gepubliceerd op 05 augustus 2015
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar van de personeelsleden van de diensten van de Regering, de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren
8 JULI 2015. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar van de personeelsleden van de diensten van de Regering, de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere
wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/08/1980
pub.
11/12/2007
numac
2007000980
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits
sluiten tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 6 januari 2014;
Gelet op het decreet van 27 maart 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 27/03/2002 pub. 17/05/2002 numac 2002029246 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (1) sluiten houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), artikel 13, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 11 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 11/07/2002 pub. 31/08/2002 numac 2002029419 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het buitengewoon onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan sluiten betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, artikel 45, tweede lid, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 17 juli 2002Relevante gevonden documenten type decreet prom. 17/07/2002 pub. 02/08/2002 numac 2002029383 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » sluiten houdende hervorming van de " Office de la Naissance et de l'Enfance ", afgekort " ONE ", artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 27/07/2009 numac 2009029379 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » en van het decreet van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang type decreet prom. 26/03/2009 pub. 11/05/2009 numac 2009201882 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 december 1995 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1995 betreffende het inschrijvings- en het schoolgeld in het onderwijs sluiten;
Gelet op het gecoördineerde decreet van 26 maart 2009Relevante gevonden documenten type decreet prom. 26/03/2009 pub. 27/07/2009 numac 2009029379 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet houdende wijziging van het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de « Office de la Naissance et de l'Enfance », afgekort « O.N.E. » en van het decreet van 3 juli 2003 betreffende de coördinatie van de opvang van de kinderen tijdens hun vrije tijd en betreffende de ondersteuning van de buitenschoolse opvang type decreet prom. 26/03/2009 pub. 11/05/2009 numac 2009201882 bron ministerie van de duitstalige gemeenschap Besluit van de Regering tot wijziging van het besluit van de Regering van 20 december 1995 tot uitvoering van het decreet van 17 juli 1995 betreffende het inschrijvings- en het schoolgeld in het onderwijs sluiten betreffende de audiovisuele mediadiensten, artikel 140, § 3;
Gelet op het decreet van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type decreet prom. 07/11/2013 pub. 18/12/2013 numac 2013029625 bron ministerie van de franse gemeenschap Decreet tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies sluiten tot bepaling van het hogeronderwijslandschap en de academische organisatie van de studies waarbij de Regering ertoe gemachtigd is het statuut van het personeel van de "Académie de recherche et d'Enseignement Supérieur (ARES) » vast te stellen, artikel 24;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 26 november 2013;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 12 december 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Federale Minister van Pensioenen van 9 mei 2014;
Gelet op het protocol nr. 429 van het Sectorcomité XVII, afgesloten op 13 januari 2014;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 17 februari 2014;
Gelet op het advies van de Directieraad van de "Office de la Naissance et de l'Enfance », gegeven op 14 februari 2014;
Gelet op het advies van de Directieraad van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector van de Franse Gemeenschap, gegeven op 13 februari 2014;
Gelet op het advies van de Directieraad van het " Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap, gegeven op 24 februari 2014;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, gegeven op 11 februari 2014;
Gelet op het advies van de Directieraad van de « Académie de Recherche et d'Enseignement supérieur », gegeven op 24 oktober 2014;
Gelet op het advies 56.395/2 van de Raad van State, gegeven op 18 juni 2014, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 06/08/2012 numac 2012002046 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector sluiten betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector, de artikelen 3, 4, 5, 6, 7, 8;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Sectorcomité XVII ressorteren. HOOFDSTUK II. - Vierdagenweek
Art. 2.De vierdagenweek is van toepassing op de in vast verband benoemde personeelsleden die voltijds tewerkgesteld zijn, alsook op de personeelsleden die in dienst genomen zijn met een arbeidsovereenkomst en die voltijds tewerkgesteld zijn.
Nochtans is ze niet van toepassing op de personeelsleden bedoeld in het vorige lid die titularis zijn van een graad van rang 12 of van een hogere graad of die tewerkgesteld zijn in een betrekking die overeenstemt met één van deze graden.
Bovendien kan het personeelslid dat uitgesloten wordt van het toepassingsgebied van de vierdagenweek overeenkomstig het vorige lid en dat erom gevraagd heeft, door de overheid die bevoegd is voor de benoeming of de aanwerving in de graad of in de betrokken betrekking, of door haar afgevaardigde, toegelaten worden tot de vierdagenweek, voor zover de goede werking van de dienst niet wordt gehinderd.
