gepubliceerd op 03 november 2006
Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het verlof wegens loopbaanonderbreking in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren
15 SEPTEMBER 2006. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap betreffende het verlof wegens loopbaanonderbreking in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap en van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren
De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;
Gelet op de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op het decreet van 27 maart 2002 houdende de oprichting van het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC), inzonderheid op artikel 13, vervangen bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 11 juli 2002 betreffende de opleiding tijdens de loopbaan in het gespecialiseerd onderwijs, het gewoon secundair onderwijs en de psycho-medisch-sociale centra en tot oprichting van een instituut voor opleidingen tijdens de loopbaan, inzonderheid op artikel 45, tweede lid, vervangen door het voormelde decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 17 juli 2002 houdende hervorming van de "Office de la Naissance et de l'Enfance" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn), afgekort « O.N.E. », inzonderheid op artikel 24, § 2, gewijzigd bij het decreet van 27 februari 2003;
Gelet op het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, inzonderheid op artikel 137, § 3;
Gelet op het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de Rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid, zoals gewijzigd;
Gelet op het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 8 december 1988 tot bepaling van sommige ambten waarvan de titularissen van het voordeel van de onderbreking van de loopbaan worden uitgesloten;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 1995 waarbij het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de halftijdse loopbaanonderbreking in de rijksbesturen van toepassing wordt verklaard op de ambtenaren van de Diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 25 november 1996 waarbij het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en andere diensten van de ministeries op de ambtenaren van de Diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschap toepasselijk wordt verklaard;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 13 februari 1997 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, inzonderheid op artikel 7;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 14 juli 1998 betreffende de halftijdse vervroegde uittreding, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, inzonderheid op artikel 1;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 oktober 2000 houdende maatregelen tot toepassing van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector - vrijwillige vierdagenweek - voor de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, het "Commissariat général aux Relations internationales" (Commissariaat-Generaal voor Internationale Betrekkingen van de Franse Gemeenschap), de "Office de la Naissance et de l'Enfance "O.N.E." (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap) en de "Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française" (Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap), inzonderheid op artikel 6;
Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 april 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 19 juni 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 juni 2001;
Gelet op de adviezen van de Directieraad van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", gegeven op 9 juli 2001 en 22 november 2004;
Gelet op de adviezen van de Directieraad van het "Commissariat général aux Relations internationales", gegeven op 20 juli 2001 en 20 december 2004;
Gelet op de adviezen van de Directieraad van het Ministerie van de Franse Gemeenschap, gegeven op 20 augustus 2001 en 22 november 2004;
Gelet op het advies van de Directieraad van de "Conseil supérieur de l'Audiovisuel" (CSA) van de Franse Gemeenschap, gegeven op 1 december 2004;
Gelet op de aanvraag gestuurd op 16 november 2004 aan het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC) en aan het Instituut voor de vorming tijdens de loopbaan en het gebrek aan advies van hun Directieraad binnen de vereiste termijn van tien dagen bepaald door artikel 4, derde lid, van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 22 juli 1996 houdende het statuut van de ambtenaren van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap;
Gelet op het protocol nr. 247 van het Comité van Sector XVII, gesloten op 10 oktober 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Federale Minister van Pensioenen van 19 januari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van de Federale Ministerraad van 23 juni 2006;
Gelet op het advies 40.832/2/V van de Raad van State, gegeven op 3 juli 2006 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken;
Gelet op de beraadslaging van de Regering van 15 september 2006, Besluit :
Artikel 1.Het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen en elke bepaling die het zou wijzigen, worden van toepassing op de vastbenoemde personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, van de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap en de van de Instellingen van openbaar nut die onder het Comité van sector XVII ressorteren, met uitzondering van de titularissen van één van de graden hierna opgenomen tegenover de openbare dienst waartoe hij behoort : - Diensten van de Regering : graden van rang 12 of hoger; - Commissariaat-Generaal voor Internationale Betrekkingen van de Franse Gemeenschap : graden van rang 12 of hoger; - Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap : graden van rang 10 of hoger, onverminderd voor de graden van rang 10 de toepassing van hoofdstuk 3, afdelingen 1 en 2 van hetzelfde besluit; - Instituut voor de vorming tijdens de loopbaan : graden van rang 12 of hoger; - de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector van de Franse Gemeenschap : graden van rang 12 of hoger; - het Overheidsbedrijf voor de Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën van de Franse Gemeenschap (ETNIC) : graden van rang 12 of hoger.
Nochtans, onverminderd artikel 25 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot instelling van een mandatenregeling voor de ambtenaren-generaal van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren, kan het personeelslid dat uitgesloten is van de toepassing van dit besluit krachtens het eerste lid en dat erom vraagt, toegelaten worden om de bepalingen van dit besluit te genieten, ofwel door de Regering of de Minister of de ambtenaar-generaal die daartoe bevoegd werd verklaard, ofwel door de Raad van bestuur van de "Office de la Naissance et de l'Enfance", ingeval de goede werking van de dienst erdoor niet in het gedrang wordt gebracht.
De bepalingen van hoofdstuk 3, afdelingen 1 en 2, van hetzelfde besluit en elke bepaling die ze zou wijzigen, zijn van toepassing op de stagedoende personeelsleden aangeworven in dezelfde diensten.
De bepalingen van hoofdstuk 3, afdelingen 2 en 3, van hetzelfde besluit en elke bepaling die ze zou wijzigen, zijn van toepassing op de contractuele personeelsleden aangeworven in dezelfde diensten.
Art. 2.Het personeelslid dat zijn loopbaan wenst te onderbreken met toepassing van het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen, licht de overheid waaronder hij ressorteert in over de datum waarop deze onderbreking uitwerking zal hebben alsook over de duur ervan.
Deze mededeling wordt minstens drie maanden voor het begin van de onderbreking ingediend tenzij op aanvraag van de betrokkene de overheid een kortere termijn aanvaardt.
De loopbaanonderbreking heeft uitwerking met ingang van de eerste dag van een maand.
Mits vooropzeg van twee maanden, medegedeeld per aangetekende brief aan de overheid waaronder het ressorteert, kan het personeelslid dat zijn loopbaan heeft onderbroken zijn betrekking opnieuw bekleden voor de vervaldag van de onderbrekingsperiode.
De wederbekleding van de betrekking geschiedt op de eerste dag van de maand.
De bij de vorige leden bedoelde termijnen zijn echter niet van toepassing op de personeelsleden die zich kunnen beroepen op een gunstigere termijn bepaald bij het koninklijk besluit van 7 mei 1999 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen.
Art. 3.Aan artikel 7 van het besluit van de Regering van 13 februari 1997 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan van het personeel van de besturen worden de volgende woorden toegevoegd : « - ofwel wanneer de ambtenaar een loopbaanonderbreking geniet behoudens als deze loopbaanonderbreking toegekend wordt om palliatieve zorgverlening of zorgverleningen aan een lid van het gezin of de familie dat ernstig ziek is of om het ouderschapsverlof. »
Art. 4.In artikel 4, tweede lid, van het besluit van de Regering van 14 juli 1998 betreffende de halftijdse vervroegde uittreding, wordt het woord "halfdtijdse" geschrapt.
Art. 5.Artikel 6 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 26 oktober 2000 houdende maatregelen tot toepassing van de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector - vrijwillige vierdagenweek - voor de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, het "Commissariat général aux Relations internationales" (Commissariaat-Generaal voor Internationale Betrekkingen van de Franse Gemeenschap), de "Office de la Naissance et de l'Enfance "ONE" (Dienst voor Geboorte en Kinderwelzijn van de Franse Gemeenschap) en de "Service de perception de la redevance radio et télévision de la Communauté française" (Dienst voor heffing van het kijk- en luistergeld van de Franse Gemeenschap), wordt als volgt gewijzigd : 1° aan paragraaf 1, eerste lid, worden de woorden "behoudens wanneer, met toepassing van § 2, het genot van de loopbaanonderbreking onderbroken wordt door het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek" toegevoegd;2° aan paragraaf 2, eerste lid, worden de volgende woorden toegevoegd : « - loopbaanonderbreking om palliatieve zorgverlening of zorgverleningen aan een lid van het gezin of de familie dat ernstig ziek is ».
Art. 6.Opgeheven worden : 1° het besluit van de Franse Gemeenschapsexecutieve van 8 december 1988 tot bepaling van sommige ambten waarvan de titularissen van het voordeel van de onderbreking van de loopbaan worden uitgesloten;2° het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 mei 1995 waarbij het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de halftijdse loopbaanonderbreking in de rijksbesturen van toepassing wordt verklaard op de ambtenaren van de Diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschap;3° het besluit van de Regering van de franse Gemeenschap van 25 november 1996 waarbij het koninklijk besluit van 28 februari 1991 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en andere diensten van de ministeries op de ambtenaren van de Diensten van de Regering en van sommige instellingen van openbaar nut van de Franse Gemeenschap toepasselijk wordt verklaard. Nochtans, blijven de personeelsleden die op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit een stelsel van loopbaanonderbreking genieten met toepassing van een van de bij vorig lid bedoelde besluiten, onderworpen aan genoemd besluit tot het einde van de lopende loopbaanonderbrekingsperiode.
Art. 7.Opgeheven worden, in het koninklijk besluit van 1 juni 1964 betreffende sommige verloven toegestaan aan personeelsleden van de Rijksbesturen en betreffende de afwezigheden wegens persoonlijke aangelegenheid : 1° artikel 11, 1°;2° Hoofdstuk VI.
Art. 8.Treden in werking op 31 december 2006 : 1° Hoofdstuk III, afdeling 3 van het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 2 juni 2004 betreffende de verloven en afwezigheden van de personeelsleden van de Diensten van de Regering van de Franse Gemeenschap, de Hoge Raad voor de Audiovisuele Sector en de instellingen van openbaar nut die onder het Comité van Sector XVII ressorteren;2° dit besluit.
Art. 9.De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 15 september 2006.
Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS