gepubliceerd op 28 februari 2025
Financieordonnantie houdende opening van voorlopige kredieten voor de maanden januari, februari en maart 2025 op de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2025
20 DECEMBER 2024. - Financieordonnantie houdende opening van voorlopige kredieten voor de maanden januari, februari en maart 2025 op de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2025
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
HOOFDSTUK 1. - Inleidende bepalingen
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
Art. 2.Voor de toepassing van deze ordonnantie wordt verstaan onder: Codex: de ordonnantie van 4 april 2024 houdende de Codex van de openbare financiën van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
Ordonnantie van 23 februari 2006: de organieke ordonnantie van 23 februari 2006 houdende de bepalingen die van toepassing zijn op de begroting, de boekhouding en de controle.
Art. 3.De bepalingen opgenomen in deze financieordonnantie houdende opening van voorlopige kredieten zijn slechts van toepassing voor de maanden januari, februari en maart van het begrotingsjaar 2025 en hebben geen gevolgen meer na deze maanden.
Afwijkingen aan of aanpassingen van ordonnanties die worden opgenomen in de bepalingen van deze financieordonnantie houdende opening van voorlopige kredieten zijn dus tijdelijk van aard en enkel geldig voor de maanden januari, februari en maart van het begrotingsjaar 2025 en tot op het moment dat een wijzigende ordonnantie of een wijzigend regeringsbesluit in voege treedt.
HOOFDSTUK 2. - Financiële bepalingen Afdeling 1. - Invordering van de belastingen
Art. 4.De op 31 december 2024 bestaande belastingen ten behoeve van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden tijdens het jaar 2025 ingevorderd volgens de wetten, ordonnanties, besluiten en tarieven die er de zetting en invordering van regelen. Afdeling 2. - Aangaan van leningen
Art. 5.De Regering wordt gemachtigd om het overschot van de uitgaven op de ontvangsten van de begroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor de begrotingsjaren 1989 tot en met 2025 door leningen te dekken, met inbegrip van de hernieuwing van reeds bestaande leningen en (her)consolideringen.
Deze machtiging houdt met name de mogelijkheid in om via leningen de financieringen te dekken, toegekend door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, aan de entiteiten die de mogelijkheid hebben om schulden aan te gaan bij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het kader van de voorlopige kredieten van de begroting 2025.
Deze machtiging omvat ook de mogelijkheid leningen aan te gaan om de aankoop te financieren van titels (op korte en lange termijn) uitgegeven door gewestelijke entiteiten in het kader van het thesaurieprogramma van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Nieuwe leningen kunnen ook aangegaan worden voor de consolidatie van schulden op korte termijn of schulden die tijdens het jaar vervallen.
HOOFDSTUK 3. - Voorlopige kredieten Afdeling 1. - Algemene bepalingen in verband met de begrotingstabellen
Onderafdeling 1. - Begrotingstabellen van de diensten van de Regering
Art. 6.Voorlopige kredieten, welke in mindering komen van de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2025 van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, worden geopend voor de maanden januari, februari en maart 2025 ten bedrage van:
En euros
Crédits d'engagement Vastleggingskredieten
Crédits de liquidation Vereffeningskredieten
In euro
Crédits dissociés
2.344.441.000
2.227.877.000
Gesplitste kredieten
Crédits dissociés variables
225.564.000
221.586.000
Variabele gesplitste kredieten
Totaux
2.570.005.000
2.449.463.000
Totalen
Deze kredieten worden opgesomd in de bij deze financieordonnantie gevoegde tabellen, afdeling 1.
Art. 7.In toepassing van artikel 27 van de Codex, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze financieordonnantie gevoegde begrotingstabellen, afdeling 1.
De voorlopige vastleggings- en vereffeningskredieten van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest mogen enkel aangewend worden om: 1° het dagelijkse administratieve beheer voort te zetten dat nodig is voor een vlotte werking van de diensten van de Regering;2° zaken af te handelen waarvoor geen nieuw overheidsinitiatief nodig is en die moeten worden afgehandeld om de continuïteit van de openbare dienstverlening te garanderen;3° dringende zaken aan te pakken, welke snel moeten worden afgehandeld, om de fundamentele belangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet in gevaar te brengen.
Art. 8.De volgende afwijkingen van de voorlopige kredieten van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor januari, februari en maart 2025 worden toegestaan, zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten: GOB.34.100.10 GOB.36.023.06 GOB.36.023.15 GOB.36.023.16 GOB.36.042.06 GOB.36.042.16 GOB.37.101.09 GOB.38.041.05 GOB.41.041.08 GOB.41.041.11 GOB.41.103.09 GOB.41.145.10 GOB.41.301.09 GOB.44.045.08 GOB.44.047.08 GOB.44.048.05 GOB.44.048.08 GOB.45.003.08 GOB.45.041.03 GOB.45.041.08 Voor de begrotingsposten van het type "Aggregaat 04" (personeelsuitgaven) van de diensten van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt 4/12de van de initiële kredieten voor 2024 opgenomen, in afwijking van de 3/12de van de voorlopige kredieten voor 2025.
Onderafdeling 2. - Begrotingstabellen van de autonome bestuursinstellingen
Art. 9.Voorlopige kredieten, welke in mindering komen van de uitgavenbegrotingen voor het begrotingsjaar 2025 van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie, hierna ABI's 1 genoemd, worden geopend voor de maanden januari, februari en maart 2025 en worden opgesomd in de bij deze ordonnantie gevoegde begrotingstabellen, afdeling 2.
Art. 10.De volgende afwijkingen van de voorlopige kredieten voor januari, februari en maart 2025 worden toegestaan, zowel in vastleggingskredieten als in vereffeningskredieten: BIM.41.201.05 CIBG.37.201.04 CIBG.37.201.05 CIBG.37.202.05 CIBG.37.203.05 DBDMH.40.201.05 DBDMH.40.202.14 DBDMH.40.203.05 DBDMH.40.203.14 GAN.41.251.05 GAN.41.252.05 BGHFGT.40.253.15 BGHFGT.40.253.16 Voor de begrotingsposten van het type "Aggregaat 04" (personeelsuitgaven) van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie wordt 4/12de van de initiële kredieten voor 2024 opgenomen, in afwijking van de 3/12de van de voorlopige kredieten voor 2025.
Art. 11.§ 1. In toepassing van artikel 27 van de Codex, worden de uitgaven gemachtigd per programma waarvan de krediettotalen opgenomen zijn in de bij deze financieordonnantie gevoegde begrotingstabellen, afdeling 2. § 2. De vastleggings- en vereffeningskredieten van de ABI's 1, mogen enkel aangewend worden om: 1° het dagelijkse administratieve beheer voort te zetten dat nodig is voor een vlotte werking van de ABI's 1;2° zaken af te handelen waarvoor geen nieuw overheidsinitiatief nodig is en die moeten worden afgehandeld om de continuïteit van de openbare dienstverlening te garanderen;3° dringende zaken aan te pakken, welke snel moeten worden afgehandeld, om de fundamentele belangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet in gevaar te brengen. De Inspecteurs van Financiën zien erop toe dat deze paragraaf wordt nageleefd. § 3. De ABI's 1 die worden geconsolideerd in de begroting van de gewestelijke entiteit worden hieronder opgesomd: 1° Centrum voor informatica voor het Brusselse Gewest - Paradigm (CIBG);2° Leefmilieu Brussel (BIM);3° Net Brussel - Gewestelijk Agentschap voor Netheid (GAN);4° Brusselse Hoofdstedelijke Dienst voor Brandweer en Dringende Medische Hulp (DBDMH);5° Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHFGT);6° Innoviris - Instituut ter bevordering van het Wetenschappelijk Onderzoek en de Innovatie van Brussel (IWOIB); 7° Brussel - Preventie & Veiligheid (BPV) - (safe.brussels); 8° Perspective.brussels - Brussels Planningsbureau (BPB).
Art. 12.De vastleggings- en vereffeningskredieten van de ABI's 2 mogen enkel aangewend worden, rekening houdend met het feit dat de financiering vanuit de diensten van de Regering beperkt is door de opening van voorlopige kredieten voor de maanden januari, februari en maart 2025, om: 1° het dagelijkse administratieve beheer voort te zetten dat nodig is voor een vlotte werking van de ABI's 2;2° zaken af te handelen waarvoor geen nieuw overheidsinitiatief nodig is en die moeten worden afgehandeld om de continuïteit van de openbare dienstverlening te garanderen;3° dringende zaken aan te pakken, welke snel moeten worden afgehandeld, om de fundamentele belangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest niet in gevaar te brengen. De Regeringscommissarissen zien erop toe dat dit artikel wordt nageleefd.
Art. 13.De begrotingscorrespondenten van de eenheden die geen deel uitmaken van de ESR-perimeter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een of meerdere gedelegeerde opdrachten uitvoeren voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, bezorgen alle informatie aangaande hun begrotingen, alsook de maandelijkse uitvoeringscijfers voor deze begrotingen, aan Brussel Financiën en Begroting van de GOB. De rekeningen van de eenheden die geen deel uitmaken van de ESR-perimeter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en die een of meerdere gedelegeerde opdrachten uitvoeren voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden niet geconsolideerd in de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en het Rekenhof certificeert deze rekeningen niet. Afdeling . - Bepalingen in verband met herverdelingen van voorlopige
kredieten
Art. 14.De Regering is gemachtigd om de voorlopige vastleggings- en vereffeningskredieten voor de diensten van de Regering en de ABI's 1 te herverdelen, mits inachtname van de bepalingen van de artikelen 40, 41 en 42 van de Codex en de artikelen 48 tot 56 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 30 mei 2024 betreffende de begrotingsfondsen, het begrotingskader, de ontvangsten- en uitgavenbegroting en de begrotingswijzigingen.
Het is evenwel niet toegestaan kredieten te herverdelen vanuit de begrotingsposten waarvoor afwijkingen zijn toegestaan uit hoofde van de artikelen 8 en 10 van deze ordonnantie, met uitzondering van de provisie-begrotingsposten Afdeling . - Bepalingen in verband met subsidies
Art. 15.De Regering is gemachtigd om binnen de marges van de voorlopige vastleggings- en vereffeningskredieten faculatieve subsidies toe te kennen aan de ABI's.
Art. 16.De ministeriële besluiten in toepassing van artikel 50 en de akkoordprotocollen in toepassing van artikel 51 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, die in 2024 van kracht waren, blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van nieuwe beslissingen die geleidelijk in 2025 zullen worden opgesteld om de nieuwe begrotingsstructuur te integreren. Tot deze nieuwe beslissingen van kracht zijn, zal de Directie Begroting van de GOB aan de betrokken begrotingscorrespondenten en ordonnateurs een concordantietabel bezorgen met de oude uitgavenbasisallocaties van de oude begrotingsstructuur, opgenomen in de ministeriële besluiten en akkoordprotocollen van kracht in 2024, en de nieuwe overeenstemmende uitgavenbasisallocaties van de nieuwe begrotingsstructuur, opgenomen in de begroting 2025, die deze vervangen.
Art. 17.De subsidies waarvoor, in afwijking van artikel 76 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, in het beschikkend gedeelte van de ordonnantie van 22 december 2023 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2024, werd bepaald dat men geen besluit en/of overeenkomst moest opstellen, blijven hiervan vrijgesteld in 2025. De basisallocaties, opgenomen in het beschikkend gedeelte van de ordonnantie van 22 december 2023 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2024, waarvoor deze vrijstellingen werden toegekend, worden vervangen door de ermee verbonden basisallocaties van de nieuwe begrotingsstructuur van de begroting 2025.
In afwijking van artikel 59 van het regeringsbesluit van 30 mei 2024 betreffende de administratieve en begrotingscontrole van de gewestelijke entiteit, maken de facultatieve subsidies toegekend aan Net Brussel, Leefmilieu Brussel en BRUGEL geen voorwerp uit van een overeenkomst.
In afwijking van artikel 59 van het regeringsbesluit van 30 mei 2024 betreffende de administratieve en begrotingscontrole van de gewestelijke entiteit, maken de facultatieve subsidies toegekend aan het WFBHG en de BGHM niet het voorwerp uit van een overeenkomst, maar dienen zij te beantwoorden aan de vereisten van de beheerscontracten.
Art. 18.De subsidies waarvoor, in afwijking van artikel 76 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 16 december 2021Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 16/12/2021 pub. 25/01/2022 numac 2021043536 bron brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit sluiten betreffende de begrotingscontrole, de begrotingsopmaak, de begrotingswijzigingen en de monitoring van de uitvoering van de begroting van de gewestelijke entiteit, in het beschikkend gedeelte van de ordonnantie van 22 december 2023 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2024, werd bepaald dat men geen besluit en/of overeenkomst moest opstellen, blijven hiervan vrijgesteld in 2025. De basisallocaties, opgenomen in het beschikkend gedeelte van de ordonnantie van 22 december 2023 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2024, waarvoor deze vrijstellingen werden toegekend, worden vervangen door de ermee verbonden basisallocaties van de nieuwe begrotingsstructuur van de begroting 2025.
De Directie Begroting van de GOB bezorgt aan de betrokken begrotingscorrespondenten en ordonnateurs een concordantietabel met de oude uitgavenbasisallocaties van de oude begrotingsstructuur, opgenomen in de artikelen van het beschikkend gedeelte van de ordonnantie van 22 december 2023 houdende de Algemene Uitgavenbegroting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor het begrotingsjaar 2024, en de nieuwe uitgavenbasisallocaties verbonden met de nieuwe begrotingsstructuur, opgenomen in de begroting 2025, die deze vervangen.
Art. 19.In het kader van de uitvoering van de wet van 19 juli 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/07/2012 pub. 22/08/2012 numac 2012204202 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister en federale overheidsdienst budget en beheerscontrole Wet houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, en van de organieke wet van 27 december 1990 tot oprichting van begrotingsfondsen sluiten houdende wijziging van de wet van 10 augustus 2001 tot oprichting van een Fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel en tot wijziging van de organieke wet van 27 december 1990 houdende oprichting van begrotingsfondsen, heeft de FOD Binnenlandse Zaken een rechtstreekse tussenkomst voor taalpremies betaald aan bepaalde Brusselse organisaties. Deze interventie was al opgenomen in hun initiële werkingsdotaties.
De betrokken instanties betalen het niet-gebruikte deel van de subsidie terug aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest volgens het door de Regering vastgestelde bedrag.
Art. 20.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, voor de diensten van de Regering en de ABI's 1, en het bestuursorgaan, voor de ABI's 2, zijn gemachtigd om nominatieve subsidies toe te kennen ten laste van de volgende begrotingsposten:
Description
Poste budgetaire
Budget initial 2024 Initiele begroting 2024
Crédits provisoires Voorlopige kredieten
Begrotingspost
Omschrijving
Transfert de revenu à BECI dans le cadre du programme européen EEB
ABE.44.352.08
14.000,00
3.500,00
BAO.44.352.08
Overdracht van inkomsten aan BECI in het kader van het Europese EEB-programma
Transferts de revenus à la Région flamande en matière de politique d'environnement, de climat et d'énergie et à la Région wallonne en matière de politique d'environnement, de climat et d'énergie
IBGE.41.201.08
1.000,00
500,00
BIM.41.201.08
Inkomensoverdrachten aan het Vlaams Gewest in het kader van het milieu-, klimaat- en energiebeleid en aan het Waals Gewest in het kader van het milieu-, klimaat- en energiebeleid
Subventions d'investissement à la Communauté française en matière de politique de l'air, du climat, de l'énergie et du bâtiment durable
IBGE.41.202.11
60.000,00
15.000,00
BIM.41.202.11
Investeringssubsidies aan de Franse Gemeenschap inzake het beleid van lucht, klimaat, energie en duurzaam bouwen
Subventions de fonctionnement à l'ERIP
BPS.40.304.08
4.539.000,00
1.135 000,00
BPV.40.304.08
Werkingssubsidies aan de GIP
Dotation de fonctionnement à BRUSAFE
BPS.40.304.10
5.673.000,00
1.419 000,00
BPV.40.304.10
Werkingsdotatie aan BRUSAFE
Subventions d'investissement à l'ERIP
BPS.40.304.11
599.000,00
150.000,00
BPV.40.304.11
Investeringssubsidies aan de GIP
Dotation d'investissement à BRUSAFE
BPS.40.304.13
270.000,00
68.000,00
BPV.40.304.13
Investeringsdotatie aan BRUSAFE
Subvention de fonctionnement à la Société d'aménagement urbain (SAU) liée à la mission déléguée
SIAMU.40.201.02
352.000,00
88.000,00
DBDMH.40.201.02
Werkingssubsidie aan de Maatschappij voor Stedelijke Inrichting (MSI) verbonden met de gedelegeerde opdracht
Subventions de fonctionnement pour l'Union des Pompiers de Bruxelles
SIAMU.40.202.08
120.000,00
30.000,00
DBDMH.40.202.08
Werkingssubsidies voor de Brandweer Vereniging Brussel
Dotations facultatives à l'ASBL « Le Service Social (ARP) »
ARP.41.251.10
1.182 000,00
296.000,00
GAN.41.251.10
Facultatieve dotatie aan VZW 'Sociale dienst (GAN)'
Transferts de revenus aux ménages concernant l'interruption de carrière (par des dotations réglementées à l'ONEm)
SPRB.35.041.08
7.190 000,00
1.798 000,00
GOB.35.041.08
Inkomensoverdrachten aan gezinnen betreffende de loopbaanonderbreking (via gereglementeerde dotaties aan de RVA)
Transfert en capital vers le SPF Stratégie et Appui pour la maintenance et le support relatif à la plateforme e-Procurement
SPRB.37.042.11
40.000,00
10.000,00
GOB.37.042.11
Kapitaaloverdracht naar de FOD Beleid en Ondersteuning voor het onderhoud en de ondersteuning m.b.t. het e-Procurementplatform
Subvention de fonctionnement à l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes dans le cadre de la lutte contre les discriminations fondées sur le sexe au Centre interfédéral pour l'égalité des chances et la lutte contre le racisme et les discriminations
SPRB.39.041.08
100.000,00
25.000,00
GOB.39.041.08
Werkingssubsidie aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen in het kader van de bestrijding van discriminatie gebaseerd op geslacht en aan het interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van racisme en discriminatie
Subvention en Investissement à l'ASBL Train World
SPRB.39.071.11
500.000,00
125.000,00
GOB.39.071.11
Investeringssubsidie aan Train World vzw
Subventions de fonctionnement à citydev.brussels (SDRB) pour des projets 'Rénovation urbaine' dans le cadre du programme FEDER
SPRB.39.073.08
62.000,00
16.000,00
GOB.39.073.08
Werkingssubsidies aan citydev.brussels (GOMB) voor projecten 'Stadsvernieuwing' in het kader van het EFRO-programma
Subventions d'investissement à citydev.brussels (SDRB) pour des projets dans le cadre du programme FEDER
SPRB.39.073.11
1.190 000,00
298.000,00
GOB.39.073.11
Investeringssubsidies aan citydev.brussels (GOMB) voor de projecten in het kader van het EFRO-programma
Subventions d'investissement à la SAU dans le cadre du programme FEDER
3.720 000,00
930.000,00
Investeringssubsidies aan de MSI in het kader van het EFRO-programma
Subventions de fonctionnement à l'ASBL 'Commissariat à l'Europe et aux organisations internationales'
SPRB.39.144.10
767.000,00
192.000,00
GOB.39.144.10
Werkingssubsidies aan de vzw 'Commissariaat voor Europa en de internationale organisaties'
Subvention de fonctionnement à screen.brussels fund
SPRB.39.150.10
500.000,00
125.000,00
GOB.39.150.10
Werkingssubsidie aan screen.brussels fund
Subvention d'investissement à screen.brussels fund pour les actions spécifiques
SPRB.39.150.13
3.000 000,00
750.000,00
GOB.39.150.13
Investeringssubsidies aan screen.brussels fund voor specifieke acties
Subventions de fonctionnement à la Fondation publique CIVA
SPRB.39.155.10
3.040 000,00
760.000,00
GOB.39.155.10
Werkingssubsidies aan de openbare stichting CIVA
Subvention de fonctionnement à la Fondation Kanal
SPRB.39.156.10
17.712 000,00
4.428 000,00
GOB.39.156.10
Werkingssubsidie aan de Stichting Kanal
Subvention d'investissement à la Fondation Kanal
SPRB.39.156.13
8.075 000,00
2.019 000,00
GOB.39.156.13
Investeringssubsidie aan de Stichting Kanal
Dotation de fonctionnement à Bruxelles Infrastructure Finance (BRINFIN) dans le cadre de la gestion financière et le rôle de conseilfinancier du Fonds régionale bruxellois de refinancement des trésoreries communales (FRBRTC)
SPRB.40.041.10
674.000,00
169.000,00
GOB.40.041.10
Werkingsdotatie aan Brussel Infrastructuur Financiering (BRINFIN) in het kader van het financieel beheer en de rol van financieelraadgever van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHFGT)
Subsides aux pouvoirs subordonnés pour des infrastructures sportives communales (PTIS)
SPRB.40.041.11
8.272 000,00
2.068 000,00
GOB.40.041.11
Subsidies aan de ondergeschikte besturen voor gemeentelijke sportinfrastructuur (DPSI)
Subventions de fonctionnement à l'ASBL Ecole Régionale d'Administration Publique (ERAP) pour la formation du personnel des pouvoirs locaux
SPRB.40.151.10
3.369 000,00
843.000,00
GOB.40.151.10
Werkingssubsidies aan de vzw Gewestelijke School voor Openbaar Bestuur (GSOB) voor de opleiding van het personeel van de plaatselijke besturen
Dotations de fonctionnement réglementées à HYDRIA dans le cadre du contrat de gestion
SPRB.41.041.08
5.575 000,00
2.323 000,00
GOB.41.041.08
Gereglementeerde werkingsdotaties aan HYDRIA in het kader van de beheersovereenkomst
Dotations d'investissement réglementées à HYDRIA dans le cadre du contrat de gestion
SPRB.41.041.11
32.221 000,00
32.221 000,00
GOB.41.041.11
Gereglementeerde investeringsdotaties aan HYDRIA in het kader van de beheersovereenkomst
Subventions d'investissement à Bruxelles Environnement (IBGE) dans le cadre du programme FEDER
SPRB.41.102.12
2.605 000,00
652.000,00
GOB.41.102.12
Investeringssubsidies aan Leefmilieu Brussel (BIM) in het kader van het EFRO-programma
Subventions d'investissement à Bruxelles-Propreté (ARP) dans le cadre du programme FEDER
SPRB.41.103.12
2.373 000,00
594.000,00
GOB.41.103.12
Investeringssubsidies aan Net Brussel (GAN) in het kader van het EFRO-programma
Subventions de fonctionnement à Homegrade.brussels
SPRB.41.145.10
5.722 000,00
2.385 000,00
GOB.41.145.10
Werkingssubsidies aan Homegrade.brussels
Subventions de fonctionnement à la Vrije Universiteit Brussel (VUB, la Communauté flamande) dans le cadre de projets européens.
