Etaamb.openjustice.be
Beschikking van 29 november 2019
gepubliceerd op 27 maart 2020

Ordonnantie houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2019042770
pub.
27/03/2020
prom.
29/11/2019
ELI
eli/ordonnantie/2019/11/29/2019042770/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 NOVEMBER 2019. - Ordonnantie houdende de aanpassing van de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 (1)


Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, het geen volgt : Sectie I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2.Overeenkomstig de tabel bij deze ordonnantie, worden de in de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2019 ingeschreven kredieten als volgt aangepast :

In duizenden euro

Vastleggingskredieten Crédits d'engagement

Vereffeningskredieten Crédits de liquidation

En milliers d'euros

Gesplitste kredieten Initieel Bijkredieten Kredietverminderingen Aangepast

6.405.484 - 52.814 6.352.670

6.464.404 - 56.039 6.408.365

Crédits dissociés Initiaux Crédits supplémentaires Diminutions des crédits Ajustés

Variabele gesplitste kredieten Initieel Bijkredieten Kredietverminderingen Aangepast

250.189 - 1.288 248.901

246.142 - 4.013 242.129

Crédits dissociés variables Initiaux Crédits supplémentaires Diminutions des crédits Ajustés

Algemene totalen Initieel Bijkredieten Kredietverminderingen Aangepast

6.655.673 - 54.102 6.601.571

6.710.546 - 60.052 6.650.494

Totaux généraux Initiaux Crédits supplémentaires Diminutions des crédits Ajustés


Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde tabellen, sectie I. In toepassing van het artikel 14 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, sectie I en sectie II, en de bijlage I. De geconsolideerde ontvangsten- en uitgavenbegroting van de gewestelijke entiteit wordt goedgekeurd en staat opgenomen in de vorm van een tabel op het einde van het beschikkende gedeelte van deze ordonnantie.

Sectie II. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering, met inbegrip van de bepalingen in verband met de organieke begrotingsfondsen

Art. 3.In het artikel 12, tweede lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt het punt b) vervangen door hetgeen volgt : « b) de kredietherverdelingen, binnen eenzelfde programma, na akkoord van de Minister van Begroting. ».

Art. 4.In het artikel 20, eerste lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt de basisallocatie 25.003.27.02.43.22 toegevoegd.

Art. 5.In het artikel 38 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt de basisallocatie 25.008.31.01.34.32 vervangen door de basisallocatie 25.008.31.05.34.32.

Art. 6.Het artikel 44 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt opgeheven.

Art. 7.Het artikel 45 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt vervangen door hetgeen volgt : « Art. 45, § 1. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de verbintenissen, die noodzakelijk zijn om de ononderbroken werking van de diensten van de Regering te verzekeren, maar aangegaan worden vanaf 1 december 2019, ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2020, beperkt tot een derde van de goedgekeurde vastleggingskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 2. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de noodzakelijke vereffeningen, die verbonden zijn aan de verbintenissen die nodig zijn om de ononderbroken werking van de diensten van de Regering te verzekeren, uitgevoerd worden vanaf de stemming van de ordonnantie houdende de initiële begroting van de diensten van de Regering voor het volgende jaar ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting van dat volgende begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de goedgekeurde vereffeningskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 3. De Inspectie van Financiën beoordeelt voorafgaandelijk de noodzakelijkheid van de uitgaven voor het verzekeren van de ononderbroken werking van de diensten van de Regering. ».

Art. 8.In afwijking van het artikel 46, 2de lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, zijn de ambtenaren die deel uitmaken van het toezichtsorgaan niet noodzakelijk onderworpen aan het statuut.

Art. 9.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2019, de uitstaande vastleggingen van de basisallocatie 27.003.20.01.51.11 over te dragen naar de basisallocatie 08.003.20.01.51.11.

Art. 10.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2019, de uitstaande vastleggingen van de basisallocatie 25.003.27.01.43.22 over te dragen naar de basisallocatie 25.003.27.02.43.22.

Art. 11.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2019, de uitstaande vastleggingen van de begunstigde « Fondation Community Land Trust Brussels » over te dragen van de basisallocatie 25.008.35.02.5210 naar de nieuwe basisallocatie 25.008.39.03.5112. Het betreft de vastleggingsnummers 0201303687, 0201306683, 0201406552, 0201506913, 0201506914, 0201606609, 0201705499, 0201706858 en 0201902466.

Art. 12.In afwijking van het artikel 23 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, wordt negentig procent van de totale opbrengst van de geldboeten in het « Fonds openbaar beheersrecht » (BFB16 - BA 02.310.06.08.38.50) gestort, dat opgericht werd door de ordonnantie van 20 juli 2006 houdende wijziging van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen. Tien procent van de totale opbrengst van de geldboeten wordt toegewezen aan de algemene middelen (BA 02.310.03.04.38.50) van de Middelenbegroting.

