gepubliceerd op 10 april 2009
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van de verlofregeling
23 JANUARI 2009. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap houdende wijziging van de verlofregeling
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988;
Gelet op de bijzondere wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11, § 1;
Gelet op het decreet van 27 maart 2002 houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), en inzonderheid op artikel 13 vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan en inzonderheid op artikel 45, 2e lid vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", afgekort "O.N.E.", en inzonderheid op artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, inzonderheid op artikel 137, § 3;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 september 2006 betreffende het verlof wegens loopbaanonderbreking in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren;
Gelet op het besluit van 13 oktober 2006 betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 23 juni 2008;
Gelet op het advies van de Directieraad van de « Office de la Naissance et de l'Enfance (O.N.E.) », gegeven op 9 juni 2008;
Gelet op het advies van de Directieraad van de Hoge raad voor de Audiovisuele sector (CSA) van de Franse Gemeenschap, gegeven op 1 juli 2008;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap, gegeven op 27 juni 2008;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Instituut voor Opleidingen tijdens de loopbaan, gegeven op 11 juni 2008;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 april 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 21 mei 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 mei 2008;
Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 373 van het comité van Sector XVII, gesloten op 5 september 2008;
Gelet op het advies 45.359/2 van de Raad van State, gegeven op 12 november 2008 bij toepassing van artikel 84, 1e lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Na beraadslaging van de Regering van 23 januari 2009, Besluit :
Artikel 1.Artikel 1, § 3, 4°, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, wordt als volgt vervangen : « 4° het verlof voor adoptie en voor opvang, voor zover het personeelslid geen gebruik maakt van de bepalingen van artikel 30ter, §§ 1 tot 3 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Artikel 30ter, § 4 van dezelfde wet is evenwel van toepassing op de personeelsleden in arbeidsverband die gebruik maakt van het verlof voor adoptie en opvang bedoeld bij dit besluit; »
Art. 2.In artikel 1, § 3, 6°, van hetzelfde besluit, worden de woorden « de moederschapsrust » vervangen door de woorden « de moederschapsrust en het vaderschapsverlof ».
Art. 3.Artikel 1, § 3, van hetzelfde besluit wordt als volgt aangevuld : « 18° de verloven om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen; 19° de verloven om een activiteit uit te oefenen in een erkende politieke groep;20° de verloven voor de uitoefening van een ambt in een ministerieel kabinet of een secretariaat, van de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid van de leden van de federale Regering.» Artikel 1, § 3, 2e lid wordt vervangen door : « Tijdens de in vorig lid bedoelde afwezigheidstijden behoudt het bij arbeidsovereenkomst aangeworven personeel zijn bezoldiging en zijn rechten op vordering in de bezoldigingsschaal, behoudens tegenstrijdige bepalingen ».
Art. 4.In artikel 1, § 3, 3e lid, worden de woorden « niet minder dan zes maanden bedragen ingevoegd tussen de woorden « in geen geval » en de woorden « vier jaar overschrijden ».
Art. 5.In artikel 2 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid geschrapt.
Art. 6.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in § 1, 2e lid, 9°, worden de woorden « of disponibiliteit » geschrapt;b) in § 1, laatste lid, worden de woorden « of verloven toegekend voor vaderschap en adoptie toegekend bij de artikelen 30, § 2 en 30ter, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten » ingevoegd tussen de woorden « arbeidswet van 16 maart 1971, » en « beschouwd als periodes van dienstactiviteit in de zin van het eerste lid »;c) § 2 wordt § 3;d) er wordt een nieuwe § 2 ingevoegd, luidend als volgt : « § 2.Indien de ambtenaar door de behoeften van de dienst zijn volledig jaarlijks vakantieverlof of een deel ervan niet heeft genomen vóór hij zijn ambt definitief neerlegt, dan heeft hij recht op een compensatietoelage waarvan het bedrag gelijk is aan de laatste activiteitswedde die overeenstemt met het aantal niet genomen verlofdagen.
Voor de toepassing van deze paragraaf is de wedde die in aanmerking dient te worden genomen deze voor volledige prestaties, in voorkomend geval aangevuld met de haard- en standplaatstoelage, de toelage voor het uitoefenen van een hoger ambt evenals de weddensupplementen die voor de berekening van het rustpensioen in aanmerking worden genomen. »
Art. 7.In artikel 11 van hetzelfde besluit worden de woorden « in artikel 8, § 2, » vervangen door de woorden « in artikel 8 » en worden de volgende leden toegevoegd : « Het is ook niet van toepassing op het jaarlijks vakantieverlof dat toegekend werd tijdens het jaar waarin de ambtenaar met rustpensioen werd toegelaten.
Het vorige lid betreft de ambtenaren die de leeftijd van zestig jaar bereiken of steeds bereikt hebben in de loop van het jaar waarin het met rustpensioen werd toegelaten ».
Art. 8.In artikel 15 van hetzelfde besluit wordt het volgende lid toegevoegd : « Om dat verlof te kunnen genieten, wordt de ambtenaar ertoe gehouden het bewijs te leveren dat er een dwingende reden van familiaal belang is. »
Art. 9.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de woorden « binnen een termijn van twee maanden vóór het begin van het verlof » vervangen door de woorden « minstens drie maanden vóór het begin van het verlof »;2° het volgende lid wordt toegevoegd : « Die termijn kan verkort worden mits de toestemming van de hiërarchie ».
Art. 10.Het opschrift van afdeling 4 van hoofdstuk III van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « Afdeling 4 - Adoptieverlof en opvangverlof ».
Art. 11.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 20.Een adoptieverlof wordt toegestaan aan de ambtenaar die een kind beneden de twaalf jaar adopteert.
Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken. Het verlof kan gesplitst worden in weken en dient te worden genomen uiterlijk binnen de vier maanden na de opname van het kind in het gezin van de ambtenaar. Op aanvraag van de ambtenaar kunnen ten hoogste drie weken van dit verlof genomen worden vooraleer het kind effectief in het gezin opgenomen wordt.
De ambtenaar die het verlof wenst te genieten bij toepassing van dit artikel, deelt aan de overheid waaronder hij ressorteert, de datum mee waarop het verlof zal aanvangen en de duur ervan. Die mededeling gebeurt schriftelijk minstens één maand vóór de aanvang van het verlof, tenzij de overheid op verzoek van de betrokkene een kortere termijn aanvaardt.
De ambtenaar dient de volgende documenten voor te leggen : 1° een attest, uitgereikt door de bevoegde centrale overheid van de Gemeenschap, waarin de toewijzing van het kind aan de ambtenaar wordt bevestigd om het verlof van ten hoogste drie weken te verkrijgen vooraleer het kind opgenomen wordt in het gezin;2° een attest dat de inschrijving van het kind in het bevolkings- of vreemdelingenregister bevestigt om het resterend verlof te kunnen opnemen; De maximumduur van het adoptieverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag. " Een opvangverlof wordt toegekend aan de ambtenaar die de pleegvoogdij over een kind van minder dan twaalf jaar heeft of die een minderjarige in zijn gezin opvangt tengevolge van een gerechtelijke beslissing om plaatsing in een opvanggezin.
Het verlof bedraagt ten hoogste zes weken voor een kind van minder dan drie jaar en vier weken ten hoogste in de andere gevallen. Het verlof begint op de dag waarop het kind opgevangen wordt in het gezin en kan niet gesplitst worden.
De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld wanneer het kind getroffen is door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66 % of een aandoening heeft die tot gevolg heeft dat ten minste 4 punten toegekend worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal overeenkomstig de regelgeving betreffende de kinderbijslag. "
Art. 12.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «
Art. 23.De bepalingen van hoofdstuk IV « Moederschapsbescherming » betreffende het moederschapsverlof van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen en elke bepaling die het zouden wijzigen, zijn van toepassing op de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele sector en de Instellingen van Openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren. »
Art. 13.De artikelen 24 tot 32 van datzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 14.In artikel 48 van hetzelfde besluit worden de woorden « binnen een termijn van twee maanden voorafgaand aan de datum van het begin van het verlof » vervangen door de woorden « minstens drie maanden vóór het begin van het verlof ».
Art. 15.Een artikel 52/1, luidend als volgt, wordt in datzelfde artikel ingevoegd : « Art. 52/1 De overheid beslist, volgens de behoeften van de dienst, of de betrekking van de ambtenaar met verlof wegens persoonlijke omstandigheden als vacant moet worden beschouwd.
Zij kan die beslissing nemen zodra het verlof van de ambtenaar één jaar bereikt. »
Art. 16.In artikel 54, 1e lid, 8° van hetzelfde besluit, worden de woorden « in artikel 59 » vervangen door de woorden « in de artikelen 59 en 60 ».
Art. 17.Artikel 60 van hetzelfde besluit wordt met het volgende lid aangevuld : « De dagen voor ziekteverlof die toegekend zijn na een arbeidsongeval of een beroepsziekte waarvan de ambtenaar het slachtoffer geweest is bij een vroegere werkgever, worden niet in aanmerking genomen om het aantal verlofdagen te bepalen die de ambtenaar nog kan verkrijgen krachtens artikel 53, voor zover de ambtenaar gedurende de volledige periode van tijdelijke arbeidsongeschiktheid vergoedingen blijft genieten bedoeld in artikel 22 van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, in artikel 34 van de Wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970 of door elke gelijkwaardige norm. »
Art. 18.In artikel 67 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid geschrapt en vervangen door de volgende bepalingen : « In geval van cumulatie van betrekkingen wordt het wachtgeld slechts toegekend op grond van het hoofdambt ».
Art. 19.In artikel 68, worden het 2e lid en het 3e lid als volgt vervangen : « De arts van de dienst bevoegd voor het medisch onderzoek bepaalt de aanvangsdatum van het recht. »
Art. 20.Een artikel 71/1, luidend als volgt, wordt in datzelfde besluit ingevoegd : «
Art. 71/1.De overheid beslist, volgens de behoeften van de dienst, of de betrekking waarvan de in disponibiliteit gestelde ambtenaar titularis is, als vacant moet worden beschouwd.
Zij kan die beslissing nemen zodra de disponibiliteit van de ambtenaar één jaar bereikt. »
Art. 21.In artikel 87 van hetzelfde besluit wordt het 2e lid als volgt aangevuld : « Indien het statuut geen stage of proefperiode inhoudt, wordt de maximumduur van dit verlof beperkt tot twee jaar. »
Art. 22.In hoofdstuk VIII van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, wordt een afdeling 4 ingevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 4. Verlof voor de uitoefening van een ambt in een ministerieel kabinet of een secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie of een cel algemeen beleid van de leden van de federale Regering.
Art. 108/1.De ambtenaar krijgt verlof om een ambt uit te oefenen in het kabinet van een lid van de Regering van de Franse Gemeenschap. Het verlof wordt bezoldigd door de oorspronkelijke dienst. Behalve als de Regering er anders over beslist, wordt de totale budgettaire last van de ambtenaar met verlof niet terugbetaald.
Het verlof wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Art. 108/2.De ambtenaar kan een verlof bekomen op voorwaarde dat de overheid waarbij de ambtenaar zijn diensten uitoefent zich ertoe verbindt de budgettaire last terug te betalen om een ambt uit te oefenen : 1° in het kabinet van een voorzitter of van een lid van de Regering van een ander gewest of een andere gemeenschap, van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie of van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie;2° in het kabinet van een Federale Minister of van een Federale Staatssecretaris;3° in het secretariaat, de cel algemene beleidscoördinatie, een cel algemeen beleid van een lid van de Federale Regering. Het verlof wordt bezoldigd. De oorspronkelijke dienst vraagt aan de instelling waar de ambtenaar met verlof is de terugbetaling van de totale budgettaire last.
Het verlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit.
Art. 23.In artikel 110 van hetzelfde besluit worden de woorden « binnen een termijn van twee maanden » vervangen door de woorden « minstens drie maanden ».
Art. 24.In artikel 116 van hetzelfde besluit wordt 4° vervangen door de volgende tekst : « 4° adoptieverlof en opvangverlof ».
Art. 25.In artikel 2 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 15 september 2006 betreffende het verlof wegens loopbaanonderbreking in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° het 3e lid en het 5e lid van artikel 2 worden opgeheven;2° in artikel 6 wordt het woord « 4 » geschrapt.
Art. 26.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2/1 ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 2/1.Het adoptieverlof, het opvangverlof, het moederschapsverlof en het vaderschapsverlof stellen een einde aan de stelsels van voltijdse en halftijdse loopbaanonderbreking. »
Art. 27.In het besluit van 13 oktober 2006 betreffende de Kabinetten van de Ministers van de Regering van de Franse Gemeenschap, wordt artikel 5, § 1 opgeheven.
Art. 28.De Minister van Ambtenarenzaken wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 23 januari 2009.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken, M. DAERDEN