SPRB.42.041.08
3.000,00
1.000,00
GOB.42.041.08
Werkingssubsidies aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB, Vlaamse Gemeenschap) in het kader van Europese projecten
Subvention de fonctionnement à l'ASBL Community Land Trust - Bruxelles (CLTB)
SPRB.43.042.08
516.000,00
129.000,00
GOB.43.042.08
Werkingssubsidie aan de vzw Community Land Trust - Brussel (CLTB)
Subventions d'investissement de la fondation d'utilité publique Community Land Trust Brussels (CLTB)
SPRB.43.043.11
800.000,00
200.000,00
GOB.43.043.11
Investeringssubsidies aan de openbare stichting Community Land Trust Brussels (CLTB)
Subventions de fonctionnement à citydev.brussels (SDRB) pour la gestion du guichet 'occupation temporaire' et pour l'accompagnementpour les projets locaux d'équipements - missions déléguées pour la Rénovation urbaine
SPRB.43.072.02
313.000,00
79.000,00
GOB.43.072.02
Werkingssubsidies aan citydev.brussels (GOMB) voor het beheer van het loket 'tijdelijke gebruiksbestemmingen' en ondersteuning voorlokale voorzieningsprojecten - gedelegeerde opdrachten voor het Stadsvernieuwing
Subvention de fonctionnement à l'ASBL Zinneke Parade
SPRB.43.072.08
360.000,00
90.000,00
GOB.43.072.08
Werkingssubsidie aan de vzw Zinneke Parade
Subventions de fonctionnement au Fonds du logement de la Région de Bruxelles-Capitale dans le cadre de l'octroi des prêts nonhypothécaires pour les travaux aux logements (ECORENO)
SPRB.43.109.09
657.000,00
165.000,00
GOB.43.109.09
Werkingssubsidies aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de toekenning van de niet-hypothecaireleningen voor werken aan woningen (ECORENO)
Transferts en capital au Fonds du logement de la Région de Bruxelles-Capitale dans le cadre de l'octroi des prêts non hypothécairespour les travaux aux logements (ECORENO)
SPRB.43.109.12
789.000,00
198.000,00
GOB.43.109.12
Kapitaaloverdrachten aan het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in het kader van de toekenning van de niet-hypothecaire leningen voor werken aan woningen (ECORENO)
Subventions de fonctionnement à finance&invest.brussels (SRIB) liées au Fonds de transition économique - mission déléguée
SPRB.44.041.02
235.000,00
59.000,00
GOB.44.041.02
Werkingssubsidies aan finance&invest.brussels (GIMB) verbonden aan het Economisch Transitiefonds - gedelegeerde opdracht
Subventions de fonctionnement réglementées à citydev.brussels (SDRB) pour la gestion du guichet « occupation temporaire » - mission déléguée incluse dans le contrat de gestion
142.000,00
36.000,00
Gereguleerde werkingssubsidies aan citydev.brussels (GOMB) voor het beheer van het loket "tijdelijke bewoning" - gedelegeerde opdracht opgenomen in het beheerscontract
Subventions de fonctionnement à finance&invest.brussels (SRIB) ou ses filiales non-consolidées
SPRB.44.041.08
3.000,00
1.000,00
GOB.44.041.08
Werkingssubsidies aan finance&invest.brussels (GIMB) of haar niet-geconsolideerde filialen
Subvention de fonctionnement à l'ASBL Coopcity
690.000,00
173.000,00
Werkingsusbidies aan de vzw Coopcity
Subvention de fonctionnement à Brufotec dans le cadre du soutien aux entreprises actives dans le secteur alimentaire
SPRB.44.042.08
306.000,00
77.000,00
GOB.44.042.08
Werkingssubsidie aan Brufotec in het kader van de ondersteuning van de bedrijven actief in de voedingssector
Subventions de fonctionnement facultatives aux chambres de commerce belges à l'étranger pour la réalisation de projets de promotion du commerce extérieur (pays membres de l'UE)
SPRB.44.045.08
15.000,00
4.000,00
GOB.44.045.08
Facultatieve werkingssubsidies aan de Belgische kamers van koophandel in het buitenland voor het realiseren van projecten terbevordering van de buitenlandse handel (lidstaten van de EU)
Dotations de fonctionnement réglementées à l'Agence fédérale pour le Commerce extérieur
136.000,00
34.000,00
Gereglementeerde werkingsdotaties aan het federaal Agentschap voor Buitenlandse Handel
Subvention de fonctionnement à citydev.brussels pour la coordination du réseau des fablabs bruxellois - mission déléguée non incluse dans le contrat de gestion
SPRB.44.046.02
190.000,00
48.000,00
GOB.44.046.02
Werkingsubsidie aan citydev.brussels voor de coordinatie van het netwerk van de Brusselse FabLabs - gedelegeerde opdrachtniet opgenomen in het beheerscontract
Subvention de fonctionnement au CVDC (Consortium de Validation de Compétences) dans le cadre de dispositifs spécifiques
SPRB.44.047.08
150.000,00
38.000,00
GOB.44.047.08
Werkingssubsidie aan het CVDC (Consortium de Validation des Compétences) in het kader van specifieke regelingen
Subvention de fonctionnement à la première coopérative de repreneuriat de Belgique dans le cadre du Plan pour la Reprise et la Résilience (PRR - I - 4.07)
800.000,00
200.000,00
Werkingssubsidies aan de eerste coöperatieve voor "ondernemerschap" van België in het kader van het Plan voor Herstel en Veerkracht (PHV - I - 4.07)
Subventions de fonctionnement facultatives à l'ASBL 'Communauté portuaire bruxelloise' (CPB) ainsi qu'aux associations privées contribuant à la promotion de l'utilisation de la voie d'eau
SPRB.44.113.08
33.000,00
9.000,00
GOB.44.113.08
Facultatieve werkingssubsidies aan de vzw 'Brusselse Havengemeenschap' (BHG) evenals aan privéverenigingen die bijdragen tot hetbevorderen van het gebruik maken van de waterweg
Subventions de fonctionnement facultatives à logisticity.brussels
430.000,00
108.000,00
Facultatieve werkingssubsidies aan logisticity.brussels
Subventions de fonctionnement à BRUSOC pour le démarrage du prêt proxi dans le cadre de la crise sanitaire COVID-19
SPRB.44.115.09
90.000,00
23.000,00
GOB.44.115.09
Werkingssubsidies aan BRUSOC voor de opstart van de proxi-lening in het kader van de gezondheidscrisis COVID-19
Subventions de fonctionnement à hub.brussels (ABE) dans le cadre du programme FEDER
SPRB.44.122.09
495.000,00
124.000,00
GOB.44.122.09
Werkingssubsidies aan hub.brussels (BAO) in het kader van het EFRO-programma
Dotations de fonctionnement facultatives à MAD Brussels en vue de la promotion de l'image de la Région de Bruxelles-Capitale (compétence Ministre-Président)
SPRB.44.143.10
170.000,00
43.000,00
GOB.44.143.10
Facultatieve werkingsdotaties aan MAD Brussels ter promotie van het imago van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (bevoegdheid minister-president)
Transferts de revenus complémentaires à la Commission communautaire flamande à titre de droit de tirage
SPRB.45.002.08
18.841 000,00
4.711 000,00
GOB.45.002.08
Bijkomende inkomensoverdrachten aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie bij wijze van trekkingsrecht
Transferts de revenus complémentaires à la Commission communautaire française à titre de droit de tirage
SPRB.45.003.08
76.485 000,00
31.869 000,00
GOB.45.003.08
Bijkomende inkomensoverdrachten aan de Franse Gemeenschapscommissie bij wijze van trekkingsrecht
Ville de Bruxelles - rente prévue à l'article 9 des statuts
PORT.44.501.08
9.000,00
3.000,00
HAVEN.44.501.08
Stad Brussel - rente voorzien in artikel 9 der statuten
Don au « Fonds de la Recherche Scientifique - FNRS » en faveur de la recherche sur la leucémie et le cancer (action « Télévie » - RTL)
IRSIB.44.202.08
14.000,00
4.000,00
IWOIB.44.202.08
Gift aan "Fonds de la Recherche Scientifique - FNRS" ten voordele van onderzoek naar leukemie en kanker (actie "Télévie" - RTL)
Don à l'ASBL « Vlaamse Liga Tegen Kanker » en faveur de la recherche sur le cancer (action « Kom op tegen Kanker »)
14.000,00
4.000,00
Gift aan de vzw "Vlaamse Liga Tegen Kanker" ten voordele van kankeronderzoek (actie "Kom op tegen Kanker")
Subventions de fonctionnement à l'association « Centre BEL »
40.000,00
10.000,00
Werkingssubsidies aan de vereninging "Centrum BEL"
Subventions de fonctionnement à Bruxelles Mobilité afin de soutenir la recherche scientifique, l'innovation et la promotion aux sciences
IRSIB.44.202.09
72.000,00
18.000,00
IWOIB.44.202.09
Werkingssubsidies aan Brussel Mobiliteit om het wetenschappelijk onderzoek, de innovatie en de bevordering van de wetenschap te ondersteunen
Subventions de fonctionnement à Urban.brussels afin de soutenir la recherche scientifique, l'innovation et la promotion aux sciences
163.000,00
41.000,00
Werkingssubsidies aan Urban.brussels om het wetenschappelijk onderzoek, de innovatie en de bevordering van de wetenschap te ondersteunen
Subventions de fonctionnement au CIRB afin de soutenir la recherche scientifique, l'innovation et la promotion aux sciences
IRSIB.44.203.09
100.000,00
25.000,00
IWOIB.44.203.09
Werkingssubsidies aan het CIBG om het wetenschappelijk onderzoek, de innovatie en de bevordering van de wetenschap te ondersteunen
Subventions de fonctionnement à Bruxelles Environnement (IBGE) afin de soutenir la recherche scientifique, l'innovation et la promotion aux sciences
IRSIB.44.205.09
212.000,00
53.000,00
IWOIB.44.205.09
Werkingssubsidies aan Leefmilieu Brussel (BIM) om het wetenschappelijk onderzoek, de innovatie en de bevordering van de wetenschap te ondersteunen
Subventions de fonctionnement à la STIB afin de soutenir la recherche scientifique, l'innovation et la promotion aux sciences
IRSIB.44.206.09
93.000,00
24.000,00
IWOIB.44.206.09
Werkingssubsidies aan de MIVB om het wetenschappelijk onderzoek, de innovatie en de bevordering van de wetenschap te ondersteunen
