopt, tenzij deze informatie het goede verloop van het onderzoek in gevaar zou brengen.
Alle persoonsgegevens die in het kader van dit besluit worden verzameld, worden na tien jaar vernietigd, behalve in geval van strafrechtelijke vervolging of gerechtelijke procedure, in welk geval de gegevens tot tien jaar na de beëindiging van de vervolging of procedure worden bewaard.
Wanneer voor de ontvangst van meldingen gebruik wordt gemaakt van computer- of telefoonkanalen, ziet de integriteitsreferent erop toe dat deze op zodanige wijze worden opgezet en beheerd dat de vertrouwelijkheid van de identiteit van de melder en van de in de melding vermelde derden wordt gewaarborgd en de toegang van onbevoegde personeelsleden wordt belet.
Art. 16.§ 1. Onverminderd de artikelen 12 en 13 ontvangt de integriteitsreferent de verzoeken van de melder om beschermings- of ondersteuningsmaatregelen, met inbegrip van financiële bijstand en ondersteuningsmaatregelen, inzonderheid psychologische ondersteuning, in het kader van een gerechtelijke procedure. § 2. Het in paragraaf 1 bedoelde verzoek wordt binnen twee maanden na de gebeurtenis die het verzoek rechtvaardigt, schriftelijk ingediend bij de integriteitsreferent.
Indien het verzoek ook betrekking heeft op financiële bijstand en psychologische ondersteuningsmaatregelen in het kader van een eventuele gerechtelijke procedure, beslist de integriteitsreferent binnen 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek of het verzoek wordt ingewilligd, indien het niet rechtstreeks verband houdt met bescherming tegen represailles.
In geval van weigering kan de melder binnen vijftien dagen na kennisgeving van de weigering beroep aantekenen bij de ambtenaar-generaal.
Indien de persoon op wie de melding betrekking heeft, de ambtenaar-generaal is, wordt het beroep ingesteld bij de minister die verantwoordelijk is voor ambtenarenzaken. § 3. Indien een verzoek om juridische of psychologische bijstand wordt ingewilligd, wordt het beheerd door het Centre d'Expertise juridique van het Secretariaat-generaal indien de melder een personeelslid, een voormalig personeelslid of een stagiair van de regeringsdiensten is en door de dienst die is aangewezen door de ambtenaar-generaal indien het een overheidsinstantie betreft.
Art. 17.§ 1. De indiener van de melding kan aanspraak maken op rechtsbijstand in de vorm van gehele of gedeeltelijke betaling van de honoraria van advocaten en de procedurekosten. § 2. Onverminderd andere vormen van bijstand kan de indiener van de melding ook psychologische bijstand krijgen in de vorm van raadpleging van een psycholoog en/of psychiater. § 3. De in de leden 1 en 2 bedoelde beschermings- en ondersteuningsmaatregelen mogen niet meer bedragen dan 3.718,40 euro per melding.
In uitzonderlijke gevallen kunnen de kosten, op naar behoren met redenen omkleed verzoek, de in lid 1 genoemde drempel overschrijden.
De melder of zijn vertegenwoordiger dient dit met redenen omkleed verzoek in bij de in artikel 15, § 3 genoemde dienst.
De kosten die geheel of gedeeltelijk worden vergoed of gedekt, hetzij op grond van een andere wettelijke of bestuursrechtelijke bepaling, hetzij op grond van een verzekeringsovereenkomst van het slachtoffer of van een derde, geven geen aanleiding tot tegemoetkoming.
De melder doet aan de in artikel 15, § 3 bedoelde dienst mededeling van de documenten die de uitgaven rechtvaardigen. Daartoe worden dagvaardingen, exploten en in het algemeen alle gerechtelijke stukken binnen 10 werkdagen na de bezorging of betekening meegedeeld. HOOFDSTUK III: - Van de bredere interne melding naar de beroepscontext
Art. 18.§ 1. Een melding betreffende een onregelmatigheid in de zin van § 2 die in een van de in artikel 1 bedoelde diensten of instanties is vastgesteld of wordt vermoed, kan bij de integriteitsreferent worden ingediend door iedere natuurlijke persoon, met uitzondering van de in hoofdstuk 1 bedoelde personeelsleden, of rechtspersoon die van oordeel is dat hij of zij beroepshalve een onregelmatigheid heeft vastgesteld die is begaan door een orgaan of een personeelslid van een van deze diensten of instanties § 2. Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt onder onregelmatigheid verstaan: a) het verrichten of nalaten door een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of door een orgaan van een van de diensten of instanties van een handeling die in strijd is met de rechtstreeks toepasselijke Europese normen, met wetten, decreten of besluiten die van toepassing zijn op overheidsinstanties en hun personeel, of die in strijd is met het voorwerp of doel van deze normen en een bedreiging vormt voor of afbreuk doet aan het algemeen belang of een onaanvaardbaar risico inhoudt voor het leven, de gezondheid of de veiligheid van personen of voor het milieu;b) het feit dat een personeelslid in de uitoefening van zijn ambt of een orgaan van een van de diensten of instanties willens en wetens opdracht heeft gegeven tot of advies heeft verstrekt over het begaan van een onregelmatigheid als bedoeld onder a).
Art. 19.De integriteitsreferent behandelt de melding overeenkomstig de procedures van de artikelen 10, 11 en 14 van dit besluit. HOOFDSTUK IV: - Openbaarmaking van informatie
Art. 20.§ 1. Een personeelslid, een stagiair of een voormalig personeelslid dat beroepshalve informatie verkrijgt over een vermoede onregelmatigheid, begaan of in uitvoering, binnen een dienst van de regering van de Franse Gemeenschap of van een instelling van openbaar nut, en die deze informatie openbaar maakt, geniet de bescherming voorzien door dit besluit indien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan: 1° het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid: a) voorafgaandelijk de meldingsprocedures bedoeld in dit besluit of, in voorkomend geval, in het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de mediatiedienst gemeenschappelijk voor de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest, heeft nageleefd;b) de vermoede onregelmatigheid die het voorwerp uitmaakt van de openbaarmaking voldoet aan de definitie van artikel 2, 5°, van dit besluit;c) geen passend gevolg is gegeven aan de melding binnen de termijnen die van toepassing zijn krachtens dit besluit of, in voorkomend geval, krachtens het gemeenschappelijk decreet van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende de gemeenschappelijke mediatiedienst van de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest;2° het personeelslid, de stagiair of het voormalig personeelslid gegronde redenen heeft om aan te nemen dat de inbreuk een onmiddellijk of duidelijk gevaar voor het openbaar nut kan opleveren, bijvoorbeeld in geval van een noodtoestand of een risico van onomkeerbare schade. § 2. Dit artikel is niet van toepassing op gevallen waarin een persoon rechtstreeks informatie verstrekt aan de pers op grond van specifieke bepalingen tot instelling van een stelsel van bescherming met betrekking tot de vrijheid van meningsuiting en van informatie. HOOFDSTUK V: - Slotbepalingen
Art. 21.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op die van zijn bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Art. 22.De minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 6 juli 2022.
Vanwege de regering, De minister-president, P.-Y. JEHOLET De minister van Ambtenarenzaken, Gelijke Kansen en Toezicht op Wallonië-Brussel Onderwijs, F. DAERDEN