Art. 3.§ 1. Het personeelslid kan kiezen voor de vierdagenweek waarin hij over vier werkdagen per week vier vijfde prestaties verricht die hem normaal opgelegd wordt. § 2. Het personeelslid dat jonger dan vijfenvijftig jaar is, kan gebruik maken van de vierdagenweek bedoeld in § 1 voor een periode van hoogstens zestig maanden. § 3. Voor de toepassing van deze paragraaf wordt verstaan onder zwaar beroep, een beroep bedoeld in artikel 4, § 3, tweede en derde lid, van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 06/08/2012 numac 2012002046 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector sluiten betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar in de openbare sector.
Het personeelslid dat de leeftijd van vijftig jaar bereikt heeft, kan kiezen voor de vierdagenweek bedoeld in § 1 tot de datum van de al dan niet vervroegde inrustestelling, wanneer het lid op de begindatum van dit verlof aan één van de volgende voorwaarden voldoet : 1° een dienstanciënniteit van ten minste achtentwintig jaar hebben;2° voorafgaand aan de vierdagenweek actief zijn geweest in een zwaar beroep gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande tien jaar of gedurende minstens zeven jaar in de daaraan voorafgaande vijftien jaar. § 4. Het personeelslid dat de leeftijd van vijfenvijftig jaar bereikt heeft, kan kiezen voor de vierdagenweek bedoeld in § 1 tot de datum van de al dan niet vervroegde inrustestelling.
Art. 4.Het personeelslid dat gebruik maakt van het recht bedoeld in de artikelen 2 en 3, ontvangt tachtig procent van de wedde, vermeerderd met een premie van 70,14 euro per maand. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01 van 1 januari 1990.
Onverminderd artikel 8, wanneer tachtig procent van de wedde niet volledig wordt betaald, dan wordt de premie bedoeld in het eerste lid niet volledig uitbetaald, in dezelfde verhouding.
Art. 5.De periode van afwezigheid van het personeelslid wordt als verlof beschouwd en wordt, voor het overige, gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Art. 6.De aanvraag om in aanmerking te komen voor de vierdagenweek wordt schriftelijk en langs de hiërarchische weg ingediend bij de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of bij de leidend ambtenaar van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector of bij de instelling van openbaar nut waartoe het personeelslid behoort, uiterlijk binnen twee maanden vóór de toepassingsdatum van de vierdagenweek, tenzij die overheid, op aanvraag van betrokkene of door middel van algemene onderrichtingen, een kortere termijn aanvaardt.
Ze heeft betrekking op een periode die noodzakelijkerwijs volledige maanden telt en de eerste dag van een maand ingaat.
Art. 7.In zijn aanvraag vermeldt het personeelslid de werkdag van de week gedurende welke hij geen prestatie zal leveren.
De keuze van die dag blijft ongewijzigd gedurende de gehele periode waarvoor de toepassing van de maatregel wordt aangevraagd.
De keuze van die dag kan uitzonderlijk gewijzigd worden om dienstredenen en dit, in overeenstemming met het personeelslid en zijn hiërarchische meerdere.
Wanneer die dag op een bepaald ogenblik samenvalt met een dag die geen werkdag is, inzonderheid omdat deze een wettelijke of reglementaire verlofdag is, dan wordt er geen compensatie voor toegekend.
De onmiddellijke hiërarchische meerdere en de hiërarchische meerdere van ten minste rang 12 kunnen bezwaren tegen de keuze van die dag opperen.
Die bezwaren moeten met redenen worden omkleed en samen met een alternatief voorstel worden ingediend.
Indien er zulke bezwaren zijn, wordt de aanvraag aangevuld met de eventuele opmerkingen van de ambtenaar en, in ieder geval, met zijn weigering of zijn instemming over het gedane alternatief voorstel.
Onverminderd de toepassing van de subdelegatieregelingen die eigen zijn aan de betrokken overheidsdiensten, wordt de beslissing getroffen door de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of door de leidend ambtenaar van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector of door de instelling van openbaar nut waartoe het betrokken personeelslid behoort.
Art. 8.Gedurende de periode van de vierdagenweek mag het personeelslid geen verminderde prestaties uitoefenen, om welke reden dan ook, behalve om medische redenen. Hij mag ook geen aanspraak maken op een verlof voor halftijdse onderbreking van de beroepsloopbaan.