Art. 21.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, voor de diensten van de Regering en de ABI's 1, en het bestuursorgaan, voor de ABI's 2, zijn gemachtigd om facultatieve subsidies toe te kennen ten laste van de volgende begrotingsposten: ACTIRIS.44.255.08 BGHM.43.252.11 BGHM.43.253.11 BGHM.43.254.08 BIM.41.201.08 BIM.41.201.11 BIM.41.202.08 BIM.41.202.09 BIM.41.202.11 BIM.41.203.08 BIM.41.203.11 BIM.41.204.08 BIM.41.204.11 BPB.39.202.08 BPB.39.203.08 BPB.39.204.08 BPV.40.301.08 BPV.40.302.08 BPV.40.302.10 BPV.40.302.11 BPV.40.302.13 BPV.40.303.08 BPV.40.304.10 BPV.40.304.13 CIBG.37.203.08 CIBG.37.203.10 CIBG.37.203.11 CITYDEV.43.601.08 DBDMH.40.202.08 GAN.41.251.08 GAN.41.253.08 GOB.35.071.08 GOB.36.041.08 GOB.37.042.08 GOB.39.001.08 GOB.39.041.08 GOB.39.041.11 GOB.39.042.08 GOB.39.071.08 GOB.39.071.10 GOB.39.071.11 GOB.39.072.08 GOB.39.073.08 GOB.39.073.11 GOB.39.074.08 GOB.39.150.10 GOB.40.041.08 GOB.40.041.11 GOB.40.042.08 GOB.41.025.08 GOB.41.025.11 GOB.41.041.08 GOB.42.036.08 GOB.42.036.11 GOB.42.041.08 GOB.42.041.11 GOB.42.043.08 GOB.42.043.11 GOB.42.044.11 GOB.42.045.08 GOB.43.002.08 GOB.43.026.08 GOB.43.041.08 GOB.43.041.11 GOB.43.042.11 GOB.43.043.08 GOB.43.043.11 GOB.43.071.08 GOB.43.071.11 GOB.43.072.08 GOB.43.072.11 GOB.44.041.08 GOB.44.041.11 GOB.44.042.08 GOB.44.042.11 GOB.44.045.08 GOB.44.046.08 GOB.44.046.11 GOB.44.047.08 GOB.44.047.10 GOB.44.113.08 GOB.44.113.11 GOB.44.143.10 GOB.45.041.08 GOB.45.041.11 GPA.42.301.08 GPA.42.302.08 HAVEN.44.501.08 IWOIB.44.202.08 IWOIB.44.202.10 VISIT.39.302.08
Art. 22.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, voor de diensten van de Regering en de ABI's 1, en het bestuursorgaan, voor de ABI's 2, zijn gemachtigd om dotaties toe te kennen ten laste van de volgende begrotingsposten: ACTIRIS.44.253.02 ACTIRIS.44.253.09 BIM.41.147.09 BIM.41.202.12 BIM.42.112.09 GAN.41.254.09 GOB.35.071.09 GOB.35.071.10 GOB.37.101.09 GOB.37.101.12 GOB.39.041.09 GOB.39.073.09 GOB.39.073.12 GOB.39.074.10 GOB.39.108.09 GOB.39.108.12 GOB.39.114.09 GOB.39.121.09 GOB.39.121.12 GOB.39.144.10 GOB.40.104.09 GOB.40.104.12 GOB.40.105.09 GOB.40.105.12 GOB.40.107.09 GOB.40.107.12 GOB.40.135.10 GOB.40.135.13 GOB.40.148.10 GOB.40.148.13 GOB.40.149.10 GOB.41.020.09 GOB.41.032.09 GOB.41.032.12 GOB.41.102.09 GOB.41.102.12 GOB.41.103.09 GOB.41.301.09 GOB.41.302.09 GOB.42.112.09 GOB.42.112.12 GOB.42.120.09 GOB.42.120.12 GOB.43.071.02 GOB.43.071.12 GOB.43.109.09 GOB.43.109.10 GOB.43.109.12 GOB.43.110.09 GOB.43.110.12 GOB.44.046.02 GOB.44.106.09 GOB.44.111.09 GOB.44.111.12 GOB.44.113.09 GOB.44.113.12 GOB.44.115.09 GOB.44.115.12 GOB.44.116.09 GOB.44.116.12 GOB.44.122.09 GOB.44.122.12 GOB.44.143.10 IWOIB.44.201.09 IWOIB.44.202.09 IWOIB.44.204.09 IWOIB.44.207.09 IWOIB.44.209.09
Art. 23.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 1ste categorie, of het bestuursorgaan, in het geval van de autonome bestuursinstellingen van 2de categorie, zijn eveneens gemachtigd tot het toekennen van facultatieve subsidies, ten laste van nieuwe begrotingposten die in de loop van het begrotingsjaar 2025 gecreëerd worden door ministeriële beslissing, regeringsbeslissing of door beslissing van het bestuursorgaan tot kredietherverdeling of -overschrijding en die als voorwerp facultatieve subsidies hebben in het kader van dezelfde objectieven als deze verbonden met de reeds in de begroting voorlopige kredieten 2025 bestaande begrotingposten van waaruit de kredieten worden overgedragen. Afdeling 4. - Bepalingen met betrekking tot boekhoudkundige
verrichtingen
Art. 24.De diensten van de Regering en de autonome bestuursinstellingen zijn gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2024, de uitstaande vastleggingen op de oude niet meer te gebruiken en/of verkeerde basisallocaties over te dragen naar de voortaan aan te wenden basisallocaties in 2025.
De diensten van de Regering en de autonome bestuursinstellingen zijn gemachtigd om tijdens het jaar 2025 de uitstaande vastlegging(en) op de oude niet meer te gebruiken en/of verkeerde basisallocaties over te dragen naar de voortaan aan te wenden basisallocaties op voorwaarde dat er tijdens het lopende jaar nog geen vereffening op werd uitgevoerd.
De lijsten van de over te dragen visumnummers worden bezorgd aan de betrokken diensten van Brussel Financiën en Begroting voor wat de diensten van de Regering en de instellingen betreft die opgenomen zijn in het SAP-Platform en aan de betrokken diensten van de instellingen zelf voor wat de instellingen betreft die niet opgenomen zijn in het SAP-Platform.
Art. 25.In afwijking van artikel 83 van de Codex, mogen de noodzakelijke vereffeningen, die verbonden zijn aan de juridische verbintenissen die nodig zijn om de continuïteit van de werking van de gewestelijke entiteit te verzekeren, uitgevoerd worden vanaf 1 december 2024 ten laste van de vereffeningskredieten van de begroting 2025, beperkt tot een kwart van de vereffeningskredieten ingeschreven in de laatst goedgekeurde uitgavenbegroting van 2024, onverminderd andere wettelijke, reglementaire of contractuele verplichtingen.
De Inspectie van Financiën, op het niveau van de diensten van de Regering en de ABI's 1, en de regeringscommissarissen of de gemachtigden van de Minister van Begroting, op het niveau van de ABI's 2, beoordelen voorafgaandelijk de noodzaak van de uitgaven om de continuïteit van de werking van de diensten van de Regering, de ABI's 1 en de ABI's 2 te verzekeren.
Art. 26.Overeenkomstig artikel 8 van de wet van 16 mei 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 16/05/2003 pub. 25/06/2003 numac 2003003343 bron federale overheidsdienst budget en beheerscontrole en federale overheidsdienst financien Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof type wet prom. 16/05/2003 pub. 30/07/2015 numac 2015000394 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, is de bevoegde ordonnateur gemachtigd de elementen die voortvloeien uit de boekingen in de algemene boekhouding die worden gegenereerd door de gegeven bevelen tot annulering van vastgestelde rechten, ongeacht of deze al dan niet aanleiding geven tot een financiële terugbetalingsstroom, budgettair aan te rekenen als uitgaven.
De Minister van Financiën is gemachtigd een rekenplichtige voor de terugbetalingen aan te stellen. Deze rekenplichtige van de terugbetalingen is belast met de uitvoering van de betalingen met betrekking tot de annuleringen van vastgestelde rechten op fiscaal gebied; ongeacht of deze annuleringen al dan niet betrekking hebben op het lopende begrotingsjaar en ongeacht of deze vastgestelde rechten al dan niet betrekking hebben op derdengelden.
Art. 27.In afwijking van artikel 152 van de Codex, worden de basisallocaties die opgenomen zijn in de delegatie- of subdelegatiebesluiten die uiterlijk op 31 december 2024 in voege zijn getreden automatisch omgezet volgens de aan deze ordonnantie toegevoegde concordantietabel, gelet op de nieuwe begrotingsstructuur die vanaf 1 januari 2025 van kracht wordt.
Deze besluiten blijven van kracht totdat er nieuwe delegatie- of subdelegatiebesluiten van kracht worden die rekening houden met de nieuwe begrotingsstructuur.
HOOFDSTUK 4. - Bepalingen voor de diensten van de Regering in verband met de begrotingsfondsen Afdeling 1. - Algemene bepalingen in verband met de begrotingsfondsen
Art. 28.De variabele kredieten van de organieke begrotingsfondsen worden toegewezen aan de programma's van hun respectieve opdrachten binnen de grenzen van de in de begroting voorlopige kredieten 2025 ingeschreven kredieten op de met de begrotingsfondsen verbonden begrotingsposten. Afdeling 2. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds « Fonds
voor stedenbouw en grondbeheer » - BFB 05
Art. 29.In afwijking van punt 5° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, worden eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 05: 1° de ontvangsten uit de verkoop van boeken en uit de terugbetalingen van ten onrechte ontvangen subsidies in verband met stedenbouw en planning;2° de ontvangsten uit terugbetalingen van kosten en de verkoopopbrengsten die resulteren uit ambtshalve uitvoeringsmaatregelen, genomen in uitvoering van artikel 305 van het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening (BWRO);3° de terugbetalingen door de gemeenten en OCMW's van ten onrechte ontvangen subsidies voor stadsvernieuwing;4° het bedrag van de administratieve dadingen en elk ander bedrag dat het Gewest int naar aanleiding van beslissingen van hoven en rechtbanken ten laste van overtreders van het BWRO, evenals het bedrag van administratieve boetes opgelegd aan overtreders wegens de misdrijven opgesomd in artikel 300 van het BWRO, op grond van een beslissing genomen vóór 1 januari 2016. In afwijking van punt 5° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het begrotingsfonds BFB 05 eveneens toegewezen aan de investeringspremies aan particulieren ter aanmoediging van de renovatie van privéwoningen en de woningsanering. Afdeling 3. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds "Fonds
voor investeringen en aflossing van de schuldenlast in de sector van de sociale woningbouw" - BFB 06
Art. 30.In het eerste lid van het punt 6° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt het vierde streepje als volgt vervangen: "- Alle andere inkomsten inzake sociale huisvesting, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten." In afwijking van punt 6° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het begrotingsfonds BFB 06 eveneens toegewezen aan de huurtoelagen, alsmede aan de kosten verbonden met de installatie in een nieuwe woning. Afdeling . - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds "Fonds voor
de bescherming van het milieu" - BFB 09
Art. 31.In afwijking van punt 9° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt de forfaitaire bijdrage van "Fost Plus" tot de financiering van het beleid van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de preventie en het beheer van verpakkingsafval, eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 09.