Van voormelde negentig procent wordt een bedrag, dat overeenstemt met vijfentachtig procent van de totale opbrengst van de geldboeten, doorgestort aan de gemeente op wier grondgebied het leegstaand goed zich bevindt, voor zover ze uitdrukkelijk de onbewoonde woningen geweerd heeft uit het toepassingsgebied van haar belastingreglement betreffende de verlaten, onbewoonde of onafgewerkte woningen. De gemeente wendt de opbrengst aan voor de werkingskosten in het kader van haar huisvestingsbeleid.

Van voormelde negentig procent blijft een bedrag, dat overeenstemt met vijf procent van de totale opbrengst van de geldboeten, in het voormelde Fonds, om aangewend te worden, in voorkomend geval, voor de voorziene uitgaven van het Fonds.

Art. 13.De bewijsstukken voor steun, toegekend in het kader van de ordonnantie van 1 juli 1993 betreffende de bevordering van de economische expansie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de ordonnantie van 1 april 2004 betreffende de gewestelijke steun voor algemene investeringen ten gunste van micro-, kleine en middelgrote ondernemingen en toegekend in het kader van de organieke ordonnantie van 13 december 2007 betreffende de steun ter bevordering van de economische expansie, worden ingediend binnen een termijn van vier jaar vanaf de betekening van de steuntoekenningsbeslissing.

Sectie III. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen

Art. 14.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van het Centrum voor Informatica voor het Brussels Gewest wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 60.032.000 euro voor de ontvangsten, 62.910.000 euro voor de vastleggingskredieten en 60.032.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 15.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van de Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulpverlening wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 145.797.000 euro voor de ontvangsten, 146.658.000 euro voor de vastleggingskredieten en 141.260.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 4.486.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 16.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 1.573.053.000 euro voor de ontvangsten, 1.573.053.000 euro voor de vastleggingskredieten en 1.573.053.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 17.In het artikel 54, 1ste en 2de lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt het bedrag « 306.235.000 euro » vervangen door het bedrag « 300.502.000 euro ».

Art. 18.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van Leefmilieu Brussel/het Brussels Instituut voor Milieubeheer wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 168.103.000 euro voor de ontvangsten, 174.753.000 euro voor de vastleggingskredieten en 168.103.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 19.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van BRUGEL wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 4.630.000 euro voor de ontvangsten, 4.565.000 euro voor de vastleggingskredieten en 4.630.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig bijlage I van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 20.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van het Gewestelijk Agentschap voor Netheid - Net Brussel wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 220.026.000 euro voor de ontvangsten, 281.781.000 euro voor de vastleggingskredieten en 257.523.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van - 33.783.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 21.In het artikel 64, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt het tweede en het derde lid opgeheven.

Art. 22.Het artikel 65 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt vervangen door hetgeen volgt : « Art.65. Het Gewestelijk Agentschap Netheid is gemachtigd om over de inkomsten te beschikken, die het heeft geïnd ingevolge de verkoop van de toegekende groenestroomcertificaten, in toepassing van artikel 28 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. ».

Art. 23.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van Innoviris/ het Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 50.807.000 euro voor de ontvangsten, 58.705.000 euro voor de vastleggingskredieten en 50.807.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 24.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 0 euro voor de ontvangsten, 0 euro voor de vastleggingskredieten en 0 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 0 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 25.In afwijking van het artikel 7, 1ste en 2de lid, van de ordonnantie van 28 juni 2001 betreffende het Fonds voor de Financiering van het Waterbeleid (FFWB), kan het FFWB beheerd worden door een autonome bestuursinstelling van categorie 1.

Art. 26.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van perspective.brussels, het Brussels Planningsbureau, wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 26.419.000 euro voor de ontvangsten, 35.867.000 euro voor de vastleggingskredieten en 25.519.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 900.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 27.Het artikel 73 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt aangevuld met een lid, luidende : « Art.73. In afwijking van de artikelen 17 en 88 van deze ordonnantie, maken de facultatieve subsidies toegekend op de basisallocatie 02.004.27.01.43.21 van de uitgavenbegroting van het Brussels Planningsbureau geen voorwerp uit van een overeenkomst. ».

Art. 28.De aanpassing van de begroting voor het jaar 2019 van Brussel - Preventie & Veiligheid wordt goedgekeurd.

Deze begroting bedraagt 129.171.000 euro voor de ontvangsten, 94.321.000 euro voor de vastleggingskredieten en 125.630.000 euro voor de vereffeningskredieten, en geeft een ESR-saldo van 3.541.000 euro, overeenkomstig sectie II van de bij deze ordonnantie gevoegde tabel.

Art. 29.In het artikel 87, derde lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt het punt b) vervangen door hetgeen volgt : « b) de kredietherverdelingen, binnen eenzelfde programma, na akkoord van de Minister van Begroting. ».

Art. 30.Het artikel 90 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt vervangen door hetgeen volgt : « Art.90. In afwijking van het artikel 3 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, is deze niet van toepassing op de GIMB en haar geconsolideerde filialen in 2019 met uitzondering van BRUSOC. ».

