gepubliceerd op 15 maart 2006
Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het Begrotingsjaar 2006
23 FEBRUARI 2006. - Ordonnantie houdende de algemene uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het Begrotingsjaar 2006 (1)
I. Algemene bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de uitgaven van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2006 worden kredieten geopend ten bedrage van : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabel, sectie I. II. Bepalingen betreffende sectie I : Uitgaven van algemeen bestuur
Art. 3.In afwijking van artikel 5, 2e lid, 2°, artikel 7 en artikel 42, eerste lid, 2°, van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de in het begrotingsjaar 2005 vastgelegde niet gesplitste kredieten van het type a en d, ten bedrage van de in dat jaar niet geordonnanceerde gedeelten van deze vastleggingen, overgedragen worden naar 2006 waar zij tot 31 december 2006 beschikbaar blijven voor de vereffening, de ordonnancering en de betaling van de ermee verbonden uitgaven.
Art. 4.Alle op basis van de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 aangestelde rekenplichtigen blijven in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of nieuwe beslissing een einde maakt aan hun huidige aanstelling.
Art. 5.In afwijking van artikel 15 van de wet op de inrichting van het Rekenhof van 29 oktober 1846 en van artikel 1, 1° van het koninklijk besluit van 31 mei 1966 houdende regeling van de controle op de vastlegging van de uitgaven in de diensten van algemeen bestuur van de Staat, mogen geldvoorschotten tot een maximumbedrag van 50.000 euro verleend worden aan de beheerders van de voorschotten van de kabinetten van de Minister President, de Ministers en Staatssecretarissen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om, afgezien van de kleine uitgaven, de schuldvorderingen te betalen die ten hoogste 10.000 euro bedragen.
Art. 6.De uitgaven waartoe de buitengewone rekenplichtigen zich ten laste van de door hen beheerde gelden hebben verbonden en die op 31 december 2005 nog niet zouden zijn betaald, mogen in 2006, in voorkomend geval, worden vastgelegd, vereffend, geordonnanceerd en betaald ten laste van de basisallocaties waarop hun daarmee verbonden geldvoorschotten werden aangerekend.
Art. 7.Machtiging wordt verleend om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Gewest optreden.
Art. 8.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan de vergoeding voor de mandaten die zij met het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest afsluit te betalen ten laste van de basisallocaties van afdeling 25.
Art. 9.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten (of de vereffeningskredieten) van de bestaansmiddelenprogramma's van de verschillende afdelingen onder elkaar en tussen de bestaansmiddelenprogramma's van de verschillende afdelingen van de begrotingstabel herverdeeld worden.
Art. 10.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de vereffeningskredieten (b en e) op de basisallocaties van de programma's 2, 3 en 4 van de afdeling 12 onder elkaar herverdeeld worden na akkoord van de bevoegde Minister en de Minister van Begroting.
Art. 11.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de vastleggingskredieten (of de vereffeningskredieten) op volgende basisallocaties onder elkaar herverdeeld worden na akkoord van de bevoegde Minister en de Minister van Begroting : 12.02.22.34.30, 12.22.23.73.41, 12.32.25.73.11 en 12.32.26.73.41.
Art. 12.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten (of de vereffeningskredieten) van de basisallocaties 11.42.27.01.00, 11.71.21.01.00 en 14.14.21.01.00 alsook de basisallocaties van de afdeling 13 naar eender welke basisallocatie van de afdeling 10, programma 0 herverdeeld worden.
Art. 13.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten (of de vereffeningskredieten) van de basisallocatie 09.11.22.01.00 naar eender welke basisallocatie van de gewestbegroting herverdeeld worden.
Art. 14.In afwijking van artikel 29 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen, via een besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de vastleggingskredieten (of de vereffeningskredieten) van de basisallocatie 10.02.51.12.11 naar eender welke basisallocatie van de afdeling 00 van de gewestbegroting herverdeeld worden.
Art. 15.De economische code van de volgende basisallocaties wordt gewijzigd van de initiële begroting 2006 af : - 12.21.22.51.11 wordt 12.21.22.61.41; - 12.21.26.31.22 wordt 12.21.26.41.40; - 13.12.22.31.32 wordt 13.12.22.33.00.
De op deze basisallocaties op 31 december 2005 uitstaande vastleggingen worden overgedragen naar de opnieuw gecodificeerde basisallocaties vanaf de inwerkingtreding van de algemene uitgavenbegroting 2006.
Art. 16.De op de basisallocatie 11.31.36.41.30 op 31 december 2005 uitstaande vastleggingen worden overgedragen naar de basisallocatie 26.02.27.12.11 en dit vanaf de inwerkingtreding van de algemene uitgavenbegroting 2006.
