Etaamb.openjustice.be
Besluit Van De Regering Van De Franse Gemeenschap van 29 april 2005
gepubliceerd op 08 september 2005

Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen voor studietoelagen voor het hoger onderwijs moeten worden ingediend en van de voorwaarden voor de toekenning van die toelagen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2005029193
pub.
08/09/2005
prom.
29/04/2005
ELI
eli/besluit/2005/04/29/2005029193/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 APRIL 2005. - Besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen voor studietoelagen voor het hoger onderwijs moeten worden ingediend en van de voorwaarden voor de toekenning van die toelagen


De Regering van de Franse Gemeenschap, Gelet op het decreet tot regeling, voor de Franse Gemeenschap, van de toekenning van de studietoelagen en de studieleningen, gecoördineerd op 7 november 1983, inzonderheid op de artikelen 1, § 5, 3, leden 1 en 7;

Gelet op het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 mei 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen voor studietoelagen voor het hoger onderwijs moeten worden ingediend en van de voorwaarden van de toekenning van die toelagen, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 30 april 1987 en bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 december 1994, 12 mei 1999, 31 januari 2002 en 4 februari 2004;

Gelet op het advies van de Hoge Raad voor studietoelagen en -leningen, gegeven op 19 januari 2005;

Gelet op het overleg van 20 januari 2005 met de representatieve verenigingen van de studenten erkend op gemeenschapsniveau;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 9 december 2004;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 22 december 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State gegeven op 21 maart 2005, bij toepassing van artikel 84, lid 1, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van de Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. De aanvragen tot het bekomen van studietoelagen voor hoger onderwijs moeten worden ingediend door middel van formulieren waarvan het model is vastgesteld door de Minister tot wiens bevoegdheden de studietoelagen en -leningen behoren. § 2. De aanvragen moeten bij een ter post aangetekende brief worden gestuurd : 1° ofwel naar de Dienst voor studietoelagen voor hoger onderwijs van de Provincie waar de onderwijsinrichting is gevestigd die de kandidaat zal bezoeken gedurende het academiejaar waarvoor de toelage wordt aangevraagd;2° ofwel naar de Dienst voor studietoelagen voor hoger onderwijs van Brussel-Waals-Brabant, als het kandidaten betreft die hun studies voortzetten in het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, in de provincie Waals-Brabant, buiten de Franse Gemeenschap of in het buitenland.

Art. 2.§ 1. Behoudens uitzonderlijke gevallen bepaald in dit artikel moeten de aanvragen worden toegezonden uiterlijk op 31 oktober van het academiejaar waarvoor de studietoelage wordt aangevraagd. § 2. Als uitzonderlijke gevallen waarvoor het indieninguitstel door een van de volgende redenen is gerechtvaardigd, worden erkend : 1° het overlijden van de persoon of van een van de personen die voorziet in het onderhoud van de student of die de student ten laste heeft;2° de opneming in een ziekenhuis voor een duur van ten minste dertig opeenvolgende dagen van de kandidaat of van de persoon of van een van de personen die voorziet in het onderhoud van de student of die de student ten laste heeft;3° het verlies van de hoofdbetrekking van de persoon of van een van de personen die voorziet in het onderhoud van de kandidaat of die de kandidaat ten laste heeft; Deze redenen worden evenwel slechts in aanmerking genomen als de aangehaalde gebeurtenissen zijn voorgekomen na 1 juli vóór het begin van het betrokken academiejaar. 4° het te laat op de hoogte brengen van de kandidaat van de uitslagen van het vorige studiejaar of van elke beraadslaging betreffende zijn toelating tot het betrokken studiejaar, voorzover deze vertraging uitsluitend toegeschreven kan worden aan de overheid die bevoegd is om over deze uitslagen of deze toelating te beslissen.5° het geval van voorwaardelijke overgang van de aanvrager, voor zover de beraadslaging die handelt over de materies van het voorafgaand academiejaar plaatsgrijpt vóór 15 februari van het academiejaar waarvoor de studietoelage wordt aangevraagd.6° de inschrijving voor een academiejaar, na 31 oktober, in zover die inschrijving wettelijk toegelaten is. § 3. In al de gevallen bepaald in § 2 van dit artikel moet de aanvraag worden ingediend vóór 1 maart van het academiejaar waarvoor de studietoelage wordt aangevraagd. § 4. Andere uitzonderlijke gevallen kunnen erkend worden bij beslissing van de Regering, op de voordracht van de Minister tot wiens bevoegdheden de toekenning van studietoelagen en -leningen behoort.

Art. 3.Om een studietoelage voor een bepaald studiejaar te kunnen genieten moet de kandidaat beantwoorden aan de vereisten die worden gesteld om er als regelmatig student te worden toegelaten.

Indien het bovendien gaat om een eerste studiejaar, mag de kandidaat de leeftijd van vijfendertig jaar niet bereikt hebben op 31 december van het academiejaar waarvoor de toelage wordt aangevraagd.

Art. 4.Er wordt geen studietoelage toegekend tijdens een door de student overgedaan academiejaar of tijdens een door de student gevolgd academiejaar van een niveau dat gelijk is aan of lager is dan het niveau van het reeds gevolgde studiejaar.

