gepubliceerd op 30 november 2015
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping
21 OKTOBER 2015. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 20;
Gelet op het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping, inzonderheid op de artikelen 2, 6, 6/2, 7, 8, 9, 9/1, 10, 12, 12/1, 13, 14, 15, 16, 17, 18, 19, 21 en 24;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 december 2011 tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 juli 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 juli 2015;
Gelet op het advies, uitgebracht op 8 september 2015 door de Hoge Raad voor Sport ten gevolge van de schriftelijke raadpleging van zijn leden tussen 24 juli en 28 augustus 2015;
Gelet op het advies, op 7 september 2015 uitgebracht door de Commissie voor preventie van risico's voor de gezondheid bij de sportbeoefening;
Gelet op het advies 37/2015, op 9 september 2015 uitgebracht door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
Gelet op het advies 58.217/4 van de Raad van State, gegeven op 30 september 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de op 12 januari 1973 gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Gelet op de urgentie, inzonderheid gemotiveerd als volgt : "Overwegende dat die urgentie wordt gemotiveerd door de verplichting van de nationale antidopingorganisatie (hierna "NADO") van de Franse Gemeenschap, die de Wereld Anti Doping Code (hierna, de "Code") heeft ondertekend, overeenkomstig de artikelen 23.1.1, 23.2, 23.4 en 23.5 van de Code, en 5, derde lid, van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping, zoals aangevuld bij het decreet van 19 maart 2015, haar wetgeving en reglementering volledig en zo snel mogelijk in overeenstemming te brengen met de Code en de internationale standaarden van het Wereldantidopingagentschap (hierna "WADA");
Overwegende inzonderheid dat de leidende organen van het WADA bij het begin van de maand november 2015 zullen vergaderen en het vraagstuk van het in overeenstemming brengen van hun regeling met de Code door alle ondertekenaars ervan zullen onderzoeken, en dat onze nieuwe hierbij gevoegde regeling, die in dit stadium door het WADA geacht wordt in overeenstemming met de Code te zijn, vóór die datum en voor uiterlijk 4 november 2015, door de Regering definitief moet worden goedgekeurd, rekening houdend met de 3 lezingen en de termijnen die noodzakelijk zijn voor een dergelijke goedkeuring;
Overwegende dat de gehele Franse Gemeenschap, als onze nieuwe regeling die met de Code in overeenstemming is, niet voor uiterlijk 4 november definitief wordt goedgekeurd, de in artikel 23.6 van de Code bedoelde gevolgen zou ondergaan, inzonderheid het feit internationale sportevenementen in de Franse Gemeenschap niet meer te mogen organiseren, zulke evenementen te moeten annuleren, of ook het risico van het verlies van de accreditatie van het WADA voor het laboratorium belast met de analysen van de monsters voor de Franse Gemeenschap;
Overwegende dat zulke gevolgen, die de Regering uiteraard wenst te vermijden, een ernstig en moeilijk te herstellen nadeel zou kunnen betekenen voor de Franse Gemeenschap, zowel op sport- en economisch vlak als op het niveau van zijn reputatie in het algemeen, zowel in België als in het buitenland";
Op de voordracht van de Minister bevoegd voor de dopingbestrijding;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK 1. - Algemeen
Artikel 1.Naast de woorden bepaald in artikel 1 van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping, voor de toepassing van dit besluit, wordt verstaan onder : 1° "decreet" : het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping;2° "Minister" : de Minister van de Regering van de Franse Gemeenschap bevoegd voor de strijd tegen doping;3° "de NADO van de Franse Gemeenschap" : de directie dopingbestrijding van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig artikel 5, derde lid, van het decreet;4° "chaperon" : de persoon die door de Franse Gemeenschap wordt erkend en opgeleid, en die de door de Regering aangestelde controlearts begeleidt tijdens de dopingcontroles.
Art. 2.De Minister stelt de lijst van verboden stoffen en methoden en de bijwerkingen ervan vast.
Art. 3.De inlichtingen die krachtens het decreet en met toepassing van dit besluit worden ingewonnen en behandeld, kunnen alleen aan de volgende personen worden meegedeeld, in de mate dat en alleen als ze noodzakelijk zijn voor de verwezenlijking van elk van de hieronder vermelde specifieke doelstellingen : 1° wat de inlichtingen en gegevens betreft die werden verwerkt en ingewonnen voor het plannen en het uitvoeren van de dopingcontroles, ook voor het organiseren van het biologisch paspoort van de sporter zoals bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid van het decreet : de ambtenaren van de NADO van de Franse Gemeenschap, de door de Regering aangestelde controleartsen, de door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratoria, de gecontroleerde sporter, de nationale en, in voorkomend geval internationale, sportorganisatie(s), waaronder hij ressorteert, de andere Belgische overheden bevoegd voor de strijd tegen doping, de organisaties die grote evenementen organiseren, en het WADA;2° wat de inlichtingen en gegevens betreft die werden verwerkt en ingewonnen in het kader van de onderzoekbevoegdheid van de NADO van de Franse Gemeenschap, zoals bevoegd in artikel 6/2 van het decreet, de ambtenaar(ren) van de NADO van de Franse Gemeenschap of de ambtenaar(ren) die door deze behoorlijk worden gemandateerd, de sporter(s) over wie het onderzoek wordt uitgevoerd, het lid of de leden van het personeel voor de begeleiding van de sporter(s) over wie het onderzoek wordt uitgevoerd, de betrokken nationale en, in voorkomend geval internationale sport(organisatie(s), de andere antidopingorganisaties, met inbegrip van de andere Belgische overheden die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding, de organisaties die grote evenementen organiseren, de politiediensten en het WADA;3° wat de inlichtingen en gegevens betreft die werden ingewonnen en verwerkt naar aanleiding van de aanvragen om TTN : de leden van de TTN-commissie, de medisch of wetenschappelijk deskundigen die eventueel worden geraadpleegd, de gecontroleerde sporter en zijn behandelende arts, de betrokken nationale en, in voorkomend geval, internationale sportorganisatie(s), de andere Belgische overheden die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding, de organisaties die grote evenementen organiseren, en het WADA;4° wat de verblijfsgegevens van de elitesporters van nationaal niveau betreft, zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet : de betrokken sporter en, in voorkomend geval, zijn behoorlijk gemandateerde teamverantwoordelijke, de betrokken controlearts die door de Regering wordt aangesteld om controles uit te voeren, de nationale en internationale sportorganisaties, de andere Belgische overheden die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding, de organisaties die grote evenementen organiseren, en het WADA;5° wat de inlichtingen en gegevens betreft die werden ingewonnen en verwerkt in het kader van het beheer van de resultaten, met inbegrip van de tuchtbeslissingen die door de sportorganisaties bij toepassing van artikel 19 van het decreet werden genomen : de betrokken nationale en internationale sportorganisatie(s), de NADO van de Franse Gemeenschap, de andere Belgische overheden die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding, de organisaties die grote evenementen organiseren, en het WADA. De duur voor de bewaring van de ingewonnen en verwerkte gegevens is, krachtens het decreet en met toepassing van dit besluit, naar gelang van het type gegevens, deze die in bijlage 1 opgenomen is.
Art. 4.Overeenkomstig artikel 20.5.8 van de Code, op voorstel van de NADO van de Franse Gemeenschap, stelt de Minister, om de vier jaar, een opvoedings, -informatie- en preventieplan inzake dopingbestrijding vast.
Het in het eerste lid bedoelde plan kan door de minister worden bijgewerkt, op de voordracht van de NADO van de Franse Gemeenschap, ofwel op het einde van de vier jaar van het lopende plan, ofwel tijdens de uitvoering van het lopende plan.
Als het in het eerste lid bedoelde plan niet op het einde van de periode van vier jaar bijgewerkt is, wordt het verder toegepast totdat een nieuw plan door de minister wordt goedgekeurd, op de voordracht van de NADO van de Franse Gemeenschap.
Het in het eerste lid bedoelde plan rust op de volgende hoofdbeginselen : 1° het dopingpreventiebeleid in de Franse Gemeenschap doelt, enerzijds, op de bescherming van sportethiek en fair play in de sport, en, anderzijds, op de bescherming van de lichamelijke en psychische gezondheid van sporters, ongeacht het niveau van hun prestatie, en/of het competitieniveau;2° de actiebeginselen die als basis dienen voor het plan worden, op niet exhaustieve wijze, vermeld als volgt : a) de educatieve, informatieve en preventieve benadering van dopingpreventie laten gelden in het ontwikkelen, aanpassen en toepassen van alle operationele strategieën voor de dopingbestrijding;b) de aanmoediging tot de deelneming van de sportwereld en -sector en van de burgers aan de operationele strategieën inzake dopingpreventie, ook, in voorkomend geval, via sensibilisatie- en preventiecampagnes die gezamenlijk worden ontwikkeld en gevoerd;3° dopingpreventie gaat gepaard met het ontwikkelen van sensibilisatieacties die, naar gelang van het bedoelde publiek, verschillend kunnen zijn op het vlak van vorm en inhoud;4° de acties en campagnes inzake sensibilisatie en preventie van doping kunnen verschillende vormen aannemen, zoals televisie- en perscampagnes, informatiebrochures, websites, sociale netwerksites;5° dopingpreventie gaat ook, op aanvraag van de verantwoordelijken voor sportorganisaties, gepaard met hulp- en steunverlening bij het ondernemen van stappen inzake dopingpreventie. HOOFDSTUK 2. - Toestemming wegens therapeutische noodzaak Afdeling 1. - Algemeen
Art. 5.De in artikel 8, § 3, eerste lid van het decreet bedoelde sporters die verboden stoffen of methodes wegens therapeutische noodzaak wensen te gebruiken of moeten gebruiken, dienen een aanvraag om TTN bij de TTN-commissie in, in de in artikel 11 vastgestelde voorwaarden en vormen. Afdeling 2. - Commissie van de Franse Gemeenschap voor de toestemming
wegens therapeutische noodzaak
Art. 6.§ 1. De TTN-commissie is, met inachtneming van artikel 8, § 2, tweede lid, van het decreet, samengesteld uit 3 werkende leden en 3 plaatsvervangende leden, waaronder 1 werkend lid en 1 plaatsvervangend lid een algemene ervaring inzake verzorging en behandeling van sporters met een handicap kunnen laten gelden.
Om tot lid van de TTN-commissie te kunnen worden benoemd, moet voldaan worden aan ten minste de volgende voorwaarden : 1° houder zijn van het diploma van doctor in de geneeskunde of master geneeskunde;2° gedurende minstens 6 jaar vanaf de datum van indiening van een kandidatuur, geen tuchtsanctie of schrapping uit de Orde van Geneesheren ondergaan of hebben ondergaan;3° een uittreksel uit het Strafregister van model 1 overleggen, dat bevestigt dat geen veroordeling wegens een misdaad of een misdrijf werd uitgesproken;4° zich ertoe verbinden, met een onderhands attest op erewoord, gedateerd en ondertekend, de vertrouwelijkheid van de procedure voor de aanvraag en uitreiking van de TTN's, en de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor de behandeling van een dossier, in acht te nemen, waarbij, in voorkomend geval, de behandeling kan worden geweigerd van elk dossier waarvoor het lid geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid biedt;5° behalve als de intrekking op hun aanvraag is geschied, geen beslissing tot intrekking van de aanstelling hebben ondergaan gedurende de vijf jaar voorafgaand aan de nieuwe aanvraag om aanstelling;6° een specifieke ervaring hebben op het vlak van verzorging en medische behandeling van sporters, alsook een ervaring hebben op het vlak van klinische en sportgeneeskunde. § 2. De leden van de TTN-commissie worden, voor een periode van vier jaar, door de Minister benoemd, na een oproep tot kandidaten die door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd.
De oproep tot kandidaten wordt inzonderheid bekendgemaakt in minstens een titel van de Franstalige geschreven pers, die bijzonder bestemd is voor de professionelen van gezondheid.
De kandidaten die voldoen aan de selectievoorwaarden zoals bedoeld in § 1, worden gerangschikt in de volgorde die voortvloeit uit de kwaliteit van hun kandidaatsstelling, waarvan de criteria in de oproep tot kandidaten bekendgemaakt zijn.
Onverminderd § 1, eerste lid, worden de drie beste kandidaten door de ministers tot werkend lid benoemd.
Onverminderd § 1, eerste lid, worden de kandidaten die tussen de vierde en zesde plaats gerangschikt zijn, door de Minister tot plaatsvervangend lid benoemd.
De niet in aanmerking genomen kandidaturen blijven gedurende vier jaar geldig en worden in een wervingsreserve opgenomen, bij vertrek of ontslag van de benoemde leden. § 3. Het mandaat van de leden van de TTN-commissie kan door de Minister worden hernieuwd, telkens voor een periode van vier jaar.
De hernieuwing van het mandaat van de leden van de TTN-commissie wordt verleend op aanvraag aan de NADO van de Franse Gemeenschap, minstens drie maanden vóór het einde van het lopende mandaat.
De aanvraag om hernieuwing van het mandaat wordt samen ingediend met : 1° een bijgewerkt attest, door de Orde van Geneesheren uitgereikt, dat bevestigt dat geen tuchtsanctie sedert minstens 6 jaar werd uitgesproken;2° een bijgewerkt uittreksel uit het Strafregister, van model 1, dat bevestigt dat geen misdaad of misdrijf werd gepleegd. § 4. Het secretariaat van de TTN-commissie wordt waargenomen door een ambtenaar van de NADO van de Franse Gemeenschap, houder van een diploma van doctor in de geneeskunde of master geneeskunde.
Art. 7.De TTN-commissie keurt een huishoudelijk reglement, dat de minister ter goedkeuring wordt voorgelegd, goed.
Het huishoudelijk reglement van de TTN-commissie bevat de volgende hoofdregels : 1° de zetel en het secretariaat van de TTN-commissie is gevestigd in de lokalen van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, Leopold II-laan, 44, te 1080 Brussel, waar elke briefwisseling wordt uitgevoerd;2° de leden van de TTN-commissie oefenen hun opdracht op een vertrouwelijke, onafhankelijke en onpartijdige wijze uit.Ze nemen de beginselen van objectiviteit en gelijke behandeling bij het onderzoek van de dossiers in acht. In voorkomend geval, weigeren ze elk dossier te behandelen waarvoor het betrokken lid geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid biedt; 3° de TTN-commissie wordt voorgezeten door het werkend lid, dat, binnen die commissie wordt aangewezen door het geheel van de werkende en plaatsvervangende leden, en dat het grootste aantal stemmen heeft behaald.Bij staking van stemmen, wordt het oudste lid aangewezen om het voorzitterschap van de TTN-commissie waar te nemen; 4° het secretariaat wordt belast met werkzaamheden tot voorbereiding en uitvoering van de beslissingen betreffende de TTN's, inzonderheid de ontvangst van de TTN-aanvragen, de mededeling ervan aan de leden van de TTN-commissie, het opstellen van een voorstel van beslissing, de eindredactie van de door de TTN-commissie genomen beslissingen, alsook de briefwisseling met de sporters, de sportorganisaties en het WADA;5° de TTN-aanvragen worden aan de drie werkende leden van de TTN-commissie voorgelegd.Bij een belangenconflict in het hoofd van één van hen, of bij enige andere verhindering, wordt het betrokken werkend lid vervangen door één van de drie plaatsvervangende leden; 6° wanneer de TTN-aanvraag door een sporter met een handicap wordt ingediend, moet de TTN-commissie, onder haar drie leden die zitting houden, minstens één lid tellen dat een algemene ervaring inzake verzorging en behandeling van sporters met een handicap heeft;7° de TTN-commissie beslist door middel van een schriftelijke procedure, bij meerderheid van haar leden;8° de voorzitter kan, op eigen initiatief of op aanvraag van één van zijn leden, één of meer adviezen aanvragen van elke medisch of wetenschappelijk adviseur die/dat hij als nuttig acht;9° de beslissingen die door de TTN-commissie worden genomen, worden met redenen omkleed en gedateerd, en door de voorzitter en de secretaris van de TTN-commissie ondertekend. Dat huishoudelijk reglement leeft de regels na die werden uitgevaardigd door bijlage II van de UNESCO-conventie, alsook deze die te vinden zijn in de Internationale Standaard betreffende de toestemming wegens therapeutische noodzaak van het WADA.
Art. 8.De TTN-commissie brengt de Minister, uiterlijk op 31 maart van elk jaar, een jaarlijks activiteitenverslag uit, dat, op anonieme wijze en met naleving van het medisch geheim, het aantal behandelde dossiers, het aantal verleende TTN's en het aantal weigeringen met de redenen daarvoor vermeldt.
Art. 9.De Minister bepaalt de nadere regels voor de bezoldiging van de leden van de TTN-commissie.
Art. 10.De Minister bepaalt de nadere regels voor de bezoldiging van medische of wetenschappelijke deskundigen die door de TTN-commissie werden geraadpleegd, met toepassing van artikel 8, § 4, tweede lid, van het decreet.
De in het eerste lid bedoelde deskundigen zijn gehouden tot een strikte vertrouwelijkheidsplicht. Ze oefenen hun opdracht uit met naleving van de instructies van de leden van de TTN-commissie en onder de verantwoordelijkheid van de leden van de TTN-commissie. Afdeling 3. - Procedure voor de aanvraag om toestemming wegens
therapeutische noodzaak
Art. 11.Overeenkomstig de §§ 3 en 6 van artikel 8 van het decreet, geschiedt de procedure voor de TTN-aanvraag in de vorm en op de wijze die hierna volgen : 1° de TTN-aanvraag wordt door de sporter bij het secretariaat van de TTN-commissie ingediend, per post, e-mail of door middel van het ADAMS;2° de aanvraag wordt ingediend door middel van het aanvraagformulier waarvan het model door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt vastgesteld, overeenkomstig bijlage II van de UNESCO-conventie en het model van TTN-formulier uit de Internationale Standaard betreffende de toestemming wegens therapeutische noodzaak van het WADA. Het in het vorige lid bedoelde model, omvat : a) een informatie aan de sporter betreffende de wijze waarop zijn persoonlijke - ook medische - gegevens, worden behandeld;b) een rubriek die de medische voorgeschiedenis van de sporter, minstens de resultaten van elk medisch onderzoek, elke laboratoriumanalyse of studie door middel van een medische beeldvorming in verband met zijn aanvraag, vermeldt;c) verschillende rubrieken waarin de dosering, de frequentie, de vorm en de duur van de toediening van de - in principe - verboden stof worden voorgesteld;d) een rubriek waarmee de behandelende arts kan bevestigen dat de vermelde behandeling medisch geschikt is en dat het gebruik van een alternatief geneesmiddel dat niet in de lijst van verboden stoffen en methodes opgenomen is niet geschikt zou zijn voor de beschreven pathologische behandeling;3° het aanvraagformulier wordt door de sporter behoorlijk ingevuld, gedateerd en ondertekend;4° a) voor de sporters van nationaal niveau en de topsporters, behalve in één van de gevallen bedoeld in het tweede lid, wordt de aanvraag uiterlijk 30 dagen ingediend vóór de sporttraining, het sportevenement of de sportwedstrijd waarvoor de toestemming wordt aangevraagd;b) voor de amateursporters, behalve in één van de in het tweede lid bedoelde gevallen, kan de aanvraag met terugwerkende kracht worden ingediend, binnen de 15 werkdagen vanaf de datum van de ontvangst van de brief van de NADO van de Franse Gemeenschap, waarbij hun kennis van die mogelijkheid wordt gegeven. Bij wijze van uitzondering en onverminderd 4°, kan een TTN met terugwerkende kracht worden aangevraagd binnen een maximumtermijn van 30 dagen vanaf de datum van de kennisgeving van een afwijkend analyseresultaat, in één van de volgende gevallen : i) wanneer de verboden stof of methode wordt toegediend in een dringend medisch geval of voor de behandeling van een acute pathologische aandoening, die door een medisch attest behoorlijk wordt bevestigd; ii) in uitzonderlijke omstandigheden, die door de sporter behoorlijk worden bewezen en door de TTN-commissie worden aanvaard, die worden gestaafd door een beslissing die op dat punt specifiek wordt gemotiveerd, wanneer er onvoldoende tijd of mogelijkheden waren, voor de sporter van nationaal niveau of voor de topsporter, een aanvraag vóór de dopingcontrole in te dienen, of, voor de TTN-commissie, die aanvraag vóór de dopingcontrole te onderzoeken; iii) met het oog op billijkheid, onder voorbehoud van de schriftelijke toestemming van het WADA en de TTN-commissie.
Voor de amateursporters, kan de aanvraag om toepassing van het vorige lid uitdrukkelijk worden vastgelegd, wanneer de betrokken sporter verschijnt of wordt vertegenwoordigd vóór de sportorganisatie waarbij hij aangesloten is, in het kader van de toepassing van artikel 19 van het decreet; 5° de aanvraag vermeldt ook : i) dat een andere TTN-aanvraag vroeger door de sporter werd ingediend; ii) de stof(fen) bedoeld bij die vorige aanvraag(agen); iii) de identiteit van de antidopingorganisatie(s) waarbij die aanvraag(agen) werd(en) ingediend; iv) de vorige beslissing(en) die werd(en) genomen door de betrokken antidopingorganisatie(s) inzake TTN-aanvragen.
De TTN-commissie verklaart dat elke TTN-aanvraag onontvankelijk is die gegrond is op redenen die dezelfde zijn als in een vorige aanvraag, die betrekking heeft op dezelfde periode en die bij een andere antidopingorganisatie werd ingediend. Afdeling 4. - Procedure voor de uitreiking van de toestemming
Art. 12.Het secretariaat van de TTN-commissie kijkt na of de TTN-aanvraag volledig is, binnen de drie werkdagen vanaf de ontvangst ervan.
Het secretariaat van de TTN-commissie kan, met toepassing van en binnen de termijn bedoeld bij het vorige lid, de sporter, per post of e-mail, elk gegeven of elk aanvullend document vragen, om zijn TTN-aanvraag aan te vullen, overeenkomstig artikel 11.
De sporter beschikt over vijf werkdagen vanaf de ontvangst van de aanvraag van het secretariaat van de TTN-commissie, om per post of e-mail, het(de) in het vorige lid bedoelde gegeven(s) mee te delen.
Indien de sporter het(de) in het vorige lid bedoelde aanvullende gegeven(s) en/of document(en) niet meedeelt, wordt de TTN-aanvraag als onontvankelijk verklaard door de TTN-commissie, die er de sporter per post of e-mail van op de hoogte brengt.
Zodra de aanvraag als volledig wordt beschouwd, overeenkomstig artikel 11, en na de eventuele toepassing van het eerste lid en het tweede lid, zendt het secretariaat van de TTN-commissie die op dezelfde dag aan de leden van de TTN-commissie door, voor onderzoek en beslissing.
Art. 13.§ 1. Het secretariaat deelt de beslissing van de TTN-commissie aan de betrokken sporter mee bij aangetekend schrijven en e-mail, binnen de 15 werkdagen vanaf de ontvangst van de volledige TTN-aanvraag, overeenkomstig artikel 12, vijfde lid.
Een afschrift van de beslissing wordt per post meegedeeld aan de behandelende arts van de sporter, die deze geholpen heeft bij het invullen van zijn TTN-aanvraag, overeenkomstig artikel 11.
De beslissing van de TTN-commissie wordt genomen met inachtneming van bijlage II van de Unesco-conventie en de Internationale Standaard voor de TTN. § 2. Wanneer de TTN-commissie beslist de TTN aan de sporter te verlenen, met inachtneming van de in artikel 1, 10° van het decreet bedoelde criteria, wordt die gevoegd aan de in § 1 bedoelde brieven die aan de betrokken sporter gericht worden.
De NADO van de Franse Gemeenschap bepaalt het model van TTN, overeenkomstig bijlage II van de Unesco-conventie en de internationale standaard voor de TTN's.
De TTN bepaalt, in ieder geval : 1° de identiteit van de betrokken sporter, zijn sportdiscipline en de sportfederatie waarbij hij aangesloten is;2° de benaming van de stof en/of de methode die door de TTN-commissie als therapeutisch verantwoord wordt beschouwd volgens de criteria bedoeld in artikel 1, 10°, van het decreet;3° de dosering, de frequentie, de vorm van de toediening van de in 2° bedoelde stof en/of methode, alsook de duur van de geldigheid van de TTN en elke eventuele andere voorwaarde waaraan de TTN onderworpen is; Het secretariaat van de TTN-commissie voert bovendien de in het voorafgaande lid bedoelde inlichtingen in de databank ADAMS in, om het WADA en de andere antidopingorganisaties te informeren. § 3. Wanneer de TTN-commissie beslist de TTN te weigeren, wordt de beslissing met redenen omkleed, in feite en in rechte, op grond van de in artikel 1, 10° van het decreet bedoelde criteria.
Het secretariaat van de TTN-commissie voert bovendien in de databank ADAMS, om het WADA en de andere antidopingorganisaties te informeren, de volgende gegevens in : 1° de identiteit van de betrokken sporter, zijn sportdiscipline en de sportfederatie waarbij hij aangesloten is;2° de benaming van de stof en/of de methode die door de TTN-commissie als therapeutisch verantwoord wordt beschouwd volgens de criteria bedoeld in artikel 1, 10°, van het decreet;3° de motivering van de beslissing tot weigering, met inbegrip van de redenen in feite en in rechte. § 4. Overeenkomstig artikel 4.4.9 van de Code, wordt de overschrijding van de in § 1, eerste lid, bedoelde termijn, gelijkgesteld met een beslissing tot weigering, die door de TTN-commissie wordt genomen, overeenkomstig § 3. § 5. De sporter beschikt over een recht van beroep tegen de beslissing tot weigering bedoeld bij § 3, eerste lid, of genomen met toepassing van § 4, dat bij aangetekend schrijven moet worden ingediend bij het secretariaat van de TTN, binnen uiterlijk vijftien dagen, te rekenen ofwel vanaf de datum van ontvangst van het in § 1, eerste lid bedoelde aangetekend schrijven, ofwel vanaf de dag volgend op het einde van de in § 1, eerste lid bedoelde termijn.
Naast de inachtneming van de in het voorafgaande lid bedoelde termijn, hangt de ontvankelijkheid van het beroep af van de naleving van de volgende andere voorwaarden : 1° de vermelding van de aangevochten beslissing;2° de beschrijving van de inhoud en de redenen van het beroep, in feite en in rechte toegelicht;3° de vermelding en de beschrijving van een gegeven dat nieuw is in vergelijking met het ogenblik waarop de oorspronkelijke aanvraag als volledig werd beschouwd, bij toepassing van artikel 12, vijfde lid;4° het voegen bij het beroep van elk eventueel medisch attest, dat niet bij het oorspronkelijke dossier werd gevoegd, en dat, volgens de in artikel 1, 10° van het decreet bedoelde criteria, de herziening zou kunnen rechtvaardigen van de beslissing die in eerste instantie door de TTN-commissie werd genomen. § 6. De TTN-commissie, die over het beroep moet beslissen, houdt zitting met een formatie die volledig verschillend is van deze die in eerste instantie kennis heeft genomen van de aanvraag.
De beslissing van de TTN-commissie, die over het beroep wordt genomen, wordt in feite en in rechte gegrond op basis van de in artikel 1, 10° van het decreet bedoelde criteria.
Van de in het voorafgaande lid bedoelde beslissing wordt bij aangetekend schrijven en e-mail aan de sporter kennis gegeven binnen de vijftien dagen die volgen op de datum waarop het beroep bij toepassing van § 5 werd ingediend. § 7. Overeenkomstig artikel 4.4.9 van de Code, wordt de overschrijding van de in § 6, derde lid, bedoelde termijn, gelijkgesteld met de beslissing tot weigering, genomen door de TTN-commissie, die over het beroep moet beslissen. § 8. Onverminderd § 5, overeenkomstig artikel 4.4.6 van de Code, kan het WADA, te allen tijde elke beslissing inzake TTN onderzoeken, ofwel op uitdrukkelijke aanvraag van de betrokken sporter of van zijn sportfederatie, ofwel op eigen initiatief.
Indien de beslissing inzake TTN, die door het WADA wordt onderzocht, de criteria vervult die in de internationale standaard voor de TTN worden vermeld, zal het WADA die beslissing niet betwisten.
Indien de beslissing inzake TTN, die door het WADA wordt onderzocht, niet de criteria vervult die in de internationale standaard voor de TTN worden vermeld, zal het WADA die beslissing vernietigen.
Overeenkomstig artikel 4.4.8 van de Code, kan tegen elke beslissing van het WADA om een beslissing inzake TTN te vernietigen een beroep worden ingediend door de betrokken sporter, door de NADO van de Franse Gemeenschap en/of de betrokken internationale federatie, uitsluitend bij de TAS. § 9. Onverminderd de §§ 5 en 8, overeenkomstig artikel 4.4.7 van de Code, kan tegen elke beslissing inzake TTN, die werd genomen door een internationale federatie of een NADO die aanvaard heeft een aanvraag inzake TTN te onderzoeken in naam van een internationale federatie, en die niet door het WADA wordt onderzocht, of die door het WADA werd onderzocht maar niet werd vernietigd, met toepassing van § 8, tweede lid, een beroep worden ingediend door de betrokken sporter en/of de NADO van de Franse Gemeenschap, uitsluitend bij de TAS.
Art. 14.De TTN-commissie kan, bij het onderzoek van een TTN-aanvraag of een beroep tegen een beslissing tot weigering van een TTN-aanvraag, met toepassing van deze afdeling, vragen dat alle aanvullende onderzoeken, opzoekingen en/of studies met beeldvorming worden uitgevoerd die als nuttig worden beschouwd.
Die aanvullende onderzoeken, opzoekingen en studies worden door de sporter betaald. Ze schorsen de termijn bedoeld in artikel 13, § 1, eerste lid, en § 6, derde lid, tijdens de uitvoering ervan.
Art. 15.Een TTN kan door de TTN-commissie worden vernietigd, indien de sporter zich, binnen de termijn die vooraf werd meegedeeld, niet schikt naar de eventuele voorwaarde(n) waaraan de TTN werd onderworpen.
Van elke beslissing tot vernietiging van een TTN wordt aan de sporter door het secretariaat van de TTN-commissie kennis gegeven.
De in het voorafgaande lid bedoelde beslissing vermeldt hoe dan ook : 1° de identiteit van de betrokken sporter, zijn sportdiscipline en de sportfederatie waarbij hij aangesloten is;2° de benaming van de stof en/of de methode waarvoor een TTN werd uitgereikt, volgens de criteria bedoeld in artikel 1, 10°, van het decreet;3° de motivering van de beslissing tot weigering, met inbegrip van de redenen in feite en in rechte. Het secretariaat van de TTN-commissie voert bovendien de in het vorige lid bedoelde inlichtingen in de databank ADAMS in, om het WADA en de andere antidopingorganisaties te informeren.
De vernietiging van een TTN heeft uitwerking te rekenen vanaf de dag van de kennisgeving van de vernietigingsbeslissing van de TTN-commissie, zoals bedoeld in het tweede lid. HOOFDSTUK 3. - Dopingcontrole en enquêtes Afdeling 1. - Controle-instellingen
Art. 16.De Minister stelt de beëdigde ambtenaren en personeelsleden van de NADO van de Franse Gemeenschap die de hoedanigheid van officier van de gerechtelijke politie hebben, aan.
Art. 17.§ 1. De Minister stelt de in artikel 12 van het decreet bedoelde controleartsen aan, na de verspreiding van een oproep tot kandidaten door de NADO van de Franse Gemeenschap, in de voorwaarden en overeenkomstig de procedure bedoeld in § 3.
Om tot controlearts te kunnen worden aangesteld, moet de kandidaat voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden : 1° antwoorden op de in § 1 bedoelde oproep tot kandidaten, verspreid en georganiseerd door de NADO van de Franse Gemeenschap, binnen de termijn, en, in voorkomend geval, in de door deze bepaalde vormen;2° houder zijn van een diploma van doctor in de geneeskunde of master geneeskunde, waarvan het bewijs moet worden geleverd, bij de indiening van de kandidatuur, door het voorleggen van een afschrift van het diploma of master;3° sedert 6 jaar te rekenen vanaf de indiening van een kandidatuur geen tuchtsanctie of schrapping uit de Orde van Geneesheren ondergaan of hebben ondergaan, waarvan het bewijs moet worden geleverd, bij de indiening van de kandidatuur, door het voorleggen van een door de Orde van Geneesheren gedateerd en ondertekend attest;4° een uittreksel uit het strafregister van model 2 bij de kandidatuur voegen, dat bevestigt dat de kandidaat niet werd veroordeeld wegens een misdaad of een misdrijf;5° in de akte van kandidatuur moet de kandidaat elk privé of professioneel verband met één of meer sporter(s), sportorganisatie(s), organisator(en) van sportevenement(en) of wedstrijd(en) vermelden;6° zich, door middel van een onderhands attest op erewoord, gedateerd en getekend, gevoegd bij de kandidatuur, ertoe verbinden de vertrouwelijkheid van de controleprocedure strikt in acht te nemen, alsook de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor elke dopingcontrole, waarbij hij, in voorkomend geval, moet weigeren een controle uit te oefenen op een sporter waarvoor de controlearts geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid zou bieden;7° behalve als de intrekking op zijn aanvraag geschiedt, geen beslissing tot intrekking van de hoedanigheid van controlearts hebben ondergaan gedurende de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van de indiening van de kandidatuur. De NADO van de Franse Gemeenschap ontvangt de kandidaturen en kijkt na of de in 1° tot 7° vermelde voorwaarden vervuld zijn.
De kandidaturen die na de in 1° bedoelde termijn worden ingediend, zijn onontvankelijk.
Naar aanleiding van de in het derde lid bedoelde verificatie, kan de NADO van de Franse Gemeenschap de kandidaat vragen, bij e-mail of per post, binnen een termijn van 10 dagen te rekenen vanaf de indiening van die aanvraag, elk eventueel document mee te delen waarmee de akte van kandidatuur geldig kan worden ingevuld.
Als de kandidaat het (de) gevraagde aanvullende document(en) niet binnen de in het voorafgaande lid bedoelde termijn voorlegt, wordt de kandidatuur als onontvankelijk beschouwd. § 2. Wanneer de in § 1, tweede lid, 1° tot 7° bedoelde voorwaarden vervuld zijn, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap, per gewone post of bij e-mail, de kandidaat daar op de hoogte van.
De in het voorafgaande lid bedoelde briefwisseling vermeldt ook de verplichting, voor de kandidaat, een oorspronkelijke opleiding met succes te volgen, die door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en die uit een theoretisch deel en een praktisch deel bestaat.
Het in het tweede lid bedoelde praktisch deel bestaat erin, enerzijds, in een eerste fase, als waarnemer de uitvoering van minstens 2 dopingcontroles door een controlearts van de Franse Gemeenschap bij te wonen, en, anderzijds, in een tweede fase, zelf, onder de supervisie van een controlearts van de Franse gemeenschap, een dopingcontrole uit te voeren.
De theoretische en praktische delen moeten de kandidaat in de mogelijkheid stellen om de eisen betreffende de fase van monstername op voldoende wijze te kennen en te beheersen. § 3. De in § 1 bedoelde oproep tot kandidaten wordt inzonderheid bekendgemaakt in een krant van de Franstalige geschreven pers, speciaal bestemd voor de professionelen van de gezondheidssector.
De kandidaten die de in § 1, tweede lid, 1° tot 7° bedoelde voorwaarden vervullen, en die slagen voor de praktische en theoretische proeven van de oorspronkelijke opleiding, zoals bedoeld in § 2, tweede lid, worden gerangschikt op grond van hun beschikbaarheid en de kwaliteit van hun kandidatuur, waarvan de criteria bij de oproep tot kandidaten worden vermeld.
De Minister stelt voor een periode van twee jaar de best gerangschikte kandidaten tot controlearts aan, bij toepassing van het voorafgaande lid, binnen de perken van de toe te kennen posten.
De aangestelde controleartsen ontvangen een badge waarmee ze kunnen worden geïdentificeerd en waarop de geldigheidsduur van hun aanstelling wordt vermeld.
Voor zover de niet in aanmerking genomen kandidaten de in § 2, tweede lid, bedoelde theoretische en praktische delen met succes hebben gevolgd, blijven ze geldig opgenomen in een wervingsreserve, voor een periode van twee jaar, voor het geval dat posten van controleartsen toe te kennen zouden zijn gedurende die periode.
Met het oog op de continuïteit van de antidopingactiviteiten, met inbegrip van de weekeinden en de feestdagen, kan de Minister, onverminderd het vorige lid, één of meer leden van de NADO van de Franse Gemeenschap, die houder zijn van een diploma van doctor in de geneeskunde of master geneeskunde, tot controlearts aanstellen.
Het (de) bij toepassing van het vorige lid aangestelde lid(leden) wordt (worden) vrijgesteld van de in § 2, tweede lid, bedoelde theoretische en praktische proeven. § 4. Een aangestelde controlearts kan de verlenging van zijn aanstelling telkens voor een periode van twee jaar bekomen, mits naleving van de volgende voorwaarden : 1° per gewone post of e-mail de verlenging van zijn aanstelling aanvragen bij de NADO van de Franse Gemeenschap, uiterlijk dertig dagen vóór het einde van zijn lopende aanstelling;2° bij zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling een recent attest voegen, door de Orde van Geneesheren gedateerd en getekend, dat bevestigt dat hij sedert ten minste 6 jaar geen tuchtsanctie of eventuele schrapping heeft ondergaan;3° bij zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling, een recent uittreksel uit het strafregister, model 2, voegen, dat bevestigt dat hij niet wegens een misdaad of een misdrijf werd veroordeeld;4° in zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling, elk privé of professioneel verband met één of meer sporter(s), sportorganisatie(s), organisator(en) van sportevenement(en) of wedstrijd(en) vermelden;5° zich, door middel van een onderhands attest op erewoord, gedateerd en getekend, gevoegd bij zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling, ertoe verbinden de vertrouwelijkheid van de controleprocedure strikt in acht te nemen, alsook de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor elke dopingcontrole, waarbij hij, in voorkomend geval, moet weigeren een controle uit te oefenen op een sporter waarvoor de controlearts geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid zou bieden; De overschrijding van de in 1° bedoelde termijn belet niet dat een reeds aangestelde controlearts op een nieuwe oproep tot kandidaten antwoordt, overeenkomstig de in § 1 bedoelde procedure.
Met toepassing van één van de vorige leden, kan de reeds aangestelde controlearts een vrijstelling aanvragen van de verplichting de in § 2, tweede lid bedoelde oorspronkelijke opleiding te volgen.
De in het vorige lid bedoelde vrijstelling wordt door de NADO van de Franse Gemeenschap automatisch verleend, behalve als de antidopingwetgeving van de Franse Gemeenschap aanzienlijk werd gewijzigd. § 5. Op het einde van de in § 6 bedoelde procedure, kan de Minister beslissen de hoedanigheid van controlearts in te trekken, om één of meer van de volgende redenen : 1° de controlearts voldoet niet meer aan één van de in § 1, tweede lid, 3° tot 6° bedoelde voorwaarden;2° de controlearts is gedurende een periode van 6 maanden niet beschikbaar geweest, om meer dan de helft van de aangevraagde controles uit te voeren;3° de controlearts heeft, behalve bij overmacht die hij moet aantonen, niet kunnen deelnemen aan de jaarlijkse opleidingssessie, die door de NADO van de Franse Gemeenschap werd georganiseerd;4° de controlearts heeft de bepalingen van het decreet of dit besluit ernstig of herhaaldelijk overtreden;5° de controlearts vraagt dit zelf aan per gewone post of e-mail, gericht aan de NADO van de Franse Gemeenschap. § 6. Op voorstel van de NADO van de Franse Gemeenschap, brengt de Minister de betrokken controlearts, bij aangetekend schrijven, op de hoogte van zijn voornemen hem de hoedanigheid van controlearts in te trekken en van de redenen van dit voornemen.
De controlearts beschikt over een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van de in het eerste lid bedoelde aangetekend schrijven, om eventuele schriftelijke opmerkingen of redenen te opperen, alsook, in voorkomend geval, om te vragen door de NADO van de Franse Gemeenschap te worden gehoord.
De Minister spreekt een met redenen omklede beslissing uit en geeft daar aan de betrokkene bij aangetekend schrijven kennis van, ofwel na overschrijding van de in het vorige lid bedoelde termijn, ofwel na ontvangst van het advies van de NADO van de Franse Gemeenschap, als de controlearts één van de in hetzelfde lid bedoelde rechten heeft uitgeoefend.
Art. 18.De Minister bepaalt de voorwaarden voor de bezoldiging van de controleartsen.
Art. 19.§ 1. Om de in artikel 13, § 3, van het decreet, bedoelde erkenning te bekomen, moet het laboratorium voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° door het WADA worden geaccrediteerd of anders goedgekeurd;2° niet rechtstreeks of onrechtstreeks betrokken zijn bij de geneesmiddelenhandel, en geen personeel tewerkstellen dat de onafhankelijkheid van het laboratorium in het gedrang zou kunnen brengen;3° behalve als de intrekking op aanvraag van het laboratorium is geschied, geen beslissing tot intrekking van de erkenning hebben ondergaan, binnen de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag om erkenning. Bij de analyse van het monster : 1° voert het laboratorium de analysen binnen de gestelde termijn uit;2° vermeldt het aan de NADO van de Franse Gemeenschap de detectie van elke stof of methode die, alhoewel ze niet in de lijst van verboden stoffen en methodes opgenomen is, de resultaten of prestaties van een sporter kunstmatig zou kunnen verbeteren;3° maakt het het resultaat van de analyses niet bekend aan derden, met uitzondering van de betrokken internationale sportorganisatie, de NADO van de Franse Gemeenschap en het WADA;4° vermijdt het elk belangenconflict;5° laat het de NADO van de Franse Gemeenschap toe het laboratorium periodiek te controleren, om na te kijken of aan de eisen inzake erkenning wordt voldaan;6° stelt het in het Frans alle schriftelijke verslagen en documenten in verband met de analyse op en zorgt het voor elk contact met de NADO van de Franse Gemeenschap, de sporter en elke andere persoon die betrokken is bij de uitvoering van dit besluit, in het Frans. § 2. Onverminderd de naleving van de in § 1, eerste lid bedoelde voorwaarden, wordt de erkenning door de Minister voor een periode van vijf jaar, hernieuwbaar met perioden van vijf jaar, toegekend. § 3. Op het einde van de in het tweede lid bedoelde procedure kan de minister beslissen de erkenning van het laboratorium in te trekken, om één of meerdere van de volgende redenen : 1° het laboratorium vraagt dit zelf aan, per gewone post of e-mail, gericht aan de NADO van de Franse Gemeenschap;2° wanneer het laboratorium niet meer voldoet aan de in § 1, eerste lid bedoelde erkenningsvoorwaarden;3° wanneer het laboratorium ernstig of herhaaldelijk de bepalingen van het decreet of dit besluit overtreedt. Op de voordracht van de NADO van de Franse Gemeenschap, brengt het laboratorium, bij aangetekend schrijven op de hoogte van zijn voornemen zijn erkenning in te trekken en van de reden(en) van dit voornemen.