Art. 17.Het uitstaande bedrag van de vastleggingen ingeschreven op de basisallocatie 12.32.27.73.41 wordt overgedragen naar de basisallocatie 12.32.23.73.41 vanaf de inwerkingtreding van de algemene uitgavenbegroting 2006.
Art. 18.Het uitstaande bedrag van de vastleggingen ingeschreven op de basisallocatie 12.22.22.73.41 wordt gedeeltelijk overgedragen naar de basisallocaties 12.22.27.12.11 en 12.22.28.14.10 vanaf de inwerkingtreding van de algemene uitgavenbegroting 2006.
Art. 19.De op de basisallocatie 16.21.22.63.21 « Toelagen aan de ondergeschikte openbare besturen en instellingen voor het opmaken van bijzondere bestemmingsplannen » op 31 december 2005 uitstaande vastleggingen in verband met de gemeentelijke ontwikkelingsplannen (GemOP) worden naar basisallocatie 16.21.25.63.21 « Toelagen aan de ondergeschikte openbare besturen en instellingen voor het opmaken van gemeentelijke ontwikkelingsplannen » overgedragen en dit vanaf de inwerkingtreding van de algemene uitgavenbegroting 2006.
Art. 20.De op het einde van de periode die gedekt wordt door de financie ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2006 openstaande vastleggingen op de verschillende uitgavenartikels van de begrotingen van de diensten met afzonderlijk beheer worden geannuleerd en opnieuw vastgelegd op de basisallocaties van de begroting 2006 van het algemeen bestuur volgens volgend schema : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 21.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering kan facultatieve werkings- en investeringssubsidies toekennen ten laste van de basisallocaties vermeld in de begrotingstabel en hieronder hernomen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 22.Ongeacht het aanslagjaar mogen ten laste van de basisallocatie 10.88.21.34.50 terugbetalingen aangerekend worden van belastingen van de ex-provincie Brabant ingevolge door de Brusselse Hoofdstedelijke Regering genomen beslissingen.
III. Bepalingen betreffende de variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen
Art. 23.De variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve afdelingen op volgende wijze : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 24.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2-2° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het Fonds ter bevordering van de Buitenlandse Handel integraal bestemd voor de betaling van specifieke acties voor de promotie van de buitenlandse handel (B.A. 11.42.21.12.11).
Art. 25.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van de artikelen 3 en 2, 11°, laatste lid van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van de Begrotingsfondsen, mag de Regering de variabele kredieten (e en f) van het begrotingsartikel 18.52.25.73.41 gebruiken om tussen te komen in de financiering van het waterbeleid, de kosten te dragen en alle rechten en verplichtingen van het Gewest uit te oefenen, verbonden aan : a) de strijd tegen de overstromingen in risicowijken;b) het opvangen en de zuivering van afval- en regenwater;c) het waarborgen van een geïntegreerd beheer van afvalen regenwater;d) de werking van de zuiveringsinstallaties;e) het opstellen van statistieken;f) het toezicht op de staat van het oppervlaktewater en van dat opgevangen in riolen;g) de verwerving van materiële en niet-materiële goederen nodig voor de bescherming en de valorisatie van gronden oppervlaktewater;h) de terugbetaling van het verschil tussen de bedragen van de geïnde voorafbetalingen en de bedragen van de verschuldigde belasting op het lozen van afvalwater, en ook aan de terugbetaling van de voorafbetalingen gestort door de belastingplichtigen van de belasting op het lozen van afvalwater.
Art. 26.In afwijking van artikel 14 van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof en van artikel 4 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, mag door tussenkomst van de Regering over het saldo van het begrotingsfonds « Fonds voor het beheer van de gewestschuld » (programma 1 van afdeling 23) rechtstreeks worden beschikt Art.27. In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, en van artikel 2, 5° van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van begrotingsfondsen, mag de Regering de variabele kredieten (e en f) verbonden aan het Fonds voor stedenbouw en grondbeheer eveneens gebruiken om tussen te komen in de Europese programma's of programma's van andere internationale organisaties (B.A. 16.15.21.35.00).
Art. 28.In afwijking van artikel 8 van de organieke ordonnantie tot vaststelling van de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle en van artikel 2, 6° van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 tot oprichting van begrotingsfondsen, wordt een deel van de middelen van het Fonds voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw toegewezen aan het uitgavenartikel « Toewijzing van de stedenbouwkundige lasten aan de huisvesting » (15.24.34.51.11).
IV. Bepalingen betreffende sectie II : Instellingen van openbaar nut van de categorieën A en B
Art. 29.De begroting van het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 25.767.000 euro voor de ontvangsten en 25.767.000 euro voor de uitgaven, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 30.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Centrum voor Informatica van het Brussels Gewest toelagen toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de uitrusting inzake informatica, telematica en cartografie.