Art. 31.Het artikel 99 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt vervangen door hetgeen volgt : « Art.99. De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor verbintenissen van de G.I.M.B. of haar filialen in het kader van het Plan voor de Toekomst van de Huisvesting, voor een kredietlijn van maximaal 35.000.000 euro (in verband met S.F.A.R. en zijn filialen) in 2019.

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor leningen die in 2019 door S.F.A.R. (een filiaal van de G.I.M.B.) worden afgesloten voor een maximumbedrag van 35.000.000 euro, enerzijds met het oog op de herfinanciering of de herstructurering van de lopende leningen die door S.F.A.R. werden afgesloten en die reeds een gewestwaarborg hebben genoten, en anderzijds om een deel van de huidige financiering op korte termijn te consolideren.

De consolidering van een deel van de kortetermijnschuld, met een maximumbedrag van 5.000.000 euro, en de herstructurering van de bestaande schuld, met een maximumbedrag van 30.000.000 euro (het huidige uitstaande saldo bedraagt 29.400.000 euro), heeft tot doel de schuldaflossingsprofielen in overeenstemming te brengen met de langetermijnhuurcontracten van S.F.A.R. en haar filialen. ».

Art. 32.Het artikel 103, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019 wordt vervangen door hetgeen volgt : « Art.103. In afwijking van het artikel 2, 2° van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, bevat de gewestelijke entiteit de geconsolideerde instellingen opgenomen in de geconsolideerde begroting van ontvangsten en uitgaven van de gewestelijke entiteit bepaald in artikel 2, 4de lid, van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019.

In afwijking van de artikelen 59 en 90 van voornoemde ordonnantie van 23 februari 2006 worden de rekeningen van de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (de gedelegeerde opdrachten) en Brussel Ontmanteling evenwel niet geconsolideerd in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en certificeert het Rekenhof deze rekeningen niet. ».

Art. 33.In het kader van de uitvoering van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012204202 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, en van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen sluiten houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, heeft de FOD Binnenlandse Zaken een tegemoetkoming voor taalpremies rechtstreeks aan bepaalde Brusselse instellingen gestort.

De betrokken instellingen betalen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het niet-gebruikte deel van de subsidie als volgt terug:

Instelling

Totaal (in euro)/ Total (en euros)

Organisme

ESRBHG

189.815,20

CESRBC

CIBG

14.885,73

CIRB

Citydev

467.598,97

Citydev

BIM

4.262.793,33

IBGE

Innoviris

261.833,82

Innoviris

Haven van Brussel

585.334,51

Port de Bruxelles

DBDMH

5.779.761,79

SIAMU

BGHM

639.149,22

SLRB

Actiris

5.918.790,08

Actiris


Art. 34.§ 1. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de verbintenissen, die noodzakelijk zijn om de ononderbroken werking van de autonome bestuursinstellingen te verzekeren, maar aangegaan worden vanaf 1 november 2019, ten laste van de vastleggingskredieten van het begrotingsjaar 2020, beperkt tot een derde van de ingeschreven vastleggingskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 2. In afwijking van het artikel 44 van de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle, mogen de noodzakelijke vereffeningen, die verbonden zijn aan de verbintenissen die nodig zijn om de ononderbroken werking van de autonome bestuursinstellingen te verzekeren, uitgevoerd worden vanaf de stemming van de ordonnantie houdende de initiële begroting van de gewestelijke entiteit voor het volgende jaar ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting van dat volgende begrotingsjaar, beperkt tot een derde van de ingeschreven vereffeningskredieten voor de overeenkomstige uitgavenbasisallocaties van het lopende jaar, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen. § 3. De Inspecteur of Inspectrice van Financiën, toegewezen aan de betrokken functioneel bevoegde minister of staatssecretaris, beoordeelt voorafgaandelijk de noodzakelijkheid van de uitgaven voor het verzekeren van de ononderbroken werking van de autonome bestuursinstelling van categorie 1 of 2 die onder deze minister of staatssecretaris valt.

Sectie IV. - Bijzondere bepalingen in verband met de instellingen van openbaar nut van categorie A en B, bepaald door de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut, die niet zijn ondergebracht onder de sectoriële code 13.12, rubriek « Deelstaatoverheid », van het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen vervat in de Verordening (EG) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie Nihil Sectie V. - Bijzondere bepalingen in verband met de andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit

Art. 35.In het artikel 119 van de ordonnantie van 21 december 2018 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2019, wordt het « Bedrag in euro » (kolom in het midden) van « 25.000 » van de Prijs « ASBL Prix Roger Vanthournout » vervangen door « 15.000 ».

Sectie VI. - Slotbepaling

Art. 36.Deze ordonnantie treedt in werking op de dag van de stemming door het Parlement.

Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 29 november 2019.

De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota (1) Gewone zitting 2019-2020 Documenten van het Parlement : A-32/1 Ontwerp van ordonnantie. A-32/2 Verslag.

Integraal verslag : Bespreking en aanneming : vergadering van vrijdag 29 november 2019.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^