Het laboratorium beschikt over 30 dagen, te rekenen vanaf de toezending van het in het vorige lid bedoelde aangetekend schrijven, om eventuele schriftelijke opmerkingen of rechtvaardigingen te laten kennen, en om, in voorkomend geval, te vragen te worden gehoord door de NADO van de Franse Gemeenschap.
De Minister neemt een met redenen omklede beslissing en geeft er kennis van aan betrokkene bij aangetekend schrijven, ofwel na de overschrijding van de in het vorige lid bedoelde termijn, ofwel na ontvangst van het advies van de NADO van de Franse Gemeenschap, als het laboratorium één van de in hetzelfde lid bedoelde rechten heeft gebruikt. § 4. Wanneer bijzondere analysen moeten worden uitgevoerd en geen door de Franse Gemeenschap erkend laboratorium die kan uitvoeren, erkent de Minister, op voorstel van de NADO van de Franse Gemeenschap, tijdelijk, voor de periode van de betrokken bijzondere analyse, een ander laboratorium dat door het WADA wordt geaccrediteerd of anders goedgekeurd, dat de in § 1 bedoelde voorwaarden vervult.
Bij toepassing van het vorige lid, zijn de §§ 2 en 3 niet van toepassing.
Art. 20.§ 1. De NADO van de Franse Gemeenschap stelt de chaperons aan die ermee worden belast de controleartsen bij te staan en op de sporters toezicht te houden, bij de dopingcontroles, en dit, overeenkomstig de bepalingen van afdeling 2 en met inachtneming van de eisen van de internationale standaard voor controles en enquêtes.
Het in het vorige lid bedoelde toezicht begint vanaf de kennisgeving van de controle van de sporter en eindigt na de werkelijke monsterneming.
Om tot chaperon te kunnen worden aangesteld, moet de kandidaat voldoen aan ten minste de volgende voorwaarden : 1° meerderjarig en rechtsbekwaam zijn;2° op een oproep tot kandidaten, die door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt verspreid en georganiseerd, antwoorden binnen de termijn en, in, voorkomend geval, in de bij die oproep vereiste vormen;3° bij de akte van kandidatuur, een uittreksel uit het strafregister van model 2 voegen, dat bevestigt dat de kandidaat niet wegens een misdrijf of een misdaad werd veroordeeld.4° in de akte van kandidatuur moet de kandidaat elk privé of professioneel verband met één of meer sporter(s), sportorganisatie(s), organisator(en) van sportevenement(en) of wedstrijd(en) vermelden;5° zich, door middel van een onderhands attest op erewoord, gedateerd en getekend, gevoegd bij de akte van kandidatuur, ertoe verbinden de vertrouwelijkheid van de controleprocedure strikt in acht te nemen, alsook de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor elke dopingcontrole, waarbij hij, in voorkomend geval, moet weigeren een controle uit te oefenen op een sporter waarvoor de chaperon geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid zou bieden;6° behalve als de intrekking op zijn aanvraag geschiedt, geen beslissing tot intrekking van de hoedanigheid van chaperon hebben ondergaan gedurende de vijf jaar voorafgaand aan het jaar van de indiening van de kandidatuur;7° de kandidaat moet verklaren, in zijn akte van kandidatuur, dat hij bereid is, in de uitoefening van zijn ambt, inzake tijdsbesteding, zeer beschikbaar te zijn, ook, in voorkomend geval, op de feestdagen, zaterdag en zondag. De NADO van de Franse Gemeenschap ontvangt de kandidaturen en kijkt na of de in 1° tot 7° vermelde voorwaarden vervuld zijn.
De kandidaturen die na de in 1° bedoelde termijn worden ingediend, zijn onontvankelijk.
Naar aanleiding van de in het derde lid bedoelde verificatie, kan de NADO van de Franse Gemeenschap de kandidaat vragen, bij e-mail of per post, binnen een termijn van 10 dagen te rekenen vanaf de indiening van die aanvraag, elk eventueel document mee te delen waarmee de akte van kandidatuur geldig kan worden ingevuld.
Als de kandidaat het (de) gevraagde aanvullende document(en) niet binnen de in het voorafgaande lid bedoelde termijn van 10 dagen voorlegt, wordt de kandidatuur als onontvankelijk beschouwd. § 2. Wanneer de in § 1, derde lid, 1° tot 7° bedoelde voorwaarden vervuld zijn, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap, per gewone post, de kandidaat daar op de hoogte van.
De in het voorafgaande lid bedoelde briefwisseling vermeldt ook de verplichting, voor de kandidaat, een oorspronkelijke opleiding met succes te volgen, die door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt georganiseerd en die uit een theoretisch deel en een praktisch deel bestaat.
De in het vorige lid bedoelde theoretische proef heeft betrekking op de algemene kennis van de in de Franse Gemeenschap geldende wetgeving inzake strijd tegen doping, alsook op de algemene kennis van de Belgische wetgeving betreffende de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
De in het tweede lid bedoelde praktische proef bestaat erin, onder de supervisie van een controlearts van de Franse Gemeenschap, de handelingen van een chaperon te simuleren, in de chronologische volgorde, bij een dopingcontrole.
De theoretische en praktische proeven moeten de kandidaat in de mogelijkheid stellen om de eisen betreffende de fase van monsterneming op voldoende wijze te kennen en te beheersen, overeenkomstig afdeling 2 van dit besluit en de standaard voor de controles en enquêtes, en de bijlagen ervan. § 3. De in § 1 bedoelde oproep tot kandidaten wordt inzonderheid bekendgemaakt in een krant van de Franstalige geschreven pers, gespecialiseerd voor jobaanbiedingen.
De kandidaten die de in § 1, derde lid, 1° tot 7° bedoelde voorwaarden vervullen, en die slagen voor de praktische en theoretische proeven van de oorspronkelijke opleiding, zoals bedoeld in § 2, tweede lid, worden gerangschikt op grond van hun beschikbaarheid en de kwaliteit van hun kandidatuur, waarvan de criteria bij de oproep tot kandidaten worden vermeld.
De NADO van de Franse Gemeenschap stelt voor een periode van twee jaar de best gerangschikte kandidaten tot chaperon aan, bij toepassing van het voorafgaande lid, binnen de perken van de toe te kennen posten.
De aangestelde chaperons ontvangen een badge waarmee ze kunnen worden geïdentificeerd en waarop de geldigheidsduur van hun aanstelling wordt vermeld.
Voor zover de niet in aanmerking genomen kandidaten de in § 2, tweede lid, bedoelde theoretische en praktische delen met succes hebben gevolgd, blijven ze geldig opgenomen in een wervingsreserve, voor een periode van twee jaar, voor het geval dat posten van chaperons toe te kennen zouden zijn gedurende die periode.
Met het oog op de continuïteit van de antidopingactiviteiten, met inbegrip van de weekeinden en de feestdagen, kan de Minister, onverminderd het vorige lid, één of meer personeelsleden van de NADO van de Franse Gemeenschap, die aan de in § 1, derde lid, 1° en 3° tot 7° bedoelde voorwaarden voldoen, tot chaperon aanstellen. Het (de) bij toepassing van het vorige lid aangestelde lid(leden) wordt (worden) vrijgesteld van de in § 2, tweede lid, bedoelde theoretische en praktische proeven. § 4. Een aangestelde chaperon kan de verlenging van zijn aanstelling telkens voor een periode van twee jaar bekomen, mits naleving van de volgende voorwaarden : 1° per gewone post of e-mail de verlenging van zijn aanstelling aanvragen bij de NADO van de Franse Gemeenschap, uiterlijk dertig dagen vóór het einde van zijn lopende aanstelling;2° bij zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling, een recent uittreksel uit het strafregister, model 2, voegen, dat bevestigt dat hij niet wegens een misdaad of een misdrijf werd veroordeeld;3° in zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling, elk privé of professioneel verband met één of meer sporter(s), sportorganisatie(s), organisator(en) van sportevenement(en) of wedstrijd(en) vermelden;4° zich, door middel van een onderhands attest op erewoord, gedateerd en getekend, gevoegd bij zijn aanvraag om verlenging van zijn aanstelling, ertoe verbinden de vertrouwelijkheid van de controleprocedure strikt in acht te nemen, alsook de onafhankelijkheid en de onpartijdigheid die noodzakelijk zijn voor elke dopingcontrole, waarbij hij, in voorkomend geval, moet weigeren een controle uit te oefenen op een sporter waarvoor de chaperon geen voldoende waarborg inzake onafhankelijkheid en onpartijdigheid zou bieden. De overschrijding van de in 1° bedoelde termijn belet niet dat een reeds aangestelde chaperon op een nieuwe oproep tot kandidaten antwoordt, overeenkomstig de in § 1 bedoelde procedure.
Met toepassing van één van de vorige leden, kan de reeds aangestelde chaperon bij zijn kandidaatstelling een vrijstelling aanvragen van de verplichting de in § 2, tweede lid bedoelde oorspronkelijke opleiding te volgen.
De in het vorige lid bedoelde vrijstelling wordt door de NADO van de Franse Gemeenschap automatisch verleend, behalve als de antidopingwetgeving van de Franse Gemeenschap aanzienlijk werd gewijzigd. § 5. Op het einde van de in § 6 bedoelde procedure, kan de NADO van de Franse Gemeenschap beslissen de hoedanigheid van chaperon in te trekken, om één of meer van de volgende redenen : 1° de chaperon voldoet niet meer aan één van de in § 1, derde lid, 3° tot 7° bedoelde voorwaarden;2° de chaperon is gedurende een periode van 6 maanden niet beschikbaar geweest, om meer dan de helft van de opdrachten uit te voeren die door de NADO van de Franse Gemeenschap hem werden gevraagd en behoorlijk meegedeeld;3° de chaperon heeft, behalve bij overmacht die hij moet aantonen, niet kunnen deelnemen aan de jaarlijkse opleidingssessie, die door de NADO van de Franse Gemeenschap werd georganiseerd;4° de chaperon heeft de bepalingen van het decreet of dit besluit ernstig of herhaaldelijk overtreden;5° de chaperon vraagt dit zelf aan per gewone post of e-mail, gericht aan de NADO van de Franse Gemeenschap. § 6. Behalve in het in § 5, eerste lid, 5° bedoelde geval, voordat de beslissing wordt genomen, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap de chaperon, bij aangetekend schrijven, op de hoogte van haar voornemen hem de hoedanigheid van chaperon in te trekken en van de redenen van dit voornemen.
De chaperon beschikt over een termijn van 30 dagen, te rekenen vanaf de datum van de in het eerste lid bedoelde aangetekend schrijven, om eventuele schriftelijke opmerkingen of redenen te opperen, alsook, in voorkomend geval, om te vragen door de NADO van de Franse Gemeenschap te worden gehoord.
De beslissing van De NADO van de Franse Gemeenschap moet met redenen omkleed zijn en de NADO geeft er de betrokkene bij aangetekend schrijven kennis van.
Art. 21.De Minister bepaalt, in voorkomend geval, de voorwaarden voor de bezoldiging van de chaperons. Afdeling 2. - Controles en enquêtes
Art. 22.§ 1. De NADO van de Franse Gemeenschap maakt jaarlijks een plan op voor de verdeling van de dopingcontroles die in de Franse Gemeenschap moeten worden uitgevoerd, overeenkomstig artikel 5.4. van de Code en de artikelen 4.1 tot 4.9 van de internationale standaard voor controles en enquêtes.
Dat verdelingsplan heeft tot doel gerichte en onaangekondigde controles te plannen. Het moet doeltreffend en evenwichtig zijn en het mogelijk maken om uiteindelijk een coherente volgorde van voorrang te bepalen tussen de sportdisciplines, categorieën van sporters, types controles, types monsternemingen en types van de door te voeren analysen van monsters.
Dat verdelingsplan moet, zonder exhaustief te zijn, waarborgen dat controles worden uitgevoerd : 1° bij sporters van alle niveaus, ook op minderjarigen, waarbij moet worden gepreciseerd dat de meeste controles gericht zijn naar en voorbehouden zijn voor elitesporters van nationaal niveau en topsporters;2° in een groot aantal onderscheiden sportdisciplines, rekening houdend met de in § 2 bedoelde evaluatie van de dopingrisico's;3° binnen en buiten wedstrijdverband, rekening houdend met de in § 2 bedoelde evaluatie van de dopingrisico's;4° in de ploegsporten en individuele sporten;5° door middel van bloedtests, urinetests en, in voorkomend geval, het biologisch paspoort van de sporter, zoals bedoeld in artikel 12, § 1, derde lid, van het decreet;6° over het gehele grondgebied van de Franse Gemeenschap. Het in het eerste lid bedoelde verdelingsplan zorgt ook voor de bewaring van de monsters om bijkomende monsteranalyses op een latere datum mogelijk te maken, overeenkomstig de artikelen 6.2 en 6.5 van de Code en 4.7.3 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, alsook de eisen van de internationale standaard voor controles en enquêtes, van de internationale standaard voor laboratoria en de internationale standaard voor de bescherming van persoonlijke gegevens.
Die strategie houdt ook rekening met de volgende gegevens : 1° de aanbevelingen van het door de Franse Gemeenschap erkende laboratorium, 2° de potentiële behoefte aan retroactieve analyses in verband met het programma van het biologisch paspoort van de atleet, 3° nieuwe ontdekkingsmethodes die in een nabije toekomst kunnen worden ingevoerd en die op de sporter, de sport en/of de discipline kunnen worden toegepast;4° en/of het feit dat monsters worden geleverd door sporters die voldoen aan alle of een deel van de in het zesde lid bedoelde criteria. Onverminderd de toepassing van het derde lid, 1°, overeenkomstig artikel 4.5.3 van de standaard voor controles en enquêtes, kunnen de volgende factoren door de NADO van de Franse Gemeenschap in aanmerking worden genomen voor de bepaling van de volgorde van voorrang tussen de te controleren sporters en, in voorkomend geval, voor de planning en de uitvoering van gerichte controles op welbepaalde sporters : a) één of meer vroegere overtredingen van antidopingregels;b) de historiek van de sportprestaties, inzonderheid een plotse en aanzienlijke verbetering van de sportprestaties;c) herhaaldelijke tekortkomingen aan de verplichting inzake mededeling van de verblijfsgegevens, zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet;d) laattijdige mededelingen van verblijfsgegevens;e) een verhuis of een training op een plaats die ver afgelegen is of moeilijk toegankelijk is voor een controle;f) de terugtrekking of de afwezigheid bij een op ADAMS ingeschreven wedstrijd;g) de vereniging met een derde die wegens dopingfeiten werd veroordeeld;h) een kwetsuur;i) de leeftijd en/of het stadium in de loopbaan, inzonderheid de overgang van een leeftijdcategorie naar een andere, of de mogelijkheid om een contract aan te gaan;j) de financiële aansporing tot verbetering van de prestaties, zoals premies of sponsoringmogelijkheden;k) betrouwbare inlichtingen uit derden, die door de NADO van de Franse Gemeenschap worden geverifieerd en vergeleken in het kader van haar onderzoeksbevoegdheid zoals bedoeld in artikel 6/2 van het decreet. § 2. Aan het in § 1, eerste lid bedoelde plan voor de verdeling van de controles gaat een omstandige evaluatie van de dopingrisico's vooraf, rekening houdend met de richtlijnen die vervat zijn in het technisch document bedoeld in artikel 5.4.1 van de Code met inachtneming van de in artikel 4.2.1 van de internationale standaard voor controles en enquêtes bedoelde criteria.
De in het vorige lid bedoelde evaluatie van de dopingrisico's rust zo, inzonderheid, op de evaluatie van de stoffen en methodes die het best kunnen worden gebruikt in de betrokken sport en/of sportdiscipline, waarbij inzonderheid rekening wordt gehouden met : a) de lichamelijke eisen en de andere eisen, inzonderheid de fysiologische eisen, van de betrokken sporten en/of sportdisciplines;b) de verbetering van de prestatie die doping zou kunnen brengen in die sporten en/of sportdisciplines;c) de beschikbare beloningen en de andere aansporingen tot doping op de verschillende niveaus van die sporten en/of sportdisciplines;d) de historiek van doping in die sporten en/of sportdisciplines;e) het beschikbare onderzoek over de tendensen inzake doping, inzonderheid door middel van bijdragen die door gelijken worden overgelezen;f) de ingewonnen inlichtingen, inzonderheid in het kader van de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 6/2 van het decreet;g) de resultaten uit de uitvoering van de vorige plannen inzake verdeling van de controles;h) de perioden in de sportloopbaan waarin een sporter het meest geneigd is doping te gebruiken;i) de perioden in het sportjaar waarin een sporter het meest geneigd is doping te gebruiken, rekening houdend met de structuur van het seizoen voor de betrokken sport en/of sportdiscipline, ook betreffende de planning van de perioden van wedstrijden en training. § 3. Nadat het in paragraaf 1 bedoelde plan voor de verdeling van de controles opgemaakt is, wordt het uitgevoerd, overeenkomstig de artikelen 24 en volgende, en kan het te allen tijde, gedurende het jaar, worden gewijzigd, rekening houdend met elke relevante en geverifieerde analytische of niet analytische inlichting, door de NADO van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op grond van de dopingcontroles die door andere antidopingorganisaties worden uitgevoerd en van de inlichtingen die worden behandeld in het kader van de in artikel 6/2 van het decreet bedoelde onderzoeksbevoegdheid. § 4. Om een doeltreffende planning mogelijk te maken en een onnodige herhaling van de controles te vermijden, overeenkomstig artikel 5.4.3 van de Code, worden deze driemaandelijks gecoördineerd met de andere antidopingorganisaties die een band met de sporter ofwel op sportniveau ofwel op nationaal niveau hebben, door middel van een registratie in ADAMS, uitgevoerd door de NADO van de Franse Gemeenschap.
In het kader van de in het vorige lid bedoelde coördinatie, om het vertrouwelijke, onvoorspelbare en onaangekondigde karakter van de controles te waarborgen, hebben de gegevens die in ADAMS worden geregistreerd alleen betrekking op de identiteit van de te controleren sporters, gedurende een bepaald trimester, met uitsluiting van de nauwkeurige datums, uren en plaatsen van de controles.
Met het oog op de toepassing van artikel 9/1, tweede lid, van het decreet, richt de NADO van de Franse Gemeenschap haar aanvraag aan de antidopingorganisatie die bevoegd is voor het georganiseerde evenement, in principe 35 dagen vóór het begin van het betrokken sportevenement.
Bij dringende noodzakelijkheid, speciaal gemotiveerd door minstens één van de in artikel 22, § 1, vijfde lid bedoelde artikel, kan de in het vorige lid bedoelde termijn tot 5 dagen worden verminderd.
Art. 23.De mededeling van de aan de NADO van de Franse Gemeenschap door de organisatoren toegezonden inlichtingen, voor de toepassing van artikel 17 van het decreet, geschiedt per post of e-mail en omvat de volgende gegevens : 1° de naam van het georganiseerde sportevenement of van de georganiseerde sportwedstrijd;2° de plaats, de datum en de uren van begin en einde van dat sportevenement of van die sportwedstrijd;3° de sportdiscipline(s) die bij dat sportevenement of die sportwedstrijd wordt(den) beoefend;4° het internationale, nationale of lokale niveau van het sportevenement of de sportmanifestatie, alsook de leeftijdscategorieën van de deelnemers en hun werkelijke of vermoeden aantal;5° de naam, voornaam, postadres en/of e-mail-adres en telefoonnummmer van de afgevaardigde van de organisator van het evenement of de wedstrijd en, in voorkomend geval, van de afgevaardigde van de deelnemende sportorganisaties;6° het aantal elitesporters op nationaal niveau en internationaal niveau die, naar weten van de organisator, aan het betrokken sportevenement of de betrokken sportwedstrijd deelnemen.
Art. 24.§ 1. Alle dopingcontroles en de uitvoering van het plan voor de verdeling van de controles, zoals bedoeld in artikel 22, § 3, geschieden op de volgende wijze en met inachtneming van de volgende beginselen : 1° op grond van het plan voor de verdeling van de controles, zoals bedoeld in artikel 22, § 1, van de inlichtingen die door de organisatoren, overeeenkomstig artikel 23, worden meegedeeld, of van elke analytische of niet analytische inlichting die relevant is en door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt geverifieerd, identificeert deze gedurende het hele jaar de sporters die ze wenst te controleren, alsook de trainingen, sportevenementen en sportwedstrijden gedurende welke ze wenst dopingcontroles te doen uitvoeren; 2° overeenkomstig de artikelen 5.2 en 5.2.5 van de Code en artikel 4.5.5 van de standaard voor controles en enquêtes, kan elke sporter, ook een minderjarige sporter, die onder de NADO van de Franse Gemeenschap ressorteert, ertoe worden verplicht haar, te allen tijde en op alle plaatsen, een monster te leveren, ook als de sporter wordt geschorst, en onafhankelijk van het eventuele opnemen van die controle in het plan voor de verdeling van de controles, zoals bedoeld in artikel 22, § 1, eerste lid. § 2. De NADO van de Franse Gemeenschap stelt, door middel van een opdrachtenblad, waarvan ze het model vaststelt, de controlearts aan die wordt belast met de uitvoering van de geplande controles.
Het in het vorige lid bedoelde opdrachtenblad omvat minstens de volgende gegevens : 1° de plaats, datum en uur van het begin, alsook de geschatte duur van het evenement, de wedstrijd of de training gedurende hetwelk of dewelke de controle(s) wordt(den) gepland, of, als de controle buiten wedstrijdverband geschiedt, de plaats en de datum waarop en het uur waarom de geplande controle moet worden uitgevoerd;2° de sportdiscipline, alsook, in voorkomend geval, de benaming van het evenement, de wedstrijd of de training gedurende hetwelk of dewelke één of verschillende controles werd(en) gepland;3° of de controle binnen of buiten wedstrijdverband geschiedt, overeenkomstig de in artikel 1, 21° tot 22° en 28° van het decreet bedoelde definities;4° de naam en het adres van de sportorganisatie waarbij de te controleren sporter aangesloten is of van de organisator die verantwoordelijk is voor het evenement, de wedstrijd of de training, alsook de naam, voornaam en telefoonnummer van hun afgevaardigde;5° of de controle door middel van een bloedtest of een urinetest wordt uitgevoerd, met vermelding van het gewenste aantal en het ogenblik van de uit te voeren controle(s);6° de wijze waarop de sporters worden aangesteld, of in het kader van gerichte controle(s), de identiteit van de sporter(s) die zich bij de controle moeten aanmelden;7° de naam en voornaam van de controlearts die belast wordt met de uitvoering van de geplande controle(s);8° de gegevens en de naam van het erkende laboratorium dat met de analysen wordt(en) belast. Het opdrachtenblad wordt door de directeur van de NADO van de Franse Gemeenschap ondertekend en wordt in twee exemplaar opgemaakt, waarvan het ene voor de controlearts en de andere voor de NADO van de Franse Gemeenschap wordt bestemd. § 3. Het opdrachtenblad wordt aan de controlearts meegedeeld, uiterlijk, naar gelang van het geval : a) 72 uur vóór de geplande dopingcontrole(s), voor de controles binnen wedstrijdverband;b) drie maanden vóór de geplande dopingcontrole(s), voor de controles buiten wedstrijdverband. In voorkomend geval, informeert de NADO van de Franse Gemeenschap de chaperon(s) die de controlearts begeleiden ten vroegste 72 uur vóór de geplande dopingcontrole(s). § 4. De NADO van de Franse Gemeenschap of, in voorkomend geval, de controlearts, kan, indien de lichamelijke veiligheid van deze bedreigd wordt, vragen dat een officier van de gerechtelijke politie aanwezig is bij de uit te voeren dopingcontrole(s).
Art. 25.§ 1. De controlearts, die door de NADO van de Franse Gemeenschap door middel van het in artikel 24, § 2, bedoelde opdrachtenblad wordt aangesteld, organiseert, verricht en leidt de geplande dopingcontrole(s).
De controlearts voert, voor zover dit mogelijk is, zijn controle uit met respect voor het normale verloop van het evenement, de wedstrijd of de training. § 2. Indien de controle gedurende een evenement, een wedstrijd of een training plaatsvindt, wijst de afgevaardigde van het sportevenement of de organisator van het evenement, de wedstrijd of de training een persoon aan om de controlearts bij te wonen en hem, in de onmiddellijke nabijheid waar het evenement, de wedstrijd of de training plaatsvindt, een geschikt lokaal ter beschikking te stellen, dat voldoende waarborg biedt inzake hygiëne, vertrouwelijkheid, bescherming van intimiteit en veiligheid. § 3. De controlearts identificeert, met de eventuele hulp van de chaperon(s) die hem begeleidt(en), in voorkomend geval, door middel van een officieel document, en bepalen, overeenkomstig het opdrachtenblad, de sporter(s) de zich bij de dopingcontrole moet(en) aanmelden.
Vóór de in het vorige lid bedoelde identificatie, identificeert (eren) de controlearts en, in voorkomend geval, de chaperon(s) die hem begeleidt(en), zichzelf door middel van de badges, bedoeld in de artikelen 17, § 3, vierde lid, en 20, § 3, vierde lid.
Na de in de vorige leden bedoelde identificaties verwittigt(en) en informeert(eren) de controlearts, met de eventuele hulp van de chaperon(s) die hem begeleidt(en), persoonlijk elke te controleren sporter, op grond van een formulier voor de dopingcontrole, waarvan het model door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt vastgesteld, overeenkomstig de eisen van de internationale standaard voor controles en enquêtes, van het type controle die uit te voeren is en van zijn verloop.
Het in het vorige lid bedoelde formulier vermeldt minstens de volgende gegevens : 1° de naam en voornaam van de te controleren sporter;2° de datum waarop en het uur waarom het werd uitgereikt;3° de aard van het af te nemen monster, met de eventuele vermelding dat dit geschiedt met toepassing van het biologisch paspoort van de sporter, zoals bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid, van het decreet;4° de plaats waar het monster wordt afgenomen;5° het precieze uur waarom de sporter zich voor de controle uiterlijk moet aanmelden. Bij de in het derde lid bedoelde verwittiging, brengt de controlearts, in voorkomend geval met de bijstand van de chaperon die hem begeleidt, de gecontroleerde sporter, ook mondeling, op de hoogte van de volgende gegevens : 1° de gevolgen die de sporter zou kunnen ondergaan, als hij zich niet bij de controle binnen de gestelde termijn aanmeldt of als hij weigert het oproepingsformulier te ondertekenen, dit is, naar gelang van het geval, de vaststelling van de overtreding van één van de dopingregels bedoeld in artikel 6, 3° of 5° van het decreet, of van een gemiste controle, zoals bepaald in artikel 42, eerste lid, 2° ;2° de mogelijkheid, voor de sporter, om te vragen dat de controleprocedure wordt uitgevoerd in aanwezigheid van een persoon naar keuze, alsook, als dit noodzakelijk en mogelijk is, van een tolk;3° de noodzakelijkheid, voor de minderjarige sporter, te worden begeleid door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een persoon die door één van deze daartoe werd gemachtigd; 4° de mogelijkheid, voor de sporter met een handicap, om te worden begeleid en bijgestaan door een persoon naar keuze, overeenkomstig bijlage B.4.4 van de standaard voor controles en enquêtes; 5° de mogelijkheid, voor de sporter, om bij de NADO van de Franse Gemeenschap, elke bijkomende inlichting te bekomen betreffende de dopingcontrole en de later toe te passen procedure;6° de mogelijkheid, voor de sporter, om één van de hieronder vermelde uitzonderlijke redenen, volgens het vrij oordeel van de controlearts, om een termijn te vragen om zich bij de dopingcontroleplaats te kunnen aanmelden : a) voor de controles binnen wedstrijdverband : i) een protocollaire ceremonie voor het uitdelen van medailles bijwonen; ii) verplichte aanwezigheid vóór de media; iii) aan andere wedstrijden deelnemen; iv) recuperatie; v) een noodzakelijke medische behandeling ondergaan; vi) naar een vertegenwoordiger en/of tolk zoeken; vii) een identificatiefoto vinden of; viii) elke andere redelijke omstandigheid die door de controlearts, met de instemming van de NADO van de Franse Gemeenschap, wordt aanvaard; b) voor de controles buiten wedstrijdverband : i) naar een vertegenwoordiger zoeken; ii) een trainingssessie tot het einde brengen; iii) een noodzakelijke medische behandeling krijgen; iv) een identificatiefoto vinden of; v) elke andere redelijke omstandigheid die door de controlearts, met de instemming van de NADO van de Franse Gemeenschap, wordt aanvaard. Het in het derde lid bedoelde formulier voor de dopingcontrole, wordt in het Nederlands en in het Frans vertaald.
Het formulier voor de dopingcontrole wordt in vier exemplaren opgemaakt, waarvan drie door de controlearts worden bewaard en één aan de sporter wordt meegedeeld, na de individuele controleprocedure, overeenkomstig de in artikel 26, §§ 2 en 4, tweede lid, nader bepaalde regels.
De vier exemplaren van het formulier voor de dopingcontrole worden ondertekend door de controlearts, de eventueel aanwezige chaperon en de gecontroleerde sporter.
Indien de gecontroleerde sporter minderjarig of rechtsonbekwaam is, worden de vier exemplaren van het formulier voor de dopingcontrole ondertekend door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een door deze daartoe behoorlijk gemachtigde persoon.
Indien de sporter weigert het formulier voor de dopingcontrole te ondertekenen, indien hij afwezig is of zich bij de controle te laat aanmeldt op de plaats en om het uur vermeld bij de verwittiging, overeenkomstig het derde tot vijfde lid, wordt dit door de controlearts opgenomen in het proces-verbaal van controle, bedoeld in artikel 12, § 3, van het decreet, en kan dit leiden tot de toepassing van de in het vijfde lid, 1° bedoelde gevolgen. § 4. Elke sporter die overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, werd verwittigd, blijft onder het rechtstreekse toezicht van de controlearts of, in voorkomend geval, van de daartoe aangestelde chaperon(s), sedert de verwittiging, zoals bepaald in § 3, derde tot vijfde lid, tot de ondertekening van het proces-verbaal van controle door de sporter, overeenkomstig artikel 26, § 4, eerste lid.
Elk incident dat het goede verloop van de controle in het gedrang kan brengen en dat door de controlearts wordt vastgesteld, wordt door hem in het proces-verbaal van controle opgenomen.
Bij toepassing van het vorige lid, vermeldt de controlearts eveneens in het proces-verbaal van controle of hij van mening is dat de controle kan worden behouden, en, in voorkomend geval, voert hij die uit.
Bij toepassing van het vorige lid, indien de controle niet kan worden behouden en indien het in het tweede lid bedoelde incident aan de sporter te wijten is, kunnen de in § 3, vijfde lid, 1°, bedoelde gevolgen op hem worden toegepast. § 5. Elke sporter die werd verwittigd, overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, meldt zich, voor het afnemen van monsters, aan op de plaats en om het uur vermeld op het formulier voor de dopingcontrole.
De controlearts verifieert, eventueel met de hulp van de chaperon(s) die hem begeleiden, de identiteit van de sporter en, in voorkomend geval, van de persoon die hem begeleidt, door middel van een officieel document.
Onverminderd de toepassing van § 4, tweede tot vierde lid, indien de sporter zich niet bij de controle aanmeldt om het uur dat in het oproepingsformulier opgenomen is, of indien hij de controleprocedure onderbreekt, wordt deze niettemin op hem buiten de termijn toegepast. § 6. Elke sporter die werd verwittigd, overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, kan de controlearts vragen dat de controleprocedure in aanwezigheid van een persoon naar keuze kan worden uitgevoerd, voor zover dit het normale verloop van de monstername niet stoort.
Bij toepassing van het vorige lid, indien de controlearts dit verzoek niet inwilligt, neemt hij de redenen voor de weigering in het proces-verbaal van controle op.
Elke sporter met een handicap die werd verwittigd, overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, kan vragen dat de controleprocedure wordt uitgevoerd in aanwezigheid en met de eventuele steun van een persoon naar keuze.
Bij toepassing van het vorige lid, willigt de controlearts automatisch de aanvraag in.
Indien een sporter die minderjarig of rechtsonbekwaam is, werd verwittigd overeenkomstig § 3, derde tot vijfde lid, wordt hij bij de controleprocedure begeleid door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een door deze daartoe behoorlijk gemachtigde persoon.
Onverminderd de toepassing van de vorige leden, laat de controlearts de toegang tot het controlelokaal of het vertrek waarin de controle wordt uitgevoerd, alleen tot de volgende personen toe : 1° de gecontroleerde sporter;2° de persoon die door de gecontroleerde sporter wordt gecontroleerd, overeenkomstig het eerste lid of het derde lid;3° een wettelijke vertegenwoordiger of een door deze behoorlijk gemachtigde persoon, wanneer de gecontroleerde sporter minderjarig is of rechtsonbekwaam is;4° de eventueel aangestelde chaperon(s), voor zover hij (zij) van hetzelfde geslacht als de gecontroleerde sporter is(zijn);5° een afgevaardigde arts van de nationale of internationale sportorganisatie, waarvan de gecontroleerde sporter lid is. § 7. Onverminderd de naleving van § 4, eerste lid, kan de controlearts, uitsluitend om één van de in § 3, vijfde lid, 6° uitzonderlijke redenen, respectief voor de controles binnen wedstrijdverband en buiten wedstrijdverband, de sporter toelaten het dopingcontrolestation te verlaten.
Bij toepassing van het vorige lid vermeldt de controlearts, in het proces-verbaal van controle, het vertrekuur en het terugkeeruur van de sporter bij het controlestation alsook de uitzonderlijke reden waarom de sporter werd toegelaten het dopingcontrolestation te verlaten.
Bij toepassing van het eerste lid mag de sporter geen urine lozen, voordat hij bij het dopingcontrolestation teruggekeerd is. § 8. Indien een in het in artikel 24, § 2, bedoelde opdrachtenblad bepaalde controle, om enige reden, niet plaats heeft kunnen vinden, vermeldt de controlearts dit in het proces-verbaal van controle, met vermelding van de rede(nen) daarvoor.
Bij toepassing van het vorige lid, zendt de controlearts het proces-verbaal van controle aan de NADO van de Franse Gemeenschap, uiterlijk de eerste werkdag volgend op de dag waarop de controle vastgesteld was.
Nadat de NADO van de Franse Gemeenschap het proces-verbaal van controle heeft ontvangen, stuurt ze daar een afschrift van aan de betrokken sporter alsook aan de nationale en/of internationale sportorganisatie waarvan hij lid is.
De sporter beschikt over een termijn van vijftien dagen om zijn argumenten te doen gelden, en om, in voorkomend geval, door de NADO van de Franse Gemeenschap te worden gehoord.
Bij ontstentenis van uitleg of als de argumenten van de sporter als onvoldoende of niet overtuigend worden beschouwd, kunnen op hem de in § 3, vijfde lid, 1° bedoelde maatregelen worden toegepast.
Art. 26.§ 1. Na de in artikel 25, § 3, derde tot vijfde lid bedoelde verwittiging, maar vóór elke afname van een urine- of bloedmonster, voert de controlearts een gesprek met de gecontroleerde sporter, inzonderheid over de acute of chronische aandoeningen en over elk geneesmiddel, elke medische behandeling of bijzondere voeding die thans worden gebruikt, die al dan niet aan een medisch voorschrift worden onderworpen.
De opgave van de geneesmiddelen, medische behandeling en bijzondere voeding die door de gecontroleerde sporter worden gebruikt, die binnen de 7 dagen voorafgaand aan de controle wordt opgemaakt, wordt door de controlearts in het proces-verbaal van controle opgenomen.
Na het in het eerste lid bedoelde gesprek, maar vóór elke afname van een urine- of bloedmonster, stelt de controlearts de sporter voor zich te hydrateren, uitsluitend met mineraalwater, waarbij die hydratatie niet overdreven mag zijn.
Het in het vorige lid bedoelde mineraalwater wordt ter beschikking gesteld door de organisator van het evenement, de wedstrijd of de training, in de vorm van een beveiligde verpakking.
De dopingcontrole wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat de intimiteit, de waardigheid en het respect voor de privacy van de gecontroleerde sporter worden gewaarborgd.
Het controlematerieel wordt één enkele keer gebruikt en alleen de door de NADO van de Franse Gemeenschap geleverde verpakkingen worden gebruikt voor de afname van monsters. § 2. De controleprocedure en het verloop ervan worden door de controlearts in het proces-verbaal van controle vastgesteld, dat wordt gevoegd bij het formulier voor de dopingcontrole, zoals bedoeld in artikel 25, § 3, derde lid, en waarvan het model door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt vastgesteld in overeenstemming met de eisen van de internationale standaard voor controles en enquêtes.
Naast de in artikel 12, § 3, van het decreet bepaalde inlichtingen, en onverminderd het vorige lid, vermeldt het proces-verbaal van controle eveneens : a) de naam en voornaam van de controlearts;b) in voorkomend geval, de naam en voornaam van de aangestelde chaperon(s) die bij de controle aanwezig is(zijn);c) in voorkomend geval, de naam en voornaam van de trainer en/of sportarts;d) de geboortedatum en de persoonlijke gegevens van de sporter;e) het geslacht van de sporter;f) de eventuele vermelding van de geneesmiddelen en voedingssupplementen die de sporter gedurende de laatste 7 dagen heeft genomen, en van de eventuele transfusies die gedurende de laatste 3 maanden werden uitgevoerd;g) het codenummer van het overeenstemmende afgenomen monster;h) het type van de afgenomen urine- of bloedmonsters, met de eventuele vermelding, in het tweede geval, dat deze werden afgenomen voor analyse en controle, in het kader van het biologisch paspoort van de sporter;i) het uur van aankomst van de sporter bij het controlestation, alsook het uur waarom de controle werd beëindigd, overeenkomstig § 4, eerste lid;j) alle vaststellingen die de controlearts gedurende de controleprocedure heeft gedaan, alsook elk eventueel incident, overeenkomstig artikel 25, § 4, tweede lid. § 3. De controlearts, eventueel begeleid door één of meer chaperons, neemt alle geschikte maatregelen om elke vervalsing of poging tot vervalsing van elk gegeven, in de zin van artikel 6, 5°, van het decreet, te vermijden.
Er wordt eventueel melding gemaakt van die maatregelen in het proces-verbaal van controle, overeenkomstig § 2, tweede lid, alsook artikel 25, § 4, tweede lid.
Het is de sporter, alsook iedereen die door de controlearts overeenkomstig artikel 25, § 6, wordt toegelaten aanwezig te zijn in het controlelokaal of in het vertrek waarin de controle wordt uitgevoerd, verboden het verloop van de controleprocedure op ongeacht welke drager te filmen, te fotograferen of op te nemen.
De niet nakoming van het vorige lid wordt door de controlearts in het proces-verbaal van controle vastgesteld overeenkomstig § 2, tweede lid, en artikel 25, § 4, tweede lid.
De toepassing van het vorige lid kan aanleiding geven tot de vaststelling van de vervalsing of van de poging tot vervalsing van elk gegeven betreffende de dopingcontrole, in de zin van artikel 6, 5°, van het decreet. § 4. Nadat de controle is uitgevoerd, onverminderd de eventuele opmerkingen bedoeld in artikel 27, § 1, eerste lid, 14°, of in artikel 28, eerste lid, 12°, wordt het proces-verbaal van controle ondertekend door de betrokken sporter, de controlearts en, in voorkomend geval, door de aanwezige chaperon(s) alsook door elke persoon die bij de controle aanwezig was, met inachtneming van artikel 25, § 6.
Het proces-verbaal van controle wordt opgemaakt in vier exemplaren, waarvan één bestemd is voor de sporter, een ander voor de sportorganisatie waarbij de sporter aangesloten is en het vierde voor de NADO van de Franse Gemeenschap.
Indien de gecontroleerde sporter minderjarig of rechtsonbekwaam is, onverminderd de eventuele opmerkingen bedoeld in artikel 27, § 1, eerste lid, 14°, of in artikel 28, eerste lid, 13°, worden de vier exemplaren van het proces-verbaal van controle ondertekend door één van zijn wettelijke vertegenwoordigers of door een door deze behoorlijk gemachtigde persoon.
Het exemplaar wordt voor het laboratorium bestemd en vermeldt geen gegeven waarmee de gecontroleerde sporter zou kunnen worden geïdentificeerd.
Het exemplaar dat voor de sportorganisatie bestemd is, vermeldt geen opgave van de geneesmiddelen, medische behandeling en bijzondere voeding die door de sporter worden genomen, noch eventuele aanwijzingen betreffende bloedtransfusies.
Indien de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger of een andere door deze behoorlijk gemachtigde persoon, weigert het proces-verbaal van controle te ondertekenen, wordt tegen de betrokken sporter een procedure voor de vaststelling van de overtreding van de in artikel 6, 5°, van het decreet bedoelde antidopingregel ingesteld.
Het model van het proces-verbaal van controle, dat door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt vastgesteld, detailleert, met het oog op de informatie van de sporter, de wijze waarop zijn persoonlijke gegevens zullen worden behandeld.
Art. 27.§ 1. De procedure voor de controle door middel van de afname van urinemonsters geschiedt, onverminderd de toepassing van de §§ 2 en 3, op de volgende wijze en in de volgende volgorde : 1° de sporter kiest uit een groep een opvangbeker, opent die, vergewist zich ervan dat hij leeg en proper is, en vult hem met een hoeveelheid die voor de analyse vereist is, onder het visuele toezicht van de controlearts of van een chaperon, voor zover deze laatste van hetzelfde geslacht als de sporter is;2° indien de hoeveelheid die door de sporter wordt geproduceerd, voldoende is, kiest de sporter een analysekit uit een groep verzegelde kitten, bestaande uit twee flesjes met hetzelfde codenummer, gevolgd door het letter "A" voor het eerste flesje, dat het voornaamste monster inhoudt, en het letter "B", voor het tweede flesje, dat het reservemonster inhoudt voor de eventuele contra-expertise;3° ingeval de in 1° en 2° bepaalde stappen werden toegepast en na de toepassing ervan, ontzegelt de sporter de gekozen kit, opent die en kijkt na of de flesjes leeg en proper zijn en giet de minimumhoeveelheid urine die voor de analyse vereist is in het flesje B, dit is minstens 30 ml, dan de rest van de urine in het flesje A, met een minimumhoeveelheid van 60 ml;4° de sporter behoudt enkele urinedruppels (overblijvend volume) voor de opvangbeker;5° de sporter verzegelt dan beide flesjes A en B volgens de richtlijnen van de controlearts, die, vóór de ogen van de sporter, nakijkt of de monsters correct verzegeld zijn;6° de controlearts meet de soortelijke dichtheid van de urine die in de opvangbeker overblijft door middel van colorimetrische banden, met inachtneming van de gestelde termijn voor het lezen;7° indien uit het lezen blijkt dat het monster niet de soortelijke dichtheid heeft die voor de analyse noodzakelijk is, kan de controlearts een nieuwe urinemonsterneming eisen, met inachtneming van de in 1° tot 5° bedoelde procedure;8° in het in 7° bedoelde geval zullen de twee monsters naar het laboratorium, voor een vergelijkende analyse, worden toegestuurd;de controlearts zal bij het proces-verbaal van controle laten opmerken dat het monster gelijktijdig met het tweede monster, waarvan hij alleen het codenummer zal vermelden, zal moeten worden geanalyseerd; 9° na toepassing van de in 1° tot 6°, of, in voorkomend geval, van 1° tot 8° bedoelde stappen, kijkt de controlearts na of het codenummer dat op de flesjes A en B vermeld is en het codenummer dat op de verzendingstas vermeld is dezelfde zijn;10° de controlearts laat het in 9° bedoelde codenummer op het proces-verbaal van controle inschrijven;11° de sporter kijkt na of het codenummer dat vermeld is op de flesjes A en B en het codenummer op de verzendingstas dezelfde zijn als het codenummer dat op het proces-verbaal van controle vermeld is;12° de sporter doet, onder toezicht van de controlearts, beide flesjes A en B in de verzendingstas en verzegelt deze;13° de controlearts werpt, voor ogen van de sporter, de overblijvende urine die niet voor het analyselaboratorium bestemd is, weg;14° de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger of een andere door hem gemachtigde persoon, bevestigt, door het proces-verbaal van controle te ondertekenen, dat de procedure verlopen is overeenkomstig deze paragraaf, onder voorbehoud van, in voorkomend geval, elke onregelmatigheid of opmerking die de sporter of de andere persoon die de controle eventueel heeft bijgewoond, met inachtneming van artikel 25, § 6 wenst te doen kennen, en die, dan, in het proces-verbaal van controle zal worden opgenomen. § 2. Indien er geen urine geproduceerd is of indien de in § 1 opgelegde hoeveelheid niet bereikt is, blijft de sporter onder het visuele toezicht van de controlearts of in voorkomend geval, van de chaperon, totdat de voorgeschreven hoeveelheid bereikt is, volgens de procedure bedoeld in § 3.
In het in het vorige lid bedoelde geval, wordt mineraalwater onder beveiligde verpakking ter beschikking gesteld van de sporter door de organisator van het evenement, de wedstrijd of de training. § 3. Indien de sporter een onvoldoende hoeveelheid urine produceert, wordt de procedure voor de gedeeltelijke monsterneming gebruikt, in de volgende volgode : 1° de sporter kiest uit een groep van verzegelde kitten een analysekit, opent die, kijkt na of de flesjes leeg en proper zijn;2° de sporter giet in het A-flesje de urine die zich in de opvangbeker bevindt, onder het visuele toezicht van de controlearts, en, in voorkomend geval, in aanwezigheid van een chaperon, voor zover deze laatste van hetzelfde geslacht als hij is;3° de sporter kiest uit een groep van verzegelde kitten een kit voor gedeeltelijke monsterneming;hij opent die en sluit het A-flesje met behulp van een afsluitdop die zich in de gekozen kit voor gedeeltelijke monsterneming bevindt; 4° de sporter kijkt na of er geen lekken zijn;5° de sporter plaatst het A-flesje in de analysekit, sluit deze en plaatst de aldus gesloten kit in de daartoe bepaalde tas voor gedeeltelijke monsterneming;6° de sporter maakt de beschermingskleefstrip van het zakje los en verzegelt dit;7° de controlearts kijkt na of de codenummers die vermeld staan op de verwijderbare strip en op het zakje dezelfde zijn;8° de controlearts neemt hetzelfde codenummer als het nummer dat in 7° bedoeld is op het proces-verbaal van controle over en neemt op dat proces-verbaal zijn beginletters en die van de gecontroleerde sporter over;9° de controlearts bewaart de tas voor de gedeeltelijke monsterneming totdat de sporter opnieuw zou kunnen urineren;10° wanneer de sporter in staat is een ander monster te produceren, wordt de in § 1 beschreven procedure voor de monsterneming herhaald totdat de hoeveelheid urine bereikt is, door het oorspronkelijke monster en de bijkomende monsters te mengen;11° zodra de controlearts van mening is dat de eisen inzake urinehoeveelheid die voor de analyse vereist is, vervuld zijn, kijkt de sporter, onder toezicht van de arts, na of de tas intact is en of het nummer van zijn verwijdbare strip overeenstemt met het nummer dat op het zakje en in het proces-verbaal van controle opgenomen is;12° de sporter opent het verzegelde zakje alsook het A-flesje, voorzien van zijn voorlopige afsluitdop;13° de sporter giet, onder toezicht van de controlearts, in een opvangbeker de urine die zich in het flesje A bevindt en deze die zich in het tweede monster bevindt, om beide opgevangen monsters te mengen;14° indien de aldus bekomen hoeveelheid gemengde urine nog lager is dan 90 ml, wordt de procedure die beschreven is in de punten 1° tot 13° herhaald totdat de vereiste hoeveelheid van 90 ml urine bereikt is;15° indien de vereiste hoeveelheid van 90 ml bereikt is, dan is de in § 1, 2° tot 14° beschreven procedure van toepassing Art.28. De procedure voor de controle door middel van de afname van bloedmonsters geschiedt op de volgende wijze en in de volgende volgorde : 1° de sporter kiest uit een groep een bloedafnameset, opent die, vergewist zich ervan dat hij leeg en proper is;2° de sporter verifieert ook het codenummer dat op de flesjes vermeld staat en dat hetzelfde moet zijn;3° de controlearts zorgt ervoor dat de sporter in comfortabele omstandigheden wordt geplaatst en vraagt hem in een normale positie te gaan zitten, met beide voeten op de grond, gedurende minstens 10 minuten vóór de afname;4° de controlearts ontsmet de huid van de sporter met steriele ontsmettende watten op een plaats die geen negatieve gevolgen kan hebben op de sporter of zijn sportprestaties;er wordt, zo nodig, een knelband aangelegd; 5° de controlearts vangt het bloedmonster in het afnamebuisje op vanuit een oppervlakkige ader;6° de afgenomen hoeveelheid bloed moet voldoende zijn om te beantwoorden aan de eisen inzake analyse van het geaccrediteerde of door het WADA anders goedgekeurde laboratorium;7° indien de opgevangen hoeveelheid bloed van de sporter niet voldoende is, zoals bepaald in 6°, voert de controlearts de procedure opnieuw uit, maar niet meer dan twee keer;8° als de controlearts niet de voldoende hoeveelheid bloed kan krijgen, zoals bepaald in 6°, na de drie pogingen, zoals bepaald in 7°, onderbreekt hij het afnemen van de bloedmonsters en vermeldt hij dit in het proces-verbaal van controle;9° na de stappen bedoeld in 1° tot 6°, of, in voorkomend geval, van 1 tot 7° of 8°, legt de controlearts een verband aan op de punctieplaats;10° de controlearts werpt op een geschikte wijze de uitrusting voor de bloedafname weg die niet noodzakelijk is om de procedure voor de bloedafname te beëindigen;11° de sporter verzegelt zijn monsters in de bloedafnameset volgens de richtlijnen van de controlearts;deze controleert, voor ogen van de sporter, dat de monsters op voldoende wijze worden verzegeld; 12° voordat de monsters naar het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium worden gestuurd, worden ze, inzonderheid voor het vervoer, geplaatst in een bewaringssysteem dat de bloedmonsters met een lage temperatuur kan bewaren, waarbij deze niet kunnen vriezen;13° de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, zijn wettelijke vertegenwoordiger of een andere door hem gemachtigde persoon, bevestigt, door het proces-verbaal van controle te ondertekenen, dat de procedure verlopen is overeenkomstig dit artikel, onder voorbehoud van, in voorkomend geval, elke onregelmatigheid of opmerking die de sporter of de andere persoon die de controle eventueel heeft bijgewoond, met inachtneming van artikel 25, § 6 wenst te doen kennen, en die, dan, in het proces-verbaal van controle zal worden opgenomen.
Art. 29.§ 1. De procedure voor de controle die wordt uitgevoerd door middel van het biologisch paspoort van de sporter, overeenkomstig de artikelen 12, § 1, tweede lid, en 12/1 van het decreet, geschiedt vanuit bloedmonsters, afgenomen volgens de procedure bedoeld in artikel 28.
Bij toepassing van het vorige lid, vóór de afname, deelt de controlearts de sporter mee dat zijn bloedmonsters in het kader van het biologisch paspoort van de sporter zullen worden geanalyseerd en gecontroleerd.
Onverminderd de toepassing van het eerste lid, zorgt de controlearts er overigens voor dat het bloedmonster niet vroeger dan twee uur na het einde van de training, de wedstrijd of het sportevenement, in voorkomend geval, wordt afgenomen.
Bij toepassing van dit artikel, op het einde van de afname, vermeldt de controlearts, in het proces-verbaal van controle, dat de bloedmonsters met het oog op analyse en controle werden afgenomen, in het kader van het biologisch paspoort van de sporter. § 2. De procedureregels, bedoeld in artikel 12/1, vierde lid, van het decreet, zijn, voor het opstellen, het beheren en het opvolgen van het biologisch paspoort, de volgende : 1° het biologisch paspoort kan door de NADO van de Franse Gemeenschap alleen met inachtneming van de in artikel 12/1 van het decreet bepaalde voorwaarden worden opgesteld en/of beheerd en/of gebruikt;2° het biologisch paspoort kan door de NADO van de Franse Gemeenschap alleen voor ten minste één van de doelstellingen bedoeld in artikel 12, § 1, tweede lid, of 12/1, derde lid,van het decreet worden opgesteld en/of beheerd en/of gebruikt;3° onverminderd 1° en 2° bepaalt elke overeenkomst, die met toepassing van artikel 12/1, tweede lid, van het decreet wordt gesloten, de antidopingorganisatie die verantwoordelijk is voor het betrokken biologisch paspoort, de nadere regels voor het beheer en het gebruik ervan, alsook de verdeling van de kosten betreffende het beheer en het gebruik ervan;4° als de NADO van de Franse Gemeenschap een biologisch paspoort opstelt, deelt ze aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, bij aangetekend schrijven en bij e-mail, minstens de volgende gegevens mee : a) het opstellen van en biologisch paspoort;b) de mogelijke doelstellingen voor het gebruik van de gegevens betreffende het biologisch paspoort, alsook de maximumduur van de bewaring van die gegevens, overeenkomstig bijlage 1;c) de antidopingorganisatie die verantwoordelijk is voor het beheer en het opvolgen van het biologisch paspoort;d) de mogelijkheid, voor de betrokken elitesporter van nationaal niveau, om, binnen de 15 dagen volgend op de mededeling, het opstellen van een biologisch paspoort, dat op hem van toepassing is, te betwisten, en in voorkomend geval, vragen, door de NADO van de Franse Gemeenschap te worden gehoord, eventueel in aanwezigheid van een raadsman en/of arts naar keuze;5° bij toepassing van 4°, d), deelt de NADO van de Franse Gemeenschap zijn beslissing mede aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau : a) na ontvangst van zijn betwisting en nadat hij werd gehoord;b) na overleg met de betrokken sportorganisatie, en, in voorkomend geval, met het WADA. § 3. Voor de toepassing van artikel 12/1, vijfde lid, kan de Minister een eenheid voor het beheer van het paspoort van de sporter aanstellen, belast met het bijstaan van de NADO van de Franse Gemeenschap voor het opstellen, het beheer en het opvolgen van het biologisch paspoort.
Art. 30.De procedure voor de controle door middel van het afnemen van monsters van andere lichamelijke vloeistoffen of van de bevoorrading van de sporter wordt mutatis mutandis uitgevoerd volgens dezelfde stappen als deze die bedoeld zijn in de procedure voor de controle door middel van het afnemen van urinemonsters, zoals bedoeld in artikel 27, onverminderd de toepassing van de volgende regels : 1° de monsters worden in geschikte en verzegelde verpakkingen geplaatst; 2° er kunnen afnemingen, bestemd voor eventuele bijkomende en toekomstige analysen, worden uitgevoerd, overeenkomstig de artikelen 6.2 en 6.5 van de Code;; 3° de verpakking wordt verzegeld in aanwezigheid van de betrokken sporter;4° op elke verpakking wordt een codenummer genoteerd, dat in kennis van de sporter wordt gesteld, en dat in het proces-verbaal van controle wordt opgenomen.
Art. 31.Indien bij de controle twijfels ontstaan over de afkomst of de authenticiteit van een monster, wordt een nieuw monster afgenomen.
Elke weigering van de sporter of, indien hij minderjarig of rechtsonbekwaam is, van zijn wettelijke vertegenwoordiger of de door deze behoorlijk gemachtigde persoon, om zich aan een nieuwe monsterafneming te onderwerpen, wordt met controleweigering gelijkgesteld, en heeft de eventuele vaststelling van de overtreding van de antidopingregel bedoeld in artikel 6, 3°, van het decreet, tot gevolg.
Art. 32.Met inachtneming en in het kader van de toepassing van de onderzoeksbevoegdheid van de NADO van de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in artikel 6/2 van het decreet, zijn de volgende bijkomende nadere regels van toepassing : 1° elke onderzoeksprocedure heeft potentieel tot doel ofwel een potentiële schending van de antidopingregels of een potentiële deelneming aan de schending van de antidopingregels uit te sluiten, ofwel bewijzen verzamelen om een procedure in te leiden wegens de schending van de antidopingregels, overeenkomstig artikel 50 of 51;2° de in artikel 6/2, tweede lid, a) van het decreet bedoelde onderzoeksprocedure betreffende één of meer overtreding(en) van de antidopingregels, zoals bedoeld in artikel 6, van het decreet, rust op betrouwbare inlichtingen, die door de NADO van de Franse Gemeenschap op vergelijkende wijze worden geverifieerd;3° de in artikel 6/2, tweede lid, a) van het decreet bedoelde beschikbare bronnen zijn, inzonderheid, de sporters, de personeelsleden die sporters begeleiden, de controleartsen, de chaperon(s), de door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratoria, de sportorganisaties, andere antidopingorganisaties, de media, andere overheidsinstellingen, het WADA; 4° overeenkomstig artikel 13.3.3 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, wordt elk onderzoek billijk, onpartijdig, ten laste en ten onlaste, gevoerd; 5° overeenkomstig artikel 12.3.4 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, en onverminderd 1° tot 4°, gebruikt de NADO van de Franse Gemeenschap, om haar onderzoeken te voeren, elke beschikbare nuttige inlichting, inzonderheid deze die uit het ADAMS komen; 6° de evaluatie van de inlichtingen en bewijzen die gedurende de onderzoeken worden verzameld, de conclusies, de verbanden en de resultaten van de onderzoeken moeten door de NADO van de Franse Gemeenschap in een verslag schriftelijk worden opgenomen;7° alle inlichtingen worden op vertrouwelijke wijze ingewonnen en behandeld door de personeelsleden van de NADO van de Franse Gemeenschap die de onderzoeksbevoegdheid uitoefenen;8° met inachtneming van de punten 1° tot 7°, werkt de NADO van de Franse Gemeenschap bij voorrang met het WADA en de andere antidopingorganisaties mede; 9° voor de toepassing van artikel 6/2, b) van het decreet, en overeenkomstig artikel 12.2.2 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, op aanvraag van het WADA, bezorgt de NADO aan het WADA bijkomende inlichtingen betreffende de omstandigheden waarin afwijkende analyseresultaten, atypische analyseresultaten of afwijkende paspoortresultaten worden gekregen; 10° voor de toepassing van artikel 6/2, c) van het decreet en overeenkomstig artikel 12.1.1, b), van de internationale standaard voor controles en enquêtes, leidt de NADO een onderzoek in en onderzoekt vertrouwelijk elke analytische of niet analytische inlichting wanneer er wettige redenen zijn om een schending van de antidopingregels te vermoeden. 11° voor de toepassing van artikel 6/2, c) van het decreet, leidt de NADO van de Franse Gemeenschap automatisch een onderzoek in, wanneer het proces-verbaal van controle, bedoeld in artikel 26, § 2, eerste lid, vermeldt dat een sporter een monsterafname is ontweken, een monsterafname heeft geweigerd of nagelaten heeft zich bij een monsterafname aan te melden, heeft geweigerd het proces-verbaal van controle of het deel van het formulier voor de dopingcontrole betreffende de kennisgeving van de controle te ondertekenen, of dat hij op enigerlei wijze het goede verloop van de individuele controleprocedure heeft gehinderd; 12° bij toepassing van 10° of 11°, overeenkomstig artikel 12.3.2, van de internationale standaard voor controles en enquêtes, brengt de NADO het WADA op de hoogte van het inleiden van een onderzoek en informeert ze het over het opvolgen ervan, op zijn aanvraag; 13° bij toepassing van artikel 6/2, b) tot d), van het decreet, geeft de NADO van de Franse Gemeenschap, bij aangetekend schrijven gericht aan de betrokken sporter, zijn wettelijke vertegenwoordiger, als hij minderjarig is, of aan het lid van het personeel voor de begeleiding van de betrokken sporter, kennis van het inleiden van een onderzoek over hem;14° de in 13° bedoelde kennisgeving vermeldt : a) een beknopte beschrijving van de feiten die in aanmerking komen voor het inleiden van een onderzoek;b) de vermelding van het basisdecreet en van de procedure die van toepassing is voor het inleiden van een onderzoek;c) de vermelding van de aangevoerde schending van de antidopingregel;d) de verplichting ter beschikking van de NADO van de Franse Gemeenschap te zijn, met het oog op een eventuele oproeping voor een hoorzitting, waarbij het mogelijk is om zich te laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman en/of een arts bij die hoorzitting; e) overeenkomstig artikel 12.3.5 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, de vermelding dat het niet medewerken aan het goede verloop van het onderzoek de NADO van de Franse Gemeenschap kan leiden tot het inleiden van een procedure wegens de schending van de in artikel 6, 5°, van het decreet bedoelde antidopingregel; 15° binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de in 14° bedoelde kennisgeving, geeft de NADO van de Franse Gemeenschap bij aangetekend schrijven aan de betrokken sporter, aan zijn wettelijke vertegenwoordiger, als hij minderjarig is, of aan het lid van het personeel voor de begeleiding van de betrokken sporter, kennis van de conclusies van zijn onderzoek en van zijn beslissing het dossier af te sluiten of het mee te delen aan de bevoegde sportorganisatie en/of aan het parket, voor de toepassing van artikel 19 en/of 22 van het decreet; 16° overeenkomstig artikel 12.4.3, a) en b), van de internationale standaard voor controles en enquêtes, geeft de NADO van de Franse Gemeenschap bij e-mail, aan het WADA en aan de betrokken internationale sportfederatie, kennis van elke beslissing het dossier af te sluiten, genomen met toepassing van 15°, om die de mogelijkheid te geven om tegen die beslissing een beroep in te dienen, in voorkomend geval; 17° indien de NADO van de Franse Gemeenschap geen kennis van haar beslissing binnen de in 15° bedoelde termijn heeft gegeven, wordt het dossier geacht afgesloten te zijn door een beslissing houdende de vaststelling dat geen schending van de antidopingregels werd vastgesteld; 18° bij toepassing van 17° en overeenkomstig artikel 12.4.1 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, kan het WADA bij de TAS beroep aantekenen tegen die beslissing houdende de vaststelling dat geen schending van de antidopingregels werd vastgesteld; 19° de overzending van een onderzoeksdossier door de NADO van de Franse Gemeenschap aan een sportorganisatie, voor de toepassing van artikel 19 van het decreet : a) gaat gepaard met een voorafgaande oproeping van de sporter of van de betrokken persoon uit zijn begeleiding, om te worden gehoord, eventueel in aanwezigheid van een raadsman en/of een arts naar keuze;b) rust op een geschrift, gestaafd door bewijsgegevens die door de Code worden toegelaten en die in het Belgisch recht algemeen aanvaard zijn;c) wordt in feite en in rechte gemotiveerd;20° als de NADO van de Franse Gemeenschap een zaak bij de politie aanhangig maakt, om politiehandelingen te verrichten, moet dit op betrouwbare inlichtingen steunen, die door de NADO van de Franse Gemeenschap op vergelijkende wijze worden geverifieerd;21° de overzending van een onderzoeksdossier door de NADO van de Franse Gemeenschap aan het parket, met het oog op het eventuele inleiden van een strafdossier tegen een sporter of een persoon uit zijn begeleiding, voor de toepassing van artikel 22 van het decreet : a) gaat gepaard met een voorafgaande oproeping van de sporter of van de betrokken persoon uit zijn begeleiding, om te worden gehoord, eventueel in aanwezigheid van een raadsman en/of een arts naar keuze;b) rust op een geschrift, gestaafd door bewijsgegevens die door de Code worden toegelaten en die in het Belgisch recht algemeen aanvaard zijn;c) wordt in feite en in rechte gemotiveerd;22° onverminderd 20° en 21°, kunnen de betrekkingen tussen, enerzijds, de NADO van de Franse Gemeenschap, en, anderzijds, de politie en/of justitie, in een samenwerkingsprotocol uitdrukkelijk worden opgenomen;23° de in 19°, a), en 21°, a) bedoelde oproeping wordt gericht aan de sporter of aan de betrokken persoon uit zijn begeleiding, minstens vijftien dagen vóór de hoorzitting, met vermelding van : a) het doel ervan en het inleiden van een onderzoek tegen de sporter of de betrokken persoon uit zijn begeleiding;b) een samenvatting van de feitelijke gegevens die de sporter of de betrokken persoon uit zijn omgeving verweten zijn;c) de beweerde schending(en) van een antidopingregel(s), zoals bedoeld in artikel 6 van het decreet;d) in voorkomend geval, de beweerde schending(en) van een antidopingregel(s), zoals bedoeld in artikel 22 van het decreet;e) de datum van de hoorzitting;f) het recht daar te worden bijgestaan of vertegenwoordigd door een raadsman en/of een arts die door de sporter of door de persoon uit zijn begeleiding wordt gekozen;g) het feit dat het dossier, als de opgeroepen persoon niet verschijnt, automatisch wordt overgezonden aan de betrokken sportorganisatie en/of het parket;24° de sporter of de betrokken persoon uit zijn begeleiding krijgt van de NADO van de Franse Gemeenschap, na de in 19°, a), of 21°, a) bedoelde hoorzitting, of, zo niet, na de dag waarop die hoorzitting was bepaald, een kennisgeving, met vermelding, naar gelang van het geval, van : a) in geval van hoorzitting, de afsluiting van het onderzoeksdossier of de overzending ervan, naar gelang van het geval, aan de betrokken sportorganisatie en/of het parket, met opgave van de beweerde overtreding(en) van een antidopingmaatregel(s), zoals bedoeld in artikel 6 van het decreet en, in voorkomend geval, in artikel 22 van het decreet;b) zo niet, van de overzending van het onderzoeksdossier, naar gelang van het geval, aan de betrokken sportorganisatie en/of het parket, met de opgave van de beweerde overtreding(en) van (een) antidopingregel(s), zoals bedoeld in artikel 6 van het decreet en, in voorkomend geval, in artikel 22, van het decreet.