Art. 31.De begroting van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 78.259.569 euro voor de ontvangsten en 78.259.569 euro voor de uitgaven, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 32.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp toelagen toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de preventie, de financiering en plaatsing van middelen in het kader van de brandpreventie.
Art. 33.De begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 779.504.000 euro voor de ontvangsten en 779.504.000 euro voor de uitgaven, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 34.In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat de 227.431.000 euro in 2006 niet mag overschrijden.
Deze leningen worden ten bedrage van 227.431.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, Hoofdstuk 44, artikel 442.01.
In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering ook gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de door voormeld Fonds aangegane leningen, in het kader van zijn nieuwe opdrachten, voor een bedrag dat de 250.000.000 euro in 2006 niet mag overschrijden.
Deze leningen worden ten bedrage van 250.000.000 euro ingeschreven in sectie II van deze ordonnantie, begroting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, Ontvangsten, Hoofdstuk 48, artikel 480.06.
Art. 35.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.
Art. 36.In afwijking van artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 januari 1955 houdende de lijst der openbare fondsen, andere dan de door de Staat uitgegeven of gewaarborgde effecten, welke mogen aangekocht worden door de organismen bedoeld bij artikel 1 van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën gemachtigd fondsen te plaatsen bij de door de Commissie voor het Bank- en Financiewezen erkende kredietinstellingen.
Art. 37.De begroting van het Brussels Instituut voor Milieubeheer voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 56.958.000 euro voor de ontvangsten en 56.958.000 euro voor de uitgaven.
Art. 38.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Brussels Instituut voor Milieubeheer toelagen toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor de bouw, de uitbreiding, de aanpassing, de inrichting, de uitrusting en de vernieuwing van de containerparken.
Art. 39.De begroting van het Gewestelijke Agentschap voor Netheid - Net Brussel voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 165.791.000 euro voor de ontvangsten en 165.791.000 euro voor de uitgaven.
Art. 40.In het kader van zijn statutaire opdrachten mag het Gewestelijk Agentschap voor Netheid. Net Brussel toelagen toekennen, overdrachten naar andere pararegionale instellingen of lokale overheden incluis, meer bepaald voor het schoonmaken van sites en plaatsen met een gemeentelijk belang.
Art. 41.De begroting van het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 677.000 euro voor de ontvangsten en 677.000 euro voor de uitgaven, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 42.De begroting van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 118.504.000 euro voor de ontvangsten en 172.416.000 euro voor de uitgaven, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 43.Zowel voor haar werking als voor het te voeren beleid wordt de Haven van Brussel gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven gepland in 2006.
Art. 44.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2006 door de Haven van Brussel voor de realisatie van het Carcoke en Bilc-project en dit voor een bedrag vastgesteld op 50.000.000 euro.
Art. 45.Zowel voor haar werking als voor het te voeren beleid wordt de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven in 2006 ten bedrage van een door de Regering vast te stellen bedrag.
Art. 46.Zowel voor zijn werking als voor het te voeren beleid inzake tewerkstelling wordt de Brusselse Gewestelijke Dienst voor Arbeidsbemiddeling gemachtigd de begrotingssaldi van de vorige jaren over te dragen en te gebruiken voor uitgaven in 2006 ten bedrage van een door de Regering vast te stellen bedrag.
V. Bepalingen betreffende sectie III : Diensten met afzonderlijk beheer
Art. 47.In afwijking van de artikelen 108, 2°, 3°, 4°, 5°, en 110 van de organieke ordonnantie houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, zetten de diensten met afzonderlijk beheer hun activiteiten verder gedurende de periode die gedekt wordt door de financie-ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2006.
Het artikel 140 van de de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991 blijft van kracht tijdens de periode die gedekt wordt door de financie-ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2006.
Art. 48.De begroting van de Grondregie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 28.732.986 euro voor de ontvangsten en 56.732.986 euro voor de uitgaven overeenkomstig sectie III van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 49.De begroting van de Gewestelijke Dienst voor de Herwaardering van de kwetsbare Wijken voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd' Deze begroting bedraagt 12.876.000 euro voor de ontvangsten en 48.530.000 euro voor de uitgaven overeenkomstig sectie III van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 50.De begroting van Gewestelijke Dienst voor de financiering van de gemeentelijke investeringen voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten en 36.600.000 euro voor de uitgaven overeenkomstig sectie III van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 51.De begroting van het Centrum voor Voedingsmiddelen voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
De ontvangsten van het jaar bedragen 224.000 euro en de uitgaven van het jaar bedragen 554.000 euro, overeenkomstig sectie III van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 52.De begroting van het Financieel Coördinatiecentrum van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het jaar 2006 wordt goedgekeurd.
De ontvangsten van het jaar bedragen 833.000 euro en de uitgaven van het jaar bedragen 833.000 euro, overeenkomstig sectie III van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.
Art. 53.De uitgavenkredieten van de diensten met afzonderlijk beheer zijn limitatief.
Art. 54.De diensten met afzonderlijke beheer zijn gemachtigd binnen hun eigen uitgavenbegroting herverdelingen van kredieten tussen de verschillende uitgavenartikelen uit te voeren nadat zij het akkoord gekregen hebben van de Minister die het toezicht op de dienst uitoefent en van de Minister van Financiën en Begroting.
Art. 55.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt toegestaan uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Financieel Coördinatiecentrum van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Art. 56.De diensten met afzonderlijke beheer zijn ertoe gehouden om uiterlijk op het einde van de periode die gedekt wordt door de financie-ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2006 hun thesauriesaldi te storten op de centrale ontvangstenrekening van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
VI. Andere verbintenissen van het Gewest
Art. 57.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2006 door de MIVB om het deel van haar investeringsprogramma te financieren dat noch door de haar verleende gewestelijke dotaties, noch door haar eigen investeringscapaciteit wordt gedekt en dit voor een bedrag vastgesteld op maximum het totaal van de in 1999, 2000, 2001, 2002, 2003, 2004, et 2005 door de MIVB niet-ontleende delen van de voor die jaren in de Algemene Uitgavenbegroting ingeschreven maximale leningbedragen waarvoor de Regering gemachtigd werd de gewestwaarborg te verlenen.
Onder lening wordt verstaan : - alle soorten financiering op korte, middellange of lange termijn, met inbegrip van de programma's van privé-uitgiften van het type « commercial papers »; - alle soorten verrichtingen uitgevoerd door de MIVB als huurder of als « lessee » van rollend materieel of van andere investeringen; - de door de MIVB afgesloten leningen met het oog op de vervroegde terugbetaling of de consolidatie van bestaande leningen; - de operaties tot dekking van het risico van schommeling van de interestvoeten en de wisselpercentages (« options, futures, swaps, . ») in strikte zin verbonden met de door het Gewest gewaarborgde schuldenlast.
Art. 58.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door de door het Gewest erkende instellingen voor sociaal krediet, volgens de controleregels en ten bedrage van een maximumbedrag die vastgesteld moeten worden door de Regering op voorstel van de Minister van Begroting en van de Staatssecretaris voor Huisvesting.
Art. 59.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor een maximumbedrag van 52.018.413,10 euro in 2006.
Art. 60.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan door de NV Brussel-Zuid voor een maximumbedrag van 7.500.000 euro in 2006.
Art. 61.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om, in toepassing van artikel 12 van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om de gewestwaarborg te verlenen voor een maximumbedrag van 35.000.000 euro in 2006.
Art. 62.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan een lening aangegaan in 2006 door de Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor het Brussels Gewest (GIMB) bij de Europese Investeringsbank, voor een maximumbedrag van 50.000.000 euro in 2006.
Art. 63.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2006 door de Brusselse Intercommunale voor Sanering (BrIS) voor een maximumbedrag van 73.506.000 euro in 2006.
Art. 64.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd ten laste van de basisallocatie 10.73.21.36.99 verrichtingen te doen in naam en voor rekening van de Agglomeratie Brussel, met inbegrip van eventuele uitgaven betreffende vorige jaren waarvoor geen enkel krediet kon worden geopend in de voorgaande Agglomeratiebegrotingen.
Art. 65.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de operaties tot dekking van het risico van schommeling van de interestvoeten en de wisselkoersen (« options, futures, swaps,. ») die in strikte zin verbonden zijn met de door het Gewest gewaarborgde schuld.
Art. 66.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd een gedeelte van het gebouw gelegen aan de Oudergemlaan nr. 63 te Etterbeek gratis ter beschikking te stellen van de v.z.w. « Verbindingsbureau Brussel-Europa » waarvan ze de statuten heeft erkend.
VII. Slotbepaling
Art. 67.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2006.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 23 februari 2006.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedlijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing, Huisvesting, Openbare Netheid en Ontwikkelingssamenwerking, Ch. PICQUE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Tewerkstelling, Economie, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, B. CEREXHE De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit en Openbare Werken, P. SMET De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie en Waterbeleid, Mevr. E. HUYTEBROECK _______ Nota's (1) Gewone zitting 2005-2006 : Documenten.- Ontwerp van ordonnantie, A-224/1. - Verantwoording, A-224/2. - Realisatie, A-224/3. - Verslag, A-224/4. - Adviezen van de vaste commissies, A-224/5.
Integraal verslag. - Bespreking. Vergaderingen van woensdag 22 en donderdag 23 februari 2006. - Aanneming. Vergadering van donderdag 23 februari 2006.