De periode van de vierdagenweek wordt ambtshalve onderbroken wanneer het personeelslid in aanmerking komt voor één van de volgende verlofdagen : 1° bevallingsverlof;2° ouderschapsverlof;3° verlof om dwingende redenen van familiaal belang;4° verlof om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen van de Europese Vergaderingen, de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de gewest- en gemeenschapsparlementen, de provincieraden of gemeenteraden;5° adoptieverlof en opvangverlof;6° verlof voor verminderde prestaties om medische redenen. Wanneer een personeelslid een schorsing bekomt met toepassing van het tweede lid, dan worden deze schorsingsperioden niet aangerekend op de maximumperiode van 60 maanden bedoeld in artikel 3, § 2, noch op de lopende periode van de vierdagenweek.
Een personeelslid dat afwezig is om één van de verloven bedoeld in het tweede lid wordt, tijdens zijn afwezigheid, niet meer onderworpen aan de bepalingen van de vierdagenweek, maar wordt onderworpen aan de bepalingen houdende de regeling van het verlof dat hij geniet. In dit geval wordt het weddecomplement bedoeld in artikel 4 verminderd overeenkomstig artikel 19 van het besluit van de Regering van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art. 9.Het personeelslid kan een einde maken aan de vierdagenweek mits een opzegging van drie maanden, tenzij de overheid waaronder hij ressorteert op zijn verzoek een kortere termijn aanvaardt. HOOFDSTUK III. - Halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar
Art. 10.§ 1. Halftijds werken vanaf vijfenvijftig jaar is van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden met uitzondering van de titularissen van een graad van rang 12 of van een hogere graad.
Nochtans kan het personeelslid dat titularis is van een graad waardoor het uitgesloten wordt van het toepassingsgebied van het halftijds werken vanaf vijfenvijftig jaar overeenkomstig het vorige lid en dat erom vraagt, door de overheid die bevoegd is voor de benoeming in die graad of door zijn afgevaardigde, als de goede werking van die dienst daardoor niet in het gedrang komt, toegelaten worden tot het halftijds werken vanaf vijfenvijftig jaar. § 2. Voor de toepassing van het tweede lid wordt verstaan onder zwaar beroep dat tegelijkertijd : 1° een beroep is in de zin van artikel 4, § 3, tweede en derde lid, van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 06/08/2012 numac 2012002046 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector sluiten betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector;2° een beroep is dat op de lijst van de beroepen voorkomt waarvoor een significant tekort aan arbeidskrachten bestaat, opgemaakt overeenkomstig artikel 8bis, § 1, van het koninklijk besluit van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/05/1999 pub. 29/05/1999 numac 1999012413 bron ministerie van ambtenarenzaken en ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen sluiten betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen. Onder dezelfde voorwaarden als deze bedoeld in § 1, heeft het vastbenoemde personeelslid het recht om, vanaf vijfenvijftig jaar, halftijds te werken tot aan de datum van zijn vervroegde inrustestelling of voor de leeftijdsbeperking wanneer, op de begindatum van het verlof, het vroeger actief is geweest in een zwaar beroep gedurende minstens vijf jaar in de voorafgaande tien jaar of gedurende minstens zeven jaar in de daaraan voorafgaande vijftien jaar.
Art. 11.§ 1. De aanvraag om halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar wordt schriftelijk en langs de hiërarchische weg ingediend bij de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of bij de leidend ambtenaar van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector of bij de instelling van openbaar nut waartoe het personeelslid behoort, uiterlijk binnen drie maanden vóór de toepassingsdatum van halftijds werken, tenzij die overheid, op aanvraag van betrokkene, een kortere termijn aanvaardt.
De periode van halftijdse prestaties gaat noodzakelijkerwijs de eerste dag van de maand in. § 2. In zijn aanvraag vermeldt het personeelslid de prestatieregeling waaronder het zal vallen.
De keuze van de prestatieregeling blijft ongewijzigd gedurende de gehele periode waarvoor de toepassing van de maatregel wordt aangevraagd.
De onmiddellijke hiërarchische meerdere en de hiërarchische meerdere van ten minste rang 12 kunnen bezwaren tegen de keuze van die regeling opperen.
Die bezwaren moeten met redenen worden omkleed en samen met een alternatief voorstel worden ingediend.
Indien er zulke bezwaren zijn, wordt de aanvraag aangevuld met de eventuele opmerkingen van de ambtenaar en, in ieder geval, met zijn weigering of zijn instemming over het gedane alternatief voorstel.
Onverminderd de toepassing van de subdelegatieregelingen die eigen zijn aan de betrokken overheidsdiensten, wordt de beslissing getroffen door de Secretaris-generaal van het Ministerie van de Franse Gemeenschap of door de leidend ambtenaar van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector of door de instelling van openbaar nut waartoe het betrokken personeelslid behoort.
Art. 12.De akte waarbij het personeelslid vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar halftijds mag tewerkgesteld worden, stelt de prestaties vast die hij moet leveren.