Art. 33.Met inachtneming en in het kader van de toepassing van artikel 6, 10°, van het decreet, zijn de nadere regels voor de mededeling de volgende : 1° de in artikel 6, 10°, tweede en derde lid bedoelde mededelingen vermelden de volgende gegevens : a) de identificatie van het betrokken personeelslid;b) de hem verweten overtreding(en) van de antidopingregels;c) de eventuele datums en gegevens betreffende de vermelde veroordeling of schorsing;d) de periode van de vermelde schorsing of veroordeling;e) de mogelijkheid om de vaststelling van een verboden samenwerking te betwisten, binnen de vijftien dagen volgend op de mededeling, en, in voorkomend geval, te worden gehoord door de NADO van de Franse gemeenschap, in de eventuele aanwezigheid van een raadsman;f) de mogelijke gevolgen van een verboden samenwerking, voor de sporter;2° naast de in 1° bedoelde gegevens, vermeldt de mededeling bedoeld in artikel 6, 10°, tweede lid, eveneens de mogelijkheid, voor de sporter, om te stellen dat de betwiste samenwerking niet professioneel of sportgerelateerd is, in welk geval de verboden samenwerking niet zal kunnen worden vastgesteld tegen hem;3° na de gevraagde eventuele hoorzitting of nadat de in 1°, e) bedoelde termijn verstreken is, krijgen de sporter of de andere persoon en het betrokken lid van de begeleiding van de sporter, vanwege de NADO van de Franse Gemeenschap, een mededeling die, naar gelang van het geval, het volgende vermeldt : a) de afsluiting van het dossier, op grond van de aangevoerde en aanvaarde verdedigingsmiddelen;b) de overzending van het dossier aan de betrokken sportorganisatie, met het oog op de toepassing van artikel 19 van het decreet;c) de eventuele overzending van het dossier aan het parket, met het oog op de toepassing van artikel 22 van het decreet;4° voor de toepassing van artikel 6, 10°, vijfde lid, van het decreet, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap het WADA en de betrokken sportorganisatie, bij e-mail, op de hoogte van : a) de gevoerde procedure en de verrichte mededelingen;b) de identiteit van de sporter en de andere persoon alsook van het betrokken lid van de begeleiding;c) de eventuele datums en verwijzingen naar de vermelde veroordeling of schorsing;d) de periode van de vermelde schorsing of veroordeling;e) de antwoorden die eventueel worden gebracht op de mededelingen;f) zijn beslissing het dossier af te sluiten of het over te zenden aan de betrokken sportorganisatie, voor de toepassing van artikel 19 van het decreet. Afdeling 3. - Analyse van monsters
Art. 34.§ 1. Nadat de controleprocedure uitgevoerd is, naargelang het geval, overeenkomstig artikel 27, 28, 29 of 30, bewaart de controlearts de verzegelde monsters tot de toezending ervan aan een personeelslid van de NADO van de Franse Gemeenschap, belast met het vervoer.
Vóór de toezending van de monsters, zoals bedoeld in het eerste lid, vergewist de controlearts zich ervan dat de verpakking in goede staat is, inzonderheid voor het vervoer en bewaring ervan, om te vermijden dat ze beschadigd zouden kunnen worden.
Vanaf de ontvangst van de monsters, zoals bedoeld in het eerste lid en tot de toezending ervan voor analyses naar het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, neemt de NADO van de Franse Gemeenschap de noodzakelijke bewaringsmaatregelen.
Onverminderd het voorafgaande lid, vanaf de ontvangst van de monsters, zoals bedoeld in het eerste lid en tot de toezending ervan voor analyses naar het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, bij twijfel over integriteit, identificatie of authenticiteit van één of meer monsters kan de NADO van de Franse Gemeenschap beslissen het of de betrokken monster(s) ongeldig te verklaren.
In het geval bedoeld in het voorafgaande lid, voor zover het (de) betrokken ongeldig verklaarde monster(s) het mogelijk maakt (en) om ongetwijfeld de sporter te identificeren bij wie het (de) monster afgenomen werd (en), wordt deze geïnformeerd over de ongeldigverklaring, bij kennisgeving, per brief, van de NADO van de Franse Gemeenschap. § 2. De NADO van de Franse Gemeenschap bezorgt de verzegelde urinemonsters of, in voorkomend geval, de monsters van andere lichamelijke vloeistoffen of van de bevoorrading van de sporter, tegen ontvangstbewijs, aan het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, ten laatste binnen een termijn van 72 uur te rekenen vanaf de afneming.
De NADO van de Franse Gemeenschap bezorgt de verzegelde bloedmonsters, tegen ontvangstbewijs, aan een door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium ten laatste binnen een termijn van 12 uur te rekenen vanaf de afneming.
De NADO van de Franse Gemeenschap bezorgt de verzegelde monsters die afgenomen worden in het kader van de controleprocedure uitgevoerd in het kader van het biologisch paspoort van de sporter, tegen ontvangstbewijs, aan een door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium ten laatste binnen een termijn van 36 uur te rekenen vanaf de afneming.
Het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium analyseert onverwijld het A-monster en neemt onmiddellijk alle maatregelen die noodzakelijk zijn voor de bewaring, eigen aan een mogelijke latere analyse, van het B-monster, alsook voor de mogelijke toepassing van artikel 22, § 1, vierde en vijfde lid.
Art. 35.§ 1. Het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium stuurt het analyseverslag, zoals bedoeld in artikel 14, eerste lid, van het decreet, naar de NADO van de Franse Gemeenschap, per mail, binnen de 15 werkdagen volgend op de ontvangst van het monster.
Binnen de NADO van de Franse Gemeenschap kan (kunnen) enkel de ambtenaar (en) onder de verantwoordelijkheid van professionelen in de gezondheidszorg het verslag bedoeld in het eerste lid behandelen.
De termijn bedoeld in het eerste lid wordt geschorst tijdens de periodes waarin het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium gesloten is.
Wanneer de controleprocedure plaatsgevonden heeft in het kader van een internationale wedstrijd of een internationaal evenement die/dat door een internationale sportorganisatie werd georganiseerd, deelt het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium ook de afwijkende analyseresultaten aan de betrokken internationale sportorganisatie mee.
Het verslag bedoeld in het eerste lid vermeldt : 1° de datum en het uur van ontvangst van de monsters;2° het codenummer van de monsters;3° een beknopte beschrijving van de staat waarin de monsters overgezonden werden;4° een beknopte beschrijving van het uiterlijke aspect en van de staat van die verpakking en van de zegels die erop werden gelegd;5° de vaststellingen in verband met het volume en de staat van het A-monster;6° de resultaten van de analyse en de conclusies;7° de plaats en de bewaringsvoorwaarden van het B-monster. § 2. De afschriften van de verslagen en de documentatiedossiers in verband met elke analyse worden bewaard door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium gedurende een periode van 10 jaar, te rekenen vanaf de opstelling ervan. § 3. Overeenkomstig en voor de mogelijke toepassing van artikel 22, § 1, vierde en vijfde lid, worden de monsters bewaard door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, gedurende een periode van 10 jaar, te rekenen vanaf de ontvangst ervan, overeenkomstig bijlage 1. Afdeling 4. - Gevolgen van de analyse en mededelingen van de
resultaten
Art. 36.§ 1. Indien het resultaat van de analyse negatief is, worden de gecontroleerde sporter en zijn sportorganisatie ervan op de hoogte gebracht, per brief, binnen de vijf werkdagen na de ontvangst, door de NADO van de Franse Gemeenschap, van het analyseverslag van het laboratorium, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid.
De mededeling bedoeld in het voorafgaande lid, vermeldt ook de mogelijke en toekomstige toepassing van artikel 22, § 1, vierde en vijfde lid. § 2. Indien het resultaat van de analyse afwijkend is, behoudens het geval bedoeld in het derde lid, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap de gecontroleerde sporter en zijn sportorganisatie op de hoogte, per aangetekende brief en, in voorkomend geval, langs elektronische weg, binnen de drie werkdagen volgend op de ontvangst, van het analyseverslag van het laboratorium, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid.
Naast de mededeling van het afwijkend analyseresultaat, omvat de mededeling ook : 1° een verwijzing naar artikel 6, 1° en/of 2°, van het decreet, alsook, in voorkomend geval, naar artikel 12, § 1, tweede lid van het decreet;2° de mogelijke gevolgen van de overtreding van artikel 6, 1° en/of 2°, van het decreet;3° het recht van de sporter om een afschrift te krijgen van het dossier van de individuele controleprocedure met : a) de vermelding van de datum van de opening van het dossier;b) een inventaris van de stukken, met vermelding van de datum van de toevoeging aan het dossier;c) de identiteit en het adres van de sporter of van het lid van het begeleidingspersoneel;d) een afschrift van het formulier voor de dopingcontrole, zoals bedoeld in artikel 25, § 3, derde lid;e) een afschrift van het proces-verbaal voor de controle, zoals bedoeld in artikel 26, § 2, eerste lid;f) een afschrift van het analyseverslag van het laboratorium, zoals bedoeld in artikel 35, eerste lid, samen, in voorkomend geval, met alle aanvullende informatie die bezorgd wordt door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium;g) een afschrift van de aangetekende brief en, in voorkomend geval, van de elektronische brief waarin het afwijkend analyseresultaat aan de sporter meegedeeld wordt, overeenkomstig het eerste lid;h) in voorkomend geval, een afschrift van de aangetekende brief of de telefax waarin de sporter de analyse van het B-monster gevraagd heeft, overeenkomstig artikel 37;i) in voorkomend geval, een afschrift van elk ander stuk dat nuttig kan zijn voor de behandeling van het dossier;4° het recht voor de sporter om een analyse van het B-monster te vragen, overeenkomstig artikel 37;5° de datum vastgesteld door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium voor de eventuele analyse van het B-monster;6° overeenkomstig artikel 11, eerste lid, 4°, b), in fine, voor de amateursporters, het recht om een TTN op terugwerkende wijze en met terugwerkende kracht te vragen, in voorkomend geval, bij de verschijning of de vertegenwoordiging van de sporter bij de betrokken sportorganisatie, in het kader van de toepassing van de procedure bedoeld in artikel 19 van het decreet. Bij voorafgaande toepassing van artikel 11, eerste lid, 4°, b), initio, begint de termijn van drie werkdagen bedoeld in het eerste lid te lopen, naargelang het geval, ofwel vanaf de dag na het verstrijken van de termijn van 15 werkdagen, ofwel vanaf de dag na de negatieve beslissing van de TTN-Commissie betreffende de terugwerkende aanvraag van de TTN. § 3. Indien de analyse de aanwezigheid van een verboden stof in het lichaam van de sporter aantoont waarvan de productie uitsluitend endogeen zou kunnen zijn, wordt het analyseverslag bedoeld in artikel 35, eerste lid, als atypisch in het analyseverslag bestempeld.
Bij toepassing van het eerste lid, overeenkomstig artikel 7.4 van de Code : 1° controleert de NADO van de Franse Gemeenschap of een TTN toegekend werd;2° controleert de NADO van de Franse Gemeenschap of een duidelijke afwijking ten opzichte van de internationale standaard voor de laboratoria aanleiding heeft gegeven tot het atypisch resultaat. Bij toepassing van het tweede lid en bij een positief antwoord op één van de verificaties bedoeld in 1° of in 2°, informeert de NADO van de Franse Gemeenschap de betrokken sporter hierover en concludeert tot een negatief analyseresultaat overeenkomstig § 1.
Bij toepassing van het tweede lid en bij een negatief antwoord op de verificaties bedoeld in 1° en 2°, vraagt de NADO van de Franse Gemeenschap aan het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, één of meer bijkomende analyse(s) om de oorsprong van de verboden stof te bepalen die aanwezig is in het lichaam van de gecontroleerde sporter.
Onverminderd de toepassing van het tweede en vierde lid, wordt het atypische analyseresultaat slechts aan de gecontroleerde sporter meegedeeld indien : 1° het B-monster geanalyseerd moet worden.In dat geval kan de sporter, overeenkomstig artikel 37, vragen om aanwezig te zijn of vertegenwoordigd te worden bij de opening van het B- monster; 2° de NADO van de Franse Gemeenschap, voordat het resultaat als negatief of afwijkend wordt beschouwd, ertoe gehouden is, overeenkomstig artikel 7.4.1 b) van de Code, de lijst van de atypisch gecontroleerde sporters mee te delen.
Na de aanvullende analyse(s), zoals bedoeld in het vijfde lid, wordt het atypische analyseresultaat ofwel als negatief ofwel als afwijkend beschouwd, als wordt bewezen, in het tweede geval, dat de verboden stof die aanwezig is in het lichaam van de sporter niet volledig endogeen is.
Bij toepassing van het voorafgaande lid, naargelang het geval, wordt de procedure voortgezet overeenkomstig § 1 of § 2. § 4. Wanneer de gecontroleerde sporter een elitesporter van nationaal niveau of een topsporter is en het resultaat van de analyse van het A-monster afwijkend is, zendt de NADO van de Franse Gemeenschap, per mail en per ADAMS, naar de internationale sportorganisatie en naar het WADA : 1° de naam en voornaam van de gecontroleerde sporter;2° de nationaliteit van de gecontroleerde sporter;3° de betrokken sport en sportdiscipline;4° de mededeling dat de controle binnen wedstrijdverband of buiten wedstrijdverband heeft plaatsgevonden;5° de datum van de monsterneming;6° het type urine- of bloedafneming met, in voorkomend geval, de mededeling dat ze in het kader van het biologisch paspoort van de atleet plaatsgevonden heeft, overeenkomstig artikel 12, § 1, tweede lid, van het decreet;7° het door het laboratorium meegedeelde analyseresultaat.
Art. 37.§ 1. Bij mededeling van een afwijkend analyseresultaat, overeenkomstig artikel 36, § 2, kan de gecontroleerde sporter, binnen de vijf werkdagen volgend op deze mededeling, bij aangetekend schrijven en langs e-mail, de NADO van de Franse Gemeenschap vragen om het B-monster te doen analyseren door het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium, dat het eerste analyseverslag heeft opgesteld.
Bij toepassing van het voorafgaande lid, kan de gecontroleerde sporter eveneens vragen door de controlearts te worden gehoord die de betrokken controle heeft uitgevoerd, in de eventuele aanwezigheid van een arts en/of van een raadsman.
De kennisgeving van het afwijkende analyseresultaat wordt geacht door de sporter te worden ontvangen op de eerste dag na die waarop het aangetekend schrijven wordt overhandigd bij de wettelijke of gekozen woonplaats van de sporter, indien zijn woonplaats zich in België bevindt.
De kennisgeving van het afwijkende analyseresultaat wordt geacht door de sporter te worden ontvangen, behalve als de sporter het tegenovergestelde bewijst, op de derde werkdag na die waarop het aangetekend schrijven wordt overhandigd bij de diensten van de post, wanneer de wettelijke of gekozen woonplaats van de sporter zich in een andere Staat dan België bevindt. § 2. Bij de toepassing van § 1, eerste lid, wordt het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium dat het eerste analyseverslag heeft opgesteld, de dag die volgt op de ontvangst van de aanvraag van de sporter of de eerste werkdag die op deze datum volgt, door de NADO van de Franse Gemeenschap belast met het uitvoeren van de analyse van het B-monster.
Bij toepassing van § 1, eerste lid, kan de sporter vragen aanwezig te zijn of vertegenwoordigd te worden bij de opening van het B-monster. § 3. Bij toepassing van § 1, eerste lid, analyseert het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium het B-monster op de dag en op het uur die aan de sporter worden meegedeeld overeenkomstig artikel 36, § 2, tweede lid, 5°.
Bij afwezigheid van de sporter voor de analyse van het B-monster kan een onafhankelijke getuige bij de analyse aanwezig zijn.
Na de analyse van het B-monster stelt het door het WADA geaccrediteerde of anders goedgekeurde laboratorium een analyseverslag op, dat mutatis mutandis dezelfde elementen bevat als deze bedoeld in artikel 35, § 1, vijfde lid.
Het analyseverslag bedoeld in het voorafgaande lid wordt naar de NADO van de Franse Gemeenschap gestuurd binnen de tien werkdagen na de ontvangst van de aanvraag tot de analyse van het B-monster. § 4. De gecontroleerde sporter wordt op de hoogte gebracht van het resultaat van het B-monster binnen de drie werkdagen na de ontvangst van het analyseverslag door de NADO van de Franse Gemeenschap. § 5. Wanneer het definitieve resultaat van de analyse van de monsters van de gecontroleerde sporter afwijkend is, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap, onverwijld, per brief en via ADAMS, de nationale of internationale sportorganisatie waaronder de gecontroleerde sporter ressorteert en het WADA daarvan op de hoogte.
Bij toepassing van het voorafgaande lid deelt de NADO van de Franse Gemeenschap ze de volgende elementen mee : a) de naam en voornaam van de sporter;b) de nationaliteit van de sporter;c) de betrokken sport en sportdiscipline;d) de mededeling dat de controle binnen wedstrijdverband of buiten wedstrijdverband heeft plaatsgevonden;e) de datum van de monsterneming;f) het type urine- of bloedafneming met, in voorkomend geval, de mededeling volgens dewelke ze in het kader van het biologisch paspoort van de atleet heeft plaatsgevonden, overeenkomstig artikel 12, § 1, tweede lid, van het decreet;g) het door het laboratorium meegedeelde analyseresultaat. § 6. Onverminderd de inachtneming van de artikelen 36 en 37, bij en tengevolge van de toepassing van de controleprocedure die uitgevoerd wordt door middel van het biologisch paspoort door de NADO van de Franse Gemeenschap, deelt ze ook aan de elitesporter van nationaal niveau de volgende elementen mee : a) de verwijzing naar de instelling en het gebruik van het biologisch paspoort op zijn plaats;b) de verwijzing naar de antidopingorganisatie die belast is met het beheer en de opvolging van het biologisch paspoort;c) de datum (s) waarop de controleprocedure(s), bij gebruik van het biologisch paspoort, uitgevoerd werd(en) op deze plaats;d) het resultaat van de betrokken controle(s). Bij toepassing van het voorafgaande lid, wanneer het resultaat afwijkend is, naast de elementen bedoeld in a) tot d), bepaalt de NADO van de Franse Gemeenschap dit, in de mededeling aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, alsook de mogelijkheid om elk verweermiddel te laten gelden, binnen de 15 dagen na de mededeling en om te vragen, in voorkomend geval om gehoord te worden door de NADO van de Franse Gemeenschap in de eventuele aanwezigheid van een raadsman en/of van een arts.
Bij toepassing van het eerste lid, wanneer het resultaat negatief is, naast de elementen bedoeld in a) tot d), bepaalt de NADO van de Franse Gemeenschap dit, in de mededeling, aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, met de vermelding dat er geen procedure tegen hem ingesteld wordt wegens overtreding van de antidopingsregels.
Bij toepassing van het eerste lid, wanneer het resultaat atypisch is, is de procedure bedoeld in artikel 36, § 3, mutatis mutandis van toepassing.
Bij de toepassing van het tweede lid bezorgt de NADO van de Franse Gemeenschap een tweede mededeling aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau : a) na het verstrijken van de termijn van 15 dagen of na de ontvangst van de verweermiddelen en/of het mogelijke verhoor van de betrokken elitesporter van nationaal niveau;b) door vermelding te maken van de gemotiveerde beslissing om het dossier af te sluiten of door het aan de betrokken sportorganisatie te bezorgen met toepassing van artikel 19 van het decreet. HOOFDSTUK 4. - VERBLIJFSGEGEVENS VAN DE ELITESPORTERS
Art. 38.§ 1. Na raadpleging, langs elektronische post, van de sportorganisaties, van de Algemene Directie Sport en, in voorkomend geval, van de sportkringen die behoren tot de Franse Gemeenschap en die evolueren in de hoogste divisie of de nationale categorie, stelt de NADO van de Franse Gemeenschap een lijst op van elitesporters van nationaal niveau, die deel uitmaken van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig en met toepassing van de criteria opgenomen in artikel 1, 67° en 33°, van het decreet.
Deze lijst wordt ten minste driemaandelijks bijgewerkt, volgens dezelfde nadere regels voor de raadpleging als deze bedoeld in het eerste lid.
Overeenkomstig bijlage I.6.2 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, werken de sportorganisaties en de sportkringen waaruit ze bestaan, beter samen met de NADO van de Franse Gemeenschap : a) In het kader van de raadplegingen bedoeld in de tweede voorafgaande leden;b) door haar spontaan en onverwijld, bij e-mail, in voorkomend geval na overleg met de betrokken elitesporter, mee te delen dat deze voortaan aan de criteria bedoeld in artikel 1, 67° en 33° van het decreet beantwoordt of integendeel dat hij niet meer eraan beantwoordt. § 2. Elke beslissing tot opneming in de doelgroep van de Franse Gemeenschap wordt meegedeeld, door de NADO van de Franse Gemeenschap, per aangetekende brief en, in voorkomend geval, langs elektronische post, aan de betrokken elitesporter.
Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47, is elke beslissing bedoeld in het lid dat voorafgaat, van kracht 20 dagen na de mededeling aan de betrokken elitesporter.
De mededeling van de beslissing bedoeld in het eerste lid bepaalt inzonderheid : 1° de categorie A, B, C of D, waartoe de elitesporter behoort, overeenkomstig bijlage 2;2° de omvang en de beschrijving van zijn verplichtingen inzake de verblijfsgegevens en de TTN overeenkomstig, respectievelijk, artikel 18 en artikel 8 van het decreet; 3 ° de datum van het beging van zijn verplichtingen; 4° beide oorzaken van het einde van de verplichtingen van de verblijfsgegevens, inzonderheid de terugtrekking van de sporter of het feit, om een andere reden, dat hij niet meer aan ten minste één van de criteria beantwoordt, zoals bedoeld in artikel 1, 33° of 67°, van het decreet;5° de procedure die van toepassing is ingeval van de terugtrekking van de sporter, zoals bedoeld in artikel 40;6° de mogelijke gevolgen, voor de betrokken elitesporter, bij niet nakoming van zijn verplichtingen inzake verblijfsgegevens en/of van TTN. Een afschrift van de mededeling van de beslissing, bedoeld in het eerste lid, wordt dezelfde dag bezorgd aan de sportorganisatie en, in voorkomend geval, aan de sportkring die behoort tot de Franse Gemeenschap en die evolueert in de hoogste divisie of nationale categorie, waartoe de elitesporter behoort, wegens zijn sportaansluiting.
De kennisgeving van de beslissing bedoeld in het eerste lid wordt geacht door de elitesporter te worden ontvangen op de derde werkdag na die waarop het aangetekend schrijven wordt overhandigd bij de wettelijke of gekozen woonplaats van de sporter, indien zijn woonplaats zich in België bevindt.
De kennisgeving van de beslissing bedoeld in het eerste lid wordt geacht door de elitesporter te worden ontvangen, behalve als de sporter het tegenovergestelde bewijst, op de derde werkdag na die waarop het aangetekend schrijven wordt overhandigd bij de diensten van de post, wanneer de wettelijke of gekozen woonplaats van de sporter zich in een andere Staat dan België bevindt. § 3. Onverminderd artikel 18, § 9 van het decreet en overeenkomstig artikel 5.6 van de Code en artikel 4.8.6 van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken stelt de NADO van de Franse Gemeenschap, na het opmaken van de lijst bedoeld in § 1 en kennisgeving van de beslissing aan de betrokken elitesporter, volgens de nadere regels bedoeld in 2, via ADAMS, zijn lijst van elitesporters die deel uitmaken van zijn doelgroep, ter beschikking van het WADA en de andere antidopingorganisaties die het ADAMS-programma gebruiken.
Onverminderd het voorafgaande lid, kan elke antidopingorganisatie die de Code ondertekend heeft, op schriftelijke en gemotiveerde aanvraag, aan de NADO van de Franse Gemeenschap haar lijst van elitesporters vragen die deel uitmaken van de doelgroep.
Bij toepassing van het voorafgaande lid motiveert de NADO van de Franse Gemeenschap, in feite en in rechte, elke mogelijke weigering of aanvaardt de aanvraag die haar voorgelegd werd. § 4. Elke beslissing tot uitsluiting uit de doelgroep van de Franse Gemeenschap wordt bekendgemaakt, door de NADO van de Franse Gemeenschap, per brief en, in voorkomend geval, langs elektronische weg, aan de betrokken elitesporter, met de nadere gegevens, naargelang het geval, van één van de oorzaken van het einde van zijn verplichtingen, zoals bedoeld in § 2, derde lid, 4°.
Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47, is elke beslissing bedoeld in het voorafgaande lid, van toepassing 20 dagen na de kennisgeving aan de betrokken elitesporter en stelt ze een einde aan zijn specifieke verplichtingen inzake de TTN, zoals bedoeld in artikel 11, eerste lid, 4°, a), en, als hij tot de categorie A tot C behoort, aan deze inzake de verblijfsgegevens, zoals bedoeld in artikel 18 van het decreet en nader bepaald door de bepalingen van dit hoofdstuk.
Een afschrift van de kennisgeving van de beslissing bedoeld in het eerste lid wordt dezelfde dag bezorgd aan de sportorganisatie en, in voorkomend geval, aan de sportkring die behoort tot de Franse Gemeenschap en die evolueert in de hoogste divisie of de nationale categorie waartoe de betrokken elitesporter behoort wegens zijn sportaansluiting.
De regels betreffende de zogenaamde kennisneming van de beslissing zijn dezelfde als deze bedoeld in § 2, vijfde en zesde lid. § 5. Na de kennisgeving van de beslissing tot uitsluiting uit de doelgroep van de Franse Gemeenschap aan de betrokken elitesporter, volgens de nadere regels bedoeld in § 4, informeert de NADO van de Franse Gemeenschap, via ADAMS, het WADA en de andere antidopingorganisaties die het ADAMS-programma gebruiken, hierover. § 6. De sportdisciplines die met de categorieën A, B, C of D overeenstemmen, zijn deze die opgenomen zijn in bijlage 2.
Art. 39.§ 1. Voor de toepassing van artikel 18, § 1, van het decreet publiceren de elitesporters van nationaal niveau van de categorie A tot C die deel uitmaken van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, elk kwartaal, op ADAMS, de verblijfsgegevens bedoeld in artikel 18, § 2 of § 3, naargelang het geval, in functie van de categorie A, B of C waartoe ze behoren.
De verblijfsgegevens bedoeld in het lid dat voorafgaat, worden ten laatste 7 dagen vóór het begin van elk kwartaal gepubliceerd, ofwel ten laatste op de volgende datums : 1° 24 december;2° 25 maart;3° 24 juni;4° 24 september. Onverminderd artikel 18, § 2 of § 3, van het decreet, naargelang het geval, en overeenkomstig artikel I.3. e), van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken, hebben de verblijfsgegevens bedoeld in de voorafgaande leden betrekking op de regelmatige activiteiten, alsook op de gewone uurroosters van deze voor de betrokken elitesporters.
De verblijfsgegevens bedoeld in het voorafgaande lid worden dagelijks bijgewerkt, via ADAMS en/of per elektronische post aan de NADO van de Franse Gemeenschap, in voorkomend geval, door de betrokken elitesporter of de persoon die hij daartoe behoorlijk gemandateerd heeft, in functie van de mogelijke wijzigingen van zijn sportkalender of ten opzichte van zijn regelmatige activiteiten of de uurroosters van deze.
Overeenkomstig de artikelen I.3.2, I.3.3 en I.4. van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken, is de dagelijkse periode van 60 minuten die bekendgemaakt moet worden, door de elitesporters van de categorie A, overeenkomstig artikel 18, § 2, eerste lid, i), van het decreet, tussen 5 uur en 23 uur begrepen. § 2. Voor de toepassing van artikel 18, § 6, van het decreet, onverminderd § 2 en overeenkomstig artikel 5.6 van de Code en artikel 4.8.1 van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken, baseren de rechten en plichten van de elitesporters inzake verblijfsgegevens zich op de volgende principes : 1° de informatie over de verblijfsgegevens betekent niet een doel op zichzelf maar is een middel om tot een einde te komen, inzonderheid de doeltreffende uitvoering van onverwachte controles;2° de evenredigheid tussen het type en de omvang van de meegedeelde gegevens ten opzichte van het doel bedoeld in 1° ; 3° de uitdrukkelijke toestemming van de elitesporter, na de kennisgeving bedoeld in artikel 38, § 2, dat zijn verblijfsgegevens meegedeeld worden aan de andere antidopingorganisaties die een toezichthoudend gezag op hem voert, overeenkomstig artikel I.3.I. c) van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken; 4° de verblijfsgegevens worden strikt vertrouwelijk behandeld en gebruikt slechts om dopingscontroles te plannen, te coördineren of uit te voeren, om relevante informatie te bekomen voor het biologisch paspoort van de atleet of van andere analyseresultaten, om deel te nemen aan een onderzoek betreffende de mogelijke overtreding van de antidopingsregels of om deel te nemen aan een procedure die een overtreding van de antidopingsregels aanvoert;5° de verblijfsgegevens worden vernietigd vanaf het ogenblik dat ze niet meer gebruikt worden voor de doeleinden bedoeld in 4°, overeenkomstig de standaard voor de bescherming van de persoonlijke gegevens. 6° de maximale termijn voor de bewaring van deze verblijfsgegevens is deze die bepaald wordt in bijlage 1 : Onverminderd het eerste lid, overeenkomstig artikel I.3.5. van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken, leidt de niet-naleving, door een elitesporter van de categorie A tot C, van zijn plichten zoals bedoeld in § 1, het eerste lid tot het vierde lid, tot de toepassing van de procedure waarbij vastgesteld wordt dat de verplichtingen inzake de verblijfsgegevens, zoals bedoeld in artikel 42, niet nageleefd worden.
Onverminderd het voorafgaande lid, overeenkomstig de artikelen I.1.1. b), I.3.4, I.3.5 en I.5.2 van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken, leidt het feit voor een elitesporter van de categorie A dat hij niet aanwezig is om een controle te ondergaan tijdens de periode van 60 minuten bedoeld in § 1, vijfde lid, mutatis mutandis, met uitzondering van de kennisgeving aan de betrokken elitesporter, tot de toepassing van de procedure bedoeld in artikel 25, § 8.
Bij toepassing en onverminderd het voorafgaande lid, overeenkomstig artikel I.4.3 c) van de internationale standaard voor de controles en onderzoeken blijft de controlearts op de plaats aangegeven op het opdrachtblad tot het einde van de periode van 60 minuten.
Art. 40.Elke elitesporter van nationaal niveau, van de categorie A tot D, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap en die einde wil zetten aan zijn sportcarrière, informeert, per aangetekende brief en, in voorkomend geval, langs elektronische post, de NADO van de Franse Gemeenschap hierover met vermelding van de geplande datum van het begin van deze terugtrekking.
Tengevolge van de toepassing van het lid dat voorafgaat, gaat de NADO van de Franse Gemeenschap over tot de kennisgeving van de beslissing tot uitsluiting uit de doelgroep van de Franse Gemeenschap, overeenkomstig de nadere regels bedoeld in artikel 38, § 4.
Art. 41.Elke voormalige elitesporter van nationaal niveau, van de categorie A tot D, die een einde aan zijn sportcarrière heeft gezet, overeenkomstig artikel 40, maar die wenst opnieuw deel te nemen aan de wedstrijd op nationaal en/of internationaal niveau, mag deelnemen aan geen enkele wedstrijd, zonder een voorafgaande verwittiging, langs elektronische post of per brief, aan de NADO van de Franse Gemeenschap, het WADA en haar internationale federatie, binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de geplande wedstrijd, behalve als het WADA aanvaardt om die termijn in te korten, om een reden van billijkheid.
Indien een voormalige elitesporter, zoals bedoeld in het voorafgaande lid, een einde aan zijn sportcarrière gezet heeft tijdens een schorsingsperiode als gevolg van een tuchtbeslissing die in kracht van gewijsde gegaan is en die de overtreding van de antidopingsregel(s) in zijn hoofde heeft vastgesteld, zal hij aan geen enkele wedstrijd op nationaal en/of internationaal niveau mogen deelnemen, zonder een voorafgaande verwittiging, langs elektronische post of per brief, aan de NADO van de Franse Gemeenschap en hun internationale federatie binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de geplande wedstrijd of binnen een termijn die gelijk is aan de schorsingsperiode die nog moet lopen op de datum van zijn terugtrekking, indien deze periode hoger is dan 6 maanden.
Vanaf haar verwittiging per brief of per elektronische post kan de NADO van de Franse Gemeenschap de voormalige elitesporter, zoals bedoeld in het eerste of tweede lid, aan controles buiten wedstrijdsverband onderwerpen.
Bovendien, na de verwittiging bedoeld in het lid dat voorafgaat, deelt de NADO van de Franse Gemeenschap aan de betrokken voormalige elitesporter van de categorie A tot C, mutatis mutandis volgens dezelfde nadere regels als deze bedoeld in artikel 38, § 2, mee dat hij zijn plichten inzake de verblijfsgegevens opnieuw moet vervullen, overeenkomstig de categorie waartoe hij behoorde toen hij een einde aan zijn sportcarrière heeft gezet.
Art. 42.De NADO van de Franse Gemeenschap maakt bekend dat ze een tekortkoming heeft vastgesteld en dit, per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, aan elke elitesporter van nationaal niveau, van categorie A tot C, die deel uitmaakt van zijn doelgroep en die : 1° ofwel zijn verplichtingen inzake verblijfsgegevens niet naleeft, zoals bedoeld in artikel 18 en nader bepaald door de bepalingen van dit hoofdstuk;2° ofwel een controle mist, zoals vastgesteld door de controlearts, in een formulier van gemiste poging, overeenstemmend met de vereisten van de internationale standaard voor de controles en enquêtes en waarvan het model door de NADO van de Franse Gemeenschap wordt vastgesteld. De kennisgeving bedoeld in het voorafgaande lid vermeldt ten minste de volgende elementen : 1° ze neemt een beknopte beschrijving op van de feiten die in aanmerking werden genomen om vast te stellen dat een controle wordt gemist;2° ze verzoekt de betrokken elitesporter om zijn verplichtingen strikt na te leven;3° ze herinnert hem aan, in functie van de categorie A, B of C waartoe hij behoort, het (de) mogelijke gevolg(en) waaraan hij zich blootstelt, overeenkomstig het decreet, ingeval van nieuwe gemiste controle;4° ze bepaalt het recht van de betrokken elitesporter om de tekortkoming te betwisten, overeenkomstig artikel 18, § 7, tweede tot vierde lid, volgens de nadere regels bedoeld in artikel 47. Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47, is elke beslissing tot vaststelling van de tekortkoming bedoeld in het eerste lid van kracht 20 dagen na de kennisgeving aan de betrokken elitesporter.
Art. 43.Elke combinatie, voor een elitesporter van nationaal niveau, van categorie B, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, over een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de eerste tekortkoming, van drie gemiste controles en/of de niet-naleving van de verplichtingen inzake verblijfgegevens zoals bedoeld in artikel 18, § 3, en nader bepaald in artikel 39, leidt tot een nieuwe rangschikking van elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, voor een periode van 6 maanden, na kennisgeving, per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Als de betrokken elitesporter de verplichtingen bedoeld in het voorafgaande lid opnieuw niet naleeft, gedurende de periode van 6 maanden, wordt de nieuwe rangschikking van elitesporter van nationaal niveau, van categorie A verlengd tot 18 maanden te rekenen vanaf de eerste tekortkoming, na kennisgeving per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47 is elke beslissing bedoeld in één van beide voorafgaande leden, van kracht 20 dagen na de kennisgeving aan de betrokken elitesporter en leidt tot zijn onderwerping aan de verplichtingen van de overeenstemmende categorie.
Art. 44.Elke combinatie, voor een elitesporter van nationaal niveau, van categorie C, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, over een periode van twaalf maanden te rekenen vanaf de eerste tekortkoming, van drie gemiste controles en/of niet naleving van de verplichtingen inzake verblijfgegevens zoals bedoeld in artikel 18, § 3, en nader bepaald in artikel 39, leidt, behoudens toepassing van het derde lid, tot een nieuwe rangschikking van elitesporter van nationaal niveau, van categorie B, voor een periode van 6 maanden, na kennisgeving, per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Als de betrokken elitesporter de verplichtingen bedoeld in het voorafgaande lid opnieuw niet naleeft, gedurende de periode van 6 maanden, wordt de nieuwe rangschikking als elitesporter van nationaal niveau, van categorie B verlengd tot 18 maanden te rekenen vanaf de laatste tekortkoming, na kennisgeving per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Indien de elitesporter van nationaal niveau van categorie C geen enkele verklaring of verantwoording gegeven heeft tengevolge van één van de drie mededelingen die hem gegeven werden, overeenkomstig artikel 42, wordt hij opnieuw gerangschikt als elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, voor een periode van 6 maanden, na kennisgeving per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Als de betrokken elitesporter de verplichtingen van de overeenstemmende categorie, gedurende de periode van 6 maanden bedoeld in het voorafgaande lid, opnieuw niet naleeft, wordt de nieuwe rangschikking als elitesporter van nationaal niveau verlengd tot 18 maanden te rekenen vanaf de laatste tekortkoming, na kennisgeving per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47 is elke beslissing bedoeld in één van de vier voorafgaande leden, van kracht 20 dagen na de kennisgeving, aan de betrokken elitesporter en leidt tot zijn onderwerping aan de verplichtingen van de overeenstemmende categorie.
Art. 45.Overeenkomstig artikel 18, § 4, derde lid, van het decreet, wanneer een elitesporter van nationaal niveau, van categorie B tot D, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, een schorsing krijgt, tengevolge van de toepassing van artikel 19, van het decreet, deelt de NADO van de Franse Gemeenschap hem, per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, zijn nieuwe rangschikking mee van elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, tot het einde van de uitgesproken schorsingsperiode.
Als de betrokken elitesporter de verplichtingen van de overeenstemmende categorie, tijdens de schorsingsperiode bedoeld in het voorafgaande lid, niet naleeft, wordt de nieuwe rangschikking van de elitesporter op nationaal niveau, van categorie A tot 18 maanden verlengd te rekenen vanaf de laatste tekortkoming, na kennisgeving per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47, is elke beslissing bedoeld in één van voorafgaande beide leden van kracht 20 dagen na de kennisgeving aan de betrokken elitesporter en leidt tot zijn onderwerping aan de verplichtingen van de overeenstemmende categorie.
Art. 46.Overeenkomstig artikel 18, § 4, derde lid, in fine, van het decreet, wanneer een elitesporter van nationaal niveau, van categorie B, C of D, deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, een plotselinge en belangrijke verbetering van zijn prestaties of ernstige dopingtekens vertoont, deelt de NADO van de Franse Gemeenschap hem, per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per aangetekende brief, zijn nieuwe rangschikking mee van elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, voor een periode van 6 maanden.
Als de betrokken elitesporter de verplichtingen van de overeenstemmende categorie, gedurende de periode van 6 maanden bedoeld in het voorafgaande lid, niet naleeft, wordt de nieuwe rangschikking als elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, met 18 maanden verlengd te rekenen vanaf de laatste tekortkoming, na kennisgeving per aangetekende brief, met een mogelijk afschrift per elektronische post, door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Behoudens toepassing van het beroep bedoeld in artikel 47, is elke beslissing bedoeld in één van de voorafgaande beide leden, van kracht 20 dagen na de kennisgeving, aan de betrokken elitesporter en leidt tot zijn onderwerping aan de verplichtingen van de overeenstemmende categorie.
Art. 47.Onverminderd en overeenkomstig artikel 18, § 7, tweede tot vierde lid, van het decreet, kan elke elitesporter van nationaal niveau, ongeacht de categorie waartoe hij behoort, die deel uitmaakt van de doelgroep van de Franse Gemeenschap, een beroep indienen bij de Minister om elke beslissing te betwisten die genomen wordt met toepassing van dit hoofdstuk en de administratieve herziening van deze beslissing aanvragen.
Het beroep bedoeld in het voorafgaande lid, wordt, per aangetekende brief, bij de NADO van de Franse Gemeenschap ingediend en vermeldt de volgende elementen : 1° de betwiste administratieve beslissing en het verzoek tot de administratieve herziening van deze;2° de uitleg en, in voorkomend geval, de rechtvaardiging, in feite en in rechte die worden geopperd;3° de eventuele aanvraag om gehoord te worden door de NADO van de Franse Gemeenschap, in voorkomend geval, in aanwezigheid van een raadsman of elke persoon naar keuze van de betrokken elitesporter. De NADO van de Franse Gemeenschap brengt zijn gemotiveerd advies uit, in feite en in rechte, aan de Minister die beslist om de betwiste administratieve beslissing te bevestigen of te herzien.
Indien de betrokken elitesporter niet gevraagd heeft om gehoord te worden, overeenkomstig het tweede lid, 3°, wordt de beslissing van de Minister hem meegedeeld, per aangetekende brief ten laatste 14 dagen na de ontvangst van het ingediende beroep, overeenkomstig de nadere regels bedoeld in het eerste tot derde lid.
Indien de betrokken elitesporter gevraagd heeft om gehoord te worden, overeenkomstig het tweede lid, 3°, wordt de beslissing van de Minister hem meegedeeld, per aangetekende brief, na ontvangst van het advies van de NADO van de Franse Gemeenschap, zoals bedoeld in het derde lid en, ten laatste 14 dagen na het verhoor.
Als de beslissing van de Minister, binnen de termijn bedoeld in één van de voorafgaande beide leden, naargelang het geval, niet wordt meegedeeld, wordt de betwiste beslissing geacht administratief herzien te worden en kan de niet nakoming van de verplichtingen bedoeld in dit hoofdstuk vastgesteld worden tegen de betrokken elitesporter.
Art. 48.De informatie over de administratieve beslissingen die genomen worden met toepassing van dit hoofdstuk, worden bezorgd door de NADO van de Franse Gemeenschap, binnen de perken en voor de toepassing van artikel 18, § 9, van het decreet, langs elektronische post en door middel van de software ADAMS. HOOFDSTUK 5. - De follow-up van controles en sommige elementen betreffende de tuchtprocedures
Art. 49.Over elke individuele controleprocedure, gevoerd overeenkomstig de bepalingen bedoeld bij de afdeling 2 van hoofdstuk 3 wordt een administratief dossier opgemaakt met de elementen bedoeld bij artikel 36, § 2, tweede lid, 3°, van a) tot f) of a) tot i), in geval van afwijkend analyseresultaat.
Elke gecontroleerde sporter of, als hij minderjarig of niet over de rechtsbekwaamheid beschikt, zijn wettelijke vertegenwoordiger, kan, wat ook de uitslag is van zijn monsters, per post of per email, de NADO van de Franse Gemeenschap verzoeken dat hem een afschrift van het dossier bedoeld bij het vorige lid wordt overgezonden.
De NADO van de Franse Gemeenschap zendt het dossier aan de sporter over of, als deze minderjarig is, aan zijn wettelijke vertegenwoordiger, binnen de dertig dagen vanaf de aanvraag bedoeld bij het vorige lid.
Art. 50.Overeenkomstig en voor de toepassing van artikel 19, van het decreet, in geval van definitief afwijkend analyseresultaat, onverminderd artikel 37, § 5, zendt de NADO van de Franse Gemeenschap, langs de post of per email, aan de sportorganisatie waarbij de sporter aangesloten is, het administratief dossier bedoeld bij artikel 36, § 2, tweede lid, 3°, van a) tot i), over.
De overzending van het dossier bedoeld bij het vorige lid geschiedt : 1° ofwel binnen de drie werkdagen vanaf de datum van ontvangst van het gevraagde afwijkend analyseresultaat van het B-monster, 2° ofwel, indien geen aanvraag om analyse van het B-monster door de sporter aangevraagd werd, de dag na het verstrijken van de termijn van vijf werkdagen bedoeld bij artikel 37, § 1, eerste lid.
Art. 51.Overeenkomstig en voor de toepassing van artikel 19, van het decreet, onverminderd de eventuele toepassing van artikel 32, eerste lid, 19°, wegens elke mogelijke overtreding van de antidopingregels, met uitzondering van deze bedoeld bij artikel 6, 1° en 2°, zendt de NADO van de Franse Gemeenschap, langs de post of per email, aan de sportorganisatie waarbij de sporter of het lid van zijn begeleidingspersoneel aangesloten is, een administratief dossier over met de volgende elementen : 1° de naam en voornaam van de sporter;2° de sportdiscipline en de beoefende sport;3° een beknopte beschrijving van de feiten die tot de opening van een dossier hebben geleid;4° de beweerde overtreding van de antidopingregel en de toepasselijke decreetbepaling;5° de ingezamelde bewijselementen met de mogelijke vermelding van de opening van een onderzoek en de besluiten ervan;6° een motivatie in rechte en in feite van de beslissing tot overzending van het dossier naar de betrokken sportorganisatie.
Art. 52.De Minister kan het model van procedurereglement bedoeld bij artikel 19, § 2, van het decreet aannemen.
Art. 53.De sportorganisatie waarbij de NADO van de Franse Gemeenschap de zaak aanhangig heeft gemaakt, met toepassing van artikel 50 of 51, naargelang het geval, geeft kennis, per email of bij aangetekende brief, ten laatste binnen de zeven dagen na de uitspraak, van de uitgesproken tuchtbeslissing, aan de sporter of het lid van het betrokken begeleidingspersoneel, aan de NADO van de Franse Gemeenschap en aan de betrokken internationale sportorganisatie.
Binnen de vijf werkdagen na de kennisgeving bedoeld bij het vorige lid, zendt de NADO van de Franse Gemeenschap, aan de andere Franstalige sportorganisaties, via een beveiligd communicatiemiddel, zoals beschreven bij het derde lid, een uittreksel over van de genomen beslissing met de uitspraak, de motivatie ervan, de naam en voornaam en de persoonlijke gegevens van de sporter, de beoefende sportdiscipline, alsook de uitgesproken schorsingsperiode.
Het beveiligd communicatiemiddel bedoeld bij het vorige lid bestaat in een informatiesysteem, per elektronische weg, maar waarvan de toegang enkel voorbehouden is, via een gebruikersnaam en een paswoord, voor de leden en vertegenwoordigers van de Franstalige sportorganisaties, die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding.
Voor de toepassing van artikel 19, § 3, van het decreet en van het vorige lid, stellen de sportorganisaties uit hun midden twee vertegenwoordigers die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding aan.
Binnen dezelfde termijn van vijf dagen, zendt de NADO van de Franse Gemeenschap, per email en, desgevallend, via ADAMS, de elementen bedoeld bij het tweede lid, aan de andere Belgische overheden die bevoegd zijn inzake dopingbestrijding en aan het WADA.
Art. 54.Met inachtneming van artikel 24, tweede lid, van het decreet, erkent de Minister iedere tuchtbeslissing genomen inzake doping door een instantie die de Code niet ondertekend heeft. HOOFDSTUK 6. - Administratieve procedures en boetes
Art. 55.Elk feit ter kennis gebracht van de NADO van de Franse Gemeenschap en dat mogelijks een niet-nakoming van de verplichtingen bepaald bij het decreet of bij dit besluit, gepleegd door een sportorganisatie of door een organisator, brengt, tegen haar of hem, de opening van een administratieve procedure met zich mee.
Ingeval het vorige lid toegepast wordt, geeft de NADO van de Franse Gemeenschap kennis aan de sportorganisatie of aan de betrokken organisator, via een aangetekende brief, van de volgende elementen : 1° de beschrijving van de feitelementen die in aanmerking worden genomen voor de opening van de administratieve procedure;2° de vermelding van de decreet- of reglementaire bepaling waarvan de niet-naleving verweten wordt;3° de verweten niet-naleving en de motivatie ervan in rechte en in feite;4° de vermelding van de mogelijkheid om de raadpleging aan te vragen van het dossier, schriftelijke op- en aanmerkingen te laten gelden en door de NADO van de Franse Gemeenschap gehoord te worden, binnen een termijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving. Indien de sportorganisatie of de betrokken organisator heeft gevraagd om door de NADO van de Franse Gemeenschap gehoord te worden, waarbij ze/hij haar/zijn recht bedoeld bij het tweede lid, 4° uitoefent, wordt ze of hij opgeroepen per aangetekende brief.
De oproeping bedoeld bij het vorige lid bepaalt dat de sportorganisatie of de betrokken organisator zich kan laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman.
Bij de hoorzitting bedoeld bij het tweede lid, 4°, kan de NADO van de Franse Gemeenschap tevens elke persoon horen die nuttig kan bijdragen tot de behandeling van het dossier.
Op het einde van de termijn van dertig dagen bedoeld bij het tweede lid, 4°, of binnen de veertien dagen na de hoorzitting die eventueel wordt aangevraagd door de sportorganisatie of de betrokken organisator, brengt de NADO van de Franse Gemeenschap een advies uit, dat in rechte en in feite met redenen omkleed wordt, voor de Minister die eventueel beslist de niet-naleving vast te stellen van de verplichtingen bepaald door het decreet of door dit besluit.
Van zijn beslissing geeft de Minister bij aangetekende brief kennis aan de sportorganisatie of de betrokken organisator, ten laatste binnen de zestig dagen na de aanvankelijke kennisgeving, zoals bedoeld bij het tweede lid.
Bij gebrek aan een kennisgeving van de beslissing van de Minister, binnen de termijn bedoeld bij het vorige lid, wordt de administratieve procedure geacht als zijnde beëindigd en kunnen noch de sportorganisatie noch de betrokken organisator nog het voorwerp uitmaken van een administratieve boete voor de niet-naleving die haar/hem oorspronkelijk verweten werd.
Op het einde van de procedure bedoeld bij het eerste tot zevende lid, onverminderd de eventuele toepassing van artikel 22, van het decreet van 8 december 2006 houdende organisatie en subsidiëring van de sport in de Franse Gemeenschap, wanneer de Minister een niet-naleving van de verplichtingen bepaald door het decreet of door dit besluit vaststelt, legt hij een boete van 1.000 tot 10.000 euro op aan de sportorganisatie of de betrokken organisator, in functie van de ernst van de vastgestelde niet-naleving.
De volgende criteria worden in aanmerking genomen door de Minister om zijn beslissing te treffen over de ernst van de vastgestelde niet-naleving : 1° de eventuele antecedenten van de sportorganisatie of de betrokken organisator inzake niet-naleving van de verplichtingen bepaald bij het decreet of dit besluit;2° de aard van de vastgestelde niet-naleving;3° de duur van de vastgestelde niet-naleving;4° de eventuele motivering gegeven door de sportorganisatie of de betrokken organisator, gedurende de administratieve procedure. Met uitzondering van het bedrag van de administratieve boetes, is de procedure bedoeld in de voorgaande leden ook van toepassing in geval van mogelijke hernieuwde niet-naleving door de sportorganisatie of de betrokken organisator.
Behoudens verantwoording gegeven door de sportorganisatie of de betrokken organisator gedurende de procedure bedoeld bij de voorgaande leden, bedraagt de boete opgelegd voor een eerste niet-naleving van de verplichting bepaald bij artikel 21, § 3, van het decreet, 10.000 euro.
Art. 56.Voor de toepassing van artikel 21, § 1, eerste lid, van het decreet, geschiedt de kennisgeving aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, overeenkomstig de nadere regels bepaald bij artikel 42.
Als de elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, wenst de toepassing van de administratieve boete van 250 euro te vermijden, stelt hij een beroep in, overeenkomstig artikel 47, om de administratieve herziening van de bestreden beslissing aan te vragen.
Wordt de beslissing tot vaststelling van een tweede niet-naleving door de Minister herzien of als administratief herzien geacht, als gevolg van de toepassing van het vorige lid, zal geen boete opgelegd worden aan de betrokken topsporter van nationaal niveau, van categorie A. Wordt de beslissing tot vaststelling van een tweede niet-naleving door de Minister bevestigd, als gevolg van de toepassing van het tweede lid, zal de administratieve boete van 250 euro opgelegd worden aan de betrokken elitesporter van nationaal niveau, van categorie A, en zal hem van deze kennisgegeven worden, overeenkomstig artikel 47, vierde en vijfde lid, naargelang het geval.
Art. 57.Voor de toepassing van artikel 21, § 4, derde lid, van het decreet, zijn de volgende nadere regels van inning van de administratieve boetes van toepassing : De NADO van de Franse Gemeenschap is belast met de invordering van de boetes opgelegd met toepassing van de bepalingen van het decreet en van dit hoofdstuk, desgevallend, bij dwangbevel dat door haar wordt opgemaakt.
Ze kan in haar midden, één of meerdere ambtenaren aanstellen en deze met de invordering belasten.
Op het einde van een termijn van dertig dagen vanaf de kennisgeving van de beslissing van de Minister waarbij een administratieve boete wordt opgelegd, geeft de NADO van de Franse Gemeenschap kennis aan de schuldenaar van de boete, per aangetekend schrijven, van een aanmaning om de boete te betalen binnen een termijn van twee maanden vanaf deze aanmaning.
De aanmaning bedoeld bij het vorige lid vermeldt opnieuw de referte van de beslissing van de Minister, het bedrag van de opgelegde boete, alsook het rekeningnummer waarop het bedrag gestort moet worden.
Ingeval de boete niet betaald wordt binnen de termijn bedoeld bij het vierde lid, maakt de ordonnateur een dwangbevel op de dag die volgt op de tweede maand na het verstrijken van de betalingeinddatum.
Nochtans, maakt de ordonnateur geen dwangbevel op ingeval een beroep wordt ingesteld voor de Raad van State tegen de beslissing van de Minister een administratieve boete op te leggen.
Ingeval het vorige lid toegepast wordt, maakt de ordonnateur het dwangbevel op binnen de drie maanden na de ontvangst van het arrest van de Raad van State.
Het dwangbevel is uitvoerbaar binnen de acht dagen van de betekening ervan aan de schuldenaar van de boete.
Het wordt uitgevoerd door een gerechtsdeurwaarder in de vorm bepaald in het Gerechtelijk Wetboek.
De uitvoering van het dwangbevel kan enkel door een met redenen omkleed verzet met een dagvaarding voor het gerecht geschorst worden.
Op straffe van verval, geschiedt dit verzet bij exploot betekend aan het kabinet van de Minister-President, binnen de maand van de betekening van het dwangbevel.
De vordering wordt voor het gerecht gebracht binnen het ambtsgebied waar, naargelang het geval, de gewoonlijke woonplaats of de maatschappelijke zetel van de schuldenaar gelegen is. HOOFDSTUK 7. - Duur van de bewaring van de persoonsgegevens
Art. 58.De duur van de bewaring van de persoonsgegevens gebruikt en verwerkt met toepassing van het decreet en van dit besluit is deze bepaald in bijlage 1, naargelang het type van de betrokken gegevens. HOOFDSTUK 8. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 59.Onverminderd de artikelen 60 tot 66, wordt het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 8 december 2011 tot uitvoering van het decreet van 20 oktober 2011 betreffende de strijd tegen doping, opgeheven.
Art. 60.Onverminderd het tweede lid en het derde lid, blijven de beslissingen tot aanstelling, benoeming en erkenning van natuurlijke of rechtspersonen, genomen ter uitvoering van het voornoemde besluit van 8 december 2011, uitwerking te hebben tot 15 januari 2016 ten laatste, volgens de specifieke regels bepaald door dit laatste besluit.
In afwijking van het vorige lid blijft de termijn van de erkenning van het laboratorium erkend door de Franse Gemeenschap deze die besloten werd bij toepassing van het voornoemde besluit van 8 december 2011.
Vanaf 15 januari 2016, onverminderd het vorige lid wat betreft de termijn van de erkenning, wordt het door de Franse Gemeenschap laboratorium onderworpen aan de specifieke regels van dit besluit.
In afwijking van de artikelen 6, § 3, tweede lid, 17, § 4, eerste lid, 1°, en 20, § 4, eerste lid, 1°, kan iedere natuurlijke persoon die aangewezen of benoemd werd met toepassing van het voormelde besluit van 8 december 2011, de vernieuwing bekomen van zijn aanwijzing of benoeming, door een eenvoudige aanvraag in te dienen bij de NADO van de Franse Gemeenschap, tegen 1 december 2015 ten laatste.
De documenten die bij de aanvraag bedoeld bij het vorige lid gevoegd zijn, zijn respectief deze bedoeld bij de artikelen 6, § 3, 17, § 4, en 20, § 4.
Naast de aanvraag om vernieuwing van hun aanwijzing die ingediend moet worden overeenkomstig het vierde lid en het vijfde lid, zullen de controleartsen en de chaperons bevestigen dat aan een theoretische proef voldaan werd over de kennis van de antidopingwetgeving die in de Franse Gemeenschap geldt, rekening houdend met de wijzigingen ingevoegd als gevolg van het decreet van 19 maart 2015 en dit besluit.
De theoretische proef bedoeld bij het vorige lid kan vóór 1 december 2015 afgenomen en afgelegd worden.
Art. 61.De beslissingen tot opneming van elitesporters in de doelgroep van de Franse Gemeenschap, en tot bepaling van de categorie A tot D waartoe de betrokken sporter behoort, genomen met toepassing van het besluit van 8 december 2011 tot uitvoering van het decreet, blijven uitwerking te hebben, behoudens tegenovergestelde kennisgeving, door de NADO van de Franse Gemeenschap, genomen met toepassing van het decreet of dit besluit.
Art. 62.Onverminderd artikel 19, van het decreet en van artikel 66, blijft elk feit vastgesteld door de NADO van de Franse Gemeenschap, vóór de inwerkingtreding van dit besluit en in aanmerking genomen ter steuning en in het kader van een tuchtprocedure als eventuele vaststelling van een overtreding van de antidopingregels, desgevallend, onderworpen aan de tuchtstraffen die van toepassing zijn op het ogenblik waarop dat feit plaatsvindt, zoals dit wordt vastgesteld.
Art. 63.Onverminderd artikel 19, van het decreet, en niettegenstaande artikel 62, zijn de tuchtmaatregelen bedoeld bij artikel 10.7 van de Code, van rechtstreekse toepassing in geval van meervoudige overtreding van de antidopingregels.
Art. 64.Overeenkomstig artikel 19, § 1, tweede lid, l), van het decreet, en niettegenstaande artikel 62, voor de eventuele toepassing van artikel 10.7 van de Code, in verband met de meervoudige overtredingen, is de verjaringstermijn van tien jaar van onmiddellijke toepassing.
Art. 65.Onverminderd artikel 21 van het decreet en artikel 66, blijft elk feit vastgesteld door de NADO van de Franse Gemeenschap, vóór de inwerkingtreding van dit besluit en in aanmerking genomen ter steuning en in het kader van een administratieve procedure, desgevallend, onderworpen aan de administratieve straffen die van toepassing zijn op het ogenblik waarop dat feit plaatsvindt, zoals dit wordt vastgesteld.
Art. 66.Overeenkomstig artikel I.1.4 van de internationale standaard voor controles en enquêtes, voor de toepassing van de artikelen 6, 4°, 18, § 4, 21, § 1, eerste lid, van het decreet en overeenkomstig de bepalingen bedoeld bij hoofdstuk 4, wordt elke gemiste controle of elke niet-nakoming van de verplichtingen inzake whereabouts, gebeurd vóór 1 januari 2015, twaalf maanden na de datum van het gebeuren geschrapt, zoals vastgesteld door de NADO van de Franse Gemeenschap.
Art. 67.De Minister bevoegd voor de strijd tegen doping wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 21 oktober 2015.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Sport, R. COLLIN