Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 16 december 2021
gepubliceerd op 24 december 2021

Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 14 juli 2021 betreffende de dopingbestrijding en -preventie

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2021043488
pub.
24/12/2021
prom.
16/12/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

16 DECEMBER 2021. - Besluit van de regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de dopingbestrijding en -preventie


De regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de bestrijding van doping en de preventie daarvan, inzonderheid op de artikelen 2, zesde lid; 3, vierde lid; 4, tweede lid; 8, derde lid; 9, eerste lid; 10, § 2, tweede en derde lid, § 4, eerste en vierde lid, § 5, tweede, vierde en zevende lid, en § 8, derde en vijfde lid; 12, vierde en vijfde lid; 13, § 3, tweede lid, § 4, eerste lid, en § 9 ; 15, § 1, derde lid, § 2, vierde en vijfde lid, § 4, derde lid, § 5, achtste lid, § 6, tweede en derde lid, § 8, tweede lid, en negende lid; 16, derde en vierde lid; 17, § 3; 18, tweede lid; 19, tweede lid; 20, § 1, tweede lid, vijfde en zesde lid, § 3, tweede lid, en vierde lid; 21; 22, § 1, eerste lid, § 4, eerste tot en met vijfde lid, § 6, § 7, eerste en vierde lid, en § 10; 23, § 7, derde lid, en § 9; 26, § 1, tweede lid, § 2, eerste lid, § 3, en § 4, eerste en derde lid; 29, § 6; en 31 ;

Gelet op het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 21 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/10/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015029591 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping sluiten tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, uitgebracht op 7 juli 2021;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting van 15 juli 2021;

Gelet op de vervulling van de formaliteit bedoeld in artikel 11, eerste lid, 7°, van voormeld decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten, zijnde de tekst opgesteld en voorgesteld door de NADO Franse Gemeenschap;

Gelet op de voltooiing, op 1 juli 2021, van de "gender"-test die verplicht is gesteld krachtens de artikelen 4 en 6 van het decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten betreffende de integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap en artikel 2 van het besluit van de regering van de Franse Gemeenschap van 10 mei 2017 tot invoering van het model van de gendertest ter uitvoering van de artikelen 4 en 6 van voornoemd decreet van 7 januari 2016Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/01/2016 pub. 12/02/2016 numac 2016029074 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende integratie van de genderdimensie in het geheel van de beleidslijnen van de Franse Gemeenschap sluiten;

Gelet op het advies van de Hoge Sportraad van 30 augustus 2021;

Gelet op het advies van de gegevensbeschermingsautoriteit nr.162/2021, verleend op 24 september 2021;

Gezien het advies 70.328/4 van de Raad van State, uitgebracht op 26 november 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de minister bevoegd voor dopingbestrijding;

Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemeen

Artikel 1.- Naast de in artikel 1 van het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de dopingbestrijding en -preventie gedefinieerde termen, wordt voor de toepassing van dit besluit onder de volgende termen verstaan: 1° : "decreet": het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de dopingbestrijding en -preventie;2° "Minister": de minister van de regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor dopingbestrijding;3° "educatieve doelgroepen": doelgroepen die door de Franse Gemeenschap NADO worden geïdentificeerd in het kader en voor de toepassing van het programma inzake opvoeding, voorlichting en preventie in de strijd tegen doping, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet, en van het educatieprogramma bedoeld in artikel 4.4° "WVP": de wet van 30 juli 2018Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/2018 pub. 05/09/2018 numac 2018040581 bron federale overheidsdienst justitie, federale overheidsdienst binnenlandse zaken en ministerie van landsverdediging 30 JULI 2018 - Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens type wet prom. 30/07/2018 pub. 30/03/2021 numac 2021030655 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;5° "AVG": Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG.

Art. 2.Overeenkomstig artikel 9 van het decreet stelt de Minister de lijst van verbodsbepalingen en de bijwerkingen ervan vast.

Art. 3.In het kader en voor de toepassing van het programma inzake opvoeding, voorlichting en preventie op het gebied van dopingbestrijding, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet, zijn, onverminderd de in hetzelfde artikel vastgelegde doelstellingen en beginselen, de volgende aanvullende beginselen van toepassing: 1° overeenkomstig de grondslagen van de Code, bevordert de sportiviteit, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het decreet, en die een van de doelstellingen vormt van het in het eerste lid bedoelde programma, het denkvermogen, het lichaam en de geest en komt zij tot uiting in de waarden die uit de sport en de beoefening ervan voortvloeien, inzonderheid: a) gezondheid;b) ethiek, fair play en eerlijkheid;c) de rechten van sporters zoals vastgelegd in de Code en het decreet;d) uitmuntende prestaties;e) karakter en opvoeding;f) vermaak en vreugde;g) teamwerk;h) toewijding en inzet;i) eerbiediging van de regels en de wetgeving;j) respect voor zichzelf en andere deelnemers;k) moed;l) groepsgeest en solidariteit.2° de sportiviteit bedoeld in 1° komt tot uiting in de wijze waarop de sporters en de personen bedoeld in artikel 1, 65°, van het decreet fair spelen;3° doping is in strijd met de essentie van sportiviteit;4° overeenkomstig de artikelen 2, vijfde lid, en 3, eerste lid, van het decreet, kan het in het eerste lid bedoelde programma betrekking hebben op alle sporters, ongeacht hun niveau, maar ook, en zonder beperking, op sportorganisaties, begeleidingspersoneel van sporters, organisatoren, beheerders en verantwoordelijken van fitnesszalen, beheerders en verantwoordelijken van gelabelde fitnesszalen, controleartsen, chaperons, andere ondertekenaars, universiteiten, onderwijsinstellingen en, meer algemeen, elke persoon bedoeld in artikel 1, 65° van het decreet;5° bij de opstelling en de uitvoering van het in het eerste lid bedoelde programma worden inzonderheid de volgende actiebeginselen in acht genomen: a) de integratie van de educatieve, voorlichtende en preventieve benadering van doping bij de ontwikkeling, aanpassing en uitvoering van alle operationele antidopingstrategieën;b) de aanmoediging van de betrokkenheid van de sportbeweging, de sportsector en de burgers bij operationele strategieën voor dopingpreventie en -opvoeding, onder meer, waar passend, door middel van gezamenlijk ontwikkelde en uitgevoerde bewustmakings- en preventiecampagnes of -projecten;6° het in het eerste lid bedoelde programma en/of een samenvatting ervan worden toegankelijk gemaakt voor het publiek, inzonderheid op de website van de NADO Franse Gemeenschap;7° de acties, campagnes, boodschappen en projecten inzake communicatie, sensibilisering en dopingpreventie kunnen, inzonderheid, de vorm innemen van televisiecampagnes, perscampagnes, informatiebrochures, beschikbaar of downloadbaar zijn op de website van de NADO Franse Gemeenschap of verspreid worden via de sociale netwerken;8° acties, projecten, opleidingen of informatiesessies kunnen worden opgezet op aanvraag van sporters, begeleidingspersoneel van sporters, sportorganisaties, organisatoren, beheerders of verantwoordelijken van fitnesszalen, beheerders en antidopingverantwoordelijken van gelabelde fitnesszalen, controleartsen, chaperons, universiteiten, onderwijsinstellingen en, meer algemeen, elke persoon als bedoeld in artikel 1, 65° van het decreet. In de gevallen bedoeld in het eerste lid, 8°, neemt de NADO Franse Gemeenschap operationele maatregelen om zo goed mogelijk tegemoet te komen aan de aanvraag van haar gesprekspartner(s).

Indien de NADO Franse Gemeenschap om technische, beschikbaarheids- of operationele redenen niet kan ingaan op een aanvraag die haar, met toepassing van het eerste lid, 8°, wordt gedaan, brengt de NADO Franse Gemeenschap haar gesprekspartner hiervan onverwijld op de hoogte en stelt zij, indien mogelijk en in voorkomend geval, een alternatieve oplossing voor.

In geval zij in staat is te voldoen aan een aanvraag die haar, met toepassing van het eerste lid, 8°, wordt gedaan, zal de NADO Franse Gemeenschap: a) haar gesprekspartner onverwijld op de hoogte brengen;b) de gevraagde actie, het gevraagde project, de gevraagde opleiding of de gevraagde voorlichtingsbijeenkomst coördineren en superviseren;c) de bij haar ingediende specifieke aanvraag/aanvragen analyseren en in aanmerking nemen met bijzondere aandacht voor de doelgroep en het soort actie, project, opleiding of voorlichtingssessie waarom wordt verzocht;d) in het licht van de analyse onder c) operationele maatregelen nemen, zo nodig in dialoog met haar gesprekspartner(s), om ervoor te zorgen dat de gevraagde actie, het gevraagde project, de gevraagde opleiding of informatiesessie verenigbaar is met het in het eerste lid bedoelde programma;e) methodologische, technische en eventueel personele steun verlenen om de ontwikkeling en uitvoering van de gevraagde actie, het gevraagde project, de gevraagde opleiding of informatiebijeenkomst mogelijk te maken.9° Onverminderd de acties, projecten, opleidingen of informatiesessies bedoeld in 8° en uitgevoerd naar aanleiding van een aanvraag gericht aan de NADO Franse Gemeenschap, overlegt deze laatste, indien het programma bedoeld in het eerste lid op middellange termijn voorziet in de mogelijkheid om informatie- of vormingssessies voor leerlingen van onderwijsinstellingen te systematiseren, voor dit onderdeel van het programma met de Algemene Directie van het Onderwijs en met de Regering; 10° overeenkomstig artikel 5.1 van de International Standard for Education (ISE) en onverminderd het in 9° bedoelde overleg, wordt bij elke voorlichting of opvoeding van leerlingen in onderwijsinstellingen uitgegaan van waarden, inzonderheid van de sportieve geest en de in 1° omschreven waarden; 11° overeenkomstig artikel 3.3 van de International Standard for Education (ISE) en onverminderd 10°, bestaat waardengericht onderwijs uit activiteiten die gericht zijn op de ontwikkeling van de persoonlijke waarden en beginselen van een individu; het versterkt het vermogen van de leerling om beslissingen te nemen met het oog op ethisch verantwoord gedrag; 12° Onverminderd de acties, projecten, opleidingen of informatiesessies bedoeld in 8° en uitgevoerd naar aanleiding van een verzoek gericht aan de NADO Franse Gemeenschap, overlegt deze laatste, indien het programma bedoeld in het eerste lid op middellange termijn voorziet in de mogelijkheid om informatie- of vormingssessies voor studenten van instellingen van hoger onderwijs te systematiseren, voor dit onderdeel van het programma met de Algemene Directie Hoger Onderwijs en met de Regering;13° Onverminderd de acties, projecten, opleidingen of informatiesessies bedoeld in 8° en uitgevoerd naar aanleiding van een verzoek gericht aan NADO Franse Gemeenschap, overlegt deze laatste, indien het programma bedoeld in het eerste lid op middellange termijn voorziet in de mogelijkheid om informatie- of vormingssessies voor de jeugdsector te systematiseren, voor dit onderdeel van het programma met de Jeugddienst en met de Regering;14° Onverminderd en met inachtneming van de artikelen 2, eerste en vijfde lid;5, zevende tot en met veertiende lid en 11, eerste lid, 4°, van het decreet, wordt bij toepassing van 9°, 12° of 13°, het in het eerste lid bedoelde programma ter informatie toegezonden aan de Regering.

Art. 4.§ 1. Overeenkomstig artikel 4.1.2 van de International Standard for Education (ISE) stelt de NADO Franse Gemeenschap, met het oog op de programmaplanning bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet, een opvoedingsprogramma op, waarin zij: 1° de huidige situatie evalueert;2° verschillende specifieke educatieve doelgroepen identificeert en samenstelt;3° meetbare en verifieerbare doelstellingen bepaalt en de daarmee samenhangende activiteiten vastlegt;4° voorziet in evaluatie- en opvolgmaatregelen. Het in het eerste lid bedoelde programma wordt toegezonden aan het WADA en aan elke ondertekenaar die daarom verzoekt. § 2. De NADO Franse Gemeenschap, in overeenstemming met artikel 4.2 van de International Standard for Education (ISE), in het kader van en voor de evaluatie van de huidige toestand, bedoeld in § 1, eerste lid, 1° : 1° beschrijft de omgeving waarin zij opereert, met inbegrip van het sportmilieu, de sportstructuren en de gemeenschaps-, nationale en internationale context;2° stelt een lijst op van alle potentiële educatieve doelgroepen, voornamelijk sporters en het begeleidingspersoneel van sporters;3° wijst, in voorkomend geval, andere personen of organisaties aan die onderwijsactiviteiten kunnen verzorgen of uitvoeren in overleg met de NADO Franse Gemeenschap;4° bepaalt welke menselijke, financiële en materiële middelen beschikbaar of nodig zijn om het programma bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet te ondersteunen;5° beschrijft al haar huidige en vroegere onderwijsactiviteiten. § 3. Overeenkomstig artikel 4.3 van de International Standard for Education (ISE) bepaalt de NADO Franse Gemeenschap, op basis van de verschillende educatieve doelgroepen geïdentificeerd bij toepassing van artikel 4, eerste lid, a) van het decreet, alsook van § 1, eerste lid, 2°, en § 2, 2°, bepaalde educatieve doelgroepen als prioritair.

In elk geval is de doelgroep van de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 1, 41°, van het decreet, overeenkomstig artikel 4.3.2 van de International Standard for Education (ISE) en in samenhang met artikel 4, eerste lid, c) en d), van het decreet, een prioritaire educatieve doelgroep, zoals omschreven in het eerste lid.

Ook sporters die net hun opschortingsperiode achter de rug hebben, behoren tot een andere prioritaire educatieve doelgroep.

Onverminderd de voorgaande leden kan de NADO Franse Gemeenschap in haar prioritaire educatieve doelgroepen ook de volgende doelgroepen opnemen, zonder dat de volgende lijst uitputtend is: 1° amateursporters;2° minderjarige sporters;3° sporters die als beschermde personen worden beschouwd;4° recreatieve sporters;5° het begeleidingspersoneel van de sporter;6° de ouders van de sporter; In de in deze paragraaf bedoelde benadering en meer in het bijzonder in het kader van de toepassing van het eerste en vierde lid, steunt en houdt de NADO Franse Gemeenschap rekening met het beginsel dat de eerste antidopingervaring van een sporter via opvoeding en niet via dopingcontrole dient te geschieden.

Met betrekking tot het begeleidingspersoneel van sporters, in overeenstemming met artikel 21.2 van de Code en artikel 4.3.3, eerste lid van de International Standard for Education (ISE), ongeacht of de sporter eventueel tot de in het eerste lid beschreven prioritaire educatieve doelgroepen behoort, zijn de doelstellingen, maar niet enkel: 1° dat het op de hoogte is van het antidopingbeleid en de antidopingregels die op het begeleidingspersoneel of op de sporters die het ondersteunt van toepassing zijn, zodat beiden zich daaraan houden;2° dat het zich bewust is van zijn rol en verantwoordelijkheden in de strijd tegen doping;3° dat het waarden en gedragingen ten gunste van fair play en antidoping attitudes kan bevorderen. In overeenstemming met artikel 4.3.3, tweede lid, van de International Standard for Education (ISE), zal de NADO Franse Gemeenschap, indien door toepassing van het eerste tot vijfde lid, bepaalde sporters of bepaalde categorieën van sporters door de NADO Franse Gemeenschap tot haar prioritaire educatieve doelgroepen worden gerekend, eveneens overwegen om het begeleidingspersoneel van de betrokken sporters of categorieën van sporters als een andere prioritaire educatieve doelgroep op te nemen.

In overeenstemming met artikel 4.3.3, derde lid, van de International Standard for Education (ISE) en onverminderd het vierde tot zevende lid, kan het begeleidingspersoneel van een sporter de volgende personen of categorieën personen omvatten: 1° coaches;2° verzorgers;3° sportdirecteurs;4° agenten;5° teampersoneel;6° officieel personeel;7° medisch/paramedisch personeel;8° ouders;9° eenieder die een sporter die deelneemt aan of zich voorbereidt op sportwedstrijden, begeleidt, verzorgt of bijstaat. Overeenkomstig het eerste, vierde en vijfde lid en onverminderd het zesde en zevende lid, kan de NADO Franse Gemeenschap alle of sommige van de in het achtste lid bedoelde personen of categorieën van personen opnemen in één of meer van haar prioritaire educatieve doelgroepen, zoals beschreven in het eerste lid.

In overeenstemming met artikel 4.3.4 van de International Standard for Education (ISE) zal de NADO Franse Gemeenschap, indien bepaalde sporters of begeleidingspersonen van sporters niet zijn opgenomen in een van de prioritaire educatieve doelgroepen zoals beschreven in het eerste lid, dit in het programma toelichten zoals bedoeld in § 1, eerste lid en aangeven hoe in de toekomst met deze situatie zal worden omgegaan.

In overeenstemming met artikel 4.3.5 van de International Standard for Education (ISE), en onverminderd artikel 3, 8° en 9°, kunnen de volgende doelgroepen door de NADO Franse Gemeenschap eveneens in aanmerking worden genomen bij de programmaplanning bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet: 1° kinderen en adolescenten;2° de leraren;3° personeel en studenten van de universiteit;4° sportbeheerders;5° sponsors;6° journalisten. § 4. In overeenstemming met artikel 4.4 van de International Standard for Education (ISE), en onverminderd de paragrafen 1 tot en met 3, worden de volgende elementen in het in § 1, eerste lid, bedoelde opvoedingsprogramma opgenomen: 1° de algemene doelstellingen van het programma, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet;2° specifieke doelstellingen en termijnen met betrekking tot de geprogrammeerde activiteiten voor de prioritaire educatieve doelgroepen bedoeld in § 3, eerste lid. § 5. In overeenstemming met artikel 4.5 van de International Standard for Education (ISE), en onverminderd de eerste tot en met de vierde paragraaf, omvat het opvoedingsprogramma, bedoeld in § 1, eerste lid, tevens maatregelen voor de follow-up van de activiteiten die zijn opgenomen in het programma, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet, teneinde de follow-up en de evaluatie ervan te vergemakkelijken, met het oog op het nastreven van een voortdurende verbetering ervan.

Art. 5.§ 1. In overeenstemming met artikel 5.1 van de International Standard for Education (ISE), en onverminderd artikel 3, 9° en 10°, blijft voor de uitvoering van het programma bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet, het waardenonderwijs, zoals omschreven in artikel 3, 11°, een prioriteit, in het bijzonder voor kinderen en adolescenten. § 2. Overeenkomstig artikel 18.2 van de Code en artikel 5.2 van de International Standard for Education (ISE) worden de volgende onderwerpen in het in artikel 2, eerste lid, van het decreet bedoelde programma opgenomen: 1° de beginselen en waarden verbonden aan schone sport;2° de rechten en verantwoordelijkheden van sporters, begeleidingspersoneel van sporters en andere groepen op grond van de Code en het decreet;3° het beginsel van objectieve verantwoordelijkheid;4° de gevolgen van dopinggebruik, bijvoorbeeld op het gebied van de lichamelijke en geestelijke gezondheid, de sociale en economische gevolgen en de sancties;5° overtredingen van de antidopingregels;6° stoffen en methoden die op de verboden lijst staan;7° de risico's verbonden aan het gebruik van voedingssupplementen;8° het gebruik van geneesmiddelen en TTN's;9° de controleprocedures, met inbegrip van urine- en bloedonderzoek en het biologisch paspoort van de sporter;10° de vereisten die voortvloeien uit de opneming in de doelgroep van de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 1, 41° van het decreet, met inbegrip van de verblijfsgegevens en het gebruik van het ADAMS-systeem;11° de wijze waarop een dopingincident kan worden gemeld. De in het eerste lid bedoelde onderwerpen en de inhoud ervan worden aangepast aan de behoeften van het doelpubliek.

De informatie betreffende de in het eerste lid bedoelde onderwerpen is toegankelijk voor het publiek en beschikbaar op de website van de NADO Franse Gemeenschap.

Overeenkomstig artikel 4, eerste lid, d), van het decreet en artikel 5.3 van de International Standard for Education (ISE), moeten, voor de topsporters die behoren tot de doelgroep van de Franse Gemeenschap bedoeld in artikel 1, 41°, van het decreet, de in het eerste lid opgesomde onderwerpen worden opgenomen in een verplichte opleiding en/of voorlichtingssessie, georganiseerd en gegeven door de NADO Franse Gemeenschap.

De in het vierde lid bedoelde opleidings- of voorlichtingssessies worden georganiseerd en gegeven aan de volgende elitesporters, in onderstaande volgorde van prioriteit: 1° nieuw opgenomen elitesporters van categorie A;2° nieuw opgenomen elitesporters van categorie B;3° reeds opgenomen elitesporters van categorie A;4° reeds opgenomen elitesporters van categorie B. Overeenkomstig artikel 4, eerste lid, f), van het decreet, moeten ook de elitesporters van categorie C een verplichte opleiding en/of informatiesessie volgen die door de Franse Gemeenschap NADO wordt georganiseerd en verstrekt.

De in het zesde lid bedoelde opleidings- en/of informatiesessie heeft betrekking op de in het eerste lid bedoelde onderwerpen.

De in het zesde lid bedoelde opleidings- en/of voorlichtingssessies worden georganiseerd en gegeven aan de volgende elitesporters, in de volgende prioriteitsvolgorde: 1° nieuw opgenomen elitesporters van categorie C;2° reeds opgenomen elitesporters van categorie C; Onverminderd het zesde tot achtste lid, worden de in het vierde en vijfde lid bedoelde opleidings- en/of voorlichtingssessies bij voorrang georganiseerd en verstrekt ten opzichte van het zesde tot en met achtste lid bedoelde sessies.

In overeenstemming met artikel 4, eerste lid, f), van het decreet, en in samenhang met artikel 4, § 3, derde lid, moeten sporters die net hun opschortingsperiode achter de rug hebben, als gevolg van een beslissing van de CIDD, een verplichte opleiding en/of informatiesessie volgen, georganiseerd en verzorgd door de NADO Franse Gemeenschap.

De in het tiende lid bedoelde opleidings- en/of informatiesessie heeft betrekking op de in het eerste lid bedoelde onderwerpen. § 3. In overeenstemming met artikel 5.4 van de International Standard for Education (ISE) en in samenhang met de artikelen 2, vierde lid, en 4, eerste lid, b), van het decreet bepaalt de NADO Franse Gemeenschap de leerdoelen voor elke prioritaire onderwijsdoelgroep, bedoeld in artikel 4, § 3, eerste lid.

De in het eerste lid genoemde leerdoelen zijn voor elk onderwerp gericht op de bewustmaking, het begrijpen en het kunnen in de praktijk brengen.

Het doel is dat de leerling zijn vaardigheden en bekwaamheden in elk stadium van zijn ontwikkeling kan aantonen. § 4. In overeenstemming met de artikelen 5.5 tot 5.7 van de International Standard for Education (ISE) en in samenhang met de artikelen 2, vierde lid, en 4, eerste lid, b), van het decreet, zorgt de NADO Franse Gemeenschap: 1° voor de aanpassing van haar onderwijsactiviteiten aan leerlingen met een handicap of bijzondere behoeften;2° onverminderd artikel 3, 9°, voor aanpassing van haar onderwijsactiviteiten aan minderjarigen, waarbij zij erop toeziet dat deze afgestemd zijn op hun ontwikkelingsfase en voldoen aan de toepasselijke wettelijke voorschriften;3° er in het algemeen voor dat zij geschikte onderwijsactiviteiten kiest om de doelstellingen van het onderwijsprogramma bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, te bereiken. De gebruikte onderwijsmethoden kunnen, zonder zich daartoe te beperken, het volgende omvatten: 1° fysieke sessies;2° e-learning;3° brochures;4° bewustmakingscentra;5° websites. § 5. In overeenstemming met artikel 5.8 van de International Standard for Education (ISE) en onverminderd artikel 3, 9°, stelt de NADO Franse Gemeenschap, binnen haar personeel, opvoeders aan die educatieve activiteiten in fysieke aanwezigheid kunnen verzorgen.

De opvoeders bedoeld in het eerste lid zijn bekwaam op het gebied van het waardenonderwijs zoals omschreven in artikel 3, 11° en met betrekking tot de onderwerpen bedoeld in § 2, eerste lid. Zij worden aangewezen op basis van deze bevoegdheden. § 6. In overeenstemming met artikel 5.9 van de International Standard for Education (ISE) en in samenhang met artikel 3, eerste lid, van het decreet, zal de NADO Franse Gemeenschap: 1° ervoor zorgen dat de sporters kunnen deelnemen aan de planning en de ontwikkeling van het opleidingsplan bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid;2° ervoor zorgen dat de aangeboden educatieve activiteiten aangepast zijn aan het ontwikkelingsstadium van de sporters;3° sporters proberen te betrekken bij projecten of activiteiten die verband houden met opvoeding, bewustmaking of dopingpreventie.

Art. 6.In overeenstemming met artikel 6 van de International Standard for Education (ISE), met betrekking tot de evaluatie van het programma, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet: 1° voert de NADO Franse Gemeenschap jaarlijks een evaluatie uit en stelt zij hierbij een evaluatieverslag op, als input voor het onderwijsplan bedoeld in artikel 4, § 1, eerste lid, voor het volgende jaar;2° wordt het in 1° bedoelde evaluatierapport op verzoek aan het WADA toegezonden, in voorkomend geval vergezeld van een samenvatting;3° wordt de evaluatie gebaseerd op alle beschikbare informatie met betrekking tot de specifieke doelstellingen van het in artikel 4, § 1, eerste lid, bedoelde onderwijsprogramma;4° vermeldt het in 1° bedoelde evaluatieverslag in het bijzonder in welke mate de in 3° bedoelde specifieke doelstellingen zijn bereikt;5° zal de NADO Franse Gemeenschap in de mate van het mogelijke zoeken naar partnerschappen op universitair vlak of met andere onderzoeksinstellingen, met het oog op mogelijke ondersteuning voor evaluatie en onderzoek;6° kan sociaal-wetenschappelijk onderzoek ook worden gebruikt om de evaluatie te onderbouwen;7° kunnen, in het kader van 6°, de resultaten van sociaal-wetenschappelijk onderzoek die door het WADA worden gedeeld, worden gebruikt om de evaluatie te onderbouwen.

Art. 7.Overeenkomstig artikel 2, vijfde lid, van het decreet, en in samenhang met artikel 3, lid 1 en 2 van het decreet, en in het kader van hun toepassing, onverminderd artikel 3, 9°, voor de uitvoering van bepaalde activiteiten van het programma bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet, ontwikkelt de NADO Franse Gemeenschap elke passende samenwerking, in het bijzonder met sporters, sportorganisaties, begeleidingspersoneel, sportclubs, controleartsen, chaperons, andere ondertekenaars, organisatoren, beheerders en verantwoordelijken van fitnesscentra, beheerders en antidopingverantwoordelijken van erkende fitnesscentra, universiteiten, onderwijsinstellingen en, meer algemeen, met elke persoon bedoeld in artikel 1, 65° van het decreet, op voorwaarde dat deze persoon overeenkomstig artikel 4, § 2, 3°, is geïdentificeerd als potentiële kracht om educatieve activiteiten te verstrekken of uit te voeren, in overleg met de NADO Franse Gemeenschap.

De in het eerste lid bedoelde samenwerking geschiedt automatisch wanneer zij betrekking heeft op activiteiten die een of meer van de in dat lid bedoelde personen of organisaties betreffen of activiteiten waarbij zij betrokken zijn.

Onverminderd het eerste en tweede lid, kunnen vrijwilligers, in overleg met en op verzoek van de NADO Franse Gemeenschap, overeenkomstig artikel 1, 65° van het decreet, en voor zover zij, zoals bepaald in artikel 4, § 2, 3°, zijn geïdentificeerd als potentiële kracht om, in voorkomend geval, in overleg met de NADO Franse Gemeenschap, bepaalde educatieve acties of activiteiten te verzorgen of uit te voeren.

Wanneer een vrijwilliger in toepassing van het derde lid een educatieve activiteit verzorgt of uitvoert overeenkomstig artikel 10, eerste en vierde lid, van de wet van 3 juli 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/2005 pub. 29/08/2005 numac 2005022674 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de rechten van vrijwilligers type wet prom. 03/07/2005 pub. 19/07/2005 numac 2005012166 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse bepalingen betreffende het sociaal overleg sluiten betreffende de rechten van vrijwilligers, heeft hij recht op de maximale forfaitaire dagvergoeding, op de vergoeding van zijn werkelijke reiskosten tot het jaarlijkse maximum en is hij onderworpen aan het jaarlijkse forfaitaire vergoedingsmaximum. HOOFDSTUK 2. - Toestemming wegens Therapeutische Noodzaak Afdeling 1. - Algemeen

Art. 8.De sporters bedoeld in artikel 10, § 3, eerste lid, van het decreet, die voor therapeutische doeleinden verboden stoffen of methoden willen of moeten gebruiken, dienen een TTN-aanvraag in bij de CTTN, onder de voorwaarden en in de vorm bepaald in artikel 14. Afdeling 2. - Commissie van de Franse gemeenschap voor het verlenen

van de toestemming wegens therapeutische noodzaak

Art. 9.§ 1. Onverminderd artikel 10, § 2, tweede lid, van het decreet, telt de CTTN ten minste één lid met algemene ervaring in de verzorging en behandeling van sportbeoefenaars met een handicap.

Om voor benoeming in aanmerking te komen, moeten leden van de CTTN ten minste aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° in het bezit zijn van een diploma van doctor in de medische wetenschappen of van een masterdiploma in de geneeskunde;2° niet onderworpen zijn of onderworpen geweest zijn aan een tuchtsanctie of een schrapping van de lijst van de Orde der artsen, in een periode van ten minste 6 jaar voorafgaand aan de indiening van de kandidaatstelling;3° een uittreksel model 1 uit het strafregister overleggen waaruit blijkt dat zij niet veroordeeld zijn voor een misdrijf of misdaad;4° zich ertoe verbinden, door middel van een ondertekende en gedateerde beëdigde verklaring, om op de meest strikte wijze het vertrouwelijk karakter van de procedure tot aanvraag en toekenning van TTN's te eerbiedigen, alsook de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor de behandeling van elk dossier, door in voorkomend geval de behandeling te weigeren van elk dossier waarvan zou kunnen worden geoordeeld dat het lid niet voldoende waarborgen biedt voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid; 5° overeenkomstig artikel 20.5.11 van de Code, niet onderworpen zijn aan een voorlopige schorsing of een schorsingsperiode op grond van de Code of, indien de betrokkene niet onderworpen was aan de Code, zich niet rechtstreeks en opzettelijk schuldig hebben gemaakt aan gedrag dat een inbreuk op de antidopingregel zou hebben gevormd, binnen een periode van 6 jaar voorafgaand aan de indiening van de kandidaatstelling, indien op de betrokkene regels van toepassing waren geweest overeenkomstig de Code; 6° tenzij de intrekking op hun verzoek gebeurt, mogen zij in de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van de nieuwe aanvraag tot benoeming niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een beslissing tot intrekking van hun benoeming;7° ervaring hebben in de verzorging en behandeling van sporters, en een goede kennis hebben van klinische geneeskunde en sportgeneeskunde. Mits hij aan de in het vorige lid gestelde voorwaarden voldoet, kan ook een lid van een andere Commissie voor de toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak tot lid van de CTTN worden benoemd, met inachtneming van de in § 2, leden 6 en 7, bedoelde vereenvoudigde procedure. § 2. De leden van de CTTN worden benoemd door de Minister voor een periode van vier jaar, hetzij na een door de NADO Franse Gemeenschap georganiseerde oproep tot kandidaatstelling, hetzij op basis van een spontane kandidatuur, hetzij volgens de vereenvoudigde procedure bedoeld in het zesde en zevende lid voor leden afkomstig uit een andere commissie voor de toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak.

De in het eerste lid bedoelde oproep tot het indienen van kandidaturen wordt, zo nodig, gepubliceerd in ten minste één Franstalige gedrukt persmedium dat speciaal bestemd is voor beroepsbeoefenaars in de gezondheidszorg.

De kandidaat die ingaat op een oproep tot kandidatuurstelling, bedoeld in het eerste lid, bezorgt in zijn antwoord een motivatiebrief alsook de documenten of attesten die het mogelijk maken na te gaan of de voorwaarden, bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 4° en 7°, vervuld zijn.

De spontane aanvraag bedoeld in het eerste lid is gericht aan de NADO Franse Gemeenschap, bestaat uit een motivatiebrief en is vergezeld van documenten of attesten die het mogelijk maken na te gaan of aan de voorwaarden bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 4° en 7°, is voldaan.

Kandidaten die voldoen aan de in § 1, tweede lid, genoemde voorwaarden en die hebben gereageerd op een sollicitatieoproep of een open sollicitatie hebben ingediend, zoals bepaald in het eerste en derde of vierde lid, naar gelang van het geval, worden benoemd tot lid van de CTTN. Leden van een andere commissie voor de toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak kunnen te allen tijde aan de NADO Franse Gemeenschap vragen om benoemd te worden als lid van de CTTN. De in het vorige lid bedoelde aanvraag bestaat uit een schriftelijke motivering en gaat vergezeld van documenten of certificaten die hun aanstelling als lid van een andere commissie voor de toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak staven, alsmede van de duur van die aanstelling.

Leden van een andere Commissie voor de toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak die voldoen aan de voorwaarden van § 1, tweede lid, en die een aanvraag hebben ingediend, zoals bepaald in het zesde en zevende lid, worden ook benoemd tot lid van de CTTN. § 3. Het mandaat van de leden van de CTTN kan door de Minister worden verlengd, telkens voor een periode van vier jaar.

De hernieuwing van het mandaat van de leden van de CTTN kan worden bekomen op aanvraag bij de NADO Franse Gemeenschap, ten minste één maand voor het verstrijken van het huidige mandaat.

Het verzoek om verlenging van het mandaat gaat vergezeld van: 1° een geactualiseerd attest van de Orde der artsen waaruit blijkt dat er in de voorbije periode van minstens 6 jaar geen tuchtsanctie is opgelegd;2° een bijgewerkt uittreksel model 1 uit het strafregister waaruit blijkt dat er geen veroordeling bestaat voor een misdrijf of overtreding. § 4. Het secretariaat van de CTTN wordt waargenomen door een agent van de Franse Gemeenschap NADO, die in het bezit is van een diploma van doctor in de medische wetenschappen of van een diploma van master in de geneeskunde.

Art. 10.De CTTN stelt een huishoudelijk reglement vast, dat bekendgemaakt wordt op de website van de NADO Franse Gemeenschap, en past dit toe.

Het huishoudelijk reglement van de CTTN omvat de volgende essentiële regels: 1° de zetel en het secretariaat van de CTTN zijn gevestigd in de lokalen van de NADO Franse Gemeenschap, naar welk adres alle briefwisseling wordt gezonden;2° de leden van de CTTN voeren hun opdracht uit in strikte vertrouwelijkheid, in volle onafhankelijkheid en onpartijdigheid.Zij eerbiedigen de beginselen van objectiviteit en gelijke behandeling in de zaken die zij onderzoeken. Zij weigeren in voorkomend geval een zaak te behandelen wanneer het betrokken lid kan worden geacht niet voldoende waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid te bieden; 3° de CTTN beslist geldig met drie leden, onder wie een voorzitter, voor elke aanvraag aangewezen door het secretariaat, in functie van de noden, de wetenschappelijke en/of medische specificiteit van het te behandelen geval en de beschikbaarheid van de leden;4° het secretariaat staat in voor de administratieve voorbereiding en uitvoering van beslissingen in verband met TTN's, met name de ontvangst van TTN-aanvragen, de verificatie ervan, het doorsturen ervan naar de leden van de CTTN, het opstellen van een voorstel tot beslissing, de definitieve redactie van de door de CTTN genomen beslissingen, alsook de briefwisseling met de sporters, de CIDD en het WADA;5° De TTN-aanvragen worden door het secretariaat van de CTTN overgemaakt aan 3 leden van de CTTN, overeenkomstig 3°.Elk lid dat een verzoek ontvangt maar verhinderd is of meent in een situatie van potentieel belangenconflict te verkeren, meldt dit onverwijld aan het secretariaat van de CTTN, dat vervolgens zorgt voor de vervanging van het betrokken lid, op basis van dezelfde criteria als deze bepaald in 3° ; 6° in afwijking van 3°, wanneer de aanvraag voor een TTN wordt ingediend door een sporter met een handicap, moet de CTTN onder zijn drie zetelende leden ten minste één lid tellen met algemene ervaring in de verzorging en behandeling van sporters met een handicap;7° de CTTN beslist bij schriftelijke procedure, bij meerderheid van stemmen van zijn leden;8° wanneer hen overeenkomstig 3° en 5° een verzoek om een TTN wordt voorgelegd, kan elk van de drie leden elk passend geacht medisch of wetenschappelijk advies of elke passend geachte deskundigheid inwinnen;9° de beslissingen van de CTTN worden gedateerd en worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de CTTN. Deze procedureregels zijn in overeenstemming met de regels van bijlage II van het UNESCO-verdrag, alsmede met die van de International Standard for Therapeutic Use Exemption.

Art. 11.Het secretariaat van de CTTN stelt op verzoek een beknopt activiteitenverslag ter beschikking waarin het, op anonieme wijze en met inachtneming van het medisch beroepsgeheim, alleen het aantal behandelde dossiers, het aantal toegekende TTN's en het aantal geweigerde aanvragen gedurende het voorgaande jaar vermeldt.

Art. 12.De Minister stelt de bezoldiging van de leden van de CTTN vast.

Art. 13.De Minister bepaalt de voorwaarden voor de bezoldiging van de door de CTTN geraadpleegde medische of wetenschappelijke deskundigen, met toepassing van artikel 10, § 8, derde lid, van het decreet.

Onverminderd artikel 10, § 8, vierde lid, van het decreet, zijn de in het eerste lid bedoelde deskundigen gehouden tot strikte geheimhouding Zij voeren hun taken uit volgens de instructies en onder de verantwoordelijkheid van de leden van de CTTN. Afdeling 3. - Aanvraagprocedure voor een toestemming wegens

therapeutische noodzaak

Art. 14.§ 1. Overeenkomstig artikel 10, § 4, van het decreet wordt een aanvraag voor een TTN op de volgende wijze ingediend: 1° De TTN-aanvraag wordt door de sporter ingediend bij het secretariaat van de CTTN per post, per e-mail of via ADAMS;2° de aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het aanvraagformulier waarvan het model is vastgesteld door de NADO Franse Gemeenschap, overeenkomstig bijlage II van het UNESCO-verdrag en het modelformulier TTN van de International Standard for Therapeutic Use Exemption. Het model, bedoeld in 2°, omvat: a) informatie aan de sporter over de wijze waarop zijn persoonsgegevens, met inbegrip van medische gegevens, zullen worden verwerkt;b) een rubriek waarin de dosering, de frequentie, de wijze en de duur van toediening van de in beginsel verboden stof worden vermeld;3° het aanvraagformulier is naar behoren ingevuld, gedateerd en ondertekend door de sporter en door de arts die heeft meegewerkt aan het invullen van de TTN-aanvraag. § 2. Voor elitesporters van nationaal niveau en topsporters van hoog niveau, bedoeld in artikel 10, § 3, eerste lid, a) en b), van het decreet, wordt, behoudens in een van de uitzonderingsgevallen, bedoeld in het derde lid of het vijfde lid, de aanvraag voor een TTN ingediend uiterlijk 30 dagen voorafgaand aan de sportactiviteit waarvoor de toestemming wordt gevraagd.

Voor amateursporters, met inbegrip van recreatieve sporters en beschermde personen, bedoeld in artikel 10, § 3, eerste lid, c), van het decreet, onverminderd de uitzonderingen bedoeld in het derde lid, 1°, 3° en 4°, en het vijfde lid, en op voorwaarde dat zij op het ogenblik van de keuring hebben verklaard een geneesmiddel of een stof te hebben gebruikt die tot een abnormaal analyseresultaat zou kunnen leiden, kan de TTN-aanvraag met terugwerkende kracht worden ingediend, binnen 15 werkdagen na ontvangst van de brief van de NADO Franse Gemeenschap waarin deze van deze mogelijkheid op de hoogte wordt gebracht.

Als uitzondering op het eerste lid, onverminderd het tweede en vijfde lid, en in overeenstemming met artikel 4.1 van de International Standard for Therapeutic Use Exemptions, kan binnen de 15 dagen na de kennisgeving van een afwijkend analyseresultaat met terugwerkende kracht een TTN worden aangevraagd: 1° indien er sprake is van een medische noodsituatie of wanneer een dringende behandeling van een medische aandoening noodzakelijk was;2° in uitzonderlijke omstandigheden, naar behoren gemotiveerd door de sporter en aanvaard door de CTTN, door een specifiek gemotiveerde beslissing ter zake, wanneer er onvoldoende tijd of gelegenheid was voor de elitesporter van nationaal niveau of de topsporter om een TTN-aanvraag in te dienen of voor de CTTN om deze in overweging te nemen vóór de monsterneming;3° omwille van nationale prioriteiten die in bepaalde sporten zijn vastgelegd, heeft de NADO van de sporter niet toegestaan of geëist dat deze een prospectieve TTN aanvroeg;4° wanneer de sporter buiten wedstrijdverband, om therapeutische redenen, een verboden stof gebruikt die alleen in wedstrijdverband verboden is. Indien een sporter verzoekt om toepassing van één van de uitzonderingen voorzien in het derde lid, blijven de voorwaarden voorzien in artikel 1, 11° van het decreet van toepassing.

In afwijking van het eerste lid, onverminderd het tweede en derde lid, en in overeenstemming met artikel 4.3 van de International Standard for Therapeutic Use Exemptions, kan een TTN met terugwerkende kracht worden aangevraagd binnen 15 dagen na de kennisgeving van een afwijkend analyseresultaat, indien het, gelet op het doel van de Code, kennelijk onbillijk zou zijn om geen TTN met terugwerkende kracht toe te kennen.

Voor elitesporters van nationaal niveau of topsporters is voor de uitzondering in het vijfde lid de voorafgaande goedkeuring van het WADA vereist.

Voor amateursporters, met inbegrip van recreatieve sporters en beschermde personen, is voor de uitzondering van het vijfde lid geen voorafgaande goedkeuring van het WADA vereist; het WADA kan echter te allen tijde een besluit van de CTTN om op grond van het vijfde lid met terugwerkende kracht een TTN toe te kennen, herzien en kan, naar eigen goeddunken, een dergelijk besluit goedkeuren of afwijzen.

Onverminderd het zesde en zevende lid kan krachtens en in toepassing van het vijfde lid een TTN worden verleend, ook indien niet is voldaan aan de voorwaarden gesteld in artikel 1, 11° van het decreet; de vervulling van deze voorwaarden blijft evenwel een relevante overweging voor de te nemen beslissing.

Tegen een beslissing van het WADA en/of de CTTN uit hoofde van het vijfde lid kan geen beroep worden aangetekend.

Overeenkomstig artikel 10, § 5, eerste lid, c), van het decreet wordt, onverminderd de WVP en de AVG en met inachtneming van de regels inzake veiligheid, vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens bedoeld in artikel 10, § 8, van het decreet, een beslissing genomen in toepassing van het vijfde lid, door het secretariaat van de CTTN gemeld in ADAMS, uiterlijk binnen 21 dagen na de ontvangst van de beslissing. § 3. Onverminderd het bepaalde in de paragrafen 1 en 2 wordt in de aanvraag voor een TTN tevens het volgende vermeld: 1° het bestaan van een andere TTN-aanvraag die eerder door de sporter is ingediend;2° de stof(fen) bedoeld in die eerdere aanvraag of aanvragen;3° de identiteit van de antidopingorganisatie(s) waarbij de vorige aanvraag of aanvragen is of zijn ingediend;4° de vorige beslissing(en) van de betrokken antidopingorganisatie(s) betreffende de TTN-aanvraag. Overeenkomstig artikel 10, § 3, derde lid, van het decreet verklaart de CTTN elke TTN-aanvraag onontvankelijk die gebaseerd is op dezelfde gronden als een eerdere aanvraag, die betrekking heeft op dezelfde periode en ingediend is bij een andere antidopingorganisatie. Afdeling 4. - Procedure voor de afgifte van de vergunning

Art. 15.Het secretariaat van de CTTN controleert de volledigheid van de TTN-aanvraag zo spoedig mogelijk na de ontvangst ervan.

Het secretariaat van de CTTN kan de sporter op grond van het eerste lid om aanvullende informatie of documentatie verzoeken om zijn TTN-aanvraag overeenkomstig artikel 14 te vervolledigen.

Wanneer het secretariaat van de CTTN op grond van het tweede lid een verzoek indient, verstrekt de sporter zo spoedig mogelijk het (de) gevraagde aanvullende element(en) en/of document(en).

Indien de sporter niet binnen 15 dagen gehoor geeft aan een verzoek van het secretariaat van de CTTN als bedoeld in het tweede lid, wordt de TTN-aanvraag geacht niet ontvankelijk te zijn en stelt het secretariaat van de CTTN de sporter daarvan in kennis.

Zodra de TTN-aanvraag overeenkomstig artikel 14 volledig wordt geacht en na de eventuele toepassing van het tweede en derde lid, zendt het secretariaat van de CTTN deze zo spoedig mogelijk ter behandeling en beslissing toe aan de leden van de CTTN.

Art. 16.§ 1. Het secretariaat zendt de beslissing van de CTTN binnen 15 werkdagen na ontvangst van de volledige TTN-aanvraag aan de betrokken sporter, overeenkomstig artikel 15, vijfde lid, en artikel 10, § 5, eerste lid, b), van het decreet.

De beslissing van de CTTN wordt genomen overeenkomstig bijlage II bij het UNESCO-verdrag en de International Standard for Therapeutic Use Exemptions. § 2. Wanneer de CTTN beslist de TTN toe te kennen aan de sporter, overeenkomstig de voorwaarden bepaald in artikel 1, 11° van het decreet, wordt de TTN aan de CTTN overgemaakt overeenkomstig § 1, eerste lid De NADO Franse Gemeenschap bepaalt het model van de TTN, overeenkomstig Bijlage II van het UNESCO-Verdrag en de International Standard for Therapeutic Use Exemptions.

De TTN vermeldt in ieder geval: 1° de identiteit van de betrokken sporter en zijn geboortedatum;2° de benaming van de stof en/of de methode die door de CTTN als therapeutisch gerechtvaardigd werd beschouwd, met betrekking tot de voorwaarden voorzien in artikel 1, 11° van het decreet;3° de dosering, de frequentie, de wijze van toediening van de onder 2° bedoelde stof en/of methode, alsmede de geldigheidsduur van de TTN en alle eventuele voorwaarden waaraan de TTN verbonden is;2. Overeenkomstig artikel 10, § 5, eerste lid, c), van het decreet, onverminderd de WVP en de AVG en met inachtneming van de regels inzake veiligheid, vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens, bedoeld in artikel 10, § 8, van het decreet, wordt een op grond van het eerste lid genomen beslissing door het secretariaat van de CTTN uiterlijk binnen 21 dagen na de datum van de beslissing in ADAMS gemeld. Afdeling 5. - Weigering van de toelating en mogelijk beroep

Art. 17.§ 1. Wanneer de CTTN beslist een sporter een TTN te weigeren, wordt de beslissing overeenkomstig artikel 16, § 1, eerste lid, aan de sporter medegedeeld.

Overeenkomstig artikel 10, § 5, eerste lid, c), van het decreet, onverminderd de WVP en de AVG en met inachtneming van de regels inzake veiligheid, vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens bedoeld in artikel 10, § 8, van het decreet, wordt de in het eerste lid bedoelde beslissing door het secretariaat van de CTTN uiterlijk binnen 21 dagen na de datum van de beslissing gemeld in ADAMS. Zij vermeldt de volgende informatie: 1° de identiteit van de betrokken sporter en zijn sportdiscipline;2° de benaming van de stof en/of de methode die door het CTTN niet als therapeutisch gerechtvaardigd werd beschouwd in het licht van de voorwaarden bepaald in artikel 1, 11° van het decreet;3° de motivering van de weigeringsbeslissing, met inbegrip van de redenen feitelijk en rechtens. § 2. Het beroep van een sporter tegen een beslissing tot weigering van de CTTN of in geval van niet-handelen van de CTTN, in het geval bedoeld in artikel 10, § 5, derde lid, van het decreet, wordt per brief ingediend bij het secretariaat van de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, uiterlijk binnen 15 dagen, hetzij vanaf de ontvangst van de beslissing van de CTTN bedoeld in artikel 16, § 1, eerste lid, hetzij vanaf de dag volgend op het einde van de termijn bedoeld in artikel 16, § 1, eerste lid.

Naast de inachtneming van de in het eerste lid bedoelde termijn, is de ontvankelijkheid van het beroep afhankelijk van de inachtneming van de volgende andere voorwaarden: 1° de vermelding van de beslissing waartegen beroep wordt aangetekend;2° een beschrijving van het voorwerp en de gronden van het beroep, met argumenten feitelijk en rechtens;3° de vermelding en de beschrijving van het bestaan van een nieuw element ten opzichte van het tijdstip waarop de oorspronkelijke aanvraag als volledig werd beschouwd, in toepassing van artikel 15, vijfde lid;4° het bijvoegen bij het beroep van elk medisch attest dat niet bij het oorspronkelijk dossier was gevoegd en dat, gelet op de voorwaarden bepaald in artikel 1, 11°, van het decreet, de herziening zou kunnen rechtvaardigen van de beslissing die in eerste aanleg door de CTTN is genomen. Afdeling 6. - De beroepscommissie van de CTTN, gevestigd bij de CIDD

Art. 18.§ 1. De onafhankelijke artsen bedoeld in artikel 10, § 5, vijfde lid, van het decreet worden door de CIDD aangesteld om zitting te nemen in de binnen de CIDD ingestelde beroepscommissie van de CTTN, bedoeld in artikel 23, § 7, eerste lid, van het decreet.

Onverminderd § 2 en de voorwaarde van onafhankelijkheid bepaald in artikel 10, § 5, vijfde lid, van het decreet en onder voorbehoud van bijkomende voorwaarden van onafhankelijkheid die door de CIDD kunnen worden bepaald, moeten de artsen bedoeld in § 1 aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° in het bezit zijn van een diploma van doctor in de medische wetenschappen of van een masterdiploma in de geneeskunde;2° gedurende ten minste 6 jaar niet het voorwerp hebben uitgemaakt van een tuchtsanctie of een schrapping van de lijst van de Orde der artsen;3° een uittreksel model 1 uit het strafregister overleggen waaruit blijkt dat zij niet veroordeeld zijn voor een misdrijf of misdaad;4° zich ertoe verbinden, door middel van een ondertekende en gedateerde beëdigde verklaring, om op de meest strikte wijze de vertrouwelijkheid van de beroepsprocedures die aan hen zijn toevertrouwd te eerbiedigen, alsook de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor de behandeling van elke zaak, door in voorkomend geval te weigeren een zaak te behandelen waarvoor een lid zou kunnen worden geacht niet voldoende waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid te bieden;5° niet onderworpen zijn aan een voorlopige schorsing of een schorsingsperiode op grond van de Code of, indien de betrokkene niet onderworpen was aan de Code, zich in de voorafgaande zes jaar niet rechtstreeks en opzettelijk schuldig hebben gemaakt aan gedragingen die een overtreding van de antidopingregel zouden hebben gevormd indien op de betrokkene regels van toepassing waren geweest overeenkomstig de Code;6° ervaring hebben in de verzorging en behandeling van sporters, en een goede kennis hebben van klinische geneeskunde en sportgeneeskunde. De CIDD ziet erop toe dat aan de in het tweede lid bedoelde voorwaarden is voldaan alvorens de in het eerste lid bedoelde artsen te benoemen.

Onverminderd de in het tweede lid bedoelde voorwaarden moet ten minste één van de overeenkomstig het eerste lid aangestelde artsen algemene ervaring hebben met de verzorging en behandeling van sporters met een handicap.

De CIDD zorgt ook voor de naleving van het vierde lid, teneinde de in het eerste lid bedoelde artsen aan te wijzen. § 2. Mits hij voldoet aan de voorwaarden van § 1, tweede lid, met inbegrip van de voorwaarden inzake onafhankelijkheid, kan ook een lid van een andere commissie voor de toestemming voor gebruik wegens therapeutische noodzaak worden benoemd tot lid van de beroepscommissie van de CTTN, die bij de CIDD is ingesteld. § 3. De leden van de beroepscommissie van de CTTN, die bij de CIDD is ingesteld, De leden van de Commissie van beroep van de CTTN, die binnen de CIDD is ingesteld, worden door de CIDD benoemd voor een periode van vier jaar, hetzij na een door de CIDD georganiseerde oproep tot het indienen van kandidaten, hetzij op grond van een open sollicitatie, hetzij aan het einde van de in de leden 6 en 7 bedoelde vereenvoudigde procedure voor leden die afkomstig zijn van een andere CTTN. De in het eerste lid bedoelde oproep tot gegadigden wordt, indien nodig, bekendgemaakt in ten minste één Franstalige gedrukte uitgave die speciaal bestemd is voor beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg.

De kandidaat die ingaat op een oproep tot kandidatuurstelling, bedoeld in het eerste lid, deelt in zijn antwoord een motivatiebrief mee, alsook de documenten of attesten die toelaten na te gaan of de voorwaarden bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 4° en 6°, vervuld zijn.

Het in § 1 bedoelde spontane verzoek wordt gericht aan het secretariaat van de beroepscommissie van de CTTN, gevestigd bij de CIDD, bestaat uit een motivatiebrief en gaat vergezeld van de documenten of attesten aan de hand waarvan kan worden nagegaan of de voorwaarden bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 4° en 6° vervuld zijn.

Kandidaten die voldoen aan de voorwaarden van § 1, lid 2, en die hebben gereageerd op een oproep tot kandidaatstelling of die een open sollicitatie hebben ingediend, zoals bepaald in lid 1 en lid 3 of lid 4, naar gelang van het geval, worden benoemd tot lid van de beroepscommissie van de CTTN, die is ingesteld bij de CIDD. Leden van een andere CTTN kunnen te allen tijde bij de CIDD een aanvraag indienen om te worden benoemd tot lid van de bij de CIDD ingestelde CTTN-beroepscommissie.

De in het vorige lid bedoelde aanvraag bestaat uit een schriftelijke motivering en gaat vergezeld van documenten of certificaten aan de hand waarvan de aanwijzing als lid van een ander CTTN, alsmede de duur van die aanwijzing kunnen worden gecontroleerd.

Leden van een andere CTTN die voldoen aan de voorwaarden van § 1, lid 2, en die een aanvraag hebben ingediend als bedoeld in de leden 6 en 7, worden tevens benoemd tot lid van de bij de CIDD ingestelde beroepscommissie van de CTTN. § 4. Het mandaat van de leden van de CTTN-beroepscommissie, ingesteld bij de CIDD, kan door de CIDD worden verlengd, telkens voor een periode van vier jaar.

De verlenging van het mandaat van de leden van de beroepscommissie van de CTTN, die bij de CIDD is ingesteld, kan worden verkregen door ten minste één maand voor het verstrijken van het lopende mandaat een verzoek daartoe in te dienen bij de CIDD. Het verzoek om verlenging van het mandaat moet vergezeld gaan van: 1° een geactualiseerd attest van de Orde der Geneesheren waaruit blijkt dat er sinds minstens 6 jaar geen tuchtsanctie is geweest;2° een bijgewerkt uittreksel model 1 uit het strafregister waaruit blijkt dat er geen veroordeling is voor een misdrijf of overtreding. § 5. Het secretariaat van de beroepscommissie van de CTTN, die bij de CIDD is ingesteld, wordt verzorgd door een houder van een doctorsgraad in de medische wetenschappen of een masterdiploma in de geneeskunde.

Art. 19.Onverminderd artikel 10, § 5, zesde lid, van het decreet, luiden de essentiële werkingsregels van de beroepscommissie van de CTTN, die bij de CIDD is ingesteld, als volgt: 1° de zetel en het secretariaat van de beroepscommissie van de CTTN zijn gevestigd in de lokalen van de CIDD, op welk adres alle briefwisseling wordt gezonden;2° de leden van de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, voeren hun opdracht uit in strikte vertrouwelijkheid, in volle onafhankelijkheid en onpartijdigheid.Zij eerbiedigen de beginselen van objectiviteit en gelijke behandeling in de zaken die zij onderzoeken. Zij weigeren in voorkomend geval een zaak te behandelen wanneer het betrokken lid kan worden geacht niet voldoende waarborgen van onafhankelijkheid en onpartijdigheid te bieden; 3° de beroepscommissie van de CTTN, opgericht binnen de CIDD, beslist geldig met drie leden, onder wie een voorzitter, voor elke aanvraag aangewezen door het secretariaat, in functie van de noden, de wetenschappelijke en/of medische specificiteit van het te behandelen geval en de beschikbaarheid van de leden;4° het secretariaat staat in voor de administratieve voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen betreffende de beroepen met betrekking tot de TTN's, met name de ontvangst van de beroepen met betrekking tot de TTN's, hun doorzending aan de leden van de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, het opstellen van een voorstel van beslissing, alsook de briefwisseling met de sporters en met de NADO Franse Gemeenschap;5° de beroepen met betrekking tot een TTN-aanvraag worden door het secretariaat van de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, overgemaakt aan drie leden van deze raad, overeenkomstig 3°.Elk lid dat een verzoek ontvangt maar verhinderd is, of dat meent in een situatie van potentieel belangenconflict te verkeren, meldt dit onverwijld aan het secretariaat van de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, die vervolgens zorgt voor de vervanging van het betrokken lid, op basis van dezelfde criteria als die welke in 3° zijn uiteengezet; 6° in afwijking van 3°, moet, wanneer het beroep van een TTN-aanvraag wordt ingesteld door een sporter met een handicap, de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, onder haar drie zittende leden ten minste één lid tellen met algemene ervaring in de verzorging en behandeling van sporters met een handicap;7° de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, beslist bij schriftelijke procedure, bij meerderheid van stemmen van haar leden;8° wanneer hen overeenkomstig 3° en 5° een beroep betreffende een aanvraag voor een TTN wordt voorgelegd, kan elk van de drie leden alle nuttig geachte medische of wetenschappelijke adviezen of deskundigheid inwinnen;9° de beslissingen van de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, worden gemotiveerd en gedateerd en worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris van diezelfde commissie. De eventuele door de CIDD uitgevaardigde en in het eerste lid bedoelde aanvullende voorschriften en/of procedures zijn in overeenstemming met de voorschriften van bijlage II bij het UNESCO-verdrag, alsmede met die welke voortvloeien uit de International Standard for Therapeutic Use Exemption. Afdeling 7. - Bijkomende analyse, onderzoek en/of studies

Art. 20.Overeenkomstig de artikelen 10, § 8, derde lid, en 23, § 7, tweede lid, van het decreet, en met inachtneming van de regels inzake veiligheid, vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens bepaald in artikel 10, § 8, van het decreet, kan de CTTN of de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, in het kader van de behandeling van een TTN-aanvraag of van een beroep tegen een beslissing met betrekking tot een TTN-aanvraag, verzoeken om alle relevant geachte aanvullende analyses, onderzoeken en/of beeldvormingsonderzoeken uit te voeren.

Dergelijke analyses, onderzoeken en/of aanvullende studies worden uitgevoerd op kosten van de sporter. Zij schorsen, respectief en naargelang het geval, de in artikel 16, § 1, eerste lid, bedoelde termijn voor kennisgeving van de beslissing of de termijn bedoeld in artikel 10, § 5, zesde lid, b), van het decreet, in geval van een beroep, voor de duur van de verwezenlijking ervan. Afdeling 8. - Annulering van een TTN

Art. 21.In overeenstemming met artikel 6.12 van de International Standard for Therapeutic Use Exemptions kan een TTN worden geannuleerd, al naar gelang het geval, door de CTTN of door de bij de CIDD ingestelde beroepscommissie, indien de sporter zich niet binnen de vooraf aan hem meegedeelde termijn houdt aan de voorwaarde(n) waaraan de TTN was onderworpen.

Elke beslissing tot annulering van een TTN wordt aan de sporter meegedeeld, al naar gelang het geval, door het secretariaat van de CTTN of door het secretariaat van de bij de CIDD ingestelde beroepscommissie van de CTTN. De in het tweede lid bedoelde beslissing vermeldt in ieder geval: 1° de identiteit van de betrokken sporter en zijn sportdiscipline;2° de benaming van de stof en/of methode waarvoor een TTN werd toegekend door de CTTN of door de beroepscommissie van de CTTN, ingesteld bij de CIDD, met betrekking tot de voorwaarden bepaald in artikel 1, 11° van het decreet;3° de motivering voor de beslissing tot annulering van de TTN, met inbegrip van de redenen feitelijk en rechtens. Onverminderd het tweede lid stelt, indien de beslissing tot annulering door de bij de CIDD ingestelde beroepscommissie van de CTTN is genomen, het secretariaat van deze laatste ook het secretariaat van de CTTN daarvan in kennis, op dezelfde dag als die waarop de sporter van de beslissing in kennis is gesteld.

Onverminderd de WVP en de AVG en met inachtneming van de regels inzake veiligheid, vertrouwelijkheid en bescherming van gegevens, bedoeld in artikel 10, § 8, van het decreet, codeert het secretariaat van de CTTN de overeenkomstig het eerste lid genomen en in het tweede lid bedoelde annuleringsbesluiten in de ADAMS-databank, met het oog op de informatieverstrekking aan het WADA en de andere betrokken antidopingorganisaties.

De annulering van een TTN gaat in op de dag na de kennisgeving van de beslissing, zoals bedoeld in het tweede lid. HOOFDSTUK 3. - Dopingcontroles en -onderzoeken Afdeling 1. - Controleorganen

Art. 22.De Minister wijst de beëdigde ambtenaren en personeelsleden van de NADO Franse Gemeenschap aan die het statuut van officier van de gerechtelijke politie hebben.

Art. 23.§ 1. Onverminderd het tweede lid, wijst de Minister de controleartsen aan bedoeld in artikel 15, § 2, tweede lid, van het decreet, hetzij na een oproep tot kandidaatstelling door de NADO van de Franse Gemeenschap, hetzij op basis van spontane kandidaatstelling, volgens de toepasselijke procedure, al naar gelang het geval, zoals bepaald in § 3.

Om tot controlearts te kunnen worden aangesteld, moet de kandidaat voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden: 1° antwoorden op de in § 1 bedoelde oproep tot kandidaten, verspreid en georganiseerd door de NADO Franse Gemeenschap, binnen de termijn en, in voorkomend geval, in de vormen zoals door deze laatste bepaald, of op elk moment, een spontane kandidatuur indienen;2° houder zijn van het diploma van doctor in de medische wetenschappen of van het diploma van master in de geneeskunde, bij de kandidaatstelling te staven door een kopie van het diploma;3° gedurende ten minste 6 jaar te rekenen vanaf de datum van indiening van de kandidatuur, niet onderworpen zijn of geweest zijn aan een tuchtsanctie of schrapping uit de Orde der artsen, bij de indiening van de kandidatuur te staven door een gedagtekend en ondertekend attest van de Orde der artsen;4° bij de kandidatuur een uittreksel model 2 uit het strafregister voegen waaruit geen veroordeling blijkt voor een misdrijf of overtreding;5° in de kandidatuur melding maken van elk privé- of professioneel verband met één of meer sporters, sportorganisatie(s), organisator(s) van evenementen en/of sportcompetitie(s);6° zich ertoe verbinden, door middel van een bij de aanvraag gevoegde ondertekende en gedateerde verklaring, om op de meest strikte wijze het vertrouwelijk karakter van de testprocedure, alsook de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die voor elke dopingcontrole noodzakelijk zijn, te eerbiedigen, door in voorkomend geval te weigeren een test uit te voeren op een sporter van wie zou kunnen worden geoordeeld dat de controlearts onvoldoende waarborgen biedt voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid;7° zich ertoe verbinden een gedragscode voor controleartsen na te leven en te ondertekenen; 8° overeenkomstig artikel 20.5.11 van de Code, niet onderworpen zijn aan een voorlopige schorsing of een schorsingsperiode op grond van de Code of, indien de betrokkene niet onderworpen was aan de Code, zich in de voorafgaande zes jaar niet rechtstreeks en opzettelijk schuldig hebben gemaakt aan gedragingen die een overtreding van de antidopingregel zouden hebben gevormd indien regels overeenkomstig Code op de betrokkene van toepassing waren geweest; 9° behalve als de intrekking op zijn aanvraag geschiedt, geen beslissing tot intrekking van de hoedanigheid van controlearts hebben ondergaan gedurende de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van de indiening van de kandidatuur. De NADO Franse Gemeenschap ontvangt de kandidaturen en gaat na of de voorwaarden onder 1° tot 9° vervuld zijn.

In het kader van de in het derde lid bedoelde verificatie kan de NADO Franse Gemeenschap de kandidaat vragen zo snel mogelijk elk document te bezorgen dat is nodig om de kandidatuur geldig te vervolledigen.

Als de kandidaat niet binnen de 10 dagen antwoordt op een aanvraag van NADO Franse Gemeenschap, gedaan in toepassing van het vierde lid, wordt de kandidatuur als onontvankelijk beschouwd. § 2. Wanneer de voorwaarden bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 9° vervuld zijn, brengt de NADO Franse Gemeenschap de kandidaat daarvan op de hoogte per e-mail of per gewone briefpost.

Wanneer de voorwaarden bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 9° vervuld zijn, brengt de NADO Franse Gemeenschap de kandidaat daarvan op de hoogte per e-mail of per gewone briefpost.

De in het tweede lid bedoelde theoretische proef heeft betrekking op de in de Franse Gemeenschap van kracht zijnde wetgeving inzake dopingbestrijding en de toepasselijke controleprocedures.

De in het tweede lid bedoelde praktische proef bestaat er enerzijds en vooreerst in, als waarnemer aanwezig te zijn bij de uitvoering van minstens 2 dopingcontroles door een controlearts van de Franse Gemeenschap, en anderzijds zelf een dopingcontrole uit te voeren onder toezicht van een controlearts van de Franse Gemeenschap.

De theoretische en praktische delen moeten de kandidaat in de mogelijkheid stellen om de eisen betreffende de fase van monstername op voldoende wijze te kennen en te beheersen. § 3. De oproep tot kandidatuurstelling, bedoeld in § 1, eerste lid, wordt ten minste bekendgemaakt op de website van de NADO Franse Gemeenschap.

De kandidaat die reageert op een oproep tot het indienen van kandidaatstelling als bedoeld in het eerste lid, legt in zijn reactie de in § 1, tweede lid, bedoelde documenten en certificaten over.

Spontane kandidaturen, zoals bedoeld in § 1, eerste lid, kunnen per e-mail of per gewone post naar de NADO Franse Gemeenschap worden gestuurd; ze bestaan uit een motivatiebrief. De bijgewerkte documenten en attesten bedoeld in § 1, tweede lid, worden op verzoek van de NADO Franse Gemeenschap op een later tijdstip toegezonden.

De kandidaten die voldoen aan de voorwaarden, vermeld in § 1, tweede lid, 1° tot 9° en die slagen voor de theoretische en praktisch proeven van de basisopleiding, vermeld in § 2, tweede lid, worden door de Minister aangesteld als controlearts voor een periode van twee jaar.

De aangestelde controleartsen ontvangen een badge die hen identificeert en waarop de geldigheidsduur van hun aanstelling staat vermeld.

De in het vorige lid bedoelde identificatie moet minstens bestaan uit de naam en voornaam van de betrokken controlearts, en een recente foto van deze laatste, zichtbaar op de badge aangebracht.

Om de continuïteit van de antidopingactiviteiten te waarborgen, inclusief tijdens de weekenden en op feestdagen, kan de Minister één of meer leden van de NADO Franse Gemeenschap, die in het bezit zijn van het diploma van doctor of master in de geneeskunde, aanwijzen om als controlearts op te treden.

Het lid of de leden die door toepassing van het voorgaande lid zijn aangesteld, zijn vrijgesteld van het in § 2, tweede lid, bedoelde theoretische en praktische proeven.

Het lid of de leden die door toepassing van het zevende lid is (zijn) aangesteld, krijgt (krijgen) eveneens een badge die hem/ze identificeert en waarop de duur van de geldigheid van zijn/hun aanwijzing vermeld is.

De in het vorige lid bedoelde identificatie moet minstens bestaan uit de naam en voornaam van de betrokken controlearts, en een recente foto van deze laatste, zichtbaar op de badge aangebracht. § 4. Onverminderd artikel 3, § 9, van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de preventie en bestrijding van doping in de sport, maar overeenkomstig artikel 15, § 2, vierde lid, van het decreet, en voor de toepassing ervan, kunnen de door een andere antidopingorganisatie opgeleide controleartsen door de NADO Franse Gemeenschap worden erkend om voor haar controles uit te voeren.

Om de toepassing van het eerste lid mogelijk te maken, dienen de betrokken artsen per e-mail of per post een vereenvoudigd dossier in bij de NADO Franstalige Gemeenschap, met bijvoeging van: a) een verklaring van de betrokken overheid betreffende hun opleiding tot controlearts;b) een schriftelijke motivering waarin zij bevestigen dat zij ook rechtstreeks controles willen uitvoeren voor de NADO Franse Gemeenschap;c) een kopie van dezelfde documenten en attesten als die bedoeld in § 1, tweede lid;d) een recente pasfoto. Wat de door een andere Belgische antidopingorganisatie opgeleide controleartsen betreft, zal de NADO Franse Gemeenschap, wanneer het in het tweede lid bedoelde dossier volledig is, hen op de hoogte stellen van hun erkenning en hen een badge uitreiken waarmee zij worden erkend en geïdentificeerd en waarop de geldigheidsduur van deze erkenning is vermeld, die niet meer dan twee jaar mag bedragen.

De in het vorige lid bedoelde identificatie moet minstens bestaan uit de naam en voornaam van de betrokken controlearts, en een recente foto van deze laatste, zichtbaar op de badge aangebracht.

In het geval van controleartsen opgeleid door een andere antidopingorganisatie dan die bedoeld in het derde lid, zal de NADO Franse Gemeenschap, wanneer het in het tweede lid bedoelde dossier volledig is, de betrokken controleartsen hiervan op de hoogte brengen en hen uitnodigen voor een individueel of collectief gesprek met andere controleartsen.

Het gesprek, bedoeld in het vijfde lid, wordt gevoerd in het Frans en heeft tot doel na te gaan of de betrokken controleartsen over alle theoretische en praktische kennis beschikken die nodig is om hun opdrachten uit te voeren, overeenkomstig het decreet, dit besluit en de administratieve praktijk van de NADO Franse Gemeenschap.

Het gesprek, bedoeld in het vijfde lid, wordt gevoerd in het Frans en heeft tot doel na te gaan of de betrokken controleartsen over alle theoretische en praktische kennis beschikken die nodig is om hun opdrachten uit te voeren, overeenkomstig het decreet, dit besluit en de administratieve praktijk van de NADO Franse Gemeenschap.

Wanneer zij over voldoende theoretische en praktische kennis beschikken om hun taken uit te voeren, overeenkomstig het decreet, het onderhavige decreet en de administratieve praktijk van de NADO Franse Gemeenschap, deelt deze laatste dit mee aan de betrokken controleartsen en verstrekt hen een badge die hen erkent, identificeert en de geldigheidsduur van deze erkenning vermeldt, die niet meer dan twee jaar mag bedragen.

De in het vorige lid bedoelde identificatie moet minstens bestaan uit de naam en voornaam van de betrokken controlearts, en een recente foto van deze laatste, zichtbaar op de badge aangebracht. § 5. Een aangestelde of erkende controlearts kan een verlenging van zijn aanstelling of erkenning verkrijgen, telkens voor een periode van twee jaar, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van zijn huidige aanstelling of erkenning, per e-mail of per gewone post, bij de NADO Franse Gemeenschap een aanvraag tot verlenging van zijn aanstelling of erkenning indienen;2° bij de aanvraag tot verlenging van de aanstelling of erkenning een recent attest voegen, gedateerd en ondertekend door de Orde der artsen, waarin wordt bevestigd dat er gedurende minstens 6 jaar geen enkele disciplinaire sanctie of eventuele schrapping van de lijst heeft plaatsgevonden;3° bij de aanvraag om verlenging van de aanstelling of erkenning een recent uittreksel uit het strafregister, model 2, voegen, waaruit blijkt dat er geen veroordeling wegens een misdaad of een misdrijf werd uitgesproken;4° in de aanvraag tot verlenging van de aanstelling of de erkenning melding maken van eventuele lopende privé- of beroepsmatige banden met een of meer sportbeoefenaars, sportorganisaties, organisatoren van sportevenementen en/of -wedstrijden;5° zich ertoe verbinden door middel van een nieuwe, gedateerde en ondertekende onderhandse verklaring op erewoord, die bij zijn aanvraag tot verlenging van de aanstelling of erkenning wordt gevoegd, de vertrouwelijkheid van de testprocedure, alsmede de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die nodig zijn voor een eventuele antidopingcontrole, zo strikt mogelijk te eerbiedigen, en in voorkomend geval te weigeren een sporter te testen voor wie de controlearts zou kunnen worden geacht onvoldoende waarborgen voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid te bieden;6° zich ertoe te verbinden de gedragscode voor controleartsen na te leven en opnieuw te ondertekenen;7° behalve in het geval bedoeld in het tweede lid, en onverminderd het derde lid, deelnemen aan een theoretische evaluatie, georganiseerd door de NADO Franse Gemeenschap, inzake de vereisten met betrekking tot de controles. Indien de aangestelde of erkende controlearts voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 1° tot en met 6°, maar gedurende één jaar na de datum van zijn aanvraag tot verlenging van de aanstelling of erkenning geen enkele controle heeft uitgevoerd, wordt hij niet onderworpen aan de theoretische beoordeling, vermeld in het eerste lid, 7°, maar moet hij een volledige basisopleiding volgen en met goed gevolg afleggen, zoals beschreven in § 2, tweede tot en met vierde lid.

Indien de aangestelde of erkende controlearts voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 1° tot 6°, maar er hebben zich belangrijke wijzigingen voorgedaan in de antidopingwetgeving of -regelgeving van kracht in de Franse Gemeenschap, dan heeft de theoretische beoordeling bedoeld in het eerste lid, 7°, eveneens betrekking op deze wijzigingen.

De theoretische evaluatie bedoeld in het eerste lid, 7°, kan, in voorkomend geval, plaatsvinden ter gelegenheid van de jaarlijkse opleiding van de controleartsen, georganiseerd door de NADO Franse Gemeenschap.

Het overschrijden van de in het eerste lid, 1°, bedoelde termijn belet niet dat, in voorkomend geval, een eerder erkende controlearts bij de NADO Franse Gemeenschap een nieuw vereenvoudigd dossier indient volgens de toepasselijke procedure, naargelang het geval, zoals bepaald in § 3.

Het overschrijden van de in het eerste lid, 1° bedoelde termijn belet niet dat een voorheen erkende controlearts een nieuw vereenvoudigd dossier indient bij de NADO Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in § 4, tweede lid.

In geval van toepassing van het vijfde of zesde lid, behalve in het geval bedoeld in het achtste lid en onverminderd het negende lid, wordt de voordien aangestelde of erkende controlearts door de NADO Franse Gemeenschap gehoord om zich ervan te vergewissen dat zijn theoretische en praktische kennis voor het afnemen van examens nog actueel is.

Indien het vijfde of zesde lid van toepassing is en overeenkomstig het tweede lid, indien een eerder aangestelde of erkende controlearts gedurende een jaar vanaf de datum van een nieuwe aanvraag of de indiening van een vereenvoudigd dossier geen controleopdracht heeft uitgevoerd, wordt hij niet onderworpen aan het in het zevende lid bedoelde gehoor, maar moet hij een volledige basisopleiding volgen en met goed gevolg afleggen zoals beschreven in § 2, tweede tot en met vierde lid.

In geval van toepassing van het vijfde of zesde lid en in samenhang met het derde lid, heeft de hoorzitting bedoeld in het zevende lid, indien zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de antidopingwetgeving of -regelgeving die van kracht is in de Franse Gemeenschap, eveneens betrekking op deze wijzigingen.

Voor de toepassing van het derde en negende lid zal de NADO Franse Gemeenschap, indien zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de antidopingwetgeving of -regelgeving die van kracht is in de Franse Gemeenschap, de betrokken controleartsen hiervan op de hoogte brengen.

De in het tiende lid bedoelde informatie wordt bij voorrang meegedeeld tijdens de collectieve voorlichtingsbijeenkomsten die door de Franse Gemeenschap NADO worden georganiseerd voor de aangestelde of erkende controleartsen. § 6. De Minister kan volgens de in § 8 bedoelde procedure beslissen de hoedanigheid van aangestelde controlearts in te trekken op een of meer van de volgende gronden: 1° de controlearts voldoet niet meer aan één van de in § 1, tweede lid, 3° tot 8° bedoelde voorwaarden;2° de controlearts is gedurende een periode van 6 maanden niet beschikbaar geweest, om meer dan de helft van de aangevraagde en hem door het NADO Franse Gemeenschap behoorlijk meegedeelde controles uit te voeren;3° de controlearts heeft de jaarlijkse opleidingssessie van de NADO Franse Gemeenschap niet bijgewoond, behalve in geval van overmacht, die hij zelf moet bewijzen;4° de controlearts heeft de bepalingen van het decreet of dit besluit ernstig of herhaaldelijk overtreden;5° de controlearts is het voorwerp geweest van één of meer negatieve jaarlijkse evaluaties en heeft deze situatie niet rechtgezet, na hiervan op de hoogte te zijn gebracht door de NADO Franse Gemeenschap;6° de controlearts vraagt dit zelf aan, per e-mail of per gewone post, gericht aan de NADO Franse Gemeenschap. De in het eerste lid, 5°, bedoelde jaarlijkse evaluatie: a) begint met een zelfevaluatie, gebaseerd op een vragenlijst waarvan het model is vastgesteld door de NADO Franse Gemeenschap;b) behandelt de verschillende aspecten van de controleprocedures en de wijze waarop deze in de praktijk worden uitgevoerd;c) kan ook worden gevoed door eventuele feedback van sporters, begeleidingspersoneel van sporters of elke persoon, in de zin van artikel 1, 65° van het decreet, die bij de controles aanwezig is;d) geeft aanleiding tot een discussie met de NADO Franse Gemeenschap wanneer zij het niet eens is met het geheel of een deel van de elementen uit de onder a) bedoelde zelfevaluatie;e) kan eventueel aangeven welke aspecten van de controleprocedures kunnen of moeten worden verbeterd;f) geeft de controlearts, in geval bepaalde tekortkomingen zijn vastgesteld, de mogelijkheid om schriftelijke uitleg te geven en/of te vragen gehoord te worden door de NADO Franse Gemeenschap;g) resulteert in een gunstige, voorbehouden of ongunstige evaluatie door de NADO Franse Gemeenschap;h) stelt de controlearts in geval van een voorbehouden of ongunstige beoordeling in staat de vastgestelde tekortkoming(en) te verhelpen binnen een redelijke en passende termijn, afhankelijk van de aard van de vastgestelde tekortkoming;i) wordt opgemaakt in twee exemplaren, waarvan het ene door de NADO Franse Gemeenschap wordt bewaard in het dossier van de betrokken controlearts en het andere aan hem wordt bezorgd. § 7. De NADO Franse Gemeenschap kan, aan het einde van de in § 9 bedoelde procedure besluiten de hoedanigheid van erkend controlearts in te trekken om een of meer van de volgende redenen: 1° de controlearts voldoet niet meer aan één van de in § 1, tweede lid, 3° tot 8° bedoelde voorwaarden;2° de controlearts is gedurende een periode van 6 maanden niet beschikbaar geweest, om meer dan de helft van de aangevraagde en hem door het NADO Franse Gemeenschap behoorlijk meegedeelde controles uit te voeren;3° de controlearts heeft de jaarlijkse opleidingssessie van de NADO Franse Gemeenschap niet bijgewoond, behalve in geval van overmacht, die hij zelf moet bewijzen;4° de controlearts heeft de bepalingen van het decreet of dit besluit ernstig of herhaaldelijk overtreden;5° de controlearts vraagt dit zelf aan, per e-mail of per gewone post, gericht aan de NADO Franse Gemeenschap. § 8. Op voorstel van de NADO Franse Gemeenschap brengt de Minister de betrokken controlearts per e-mail en/of per brief op de hoogte van zijn voornemen hem de hoedanigheid van controlearts in te trekken en van de reden(en) van dit voornemen.

De controlearts beschikt over 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van de in het eerste lid bedoelde e-mail en/of brief, om eventuele schriftelijke opmerkingen of motiveringen in te dienen en, zo nodig, te verzoeken om door de NADO Franse Gemeenschap te worden gehoord.

De Minister geeft een beslissing en deelt ze mee aan de belanghebbende per e-mail en/of per post, hetzij na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn, hetzij na ontvangst van het advies van de NADO Franse Gemeenschap, ingeval de controlearts een van de in hetzelfde lid bedoelde rechten heeft uitgeoefend. § 9. Voorafgaand aan elke beslissing tot intrekking op basis van § 7, 1° tot 4°, brengt de NADO Franse Gemeenschap de betrokken erkende controlearts per e-mail en/of per brief op de hoogte van haar voornemen om zijn of haar statuut van erkend controlearts in te trekken en van de reden(en) waarop haar voornemen is gebaseerd. De erkende controlearts beschikt over een termijn van 30 dagen, vanaf de datum van verzending van de in het eerste lid bedoelde e-mail en/of brief, om eventuele schriftelijke opmerkingen of verantwoording in te dienen en, in voorkomend geval, te verzoeken door de NADO Franse Gemeenschap te worden gehoord.

De NADO Franse Gemeenschap neemt een beslissing en stelt de betrokkene per e-mail en/of per post op de hoogte, hetzij na overschrijding van de in het tweede lid bedoelde termijn, hetzij na uitoefening van een of beide in dat lid genoemde rechten. § 10. Overeenkomstig artikel G.4.4.5 van bijlage G van de International Standard for Testing and Investigations houdt de NADO Franse Gemeenschap voor elke aangestelde of erkende controlearts een dossier bij betreffende de opleiding, bekwaamheid en ervaring van deze arts.

Het in het eerste lid bedoelde dossier bevat de in de paragrafen 1 tot en met 9 bedoelde gegevens die zijn verzameld in het kader van de aanwijzing of erkenning van de controleartsen, de procedure voor de verlenging van hun aanwijzing of erkenning en hun beoordeling(en).

Art. 24.De Minister bepaalt de bezoldigingsvoorwaarden van de aangestelde of erkende controleartsen.

De voorwaarden bedoeld in het eerste lid hebben betrekking op de dopingcontroles bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid van het decreet, en kunnen eveneens betrekking hebben op de vormingsactiviteiten, in de zin van artikel 1, 33° van het decreet, aangevraagd door de NADO Franse Gemeenschap.

Art. 25.§ 1. Om de in artikel 17, derde lid, van het decreet, bedoelde erkenning te verkrijgen, moet het laboratorium aan de volgende voorwaarden voldoen: 1° door het WADA zijn geaccrediteerd of anders goedgekeurd;2° niet rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij de handel in geneesmiddelen, noch personeel in dienst hebben dat de onafhankelijkheid van het laboratorium in het gedrang kan brengen;3° tenzij de intrekking op aanvraag van het laboratorium is geschied, geen beslissing tot intrekking van de erkenning hebben ondergaan, binnen de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag om erkenning. Bij de analyse van de monsters: 1° voert het laboratorium de analyses binnen de gestelde termijn uit;2° meldt het laboratorium aan de NADO Franse Gemeenschap de detectie van elke stof of methode die, alhoewel ze niet in de lijst van verboden stoffen en methodes opgenomen is, de resultaten of prestaties van een sporter kunstmatig zou kunnen verbeteren;3° maakt het laboratorium het resultaat van de analyses niet bekend aan derden, met uitzondering van de betrokken internationale sportorganisatie, de NADO Franse Gemeenschap en het WADA;4° vermijdt het laboratorium elk belangenconflict;5° machtigt het laboratorium de NADO Franse Gemeenschap tot periodieke controles om na te gaan of het voldoet aan de eisen van de erkenning;6° stelt het in het Frans alle schriftelijke verslagen en documenten in verband met de analyse op en zorgt het voor elk contact met de NADO Franse Gemeenschap, de sporter en elke andere persoon die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit, in het Frans. § 2. Mits aan de in § 1, eerste lid, bedoelde voorwaarden wordt voldaan, wordt de erkenning door de Minister verleend voor een periode van vijf jaar, hernieuwbaar met perioden van vijf jaar. § 3. Op het einde van de in het tweede tot en met het vierde lid bedoelde procedure kan de Minister beslissen de erkenning van het laboratorium in te trekken, om één of meerdere van de volgende redenen: 1° het laboratorium vraagt dit zelf aan, per e-mail of per gewone post, gericht aan de NADO Franse Gemeenschap;2° wanneer het laboratorium niet meer voldoet aan de in § 1, eerste lid bedoelde erkenningsvoorwaarden;3° wanneer het laboratorium ernstig of herhaaldelijk de bepalingen van het decreet of dit besluit overtreedt. Op voordracht van de NADO Franse Gemeenschap brengt de Minister het laboratorium per e-mail en/of per brief op de hoogte van zijn voornemen om de erkenning in te trekken en van de reden(en) van dit voornemen.

Het laboratorium beschikt over 30 dagen, te rekenen vanaf de toezending van de in het tweede lid bedoelde e-mail en/of brief, om eventuele schriftelijke opmerkingen of rechtvaardigingen te laten kennen, en om, in voorkomend geval, te vragen te worden gehoord door de NADO Franse Gemeenschap.

De Minister neemt een beslissing en geeft er kennis van aan betrokkene per e-mail en/of per post, hetzij na de overschrijding van de in het derde lid bedoelde termijn, hetzij na ontvangst van het advies van de NADO Franse Gemeenschap, als het laboratorium één van de in hetzelfde lid bedoelde rechten heeft gebruikt. § 4. Wanneer bijzondere analyses moeten worden uitgevoerd en geen door de Franse Gemeenschap erkend laboratorium die kan uitvoeren, erkent de Minister, op voorstel van de NADO Franse Gemeenschap, tijdelijk, voor de periode van de betrokken bijzondere analyse, een ander laboratorium dat door het WADA wordt geaccrediteerd of anders goedgekeurd, dat de in § 1 bedoelde voorwaarden vervult.

Bij toepassing van het vorige lid zijn de §§ 2 en 3 niet van toepassing.

Art. 26.§ 1. Onverminderd het tweede lid wijst de NADO Franse Gemeenschap de in artikel 1, 12°, van het decreet, bedoelde chaperons aan, hetzij na een oproep tot het indienen van kandidaatstellingen, hetzij op basis van spontane kandidaatstellingen, overeenkomstig de toepasselijke procedure, naargelang het geval, zoals bepaald in § 3.

Om tot chaperon te kunnen worden aangesteld, moet de kandidaat voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden: 1° meerderjarig en rechtsbekwaam zijn;2° op een oproep tot kandidaten, die door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt verspreid en georganiseerd, antwoorden binnen de termijn en, in, voorkomend geval, in de bij die oproep vereiste vormen of op enig moment een spontane kandidaatstelling daartoe indienen;3° bij de kandidatuur een uittreksel uit het strafregister van model 2 voegen, dat bevestigt dat de kandidaat niet wegens een misdrijf of een misdaad werd veroordeeld.4° in de kandidatuur melding maken van elk privé- of professioneel verband met één of meer sporters, sportorganisatie(s), organisator(s) van evenementen en/of sportcompetitie(s);5° zich ertoe verbinden, door middel van een bij de kandidatuur gevoegd onderhands attest op erewoord, gedateerd en getekend, op de meest strikte wijze het vertrouwelijk karakter van de controleprocedure, alsook de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor elke dopingcontrole, te eerbiedigen, en daarbij in voorkomend geval te weigeren een controlearts bij te staan bij de controle op een sporter waarvoor de chaperon geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid zou bieden;6° zich ertoe verbinden een gedragscode voor chaperons na te leven en te ondertekenen; 7° overeenkomstig artikel 20.5.11 van de Code, niet onderworpen zijn aan een voorlopige schorsing of een schorsingsperiode op grond van de Code of, indien de betrokkene niet onderworpen was aan de Code, zich in de voorafgaande zes jaar niet rechtstreeks en opzettelijk schuldig hebben gemaakt aan gedragingen die een overtreding van de antidopingregel zouden hebben gevormd indien regels overeenkomstig Code op de betrokkene van toepassing waren geweest; 8° behalve als de intrekking op zijn aanvraag geschiedt, geen beslissing tot intrekking van de hoedanigheid van chaperon hebben ondergaan gedurende de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van de indiening van de kandidatuur;9° de kandidaat moet verklaren in zijn kandidatuur dat hij bereid is in de uitoefening van zijn ambt inzake tijdsbesteding zeer beschikbaar te zijn, zo nodig ook 's avonds, op feestdagen en op zaterdagen en zondagen. De NADO Franse Gemeenschap ontvangt de kandidaturen en gaat na of de voorwaarden vermeld in het tweede lid, 1° tot 9°, vervuld zijn.

In het kader van de in het derde lid bedoelde verificatie kan de NADO Franse Gemeenschap de kandidaat vragen zo snel mogelijk elk document te bezorgen om de kandidatuur geldig te kunnen vervolledigen.

Als de kandidaat niet binnen de 10 dagen antwoordt op een aanvraag van NADO Franse Gemeenschap, gedaan in toepassing van het vierde lid, wordt de kandidatuur als onontvankelijk beschouwd. § 2. Wanneer de voorwaarden bedoeld in § 1, tweede lid, 1° tot 9° vervuld zijn, brengt de NADO Franse Gemeenschap de kandidaat daar op de hoogte van per e-mail of per gewone post.

De in het eerste lid bedoelde brief vermeldt eveneens de verplichting voor de kandidaat om een basisopleiding met succes te volgen, die door de NADO Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en die een theoretische proef en een praktische proef omvat.

De in het eerste lid bedoelde brief vermeldt eveneens de verplichting voor de kandidaat om een basisopleiding met succes te volgen, die door de NADO Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en die een theoretische proef en een praktische proef omvat.

De in het tweede lid bedoelde praktische proef bestaat erin, onder de supervisie van een controlearts van de Franse Gemeenschap, de handelingen van een chaperon te simuleren, in de chronologische volgorde, bij een dopingcontrole.

De theoretische en praktische proeven moeten de kandidaat in de mogelijkheid stellen om de eisen betreffende de fase van monsterneming op voldoende wijze te kennen en te beheersen, overeenkomstig afdeling 2 van dit hoofdstuk en de International Standard for Testing and Investigations. § 3. De oproep tot kandidatuurstelling bedoeld in § 1, eerste lid, wordt, ten minste, bekendgemaakt op de website van de NADO Franse Gemeenschap.

De kandidaat die reageert op een oproep tot het indienen van aanvragen als bedoeld in het eerste lid, legt in zijn reactie de in § 1, tweede lid, bedoelde documenten en certificaten over.

De spontane kandidaturen bedoeld in § 1, eerste lid, kunnen per e-mail of per gewone post naar de NADO Franse Gemeenschap worden gestuurd; ze bestaan uit een motivatiebrief. De bijgewerkte documenten en attesten bedoeld in § 1, tweede lid, worden op verzoek van de NADO Franse Gemeenschap op een later tijdstip toegezonden.

Kandidaten die voldoen aan de voorwaarden vermeld in § 1, tweede lid, 1° tot 9°, en die slagen voor de theoretische en praktische proeven van de basisopleiding, vermeld in § 2, tweede lid, worden door de Franse Gemeenschap NADO aangesteld als chaperon voor een periode van twee jaar. De aangestelde chaperons krijgen een badge die hen identificeert en waarop de geldigheidsduur van hun aanstelling staat vermeld.

De in het vorige lid bedoelde identificatie geschiedt ten minste door vermelding van de naam en voornaam van de betrokken chaperon, alsmede door een recente foto van de chaperon, die zichtbaar op zijn badge moet zijn aangebracht.

Om de continuïteit van de antidopingactiviteiten te waarborgen, met inbegrip van de weekenden en feestdagen, kunnen één of meer personeelsleden van de NADO Franse Gemeenschap als chaperon worden aangesteld.

Het lid of de leden die door toepassing van het voorgaande lid zijn aangesteld, zijn vrijgesteld van de in § 2, tweede lid, bedoelde theoretische en praktische proeven. § 4. - Onverminderd artikel 3, § 9, van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor de preventie en bestrijding van doping in de sport, maar overeenkomstig artikel 15, § 2, vierde lid, van het decreet, en voor de toepassing daarvan, kunnen chaperons die door een andere antidopingorganisatie zijn opgeleid, door de NADO Franse Gemeenschap worden erkend om voor haar controles uit te voeren.

Om de toepassing van het eerste lid mogelijk te maken, dienen de betrokken chaperons per e-mail of per post een vereenvoudigd dossier in bij de NADO Franse Gemeenschap, met bijvoeging van: a) een certificaat van hun opleiding als chaperon door de relevante autoriteit;b) een schriftelijke motivering waarin zij hun wens te kennen geven om controleopdrachten rechtstreeks voor de NADO Franse Gemeenschap te kunnen uitvoeren;c) een kopie van dezelfde documenten en attesten als die bedoeld in § 1, tweede lid;d) een recente pasfoto. Wanneer het om chaperons gaat die door een andere Belgische antidopingorganisatie werden opgeleid, stelt de NADO Franse Gemeenschap, wanneer het in het tweede lid bedoelde dossier volledig is, hen in kennis van hun erkenning en verstrekt zij hen een badge waarmee zij worden erkend, waarbij zij worden geïdentificeerd en de geldigheidsduur van deze erkenning, die niet meer dan twee jaar mag bedragen, wordt vermeld.

De in het vorige lid bedoelde identificatie geschiedt ten minste door vermelding van de naam en voornaam van de betrokken chaperon, alsmede door een recente foto van de chaperon, die zichtbaar op zijn badge moet zijn aangebracht.

Wat de chaperons betreft die door een andere dan de in het derde lid bedoelde antidopingorganisatie zijn gevormd, stelt de NADO Franse Gemeenschap, wanneer het in het tweede lid, bedoelde dossier volledig is, de betrokken chaperons op de hoogte en nodigt hen uit voor een individueel of collectief gesprek met andere chaperons.

Het in het vijfde lid bedoelde onderhoud wordt in het Frans gevoerd en heeft tot doel ervoor te zorgen dat de betrokken controleartsen over alle theoretische en praktische kennis beschikken om hun opdrachten uit te voeren overeenkomstig het decreet, dit besluit en de administratieve praktijk van de NADO Franse Gemeenschap.

Na het in het vijfde en zesde lid bedoelde onderhoud, kan de Franse Gemeenschap NADO, indien nodig, de betrokken chaperons vragen hun basisopleiding af te ronden om hen in staat te stellen hun opdrachten uit te voeren overeenkomstig het decreet, dit besluit en de administratieve praktijk van de NADO Franse Gemeenschap.

Wanneer zij over voldoende theoretische en praktische kennis beschikken om hun opdrachten overeenkomstig het decreet, dit besluit en de administratieve praktijk van de NADO Franse Gemeenschap uit te voeren, stelt deze laatste de betrokken chaperons er op de hoogte van en verstrekt hen een badge die hen laat erkennen, identificeert en de geldigheidsduur van deze erkenning, die niet meer dan twee jaar mag bedragen, vermeldt.

De in het vorige lid bedoelde identificatie geschiedt ten minste door vermelding van de naam en voornaam van de betrokken chaperon, alsmede door een recente foto van de chaperon, die zichtbaar op zijn badge moet zijn aangebracht. § 5. Een aangestelde of erkende chaperon kan een verlenging van de aanstelling of erkenning krijgen, telkens voor een periode van twee jaar, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° uiterlijk twee maanden voor het verstrijken van zijn huidige aanstelling of erkenning, per e-mail of per gewone post, bij de NADO Franse Gemeenschap een aanvraag tot verlenging van zijn aanstelling of erkenning indienen;2° bij de aanvraag om verlenging van de aanstelling of erkenning een recent uittreksel uit het strafregister, model 2, voegen, waaruit blijkt dat er geen veroordeling wegens een misdaad of een misdrijf werd uitgesproken;3° in de aanvraag tot verlenging van de aanstelling of de erkenning melding maken van eventuele lopende privé- of beroepsmatige banden met een of meer sportbeoefenaars, sportorganisaties, organisatoren van sportevenementen en/of -wedstrijden;4° zich ertoe verbinden, door middel van een nieuwe, gedateerde en ondertekende onderhandse verklaring op erewoord, die bij zijn aanvraag tot verlenging van de aanstelling of erkenning wordt gevoegd, de vertrouwelijkheid van de testprocedure, alsmede de onafhankelijkheid en onpartijdigheid die nodig zijn voor een eventuele antidopingcontrole, zo strikt mogelijk te eerbiedigen, en in voorkomend geval te weigeren een sporter te testen voor wie de controlearts zou kunnen worden geacht onvoldoende waarborgen voor onafhankelijkheid en onpartijdigheid te bieden.5° zich ertoe verbinden de gedragscode voor chaperons na te leven en opnieuw te ondertekenen;6° behalve in het geval bedoeld in het tweede lid, en onverminderd het derde lid, deelnemen aan een theoretische evaluatie, georganiseerd door de NADO Franse Gemeenschap, inzake de vereisten met betrekking tot de controles. Indien de aangestelde of erkende chaperon voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 1° tot 5°, maar gedurende één jaar na de datum van zijn aanvraag tot verlenging van de aanwijzing of erkenning geen controlemissie heeft uitgevoerd, wordt hij niet onderworpen aan de theoretische evaluatie bedoeld in het eerste lid, 6°, maar moet hij een volledige basisopleiding volgen en met goed gevolg afleggen zoals beschreven in § 2, tweede tot en met vierde lid.

Indien de aangestelde of erkende chaperon voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, 1° tot en met 5°, maar er zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de antidopingwetgeving of -regelgeving die van kracht is in de Franse Gemeenschap, dan heeft de theoretische evaluatie bedoeld in het eerste lid, 6°, ook betrekking op deze wijzigingen.

De theoretische evaluatie bedoeld in het eerste lid, 6°, kan, in voorkomend geval, plaatsvinden ter gelegenheid van de jaarlijkse opleiding van de chaperons, georganiseerd door de NADO Franse Gemeenschap.

Overschrijding van de in het eerste lid, 1° bedoelde termijn belet niet dat, in voorkomend geval, een eerder aangestelde chaperon zou ingaan op een volgende oproep tot kandidaatstelling of later een spontane kandidatuur indient bij de NADO Franse Gemeenschap, overeenkomstig § 1 en de toepasselijke procedure, naargelang het geval, zoals bepaald in § 3.

Overschrijding van de in het eerste lid, 1° bedoelde termijn belet niet dat, in voorkomend geval, een eerder erkende chaperon een nieuw vereenvoudigd dossier indient bij de NADO Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in § 4, tweede lid.

In geval van toepassing van het vijfde of zesde lid, behalve in het geval bedoeld in het achtste lid en onverminderd het negende lid, wordt de vooraf aangestelde of erkende chaperon door de NADO Franse Gemeenschap gehoord om zich ervan te vergewissen dat zijn theoretische en praktische kennis, om controleopdrachten uit te voeren, nog altijd up-to-date is.

In geval van toepassing van het vijfde of zesde lid en overeenkomstig het tweede lid wordt een eerder aangestelde of erkende chaperon, indien hij gedurende één jaar na de datum van zijn aanvraag tot verlenging van de aanwijzing of erkenning geen controleopdracht heeft uitgevoerd, niet onderworpen aan het in het zevende lid bedoelde hoorzitting, maar moet hij een volledige basisopleiding volgen en met goed gevolg afleggen zoals beschreven in § 2, tweede tot en met vierde lid.

In geval van toepassing van het vijfde of zesde lid en in samenhang met het derde lid, heeft de hoorzitting bedoeld in het zevende lid, indien zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de antidopingwetgeving of -regelgeving die van kracht is in de Franse Gemeenschap, eveneens betrekking op deze wijzigingen.

Voor de toepassing van het derde en negende lid dient de NADO Franse Gemeenschap, indien zich belangrijke wijzigingen hebben voorgedaan in de antidopingwetgeving of -regelgeving die van kracht is in de Franse Gemeenschap, de betrokken chaperons hierover te informeren.

De in het tiende lid bedoelde informatie wordt bij voorrang meegedeeld tijdens de collectieve voorlichtingsbijeenkomsten die door de NADO Franse Gemeenschap worden georganiseerd voor de aangestelde of erkende chaperons. § 6. Op het einde van de in § 7 bedoelde procedure, kan de NADO Franse Gemeenschap beslissen de hoedanigheid van aangestelde of erkende chaperon in te trekken, om één of meer van de volgende redenen: 1° de aangestelde of erkende chaperon voldoet niet meer aan één van de in § 1, tweede lid, 3° tot en met 7° of 9° bedoelde voorwaarden;2° de aangestelde of erkende chaperon is gedurende een periode van 6 maanden niet beschikbaar geweest, om meer dan de helft van de opdrachten uit te voeren die hem door de NADO Franse Gemeenschap werden gevraagd en behoorlijk meegedeeld;3° de aangestelde of erkende chaperon heeft, behalve bij overmacht die hij moet aantonen, niet kunnen deelnemen aan de jaarlijkse opleidingssessie, die door de NADO Franse Gemeenschap werd georganiseerd;4° de aangestelde of erkende chaperon heeft de bepalingen van het decreet of dit besluit ernstig of herhaaldelijk overtreden;5° de aangestelde of erkende chaperon is het voorwerp geweest van één of meer negatieve jaarlijkse evaluaties en heeft de situatie niet rechtgezet, na door de NADO Franse Gemeenschap op de hoogte te zijn gebracht;6° de aangestelde of erkende chaperon vraagt dit zelf aan, per e-mail of per gewone post, gericht aan de NADO Franse Gemeenschap. De in het eerste lid, 5°, bedoelde jaarlijkse evaluatie: a) begint met een zelfevaluatie, gebaseerd op een vragenlijst waarvan het model is vastgesteld door de NADO Franse Gemeenschap;b) behandelt verschillende aspecten van de controleprocedures en de wijze waarop de taken van de chaperons in de praktijk worden uitgevoerd;c) kan ook worden gevoed door eventuele feedback van sporters, begeleidingspersoneel van sporters of elke persoon, in de zin van artikel 1, 65° van het decreet, die bij de controles aanwezig is;d) geeft aanleiding tot een discussie met de NADO Franse Gemeenschap wanneer zij het niet eens is met het geheel of een deel van de elementen uit de onder a) bedoelde zelfevaluatie;e) kan eventueel aangeven welke aspecten van de controleprocedures kunnen of moeten worden verbeterd;f) geeft de betrokken chaperon, indien bepaalde tekortkomingen werden vastgesteld, de mogelijkheid om schriftelijke uitleg te geven en/of te vragen om gehoord te worden door de Franse Gemeenschap van de NADO;g) resulteert in een gunstige, voorbehouden of ongunstige evaluatie door de NADO Franse Gemeenschap;h) biedt de betrokken chaperon de mogelijkheid om in geval van een voorbehouden of ongunstige beoordeling, de vastgestelde tekortkoming(en) te verhelpen binnen een redelijke en passende termijn, afhankelijk van de aard van de vastgestelde tekortkoming;i) wordt opgesteld in twee exemplaren, waarvan het ene door de NADO Franse Gemeenschap wordt bewaard in het dossier van de betrokken chaperon en het andere aan hem wordt bezorgd. § 7. Behalve in het in § 6, eerste lid, 6°, bedoelde geval brengt de NADO Franse Gemeenschap, voordat de beslissing wordt genomen, de aangestelde of erkende chaperon per e-mail en/of per brief op de hoogte van haar voornemen om hem de hoedanigheid van aangestelde of erkende chaperon in te trekken en van de reden(en) van dit voornemen.