Er kan één enkele keer en enkel voor het eerste studiejaar in het hoger onderwijs, in de zin van de wet van 7 juli 1970 betreffende de algemene structuur van het hoger onderwijs afgeweken worden van die bepaling.

Art. 5.Een kandidaat die meer dan één keer een academiejaar van hetzelfde niveau heeft overgedaan verliest elk recht op een studietoelage.

Er kan hem echter weer een studietoelage worden toegestaan indien hij, na zijn laatste mislukking, twee opeenvolgende jaren met vrucht heeft beëindigd.

Indien de kandidaat weer niet slaagt of indien hij weer een studiejaar van hetzelfde niveau volgt, verliest hij voorgoed het recht op een studietoelage.

Art. 6.§ 1. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van dit besluit kan een kandidaat die maximaal twee jaar regelmatig ingeschreven was in het universitair onderwijs of in het hoger onderwijs van het lange type en een nieuwe oriëntatie kiest in studies die behoren tot het hoger onderwijs van het korte type mag een studietoelage genieten.

Hij dient dan te worden beschouwd als kandidaat die studies van dit niveau begint. § 2. In geval van latere terugkeer naar het universitair onderwijs of naar het hoger onderwijs van het lange type : 1° wordt er geen rekening gehouden met de resultaten opgedaan in het hoger onderwijs van het korte type;2° de bepalingen van artikel 5 van dit besluit zijn weer van toepassing op de kandidaat, rekening houdende met zijn voorgeschiedenis in het universitair onderwijs of in het hoger onderwijs van het lange type.

Art. 7.In afwijking van de bepalingen van de artikelen 4, 5 en 6 van dit besluit kan een kandidaat die een studiejaar overdoet ten gevolge van een ziekte die door haar teruggang en behandeling zwaar invaliderend is, na advies van een medisch comité een studietoelage genieten voor het academiejaar gedurende hetwelk hij zijn studiejaar overdoet.

Dit medisch comité bestaat uit twee geneesheren van het bestuur van de Franse Gemeenschap en uit twee geneesheren die niet tot het bestuur behoren, aangewezen door de Regering op voordracht van de Ministers tot wier bevoegdheden de toekenning van studietoelagen en de gezondheid behoren.

Voor de toepassing van artikel 5 van dit besluit wordt er geen rekening gehouden met het wegens ziekte overgedaan jaar in de zin van lid 1 van dit artikel.

Art. 8.§ 1. In afwijking van de bepalingen van de artikelen 4, 5, 6 en 7 van dit besluit kan een kandidaat wiens handicap van meer dan 66 % erkend is overeenkomstig de sociale wetgeving een studietoelage genieten : 1° gedurende vijf opeenvolgende academiejaren wanneer de hogere studies die hij aanvat drie jaar lang duren;2° gedurende zes opeenvolgende academiejaren wanneer de hogere studies die hij aanvat vier jaar lang duren;3° gedurende zeven opeenvolgende academiejaren wanneer de hogere studies die hij aanvat vijf jaar lang duren;4° gedurende een aantal opeenvolgende academiejaren dat gelijk is aan het aantal jaren die de studies in beslag nemen plus drie wanneer de studies die hij voortzet langer dan vijf jaar duren; § 2.. De studenten bedoeld bij artikel 27, § 7, 1°, 2°, 3°, 3°bis, 6°, 7°, 8° en 9° van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, bij artikel 8, § 1, 1°, 2°, 3°, 3°bis en 5° van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de hogescholen georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap en bij artikel 9, § 1, 1°, 2°, 3°, 3°bis en 5° van het decreet van 5 augustus 1995 houdende verschillende maatregelen inzake hoger onderwijs, kunnen echter geen studietoelage genieten.

Art. 9.De Minister tot wiens bevoegdheden de toekenning van studietoelagen behoort, beslist over de aanvragen en over het bedrag van de toelagen. Hij verricht de vereiste verificaties en controles en beslist over de eventuele terugbetaling.

Art. 10.Het besluit van de Regering van de Franse Gemeenschap van 23 mei 1985 tot vaststelling van de wijze waarop de aanvragen voor studietoelagen voor het hoger onderwijs moeten worden ingediend en van de voorwaarden van de toekenning van die toelagen, zoals gewijzigd bij het besluit van de Executieve van de Franse Gemeenschap van 30 april 1987 en bij de besluiten van de Regering van de Franse Gemeenschap van 12 december 1994, 12 mei 1999, 31 januari 2002 en 4 februari 2004 wordt opgeheven.

Art. 11.Voor de dossiers betreffende het academiejaar 2004-2005 of een voorafgaand academiejaar blijven, bij wijze van overgangsmaatregel, de bepalingen van toepassing die van kracht zijn op het ogenblik van het indienen van de aanvragen tot de definitieve sluiting ervan.

Art. 12.Dit besluit treedt in werking vanaf het academiejaar 2005-2006.

Art. 13.De Minister tot wiens bevoegdheden de toekenning van studietoelagen en -leningen behoort, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 29 april 2005.

Vanwege de Regering van de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET

^