Er wordt kennisgegeven van deze akte aan het personeelslid.
Art. 13.De periode van afwezigheid van het personeelslid wordt als verlof beschouwd en wordt, voor het overige, gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Het personeelslid dat vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar halftijds tewerkgesteld wordt, kan niettemin zijn aanspraak op bevordering door verhoging in graad of door overgang naar een hoger niveau niet doen gelden.
Gedurende de periode van halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar mag het personeelslid geen verminderde prestaties uitoefenen, om welke reden dan ook.
Hij mag ook geen aanspraak maken op een verlof voor halftijdse onderbreking van de beroepsloopbaan.
Art. 14.De wedde van het personeelslid dat vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar halftijds tewerkgesteld wordt, wordt berekend volgens de nadere regels bepaald in artikel 24, eerste lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het geldelijk statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap.
Art. 15.Het vastbenoemd personeelslid dat gebruik maakt van het recht bedoeld in artikel 10, ontvangt de helft van de wedde, alsook een maandelijkse premie ten bedrage van 295,99 euro.
Wanneer de helft van de wedde niet volledig betaald wordt, wordt de premie bedoeld in het eerste lid verhoudingsgewijs verminderd.
Het bedrag van de premie bedoeld in het eerste lid wordt niet geïndexeerd.
Art. 16.Het personeelslid kan een einde maken aan de regeling van halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar mits een opzegging van drie maanden, tenzij een kortere termijn aanvaard wordt.
In dit geval mag het personeelslid geen aanvraag om halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar meer indienen. HOOFDSTUK IV. - Wijzigings-, opheffings-, overgangs- en slotbepalingen
Art. 17.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 06/08/2012 numac 2012002046 bron federale overheidsdienst personeel en organisatie Wet betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de openbare sector sluiten0 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, wordt gewijzigd als volgt : 1° in de artikelen 1, § 3, derde lid, gewijzigd bij het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 januari 2009, 10, § 1, tweede lid, 5°, 54, eerste lid, 7° ;55, eerste lid, en 66, worden de woorden « vrijwillige vierdagenweek » telkens vervangen door het woord « vierdagenweek »; 2° in de artikelen 10, § 1, tweede lid, 4°, 54, eerste lid, 6°, 55, eerste lid, en 66, worden de woorden « halftijdse vervroegde uittreding » telkens vervangen door de woorden « halftijds werken vanaf vijftig of vijfenvijftig jaar ».
Art. 18.§ 1. Bij de inwerkingtreding van dit besluit worden de volgende besluiten opgeheven : 1° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 juli 1998Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 14/07/1998 pub. 20/08/1998 numac 1998029340 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende de halftijdse vervroegde uittreding sluiten betreffende de halftijdse vervroegde uittreding;2° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 oktober 2000Relevante gevonden documenten type besluit van de regering van de franse gemeenschap prom. 26/10/2000 pub. 01/11/2000 numac 2000029387 bron ministerie van de franse gemeenschap Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende maatregelen tot toepassing van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector - vrijwillige vierdagenweek - voor de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, het « Commissariat général aux Relations internationales » , de « Office de la Naissance et de l'Enfance ONE » ( Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap) en de « Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française » (Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap) sluiten houdende maatregelen tot toepassing van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector - vrijwillige vierdagenweek - voor de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, het « Commissariat général aux Relations internationales » (Commissariaat-Generaal voor Internationale Betrekkingen van de Franse Gemeenschap), de « Office de la Naissance et de l'Enfance ONE » ( Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap) en de « Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française » (Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap). Onverminderd § 2 blijven de besluiten bedoeld in het eerste lid nochtans van toepassing op de personeelsleden die bij de inwerkingtreding van dit besluit deze genieten. Voor deze personeelsleden zijn de wijzigingen bedoeld in artikel 17 die betrekking hebben op de maatregel waarvoor ze in aanmerking komen, niet van toepassing. § 2. De regeling van de vrijwillige vierdagenweek die van kracht is vóór de inwerkingtreding van dit besluit, is beperkt tot 60 maanden te rekenen vanaf 1 september 2012.
De maximale duur van 60 maanden bedoeld in artikel 3, § 2, van dit besluit, wordt verminderd met de periodes van de vrijwillige vierdagenweek genomen vanaf 1 september 2012.
Art. 19.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2014.
Art. 20.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 8 juli 2015.
De Minister-President, R. DEMOTTE De Minister van Begroting, Ambtenarenzaken en Administratieve vereenvoudiging, A. FLAHAUT