De aangestelde of erkende chaperon beschikt over 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van verzending van de in het eerste lid bedoelde e-mail en/of brief, om eventuele schriftelijke opmerkingen of motiveringen in te dienen en, in voorkomend geval, om te vragen door de NADO Franse Gemeenschap te worden gehoord.

De NADO Franse Gemeenschap neemt een beslissing en deelt ze aan de betrokkene mee, per e-mail en/of per post, hetzij na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn, hetzij nadat één of beide in datzelfde lid bedoelde rechten werden uitgeoefend. § 8. In overeenstemming met artikel G.4.4.5 van bijlage G van de International Standard for Testing and Investigations, zal de NADO Franse Gemeenschap voor elke aangestelde of erkende chaperon een dossier bijhouden van zijn opleiding, bekwaamheid en ervaring.

Het in het eerste lid bedoelde dossier bevat de in de paragrafen 1 tot en met 7 bedoelde gegevens die zijn ingezameld in het kader van de aanwijzing of erkenning van chaperons, de procedure voor de verlenging van hun aanwijzing of erkenning en hun beoordeling(en).

Art. 27.De Minister bepaalt in voorkomend geval de bezoldigingsvoorwaarden van de aangestelde of erkende chaperons.

De in het eerste lid bedoelde voorwaarden hebben betrekking op de dopingcontroleopdrachten bedoeld in artikel 15, § 2, eerste lid, van het decreet, waaraan aangestelde of erkende chaperons deelnemen; zij kunnen ook betrekking hebben op educatieve activiteiten, in de zin van artikel 1, 33°, van het decreet, aangevraagd door de NADO Franse Gemeenschap. Afdeling 2. - Controles en onderzoeken

Art. 28.§ 1. Onverminderd de beginselen en bepalingen van artikel 15, § 1, derde tot en met vijfde lid, van het decreet, zijn de in de paragrafen 2 tot en met 6 bedoelde aanvullende beginselen van toepassing op het in artikel 15, § 1, derde lid, van het decreet bedoelde plan voor de verdeling van de antidopingcontroles. § 2. In overeenstemming met artikel 4.5.3 van de International Standard for Testing and Investigations kunnen de volgende factoren ook door de Franse Gemeenschap van het NADO in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de volgorde van voorrang tussen de te controleren sporters en, in voorkomend geval, voor de planning en de uitvoering van gerichte controles op welbepaalde sporters: a) een of meer vroegere overtredingen van antidopingregels;b) antecedenten op het vlak van controles, met inbegrip van alle atypische biologische parameters;c) de historiek van de sportprestaties, inzonderheid een plotse en aanzienlijke verbetering van de sportprestaties of van de gebruikelijke prestaties en/of prestaties op hoog niveau, die niet gepaard gaat met een overeenkomstige historiek van tests;d) herhaaldelijke tekortkomingen aan de verplichting inzake mededeling van de verblijfsgegevens, zoals bedoeld in artikel 22 van het decreet;e) laattijdige mededelingen van verblijfsgegevens;f) verhuizing of een training op een afgelegen plaats of een plaats die moeilijk toegankelijk is voor inspectie;g) terugtrekking uit of afwezigheid bij een of meerdere geplande wedstrijden;h) de vereniging met een derde, zoals een teamgenoot, trainer of arts, die betrokken is geweest bij dopingfeiten;i) een kwetsuur;j) de leeftijd en/of het stadium in de loopbaan, inzonderheid de overgang van een leeftijdscategorie naar een andere, de mogelijkheid om een contract te krijgen, het naderende einde van een contract of de nabij komende pensionering;k) financiële stimulansen om de prestaties te verbeteren, zoals premies of kansen op partnerschappen en sponsoring;en/of l) betrouwbare inlichtingen van derden, geverifieerd en getoetst door de NADO Franse Gemeenschap in het kader van haar onderzoeksbevoegdheden, zoals bedoeld in artikel 8 van het decreet. § 3. Het in § 1 bedoelde verdelingsplan houdt rekening met een geschreven strategie voor de bewaring van de monsters, opgesteld door de NADO Franse Gemeenschap, om op een later tijdstip aanvullende analyses van monsters mogelijk te maken, overeenkomstig de artikelen 6.2, 6.5 en 6.6 van de Code en 4.7.3 van de International Standard for Testing and Investigations, alsmede de vereisten van de International Standard for Laboratories en de International Standard for the Protection of Privacy and Personal Information.

Deze strategie houdt ook rekening met de volgende elementen: 1° de aanbevelingen van het door de Franse Gemeenschap erkende laboratorium, 2° de eventuele noodzaak van retroactieve analyses in verband met het programma van het biologisch paspoort van de sporter, 3° nieuwe opsporingsmethodes die in de toekomst kunnen worden ingevoerd en die betrekking kunnen hebben op de sporter, de sport en/of de discipline;4° het feit dat monsters worden geleverd door elitesporters van nationaal of internationaal niveau en/of sporters die voldoen aan alle of een deel van de criteria opgesomd in § 2;5° relevante, betrouwbare en door de NADO Franse Gemeenschap geverifieerde informatie, met inbegrip van die welke kan voortvloeien uit haar onderzoeksbevoegdheden, bedoeld in artikel 8 van het decreet, en die de bewaring of de aanvullende analyse van monsters rechtvaardigt. § 4. Voor de gedocumenteerde beoordeling van dopingrisico's, bedoeld in artikel 15, § 1, vierde lid, d), van het decreet, gelden de criteria, bedoeld in artikel 4.2.1 van de International Standard for Testing and Investigations, waarmee de NADO Franse Gemeenschap rekening houdt, namelijk: a) de fysieke eisen en de andere eisen, inzonderheid de fysiologische eisen, van de betrokken sporten en/of sportdisciplines;b) verboden stoffen en/of verboden methoden die een sporter het meest geschikt zou achten om de prestaties in de betrokken sport(en)/discipline(s) te verbeteren;c) de beschikbare beloningen en de andere aansporingen tot doping op de verschillende niveaus van die sporten en/of sportdisciplines;d) de historiek van het dopinggebruik in deze sporten/sportdisciplines;e) beschikbare statistieken en onderzoek over de tendensen inzake doping, onder meer aan de hand van door het WADA gepubliceerde verslagen van de statistieken van de controles en de overtredingen van antidopingregels en door vakgenoten beoordeelde artikelen;f) de ontvangen informatie en de verkregen inlichtingen, in het bijzonder in het kader van de onderzoeksbevoegdheden van de NADO Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8 van het decreet;g) de resultaten uit de uitvoering van de vorige plannen voor de verdeling van de controles;h) de perioden in de sportloopbaan waarin een sporter het meest zou geneigd zijn doping te gebruiken;i) de perioden in het sportjaar waarin een sporter het meest geneigd zou zijn doping te gebruiken, in het licht van de structuur van het seizoen voor de betrokken sport en/of sportdiscipline, met inbegrip van het standaard-wedstrijdschema en de trainingsperioden. § 5. Nadat het in paragraaf 1 bedoelde plan voor de verdeling van de controles opgemaakt is, wordt het uitgevoerd, overeenkomstig de artikelen 30 en volgende en kan het te allen tijde, gedurende het jaar, worden gewijzigd, rekening houdend met elke relevante en geverifieerde analytische of niet analytische inlichting, door de NADO Franse Gemeenschap, inzonderheid op grond van de dopingcontroles die door andere antidopingorganisaties worden uitgevoerd en van de inlichtingen die worden behandeld in het kader van de in artikel 8 van het decreet bedoelde onderzoeksbevoegdheid. § 6. Om een doeltreffende planning mogelijk te maken en een onnodige herhaling van de controles te vermijden, overeenkomstig artikel 5.4.2 van de Code, worden deze driemaandelijks gecoördineerd met de andere antidopingorganisaties die een band met de sporter ofwel op sportniveau ofwel op nationaal niveau hebben, door middel van een registratie in ADAMS, uitgevoerd door de NADO Franse Gemeenschap.

Met het oog op de toepassing van artikel 12, derde lid, van het decreet, richt de NADO Franse Gemeenschap haar aanvraag aan de antidopingorganisatie die bevoegd is voor het georganiseerde evenement, in principe 35 dagen vóór het begin van het betrokken sportevenement.

In geval van een bijzondere, met redenen omklede spoedeisendheid en op basis van minstens één van de in § 2 genoemde factoren, kan de in het tweede lid bedoelde termijn worden teruggebracht tot 5 dagen.

Art. 29.De mededeling van de aan de NADO Franse Gemeenschap door de organisatoren toegezonden inlichtingen, voor de toepassing van artikel 21 van het decreet, geschiedt per post of e-mail en omvat de volgende gegevens: 1° de naam van het georganiseerde sportevenement of van de georganiseerde sportwedstrijd;2° de plaats, de datum en de uren van begin en einde van dat sportevenement of van die sportwedstrijd;3° de sportdiscipline(s) die bij dat sportevenement of die sportwedstrijd wordt ( worden) beoefend;4° het internationale, nationale of lokale niveau van het sportevenement of de sportwedstrijd, alsook de leeftijdscategorieën van de deelnemers en hun werkelijke of vermoede aantal;5° de naam, voornaam, het postadres en/of elektronisch adres en telefoonnummer van de afgevaardigde van de organisator van het evenement of de wedstrijd en, in voorkomend geval, van de afgevaardigde van de deelnemende sportorganisaties;6° het aantal elitesporters op nationaal niveau en internationaal niveau die, naar weten van de organisator, aan het betrokken sportevenement of de betrokken sportwedstrijd deelnemen. De in het eerste lid bedoelde informatie wordt: 1° meegedeeld voor de aanvang van het seizoen, zo snel mogelijk na de vaststelling van de sportkalender;2° bijgewerkt op basis van eventuele wijzigingen in de sportkalender en het al dan niet deelnemen van elitesporters aan één of meer evenementen of wedstrijden die door de betrokken organisator zijn gepland.

Art. 30.§ 1. Onverminderd artikel 15, § 1, tweede en vijfde lid, van het decreet worden alle dopingcontroles en de uitvoering van het verdeelplan voor de controles, bedoeld in artikel 28, § 5, uitgevoerd op de volgende wijze en overeenkomstig de volgende beginselen: 1° op grond van het plan voor de verdeling van de controles, zoals bedoeld in artikel 28, § 1, van de inlichtingen die door de organisatoren, overeenkomstig artikel 29 worden meegedeeld, of van elke analytische of niet-analytische inlichting die relevant is en door de NADO Franse Gemeenschap wordt geverifieerd, identificeert deze gedurende het hele jaar de sporters die zij wenst te controleren, alsook de trainingen, sportevenementen en sportwedstrijden gedurende dewelke zij wenst dopingcontroles te doen uitvoeren; 2° Overeenkomstig de artikelen 5.2 en 5.2.5 van de Code en artikel 4.5.5 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, kan elke sporter, ook een minderjarige sporter, die onder de NADO Franse Gemeenschap ressorteert, ertoe worden verplicht haar, te allen tijde en op alle plaatsen, een monster te leveren. § 2. De NADO Franse Gemeenschap stelt, door middel van een opdrachtenblad, waarvan ze het model vaststelt, de controlearts aan die wordt belast met de uitvoering van de geplande controle(s).

Het in het vorige lid bedoelde opdrachtenblad omvat minstens de volgende gegevens: 1° de plaats, de datum en uur van het begin, alsook de geschatte duur van het evenement, de wedstrijd, de sportactiviteit of de training in het kader waarvan de controle(s) wordt (zijn) gepland of, als de controle buiten wedstrijdverband geschiedt, een verwijzing naar de verblijfplaatsgegevens van de sporter zoals die voor een bepaalde periode in ADAMS zijn ingevoerd;2° de sportdiscipline en, in voorkomend geval, de benaming van het evenement, de wedstrijd, de sportactiviteit of de training in het kader waarvan een of meer controles werden gepland;3° of de controle binnen of buiten wedstrijdverband geschiedt, overeenkomstig de definities bepaald in artikel 1, 25°, 26° en 34° van het decreet;4° de benaming en het adres van de eventuele sportorganisatie waarbij de te testen sporter is aangesloten of van de organisator die verantwoordelijk is voor het evenement, de wedstrijd, de training of de sportactiviteit, alsook de naam, de voornaam en het telefoonnummer van hun afgevaardigde;5° het soort bloed- en/of urinetest(s) dat moet worden uitgevoerd, met inbegrip van het gewenste aantal en het ogenblik van de uit te voeren controle(s);6° de wijze waarop de sporters worden aangewezen of, in geval van gerichte controle(s), de identiteit van de sporter(s) die zich bij de controle moeten aanmelden;7° de naam en voornaam van de controlearts die belast wordt met de uitvoering van de geplande controle(s);8° de gegevens en het naam van het erkende laboratorium dat met de analyses wordt belast. Het opdrachtenblad wordt ondertekend door de directeur/directrice van de NADO Franse Gemeenschap en wordt in tweevoud opgemaakt, waarbij één exemplaar bestemd is voor de controlearts en het andere voor de NADO Franse Gemeenschap. § 3. Het opdrachtenblad wordt aan de controlearts meegedeeld, uiterlijk, naar gelang van het geval: a) 72 uur vóór de geplande dopingcontrole(s), voor de controles binnen wedstrijdverband;b) drie maanden vóór de geplande dopingcontrole(s), voor de controles buiten wedstrijdverband. In voorkomend geval, informeert de NADO Franse Gemeenschap, voor de controles binnen wedstrijdverband, de chaperon(s) die de controlearts begeleiden ten vroegste 72 uur vóór de geplande dopingcontrole(s). § 4. De NADO Franse Gemeenschap of, in voorkomend geval, de controlearts kan, indien de fysieke veiligheid van deze laatste bedreigd wordt, vragen dat één of meer vertegenwoordigers van de ordediensten aanwezig zijn bij de uit te voeren dopingcontrole(s).

Art. 31.§ 1. De controlearts, die door de NADO Franse Gemeenschap, door middel van het in artikel 30, § 2, bedoelde opdrachtenblad, wordt aangesteld, organiseert, verricht en leidt de geplande dopingcontrole(s).

De controlearts voert, voor zover dit mogelijk is, zijn controle uit met respect voor het normale verloop van de sportactiviteit. § 2. Als de controle tijdens een sportactiviteit plaatsvindt, wijst de afgevaardigde van de sportorganisatie of de organisator een persoon aan die de controlearts bijstaat en hem een geschikte ruimte in de directe omgeving van de plaats waar de sportactiviteit plaatsvindt ter beschikking stelt, die voldoende waarborgen biedt op het gebied van hygiëne, vertrouwelijkheid, privacy en veiligheid. § 3. De controlearts identificeert, met de eventuele hulp van de chaperon of chaperons die hem begeleiden, in voorkomend geval, door middel van een officieel document, en bepalen, overeenkomstig het opdrachtenblad, de sporter(s) de zich bij de dopingcontrole moet(en) aanmelden.

Voorafgaand aan de in het vorige lid bedoelde identificatie identificeren de controlearts en, in voorkomend geval, de begeleidende chaperon(s) zich door middel van de in de artikel(en) 23, § 3, vierde of achtste lid; 23, § 4, derde of achtste lid; 26, § 3, vierde lid, of 26, § 4, derde of achtste lid, naar gelang van het geval, bedoelde badge(s).

Na de in het eerste en tweede lid bedoelde identificaties verwittigt en informeert de controlearts, met de eventuele hulp van de chaperon(s) die hem begeleidt/begeleiden, persoonlijk elke te controleren sporter, op grond van een dopingcontroleformulier, zoals bedoeld in artikel 15, § 5, eerste lid, van het decreet en waarvan het model door de NADO Franse Gemeenschap wordt vastgesteld, overeenkomstig de eisen van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, van de aard van de controle die uit te voeren is en het verloop ervan.

Onverminderd de in artikel 15, § 5, tweede lid, van het decreet bedoelde gegevens, bevat het in het derde lid bedoelde formulier ook de volgende gegevens: 1° de datum en het tijdstip waarop het werd ingevuld;2° de aard van de uit te voeren monstername. Bij de in het derde lid bedoelde verwittiging brengt de controlearts, in voorkomend geval met de bijstand van de chaperon die hem begeleidt, de gecontroleerde sporter ook mondeling op de hoogte van de volgende gegevens: 1° het feit dat hij zich moet onderwerpen aan een monstername;2° de autoriteit onder dewelke het monster zal worden genomen;3° de aard van het af te nemen monster en de eventuele voorwaarden die moeten worden nageleefd voordat het monster wordt genomen;4° de gevolgen die de sporter zou kunnen ondergaan, als hij zich niet binnen de gestelde termijn bij de controle aanmeldt of als hij weigert het dopingcontroleformulier te ondertekenen, namelijk, naargelang het geval, de vaststelling van de overtreding van één van de antidopingregels bedoeld in artikel 6, 3° of 5° van het decreet of van een gemiste controle, zoals bepaald in artikel 49;5° de mogelijkheid voor de sporter om te vragen dat de controleprocedure wordt uitgevoerd in aanwezigheid van een persoon naar keuze en, alsook, als dit noodzakelijk en mogelijk is, van een tolk;6° de noodzakelijkheid voor de minderjarige sporter, te worden begeleid door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een persoon die door één van deze daartoe werd gemachtigd;7° de mogelijkheid voor de sporter met een handicap om om te worden begeleid en bijgestaan door een persoon naar keuze, overeenkomstig bijlage A van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken;8° de mogelijkheid voor de sporter om bij de NADO Franse Gemeenschap elke bijkomende inlichting te bekomen betreffende de dopingcontrole en de later toe te passen procedure;9° de mogelijkheid voor de sporter om, om één van de hieronder vermelde uitzonderlijke redenen, volgens het vrij oordeel van de controlearts, een termijn te vragen om zich bij de dopingcontroleplaats te kunnen aanmelden: a) voor de controles binnen wedstrijdverband: i) een protocollaire ceremonie voor het uitdelen van medailles bijwonen; ii) voldoen aan verplichtingen ten overstaan van de media; iii) aan andere wedstrijden deelnemen; iv) recuperatie; v) een noodzakelijke medische behandeling te ondergaan; vi) naar een vertegenwoordiger en/of tolk zoeken; vii) het verkrijgen van een identificatiefoto of; viii) elke andere redelijke omstandigheid die door de controlearts, met de instemming van de NADO Franse Gemeenschap, wordt aanvaard; b) voor de controles buiten wedstrijdverband: i) naar een vertegenwoordiger zoeken; ii) een trainingssessie voltooien; iii) een noodzakelijke medische behandeling krijgen; iv) het verkrijgen van een identificatiefoto; of v) elke andere redelijke omstandigheid die door de controlearts, met de instemming van de NADO Franse Gemeenschap, wordt aanvaard. De vier exemplaren van het dopingcontroleformulier, bedoeld in artikel 15, § 5, vijfde lid, van het besluit, worden ondertekend door de controlearts, de eventueel aanwezige chaperon en de gecontroleerde sporter.

Indien de gecontroleerde sporter minderjarig of rechtsonbekwaam is, worden de vier exemplaren van het dopingcontroleformulier ondertekend door een van zijn wettelijke vertegenwoordigers of een door deze daartoe behoorlijk gemachtigde persoon.

Indien de sporter weigert het dopingcontroleformulier te ondertekenen, afwezig is, of zich te laat aanmeldt op de controleplaats, overeenkomstig het derde tot en met vijfde lid, wordt dit feit door de controlearts opgenomen in het dopingcontroleformulier en kan dit leiden tot de toepassing van de in het vijfde lid, 4°, bedoelde gevolgen.

Voor de toepassing van artikel 15, § 6, eerste lid, van het decreet en het zevende lid, vragen de organisatoren aan één van de wettelijke vertegenwoordigers van een minderjarige sporter, op het ogenblik van zijn inschrijving, dat deze wettelijke vertegenwoordiger door middel van een schriftelijke, gedateerde en ondertekende volmacht een meerderjarige persoon die deel uitmaakt van de sportorganisatie of die lid is van de organisator, aanwijst en machtigt, zodat deze persoon het dopingcontroleformulier kan ondertekenen en de minderjarige sporter bij een dopingcontrole kan begeleiden, in geval van afwezigheid van een wettelijke vertegenwoordiger van de sporter. § 4. Elke sporter die overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, werd verwittigd, blijft onder het rechtstreekse toezicht van de controlearts of, in voorkomend geval, van de daartoe aangestelde chaperon(s), sedert de verwittiging, zoals bepaald in § 3, derde tot vijfde lid, tot de ondertekening van het dopingcontroleformulier door de sporter, overeenkomstig artikel 32, § 4, eerste lid.

Elk incident dat het goede verloop van de controle in het gedrang kan brengen en dat door de controlearts wordt vastgesteld, wordt door hem in het dopingcontroleformulier opgenomen.

Bij toepassing van het tweede lid vermeldt de controlearts eveneens in het dopingcontroleformulier of hij van mening is dat de controle kan worden behouden, en, in voorkomend geval, voert hij die uit.

Bij toepassing van het tweede en derde lid, indien de controle niet kan worden behouden en indien het in het tweede lid bedoelde incident aan de sporter te wijten is, kunnen de in § 3, vijfde lid, 1°, bedoelde gevolgen op hem worden toegepast. § 5. Elke sporter die werd verwittigd, overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, meldt zich onmiddellijk voor het afnemen van monsters, De controlearts verifieert de identiteit van de sporter en, in voorkomend geval, van de persoon die hem begeleidt, door middel van een officieel document.

Onverminderd de toepassing van § 4, tweede tot vierde lid, indien de sporter zich niet onmiddellijk bij de controle aanmeldt of indien hij de controleprocedure onderbreekt, wordt deze controle niettemin buiten de termijn op hem toegepast.

Bij toepassing van het derde lid blijft de sporter niettemin onder toezicht van de chaperon. § 6. Elke sporter die werd verwittigd, overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, kan de controlearts vragen dat de controleprocedure in aanwezigheid van een persoon naar keuze kan worden uitgevoerd, behalve op het moment dat de sporter een urinestaal verstrekt en voor zover dit het normale verloop van de monstername niet stoort.

Indien de controlearts bij toepassing van het eerste lid van oordeel is dat de aanwezigheid van de door de sporter gekozen persoon het normale verloop van de monstername kan verstoren, laat hij dit aan de sporter weten en neemt hij deze elementen in het dopingcontroleformulier op.

Elke sporter met een handicap die werd verwittigd, overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, kan vragen dat de controleprocedure wordt uitgevoerd in aanwezigheid en met de eventuele steun van een persoon naar keuze.

Bij toepassing van het derde lid, willigt de controlearts automatisch het verzoek in.

Indien een sporter die minderjarig of rechtsonbekwaam is, werd verwittigd overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, wordt hij bij de controleprocedure begeleid door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een door deze daartoe behoorlijk gemachtigde persoon.

Onverminderd de toepassing van het eerste tot vijfde lid, verleent de controlearts slechts toegang tot het controlelokaal of het vertrek waarin de controle wordt uitgevoerd, aan de volgende personen: 1° de gecontroleerde sporter;2° de persoon die door de gecontroleerde sporter wordt gekozen, overeenkomstig het eerste lid of het derde lid;3° indien nodig, en afhankelijk van de beschikbaarheid, een tolk ;4° een wettelijke vertegenwoordiger of een door deze naar behoren gemachtigde persoon, wanneer de gecontroleerde sporter minderjarig is of rechtsonbekwaam is;5° de eventueel aangestelde chaperon(s), voor zover deze van hetzelfde geslacht is (zijn) als de gecontroleerde sporter;6° een afgevaardigde arts van de nationale of internationale sportorganisatie, waarvan de gecontroleerde sporter lid is;7° in voorkomend geval, een waarnemer aangesteld door het WADA in het kader van het programma van onafhankelijke waarnemers of, al naargelang het geval, een WADA-auditor;8° een gemachtigde persoon die betrokken is bij de opleiding van controleartsen en chaperons of bij een eventuele audit van de NADO Franse Gemeenschap. § 7. Onverminderd de naleving van § 4, eerste lid, kan de controlearts, uitsluitend om een van de in § 3, vijfde lid, 9°, bedoelde redenen, de sporter toelaten het dopingcontrolestation te verlaten, respectief voor de controles binnen wedstrijdverband en buiten wedstrijdverband.

Bij toepassing van het eerste lid, vermeldt de controlearts in het dopingcontroleformulier het tijdstip van vertrek en terugkeer van de sporter bij het controlestation, alsook de reden waarom de sporter werd toegelaten het dopingcontrolestation te verlaten.

Bij toepassing van het eerste lid mag de sporter geen urine lozen totdat hij is teruggekeerd bij het dopingcontrolestation. § 8. Indien de controle voorzien in het opdrachtenblad bedoeld in het artikel 30, § 2, om welke reden dan ook, niet plaats heeft kunnen vinden, vermeldt de controlearts dit in het dopingcontroleformulier, met opgave van de rede(nen) daarvoor.

Bij toepassing van het eerste lid, bezorgt de controlearts het dopingcontroleformulier aan de NADO Franse Gemeenschap uiterlijk op de eerste werkdag volgend op de dag waarop de controle vastgesteld was.

Onverminderd en behoudens de eventuele toepassing van artikel 49, voor sporters van elitecategorie A of B en/of artikel 38, eerste lid, 11°, voor elke sporter, stuurt de NADO Franse Gemeenschap na ontvangst van het dopingcontroleformulier onmiddellijk een kopie naar de betrokken sporter.

De sporter beschikt over een termijn van vijftien dagen om zijn argumenten te doen gelden, en om, in voorkomend geval, te vragen door de NADO Franse Gemeenschap te worden gehoord.

Bij ontstentenis van uitleg of als de argumenten van de sporter als onvoldoende of niet overtuigend worden beschouwd, kunnen op hem de in § 3, vijfde lid, 4° bedoelde maatregelen worden toegepast.

Art. 32.§ 1. Na de in artikel 31, § 3, derde tot vijfde lid bedoelde verwittiging, maar vóór elke afname van een urine- of bloedmonster, voert de controlearts een gesprek met de gecontroleerde sporter, over elk geneesmiddel, elke medische behandeling of bijzondere voeding die momenteel worden gebruikt, die al dan niet aan een medisch voorschrift worden onderworpen.

De controlearts neemt in het dopingcontroleformulier de opgave op van de geneesmiddelen, medische behandeling en bijzondere voeding, die door de gecontroleerde sporter werden gebruikt in de zeven dagen voorafgaand aan de controle, alsook, indien een bloedmonster moet worden afgenomen, van de eventuele bloedtransfusies die de sporter in de laatste drie maanden heeft ondergaan.

Na het in het eerste lid bedoelde gesprek, maar vóór elke afname van een urine- of bloedmonster, stelt de controlearts de sporter voor zich te hydrateren, uitsluitend met mineraalwater, waarbij die hydratatie niet overdreven mag zijn.

Het in het derde lid bedoelde mineraalwater wordt ter beschikking gesteld door de organisator van het evenement, de wedstrijd of de training, in de vorm van een beveiligde verpakking.

De dopingcontrole wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat de intimiteit, de waardigheid en het respect voor de privacy van de gecontroleerde sporter worden gewaarborgd, alsook de integriteit, de veiligheid en de identiteit van de verzamelde monsters.

Het controlemateriaal is voor eenmalig gebruik en alleen de door de NADO Franse Gemeenschap geleverde verpakkingen worden gebruikt voor de afname van monsters. § 2. De controleprocedure en het verloop ervan worden door de controlearts in het dopingcontroleformulier vastgelegd.

Naast de in artikel 15, § 5, tweede lid, van het decreet en in artikel 31, § 3, vierde lid, bepaalde inlichtingen, onverminderd het eerste lid, vermeldt het dopingcontroleformulier eveneens: a) in voorkomend geval, de naam en voornaam van de trainer en/of sportarts;b) het adres van de sporter;c) de eventuele vermelding van de geneesmiddelen of voedingssupplementen die de sporter gedurende de laatste 7 dagen heeft genomen;d) indien een bloedmonster moet worden afgenomen, de eventuele vermelding van de bloedtransfusies die de sporter in de laatste 3 maanden heeft ondergaan;e) het codenummer van het overeenstemmende afgenomen monster;f) het uur van aankomst van de sporter bij het controlestation;g) alle vaststellingen die de controlearts gedurende de controleprocedure heeft gedaan, alsook elk eventueel incident, overeenkomstig artikel 31, § 4, tweede lid. Indien de controlearts niet voldoende ruimte heeft om alle noodzakelijke of gewenste aantekeningen op het dopingcontroleformulier aan te brengen, dient hij dit in het daartoe bestemde deel van het formulier aan te geven en vervolgens een aanvullend verslagformulier te gebruiken, waarvan het model door de NADO Franse Gemeenschap is vastgesteld. § 3. De controlearts, eventueel begeleid door één of meer chaperons, en in voorkomend geval een of meer politiefunctionarissen, neemt alle passende maatregelen om elke vervalsing of poging tot vervalsing van enig element van de dopingcontrole, in de zin van artikel 6, 5°, van het decreet, te vermijden.

Deze maatregelen worden in voorkomend geval vermeld op het dopingcontroleformulier en/of, indien van toepassing, op het aanvullende verslagformulier, overeenkomstig § 2, tweede en derde lid, en artikel 31, § 4, tweede lid.

Het is de sporter, alsook iedereen die door de controlearts overeenkomstig artikel 31, § 6, wordt toegelaten aanwezig te zijn in het controlelokaal of in het vertrek waarin de controle wordt uitgevoerd, verboden het verloop van de controleprocedure op ongeacht welke drager te filmen, te fotograferen of op te nemen.

Niet-naleving van het voorgaande lid wordt door de controlearts in het dopingcontroleformulier vermeldt en/of, indien van toepassing, in het aanvullende verslagformulier, overeenkomstig § 2, tweede en derde lid, en artikel 31, § 4, tweede lid.

De toepassing van het vorige lid kan aanleiding geven tot de vaststelling van de vervalsing of van de poging tot vervalsing van elk gegeven betreffende de dopingcontrole, in de zin van artikel 6, 5°, van het decreet. § 4. Nadat de controle is uitgevoerd, onverminderd de eventuele opmerkingen bedoeld in artikel 33, § 1, 14° of artikel 34, 13°, worden de vier exemplaren van het dopingcontroleformulier ondertekend door de betrokken sporter, de controlearts en, in voorkomend geval, door de aanwezige chaperon(s), alsook door elke persoon die bij de controle aanwezig was, met inachtneming van artikel 31, § 6.

Indien de gecontroleerde sporter minderjarig of rechtsonbekwaam is, worden de vier exemplaren van het dopingcontroleformulier ondertekend door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een door hen daartoe naar behoren gemachtigde rechtsbekwame persoon, onverminderd eventuele opmerkingen bedoeld in artikel 33, § 1, 14° of artikel 34, 13°.

Het exemplaar van het dopingcontroleformulier dat voor het laboratorium is bestemd, vermeldt geen gegeven waarmee de gecontroleerde sporter zou kunnen worden geïdentificeerd.

Indien de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger of een andere door deze behoorlijk gemachtigde persoon, weigert het dopingcontroleformulier te ondertekenen, wordt tegen de betrokken sporter een procedure voor de vaststelling van de overtreding van de in artikel 6, 5° van het decreet.

Het model van het dopingcontroleformulier, dat door de NADO Franse Gemeenschap wordt vastgesteld, detailleert, met het oog op de informatie van de sporter, de wijze waarop zijn persoonlijke gegevens zullen worden behandeld, alsook de in overeenstemming met artikel 13, van het decreet, toepasselijke maatregelen voor vertrouwelijkheid en veiligheid.

Onverminderd het vijfde lid, vermeldt het model van het dopingcontroleformulier met name: 1° de naam van de verantwoordelijke voor de verwerking en zijn e-mailadres;2° de contactgegevens van de functionaris voor gegevensbescherming;3° het doel of de doelen van de gegevensverzameling;4° de rechtsgrondslag van de gegevensverwerking;5° de potentiële ontvangers van de gegevens;6° de mogelijkheid voor de sporter om toegang te krijgen tot zijn gegevens, om onvolledige gegevens aan te vullen of om onjuiste gegevens te corrigeren;7° het verplichte karakter van de mededeling van gegevens en de gevolgen van niet-mededeling ervan;8° de duur van de opslag van de verzamelde gegevens;9° de mogelijkheid om een klacht in te dienen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Art. 33.§ 1. De procedure voor de controle door middel van de afname van urinemonsters geschiedt, onverminderd de toepassing van de §§ 2 en 3, op de volgende wijze en in deze volgorde: 1° de sporter kiest een opvangbeker uit een partij, opent die, vergewist zich ervan dat hij leeg en proper is, en vult hem met een hoeveelheid die voor de analyse vereist is, onder het visuele toezicht van de controlearts of van een chaperon, voor zover deze laatste van hetzelfde geslacht als de sporter is;De controlearts of chaperon dient rechtstreeks getuige te zijn van het urineren; 2° indien de hoeveelheid urine die door de sporter wordt geproduceerd voldoende is, kiest de sporter uit een partij verzegelde kits een verzamelkit die twee flesjes bevat met hetzelfde codenummer, gevolgd door de letter "A" voor het eerste flesje, dat het voornaamste monster inhoudt, en de letter "B" voor het tweede flesje, dat het reservemonster inhoudt voor de eventuele contra-expertise;3° ingeval de in 1° en 2° bepaalde stappen werden toegepast, ontzegelt de sporter de gekozen kit, opent hij die en kijkt hij na of de flesjes leeg en proper zijn en giet hij de minimumhoeveelheid urine die voor de analyse vereist is in het flesje B, dit is minstens 30 ml, dan de rest van de urine in het flesje A, met een minimumhoeveelheid van 60 ml;4° de controlearts vraagt de sporter een kleine hoeveelheid urine in de opvangbeker te laten en hij legt uit dat dit is om hem in staat te stellen de resturine te controleren;5° de sporter verzegelt dan beide flesjes A en B volgens de richtlijnen van de controlearts, die, vóór de ogen van de sporter, nakijkt of de monsters correct verzegeld zijn;6° de controlearts controleert met behulp van een refractometer de urine die in de opvangbeker overblijft om na te gaan of het monster een voor de analyse geschikte dichtheid heeft;7° indien de refractometer aangeeft dat het monster niet de voor analyse geschikte dichtheid heeft, kan de controlearts, met inachtneming van de in 1° tot 5° bedoelde procedure, om een of meer nieuwe urinemonsters verzoeken, totdat aan de vereiste dichtheid is voldaan;8° in het in 7° bedoelde geval worden de monsters naar het laboratorium gezonden;9° na toepassing van de in 1° tot en met 6° of, in voorkomend geval, 1° tot en met 8° vermelde stappen, gaan de controlearts en de sporter na of het codenummer op de A- en B-flesjes en het codenummer op de verzendingstas identiek zijn;10° de controlearts vermeldt hetzelfde codenummer, zoals bedoeld in 9°, op het dopingcontroleformulier;10° de controlearts vermeldt hetzelfde codenummer, zoals bedoeld in 9°, op het dopingcontroleformulier;12° de sporter doet, onder toezicht van de controlearts, beide flesjes A en B in de verzendingstas en verzegelt deze;13° de controlearts werpt, voor ogen van de sporter, de overblijvende urine weg die niet voor het analyselaboratorium bestemd is;14° de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger of een door hem daartoe behoorlijk gemachtigde rechtsbekwame persoon, verklaart door het ondertekenen van het dopingcontroleformulier dat de procedure in overeenstemming met deze paragraaf is uitgevoerd, onder voorbehoud van, indien van toepassing, elke onregelmatigheid of opmerking die de sporter of andere persoon die de controle heeft bijgewoond, in overeenstemming met artikel 31, § 6, zou willen formuleren, en die in dit geval zal worden geregistreerd in het dopingcontroleformulier en/of in een aanvullend verslagformulier. § 2. Indien er geen urine geproduceerd is of indien de in § 1, 1° opgelegde hoeveelheid urine niet bereikt is, blijft de sporter onder het visuele toezicht van de controlearts of in voorkomend geval, van de chaperon die hem bijstaat, totdat de voorgeschreven hoeveelheid bereikt is, volgens de procedure bedoeld in § 3.

In het in het vorige lid bedoelde geval, wordt mineraalwater onder beveiligde verpakking ter beschikking gesteld van de sporter door de organisator van de sportactiviteit of, in voorkomend geval, door de sporter zelf, wanneer de controle buiten de wedstrijd om plaatsvindt, in zijn gewone verblijfplaats. § 3. Indien de sporter een onvoldoende hoeveelheid urine produceert, wordt de procedure voor de gedeeltelijke monsteringneming gebruikt, in de volgende volgorde: 1° de sporter kiest een verzamelkit uit een partij verzegelde kits, opent die en kijkt na of de A- en B-flesjes leeg en proper zijn;2° de sporter giet in het A-flesje de urine die zich in de opvangbeker bevindt, onder het visuele toezicht van de controlearts, en, in voorkomend geval, in aanwezigheid van een chaperon, voor zover deze laatste van hetzelfde geslacht is als de sporter;3° de sporter kiest een verzamelkit voor gedeeltelijke monsterneming uit een partij verzegelde kits, hij opent die en sluit het A-flesje met behulp van een afsluitdop die zich in de gekozen kit voor gedeeltelijke monsterneming bevindt;4° de sporter kijkt na of er geen lekken zijn;5° de sporter plaatst het A-flesje in de analysekit, sluit deze en plaatst de aldus gesloten kit in de daartoe bepaalde tas voor gedeeltelijke monsterneming;6° de sporter maakt de beschermingskleefstrip van het zakje los en verzegelt dit;7° de controlearts kijkt na of het codenummer dat vermeld staat op de verwijderbare strip en op het zakje dezelfde zijn;8° de controlearts vermeldt hetzelfde codenummer als het nummer dat in 7° bedoeld is, en het ontoereikend volume van het monster op het dopingcontroleformulier;9° de controlearts bewaart de tas voor de gedeeltelijke monsterneming totdat de sporter een nieuw monster kan produceren;10° wanneer de sporter in staat is een ander monster te produceren, wordt de in § 1 beschreven procedure voor de monsterneming herhaald totdat de hoeveelheid urine bereikt is, door het oorspronkelijke monster en de bijkomende monsters te mengen;11° zodra de controlearts van mening is dat de eisen inzake urinehoeveelheid die voor de analyse vereist is, vervuld zijn, kijkt de sporter, onder toezicht van de arts, na of de tas intact is en of het nummer van zijn verwijdbare strip overeenstemt met het nummer dat op het zakje en in het dopingcontroleformulier opgenomen is;12° de sporter opent het verzegelde zakje alsook het A-flesje, dat is voorzien van een voorlopige afsluitdop;13° de sporter giet, onder toezicht van de controlearts, in een opvangbeker de urine die zich in het flesje A bevindt en deze die zich in het tweede monster bevindt, om beide opgevangen monsters te mengen;14° indien de aldus bekomen hoeveelheid gemengde urine nog lager is dan 90 ml, wordt de procedure die beschreven is in de punten 1° tot 13° herhaald totdat de vereiste hoeveelheid van 90 ml urine bereikt is;15° indien het vereiste volume van 90 ml urine is bereikt, dan is de in § 1, 2° tot 14° beschreven procedure van toepassing.

Art. 34.De procedure voor de controle door middel van de afname van bloedmonsters geschiedt op de volgende wijze en in de volgende volgorde: 1° de sporter kiest een bloedafnameset uit een partij, verifieert de verzegeling van het materiaal, opent de set, en vergewist zich ervan dat hij leeg en proper is;2° de controlearts en de sporter verifiëren of het codenummer op de flesjes en etiketten identiek is en de controlearts noteert dit nummer nauwkeurig op het dopingcontroleformulier;3° de controlearts zorgt ervoor dat de sporter in comfortabele omstandigheden wordt geplaatst en vraagt hem in een normale positie te gaan zitten, met beide voeten op de grond, gedurende minstens 10 minuten vóór de afname;4° de controlearts bepaalt de meest geschikte plaats voor de aderpunctie om de sporter en zijn prestaties niet te schaden.Dit moet de niet-dominante arm zijn, tenzij de controlearts van mening is dat de andere arm geschikter is; 5° de controlearts ontsmet de huid van de sporter met een steriel ontsmettend kompres of watten en legt zo nodig een knelband aan;6° de controlearts vangt het bloedmonster in het afnamebuisje op vanuit een oppervlakkige ader;In voorkomend geval, wordt de knelband onmiddellijk na de aderpunctie verwijderd; 7° de afgenomen hoeveelheid bloed moet voldoende zijn om te beantwoorden aan de eisen inzake analyse van het geaccrediteerde of door het WADA anders goedgekeurde laboratorium;8° indien de opgevangen hoeveelheid bloed van de sporter niet voldoende is, zoals bepaald in 7°, voert de controlearts de procedure opnieuw uit, maar niet meer dan twee keer;9° indien de controlearts er niet in slaagt een voldoende hoeveelheid bloed te verkrijgen, zoals bepaald in 7°, na maximaal drie pogingen, zoals bepaald in 8°, onderbreekt hij de bloedafname en vermeldt hij dit in het dopingcontroleformulier;10° na de stappen bedoeld in 1° tot 7°, of, in voorkomend geval, van 1 tot 8° of 9°, legt de controlearts een verband aan op de punctieplaats(en);11° de controlearts werpt op een geschikte wijze de uitrusting voor de bloedafname weg die niet noodzakelijk is om de procedure voor de bloedafname te beëindigen;12° de sporter verzegelt zijn monsters in de bloedafnameset volgens de richtlijnen van de controlearts;deze controleert, voor ogen van de sporter, dat de monsters naar behoren zijn verzegeld; 13° voordat de monsters naar het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium worden gestuurd, worden ze, inzonderheid voor het vervoer, geplaatst in een bewaringssysteem dat de integriteit van de monsters te allen tijde bewaart, in een koele en constante omgeving gemeten door een temperatuuropnemer, ongeacht externe temperatuurveranderingen;14° de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettige vertegenwoordiger of een door hem daartoe behoorlijk gemachtigde persoon, verklaart door het ondertekenen van het dopingcontroleformulier dat de procedure in overeenstemming met dit artikel is uitgevoerd, onder voorbehoud van, indien van toepassing, elke onregelmatigheid of opmerking die de sporter of andere persoon die de controle heeft bijgewoond, in overeenstemming met artikel 31, § 6, zou willen formuleren, en die in dit geval zal worden geregistreerd in het dopingcontroleformulier en/of in een aanvullend verslagformulier.

Art. 35.§ 1. De procedure voor de controle die wordt uitgevoerd in het kader van het biologisch paspoort van de sporter, overeenkomstig de artikelen 15, § 1, eerste lid,,en 16 van het decreet, wordt uitgevoerd op basis van bloedmonsters afgenomen volgens de procedure bedoeld in artikel 34.

Bij toepassing van het bovenstaande lid, deelt de controlearts de sporter, vóór de afname, mee dat zijn bloedmonsters in het kader van het biologisch paspoort van de sporter zullen worden geanalyseerd en gecontroleerd.

Onverminderd de toepassing van het eerste lid, zorgt de controlearts er bovendien voor dat het bloedmonster niet vroeger dan twee uur na het einde van de sportactiviteit wordt afgenomen, in voorkomend geval.

Bij toepassing van dit artikel, vermeldt de controlearts: 1° in het dopingcontroleformulier, dat de bloedmonsters met het oog op analyse en controle werden afgenomen in het kader van het biologisch paspoort van de sporter.2° in een aanvullend verslagformulier: a) of de sporter met beide voeten op de grond is blijven zitten, gedurende minstens 10 minuten vóór de afname;b) of het monster is genomen onmiddellijk na ten minste 3 opeenvolgende dagen van intensieve uithoudingscompetitie;c) of de sporter 2 uur voorafgaand aan de bloedafname een trainings- of wedstrijdsessie heeft gehad;d) of de sporter de laatste twee weken heeft getraind, deelgenomen aan wedstrijden of verbleven op een plaats op meer dan 1500 meter hoogte en zo ja, of in geval van twijfel, de naam van die plaats en de duur van het verblijf.De geschatte hoogte moet worden aangegeven indien bekend; e) of de sporter in de laatste 2 weken hoogtesimulatieapparatuur, zoals een hoogtetent of -masker, heeft gebruikt en zo ja, de precisering van het gebruikte type apparaat en de gebruikscontext, met name de frequentie, de duur en de intensiteit;f) of de sporter in de laatste 3 maanden bloed heeft gekregen of bloedverlies heeft geleden en zo ja, het geschatte volume daarvan;g) of de sporter in de twee uur voorafgaand aan de bloedafname is blootgesteld aan extreme omgevingsomstandigheden, waaronder sessies in kunstmatige hitte zoals een sauna, en zo ja, de precisering van deze omstandigheden, met inbegrip van de beschrijving en de duur ervan. § 2. De procedureregels bedoeld in artikel 16, derde lid, van het decreet, voor het opstellen, het beheren en het opvolgen van het biologisch paspoort zijn de volgende: 1° het biologisch paspoort kan door de NADO Franse Gemeenschap alleen met inachtneming van de in artikel 16 van het decreet bepaalde voorwaarden worden opgesteld en/of beheerd en/of gebruikt;2° het biologisch paspoort kan door de NADO Franse Gemeenschap alleen voor ten minste één van de doelstellingen bedoeld in artikel 15, § 1,eerste lid of artikel 16, tweede lid, van het decreet worden opgesteld en/of beheerd en/of gebruikt;3° indien een biologisch paspoort wordt opgesteld door de NADO Franse Gemeenschap, stelt zij de betrokken elitesporter op nationaal niveau minstens in kennis van het volgende: a) het opstellen van een biologisch paspoort van toepassing op de elitesporter;b) de mogelijke doeleinden van het gebruik van de gegevens verbonden aan het biologisch paspoort, alsook de maximumduur van de bewaring van die gegevens, overeenkomstig bijlage 2 bij het decreet;c) de antidopingorganisatie die verantwoordelijk is voor het beheer en het opvolgen van het biologisch paspoort;d) de mogelijkheid voor de betrokken elitesporter van nationaal niveau, om binnen de 15 dagen volgend op de kennisgeving, het opstellen van een biologisch paspoort dat op hem van toepassing is te betwisten, en in voorkomend geval, te vragen door de NADO Franse Gemeenschap te worden gehoord, eventueel in aanwezigheid van een raadsman en/of arts naar keuze;4° bij toepassing van 3°, d), deelt de NADO Franse Gemeenschap haar beslissing mee aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau: a) na ontvangst van zijn betwisting en nadat hij eventueel werd gehoord;b) in voorkomend geval, na overleg met het WADA.

Art. 36.De procedure voor de controle door middel van het afnemen van monsters van andere lichamelijke vloeistoffen of van de bevoorrading van de sporter wordt mutatis mutandis uitgevoerd volgens dezelfde stappen als deze die bedoeld zijn in de procedure voor de controle door middel van het afnemen van urinemonsters, zoals bedoeld in artikel 33, onverminderd de toepassing van de volgende regels: 1° de monsters worden in geschikte verzegelde verpakkingen geplaatst; 2° er kunnen afnames worden uitgevoerd voor eventuele aanvullende en toekomstige analyses, overeenkomstig de artikelen 6.2, 6.5 en 6.6 van de Code; 3° de verpakking wordt verzegeld in aanwezigheid van de betrokken sporter;4° een codenummer, waarvan de sporter in kennis wordt gesteld, wordt op elke verpakking aangebracht en in het dopingcontroleformulier opgenomen.

Art. 37.Indien bij de controle twijfels ontstaan over de afkomst, de authenticiteit of de integriteit van een monster, wordt een nieuw monster afgenomen.

Elke weigering van de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, van zijn wettelijke vertegenwoordiger of de door deze behoorlijk gemachtigde persoon, om zich aan een nieuwe monsterafname te onderwerpen, wordt met controleweigering gelijkgesteld, en heeft de eventuele vaststelling van de overtreding van de antidopingregel bedoeld in artikel 6, 3°, van het decreet, tot gevolg.

Art. 38.Met inachtneming en in het kader van de toepassing van de onderzoeksbevoegdheid van de NADO Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 8 van het decreet, zijn de volgende bijkomende nadere regels van toepassing: 1° elke onderzoeksprocedure heeft potentieel tot doel ofwel een mogelijke overtreding van de antidopingregels of een potentiële deelneming aan de overtreding van de antidopingregels uit te sluiten, ofwel bewijzen te verzamelen om een procedure in te leiden wegens de overtreding van de antidopingregels, overeenkomstig artikel 59;2° het opstarten van de in artikel 8, tweede lid, a) van het decreet bedoelde onderzoeksprocedure betreffende één of meer mogelijke overtreding(en) van de antidopingregels, zoals bedoeld in artikel 6, van het decreet, rust op betrouwbare inlichtingen, die door de NADO Franse Gemeenschap op vergelijkende wijze worden geverifieerd;3° de in artikel 8, tweede lid, a), van het decreet bedoelde beschikbare bronnen zijn, inzonderheid, de sporters, de personeelsleden die sporters begeleiden, de controleartsen, de chaperon(s), de door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratoria, de sportorganisaties, andere antidopingorganisaties, de organisatoren, de verantwoordelijken of zaakvoerders van fitnesszalen, de media, andere overheidsinstellingen, het WADA; 4° overeenkomstig artikel 12.2.2 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, wordt elk onderzoek billijk, onpartijdig, ten laste en ten onlaste, gevoerd; 5° overeenkomstig de artikelen 11.2.1 en 11.4.3 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en onverminderd 1° tot 4°, gebruikt de NADO Franse Gemeenschap om haar onderzoeken te voeren, elke beschikbare nuttige inlichting, inzonderheid deze die uit het ADAMS komen en deze die uit een beveiligd meldingssysteem komen, zoals bedoeld in artikel 39; 6° de evaluatie van de inlichtingen en bewijzen die gedurende de onderzoeken worden verzameld, de conclusies, de verbanden en de resultaten van de onderzoeken moeten door de NADO van de Franse Gemeenschap in een verslag schriftelijk worden opgenomen;7° met inbegrip van de informatie en inlichtingen die zouden worden verkregen door middel van een beveiligd meldingssysteem, zoals bedoeld in artikel 39, wordt alle informatie en worden alle inlichtingen op vertrouwelijke wijze ingewonnen en behandeld door de personeelsleden van de NADO Franse Gemeenschap die de onderzoeksbevoegdheid uitoefenen;8° met inachtneming van 1° tot 7°, werkt de NADO Franse Gemeenschap bij voorrang met het WADA en de andere antidopingorganisaties samen; 9° voor de toepassing van artikel 8, tweede lid, c), van het decreet en overeenkomstig artikel 12.1, b) van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, leidt de NADO een onderzoek in en onderzoekt zij vertrouwelijk elke analytische of niet analytische inlichting wanneer er wettige redenen zijn om een schending van de antidopingregels te vermoeden; 10° voor de toepassing van 9° en onverminderd 2°, kan het verkrijgen van informatie en/of inlichtingen door de NADO Franse Gemeenschap door middel van een beveiligd meldingssysteem, zoals bedoeld in artikel 39, een gegronde reden vormen om één of meer overtreding(en) van de antidopingregels te vermoeden;11° voor de toepassing van artikel 8, tweede lid, c) van het decreet leidt de NADO Franse Gemeenschap automatisch een onderzoek in wanneer het dopingcontroleformulier of het aanvullend verslagformulier, bedoeld in artikel 32, § 2, vermeldt dat een sporter een monsterafname is ontweken, een monsterafname heeft geweigerd of nagelaten heeft zich bij een monsterafname aan te melden, heeft geweigerd het dopingcontroleformulier te ondertekenen of op enigerlei wijze het goede verloop van de individuele controleprocedure heeft gehinderd;12° bij toepassing van 9°, 11°, artikel 8, tweede lid, d) van het decreet, of de opening van een onderzoek dat wordt uitgevoerd ingevolge en met toepassing van artikel 8, tweede lid, b) van het decreet, stelt de NADO Franse Gemeenschap de betrokken sporter of, indien die minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger of, in voorkomend geval, een persoon in de zin van artikel 1, 65° van het decreet, in kennis van de opening van een antidopingonderzoek dat op de sporter betrekking heeft;13° de in 12° bedoelde kennisgeving omvat: a) een beknopte beschrijving van de feiten die in aanmerking komen voor het inleiden van een onderzoek;b) het bewijs of de bewijselementen ter ondersteuning van de onder a) genoemde feiten op grond waarvan kan worden aangenomen dat de sporter of de andere persoon mogelijk een overtreding van de antidopingregel(s) heeft begaan;c) de vermelding van de aangevoerde overtreding van de antidopingregel en de mogelijke gevolgen indien de overtreding zou worden vastgesteld;d) de vermelding van het basisdecreet en de procedure die van toepassing is voor het inleiden van een onderzoek;e) het recht van de sporter of andere persoon om binnen een termijn van 20 dagen na de in 12° bedoelde kennisgeving een schriftelijke uitleg te verschaffen en/of te verzoeken om te worden gehoord door NADO Franse Gemeenschap;f) onverminderd artikel 23, § 1, van het decreet en het tweede en derde lid, de mogelijkheid voor de sporter of andere persoon om substantiële hulp te verlenen, in de zin van artikel 1, 7° van het decreet; g) onverminderd artikel 23, § 1, van het decreet en het tweede en derde lid, de mogelijkheid voor de sporter of andere persoon om, in geval van een vermeende overtreding van de antidopingregel die bestraft wordt met een schorsingsperiode van vier jaar of meer, de overtreding toe te geven, uiterlijk binnen 20 dagen na de kennisgeving bedoeld in 12°, teneinde in voorkomend geval aanspraak te maken op de vermindering van de schorsingsperiode met één jaar, als bedoeld in artikel 10.8.1 van de Code; h) onverminderd artikel 23, § 1 van het decreet en het tweede en derde lid, de mogelijkheid voor de sporter of andere persoon om de overtreding toe te geven, uiterlijk binnen 20 dagen na de in 12° bedoelde kennisgeving, teneinde in voorkomend geval aanspraak te maken op een verkorting van de in principe geldende schorsingsperiode en eventueel een vervroeging van de aanvang van de schorsingsperiode te tellen vanaf de datum van de monsterneming of de datum van de betrokken overtreding van de antidopingregel, zoals bepaald in artikel 10.8.2 van de Code; i) de verplichting ter beschikking van de NADO Franse Gemeenschap te zijn, met het oog op een eventuele oproeping voor een hoorzitting, waarbij het mogelijk is om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman en/of een arts bij die hoorzitting; j) overeenkomstig artikel 12.2.4 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, het feit dat het niet medewerken aan het goede verloop van het onderzoek de NADO Franse Gemeenschap kan leiden tot het inleiden van een procedure wegens de overtreding van de in artikel 6, 5°, van het decreet bedoelde antidopingregel; 14° overeenkomstig artikel 5.3.2.3 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer wordt de in 13° bedoelde kennisgeving op dezelfde dag toegezonden aan het WADA, aan de NADO('s) waartoe de sporter of andere persoon behoort, en aan de betrokken internationale federatie; zij wordt ook binnen een redelijke termijn in ADAMS opgenomen; 15° binnen een termijn van in beginsel 4 maanden vanaf de in 13° bedoelde kennisgeving bedoeld, stelt de NADO Franse Gemeenschap de betrokken sporter of, indien deze minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger, of in voorkomend geval, de andere persoon tegen wie het onderzoek is ingesteld, in kennis van de conclusies van haar onderzoek en haar beslissing om het dossier te sluiten of door te sturen naar de CIDD en/of het parket, met het oog op de toepassing van respectievelijk artikel 23, §§ 1 en 3, en/of artikel 27 van het decreet; 16° overeenkomstig artikel 12.3.3.1 van de Internationale Standaard voor het Dopingtests en Onderzoeken en artikel 5.4 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer, stelt de NADO Franse Gemeenschap het WADA, de NADO('s) die verantwoordelijk is (zijn) voor de sporter of de andere persoon, de betrokken internationale federatie en de andere partijen, bedoeld in artikel 13.2.3 van de Code en artikel 23, vijfde lid, van het decreet, in kennis van elke beslissing tot sluiting van het dossier, genomen met toepassing van 15° ; van deze beslissing wordt kennisgegeven dezelfde dag als de kennisgeving aan de sporter of andere persoon; 17° indien de NADO Franse Gemeenschap geen kennis van haar beslissing heeft gegeven binnen de in 15° bedoelde termijn, wordt het dossier geacht afgesloten te zijn door een beslissing houdende de vaststelling dat geen schending van de antidopingregels werd vastgesteld; 18° bij toepassing van 17° en overeenkomstig artikel 13.3 van de Code en artikel 12.3.1 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, kan het WADA bij de TAS beroep aantekenen tegen deze beslissing houdende de vaststelling dat geen schending van de antidopingregels werd vastgesteld; 19° indien de NADO van de Franse Gemeenschap, in toepassing van 15°, beslist het dossier door te sturen naar de CIDD, met het oog op de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3, komt de kennisgeving bedoeld in 15° overeen met deze voorzien in artikel 23, § 3, vijfde lid, van het decreet;20° bij toepassing en onverminderd 19°, vermeldt de in 15° bedoelde kennisgeving tevens: a) dat, indien de CIDD een of meer overtredingen van de antidopingregels vaststelt en een of meer sancties oplegt krachtens artikel 10 van de Code, die sanctie(s) bindend is/zijn voor alle ondertekenende partijen in alle sporten en landen, overeenkomstig artikel 15 van de Code;b) of de sporter de vermeende overtreding(en) van de antidopingregels al dan niet heeft betwist na de kennisgeving bedoeld in 13°, door het verstrekken van een schriftelijke uitleg en/of door te vragen om door NADO Franse Gemeenschap te worden gehoord;c) of de sporter de vermeende overtreding(en) van de antidopingregel al dan niet heeft toegegeven na de in 13° bedoelde kennisgeving;d) of de sporter al dan niet substantiële hulp heeft verleend na de in 13° bedoelde kennisgeving;e) dat overeenkomstig artikel 23, §§ 1 en 3 van het decreet, het de CIDD is die op basis van de regels van de Code, het decreet en dit besluit zal oordelen of één of meerdere overtredingen van de antidopingregels zijn begaan en, indien dit het geval is, de toepasselijke sanctie(s) zal uitspreken, overeenkomstig artikel 10 van de Code en het decreet; f) dat de sporter, in voorkomend geval, tijdens de eerste hoorzitting voor de CIDD nog steeds substantiële hulp kan verlenen en/of eventueel de vermeende overtreding(en) van de antidopingregel(s) kan toegeven, en dat hij in een of meer van deze gevallen de CIDD kan verzoeken om toepassing van de regels van respectievelijk bedoeld, al naargelang het geval, in artikels 10.7.1, 10.8.1 en 10.8.2 van de Code, op grond waarvan de schorsingsperiode in beginsel kan worden verkort, mits aan de materiële voorwaarden, met uitzondering van de formele voorwaarden van deze bepalingen, is voldaan en dat dit door de CIDD kan worden vastgesteld; 21° overeenkomstig artikel 12.3.2 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en artikel 7.2 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer wordt de kennisgeving bedoeld in 19° op dezelfde dag verzonden naar het WADA, naar de NADO('s) waartoe de sporter of de andere persoon behoort en naar de betrokken internationale federatie; zij wordt ook binnen een redelijke termijn in ADAMS gemeld; 22° onverminderd en met het oog op de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3 van het decreet, wordt de overzending van een onderzoeksdossier door de NADO Franse Gemeenschap aan de CIDD: a) voorafgegaan door een oproep aan de sporter en, indien de hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, aan ten minste één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of, in voorkomend geval, aan elke andere persoon tegen wie een onderzoek is ingesteld, met het oog op een hoorzitting, eventueel in aanwezigheid van een raadsman en/of een arts van zijn keuze;b) gebaseerd op een schriftelijk stuk, dat wordt gestaafd door bewijsmateriaal dat is toegelaten door het decreet, de Code en dat algemeen aanvaard is in de Belgische wetgeving;c) in feite en in rechte met redenen omkleed;d) uitgevoerd overeenkomstig artikel 23, § 3, eerste en tweede lid, van het decreet en artikel 59;23° als de NADO Franse Gemeenschap een zaak bij de politie aanhangig maakt, om politiehandelingen te verrichten, moet dit op betrouwbare inlichtingen steunen, die door de NADO Franse Gemeenschap op vergelijkende wijze worden geverifieerd;24° de informatie en/of inlichtingen bedoeld in 23° kunnen, voor de toepassing daarvan, uit een beveiligd meldingssysteem komen, zoals bedoeld in artikel 39;25° voor de toepassing van artikel 27 van het decreet, wordt de overzending van een onderzoekdossier door de NADO Franse Gemeenschap aan het parket, met het oog op de eventuele opening van een strafdossier tegen een sporter of andere persoon in de zin van artikel 1, 65° van het decreet: a) voorafgegaan door een oproeping aan de sporter en, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, aan ten minste één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of, in voorkomend geval, aan een andere persoon in de zin van artikel 1, 65° van het decreet, om te worden gehoord, eventueel in aanwezigheid van een raadsman en/of een arts van zijn keuze;b) gebaseerd op een schriftelijk stuk, dat wordt gestaafd door bewijsmateriaal dat is toegelaten door het decreet, de Code en dat algemeen aanvaard is in de Belgische wetgeving;c) in feite en in rechte met redenen omkleed;26° onverminderd 23° en 25°, kunnen de betrekkingen tussen, enerzijds, de NADO Franse Gemeenschap en, anderzijds, de politie en/of het gerecht in een samenwerkingsprotocol worden geregeld;27° de oproepingen bedoeld in 22°, a), en 25°, a), worden ten minste vijftien dagen vóór de geplande hoorzitting door de NADO Franse Gemeenschap verzonden, met vermelding van: a) het doel ervan en de opening van een onderzoek tegen de sporter of andere persoon in de zin van artikel 1, 65° van het decreet;b) een samenvatting van de feiten die in aanmerking werden genomen voor de opening van het onderzoek en die tegen de sporter of een andere persoon in de zin van artikel 1, 65° van het decreet, worden aangevoerd;c) de vermeende overtreding(en) van de betrokken antidopingregel(s), zoals bedoeld in artikel 6 van het decreet;d) in voorkomend geval, de vermeende overtreding(en) van de betrokken antidopingregel(s), zoals bedoeld in artikel 27 van het decreet;e) de datum en het tijdstip van de hoorzitting evenals de plaats waar deze zal worden gehouden of, in voorkomend geval, dat zij op afstand zal plaatsvinden;f) het recht zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman en/of een arts naar keuze van de sporter of, indien de sporter minderjarig of rechtsonbekwaam is, door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of, in voorkomend geval, door het lid van het begeleidingspersoneel van de sporter;g) het feit dat de afwezigheid ter zitting ertoe leidt dat het onderzoeksdossier automatisch wordt doorgezonden naar de CIDD en/of het parket, naar gelang van het geval;28° ingeval de Franse Gemeenschap van het NADO in toepassing van 15° beslist het dossier door te sturen naar de CIDD en/of het parket, wordt de kennisgeving bedoeld in 15° verzonden aan de sporter of, indien de sporter minderjarig of rechtsonbekwaam is, aan één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of, in voorkomend geval, aan het betrokken lid van het begeleidingspersoneel van de sporter, na de hoorzitting bedoeld in 22°, a) of 25°, a), of, bij verstek, na de datum waarop de hoorzitting was gepland. Overeenkomstig artikel 23, § 1, van het decreet is de CIDD uitsluitend bevoegd op disciplinair vlak en is het bijgevolg de CIDD die, op basis van de regels van de Code, het decreet en dit besluit, beslist of één of meer vermeende overtredingen van de antidopingregels zijn begaan en, indien dit het geval is, de toepasselijke sanctie(s) uitspreekt, op grond van artikel 10 van de Code en het decreet.

Met inachtneming van het tweede lid, indien een sporter of andere persoon één of meer van de in het eerste lid, 13°, f) tot h) bedoeld rechten uitoefent, dan: a) vermeldt de NADO Franse Gemeenschap dit, in voorkomend geval, in haar kennisgeving bedoeld in het eerste lid, 15°, alsook bij het overmaken van het onderzoeksdossier aan de CIDD, bedoeld in het eerste lid, 22° ; b) onderzoekt en beslist de CIDD of aan de materiële voorwaarden van de artikelen 10.7.1, 10.8.1 en 10.8.2 van de Code, voor zover van toepassing, is voldaan, afgezien van de formele eisen van die bepalingen, en, indien dit het geval is, past zij de regels voor de verkorting van de schorsingsperiode toe, die in principe krachtens die bepalingen van toepassing zijn.

Art. 39.Mits naleving en in het kader van de toepassing van artikel 8, eerste en tweede lid, a), van het decreet en onverminderd artikel 38, eerste lid, 5°, 7°, 10° en 24°, kan de NADO Franse Gemeenschap, overeenkomstig en met toepassing van artikel 8, derde lid, van het decreet, een beveiligd meldingssysteem opzetten en gebruiken.

Het beveiligde meldingssysteem zoals bedoeld in het eerste lid: a) vormt een rechtstreeks middel dat het NADO in staat stelt om op vertrouwelijke wijze, zo nodig vóór de formele opening van een onderzoek in de zin van artikel 38, eerste lid, 12° en 13°, alle potentieel nuttige informatie of inlichtingen op het gebied van dopingbestrijding te verkrijgen, te verwerken en vervolgens te evalueren;b) garandeert de anonimiteit aan elke persoon die daarom verzoekt, behalve in de gevallen die door de wet worden opgelegd of wanneer de persoon zelf schriftelijk heeft ingestemd met de opheffing van zijn anonimiteit ten behoeve van het onderzoek;c) beoogt het behoud en de bescherming van de rechten van sporters die geen dopingmiddelen gebruiken en draagt zo uiteindelijk bij tot gelijke kansen voor de sporters en, meer in het algemeen, tot eerlijkheid in de sport;d) neemt de vorm van een elektronische link die toegankelijk is op de website van de NADO Franse Gemeenschap en die het mogelijk maakt een standaard informatieformulier online in te vullen;e) wordt uitsluitend verwerkt en opgevolgd door de leden van de NADO Franse Gemeenschap, die de onderzoeksbevoegdheid uitoefenen en die als zodanig strikt gebonden zijn aan de eerbiediging van de vertrouwelijkheid van de ontvangen gegevens en aan de verwerking van deze gegevens, uitsluitend ten behoeve van de bestrijding van doping. Onverminderd het tweede lid, c), heeft het beveiligde meldingssysteem bedoeld in het eerste lid ook in het algemeen als doel de doeltreffendheid van de dopingbestrijding te verbeteren.

Eveneens, in overeenstemming met het derde lid en onverminderd de rechtsmiddelen en sancties waarin de AVG voorziet, zal iedere persoon onderworpen aan het decreet en dit besluit, die opzettelijk foutieve informatie meedeelt of die, om andere dan de in dit artikel genoemde doeleinden, gebruik maakt van het in het eerste lid bedoelde beveiligde systeem, zich in voorkomend geval blootstellen aan de opening van een onderzoek tegen hem.

Het onderzoek bedoeld in het vierde lid kan, met inachtneming van en in overeenstemming met artikel 38, leiden tot de overzending van het dossier door de NADO Franse Gemeenschap aan de CIDD met het oog op de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3 van het decreet, op basis van en wegens een vermeende overtreding van de antidopingregel bedoeld in artikel 6, 5° van het decreet.

Behoudens mogelijke toepassing van het vierde en vijfde lid, wordt elk persoonsgebonden gegeven, meegedeeld via het in het eerste lid bedoelde beveiligde systeem, maar zonder verband met de doeleinden van dit artikel, zo snel mogelijk door NADO Franse Gemeenschap verwijderd. Afdeling 3. - Analyse van monsters

Art. 40.§ 1. Nadat de controleprocedure uitgevoerd is, naargelang het geval, overeenkomstig artikel 33, 34, 35 of 36, bewaart de controlearts de verzegelde monsters tot hun overhandiging aan een personeelslid van de NADO Franse Gemeenschap, belast met het vervoer.

Vóór de toezending van de monsters, zoals bedoeld in het eerste lid, vergewist de controlearts zich ervan dat de verpakking in goede staat is, inzonderheid voor het vervoer en bewaring ervan, om te vermijden dat ze beschadigd zouden kunnen worden.

Vanaf de ontvangst van de monsters, zoals bedoeld in het eerste lid en tot de toezending ervan voor analyses naar het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, neemt de NADO Franse Gemeenschap de noodzakelijke bewaringsmaatregelen.

Onverminderd het voorafgaande lid, kan de NADO Franse Gemeenschap, vanaf de ontvangst van de monsters, zoals bedoeld in het eerste lid en tot de toezending ervan naar het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, bij twijfel over integriteit, identificatie of authenticiteit van één of meer monsters, beslissen het of de betrokken monster(s) ongeldig te verklaren.

In het geval bedoeld in het voorafgaande lid en voor zover het (de) betrokken ongeldig verklaarde monster(s) het mogelijk maakt (maken) de sporter bij wie het (ze) is (zijn) afgenomen zonder twijfel te identificeren, wordt de sporter per e-mail of, bij gebrek daaraan, per post, door de NADO Franse Gemeenschap van deze ongeldigverklaring in kennis gesteld. § 2. De NADO Franse Gemeenschap bezorgt de verzegelde urinemonsters of, in voorkomend geval, de monsters van andere lichamelijke vloeistoffen of van de bevoorrading van de sporter, aan het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, binnen de termijnen die in de huidige WADA-richtlijnen voor urine- en bloedmonsterafname zijn vastgesteld.

De NADO Franse Gemeenschap bezorgt de verzegelde bloedmonsters aan een door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, binnen de termijnen die in de huidige WADA-richtlijnen voor urine- en bloedmonsterafname zijn vastgesteld.

De NADO Franse Gemeenschap bezorgt de verzegelde monsters die afgenomen worden in het kader van de controleprocedure uitgevoerd in het kader van het biologisch paspoort van de sporter, aan een door het WADA geaccrediteerd of anders goedgekeurd laboratorium ten laatste binnen de termijnen die in de huidige WADA-richtlijnen voor urine- en bloedmonsterafname zijn vastgesteld.

Alle in het eerste tot derde lid bedoelde monsters die aan het laboratorium worden afgeleverd, worden vermeld op een document met de benaming "veiligheidsketen", waarvan het model door de NADO Franse Gemeenschap wordt vastgesteld, voorzien van de handtekening van de directeur van het laboratorium of van een andere persoon die daartoe naar behoren gemachtigd is.

In het geval van urinemonsters gaat het door het WADA geaccrediteerde of anderszins goedgekeurde laboratorium onverwijld over tot de analyse van het A-monster en neemt het onmiddellijk alle nodige maatregelen voor de bewaring van het B-monster voor een eventuele latere analyse en de eventuele toepassing van artikel 28, § 3.

In het geval van de andere monsters, gaat het door het WADA geaccrediteerde of anderszins goedgekeurde laboratorium onverwijld over tot hun analyse en neemt het onmiddellijk alle nodige maatregelen voor de bewaring ervan, met het oog op de eventuele toepassing van artikel 28, § 3. § 3. In gevallen van overmacht of indien de termijnen voor het vervoer van monsters duidelijk in gevaar dreigen te komen door de toepassing van § 1, kan een uitzondering op deze regel worden gemaakt.

De toestemming, per e-mail, van de NADO Franse Gemeenschap, aan de betrokken controlearts, is noodzakelijk voor de eventuele toepassing van het eerste lid.

Wanneer de controlearts de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming van de NADO Franse Gemeenschap heeft ontvangen, zorgt hij voor het vervoer van de monsters naar het door het WADA geaccrediteerde of anderszins goedgekeurde laboratorium.

In het geval bedoeld in het derde lid zal de controlearts: a) er, zoals gebruikelijk, voor zorgen dat de verpakking van de monsters in goede staat is, inzonderheid voor het vervoer en de opslag ervan, om elke mogelijke beschadiging te voorkomen;b) alle nodige maatregelen nemen om de monsters te bewaren totdat zij voor analyse naar het door het WADA geaccrediteerde of anderszins goedgekeurde laboratorium worden gestuurd;c) elke twijfel over de integriteit, de identificatie of de authenticiteit onmiddellijk aan de NADO Franse Gemeenschap melden: i) van één of meer te vervoeren monsters; ii) van de schriftelijke documentatie met betrekking tot de te vervoeren monsters.

Wanneer de NADO Franse Gemeenschap door de controlearts in kennis wordt gesteld, in het geval bedoeld in het vierde lid, c), kan zij beslissen het (de) betrokken monster(s) ongeldig te verklaren.

In overeenstemming met het vierde en vijfde lid mag de controlearts nooit alleen beslissen één of meer monsters, waarvan hij voor het vervoer naar het door het WADA geaccrediteerde of anderszins goedgekeurde laboratorium zorgt, ongeldig te verklaren.

Indien de Franse NADO, in het geval bedoeld in het vijfde lid, uiteindelijk beslist één of meer monsters ongeldig te verklaren, maar aan de hand van dit (deze) monster(s) de identiteit van de sporter toch zonder enige twijfel kon worden vastgesteld, wordt die sporter hiervan per e-mail of, bij ontstentenis daarvan, per post door de NADO Franse Gemeenschap in kennis gesteld.

In geval van toepassing van deze paragraaf: a) zijn het eerste tot derde lid van § 2 mutatis mutandis van toepassing op de controlearts;b) zijn het vierde en vijfde lid van § 2 eveneens van toepassing.

Art. 41.§ 1. Het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium stuurt per e-mail het analyseverslag, zoals bedoeld in artikel 18, eerste lid, van het decreet, binnen de 15 werkdagen volgend op de ontvangst van het monster naar de NADO Franse Gemeenschap.

Binnen de NADO Franse Gemeenschap kan (kunnen) enkel de ambtenaar (ambtenaren) die een professioneel in de gezondheidssector is (zijn), het in het eerste lid bedoelde verslag behandelen.

De termijn bedoeld in het eerste lid wordt geschorst tijdens de periodes waarin het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium gesloten is.

Indien de controleprocedure plaatsvond tijdens een internationale wedstrijd of een internationaal evenement die/dat door een internationale sportorganisatie werd georganiseerd, deelt het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium ook, via ADAMS, de afwijkende analyseresultaten aan de betrokken internationale sportorganisatie mee.

Het verslag bedoeld in het eerste lid vermeldt: 1° de datum en het tijdstip van ontvangst van de monsters;2° het codenummer van de monsters;3° een beknopte beschrijving van het uiterlijke aspect en van de staat van de flesjes en van de verzegelingen;4° de vaststellingen met betrekking tot het volume, de pH en de dichtheid van het A-monster;5° de resultaten van de analyse en de conclusies;6° de bewaarplaats en de bewaringsvoorwaarden van het B-monster. § 2. De afschriften van de verslagen en de documentatiedossiers in verband met elke analyse worden bewaard door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium gedurende een periode van 10 jaar, te rekenen vanaf de opstelling ervan. § 3. Overeenkomstig en voor de mogelijke toepassing van artikel 28, § 3, worden de monsters bewaard door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, gedurende een periode van 10 jaar, te rekenen vanaf de ontvangst ervan, overeenkomstig bijlage 2 van het besluit. Afdeling 4. - Gevolgen van de analyse en mededeling van de resultaten

Art. 42.§ 1. Indien het resultaat van de analyse negatief is, wordt de gecontroleerde sporter hiervan binnen zeven werkdagen na ontvangst van het analyseverslag van het laboratorium, als bedoeld in artikel 41, § 1 eerste lid, per e-mail of, bij gebrek daaraan, per briefpost, door de NADO Franse Gemeenschap in kennis gesteld.

De kennisgeving bedoeld in het vorige lid vermeldt ook de mogelijke en toekomstige toepassing van artikel 28, § 3. § 2. Indien het resultaat van de analyse afwijkend is, gaat de NADO Franse Gemeenschap overeenkomstig artikel 5.1.1 van de internationale standaard voor het resultatenbeheer, onverwijld over tot een onderzoek om na te gaan of: a) een TTN toegekend is of zal worden in overeenstemming met de Internationale Standaard voor Toestemming wegens Therapeutische Noodzaak;b) een klaarblijkelijke uitwijking ten opzichte van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken of de Internationale Standaard voor Laboratoria de oorzaak is van het afwijkende analyseresultaat;en/of c) duidelijk is dat het afwijkend analyseresultaat is veroorzaakt door inname van de verboden stof via een toegestane toedieningsweg. Voor de toepassing van het eerste lid, a), raadpleegt de NADO Franse Gemeenschap het dossier van de sporter in ADAMS, alsook elke antidopingorganisatie die de sporter een TTN kan hebben toegekend.

Indien aan het einde van de in het eerste lid, a), bedoelde verificatie blijkt dat de sporter een TTN heeft, voert de NADO Franse Gemeenschap een aanvullend onderzoek uit om na te gaan of aan de specifieke voorwaarden van de TTN is voldaan.

Voor de toepassing van het eerste lid, b), verwijst de NADO Franse Gemeenschap, in voorkomend geval, naar de door het laboratorium overgelegde documentatie ter staving van het afwijkend analyseresultaat, naar het betrokken dopingcontroleformulier, en naar de eventuele andere controledocumenten.

Voor de toepassing van het eerste lid, c) zal de NADO Franse Gemeenschap, indien het afwijkend analyseresultaat betrekking heeft op een verboden stof die is toegestaan via een (of meerdere) specifieke toedieningsweg(en) in overeenstemming met de lijst van verboden stoffen, alle relevante beschikbare documentatie raadplegen, zoals het betrokken dopingcontroleformulier, om te bepalen of de verboden stof lijkt te zijn ingenomen via een toegestane toedieningsweg. Zo ja, dan raadpleegt zij een deskundige om te bepalen of het afwijkende testresultaat in overeenstemming is met de klaarblijkelijke toedieningsweg. § 3. Wanneer de NADO Franse Gemeenschap na afloop van het in § 2 bedoelde eerste onderzoek tot een negatieve conclusie komt met betrekking tot de in § 2, eerste lid a) tot c) bedoelde controles en derhalve tot de conclusie komt dat het analyseresultaat inderdaad afwijkend is, stelt zij de sporter zo spoedig mogelijk van dit resultaat in kennis.

In overeenstemming met en onverminderd de artikelen 19 en 20, § 1, van het decreet, wordt de kennisgeving bedoeld in het eerste lid gedaan in overeenstemming met artikel 5.1.2 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer en vermeldt zij derhalve het volgende: a) het afwijkende analyseresultaat;b) het feit dat het ongunstige analyseresultaat kan leiden tot een overtreding van de antidopingregels als bedoeld in artikel 6, 1° en/of 2° van het decreet;c) de gevolgen die in beginsel van toepassing zijn indien wordt vastgesteld dat de overtreding(en) heeft (hebben) plaatsgevonden;d) dat een kopie van het dopingcontroleformulier op verzoek verkrijgbaar is;e) dat het in artikel 18 van het decreet bedoelde analyseverslag is bijgevoegd;f) dat, indien de sporter om een analyse van het B-monster vraagt, de datum, het tijdstip en de plaats voor die analyse zo spoedig mogelijk na de indiening van het verzoek aan hem zullen worden meegedeeld;g) dat indien de onder f) genoemde datum de sporter en/of zijn vertegenwoordiger niet schikt, twee alternatieve datums zullen worden voorgesteld en dat indien deze datums de sporter en/of zijn vertegenwoordiger evenmin schikken, de NADO Franse Gemeenschap het laboratorium zal vragen om over te gaan tot de analyse van het B-staal door een onafhankelijke getuige aan te stellen om te verifiëren dat het flesje van het B-staal geen sporen van manipulatie vertoont en dat de identificatienummers overeenstemmen met die op de monsterdocumentatie;h) de mogelijkheid voor de sporter om, binnen de 20 dagen na de kennisgeving, een schriftelijke uitleg te geven en/of een hoorzitting aan te vragen bij de NADO Franse Gemeenschap;i) onverminderd artikel 23 § 1, van het decreet en het vierde en vijfde lid, de mogelijkheid voor de sporter om substantiële hulp te verlenen in de zin van artikel 1, 7°, van het decreet; j) onverminderd artikel 23, § 1, van het decreet en de het vierde en vijfde lid, de mogelijkheid voor de sporter om, in geval van een vermeende overtreding van de antidopingregel die leidt tot een schorsingsperiode van vier jaar of meer, de overtreding toe te geven, uiterlijk binnen 20 dagen na de kennisgeving, teneinde, in voorkomend geval, aanspraak te kunnen maken op een vermindering van de schorsingsperiode met één jaar, als bedoeld in artikel 10.8.1 van de Code; k) onverminderd artikel 23, § 1 van het decreet en het vierde en vijfde lid, de mogelijkheid voor de sporter om de overtreding toe te geven, uiterlijk binnen 20 dagen na de kennisgeving, teneinde in voorkomend geval aanspraak te maken op een verkorting van de in beginsel geldende schorsingsperiode en eventueel op vervroeging van de aanvang van de schorsingsperiode vanaf de datum van de monsterneming of de datum van de overtreding van de betrokken antidopingregels, zoals bepaald in artikel 10.8.2 van de Code; l) onverminderd artikel 23 § 1 van het decreet en het vierde en vijfde lid, in het geval van een niet-gespecificeerde verboden stof, de verduidelijking dat artikel 7.4.1 van de Code, dat betrekking heeft op verplichte voorlopige schorsingen, van toepassing is.

Indien het afwijkende analyseresultaat, naast de in het tweede lid genoemde stoffen, betrekking heeft op de volgende verboden stoffen, zal de NADO Franse Gemeenschap: a) voor salbutamol of formoterol: in haar kennisgeving ook vermelden dat de sporter aan de hand van een gecontroleerd farmacokinetisch onderzoek kan aantonen dat de ongewenste analyseresultaten het gevolg waren van een therapeutische dosis via inhalatie, die niet hoger was dan de maximumdosis voor klasse S3 van de lijst van verboden stoffen en methodes. De sporter wordt ook worden gewezen op de belangrijkste richtsnoeren voor de uitvoering van een gecontroleerd farmacokinetisch onderzoek en er wordt hem een lijst verstrekt van laboratoria die in staat zijn een dergelijk onderzoek uit te voeren.

De sporter heeft dan 7 dagen de tijd om aan te geven of hij van plan is een gecontroleerd farmacokinetisch onderzoek te laten uitvoeren, zo niet kan de NADO Franse Gemeenschap het proces van resultatenbeheer voortzetten. b) voor humaan choriongonadotrofine in urine: de procedures volgen van artikel 6 van het technisch document Reporting and Management of Urinary Human Chorionic Gonadotropin (hCG) and Luteinizing Hormone (LH) Results in Male Athletes of een latere versie van dat technisch document;c) voor elke andere verboden stof waarvoor in een technisch document of een ander door het WADA gepubliceerd document specifieke eisen inzake resultatenbeheer zijn opgenomen: de procedures volgen die in het desbetreffende technisch document of in een ander door het WADA gepubliceerd document worden beschreven. Overeenkomstig artikel 23, § 1, van het decreet is de CIDD uitsluitend bevoegd op disciplinair vlak en is het bijgevolg de CIDD die, op basis van de regels van de Code, het decreet en dit besluit, beslist of één of meer vermeende overtredingen van de antidopingregels zijn begaan en, indien dit het geval is, de toepasselijke sanctie(s) uitspreekt, op grond van artikel 10 van de Code en het decreet.

Rekening houdend met het vierde lid, neemt de NADO Franse Gemeenschap in de kennisgeving bedoeld in het eerste lid: a) het vierde lid op; b) de bepaling op dat, indien een sporter een of meerdere van de in het tweede lid, i) tot k), vermelde rechten uitoefent, het de CIDD is die zal onderzoeken en beslissen of aan de materiële voorwaarden van de artikelen 10.7.1, 10.8.1 en 10.8.2 van de Code, voor zover van toepassing, is voldaan, afgezien van de formele eisen van die bepalingen, en, indien dit het geval is, de regels voor de verkorting van de schorsingsperiode zal toepassen die in beginsel krachtens die bepalingen van toepassing zijn. c) de bepaling op dat, indien het tweede lid, l) van toepassing is, het de CIDD is die de verplichte voorlopige schorsing zal uitspreken. § 4. Overeenkomstig artikel 5.1.2.8 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer wordt de in § 3 bedoelde kennisgeving zo spoedig mogelijk toegezonden aan het WADA, de NADO('s) waaronder de sporter ressorteert en de betrokken internationale federatie, in voorkomend geval, en wordt daarvan onverwijld melding gemaakt in ADAMS. § 5. Wanneer de NADO Franse Gemeenschap na afloop van het in § 2 bedoelde eerste onderzoek beslist het analyseresultaat niet als daadwerkelijk abnormaal voor te stellen, stelt zij de sporter zo spoedig mogelijk van deze beslissing in kennis.

In overeenstemming met artikel 5.4 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer stelt de NADO Franse Gemeenschap, in geval van toepassing van het eerste lid, het WADA, de NADO('s) waaronder de sporter ressorteert en, in voorkomend geval, de betrokken internationale federatie en de andere partijen bedoeld in artikel 13.2.3 van de Code en artikel 23, § 5 van het decreet, zo spoedig mogelijk en met opgave van de motivering in kennis. § 6. Indien het testresultaat atypisch is, zal de NADO Franse Gemeenschap, in overeenstemming met artikel 5.2.1 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer, een onderzoek uitvoeren om na te gaan: a) of een TTN is of zal worden verleend overeenkomstig de International Standard for Therapeutic Use Exemptions;b) of een klaarblijkelijke uitwijking ten opzichte van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken of de Internationale Standaard voor Laboratoria aanleiding heeft gegeven tot het atypisch resultaat.c) of duidelijk blijkt dat de verboden stof via een toegestane toedieningsweg is ingenomen. Bij toepassing van het eerste lid en bij een positief antwoord op één van de verificaties bedoeld in a) tot c) van hetzelfde lid, brengt de NADO Franse Gemeenschap de betrokken sporter hiervan op de hoogte en concludeert zij tot een negatief analyseresultaat overeenkomstig § 1.

Bij toepassing van het eerste lid en bij een negatief antwoord op de verificaties bedoeld in a) tot c) van hetzelfde lid, gaat de NADO Franse Gemeenschap over tot het uitvoeren van de vereiste onderzoeksmaatregelen.

Overeenkomstig artikel 5.2.2 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer, deelt de NADO Franse Gemeenschap een atypisch analyseresultaat niet mee zolang zij niet besloten heeft het resultaat als een abnormaal analyseresultaat te beschouwen, tenzij een van de volgende omstandigheden van toepassing is: a) indien de NADO Franse Gemeenschap beslist dat het B-monster moet worden geanalyseerd voordat haar onderzoek is afgerond, kan zij de analyse van het B-monster uitvoeren na de sporter daarvan in kennis te hebben gesteld;deze kennisgeving moet een beschrijving van het atypische resultaat bevatten, alsmede de volgende informatie: 1° het recht van de sporter om te verzoeken om een analyse van het B-staal of, bij gebreke van een dergelijk verzoek, het feit dat van de analyse van het B-monster kan worden afgezien;2° de mogelijkheid voor de sporter en/of zijn vertegenwoordiger om aanwezig te zijn bij de opening van het B-monster en de analyse ervan, overeenkomstig de Internationale Standaard voor Laboratoria;3° het recht van de sporter om een kopie te vragen van de laboratoriumdocumentatie van het A-monster, met inbegrip van de informatie die vereist wordt door de Internationale Standaard voor Laboratoria;4° een verklaring dat de datum, het tijdstip en de plaats van de B-staalanalyse binnen een korte termijn aan de sporter zullen worden meegedeeld indien de sporter om de analyse van het B-monster verzoekt;b) indien de NADO Franse Gemeenschap een verzoek ontvangt van een organisatie voor grote sportmanifestaties, korte tijd voor een van haar internationale manifestaties, of van een sportorganisatie die een naderende termijn moet respecteren voor het selecteren van teamleden voor een internationale manifestatie, om bekend te maken of voor een sporter die op een door de organisatie voor grote manifestaties of sportorganisatie verstrekte lijst staat een atypisch resultaat in behandeling is, zal de NADO Franse Gemeenschap elke sporter identificeren na het atypische resultaat eerst aan de sporter te hebben meegedeeld;of c) indien van het atypische resultaat volgens gekwalificeerd medisch of deskundig personeel kan worden vermoed dat het verband houdt met een ernstige aandoening die dringende medische verzorging vereist. Indien de NADO Franse Gemeenschap na de aanvullende analyses bedoeld in het derde lid, beslist om het atypische resultaat als een negatief analyseresultaat te beschouwen, is paragraaf 1 van toepassing.

Indien de NADO Franse Gemeenschap naar aanleiding van de in het derde lid bedoelde aanvullende analyses beslist het atypische resultaat als een abnormaal resultaat te beschouwen, zijn de paragrafen 3 en 4 van toepassing.

Art. 43.§ 1. Bij mededeling van een afwijkend analyseresultaat, overeenkomstig 42, § 3, kan de gecontroleerde sporter, binnen de vijf werkdagen volgend op deze mededeling, per aangetekend schrijven en per e-mail, de NADO Franse Gemeenschap vragen om het B-monster te doen analyseren door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, dat het eerste analyseverslag heeft opgesteld.

Bij toepassing van het eerste lid, kan de gecontroleerde sporter ook vragen om aanwezig te zijn of vertegenwoordigd te worden bij de opening van het B- monster; § 2. Bij toepassing van § 1, eerste lid, geeft de NADO Franse Gemeenschap, op de dag volgend op de ontvangst van de aanvraag van de sporter en uiterlijk 15 dagen na de kennisgeving door het laboratorium van het abnormale analyseresultaat van het A-monster, het door het WADA geaccrediteerde of anderszins erkende laboratorium dat de eerste analyse heeft uitgevoerd, de opdracht om de analyse van het B-monster uit te voeren.

Ingevolge de toepassing van het eerste lid deelt het in dat lid bedoelde laboratorium aan de NADO Franse Gemeenschap de datum, de plaats en het uur mee waarop de analyse van het B-monster zal worden uitgevoerd.

Ingevolge de toepassing van het tweede lid zal de NADO Franse Gemeenschap de sporter zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen van de datum, de plaats en het tijdstip van de analyse van het B-monster.

Ingevolge de toepassing van het tweede lid zal de NADO Franse Gemeenschap de sporter zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen van de datum, de plaats en het tijdstip van de analyse van het B-monster.

Indien de vervangingsdatums de sporter en zijn vertegenwoordiger ook niet goed uitkomen, dan zal NADO Franse Gemeenschap het laboratorium verzoeken om over te gaan tot de analyse van het B-monster en daarbij een onafhankelijke getuige aanstellen die controleert of het flesje van dit monster geen sporen van vervalsing vertoont en of de identificatienummers overeenkomen met die op de monsterdocumentatie. § 3. Bij toepassing van § 1, eerste lid, verricht het door het WADA geaccrediteerde of anderszins erkende laboratorium de analyse van het B-monster op de datum en het tijdstip die overeenkomstig § 2, derde, vierde, of vijfde lid, aan de sporter zijn meegedeeld.

Na de analyse van het B-monster stelt het door het WADA geaccrediteerde of anderszins erkende laboratorium een analyserapport op dat mutatis mutandis dezelfde elementen bevat als die bedoeld in artikel 41, § 1, vijfde lid.

Het in het tweede lid bedoelde analyseverslag wordt aan de NADO Franse Gemeenschap bezorgd, ten laatste binnen de 20 dagen na de analyse van het B-monster. § 4. De sporter wordt van het resultaat van de analyse van het B-monster in kennis gesteld spoedig nadat de NADO Franse Gemeenschap het analyserapport heeft ontvangen, maar niet voordat de termijn van 20 dagen bedoeld in artikel 42, § 3, tweede lid, h), j) en k), is verstreken. § 5. Onverminderd § 4 wordt, indien het resultaat van de B-staal negatief is, de procedure beëindigd en wordt de sporter door de NADO Franse Gemeenschap daarvan op de hoogte gebracht.

In overeenstemming met artikel 5.4 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer zal de NADO Franse Gemeenschap in geval van toepassing van het eerste lid zo spoedig mogelijk het WADA, de voor de sporter verantwoordelijke NADO('s), de betrokken internationale federatie en de overige in artikel 13.2.3 van de Code en artikel 23, § 5 van het decreet bedoelde partijen informeren. § 6. Onverminderd § 4, stelt de NADO Franse Gemeenschap indien het analyseresultaat van het B-staal abnormaal is, de sporter hiervan in kennis overeenkomstig artikel 20, § 2, van het decreet.

Onverminderd het eerste lid omvat of vermeldt de in dat lid bedoelde kennisgeving bovendien: a) een samenvatting van de feiten waarop de vermeende overtreding van de antidopingregel is gegrond, samen met alle bewijsmateriaal dat nog niet in de in artikel 42, § 3 bedoelde kennisgeving zou zijn verstrekt;b) de vermelding dat, indien de CIDD een of meer overtredingen van de antidopingregels vaststelt en een of meer sancties oplegt krachtens artikel 10 van de Code, die sanctie(s) bindend is/zijn voor alle ondertekenende partijen in alle sporten en landen, overeenkomstig artikel 15 van de Code; c) onverminderd het bepaalde onder g) en i), in het geval van een niet-gespecificeerde verboden stof, de vermelding dat artikel 7.4.1 van de Code, betreffende verplichte tussentijdse schorsingen, van toepassing is; d) of de sporter de naar aanleiding van de kennisgeving bedoeld in artikel 42, derde lid, gestelde overtreding(en) van de antidopingregel al dan niet heeft betwist door een schriftelijke uitleg te verstrekken en/of te verzoeken om te worden gehoord door de NADO Franse Gemeenschap;e) of de sporter de naar aanleiding van de in artikel 42, § 3 bedoelde kennisgeving gestelde overtreding(en) van de antidopingregel al dan niet heeft toegegeven;f) of de sporter al dan niet wezenlijke hulp heeft verleend na de in artikel 42, § 3, bedoelde kennisgeving;g) dat, overeenkomstig artikel 23, § 1 van het decreet, de CIDD uitsluitend bevoegd is op disciplinair vlak en, bijgevolg, dat het de CIDD is die zal beslissen, op basis van de regels van de Code, het decreet en dit besluit, of één of meer vermeende overtredingen van de antidopingregels zijn begaan en, zo ja, welke sanctie(s) zal (zullen) worden opgelegd, overeenkomstig artikel 10 van de Code en het decreet; h) dat de sporter, in voorkomend geval, tijdens de eerste hoorzitting voor de CIDD nog steeds substantiële hulp kan verlenen en/of eventueel de beweerde overtreding(en) van de antidopingregel(s) kan toegeven, en dat hij in een of meer van deze gevallen de CIDD kan verzoeken om toepassing van de regels van artikel 10.7.1, 10.8.1 en 10.8.2 van de Code, die respectievelijk toestaan dat de schorsingsperiode die in beginsel van toepassing is, wordt verkort, mits aan de materiële voorwaarden, met uitzondering van de formele voorwaarden van deze bepalingen, is voldaan en dat dit door de CIDD is vastgesteld; i) indien c) van toepassing is, dat het de CIDD is die de verplichte voorlopige schorsing zal opleggen. § 7. Indien de sporter na de in artikel 42, derde lid, bedoelde kennisgeving niet om de analyse van het B-monster heeft verzocht, bevestigt de NADO Franse Gemeenschap het analyseresultaat als definitief abnormaal analyseresultaat en stelt zij de sporter daarvan in kennis overeenkomstig artikel 20, § 2, van het decreet.

De in het eerste lid bedoelde kennisgeving geschiedt na het verstrijken van de termijn van 20 dagen bedoeld in artikel 42, § 3, tweede lid, h), j) en k).

Onverminderd het eerste en tweede lid worden in de in het eerste lid bedoelde kennisgeving tevens dezelfde elementen vermeld als die bedoeld in § 6, tweede lid. § 8. Overeenkomstig artikel 20, § 3, eerste lid, a), van het decreet en artikel 7.2 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer worden de in respectievelijk §§ 6 en 7 bedoelde kennisgevingen zo spoedig mogelijk gezonden aan het WADA, de NADO('s) waartoe de sporter behoort en, indien van toepassing, de betrokken internationale federatie; zij worden ook binnen een redelijke termijn in ADAMS gemeld.

Overeenkomstig artikel 20, § 3, eerste lid, b), van het decreet en artikel 58, eerste lid, worden de in §§ 6 respectievelijk 7 bedoelde kennisgevingen op dezelfde dag aan de CIDD toegezonden met het oog op de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3, van het decreet.

Art. 44.§ 1. Een atleet paspoort management eenheid, hierna APME, is belast met het beheer van de biologische paspoorten van de sporter, zoals bedoeld in artikel 15, § 1, eerste lid, van het decreet en opgesteld door de NADO Franse Gemeenschap.

De APME is een eenheid bestaande uit één of meerdere personen en is verantwoordelijk voor het te zijner tijd beheren van de biologische paspoorten van de sporter in ADAMS voor rekening van NADO Franse Gemeenschap.

Onverminderd het tweede lid is de APME een eenheid van het laboratorium dat geaccrediteerd is of anderszins erkend is door het WADA, die de goedkeuring, bedoeld in artikel 25, § 1, eerste lid, heeft verkregen, onafhankelijk van de afdeling Monsteranalyse van het laboratorium. § 2. In overeenstemming met bijlage C van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer verloopt de geleidelijke aanpak van het onderzoek van het biologisch paspoort van de sporter als volgt: a) het onderzoek begint met de toepassing van het adaptief model, een wiskundig model dat is ontworpen om ongewone longitudinale uitkomsten bij sporters vast te stellen.Dit model berekent de waarschijnlijkheid van een longitudinaal profiel van markerwaarden, ervan uitgaande dat de sporter in een normale fysiologische toestand verkeert; b) in geval van een atypisch paspoortresultaat of indien de APME van oordeel is dat een onderzoek om andere redenen gerechtvaardigd is, voert een deskundige een eerste onderzoek uit en maakt hij een beoordeling op basis van de op dat moment beschikbare informatie;c) in geval van een eerste onderzoek voor "waarschijnlijk dopinggebruik" wordt het paspoort door drie deskundigen onderzocht, waaronder de deskundige die het eerste onderzoek heeft verricht;d) indien de drie deskundigen het eens zijn over "waarschijnlijk dopinggebruik", wordt de procedure voortgezet met de samenstelling van een documentatiedossier over het biologisch paspoort van de sporter;e) een afwijkend paspoortresultaat wordt door de APME gemeld aan de NADO Franse Gemeenschap indien de deskundigen hun mening bevestigen na onderzoek van alle beschikbare informatie in dat stadium, met inbegrip van het biologisch documentatiedossier van het paspoort van de sporter;f) de sporter wordt in kennis gesteld van het afwijkende paspoortresultaat en krijgt de gelegenheid om uitleg te verschaffen overeenkomstig § 3;g) indien, na beoordeling van de uitleg van de sporter, de deskundigen unaniem tot de conclusie komen dat er een aanmerkelijke kans bestaat dat de sporter een verboden stof of een verboden methode heeft gebruikt, wordt hij door de NADO Franse Gemeenschap in kennis gesteld van een vermeende overtreding van de antidopingregel. § 3. In overeenstemming met artikel C.5.2 van bijlage C bij de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer vermeldt de in § 2, f), bedoelde kennisgeving: a) de betrokken overtreding(en) van de antidopingregel(s) en de daaraan verbonden gevolgen ;b) de relevante feitelijke omstandigheden waarop de aantijgingen zijn gebaseerd;c) relevant bewijsmateriaal ter ondersteuning van deze feiten, dat volgens de NADO Franse Gemeenschap aantoont dat de sporter een of meer overtredingen van de antidopingregel zou kunnen hebben begaan;d) het feit dat het documentatiedossier betreffende het biologisch paspoort van de sporter en het gezamenlijk deskundigenrapport zijn bijgevoegd;e) de mogelijkheid voor de sporter om binnen de 20 dagen na de kennisgeving een uitleg te geven;f) onverminderd artikel 23, § 1 van het decreet en het tweede en derde lid, de mogelijkheid voor de sporter om substantiële hulp te verlenen in de zin van artikel 1, 7° van het decreet; g) onverminderd artikel 23, § 1 van het decreet en het tweede en derde lid, de mogelijkheid voor de sporter om, in geval van een vermeende overtreding van de antidopingregels die met een schorsingsperiode van vier jaar of meer wordt bestraft, uiterlijk binnen 20 dagen na de kennisgeving de overtreding toe te geven, teneinde in voorkomend geval aanspraak te kunnen maken op een vermindering van de schorsingsperiode met één jaar, als bedoeld in artikel 10.8.1 van de Code; h) onverminderd artikel 23, § 1 van het decreet en het tweede en derde lid, de mogelijkheid voor de sporter om de overtreding toe te geven, uiterlijk binnen 20 dagen na de kennisgeving, teneinde in voorkomend geval aanspraak te maken op een verkorting van de in beginsel geldende schorsingsperiode en eventueel op vervroeging van de aanvang van de schorsingsperiode vanaf de datum van de monsterneming of de datum van de betrokken overtreding van de antidopingregel, zoals bepaald in artikel 10.8.2 van de Code; i) onverminderd artikel 23, § 1 van het decreet en het tweede en derde lid, in het geval van een niet-gespecificeerde verboden stof, de verduidelijking dat artikel 7.4.1 van de Code, dat betrekking heeft op verplichte voorlopige schorsingen, van toepassing is.

Overeenkomstig artikel 23, § 1, van het decreet is de CIDD uitsluitend bevoegd op disciplinair vlak en is het bijgevolg de CIDD die, op basis van de regels van de Code, het decreet en dit besluit, beslist of één of meer vermeende overtredingen van de antidopingregels zijn begaan en, indien dit het geval is, de toepasselijke sanctie(s) uitspreekt, op grond van artikel 10 van de Code en het decreet.

Rekening houdend met het tweede lid, neemt de NADO Franse Gemeenschap in de in het eerste lid bedoelde kennisgeving: a) het vierde lid op; b) de bepaling op dat, indien een sporter een of meerdere van de in het tweede lid, i) tot k), vermelde rechten uitoefent, het de CIDD is die zal onderzoeken en beslissen of aan de materiële voorwaarden van de artikelen 10.7.1, 10.8.1 en 10.8.1 van de Code, al naargelang het geval, is voldaan, afgezien van de formele eisen van die bepalingen, en, indien dit het geval is, de regels voor de verkorting van de schorsingsperiode zal toepassen die in beginsel krachtens die bepalingen van toepassing zijn. c) de bepaling op dat, indien het eerste lid, i) van toepassing is, het de CIDD is die de verplichte voorlopige schorsing zal uitspreken. Overeenkomstig artikel 5.3.2.3 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer wordt de in het eerste tot derde lid bedoelde kennisgeving zo spoedig mogelijk toegezonden aan het WADA, de NADO('s) waaronder de sporter ressorteert en de betrokken internationale federatie, en wordt daarvan binnen een redelijke termijn ook melding gemaakt in ADAMS. § 4. In overeenstemming met artikel C.6 van bijlage C van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer, stuurt de APME na ontvangst van de eventuele aanvullende uitleg en informatie van de sporter, in voorkomend geval, verstrekt overeenkomstig § 3, eerste lid, e), ter beoordeling door naar de deskundigengroep, samen met alle aanvullende informatie die de deskundigengroep nodig acht om in coördinatie met de Franse Gemeenschap van de NADO en de APME haar advies uit te brengen.

Na de toepassing van het eerste lid herbeoordeelt de deskundigengroep de zaak of herneemt zij de vermeende overtredingen en komt tot een van de volgende conclusies: a) een unaniem advies van "waarschijnlijke dopinggebruik" door de deskundigen op basis van de informatie in het paspoort en alle eventuele uitleg van de sporter;of b) de onmogelijkheid voor de deskundigen, om op basis van de beschikbare informatie tot de unanieme conclusie te komen dat er sprake is van "waarschijnlijk dopinggebruik". § 5. Indien de deskundigengroep het advies uitbrengt bedoeld in § 4, tweede lid, a), wordt de NADO Franse Gemeenschap hiervan op de hoogte gebracht door de APME en stelt zij de sporter in kennis na het verstrijken van de periode van 20 dagen bedoeld in § 3, eerste lid, e), g) en h).

De in het eerste lid bedoelde kennisgeving vermeldt: a) de bepaling(en) van de antidopingregels die de sporter zou hebben overtreden;b) een samenvatting van de relevante feiten waarop de vermeende overtreding is gebaseerd, met bijvoeging van alle bewijsstukken die nog niet in de in § 3 bedoelde kennisgeving zijn opgenomen;c) de gevolgen die krachtens de Code en het decreet van toepassing zijn indien de overtreding(en) van de antidopingregel(s) door de CIDD wordt (worden) geconstateerd en bevestigd, en de bepaling dat deze eventuele gevolgen bindend zijn voor alle ondertekenaars in alle sporten en landen, overeenkomstig artikel 15 van de Code; d) onverminderd h) en j), in het geval van een niet-gespecificeerde verboden stof, de verduidelijking dat artikel 7.4.1 van de Code, betreffende verplichte tussentijdse schorsingen, van toepassing is; e) of de sporter, naar aanleiding van de in § 3 bedoelde kennisgeving, de gestelde overtreding(en) van de antidopingregel al dan niet heeft betwist, door een schriftelijke uitleg te verstrekken en/of te vragen om te worden gehoord door de NADO Franse Gemeenschap;f) of de sporter, na de in artikel 3 bedoelde kennisgeving, de gestelde overtreding(en) van de antidopingregel al dan niet heeft toegegeven;g) of de sporter al dan niet substantiële hulp heeft verleend na de in § 3 bedoelde kennisgeving; h) dat overeenkomstig artikel 23, § 1, van het decreet de CIDD uitsluitend bevoegd is op disciplinair vlak en het bijgevolg de CIDD is die, op basis van de regels van de Code, het decreet en dit besluit, beslist of één of meer vermeende overtredingen van de antidopingregels zijn begaan en, indien dit het geval is, de toepasselijke sanctie(s) uitspreekt, op grond van artikel 10 van de Code en het decreet i) dat de sporter, in voorkomend geval, tijdens de eerste hoorzitting voor de CIDD nog steeds substantiële hulp kan verlenen en/of eventueel de beweerde overtreding(en) van de antidopingregel(s) kan toegeven, en dat hij in een of meer van deze gevallen de CIDD kan verzoeken om toepassing van de regels van artikel 10.7.1, 10.8.1 en 10.8.2 van de Code, die respectievelijk toestaan dat de schorsingsperiode die in beginsel van toepassing is, wordt verkort, mits aan de materiële voorwaarden, met uitzondering van de formele voorwaarden van deze bepalingen, is voldaan en dat dit door de CIDD is vastgesteld; j) indien d) van toepassing is, dat het de CIDD is die de verplichte voorlopige schorsing zal opleggen. § 6. Overeenkomstig artikel 7.2 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer wordt de in § 5 bedoelde kennisgeving zo spoedig mogelijk toegezonden aan het WADA, de NADO('s) waaronder de sporter ressorteert en de betrokken internationale federatie, en wordt daarvan binnen een redelijke termijn ook melding gemaakt in ADAMS. Overeenkomstig artikel 58, § 2, wordt de in § 5 bedoelde kennisgeving op dezelfde dag toegezonden aan de CIDD, met het oog op de toepassing van artikel 23 §§ 1 en 3 van het decreet. § 7. Indien de deskundigengroep het in § 4; tweede lid, 2 b) bedoelde advies uitbrengt, stelt de NADO Franse Gemeenschap de sporter en het WADA daarvan in kennis nadat de in § 3, eerste lid, e), g) en h) bedoelde periode van 20 dagen is verstreken. § 8. In overeenstemming met artikel C 7 van bijlage C van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer, wanneer door de CIDD, bij toepassing van artikel 23, § 1 van het decreet, voor een sporter is vastgesteld dat hij een overtreding van de antidopingregels heeft begaan op basis van het biologisch paspoort van de sporter, wordt het paspoort van die sporter door de NADO Franse Gemeenschap heringesteld aan het begin van de betrokken schorsingsperiode.

In het in eerste lid bedoelde geval wordt in ADAMS een nieuwe biologische paspoortidentificatie toegekend om de anonimiteit van de sporter te bewaren met het oog op eventuele toekomstige controles door de APME en deskundigengroepen.

Wanneer een sporter door de CIDD, in toepassing van artikel 23, § 1 van het decreet, een overtreding van de antidopingregels heeft begaan op een andere basis dan het biologisch paspoort van de sporter, blijft het hematologische en/of steroïdenpaspoort van kracht, behalve in gevallen waarin de verboden stof of verboden methode een aantasting van de hematologische respectievelijk steroïdenmarkers heeft veroorzaakt.

Om na te gaan of de hematologische of steroïde merkers gewijzigd zijn, overlegt de NADO Franse Gemeenschap in het geval bedoeld in het derde lid met de APME om te bepalen of een herinstelling van het paspoort gerechtvaardigd is.

Indien ten gevolge van de toepassing van het derde en vierde lid de hematologische of steroïdenmerkers werden gewijzigd en een herinstelling van het paspoort bijgevolg gerechtvaardigd is, zal het paspoort van de sporter door de NADO Franse Gemeenschap worden heringesteld vanaf de datum van het begin van de betrokken schorsingsperiode. HOOFDSTUK 4. - Verblijfsgegevens van de elitesporters

Art. 45.§ 1. Na raadpleging, van de sportorganisaties, van het Algemeen Bestuur Sport en, in voorkomend geval, van de sportkringen die behoren tot de Franse Gemeenschap en die evolueren in de hoogste divisie of de nationale categorie, stelt de NADO Franse Gemeenschap een lijst op van elitesporters van nationaal niveau, die deel uitmaken van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig en met toepassing van de criteria opgenomen in artikel 1, 89° en 41° van het decreet.

Met de in lid 1 bedoelde sportkringen die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, worden de sportkringen bedoeld die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap vallen, hetzij omdat ze aangesloten zijn bij een sportorganisatie die onder de bevoegdheid van de Franse Gemeenschap valt, hetzij, indien ze aangesloten zijn bij een nationale federatie, omdat hun zetel zich op het grondgebied van het Franse taalgebied bevindt.

De lijst bedoeld bij het eerste lid wordt ten minste driemaandelijks bijgewerkt, volgens dezelfde nadere regels voor de raadpleging als deze bedoeld in hetzelfde lid.

In overeenstemming met artikel 4.8.14.2 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, stellen de sportorganisaties en de sportkringen waaruit ze bestaan alles in het werk om de NADO Franse Gemeenschap bij te staan: a) in het kader van de in het eerste en derde lid bedoelde raadpleging;b) door haar spontaan en onverwijld per e-mail, in voorkomend geval na overleg met de betrokken elitesporter, mee te delen dat hij voortaan beantwoordt aan de criteria bedoeld in artikel 1, 89° en 41° van het decreet of, integendeel, dat hij er niet meer aan beantwoordt;c) bij het verzamelen van inlichtingen over de verblijfplaats van topsporters die onder hen ressorteren. § 2. Elke beslissing tot opneming in de doelgroep van de Franse Gemeenschap wordt aan de betrokken elitesporter meegedeeld door de NADO Franse Gemeenschap, per e-mail en/of gewone briefpost.

Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 55, is elke beslissing bedoeld in het eerste lid, van kracht 16 dagen na de mededeling aan de betrokken elitesporter.

De mededeling van de beslissing bedoeld in het eerste lid bepaalt inzonderheid: 1° de categorie A, B of C, waartoe de elitesporter behoort, overeenkomstig bijlage 1 van het decreet;2° de omvang en de beschrijving van zijn verplichtingen inzake de verblijfsgegevens en/of een TTN, overeenkomstig respectievelijk artikel 22 en artikel 10 van het decreet;3° de datum van aanvang van zijn verplichtingen;4° beide oorzaken van het einde van de verplichtingen van de verblijfsgegevens, inzonderheid de terugtrekking van de sporter of het feit, om een andere reden, dat hij niet meer aan ten minste één van de criteria beantwoordt, zoals bedoeld in artikel 1, 41° of 89° van het decreet;5° de procedure die van toepassing is ingeval van terugtrekking uit de sport, zoals bedoeld in artikel 47; de mogelijke gevolgen voor de betrokken elitesporter bij niet-nakoming van zijn verplichtingen inzake verblijfsgegevens en/of een TTN. 7° het feit dat hij ook kan worden gecontroleerd door andere antidopingorganisaties die bevoegd zijn voor zijn controle;8° het feit dat de betrokken elitesporter verplicht is een opleiding en/of informatiesessie te volgen, zoals bepaald in artikel 5, § 2, vierde lid. § 3. Onverminderd artikel 22, § 9 van het decreet en overeenkomstig artikel 5.5 van de Code en artikel 4.8.12.2 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, stelt de NADO Franse Gemeenschap, na het opmaken van de lijst bedoeld in § 1 en kennisgeving van de beslissing aan de betrokken elitesporter, volgens de nadere regels bedoeld in § , haar lijst van elitesporters die deel uitmaken van de doelgroep van de Franse Gemeenschap ter beschikking van het WADA en de andere antidopingorganisaties die bevoegd zijn om de betrokken sporters te controleren.

Onverminderd het voorafgaande lid, kan elke antidopingorganisatie die de Code ondertekend heeft, op schriftelijke en gemotiveerde aanvraag, aan de NADO Franse Gemeenschap haar lijst van elitesporters vragen die deel uitmaken van de doelgroep.

Bij toepassing van het voorafgaande lid motiveert de NADO Franse Gemeenschap, in feite en in rechte, elke mogelijke weigering of aanvaardt zij de aanvraag die haar voorgelegd werd. § 4. Elke beslissing tot uitsluiting uit de doelgroep van de Franse Gemeenschap wordt per e-mail en/of briefpost bekendgemaakt, door de NADO Franse Gemeenschap, per e-mail en/of briefpost aan de betrokken elitesporter, met de nadere gegevens, naargelang het geval, van één van de oorzaken van het einde van zijn verplichtingen, zoals bedoeld in § 2, derde lid, 4°.

Elke beslissing bedoeld in het eerste lid, treedt in werking op de dag van kennisgeving aan de betrokken elitesporter en stelt een einde aan zijn specifieke verplichtingen inzake de TTN, zoals bedoeld in artikel14, § 2, eerste lid, en, als hij tot de categorie A tot C behoort, aan deze inzake de verblijfsgegevens, zoals bedoeld in artikel 22 van het decreet en nader omschreven door de bepalingen van dit hoofdstuk. § 5. Na de kennisgeving van de beslissing tot uitsluiting uit de doelgroep van de Franse Gemeenschap aan de betrokken elitesporter, volgens de nadere regels bedoeld in § 4, informeert de NADO Franse Gemeenschap, via ADAMS, het WADA en de andere antidopingorganisaties die het ADAMS-programma gebruiken, hierover. § 6. Overeenkomstig artikel 22, § 1, derde lid, van het decreet, en onverminderd artikel 22, § 4, zesde lid, van het decreet, zijn de sportdisciplines die met de categorieën A en B overeenkomen, die welke in bijlage 1 zijn opgenomen.

Art. 46.§ 1. Voor de toepassing van artikel 18, § 1, van het decreet publiceren de elitesporters van nationaal niveau van de categorie A tot C die deel uitmaken van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, elk kwartaal, op ADAMS, de verblijfsgegevens bedoeld in artikel 22, § 2 of § 3 van het decreet, naargelang het geval, in functie van de categorie A of B waartoe zij behoren.

De verblijfsgegevens bedoeld in het eerste lid, worden ten laatste 7 dagen vóór het begin van elk kwartaal gepubliceerd, ofwel ten laatste op de volgende datums: 1° 24 december;2° 25 maart;3° 24 juni;4° 24 september. Onverminderd artikel 22, § 2 of § 3, van het decreet, naargelang het geval, en overeenkomstig artikel 4.8.8.2, d), van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, hebben de in het eerste en tweede lid bedoelde verblijfsgegevens over de verblijfplaats betrekking op de regelmatige activiteiten, alsook op de gewone uurroosters van deze voor de betrokken elitesporters.

Overeenkomstig artikel 4.8.8.5 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken moeten de in het eerste tot derde lid bedoelde verblijfsgegevens nauwkeurig en voldoende gedetailleerd worden ingevoerd om de NADO-Gemeenschap in staat te stellen de betrokken elitesporter te lokaliseren met het oog op controles, op gelijk welke dag tijdens het kwartaal, op de door de sporter voor die dag in ADAMS opgegeven uren en plaatsen.

Overeenkomstig artikel 4.8.8.6 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken en onverminderd het vierde en zesde lid, worden de in het eerste tot derde lid bedoelde verblijfsgegevens, in voorkomend geval, dagelijks via ADAMS bijgewerkt door de betrokken elitesporter of de door hem naar behoren gemachtigde persoon, in functie van eventuele wijzigingen in zijn sportkalender of in verband met zijn regelmatige activiteiten of het tijdschema daarvan.

Indien het om technische of andere redenen onmogelijk is updates uit te voeren via ADAMS, overeenkomstig het vijfde lid, kunnen deze, in voorkomend geval, worden uitgevoerd per e-mail aan NADO Franse Gemeenschap.

Overeenkomstig artikel 4.8.8.3 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, is de dagelijks periode van 60 minuten die opgegeven moet worden, door de elitesporters van de categorie A, overeenkomstig artikel 22, § 2, eerste lid, h, van het decreet tussen 5 en 23 uur begrepen. § 2. Voor de toepassing van artikel 22, § 6 van het decreet, onverminderd § 1 en overeenkomstig artikel 5.5 van de Code en artikel 4.8.1 van de Internationale Standaard voor Controletests en Onderzoeken, baseren de rechten en plichten van de elitesporters inzake verblijfsgegevens zich op de volgende principes: 1° de informatie over de verblijfsgegevens betekent niet een doel op zichzelf maar is een middel om tot een einde te komen, inzonderheid de doeltreffende uitvoering van onverwachte controles;2° de evenredigheid tussen het type en de omvang van de meegedeelde gegevens ten opzichte van het doel bedoeld in 1° ;3° onverminderd artikel 13 van het decreet, worden de verblijfsgegevens strikt vertrouwelijk behandeld en gebruikt, uitsluitend met het oog op het plannen, coördineren of uitvoeren van dopingcontroles, het verstrekken van informatie met betrekking tot het biologisch paspoort of andere analyseresultaten van de sporter, het meewerken aan een onderzoek naar een mogelijke overtreding van de antidopingregels of het meewerken aan een procedure waarin een overtreding van de antidopingregels wordt aangevoerd; 4° de verblijfsgegevens worden vernietigd vanaf het ogenblik dat ze niet meer gebruikt worden voor de doeleinden bedoeld in 3°, overeenkomstig de Internationale Standaard voor de Bescherming van Persoonsgegevens en artikel 5.1.c), van de AVG; 5 ° de maximale termijn voor de bewaring van de verblijfsgegevens is die welke in bijlage 2 van het decreet is bepaald.

Onverminderd het eerste lid, overeenkomstig de artikelen 4.8.8.3, 4.8.8.5 en 4.8.8.6 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, leidt de niet-naleving, door een elitesporter van de categorie A of B van zijn plichten zoals bedoeld in § 1, eerste tot vijfde lid, indien het een sporter van categorie B betreft, of het eerste tot zesde lid, indien het een sporter van categorie A betreft, tot de toepassing van de procedure waarbij vastgesteld wordt dat de verplichtingen inzake de verblijfsgegevens, zoals bedoeld in artikel 49, niet nageleefd worden.

Onverminderd het tweede lid, overeenkomstig de artikelen 4.8.8.5, c) en d), en 4.8.9.1 van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, leidt het feit voor een elitesporter van de categorie A dat hij niet aanwezig is om een controle te ondergaan tijdens de periode van 60 minuten bedoeld in § 1, zesde lid, mutatis mutandis, met uitzondering van de kennisgeving aan de betrokken elitesporter, tot de toepassing van de procedure bedoeld in artikel 31, § 8.

Bij toepassing en onverminderd het derde lid, overeenkomstig artikel 4.8.8.5, d), van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken blijft de controlearts op de plaats aangegeven op het opdrachtblad tot het einde van de periode van 60 minuten, bedoeld in § 1, zesde lid.

Art. 47.Elke elitesporter van nationaal niveau, van de categorie A of B, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap en die zich wenst terug te trekken uit de sport, brengt de NADO Franse Gemeenschap hiervan per e-mail of per post op de hoogte, met vermelding van de geplande datum van het begin van deze terugtrekking.

Ingevolge de toepassing van het eerste lid, gaat de NADO Franse Gemeenschap over tot de kennisgeving van de beslissing tot uitsluiting uit de doelgroep van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig de nadere regels bedoeld in 45, § 4, en met vermelding van de in acht te nemen voorwaarden, zoals bedoeld in artikel 5.6.1 van de Code, ingeval van terugkeer naar de wedstrijd, evenals de gevolgen zoals voorzien in artikel 5.6.1.1 van de Code, mochten de voorwaarden bedoeld in artikel 5.6.1 van de Code niet nageleefd zijn.

Art. 48.§ 1. Elke voormalige elitesporter van nationaal niveau, van de categorie A of B, die zich overeenkomstig artikel 47 uit de sport heeft teruggetrokken, maar die wenst opnieuw deel te nemen aan de wedstrijd op nationaal en/of internationaal niveau, mag deelnemen aan geen enkele wedstrijd, zonder de NADO Franse Gemeenschap daarvan, per e-mail of brief, te hebben in kennis gesteld binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de datum van zijn voorgenomen terugkeer.

Overeenkomstig artikel 5.6.1 van de Code kan het WADA, in overleg met de NADO Franse Gemeenschap, een uitzondering toestaan op de in het eerste lid bedoelde termijn van 6 maanden, indien de strikte toepassing van die termijn onbillijk zou zijn voor de betrokken elitesporter.

Om de in het tweede lid bedoelde uitzondering aan te vragen, vermeldt de betrokken elitesporter in de e-mail of de postbrief, bedoeld in het eerste lid, de reden(en) waarop zijn aanvraag is gebaseerd.

Tegen elke beslissing genomen in toepassing van het tweede lid kan bij de CIDD beroep worden ingesteld, dat binnen de 15 dagen na kennisgeving van de beslissing, per post, bij het secretariaat van de CIDD moet worden ingediend.

Onverminderd het tweede lid, overeenkomstig artikel 5.6.1.1 van de Code, wordt elk resultaat dat in strijd met het eerste lid is behaald, geannuleerd tenzij de sporter kan aantonen dat hij redelijkerwijs niet kon weten dat het om een wedstrijd op internationaal of nationaal niveau ging. § 2. Overeenkomstig artikel 5.6.2 van de Code, indien een voormalige elitesporter van nationaal niveau, van de categorie A of B zich uit de sport heeft teruggetrokken tijdens een schorsingsperiode als gevolg van een tuchtbeslissing die in kracht van gewijsde gegaan is en die de overtreding van de antidopingsregel(s) in zijn hoofde heeft vastgesteld, zal hij aan geen enkele wedstrijd op nationaal en/of internationaal niveau mogen deelnemen, zonder een voorafgaande verwittiging, per e-mail of per postbrief, aan de NADO Franse Gemeenschap en haar internationale federatie binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de geplande wedstrijd of binnen een termijn die gelijk is aan de schorsingsperiode die nog loopt op de datum van zijn terugtrekking, indien deze periode meer bedraagt dan 6 maanden. § 3. Vanaf haar verwittiging per e-mail of brief, in een van de gevallen bedoeld in § 1 of 2, kan de NADO Franse Gemeenschap de betrokken voormalige elitesporter aan controles buiten wedstrijdverband onderwerpen.

Bovendien, na de verwittiging bedoeld in het eerste lid, deelt de NADO Franse Gemeenschap aan de betrokken voormalige elitesporter van de categorie A of B, mutatis mutandis volgens dezelfde nadere regels als deze bedoeld in artikel 45, § 2, mee dat hij zijn plichten inzake de verblijfsgegevens opnieuw moet vervullen, overeenkomstig de categorie waartoe hij behoorde toen hij zich uit de sport heeft teruggetrokken.

Art. 49.De NADO Franse Gemeenschap, met inachtneming van de vereisten van respectievelijk artikel B.2.1 of B.2.4 van bijlage B van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer, naargelang het geval, maakt bekend dat ze een tekortkoming heeft vastgesteld en dit, per e-mail en/of brief, aan elke nationale elitesporter van nationaal niveau van categorie A of B, die deel uitmaakt van haar doelgroep en die: 1° ofwel zijn verplichtingen inzake verblijfsgegevens niet naleeft, zoals bedoeld in artikel 22 van het decreet en nader bepaald door de bepalingen van dit hoofdstuk;2° ofwel een controle mist, zoals vastgesteld door de controlearts, in een formulier van gemiste poging, overeenstemmend met de vereisten van de Internationale Standaard voor Dopingtests en Onderzoeken, waarvan het model is vastgesteld door de NADO Franse Gemeenschap. De kennisgeving bedoeld in het eerste lid vermeldt ten minste de volgende elementen: 1° ze neemt een beknopte beschrijving op van de feiten die in aanmerking werden genomen voor de vaststelling van de tekortkoming;2° ze preciseert of nog andere tekortkomingen tegenover de plichten inzake de verblijfsgegevens zijn vastgesteld ten aanzien van de betrokken topsporter in de loop van de voorbije 12 maanden;3° ze herinnert hem, naargelang de categorie A of B waartoe hij behoort, aan het (de) mogelijke gevolg(en) waaraan hij zich blootstelt, overeenkomstig het decreet, ingeval van nieuwe gemiste controle;4° ze bepaalt het recht van de betrokken elitesporter om de tekortkoming te betwisten, overeenkomstig artikel 22, § 7, tweede tot vierde lid, van het decreet, volgens de nadere regels bedoeld in artikel 55;5° ze verzoekt de betrokken elitesporter om zijn verplichtingen strikt na te leven;6° in geval van ontbrekende inlichtingen betreffende zijn verblijfsgegevens, verzoekt ze de betrokken sporter deze zo spoedig mogelijk en uiterlijk binnen 48 uur na ontvangst van de kennisgeving aan te vullen. Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 55, is elke beslissing tot vaststelling van de tekortkoming bedoeld in het eerste lid van kracht 16 dagen na de kennisgeving aan de betrokken elitesporter.

In overeenstemming met artikel B.3.3 van de Internationale Standaard voor Resultaatbeheer wordt, wanneer een vastgestelde tekortkoming een topsporter van categorie A betreft, de in het eerste lid bedoelde kennisgeving door de NADO Franse Gemeenschap onmiddellijk nadat de in het derde lid bedoelde termijn van 16 dagen is verstreken, vertrouwelijk via ADAMS aan het WADA en de andere betrokken antidopingorganisaties gemeld, tenzij het in artikel 55 bedoelde beroep wordt uitgeoefend.

Art. 50.Elke combinatie, voor een elitesporter van nationaal niveau, van categorie B, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, over een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de eerste tekortkoming, van drie gemiste controles en/of de niet-naleving van de verplichtingen inzake verblijfgegevens zoals bedoeld in artikel 22, § 3, en nader bepaald in artikel 46, leidt tot een nieuwe classificatie van elitesporter van nationaal niveau van categorie A, voor een periode van 6 maanden, na kennisgeving, per e-mail, of bij gebrek daaraan, per brief, door de NADO Franse Gemeenschap.

De in het eerste lid bedoelde herindeling heeft tot gevolg dat de betrokken elitesporter voor dezelfde periode van 6 maanden aan de verplichtingen van categorie A wordt onderworpen.

Als de betrokken elitesporter de verplichtingen bedoeld in het voorafgaande lid opnieuw niet naleeft, gedurende de periode van 6 maanden, wordt de nieuwe classificatie van elitesporter van nationaal niveau van categorie A verlengd tot 18 maanden te rekenen vanaf de eerste tekortkoming, na kennisgeving per e-mail of bij gebrek daarvan per briefpost, door de NADO Franse Gemeenschap.

Bij toepassing van het derde lid, blijven voor de betrokken elitesporter de verplichtingen van categorie A gelden gedurende de in dat lid bedoelde periode van 12 maanden.

Behoudens toepassing van het in artikel 55 bedoelde beroep, is elke in het eerste of derde lid bedoelde beslissing van kracht 16 dagen na kennisgeving aan de betrokken elitesporter.

Art. 51.Wanneer een elitesporter van nationaal niveau, van categorie B of C geschorst wordt in toepassing van artikel 23, § 1, van het decreet, stelt de NADO van de Franstalige Gemeenschap hem per e-mail of, anders per brief in kennis van zijn herindeling als elitesporter op nationaal niveau van categorie A voor een maximumperiode van 12 maanden.

De in het eerste lid bedoelde nieuwe classificatie heeft tot gevolg dat voor de betrokken topsporter de verplichtingen van plaatsbepaling van categorie A gelden tijdens dezelfde maximumperiode van 12 maanden.

In het geval dat ernstige aanwijzingen van dopinggebruik worden bevestigd en voortduren tijdens de maximumperiode van 12 maanden bedoeld in lid 1, kan de herindeling als topsporter van categorie A op nationaal niveau met een nieuwe maximumperiode van 12 maanden worden verlengd, na kennisgeving per e-mail of, bij gebrek daaraan, per post, door de NADO Franse Gemeenschap.

In geval van toepassing van lid 3 blijft voor de betrokken topsporter de verplichtingen inzake lokalisatie van categorie A gelden gedurende de tweede maximumperiode van 12 maanden waarin datzelfde lid voorziet.

Ingevolge artikel 22, § 8, van het decreet worden, indien de sporter een topsporter van categorie B is en zijn periode van schorsing nog voortduurt na herindeling als topsporter van categorie A, zijn lokalisatieverplichtingen als topsporter van categorie B hervat en blijven van kracht voor de duur van zijn schorsing.

Behoudens toepassing van het in artikel 55 bedoelde beroep, is elke in het eerste of het derde lid bedoelde beslissing van kracht 16 dagen na kennisgeving aan de betrokken elitesporter.

Art. 52.Wanneer een elitesporter van nationaal niveau, van categorie B of C, een plotse en aanzienlijke verbetering van zijn prestaties of ernstige aanwijzingen van dopinggebruik vertoont, kan de Franse Gemeenschap NADO hem per e-mail of, bij gebrek daaraan, per post op de hoogte brengen van zijn herindeling als elitesporter van nationaal niveau van categorie A, voor een periode van maximaal 12 maanden.

De in het eerste lid bedoelde herindeling heeft tot gevolg dat voor de betrokken topsporter gedurende dezelfde maximumperiode van 12 maanden lokalisatieverplichtingen van categorie A gelden.

In het geval dat ernstige aanwijzingen van dopinggebruik bevestigd worden en aanhouden tijdens de maximumperiode van 12 maanden bedoeld in het eerste lid, kan de herindeling tot elitesporter op nationaal niveau van categorie A, verlengd worden met een nieuwe maximumperiode van 12 maanden, na kennisgeving per e-mail of, bij gebrek daaraan, per post, door NADO Franse Gemeenschap.

Bij toepassing van het derde lid, blijven voor de betrokken elitesporter lokalisatieverplichtingen van categorie A gelden gedurende de tweede maximumperiode van 12 maanden als bepaald in hetzelfde lid.

Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 55, is elke in het eerste en derde lid bedoelde beslissing 16 dagen na kennisgeving aan de betrokken elitesporter van kracht.

Art. 53.Sporters tegen wie de NADO van de Franse Gemeenschap ernstige aanwijzingen heeft van dopinggebruik, in het kader van een antidopingonderzoek dat, in voorkomend geval, wordt uitgevoerd in samenwerking met een of meer andere antidopingorganisaties en/of de politie en/of de gerechtelijke diensten, kunnen, na schriftelijke kennisgeving via e-mail of briefpost door de NADO van de Franse Gemeenschap, verplicht worden om gedurende een periode van maximaal 12 maanden te voldoen aan de verplichtingen inzake verblijfsgegevens van categorie A. Indien de ernstige aanwijzingen van dopinggebruik worden bevestigd en blijven bestaan gedurende de in het eerste lid bedoelde maximumperiode van 12 maanden, kunnen de eisen inzake de verblijfplaats van de sporter van categorie A met een nieuwe periode van maximaal 12 maanden worden verlengd, na kennisgeving aan de sporter per e-mail of, bij gebreke daarvan, per post, door de Franse Gemeenschap van de NADO. Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 55 en onverminderd het vierde lid, is elke in het eerste of tweede lid bedoelde beslissing voor de betrokken elitesporter 16 dagen na de kennisgeving van kracht.

In afwijking van het derde lid kan, in geval van hoogdringendheid die door de NADO Franse Gemeenschap in haar kennisgeving wordt gerechtvaardigd, de termijn voor het van kracht worden van een beslissing bedoeld in het eerste of tweede lid worden verkort.

Art. 54.Wanneer een sporter op een pre-kwalificatielijst voor de Olympische Spelen, Paralympische Spelen, Europese Kampioenschappen of Wereldkampioenschappen staat en nog niet in de doelgroep van de Franse Gemeenschap is opgenomen, kan NADO Franse Gemeenschap de sporter per e-mail of, bij gebrek daaraan, per brief op de hoogte brengen van zijn verplichting om gedurende een periode van maximaal 12 maanden te voldoen aan de verplichtingen inzake verblijfsgegevens onder categorie A. Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 55 en onverminderd het derde lid, is elke in het eerste lid bedoelde beslissing voor de betrokken elitesporter 16 dagen na de kennisgeving van kracht.

In afwijking van het tweede lid kan, in geval van hoogdringendheid die door de NADO Franse Gemeenschap in haar kennisgeving wordt gerechtvaardigd, de termijn voor het van kracht worden van een beslissing bedoeld in het eerste lid, worden verkort.

Art. 55.Onverminderd en in overeenstemming met de artikelen 22, § 7, tweede tot vierde lid, en 23, § 2, van het decreet, kan elke elitesporter beroep indienen bij de CIDD om het volgende te betwisten: a) zijn onderwerping aan de verplichtingen van artikel 22 van het decreet of;b) elke mogelijke tekortkoming die hem wordt verweten overeenkomstig artikel 22 van het decreet en door toepassing van artikel 49. Bovendien kan, overeenkomstig artikel 22, § 4, vijfde lid van het decreet, in geval van toepassing van artikel 22, § 4, derde of vierde lid van het decreet, een amateursporter in de zin van artikel 1, 83° van het decreet, eveneens beroep aantekenen bij de CIDD om zijn tijdelijke onderwerping aan de verplichtingen inzake verblijfsgegevens van de categorie A, die hem door de NADO van de Franstalige Gemeenschap werd meegedeeld, te betwisten, overeenkomstig artikel 53 of 54.

Onverminderd en in overeenstemming met artikel 22, § 7, derde lid, van het decreet, heeft voor de in het eerste lid bedoelde gevallen, het in het tweede lid bedoelde beroep schorsende werking en wordt het in beginsel ingesteld binnen de vijftien dagen na de betekening van de bestreden beslissing.

In afwijking van het derde lid kan, in geval van toepassing van artikel 53, vierde lid, of artikel 54, derde lid, de in het derde lid bedoelde beroepstermijn worden verkort tot 4 dagen; in dat geval, wordt door de NADO Franse Gemeenschap in haar kennisgeving van de beslissing bedoeld in artikel 53, eerste of tweede lid, of 54, eerste lid, gepreciseerd.

Het in het eerste of tweede lid bedoelde beroep beoogt de herziening van de oorspronkelijke beslissing die de NADO Franse Gemeenschap in dit kader heeft genomen.

Het beroep bedoeld in het eerste of tweede lid wordt per post ingediend bij het secretariaat van de CIDD, gevestigd in de Allée du Bol d'air 13/15, 4031 Angleur, en vermeldt de volgende elementen: 1° de betwiste administratieve beslissing en het verzoek tot de herziening ervan;2° de uitleg en, in voorkomend geval, de rechtvaardiging, in feite en in rechte die worden geopperd;3° de eventuele aanvraag om gehoord te worden door de CIDD, in voorkomend geval, in aanwezigheid van een raadsman of elke persoon naar keuze van de betrokken elitesporter. Bij toepassing van 3°, van het zesde lid, kan de CIDD met een alleensprekende tuchtrechter zetelen.

De CIDD, die uitspraak doet over een beroep, zoals bedoeld in het eerste of tweede lid: a) brengt de Franse Gemeenschap NADO op de hoogte van de ontvangst van het beroep, op de dag zelf van de ontvangst ervan;b) kan, voor de gevallen bedoeld in het eerste lid, de NADO Franse Gemeenschap, naast het advies bedoeld in artikel 23, § 2, tweede lid, van het decreet, een afschrift vragen van de oorspronkelijke administratieve documenten, alsook elke eventuele bijkomende informatie, inzonderheid afkomstig uit ADAMS, voor zover strikt noodzakelijk voor de uitvoering van zijn opdracht;c) kan, voor de gevallen bedoeld in het tweede lid, de NADO Franse Gemeenschap elk voorkomend advies vragen, alsook een afschrift van de oorspronkelijke administratieve documenten, evenals elke eventuele bijkomende informatie, voor zover dit strikt noodzakelijk is voor de uitvoering van zijn opdracht;d) kan met een alleensprekende tuchtrechter zetelen;e) motiveert zijn beslissing, in feite en in rechte;f) geeft in haar beslissing uitdrukkelijk aan of ze beslist heeft de betwiste aanvankelijke beslissing te bevestigen of, integendeel te hervormen, met verwijzing naar deze beslissing en de datum waarop deze laatste genomen werd; Onverminderd en in overeenstemming met artikel 23, § 2, zesde en zevende lid, van het decreet, wordt voor de gevallen bedoeld in het eerste lid, de beslissing van de CIDD met betrekking tot de gevallen bedoeld in het tweede lid, schriftelijk meegedeeld aan de sporter en aan de NADO Franse Gemeenschap, uiterlijk binnen de 14 dagen na ontvangst van het beroep of, in voorkomend geval, binnen de 14 dagen na het horen van de sporter, indien de sporter heeft verzocht om in zijn beroep te worden gehoord.

Indien de beslissing van de CIDD niet binnen een van de in het negende lid genoemde termijnen, naar gelang het geval, ter kennis is gebracht, wordt de aangevochten beslissing geacht te zijn ingetrokken.

Elke beslissing die door de CIDD genomen wordt, ten gevolge van een beroep zoals bedoeld in het eerste of tweede lid, treedt in werking de dag waarop deze aan de betrokken elitesporter wordt bekendgemaakt.

De in het elfde lid bedoelde kennisgeving wordt geacht te gebeuren: i) op de dag van de kennisgeving van de beslissing van de CIDD, aan de elitesporter, per e-mail of, bij gebreke daarvan per briefpost; ii) op de eerste werkdag volgend op die waarop een aangetekende brief aan de wettelijke of gekozen woonplaats van de sporter werd aangeboden, indien zijn woonplaats zich in België bevindt, of ; iii) op de derde werkdag volgend op de dag van de afgifte van een aangetekende brief op het postkantoor, indien de wettelijke of gekozen woonplaats van de sporter zich buiten België bevindt.

De NADO Franse Gemeenschap, die de kennisgeving ontvangt van de beslissing van de CIDD, in toepassing van artikel 23, § 2, zesde lid, van het decreet, of van het negende lid, gaat daarna over tot de noodzakelijke administratieve classificatie en archivering en, in voorkomend geval, de nodige coderingen in ADAMS.

Art. 56.De elementen bedoeld in artikel 22, § 9 van het decreet worden meegedeeld door de NADO Franse Gemeenschap binnen de perken en voor de toepassing van dit laatste artikel door middel van de ADAMS-software. HOOFDSTUK 5. - Follow-up van de controles en sommige elementen betreffende de tuchtprocedures

Art. 57.Voor elke individuele controleprocedure die overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk 3, afdeling 2, wordt uitgevoerd, wordt in geval van een afwijkend analyseresultaat een administratief dossier opgemaakt met de kennisgeving en de daarin opgenomen elementen, als bedoeld in artikel 42, § 3.

Elke gecontroleerde sporter of, als hij minderjarig of niet over de rechtsbekwaamheid beschikt, zijn wettelijke vertegenwoordiger, kan, wat ook de uitslag is van zijn monsters, per post of per e-mail, de NADO Franse Gemeenschap verzoeken dat hem een afschrift van zijn controledossier wordt bezorgd.

De NADO Franse Gemeenschap zendt het dossier aan de sporter over of, als deze minderjarig is, aan zijn wettelijke vertegenwoordiger, binnen de 30 dagen vanaf de aanvraag bedoeld bij het tweede lid.

Art. 58.§ 1. Voor de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3 van het decreet, in geval van een definitief abnormaal analyseresultaat, onverminderd artikel 43, § 8, gebeurt de aanhangigmaking van de CIDD, door de NADO Franse Gemeenschap, door de verzending van het administratief dossier bedoeld in artikel 23, § 3, eerste lid van het decreet.

Onverminderd artikel 23, § 3, tweede lid, van het decreet, en met het oog op de toepassing ervan, bestaat het administratieve dossier bedoeld in het eerste lid uit de volgende elementen: a) een aanhangigmakingsbrief met de verschillende elementen bedoeld in artikel 20, § 2 van het decreet en in artikel 43, § 6 of § 7, naar gelang het geval, die ook aan de sporter worden meegedeeld;b) een afschrift van de eerste kennisgeving aan de sporter als bedoeld in artikel 42, § 3, en van de bij die kennisgeving gevoegde stukken van de individuele controleprocedure;c) een afschrift van de tweede kennisgeving aan de sporter bedoeld in artikel 43, § 6 of § 7, al naar gelang het geval, alsook van de eventuele stukken die bij deze kennisgeving zijn gevoegd;d) een afschrift van elk eventueel bijkomend stuk dat meegedeeld wordt aan de sporter bij de individuele controleprocedure; De verzending bedoeld in het eerste lid gebeurt zo snel mogelijk nadat het analyseresultaat als abnormaal bevestigd werd, maar na het verstrijken van de termijn van 20 dagen bedoeld in artikel 42, § 3, tweede lid, h), j) en k) en, in elk geval, op dezelfde dag als die waarop de NADO Franse Gemeenschap de kennisgeving aan de sporter verzendt, overeenkomstig artikel 23, §§ 1, eerste lid en 3, derde lid, van het decreet. § 2. Voor de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3, van het decreet wordt, in geval van een abnormaal paspoortresultaat, onverminderd artikel 44, § 6, de zaak door de NADO Franse Gemeenschap bij de CIDD aanhangig gemaakt door toezending van het administratief dossier bedoeld in artikel 23, § 3, eerste lid, van het decreet.

Onverminderd artikel 23, § 3, tweede lid, van het decreet, en met het oog op de toepassing ervan, bestaat het administratieve dossier bedoeld in het eerste lid uit de volgende elementen: a) een aanhangigmakingsbrief met de verschillende elementen bedoeld in artikel 44, § 5, die ook aan de sporter worden meegedeeld;b) een afschrift van de eerste kennisgeving aan de sporter als bedoeld in artikel 44, § 3, alsook van de bij deze kennisgeving gevoegde stukken;c) een afschrift van de tweede kennisgeving aan de sporter bedoeld in artikel 44, § 5, alsook van alle aan deze kennisgeving gehechte stukken;d) een afschrift van elk bijkomend stuk die meegedeeld wordt aan de sporter bij de individuele controleprocedure; De verzending bedoeld in het eerste lid gebeurt zo snel mogelijk nadat het analyseresultaat als abnormaal bevestigd werd, maar na het verstrijken van de termijn van 20 dagen bedoeld in artikel 44, § 3, eerste lid, e), g) en h) en, in elk geval, op dezelfde dag als die waarop de NADO Franse Gemeenschap de kennisgeving aan de sporter verzendt, overeenkomstig artikel 23, § 1, eerste lid, van het decreet.

Art. 59.Met het oog op de toepassing van artikel 23, §§ 1 en 3 van het decreet, wordt voor elke mogelijke overtreding van het antidopingreglement, met uitzondering van deze bedoeld in artikel 6, 1° en 2° van het decreet, de zaak door de NADO Franse Gemeenschap bij de CIDD aanhangig gemaakt door toezending van het administratief dossier bedoeld in artikel 23, § 3, eerste lid, van het decreet. Onverminderd artikel 23, § 3, tweede lid, van het decreet, en met het oog op de toepassing ervan, bestaat het administratieve dossier bedoeld in het eerste lid uit de volgende elementen: a) een aanhangigmakingsbrief met de verschillende elementen bedoeld in artikel 23, § 3, vijfde lid, b) tot g) van het decreet, die ook aan de sporter worden meegedeeld of aan de andere persoon tegen wie een overtreding van de antidopingregels wordt aangevoerd;b) indien een onderzoek is ingesteld, het dossier en de conclusies van het onderzoek, met inachtneming van artikel 38, eerste lid, 22° ;c) een afschrift van elk eventueel bijkomend stuk dat meegedeeld wordt aan de sporter bij de individuele controleprocedure;of andere persoon tegen wie een schending van de antidopingregel wordt aangevoerd.

De verzending bedoeld in het eerste lid gebeurt zo snel mogelijk en, in elk geval, op dezelfde dag als die waarop de NADO Franse Gemeenschap de kennisgeving aan de sporter verzendt, of aan de andere persoon tegen wie een overtreding van de antidopingregels wordt aangevoerd, overeenkomstig artikel 23, §§ 1, eerste lid en 3, vijfde lid, van het decreet.

Art. 60.Op voorstel van de NADO Franse Gemeenschap kan de Minister een model van procedurereglement aannemen, zoals bedoeld in artikel 23, § 4, tweede lid, 11°, van het decreet.

Art. 61.De CIDD verzendt de kennisgevingen bedoeld in artikel 23, § 6, eerste lid, van het decreet, uiterlijk binnen de 7 dagen na de datum van afgifte van de betrokken beslissingen, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep.

Binnen de 5 werkdagen na de kennisgeving bedoeld in het eerste lid, stuurt de NADO Franse Gemeenschap de sportorganisaties en, in voorkomend geval, de antidopingverantwoordelijken van de gelabelde fitnesscentra, zoals aangewezen in overeenstemming met artikel 14, § 1, tweede lid, van het decreet van 10 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/05/2013 pub. 14/06/2013 numac 2013029364 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van een procedure voor de erkenning van de kwaliteitsfitnesszalen sluiten tot instelling van een procedure voor de erkenning van de kwaliteitsfitnesszalen, via het beveiligde communicatiekanaal, zoals beschreven in het vierde lid, een uittreksel van de uitspraak, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, met vermelding van de uitspraak, de motivering, de naam, voornaam en contactgegevens van de sporter of andere persoon die eventueel is geschorst, de betrokken sportdiscipline, alsook de duur van de schorsing die eventueel is uitgesproken.

Overeenkomstig artikel 23, § 6, tweede lid, van het decreet, worden binnen dezelfde termijn van 5 werkdagen als deze bedoeld in het tweede lid, het uittreksel en de informatie bedoeld in het tweede lid eveneens gemeld in ADAMS en vertrouwelijk meegedeeld door de NADO Franse Gemeenschap, ter attentie van de verantwoordelijke voor het beheer van de resultaten van dopingbestrijding, respectievelijk de andere Belgische NADO's, het WADA, de nationale sportorganisaties en, in voorkomend geval, de bevoegde internationale federatie, de buitenlandse NADO('s) waartoe de sporter of andere persoon behoort, alsook het IOC of IPC, al naargelang het geval, wanneer de beslissing gevolgen kan hebben voor de Olympische Spelen of de Paralympische Spelen, inzonderheid de beslissingen die een invloed hebben op de mogelijkheid tot deelname.

Het in het tweede lid bedoelde beveiligde communicatiekanaal bestaat uit een informatiesysteem, langs elektronische weg, maar waarvan de toegang uitsluitend is voorbehouden, door middel van een login en een wachtwoord, aan de leden en de vertegenwoordigers van de sportorganisaties die bevoegd zijn op het gebied van dopingbestrijding en, in voorkomend geval, aan de antidopingverantwoordelijken van de gelabelde fitnesscentra, zoals aangewezen overeenkomstig artikel 14, § 1, tweede lid, van het decreet van 10 mei 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 10/05/2013 pub. 14/06/2013 numac 2013029364 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van een procedure voor de erkenning van de kwaliteitsfitnesszalen sluiten tot instelling van een procedure voor de erkenning van de kwaliteitsfitnesszalen.

Voor de toepassing van artikel 23, § 6, tweede lid, van het decreet en het tweede en vierde lid, wijzen de sportorganisaties uit hun midden twee vertegenwoordigers aan die bevoegd zijn op het gebied van dopingbestrijding. HOOFDSTUK 6. - Administratieve procedures en boetes

Art. 62.Elk feit dat ter kennis wordt gebracht van de NADO Franse Gemeenschap en dat mogelijk een inbreuk kan vormen op de verplichtingen van het decreet of van dit besluit, begaan door een sportorganisatie of door een organisator, leidt tot de opening van een administratieve procedure tegen haar of hem.

In geval van toepassing van eerste lid, stelt NADO Franse Gemeenschap de betrokken sportorganisatie of organisator per e-mail of, bij gebreke daaraan, per briefpost in kennis van het volgende: 1° de beschrijving van de feitelijke elementen die in aanmerking worden genomen voor het inleiden van de administratieve procedure;2° de vermelding van het decreet- of reglementaire bepaling waarvan de niet-naleving verweten wordt;3° de verweten niet-naleving en de motivatie ervan in rechte en in feite;4° de mogelijkheid om schriftelijke opmerkingen te formuleren en/of te vragen gehoord te worden door de NADO Franse Gemeenschap, binnen de 20 dagen vanaf de kennisgeving. Indien de betrokken sportorganisatie of organisator gevraagd heeft om gehoord te worden door de NADO Franse Gemeenschap door gebruik te maken van haar of zijn recht bedoeld in het tweede lid, 4°, roept de NADO Franse Gemeenschap haar of hem op per e-mail of, bij gebrek daaraan, per post.

De oproeping bedoeld bij het derde lid bepaalt dat de sportorganisatie of de betrokken organisator zich kan laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.

Bij de hoorzitting bedoeld bij het tweede lid, 4°, kan de NADO Franse Gemeenschap tevens elke persoon horen die nuttig kan bijdragen tot de behandeling van het dossier.

Onverminderd het zevende lid, beslist de NADO Franse Gemeenschap na de termijn van 20 dagen bedoeld in het tweede lid, 4°, of na de hoorzitting die eventueel wordt aangevraagd door de betrokken sportorganisatie of organisator, in voorkomend geval, de niet-naleving vast te stellen van de verplichtingen bedoeld in het decreet of in dit besluit.

De NADO Franse Gemeenschap deelt haar beslissing per e-mail of, bij gebrek daaraan, per post mee aan de betrokken sportorganisatie of organisator, ten laatste binnen de 60 dagen na de eerste kennisgeving, zoals bedoeld in het tweede lid.

Bij gebrek aan kennisgeving van de beslissing van de NADO Franse Gemeenschap binnen de termijn bedoeld bij het zevende lid, wordt de administratieve procedure geacht te zijn afgesloten en kan de betrokken sportorganisatie of organisator niet langer het voorwerp uitmaken van een administratieve boete voor de niet-naleving die haar/hem oorspronkelijk verweten werd.

Op het einde van de procedure bedoeld bij het eerste tot zevende lid, legt de NADO Franse Gemeenschap, wanneer zij een niet-naleving van de verplichtingen bepaald door het decreet of door dit besluit vaststelt, een boete van 1.000 tot 10.000 euro op aan de sportorganisatie of de betrokken organisator, in functie van de ernst van de vastgestelde niet-naleving.

De volgende criteria worden door de NADO Franse Gemeenschap in aanmerking genomen voor de beoordeling van de ernst van de vastgestelde niet-naleving: 1° de eventuele antecedenten van de sportorganisatie of de betrokken organisator inzake niet-naleving van de verplichtingen bepaald bij het decreet of dit besluit;2° de aard van de vastgestelde niet-naleving;3° de duur van de vastgestelde niet-naleving;4° de eventuele motivering gegeven door de sportorganisatie of de betrokken organisator, gedurende de administratieve procedure. Met uitzondering van het bedrag van de administratieve boetes is de in de voorgaande leden bedoelde procedure ook van toepassing in geval van mogelijke recidive door de betrokken sportorganisatie of organisator.

Behoudens verantwoording gegeven door de sportorganisatie of de betrokken organisator gedurende de procedure bedoeld bij de voorgaande leden, bedraagt de boete opgelegd voor een eerste niet-naleving van de verplichting bepaald bij artikel 26, § 3 van het decreet 10.000 euro.

Art. 63.Voor de toepassing van artikel 21, § 1, eerste lid, van het decreet, geschiedt de kennisgeving aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, overeenkomstig de nadere regels bepaald bij artikel 49.

Als de elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, wenst de toepassing van de administratieve boete van 250 euro te vermijden, stelt hij een beroep in, overeenkomstig artikel 55, om de herziening van de bestreden beslissing aan te vragen.

Wordt de beslissing tot vaststelling van een tweede niet-naleving door de CIDD herzien of als administratief herzien geacht, als gevolg van de toepassing van het tweede lid, zal geen boete opgelegd worden aan de betrokken topsporter van nationaal niveau, van categorie A. Wordt de beslissing tot vaststelling van een tweede niet-naleving door de CIDD bevestigd, als gevolg van de toepassing van het tweede lid, dan zal de administratieve geldboete van 250 euro door de NADO Franse Gemeenschap bevestigd en bekendgemaakt worden aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, categorie A. De NADO Franse Gemeenschap gaat over tot de bevestiging en de kennisgeving bedoeld in het vierde lid, per e-mail of per briefpost, uiterlijk binnen 60 dagen volgend op de kennisgeving van de beslissing van de CIDD, zoals bedoeld en uitgevoerd overeenkomstig artikel 23, § 2, zesde lid, van het decreet.

Art. 64.Overeenkomstig artikel 26, § 1, tweede lid, van het decreet en voor de toepassing ervan, houdt de NADO Franse Gemeenschap rekening met de volgende wegingscriteria om de ernst van de door de CIDD vastgestelde overtreding van de antidopingregel te beoordelen en, als gevolg, het bedrag van de administratieve geldboete te bepalen die opgelegd moet worden aan de sporter of aan de andere betrokken persoon: 1° het type van de overtreding van antidopingsregels die vastgesteld wordt;2° in voorkomend geval, het type van de gebruikte verboden stof of methode, alsook de context binnen de wedstrijd, buiten de wedstrijd of zonder enige relatie met de wedstrijd waarin dit gebruik van de verboden stof of methode plaatsvond;3° het amateur- of eliteniveau van de sporter of van de andere persoon die aan doping schuldig bevonden wordt;4° het feit dat de sporter minderjarig is of anders juridisch onbekwaam;5° in voorkomend geval, het toepasselijke repressieve beleid met betrekking tot de verboden stof (fen) ingenomen door de sporter;6° in voorkomend geval, het feit dat de overtreding van de antidopingregel een misbruikmiddel betreft;7° de eventuele antecedenten van de sporter of de andere persoon die aan doping schuldig bevonden wordt;8° in voorkomend geval, de duur van de vastgestelde overtreding van de antidopingregel;9° elk ander objectief element of elke andere omstandigheid die de CIDD in haar beslissing naar voren heeft gebracht, hetzij om de graad van fout of nalatigheid van de sporter of van de andere persoon tegen wie een schending van de antidopingregels werd uitgesproken, te verlichten of integendeel, om deze graad van fout of nalatigheid te verergeren. Niettegenstaande het eerste lid en binnen de perken daarvan, worden de volgende geldboetes opgelegd door de NADO Franse Gemeenschap, in de volgende gevallen: a) een geldboete van 1.000 euro, bij de eerste veroordeling voor een overtreding van één van de antidopingsregels bedoeld in artikel 6, 6°, derde lid, tot 10° van het decreet; b) een geldboete van 1000 euro, bij de eerste veroordeling wegens een overtreding van de antidopingsregels op grond van artikel 6, 1°, of 2°, van het decreet door een elitesporter, wanneer deze overtreding betrekking heeft op een niet-gespecificeerde stof, met uitzondering van de afwijking bedoeld in het derde lid, a) of b); c) een geldboete van 1.000 euro bij de eerste veroordeling van een elitesporter voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 3°, 5° of 6°, tweede lid, van het decreet; d) een geldboete van 600 euro, bij de eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 4° van het decreet, door een topsporter van categorie A;e) een geldboete van 750 euro bij de eerste veroordeling wegens een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet, door een elitesporter, wanneer deze overtreding betrekking heeft op een gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van de afwijking bedoeld in het derde lid, c) of d);f) een geldboete van 300 euro, bij de eerste veroordeling wegens een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet, door een amateursporter, wanneer deze overtreding betrekking heeft op een niet-gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van de afwijking bedoeld in het derde lid, e) of f) ;g) een geldboete van 250 euro, bij de eerste veroordeling wegens een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet, door een amateursporter, wanneer die overtreding betrekking heeft op een gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van de afwijking bedoeld in het derde lid, g) of h). De afwijkingen bedoeld in artikel 26, § 1, tweede lid, van het decreet, en in het tweede lid, hebben betrekking op de volgende gevallen: a) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een elitesporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een niet-gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van een misbruikstof, en uit de beslissing van de CIDD blijkt dat de inname van de stof of het gebruik van de methode geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 350 euro;b) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een elitesporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een niet-gespecificeerde stof die een misbruikmiddel is en uit de beslissing van de CIDD blijkt dat de inname van de stof geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 250 euro;c) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een elitesporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van een misbruikmiddel, maar uit de beslissing van de CIDD blijkt dat de inname of het gebruik van die methode geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 250 euro;d) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een elitesporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een gespecificeerde stof die een misbruikmiddel is en uit de beslissing van de CIDD blijkt dat de inname van de stof geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 150 euro;e) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een amateursporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een niet-gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van een misbruikstof, en uit de beslissing van de CIDD blijkt dat de inname van die stof of het gebruik van die methode geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 100 euro;f) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een amateursporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een niet-gespecificeerde stof die een misbruikmiddel is en uit de beslissing van de CIDD blijkt dat die inname van de stof geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 50 euro;g) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een amateursporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een gespecificeerde stof of methode, met uitzondering van een misbruikstof, maar uit de beslissing van de CIDD blijkt dat die inname van de stof of het gebruik van de methode totaal geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 50 euro;h) een eerste veroordeling voor een overtreding van de antidopingregels op grond van artikel 6, 1° of 2° van het decreet door een amateursporter, waarbij die overtreding betrekking heeft op een gespecificeerde stof die een misbruikmiddel is en uit de beslissing van de CIDD blijkt dat die inname van de stof geen verband hield met de wedstrijd, in welk geval de boete niettemin wordt vastgesteld op 25 euro Buiten de gevallen bedoeld in het tweede en derde lid en onverminderd artikel 26, § 1, derde lid van het decreet, neemt de NADO Franse Gemeenschap de wegingscriteria bedoeld in het eerste lid in acht en bepaalt in functie daarvan een evenredig bedrag van de administratieve geldboete in een schijf tussen 250 tot 1000 euro bedoeld in artikel 26, § 1, tweede lid van het decreet. De administratieve geldboetes voorzien in dit artikel worden door de NADO Franse Gemeenschap, per e-mail of, bij gebrek daaraan, per briefpost, meegedeeld, op basis van en na ontvangst van de beslissingen van de CIDD, in kracht van gewijsde gegaan, na dewelke een sporter of een andere persoon aan doping schuldig bevonden wordt en die hem werden bezorgd, overeenkomstig artikel 61, eerste lid.

Art. 65.Voor de toepassing van artikel 26, § 4, derde lid, van het decreet gelden de volgende nadere regels voor de inning van administratieve boetes: De NADO Franse Gemeenschap is belast met de invordering van de geldboetes opgelegd met toepassing van de bepalingen van het decreet en van dit hoofdstuk, in voorkomend geval, door middel van een dwangbevel dat door haar wordt opgemaakt.

Zij kan uit haar midden een of meer ambtenaren aanstellen die met de invordering worden belast.

Op het einde van een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de kennisgeving van de beslissing waarbij hem een administratieve boete wordt opgelegd, stuurt de NADO Franse Gemeenschap, vóór een dwangbevel, de schuldenaar van de boete per e-mail of, bij gebreke daaraan, per post, een verzoek tot betaling van de boete binnen een termijn van 30 dagen vanaf deze aanmaning.

De aanmaning bedoeld bij het vierde lid vermeldt opnieuw de referte van de beslissing van de NADO Franse Gemeenschap, het bedrag van de opgelegde boete, alsook het rekeningnummer waarop het bedrag gestort moet worden.

Ingeval de boete niet betaald wordt binnen de termijn bedoeld bij het vierde lid, maakt de ordonnateur op de dag die volgt op de tweede maand na het verstrijken van de betalingstermijn een dwangbevel op.

De ordonnateur maakt echter geen dwangbevel op ingeval een beroep wordt ingesteld voor de Raad van State tegen de beslissing van de NADO Franse Gemeenschap om een administratieve boete op te leggen.

Ingeval het vorige lid toegepast wordt, maakt de ordonnateur het dwangbevel op binnen de drie maanden na de ontvangst van het arrest van de Raad van State.

Het dwangbevel is uitvoerbaar binnen de acht dagen na de betekening ervan aan de schuldenaar van de boete.

Het wordt uitgevoerd door een gerechtsdeurwaarder in de vorm bepaald in het Gerechtelijk Wetboek.

De uitvoering van het dwangbevel kan enkel door een met redenen omkleed verzet met een dagvaarding voor het gerecht geschorst worden.

Op straffe van verval, geschiedt dit verzet bij exploot betekend aan het kabinet van de Minister belast met de dopingbestrijding, binnen de maand van de betekening van het dwangbevel.

De vordering wordt voor het gerecht gebracht binnen het ambtsgebied waar, naargelang het geval, de gewoonlijke woonplaats of de maatschappelijke zetel van de schuldenaar gelegen is. HOOFDSTUK 7. - Bepalingen betreffende de bescherming van persoonsgegevens

Art. 66.De bepalingen van dit besluit betreffende de verwerking van persoonlijke gegevens strekken uitsluitend tot bevordering van de essentiële elementen van een dergelijke verwerking, zoals bepaald in artikel 13 en bijlage 2 van het decreet, en in artikel 10, § 8, van het decreet, wat de gegevens betreffende de TTN's aangaat.

Onverminderd bijlage 2 van het decreet bedraagt de maximale bewaartermijn voor gegevens betreffende organisatoren van evenementen, controleartsen en chaperons tien jaar.

Onverminderd bijlage 2 van het decreet bedraagt de maximale bewaartermijn voor gegevens betreffende personen van wie is vastgesteld dat zij over de capaciteit beschikken om educatieve acties op te zetten of uit te voeren, twee jaar. HOOFDSTUK 8. - Opheffings-, overgangs- en slotbepalingen

Art. 67.Onverminderd de artikelen 68 tot 70 en 75, wordt het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 21 oktober 2015Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 21/10/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015029591 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping sluiten tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping opgeheven.

Art. 68.In afwijking van artikel 67 blijven de beslissingen tot opneming van elitesporters in de doelgroep van de Franse Gemeenschap, en tot bepaling van de categorie A tot D waartoe de betrokken sporter behoort, genomen met toepassing van het besluit van 21 oktober 2015 tot uitvoering van het voornoemde decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten, van kracht, tenzij de NADO van de Franse Gemeenschap in toepassing van het decreet en dit besluit anders heeft meegedeeld.

Voor topsporters van categorie B die met toepassing van het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de bestrijding van doping en de preventie daarvan en dit besluit worden heringedeeld als topsporters van categorie A, wordt in de in lid 1 bedoelde kennisgeving gespecificeerd dat eventuele eerder als topsporters van categorie B geconstateerde overtredingen van de lokalisatie niet worden meegeteld als overtredingen van de lokalisatie als topsporters van categorie A.

Art. 69.In afwijking van artikel 67 wordt elke procedure die is ingeleid op grond van en met toepassing van de bepalingen van het besluit van de Regering van 21 oktober 2015 tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping, voortgezet en afgesloten, overeenkomstig en met toepassing van die bepalingen, zoals ze van kracht waren op het ogenblik dat de procedure werd gestart.

Overeenkomstig het eerste lid en in afwijking van artikel 67 blijft de verbodslijst voor het jaar 2022, die door de minister is vastgesteld op basis van en met toepassing van artikel 2 van het besluit van de regering van 21 oktober 2015 ter uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de dopingbestrijding, geldig en onverminderd volkomen van kracht gedurende het hele jaar 2022, tenzij in 2022 een bijwerking van deze lijst vereist is. In het laatste geval wordt deze actualisering uitgevoerd en aangenomen op basis van en met toepassing van dit besluit.

Art. 70.Onverminderd artikel 69 en in afwijking van artikel 67 blijven de aanstellings-, benoemings-, erkennings- en vergunningsbeslissingen, alsook deze met betrekking tot de verlenging of uitbreiding van deze aanstellingen, benoemingen, erkenningen of vergunningen, genomen ter uitvoering van de bepalingen van het besluit van de Regering van 21 oktober 2015 tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping, onverkort van kracht tot het verstrijken ervan.

Art. 71.Onverminderd de artikelen 72 tot 74, treedt het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de dopingbestrijding en -preventie in werking op 1 januari 2022.

Art. 72.In afwijking van artikel 71 blijven de beslissingen tot opneming van elitesporters in de doelgroep van de Franse Gemeenschap, en tot bepaling van de categorie A tot D waartoe de betrokken sporter behoort, genomen met toepassing van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping, van kracht, tenzij anders meegedeeld door de NADO Franse Gemeenschap, in toepassing van het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de dopingbestrijding en -preventie.

Voor topsporters van categorie B die met toepassing van het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de bestrijding van doping en de preventie daarvan worden heringedeeld als topsporters van categorie A, wordt in de in lid 1 bedoelde kennisgeving gespecificeerd dat eventuele eerder als topsporters van categorie B geconstateerde overtredingen van de lokalisatie niet worden meegeteld als overtredingen van de lokalisatie als topsporters van categorie A.

Art. 73.In afwijking van artikel 71 wordt elke procedure die is ingeleid op grond van en met toepassing van de bepalingen van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd doping, voortgezet en afgesloten overeenkomstig en met toepassing van die bepalingen, zoals ze van kracht waren op het moment waarop de procedure werd ingeleid.

Overeenkomstig het eerste lid en in afwijking van artikel 71 blijft de verbodslijst voor het jaar 2022, die door de minister is vastgesteld op basis van en met toepassing van artikel 7 van het voornoemde decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten en van artikel 2 van het besluit van de regering van 21 oktober 2015 ter uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de dopingbestrijding, geldig en onverminderd volkomen van kracht gedurende het hele jaar 2022, tenzij in 2022 een bijwerking van deze lijst vereist is. In het laatste geval wordt deze actualisering uitgevoerd en aangenomen op basis van en met toepassing van het decreet van 14 juli 2021Relevante gevonden documenten type decreet prom. 14/07/2021 pub. 02/09/2021 numac 2021032599 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 26/07/2021 numac 2021021544 bron waalse overheidsdienst Decreet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord van 10 juni 2021 tussen de Franse Gemeenschap en het Waalse Gewest betreffende het gebruik van de vaccinatiestelsels tegen COVID-19 voor personen jonger dan 18 jaar type decreet prom. 14/07/2021 pub. 30/08/2021 numac 2021042805 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende aanpassing van de ontvangstenbegroting van de Franse Gemeenschap voor het begrotingsjaar 2021 type decreet prom. 14/07/2021 pub. 11/08/2021 numac 2021042672 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 10 november 2011 betreffende de steun aan de filmsector en aan de creatie in de audiovisuele sector sluiten betreffende de dopingbestrijding en -preventie en van dit besluit.

Art. 74.Onverminderd artikel 73 en in afwijking van artikel 71 blijven de aanstellings-, benoemings-, erkennings- en vergunningsbeslissingen, alsook deze met betrekking tot de verlenging of uitbreiding van deze aanstellingen, benoemingen, erkenningen of vergunningen, genomen in toepassing van het decreet van 20 oktober 2011Relevante gevonden documenten type decreet prom. 20/10/2011 pub. 08/12/2011 numac 2011029584 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de studies die onder het alternerend hoger onderwijs ressorteren type decreet prom. 20/10/2011 pub. 06/12/2011 numac 2011029582 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot instelling van de Hoge Sportraad type decreet prom. 20/10/2011 pub. 16/12/2011 numac 2011029598 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de strijd tegen doping sluiten betreffende de strijd tegen doping, onverkort van kracht tot het verstrijken ervan.

Art. 75.Onverminderd de artikelen 67 tot 70, treedt dit besluit in werking op 1 januari 2022.

Art. 76.De minister bevoegd voor de strijd tegen doping is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 16 december 2021 De Minister-President, P-Y. JEHOLET De minister van Sport, V. GLATIGNY

^