In afwijking van punt 9° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de onderstaande middelen van het begrotingsfonds BFB 09, eveneens toegewezen aan de uitgaven gedaan door het Gewestelijke Agentschap voor Netheid (GAN) in het kader van het verplicht sorteren (werkingssubsidie aan het GAN): 1° voor wat een gedeelte betreft van de ontvangsten afkomstig van de forfaitaire bijdrage van « Fost Plus »;2° voor wat de opbrengst van de administratieve boetes betreft. Afdeling 5. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds "Fonds
voor het beheer van de gewestschuld" - BFB 12
Art. 32.In het kader van de financiering van aankoopverrichtingen met betrekking tot obligatie-uitgiftes (op korte en lange termijn) uitgegeven door gewestelijke entiteiten via het obligatieprogramma van het Gewest, wordt er een specifieke afdeling opgericht binnen het begrotingsfonds BFB 12.
Deze afdeling heeft als doel de stromen van de externe financieringsverrichtingen in overeenstemming te brengen met de aankoopverrichtingen met betrekking tot de uitgiftes van de entiteiten die ze spiegelen.
Het eventuele saldo van de afdeling zal uitsluitend dienen voor het dekken van de operationele tekorten binnen de afdeling.
Art. 33.In afwijking van punt 12° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van de "fees" die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevraagd worden aan de instanties die financiële operaties wensen aan te gaan waarvoor ze de gewestwaarborg vragen, eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 12.
De waarborgfees worden binnen het Fonds voor het beheer van de gewestschuld opgenomen in een afzonderlijk compartiment.
In afwijking van het artikel 7, § 1, van de Codex en van artikel 2, 12°, van hoofdstuk II van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen van het "Fonds voor het beheer van de gewestschuld - BFB 12" eveneens toegewezen aan de uitgaven in verband met de vervroegde terugbetaling van leningen en afgeleide producten, overeenkomstig de bepalingen van de leningsovereenkomsten en de overeenkomsten voor de afgeleide producten (programma 023 van opdracht 36). Afdeling 6. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds
"Gewestelijk begrotingsfonds voor solidariteit"- BFB 14
Art. 34.In afwijking van het artikel 7, § 1, eerste lid van de Codex is het begrotingsfonds BFB 14 niet gecreëerd door één enkele materiële ordonnantie, maar wordt deze gelijkgesteld aan een organiek begrotingsfonds volgens de andere bepalingen van artikel 7 van de Codex.
Art. 35.De ontvangsten in verband met oplossingen voor de tijdelijke herhuisvesting van huurders aan wier woning een huurverbod werd opgelegd worden toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 14 op de begrotingspost 43.026.53.
In afwijking van artikel 11 van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, worden de middelen van het begrotingsfonds BFB 14 toegewezen aan de overdracht van inkomsten aan de particulieren onder de vorm van een herhuisvestingstoelage, een toelage voor verhuis- of installatiekosten, met inbegrip van de kosten voor de huurwaarborg alsook voor de uitgaven in verband met oplossingen voor de tijdelijke herhuisvesting van huurders aan wier woning een huurverbod werd opgelegd.
De middelen van het begrotingsfonds BFB14 worden tevens toegewezen voor de uitgaven in verband met inkomensoverdrachten aan verhuurders ter dekking van achterstallige huurgelden tijdens het wintermoratorium (actie 28 van het Noodplan voor huisvesting). Afdeling 7. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds "Fonds van
het onroerend erfgoed" - BFB 15
Art. 36.In afwijking van punt 13° van artikel 2, van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de middelen afkomstig van subsidies die door Europese of internationale instellingen gestort worden aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in zijn hoedanigheid van projectleider of partner eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 15. Afdeling 8. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds "Fonds
openbaar beheersrecht" - BFB 16
Art. 37.In afwijking van artikel 22, § 2, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, om rekening te houden met de overgangsperiode, wordt negentig procent van de totale opbrengst van boetes opgelegd vóór 1 januari 2023 gestort in het begrotingsfonds BFB 16 (begrotingspost 43.028.56). Tien procent van de totale opbrengst van die boetes wordt toegewezen aan de algemene middelen (begrotingspost 43.005.56) van de middelenbegroting.
Voor de boetes opgelegd na 1 januari 2023 is artikel 22, § 2, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode van toepassing.
In afwijking van artikel 22, § 2, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode, om rekening te houden met de overgangsperiode, wordt in 2025 vijfentachtig procent van de negentig procent van de totale opbrengst van de geldboeten opgelegd vóór 1 januari 2023, die in 2024 gestort werd in het begrotingsfonds BFB 16 doorgestort aan de gemeente op wier grondgebied het leegstaand goed zich bevindt, voor zover ze uitdrukkelijk de onbewoonde woningen geweerd heeft uit het toepassingsgebied van haar belastingreglement betreffende de verlaten, onbewoonde of onafgewerkte woningen. De gemeente wendt de opbrengst aan voor de werkingskosten in het kader van de ontwikkeling van haar huisvestingsbeleid.
Van voormelde negentig procent blijft vijf procent in het voormelde begrotingsfonds, om aangewend te worden, in voorkomend geval, voor de voorziene uitgaven van het begrotingsfonds.
Voor de boetes opgelegd na 1 januari 2023 is artikel 22, § 2, van de ordonnantie van 17 juli 2003 houdende de Brusselse Huisvestingscode van toepassing.
Art. 38.In het eerste lid van het punt 14° van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende de oprichting van begrotingsfondsen, wordt het derde streepje als volgt vervangen: "- Alle andere inkomsten inzake openbaar beheersrecht, met inbegrip van terugbetalingen en toevallige ontvangsten;". Afdeling 9. - Bepalingen in verband met het begrotingsfonds "Fonds
voor de preventie, sortering, hergebruik, recycling en nuttige toepassing van afvalstoffen" - BFB 20
Art. 39.In afwijking van het punt 17 van artikel 2 van de ordonnantie van 12 december 1991 houdende oprichting van begrotingsfondsen, worden de opbrengsten bedoeld in de artikelen 8, 13, 14 en 27 van het "Samenwerkingsakkoord betreffende het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor bepaalde afvalstromen en voor zwerfvuil" en de opbrengsten bedoeld in artikel 13, § 1, 14°, van het "Samenwerkingsakkoord betreffende de preventie en het beheer van verpakkingsafval" eveneens toegewezen aan het begrotingsfonds BFB 20.
HOOFDSTUK 5. - Bijzondere bepalingen in verband met de diensten van de Regering Afdeling 1. - Bepalingen in verband met het bestuur Brussel Financiën
en Begroting Onderafdeling 1. - Bepalingen in verband met de Boekhouding, de Entiteit van de Gewestelijke Boekhouder en met de Boekhouder van de diensten van de Regering
Art. 40.Gelet op het ontbreken van een definitie van de datum van de overheidsopdracht in bijlage 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 oktober 2018 houdende uitvoering van artikel 7 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, zal de tabel met de inventaris van de overheidsopdrachten, gevoegd bij de algemene rekening van de diensten van de Regering, geen datum van de overheidsopdracht bevatten.
In de tabel in bijlage 3 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 4 oktober 2018 houdende uitvoering van artikel 7 van de gezamenlijke ordonnantie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van 14 december 2017 betreffende de transparantie van de bezoldigingen en voordelen van de Brusselse openbare mandatarissen, wordt voor overheidsopdrachten van minder dan 30.000 euro exclusief btw de totale waarde van die overheidsopdrachten weergegeven in de bijlage bij de algemene rekening van de diensten van de Regering. De totale waarde van deze overheidsopdrachten moet worden uitgesplitst naargelang het gaat om overheidsopdrachten voor werken, leveringen of diensten.
Art. 41.§ 1. De Regering stelt een gewestelijke boekhouder en een plaatsvervangende gewestelijke boekhouder aan. De gewestelijke boekhouder en zijn plaatsvervanger maken deel uit van het bestuur Brussel Financiën en Begroting van de GOB. § 2. Bij afwezigheid van minder dan 60 kalenderdagen van de gewestelijke boekhouder, wordt zijn functie onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefend door zijn enige plaatsvervanger, tot op het ogenblik dat de gewestelijke boekhouder zijn beheer weer opneemt. De gewestelijke boekhouder stelt de instructies op voor de uitoefening van zijn vervanging.
Bij afwezigheid van meer dan 60 kalenderdagen van de gewestelijke boekhouder, neemt zijn enige plaatsvervanger de functie van gewestelijke boekhouder tijdelijk over tot er een nieuwe gewestelijke boekhouder is aangesteld of tot de terugkeer van de afwezige gewestelijke boekhouder.
Bij gelijktijdige afwezigheid van meer dan 60 kalenderdagen van de gewestelijke boekhouder en zijn plaatsvervanger, stelt de Regering, overeenkomstig de in paragraaf 1 bepaalde modaliteiten, tijdelijk een gewestelijke boekhouder aan tot er een nieuwe gewestelijke boekhouder is aangesteld of tot de terugkeer van de afwezige gewestelijke boekhouder of van zijn afwezige plaatsvervanger. § 3. In de loop van het boekjaar ondersteunt de plaatsvervangende gewestelijke boekhouder de gewestelijke boekhouder bij zijn opdrachten en taken. De gewestelijke boekhouder geeft hiertoe de nodige instructies.
Art. 42.De rapporteringen opgesteld in 2025 in het kader van de jaarafsluiting 2024 (of hieraan voorafgaande jaren), met name de algemene rekening 2024, de geconsolideerde jaarrekening 2024, de rekeningen van de rekenplichtigen, van de beheerders van voorschotten en economische en commerciële raadgevers 2024 alsook de definitieve regelingen van de begroting 2024 (of hieraan voorafgaande jaren) van de gewestelijke entiteit, de diensten van de Regering en de ABI's categorie 1 en categorie 2 betreffen rapporteringen met betrekking tot verrichtingen uitgevoerd tot en met 31 december 2024 en vallen hierdoor onder het wettelijk kader gespecifieerd in de ordonnantie van 23 februari 2006, zoals gewijzigd, en haar uitvoeringsbesluiten, zoals gewijzigd. De controle op deze verrichtingen en rapporteringen 2024 wordt tevens op basis van voorvermeld wettelijk kader georganiseerd.
Onderafdeling 2. - Bepalingen in verband met de Thesaurie en de rekenplichtigen
Art. 43.In uitvoering van artikel 123, § 1, van de Codex en zijn memorie van toelichting, zal het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering in 2025 enkel contact opnemen met de ABI's 1 die zijn opgenomen in de gewestbegroting en in de geconsolideerde rekening van de gewestelijke entiteit om te bepalen of, op basis van een vooraf door het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering vastgelegde methodologie, deze laatsten over een toezichtsorgaan beschikken dat kwalitatief gelijkwaardig is aan het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering. Zo niet, dan wordt het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering hun toezichtsorgaan op basis van een dienstverleningsovereenkomst die door de twee betrokken instanties wordt ondertekend. De dienstverleningsovereenkomsten die momenteel van kracht zijn tussen de ABI's 1 en 2 en het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering blijven van toepassing, tenzij de betrokken ABI's niet langer voldoen aan de toepassingsvoorwaarden van het voormelde artikel.
Art. 44.De besluiten, opgesteld door het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering op basis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van nieuwe besluiten die geleidelijk in 2025 zullen worden opgesteld om er de nieuwe begrotingsstructuur in op te nemen. Tot deze nieuwe besluiten in werking treden, zal het toezichtsorgaan van de diensten van de Regering aan de betrokken rekenplichtigen en gesubdelegeerde ordonnateurs een concordantietabel bezorgen met de oude basisallocaties voor uitgaven en ontvangsten en de nieuwe basisallocaties die ze vervangen in 2025.
Art. 45.De toezichtsorganen van de diensten van de Regering en de autonome bestuursinstellingen moeten de arresten van het Rekenhof over de beheersrekeningen overmaken aan de rekenplichtigen die onder hun toezichtsbevoegdheid vallen.
Daartoe kan het toezichtsorgaan van Brussel Financiën en Begroting van de GOB toegang vragen tot het rijksregister om de volgende gegevens te raadplegen "naam/voornaam/wettelijke woonplaats" van de rekenplichtigen die definitief de entiteit hebben verlaten waarop het toezichtsorgaan van BFB toezicht houdt, namelijk de diensten van de Regering, met inbegrip van de ministeriële kabinetten, alsook de ABI's die met haar een dienstenovereenkomst hebben gesloten.
De geraadpleegde gegevens worden niet opgeslagen en de raadpleging wordt strikt beperkt tot het personeel dat deel uitmaakt van het toezichtsorgaan van Brussel Financiën en Begroting van de GOB dat verantwoordelijk is voor de verzending van de arresten van het Rekenhof.
Onderafdeling 3. - Bepalingen in verband met de economische codes
Art. 46.In afwijking van de ESR-classificatie, is het toegestaan om de huidige niet-verdeelde economische codes 11.00 binnen de opdrachten 34 en 40 te behouden. Afdeling 2. - Bepalingen in verband met het bestuur Brussel
Huisvesting
Art. 47.§ 1. De Regering is gemachtigd om het budget ingeschreven op de begrotingspost 43.110.15 toe te wijzen aan één of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn voor de BGHM om de eigen financiering te verzekeren van de statutaire opdrachten van deze laatste. § 2. De Regering is gemachtigd om het budget ingeschreven op de begrotingspost 43.109.15 toe te wijzen aan één of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn voor het WFBHG, om de eigen financiering te verzekeren van de statutaire opdrachten van deze laatste. § 3. Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse). Afdeling 3. - Bepalingen in verband met het bestuur Brussel
Plaatselijke Besturen
Art. 48.De Regering is gemachtigd een of meerdere financiering(en) op korte en lange termijn toe te kennen aan het BGHGT, binnen de grenzen van de gewaarborgde volumes in toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, en zoals jaarlijks gestemd.
Deze financieringen zullen plaatsvinden tegen de financieringsvoorwaarden van het BHG, verhoogd met een kredietkost verbonden aan het risicoprofiel van de begunstigde entiteit (opgesteld door het Front Office van het Agentschap van de Schuld op basis van een voorafgaande risicoanalyse).
Art. 49.Overeenkomstig de met de gemeenten afgesloten overeenkomsten, is de Minister van Financiën en Begroting gemachtigd om vanaf 1 januari 2025 voorschotten toe te kennen aan de gemeenten maximaal ten belope van 784.149.000 euro (gemeentelijke opcentiemen onroerende voorheffing).
Deze voorschotten worden op een op naam van de betrokken gemeente binnen de globale staat van het Gewest geopende transitorekening gestort.
De betalingen vanuit deze op naam van de gemeenten geopende transitorekeningen binnen de globale staat naar de eigen rekening van de gemeente worden uitgevoerd volgens de modaliteiten beschreven in de overeenkomsten gesloten met de gemeenten en met de kassier. Afdeling 4. - Bijzondere bepalingen in verband met het bestuur Brussel
Synergie
Art. 50.Artikel 10 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 14 juli 2016 tot invoering van een methode om de genderdimensie te integreren in de begrotingscyclus wordt opgeheven.
Art. 51.In artikel 196, 2de lid, van de Codex, worden de woorden "kan bepalen" vervangen door het woord "bepaalt".
Art. 52.In artikel 212 van de Codex wordt een paragraaf 3 ingevoegd, luidende: " § 3. De Regering legt de inwerkingtreding van artikel 196 van deze ordonnantie vast.". Afdeling 5. - Bijzondere bepalingen in verband met de GOB Fiscaliteit
Art. 53.De bevoegde ordonnateur wordt gemachtigd om op de begrotingsposten 36.071.04 en 36.71.17 de annuleringen van vastgestelde rechten en, in voorkomend geval, de terugbetalingen, voor rekening van derden, uit te voeren voor zover de in de begroting opgenomen begrotingskredieten het mogelijk maken het deel dat ten laste komt van de gewestbegroting aan te rekenen.
Daartoe moet op instructie van de bevoegde ordonnateur in de begrotingsboekhouding een technisch krediet worden opgenomen, mits dit technische krediet door middel van een diverse verrichting in de begrotingsrekening van het betrokken begrotingsjaar wordt verrekend. Afdeling 6 - . Bijzondere bepalingen in verband met de GOB Stedenbouw
en Erfgoed - urban.brussels
Art. 54.In afwijking van paragraaf 1 van artikel 46 van de ordonnantie van 6 oktober 2016 houdende organisatie van de stedelijke herwaardering (SHO) wordt het volledige opdrachtgeverschap voor de operatie Sporthal Bergen 409 van het Stadvernieuwingscontract (SVC) 3 overgedragen van het Gewest naar de DBDMH (opdrachtgeverschap gedelegeerd aan de nv MSI), dat zich moet houden aan de budgettaire controleverplichtingen vervat in hoofdstuk 1 - afdeling II en hoofdstuk 5 van het SVC-besluit tot uitvoering van de SHO. Afdeling . - Bijzondere bepalingen voor Brussel-Energie
Art. 55.In aanvulling op het artikel "hoe kunt u de Renoclick-premie (belofte en uitbetaling) aanvragen" in de gedetailleerde regels voor de Renoclick-premies 2023 en in overeenstemming met het uitvoeringsprogramma van de Renolution-premies 2023 goedgekeurd door de regering op 8 december 2022, zullen de voorschotten worden toegestaan.
HOOFDSTUK 6. - Bijzondere bepalingen in verband met de autonome bestuursinstellingen (ABI's) Afdeling 1. - Specifieke bepalingen voor de autonome
bestuursinstellingen van categorie 2 betreffende de algemene rekening van de gewestelijke entiteit en de gecoördineerde audit
Art. 56.De ABI's van categorie 2 die, in toepassing van artikel 4, §§ 2 en 3, van de Codex, niet onderworpen zijn aan de bepalingen van de vermelde ordonnantie, worden niet geconsolideerd met de jaarrekening van de diensten van de Regering en worden niet opgenomen binnen de algemene rekening van de gewestelijke entiteit, ongeacht het feit of ze al dan niet worden geconsolideerd op budgettair niveau.
Art. 57.In het kader van de gecoördineerde audit, treden de bepalingen uit de artikelen 154, 159 en 164, § 4, van de Codex in werking op 1 januari 2025 (boekdatum, met het oog op de jaarrekeningen 2025) voor de volgende ABI's van categorie 2: Brusoc, IRISteam, MIVB, Visit Brussels en Woningfonds. Voor de andere met betrekking tot de gecoördineerde audit betrokken ABI's van categorie 2, wordt beslist om de inwerkingtreding van deze bepalingen uit te stellen tot 1 januari 2026 (conform artikel 212 van de Codex) (boekdatum, met het oog op de jaarrekeningen 2026). Afdeling 2. - Bijzondere bepalingen voor het Brussels Gewestelijk
Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (BGHFGT)
Art. 58.In toepassing van artikel 5 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende de oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, wordt de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd de gewestwaarborg te verlenen in 2025 voor: 1° de door voormeld Fonds aangegane leningen voor een bedrag dat de 327.560.000 euro niet mag overschrijden. 2° de door voormeld Fonds aangegane leningen, in het kader van zijn opdracht 40 programma 253 (Ondersteuning van lokale besturen via leningen), voor een bedrag dat de 600.000.000 euro niet mag overschrijden.
Art. 59.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd uitgaven te doen in naam en voor rekening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën.
Art. 60.In afwijking van artikel 129 van de Codex, wordt het Brussels Gewestelijk Herfinancieringfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën gemachtigd fondsen te plaatsen bij de door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten erkende kredietinstellingen. Afdeling 3. - Bijzondere bepalingen voor perspective.brussels -
Brussels Planningsbureau (BPB)
Art. 61.In afwijking van de bepalingen van artikel 14, § 1, 2de lid, van de ordonnantie van 16 mei 2019 in verband met het Schoolcontract, mogen de uitvoeringstermijnen voor investeringsoperaties en operaties ter herkwalificering van de openbare ruimte verlengd worden tot 2026. Afdeling 4. - Bijzondere bepalingen voor de cvba Woningfonds van het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest (WFBHG)
Art. 62.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door het WFBHG in 2025 voor een initieel nominaal kapitaalsbedrag dat de 200.000.000 euro niet overschrijdt.
Deze waarborg omvat het kapitaalbedrag, de intresten en alle andere bijkomende kosten met betrekking tot deze leningen, zoals verder gespecificeerd in de waarborg.
Art. 63.In toepassing van artikel 14 van de Codex, voorziet de uitgavenbegroting van het WFBHG dat, voor de begrotingspost 43.202.15 de kredieten tot beloop waarvan bedragen kunnen worden vereffend niet-limitatief zijn.
Dit neemt de vorm aan van een kredietoverschrijding die niet gecompenseerd wordt door ontvangsten. Afdeling 5. - Bijzondere bepalingen voor de nv Brusselse Gewestelijke
Huisvestingsmaatschappij (BGHM)
Art. 64.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij in 2025 voor een initieel nominaal kapitaalsbedrag dat de 150.000.000 euro niet overschrijdt.
Art. 65.In toepassing van artikel 14 van de Codex, voorziet de uitgavenbegroting van de BGHM dat, voor de volgende begrotingsposten, de kredieten tot beloop waarvan bedragen kunnen worden vereffend niet-limitatief zijn: 1° 43.251.15; 2° 43.251.16; 3° 43.252.02; 4° 43.252.15; 5° 43.252.16; 6° 43.253.15.
Dit neemt de vorm aan van een kredietoverschrijding die niet gecompenseerd wordt door ontvangsten. Afdeling 6. - Bijzondere bepalingen voor het Brussels Agentschap voor
het Ondernemerschap (BAO)
Art. 66.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door het Brussels Agentschap voor het Ondernemerschap (BAO) in 2025 voor een maximum bedrag van 10.000.000 euro. Afdeling 7. - Bepalingen in verband met Brussel Ontmanteling
Art. 67.Het Rekenhof stelt geen certificering op voor de algemene rekening van de nv Brussel Ontmanteling. Afdeling 8. - Bepalingen in verband met Net Brussel
Art. 68.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan een lening, aan te gaan in 2025 door het Gewestelijk Agentschap Netheid voor een maximumbedrag van 27.200.000 euro, teneinde het verschuldigde bedrag te kunnen dekken bij een eventuele veroordeling van het Gewestelijk Agentschap Netheid in het kader van haar geschil met de FOD Financiën, Administratie van de btw.
Art. 69.Het Gewestelijk Agentschap Netheid is gemachtigd om over de inkomsten te beschikken, die het heeft geïnd ingevolge de verkoop van de toegekende groene stroomcertificaten, in toepassing van artikel 28 van de ordonnantie van 19 juli 2001 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
HOOFDSTUK 7. - Bijzondere bepalingen in verband met de financiële actoren
Art. 70.Artikel 28 van het besluit van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren, wordt als volgt vervangen: "Artikel 28 - Binnen de grenzen van de beschikbare liquiditeiten, en overeenkomstig de door de bevoegde ordonnateurs gegeven bevelen, is de centraliserende rekenplichtige van de uitgaven belast met het geven aan de gewestelijke kassier, ten laste van de centrale uitgavenrekening, van: 1° de betalingsbevelen, hetzij rechtstreeks ten gunste van de schuldeisers en andere crediteuren, hetzij ten gunste van de andere rekenplichtigen van de diensten van de Regering;2° de bevelen tot interne overschrijving van gelden die nodig zijn voor het beheer van de globale thesauriestaat bij de gewestelijke kassier;3° de bevelen tot externe overschrijving die voortvloeien uit begrotingsverrichtingen waarvoor bedragen tijdelijk op bij de gewestelijke kassier geopende rekeningen werden geplaatst;4° de betalingsbevelen met betrekking tot aan begrotingsfondsen gekoppelde uitgaven rechtstreeks ten gunste van schuldeisers en andere crediteuren. Hij is ook belast met de termijnverrichtingen en beheert de rekeningen die nodig zijn voor de inschrijving van transacties in verband met de opbrengsten van leningen of van beleggingen van overschotten alsook de rekeningen geopend voor de boeking van de intresten.".
Art. 71.In afwijking van artikel 45, derde lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006 en van artikel 13, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, kan de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, op voordracht van de Minister van Financiën en Begroting, een contractueel personeelslid van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel (GOB) aanstellen in de functie van gewestelijke boekhouder, als bedoeld in diezelfde twee artikelen.
Art. 72.In het kader van de opstelling van de algemene rekeningen van de boekhoudkundige entiteiten van de gewestelijke entiteit en de opstelling van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit, staan de boekhouders van de boekhoudkundige entiteiten van de gewestelijke entiteit onder de richtlijnen van de gewestelijke boekhouder.
De gewestelijke boekhouder geeft aan de boekhouders van de boekhoudkundige entiteiten van de gewestelijke entiteit de nodige instructies en volgt deze op om, samen met de boekhouders, de leidende ambtenaren, de raden van bestuur en de bevoegde ministers en staatssecretarissen van de diensten van de Regering en de autonome bestuursinstellingen, ervoor te zorgen dat de termijnen voor het opstellen en certificeren van de algemene rekeningen worden nageleefd en dat deze rekeningen volledig en juist zijn.
De volgende principes worden in acht genomen: 1° de gewestelijke boekhouder ontvangt van de leidende ambtenaren en boekhouders van de boekhoudkundige entiteiten van de gewestelijke entiteit op eenvoudig verzoek onverwijld alle informatie die nodig is voor de juiste en tijdige opstelling van de geconsolideerde algemene rekening;2° de leidende ambtenaren en de boekhouders van de boekhoudkundige entiteiten van de gewestelijke entiteit geven hoge prioriteit aan de opstelling van hun algemene rekeningen bij de afsluiting van het boekjaar;3° de boekhouders van de boekhoudkundige entiteiten van de gewestelijke entiteit verlenen de gewestelijke boekhouder onverwijld en op eenvoudig verzoek de nodige steun bij de opstelling van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit;4° de boekhouders en de leidende ambtenaren van de autonome bestuursinstellingen en de (besturen van de) GOB's dienen de nodige maatregelen te nemen opdat de doorstroming van deze informatie vlot en snel verloopt met respect voor de opgegeven deadlines.De gewestelijke boekhouder zal de instellingen waar er tekortkomingen zijn een actieplan opleggen; 5° de gewestelijke boekhouder organiseert ingevolge de opmerkingen van het Rekenhof naar aanleiding van de certificering van de algemene rekeningen van de GOB's en autonome bestuursinstellingen en van de geconsolideerde algemene rekening van de gewestelijke entiteit werkgroepen met de betrokken instanties teneinde, in overleg met het Rekenhof tot de gepaste oplossingen te komen.De (betrokken besturen van de) betrokken GOB's en autonome bestuursinstellingen zullen aan deze werkgroepen deelnemen en oplossingen voorstellen.
Deze werkgroepen worden ondersteund door de bevoegde ministers en, in voorkomend geval, de raden van bestuur; 6° de boekhouders van de autonome bestuursinstellingen kunnen tijdens het opmaakproces van hun algemene rekening aan de gewestelijke boekhouder ook tussentijdse adviezen en controles vragen.
Art. 73.In afwijking van artikel 69, § 1, tweede lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006 en van artikel 16, eerste lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, worden de rekenplichtigen, inclusief de beheerders van voorschotten, niet verplicht gekozen uit de ambtenaren van niveau A onderworpen aan het statuut.
Art. 74.In afwijking van artikel 69, § 1, zesde lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006, wordt de driemaandelijkse rekening van de beheerders van voorschotten aan het toezichtsorgaan overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de maand volgend op ieder trimester.
De beheerders van voorschotten van de diensten van de Regering, met inbegrip van die van de ministeriële kabinetten, en van de autonome bestuursinstellingen die een dienstenovereenkomst hebben met het toezichstorgaan van BFB, houden jaarlijks een overzicht bij van de kleine en goedkope duurzame goederen die met de ontvangen voorschotten zijn aangeschaft. Dit overzicht, opgesteld op 31 december of aan het einde van de beheersperiode, wordt bij de laatste driemaandelijkse beheersrekening van het jaar gevoegd en ondertekend door de beheerder van voorschotten. Het bevoegde toezichtsorgaan is bevoegd om ter plaatse de realiteit van de in het overzicht opgenomen uitgaven te verifiëren. Over deze verificatie wordt een proces-verbaal opgesteld.
In afwijking van artikel 69, § 1, zesde lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006, wordt de jaarrekening van het beheer van de rekenplichtigen, met uitzondering van de beheerders van voorschotten, aan het toezichtsorgaan overgemaakt uiterlijk de laatste kalenderdag van de tweede maand volgend op ieder jaar.
Art. 75.Behoudens de uitzonderingen voorzien in het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, worden de bepalingen die gelden voor de beheerders van voorschotten van de diensten van de Regering mutatis mutandis toegepast op de beheerders van voorschotten van de ministeriële kabinetten.
Art. 76.In aanvulling op artikel 69, § 7, van de ordonnantie van 23 februari 2006 wordt een tweede lid toegevoegd luidend als volgt: "Indien de laatste driemaandelijkse beheersrekening niet binnen de gestelde termijn werd overgelegd, is het toezichtsorgaan gemachtigd de toekenning van nieuwe voorschotten aan de beheerders van voorschotten op te schorten.".
Art. 77.De beheerders van voorschotten zijn, tot hun integratie in de boekhoudsystemen van de gewestelijke entiteit, vrijgesteld van de boeking van hun uitgaven in de boekhoudsystemen van de gewestelijke entiteit.
Art. 78.De rekenplichtige van aanvullende kredietlijnen is uitsluitend verantwoordelijk voor het ondertekenen van betalingsopdrachten met betrekking tot aanvullende kredietlijnen op basis van een instructie van de bevoegde ordonnateur.
Hij wordt gekozen uit het personeel van de bestuur Brussel Financiën en Begroting van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel en wordt benoemd door de Minister belast met Financiën.
In afwijking van artikel 27 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, registreert de rekenplichtige van aanvullende kredietlijnen de thesaurieverrichtingen die hij uitvoert, niet in het boekhoudsysteem.
De enige ontvangsten die de rekenplichtige van aanvullende kredietlijnen mag innen zijn deze geïnd in het kader van het aanzuiveren van het debetsaldo van de financiële rekening.
Art. 79.§ 1. Artikel 40, § 3, van het regeringsbesluit van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren wordt als volgt vervangen: " § 3. Het maximumbedrag van de voorschotten die de beheerder van voorschotten op een gegeven moment mag innen en gelijktijdig aanhouden op de rekening of rekeningen die op zijn naam zijn geopend bij de kassier bedraagt, behoudens afwijking toegestaan door de Minister van Financiën: 1° voor de beheerders van voorschotten van de diensten van de Regering: 5.000 euro; 2° voor de beheerders van voorschotten van de kabinetten: 50.000 euro.". § 2. Artikel 40, § 5, van het regeringsbesluit van 16 oktober 2006 betreffende de financiële actoren wordt als volgt vervangen: " § 5. Voor de diensten van de Regering, met inbegrip van de ministeriële kabinetten, evenals de autonome bestuursinstellingen wordt het op het einde van het begrotingsjaar niet-gebruikte saldo van het voorschot door de beheerder van voorschotten teruggestort op de centrale ontvangstenrekening.".
Art. 80.De rekenplichtigen zijn verantwoording verschuldigd aan het Rekenhof voor de verrichtingen die ze tijdens hun beheersperiode hebben uitgevoerd.
Art. 81.In afwijking van artikel 69, § 1, van de ordonnantie van 23 februari 2006, kan de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen rekenplichtige uitgaven- en ontvangstenverrichtingen voor rekening van derden uitvoeren in het kader van de door de Minister van Financiën en Begroting gespecifieerde activiteiten, op voorwaarde dat die financiële stromen geen budgettaire weerslag hebben en de door het bestuur Brussel Financiën en Begroting vastgestelde procedures eerbiedigen.
De gedelegeerde ordonnateur voor de bovenvermelde verrichtingen is de door de Minister van Financiën en Begroting aangewezen gedelegeerde ordonnateur.
Art. 82.Overeenkomstig artikel 69, derde lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006 dat bepaalt dat de rekenplichtigen, met inbegrip van de beheerders van voorschotten, enkel thesaurieverrichtingen doen en volgens de modaliteiten voorzien in artikel 40 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, zijn de door de centraliserende rekenplichtige van de uitgaven aan een beheerder van voorschotten betaalde voorschotten begrotingsverrichtingen in de zin van artikel 5 van de ordonnantie van 23 februari 2006 en worden zij budgettair en boekhoudkundig aangerekend op het moment van de vereffening van het voorschot. De uitgaven van de beheerder van voorschoten zijn geen vastgestelde rechten geboekt overeenkomstig artikel 14 van voornoemd besluit.
Art. 83.In afwijking van artikel 46, 2de lid, van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, zoals gewijzigd, zijn de ambtenaren die deel uitmaken van de toezichtsorganen, zoals gedefinieerd in artikel 1, 4°, van het voorgenoemd besluit, niet verplicht onderworpen aan het statuut.
Art. 84.§ 1. In aanvulling op artikel 45 van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, moet de bijlage, die de beheersrekening van de rekenplichtigen vormt, worden ondertekend met een gekwalificeerde elektronische handtekening. Dit artikel heeft geen betrekking op het kasverslag en het overdrachtsverslag. § 2. Artikel 17, 2de lid, van het regeringsbesluit van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren wordt als volgt vervangen: "De rekenplichtigen zijn verantwoording verschuldigd aan het Rekenhof, voor de thesaurieverrichtingen die ze uitvoeren, zoals bepaald in artikel 69, § 1, 3e lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006.". § 3. Artikel 19, 4de lid, van het regeringsbesluit van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren wordt als volgt vervangen: "De rekenplichtige blijft verantwoording verschuldigd tegenover het Rekenhof tot op de datum van de infunctietreding van zijn opvolger.". § 4. Artikel 20 van het regeringsbesluit van 19 oktober 2006 betreffende de financiële actoren wordt opgeheven.
Art. 85.Bij wijze van uitzondering kan een tweede plaatsvervangende beheerder van voorschotten worden aangesteld, op basis van een gemotiveerde aanvraag van de bevoegde ordonnateur en, daarna een validering door het toezichtsorgaan.
Art. 86.De autonome bestuursinstellingen zijn gemachtigd om, in het kader van de afsluiting van de budgettaire en boekhoudkundige verrichtingen van het jaar 2024, de uitstaande vastlegging(en) op de oude niet meer te gebruiken en/of verkeerde basisallocaties over te dragen naar de voortaan aan te wenden (nieuwe) basisallocaties.
De autonome bestuursinstellingen zijn gemachtigd om tijdens het jaar de uitstaande vastlegging(en) op de oude niet meer te gebruiken en/of verkeerde basisallocaties over te dragen naar de voortaan aan te wenden (nieuwe) basisallocaties op voorwaarde dat er tijdens het lopende jaar nog geen vereffening op werd uitgevoerd.
De lijsten van de over te dragen visumnummers worden bezorgd aan de betrokken diensten van Brussel Financiën en Begroting voor wat de instellingen betreft die opgenomen zijn in het SAP-Platform en aan de betrokken diensten van de instellingen zelf voor wat de instellingen betreft die niet opgenomen zijn in het SAP-Platform.
Art. 87.§ 1. In afwijking van de artikelen 45, derde lid, 69, § 1, tweede lid, en 89, eerste lid, 2° en 3°, van de ordonnantie van 23 februari 2006 zijn de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie gemachtigd om een contractueel personeelslid aan te stellen als boekhouder of rekenplichtige. § 2. In afwijking van de artikelen 25, derde lid, en 69, § 1, tweede lid, van de ordonnantie van 23 februari 2006, blijven de contractuele personeelsleden van de autonome bestuursinstellingen van eerste categorie die de in voornoemde artikelen vermelde functies innemen in functie tot op het moment dat een nieuw besluit of een nieuwe beslissing daaraan een einde stelt.
Art. 88.De leidende ambtenaren en, in voorkomend geval, het beslissingsorgaan van de ABI's, evenals de functioneel bevoegde ministers en staatssecretarissen nemen alle nodige maatregelen om de opmaak van de algemene rekeningen bij hun instellingen te bespoedigen en te optimaliseren en zodoende ook het opstellen van de geconsolideerde rekening van de gewestelijke entiteit, zodat voornoemde termijnen in acht genomen kunnen worden.
Dit voorstel wordt vervolgens besproken met de gewestelijke boekhouder, en de betrokken auditeur van het Rekenhof, in een werkgroep die regelmatig vergadert.
De bevoegde minister en in voorkomend geval de raad van bestuur dragen er eveneens toe bij de door het Rekenhof vastgestelde problemen zo spoedig mogelijk te verhelpen.
Art. 89.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren, zoals gewijzigd, blijft van kracht in 2025 tot op het moment van zijn vervanging door een nieuw besluit dienaangaande.
Art. 90.De besluiten tot aanstelling van de boekhouder en - in voorkomend geval - zijn plaatsvervanger van de ABI's van eerste categorie, opgesteld op basis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren en de ordonnantie van 23 februari 2006, blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van nieuwe besluiten die deze vervangen.
De beslissingen tot aanstelling van de boekhouder en - in voorkomend geval - zijn plaatsvervanger van de ABI's van tweede categorie, opgesteld op basis van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 oktober 2006Relevante gevonden documenten type besluit van de brusselse hoofdstedelijke regering prom. 19/10/2006 pub. 16/11/2006 numac 2006031569 bron ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de financiële actoren sluiten betreffende de financiële actoren en de ordonnantie van 23 februari 2006, blijven van toepassing tot de inwerkingtreding van nieuwe beslissingen die deze vervangen.
De beslissing van de Regering, referentie GRBC-SG-20.87679, van 23 mei 2024 met betrekking tot de verlenging van de aanstelling van de Gewestelijke Boekhouder wordt verlengd tot en met het inwerking treden van een nieuw Regeringsbesluit die deze vervangt.
HOOFDSTUK 8. - Bijzondere bepalingen in verband met de andere verbintenissen van de gewestelijke entiteit Afdeling 1. - Bepalingen in verband met de gewestwaarborg
Onderafdeling 1. - Algemene principes
Art. 91.Wanneer de Brusselse Hoofdstedelijke Regering gemachtigd is om de gewestwaarborg te verlenen voor financiële operaties waaronder in hoofdzaak aan te gane leningen of voor een afgeleid product dat eraan verbonden is, moet vooraf een risicoanalyse van de begunstigde entiteit van de gewestwaarborg en van de te waarborgen verrichting uitgevoerd worden door de diensten van de Regering.
Bij deze risicoanalyse wordt rekening gehouden met de financiële risico's, de institutionele nabijheid van de begunstigde entiteit ten opzichte van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en met elk ander element dat de blootstelling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest als borgverlener verhoogt of verlaagt.
Deze risicoanalyse dient als basis voor de berekening van de vergoeding (fees) die door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zal gevraagd worden voor het toekennen van de gewestwaarborg.
De fees worden opgenomen in een compartiment van het organieke begrotingsfonds voor het beheer van de gewestschuld en zullen gebruikt worden om een eventueel toekomstig onvermogen op een gewestwaarborg te dekken.
Elke toegekende gewestwaarborg zal regelmatig opgevolgd worden door de diensten van de Regering tot aan de uitdoving ervan.
Art. 92.Om te voorkomen dat een schuldeiser een beroep doet op de gewestelijke waarborg, is de Regering gemachtigd om aan de begunstigde entiteiten van die waarborg een rechtstreekse lening toe te kennen voor een totaal bedrag van maximaal 100 miljoen euro voor het begrotingsjaar 2025, voor alle begunstigde entiteiten als geheel.
De lening kan slechts toegekend worden door de Regering na een financiële analyse en een contractvoorstel van de Front Office van het Agentschap van de Schuld.
Deze rechtstreekse lening kan enkel verstrekt worden als aan de volgende voorwaarden is voldaan: 1° het was niet mogelijk om tot een vergelijk te komen met de gewaarborgde schuldeiser en hierdoor bestaat er een imminent risico op activering van de waarborg;2° de lening beoogt uitsluitend een volledige of gedeeltelijke dekking van de financiële lasten die uitsluitend verschuldigd zijn aan een gewaarborgde schuldeiser voor het betrokken begrotingsjaar;3° de lening is gekoppeld aan een herstelplan of corrigerende maatregelen, bepaald in samenspraak met de toezichthoudende overheid. De lening en de voorwaarden van haar terugbetaling ervan worden voorafgaand aan de verstrekking geregeld in een contract.
Onderafdeling 2. - Specifieke machtigingen
Art. 93.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen aangegaan in 2025 door de door het Gewest erkende instellingen voor sociaal krediet, volgens de controleregels en ten belope van een maximumbedrag van 25.000.000 euro; in voorkomend geval kan een bijkomend waarborgbedrag vastgelegd worden door de Regering op voorstel van de Minister van Begroting en de Minister voor Huisvesting.
Art. 94.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen aan de leningen en/of kredietlijnen aangegaan in 2025 door de nv HYDRIA voor een maximumbedrag van 20.000.000 euro.
Art. 95.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan in 2025 door de nv Sorteercentrum voor een maximumbedrag van 60.000.000 euro.
Art. 96.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering wordt gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor de leningen aangegaan door de cvba Brussel-Energie in 2025 voor een maximum bedrag van 36.000.000 euro.
Art. 97.De Brusselse Hoofdstedelijke Regering is gemachtigd om de gewestwaarborg te verlenen voor verbintenissen van finance&invest.brussels of haar filialen in het kader van het Plan voor de Toekomst van de Huisvesting, voor een kredietlijn van maximaal 5.000.000 euro (in verband met S.F.A.R. en zijn filialen) in 2025. Afdeling 2. - Andere bepalingen
Art. 98.In artikel 2 van de de Codex worden de punten 8 en 9 vervangen door: "8° nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn: het nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn als bedoeld in de artikelen 11 en volgende van Verordening (EG) nr. 2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad; 9° jaarlijks voortgangsverslag: het jaarlijks voortgangsverslag als bedoeld in artikel 21 van Verordening (EG) nr.2024/1263 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2024 betreffende de doeltreffende coördinatie van het economisch beleid en betreffende het multilaterale begrotingstoezicht en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1466/97 van de Raad;".
Art. 99.In artikel 9, derde lid, van de Codex worden de woorden "het stabiliteitsprogramma en het nationale hervormingsprogramma" vervangen door de woorden "het nationaal budgettair-structureel plan voor de middellange termijn en het jaarlijks voortgangsverslag".
Art. 100.In afwijking van de artikelen 3 en 5 van de wet van 22 december 1986 over de intercommunales, kunnen gemeenten een participatie nemen in de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Irisnet gewijd aan de levering van diensten van tele- en elektronische communicatie in het kader van de overheidsopdracht IRISnet 2 die door het Gewest in hun naam en voor hun rekening werd verwezenlijkt.
Art. 101.De gedecentraliseerde diensten, instellingen, overheidsbedrijven, publiekrechtelijke organen en rechtspersonen die werden opgericht door of die afhangen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden gemachtigd om een participatie te nemen in het kapitaal van de cvba Irisnet die instaat voor de levering van diensten van elektronische communicatie en die werd opgericht na afloop van de overheidsopdracht IRISnet2, die zelf werd gegund door het Gewest.
Art. 102.De Regering is gemachtigd om provisies toe te kennen aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest optreden.
HOOFDSTUK 9. - Slotbepaling
Art. 103.Deze ordonnantie treedt in werking op 1 januari 2025.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 december 2024.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2024-2025 A-47/1 Ontwerp van financieordonnantie A-47/2 Verslag A-47/3 Amendementen na verslag Integraal verslag: Bespreking en aanneming: vergadering van donderdag 19 december 2024
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld