gepubliceerd op 14 augustus 2023
Ordonnantie houdende het Nieuw Brussels Gemeentelijk Kieswetboek
20 JULI 2023. - Ordonnantie houdende het Nieuw Brussels Gemeentelijk Kieswetboek
Het Brusselse Hoofdstedelijke Parlement heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen, hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze ordonnantie regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.
TITEL I - Leidende principes HOOFDSTUK 1 - Verkiezingsdata en stemsystemen
Art. 2.§ 1. De gewone vergadering van de kiezers voor de vernieuwing van de gemeenteraden heeft van rechtswege plaats om de zes jaar, op de tweede zondag van oktober.
De kiezers kunnen, krachtens een gemeenteraadsbesluit of een besluit van de Regering, ook in buitengewone vergadering worden bijeengeroepen om te voorzien in de opengevallen plaatsen. Deze vergadering heeft altijd plaats op een zondag, binnen vijftig dagen na de beslissing of het besluit van de Regering.
De bepalingen van het voorgaande lid zijn van toepassing op de verkiezingen bedoeld in de artikelen 272 en 273 van de Nieuwe Gemeentewet.
Bij nieuwe verkiezingen te organiseren volgens artikel 114, stelt de Regering een nauwkeurig tijdschema op met de verkiezingsoperaties tot en met de dag van de verkiezingen, de installatiedatum van de gemeenteraadsleden en alle andere fasen na de installatie van de gemeenteraadsleden. § 2. Bij de in paragraaf 1 bedoelde verkiezingen wordt een elektronisch stemsysteem gebruikt. Indien de Regering vaststelt dat er niet met een elektronisch stemsysteem kan worden gestemd, is de stemming met papieren stembiljetten van toepassing.
De stemming vindt plaats in de gemeente waar de kiezer op de kiezerslijst is ingeschreven.
Deelneming aan de stemming is verplicht.
Elke kiezer heeft slechts recht op één stem. De kiezers mogen zich niet doen vervangen dan op grond van stemming bij volmacht overeenkomstig artikel 59.
Gemeenteraadsleden worden gekozen via rechtstreekse algemene verkiezingen op basis van evenredige vertegenwoordiging. § 3. Ten minste dertig dagen vóór de verkiezing laat de Regering of haar gemachtigde in het Belgisch Staatsblad een bericht verschijnen waarin het volgende is opgenomen: 1° het stemsysteem, elektronisch of op papier;2° de datum van de verkiezing, alsook de opening- en sluitingsuren van de stembureaus;3° de mogelijkheid tot bezwaar bij het gemeentebestuur tot twaalf dagen voor de verkiezing voor elke burger die niet op de kiezerslijst voorkomt maar die meent te voldoen aan de kiesvoorwaarden. HOOFDSTUK 2 - Verkiezingssoftware en college van deskundigen
Art. 3.Wanneer de stemming elektronisch verloopt of wanneer op enig niveau van het verkiezingsproces ten minste één softwareprogramma wordt gebruikt, stelt de Regering de te gebruiken verkiezingssoftware ter beschikking van de stem- en hoofdbureaus.
De verkiezingssoftware houdt de noodzakelijke programma's en procedures in betreffende: 1° de werking van de informaticasystemen betreffende het verzamelen van de gegevens van kiezers, kandidaten en verkiezingsoperatoren met het oog op de uitvoering van de in dit Wetboek bedoelde elektronische codering;2° het voorbereiden van de elektronische dragers die worden gebruikt voor het uitbrengen van de stemmen;3° de elektronische aanstipping van de kiezers, indien van toepassing;4° de totalisering, de zetelverdeling en de verspreiding van de resultaten. § 2. Wanneer dit Wetboek de toezending van bepaalde gegevens langs elektronische weg of de geautomatiseerde verwerking van gegevens voorschrijft, geschiedt deze toezending volgens de door de Regering vastgestelde procedures, met inachtneming van de beginselen van authenticiteit, vertrouwelijkheid, integriteit en beschikbaarheid van de verkiezingsgegevens.
De Regering stelt vast dat de elektronische stemsystemen en verkiezingssoftware de authenticiteit, de vertrouwelijkheid, de integriteit, de beschikbaarheid van de gegevens en het stemgeheim waarborgen. Ze baseert zich daarvoor op het advies van één van de organen erkend door de Koning krachtens artikel 4, § 3, van de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/04/2014 numac 2014000274 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk. - Duitse vertaling sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk. § 3. De Regering maakt binnen tien de dagen na de verkiezing de broncodes van de in paragraaf 1 bedoelde softwareprogramma's bekend, zonder dat daarbij enig element wordt vermeld dat de veiligheid van de aangeboden software en diensten in gevaar zou kunnen brengen.
Art. 4.§ 1. Het Parlement wijst, ten vroegste zes maanden en uiterlijk twee maanden voor de verkiezingen, een college van deskundigen aan dat bestaat uit ten minste vier effectieve en vier plaatsvervangende deskundigen. Dit college wijst een voorzitter en een secretaris aan in hun midden.
De deskundigen benoemd door het Parlement met toepassing van artikel 24, § 2, van de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/04/2014 numac 2014000274 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk. - Duitse vertaling sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk worden van rechtswege aangewezen als lid van het college van deskundigen.
De plaatsvervangende deskundigen verlenen bijstand aan de effectieve leden bij de uitvoering van de in paragraaf 2 bedoelde opdrachten of vervangen hen in geval van verhindering. § 2. De deskundigen zien, vanaf hun aanstelling tot de in paragraaf 3 bedoelde rapport, toe op het gebruik, de goede werking en de integriteit van de softwaresystemen en de elektronische processen betreffende het verzamelen van de gegevens, het voorbereiden van de elektronische dragers, de totalisering, de berekening en de verspreiding van resultaten alsook op de procedures voor de aanmaak, de verspreiding en het gebruik van de apparatuur, de software en de gegevensdragers. De deskundigen ontvangen van de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel de toelatingen, alsook alle gegevens, inlichtingen en informatie die nodig zijn om die opdracht uit te voeren.
De leden van de kiesbureaus, de in artikel 4, § 3, tweede lid, van de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/04/2014 numac 2014000274 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk. - Duitse vertaling sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk bedoelde adviesorganen en de privébedrijven alsook hun leden die door de bevoegde overheden betrokken zijn bij het verloop van het kiesproces, leveren eveneens aan de deskundigen de apparatuur alsook alle gegevens, inlichtingen en informatie die nodig zijn om de in het eerste lid bedoelde controle uit te voeren.
Tijdens de dag van de verkiezing kunnen de deskundigen teststemmen uitbrengen in de stembureaus. Deze worden noch gescand, noch meegeteld. Ze kunnen de overeenkomst van de afgedrukte informatie met de voorheen door hen uitgebrachte teststemmen controleren, ze kunnen de overeenstemming controleren tussen het op het scherm getoond resultaat en hetgeen afgedrukt is op het papieren bewijsstuk met behulp van de scanner ter beschikking gesteld van de kiezers of elke andere scanner.
Na de dag van de verkiezingen kunnen de deskundigen de overeenstemming tussen de uitgebrachte stemmen in een stembureau en de gegevens op de gegevensdragers van een stembureau controleren, zij kunnen de totalisatie van de verschillende geheugendragers van een stembureau controleren. Ze kunnen tevens de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van het geheel van de software die de verkiezingsketen vormt, vanaf de kandidatuurstelling tot de bekendmaking van de resultaten, controleren.
Het college van deskundigen kan overgaan tot een audit van de uitslagen om de betrouwbaarheid en integriteit van het elektronische stemsysteem te garanderen. § 3. Uiterlijk vijftien dagen na de dag van de verkiezingen bezorgen ze een verslag aan de Regering, aan het Parlement en aan het rechtscollege, zoals bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 betreffende de Brusselse instellingen. Dit verslag kan aanbevelingen bevatten in verband met de apparatuur en de software die zijn gebruikt en de procedures die zijn toegepast. § 4. De deskundigen zijn tot geheimhouding verplicht. Elke schending van de geheimhoudingsplicht wordt bestraft overeenkomstig artikel 458 van het Strafwetboek. HOOFDSTUK 3 - Aankoop en uitlenen van de elektronische stemapparatuur
Art. 5.§ 1. De elektronische stemapparatuur kan aangekocht of gehuurd worden door het Gewest of door de gemeente.
De stemapparatuur, aangekocht door het Gewest, wordt kosteloos ter beschikking gesteld van de gemeenten. § 2. Indien het materiaal werd aangekocht door het Gewest of de gemeente, zorgen de gemeenteoverheden voor het onderhoud en de bewaring van de apparatuur. Ze beheren die goederen zoals een voorzichtig en redelijk persoon. Ze laten alle apparatuur die buiten gebruik is, zo spoedig mogelijk herstellen of vervangen.
De kosten daarvan zijn ten laste van de gemeente. De gemeente sluit daarvoor een onderhoudscontract.
De kosten voor technische bijstand op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen zijn ten laste van het Gewest. § 3. De verkiezingssoftware, de veiligheidselementen en de gegevensdragers worden kosteloos aan de gemeenten verstrekt door het Gewest. De vervanging van chipkaarten, wegens verlies of vernietiging, is ten laste van de gemeente. § 4. De gemeenten mogen de stemapparatuur die eigendom is van het Gewest, kosteloos gebruiken voor verkiezingen georganiseerd door de federale overheid. § 5. De gemeenten mogen de stemapparatuur voor andere doeleinden gebruiken voor het beheer van de gemeente, op voorwaarde dat deze apparatuur ten minste dertig dagen vóór de datum van de verkiezing weer ter beschikking en gebruiksklaar is voor die verkiezing. § 6. In geval van huur, bepaalt de Regering de modaliteiten voor de betaling, alsook de levering, de opslag, het testen, de garantie en de teruggave van het materiaal. § 7. De Regering verzekert de gelijke behandeling tussen de gemeenten wat de lasten betreft die voortvloeien uit de aankoop of de huur van het materiaal. HOOFDSTUK 4 - Uitgaven in verband met de organisatie van verkiezingen op gemeentelijk niveau
Art. 6.Bij gewone en buitengewone vernieuwing van de gemeenteraden, zijn alle verkiezingsuitgaven betreffende het stempapier ten laste van het Gewest.
Volgende verkiezingsuitgaven zijn ten laste van de gemeenten: 1° het presentiegeld, alsmede de reisvergoeding waarop de leden van de kiesbureaus kunnen aanspraak maken, onder de voorwaarden bepaald door de Regering;2° de reisvergoeding van de kiezers die niet in de gemeente, waar ze zijn ingeschreven als kiezer, verblijven, onder de voorwaarden bepaald door de Regering;enkel de kiezers die in de bevolkingsregisters van een Belgische gemeente zijn ingeschreven kunnen aanspraak maken op de reisvergoeding; 3° de verzekeringspremies om de lichamelijke schades te dekken die voortvloeien uit ongevallen die leden van de kiesbureaus zijn overkomen in de uitoefening van hun ambt;de Regering bepaalt de regels volgens welke deze risico's worden gedekt; 4° het materiaal voor de samenstelling van een bureau zoals tafels, stoelen en stemhokjes. Zijn eveneens ten laste van de gemeenten: scheidingsmuren, lessenaars, enveloppes en potloden die ze voorzien in volgens de door de Regering goedgekeurde modellen.
Bij stemming op papier zijn de gemeenten ook verantwoordelijk voor het ter beschikking stellen van de stembussen.
Alle andere verkiezingsuitgaven zijn ten laste van de gemeenten. HOOFDSTUK 5 - Controle van de verkiezingsuitgaven
Art. 7.Het Controlecollege, opgericht door artikel 3 van de ordonnantie van 29 april 2004 betreffende de controle van de verkiezingsuitgaven en de regeringsmededelingen, oefent de controleopdrachten uit die voorheen vervuld werden door de Controlecommissie ingesteld bij de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen.
TITEL II - De kiezerslijst HOOFDSTUK 1 - Hoedanigheid van de kiezer
Art. 8.§ 1. Om gemeenteraadskiezer te zijn, moet men: 1° Belg zijn;2° de volle leeftijd van achttien jaar hebben bereikt;3° in de bevolkingsregisters van de gemeente ingeschreven zijn;4° zich niet bevinden in één van de gevallen van uitsluiting of schorsing bepaald bij het Kieswetboek van 12 april 1894. § 2. De voorwaarden vermeld in paragraaf 1, 2° en 4°, moeten vervuld zijn op de dag van de verkiezing; die vermeld in paragraaf 1, 1° en 3°, moeten dat zijn op de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten. § 3. De kiezers die tussen de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten en de dag van de verkiezing de Belgische nationaliteit verloren hebben, worden van de kiezerslijst geschrapt.
De kiezers die na de datum waarop de kiezerslijst wordt afgesloten, het voorwerp zijn van een veroordeling of een beslissing die voor hen ofwel de uitsluiting van het kiesrecht, ofwel de schorsing van dat recht op de datum van de verkiezing meebrengt, worden eveneens van de kiezerslijst geschrapt. § 4. Aan deze lijst worden tot de dag voor de verkiezing de personen toegevoegd die ten gevolge van een arrest van het Hof van beroep of een beslissing van het college van burgemeester en schepenen weer als gemeenteraadskiezer opgenomen moeten worden.
Art. 9.§ 1. Kunnen, overeenkomstig artikel 1bis van de Gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, ingevoegd bij wet van 27 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/01/1999 pub. 10/07/1999 numac 1999021253 bron diensten van de eerste minister Wet houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten betreffende de bestendiging van het armoedebeleid, ondertekend te Brussel, op 5 mei 1998 type wet prom. 27/01/1999 pub. 30/01/1999 numac 1999000058 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, van de nieuwe gemeentewet en van de gemeentekieswet, en tot uitvoering van de richtlijn van de Raad van de Europese Unie nr. 94/80/EG van 19 december 1994 sluiten, de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer verwerven, de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, behalve wat betreft de nationaliteit, voldoen aan de andere kiesbevoegdheidsvoorwaarden bedoeld in artikel 8, § 1, en die, overeenkomstig paragraaf 2 van dit artikel, hun wil te kennen hebben gegeven om dit stemrecht in België uit te oefenen.
Voor de toepassing van het eerste lid worden de niet-Belgische onderdanen van de Europese Unie die in de bevolkingsregisters staan vermeld, geacht te voldoen aan de in artikel 8, § 1, 3° bedoelde voorwaarde. § 2. Om te kunnen worden ingeschreven op de in artikel 11, § 1, bedoelde kiezerslijst, moeten de in paragraaf 1 van dit artikel bedoelde personen bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben gevestigd, een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het door de minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde model met vermelding van: 1° hun nationaliteit;2° het adres van hun hoofdverblijfplaats. De artikelen 7bis en 13 van het Kieswetboek zijn mede van toepassing.
De kennisgevingen bedoeld in artikel 13 van het Kieswetboek worden echter door de betrokken parketten of griffies van de hoven en rechtbanken gedaan op uitdrukkelijk verzoek van de gemeentelijke overheden, wanneer deze laatste hebben vastgesteld dat de persoon die om zijn inschrijving op de kiezerslijst heeft gevraagd, onder de toepassing kan vallen van de maatregelen van uitsluiting of schorsing bedoeld in de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek.
Deze kennisgevingen worden binnen tien dagen na ontvangst van de aanvraag van de gemeentelijke overheid doorgestuurd. Indien er geen grond tot kennisgeving bestaat, wordt de gemeentelijke overheid daarvan binnen dezelfde termijn in kennis gesteld.
In geval van kennisgeving nadat de kiezerslijst is opgemaakt, wordt de betrokkene van deze lijst geschrapt.
Het college van burgemeester en schepenen controleert of de betrokkene de kiesbevoegdheidsvoorwaarden vervult en indien dit het geval is, geeft het college bij ter post aangetekende brief aan de betrokkene kennis van zijn beslissing om hem in te schrijven op de kiezerslijst.
De inschrijving wordt in de bevolkingsregisters vermeld volgens de door de Koning vastgestelde nadere regels.
Wanneer de aanvrager één of andere kiesbevoegdheidsvoorwaarde niet vervult, geeft het college van burgemeester en schepenen van de gemeente van zijn verblijfplaats hem bij ter post aangetekende brief kennis van zijn gemotiveerde beslissing om zijn inschrijving op de kiezerslijst te weigeren.
De beslissingen van inschrijving of van weigering van inschrijving op de kiezerslijst, worden opgesteld volgens de door de minister van Binnenlandse Zaken vastgestelde modellen.
Onontvankelijk worden verklaard de aanvragen die worden ingediend tijdens de periode die begint op datum van het opmaken van de kiezerslijst en afloopt op de datum van de verkiezing waarvoor ze werd opgemaakt.
Buiten de periode bedoeld in het vorige lid kan iedereen die in de hoedanigheid van kiezer erkend is, schriftelijk verklaren dat hij van deze hoedanigheid afziet, bij de gemeente waar hij zijn hoofdverblijfplaats gevestigd heeft.
De erkenning in de hoedanigheid van kiezer blijft geldig zolang de betrokkene blijft voldoen aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden of zolang hij niet afgezien heeft van zijn hoedanigheid van kiezer, ongeacht de gemeente waar hij zijn verblijfplaats in België heeft gevestigd. § 3. In geval zijn aanvraag tot inschrijving als kiezer geweigerd wordt, kan de niet-Belgische onderdaan van de Europese Unie, binnen de tien dagen na de in paragraaf 2, achtste lid, bedoelde kennisgeving, zijn eventuele bezwaren per aangetekende brief meedelen aan het college van burgemeester en schepenen. Het college doet binnen de acht dagen na ontvangst van het bezwaarschrift uitspraak, en zijn beslissing wordt onmiddellijk per aangetekende brief betekend aan de betrokkene.
Als het college van burgemeester en schepenen bij zijn weigering blijft, kan de niet-Belgische onderdaan van de Europese Unie, binnen de acht dagen na de in het vorige lid bedoelde kennisgeving, tegen deze beslissing een beroep aantekenen bij het Hof van Beroep.
Het beroep wordt aangetekend door middel van een verzoek aan de procureur-generaal bij het Hof van Beroep. Deze brengt het college van burgemeester en schepenen van de betrokken gemeente hiervan onmiddellijk op de hoogte.
De partijen beschikken, vanaf de indiening van het verzoek, over een termijn van tien dagen om nieuwe conclusies in te dienen. Na het verstrijken van deze termijn stuurt de procureur-generaal het dossier, samen met de nieuwe stukken of conclusies, binnen de twee dagen naar de hoofdgriffier van het Hof van Beroep, die de ontvangst daarvan bevestigt.
De artikelen 28 tot 39 van het Kieswetboek zijn van toepassing. § 4. Indien de niet-Belgische onderdaan van de Europese Unie, na in de hoedanigheid van kiezer erkend te zijn, schriftelijk verklaard heeft bij de gemeente van zijn verblijfplaats dat hij van deze hoedanigheid afziet, mag hij pas na de gemeenteraadsverkiezingen waarvoor hij als kiezer ingeschreven was, een nieuwe aanvraag tot erkenning als kiezer indienen.
Art. 10.Overeenkomstig artikel 1ter van de Gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, ingevoegd bij wet van 19 maart 2004Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2004 pub. 23/04/2004 numac 2004000208 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot toekenning van het actief kiesrecht bij de gemeenteraadsverkiezingen aan vreemdelingen sluiten, kunnen de vreemdelingen op wie artikel 9 niet van toepassing is, eveneens de hoedanigheid van gemeenteraadskiezer verwerven op voorwaarde dat: 1° die vreemdelingen bij de gemeente waar zij hun hoofdverblijfplaats hebben een schriftelijke aanvraag indienen overeenkomstig het model bepaald bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, met vermelding van: a) hun nationaliteit;b) het adres van hun hoofdverblijfplaats;c) een verklaring waarin de indiener van de aanvraag zich ertoe verbindt de Grondwet, de wetten van het Belgische volk en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Aan de betrokkene wordt een attest van die verklaring overhandigd.
Indien hij later een aanvraag indient om in een andere gemeente op de kiezerslijst te worden ingeschreven, legt hij dat attest voor; 2° die vreemdelingen op het ogenblik van de indiening van de aanvraag vijf jaar ononderbroken hoofdverblijfplaats in België gedekt door een wettelijk verblijf kunnen laten gelden. Artikel 8, § 1, 2°, 3°, 4°, en artikel 9, § 2, tweede en volgende leden, en §§ 3 en 4, zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde vreemdelingen. HOOFDSTUK 2- Opmaak van de kiezerslijst
Art. 11.§ 1. Op 1 augustus van het jaar tijdens hetwelk de gewone vernieuwing van de gemeenteraden plaats heeft, maakt het college van burgemeester en schepenen een lijst van de gemeenteraadskiezers op.
Voor deze operatie vraagt het college van burgemeester en schepenen aan de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken om haar kosteloos de gegevens van de in het derde lid bedoelde personen te bezorgen.
Deze door de federale overheidsdienst Binnenlandse Zaken verstrekte gegevens worden vernietigd de dag na de dag van de validatie of vernietiging van de verkiezingen.
Op die lijst worden vermeld: 1° de personen die op de vermelde datum in het bevolkingsregister van de gemeente ingeschreven zijn en de andere in de artikelen 8, § 1, 9 en 10 bedoelde kiesbevoegdheidsvoorwaarden vervullen;2° de gemeenteraadskiezers die tussen 1 augustus en de datum van de verkiezingen de leeftijd van achttien jaar bereiken;3° de personen voor wie de schorsing van het kiesrecht een einde neemt vóór de datum van de verkiezingen. Voor elke persoon die voldoet aan de kiesbevoegdheidsvoorwaarden, vermeldt de kiezerslijst de naam, de voornamen, de geboortedatum, het identificatienummer zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en de hoofdverblijfplaats.
De kiezerslijst wordt volgens een nummering opgemaakt, desgevallend per gemeentelijke afdeling, hetzij geografisch volgens de straten, hetzij in alfabetische volgorde van de kiezers. Het college van burgemeester en schepenen zorgt ervoor dat personen die in het bevolkingsregister ingeschreven zijn op hetzelfde adres, in hetzelfde stemcentrum worden opgeroepen. § 2. Artikel 13 van het Kieswetboek is van toepassing. § 3. Op de datum waarop de kiezerslijst vastgesteld moet zijn, brengt het college van burgemeester en schepenen de burgers op de hoogte via een publicatie op de gemeentelijke website en door een bericht in de gebruikelijke vorm gesteld, dat eenieder zich tot de twaalfde dag vóór die van de verkiezing tijdens de diensturen tot de gemeente kan wenden om na te gaan of hij op de lijst staat dan wel met een juiste vermelding erop staat. Dit bericht maakt melding van de bij de artikelen 12 en volgende voorgeschreven procedure van bezwaar en beroep. HOOFDSTUK 3 - Bezwaar met betrekking tot de kiezerslijst
Art. 12.§ 1. Vanaf de datum waarop de kiezerslijst moet vastgesteld zijn, kan ieder die ten onrechte ingeschreven, weggelaten of van de kiezerslijst geschrapt is, of voor wie op deze lijst de vermeldingen voorgeschreven bij artikel 11, § 1, derde lid, onjuist zijn, tot de twaalfde dag vóór die van de verkiezing bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. § 2. Vanaf de datum waarop de kiezerslijst moet vastgesteld zijn, kan ieder die de kiesbevoegheidsvoorwaarden vervult, in het kiesarrondissement waarin de gemeente ligt waar hij op de kiezerslijst is ingeschreven, tot de twaalfde dag vóór die van de verkiezing bij het college van burgemeester en schepenen bezwaar indienen tegen de inschrijving, schrapping of weglating van namen van deze lijst, of tegen enige onjuistheid in de vermeldingen voorgeschreven bij artikel 11, § 1, derde lid. § 3. Het in paragrafen 1 en 2 bedoelde bezwaar wordt ingediend bij verzoekschrift en moet, samen met de bewijsstukken waarvan de verzoeker gebruik wenst te maken, tegen ontvangstbewijs neergelegd worden op het gemeentebestuur of onder een ter post aangetekende enveloppe worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen.
De ambtenaar die het bezwaar ontvangt, is verplicht het op de datum van ontvangst in te schrijven in een bijzonder register, een ontvangstbewijs van het bezwaar en van de overgelegde bewijsstukken af te geven, voor ieder bezwaar een dossier aan te leggen, de overgelegde stukken te nummeren en te paraferen en ze met hun volgnummer in te schrijven op de bij ieder dossier gevoegde inventaris. § 4. Wanneer de verzoeker verklaart niet in staat te zijn te schrijven, kan het bezwaar mondeling worden ingebracht. Het wordt door de gemeentesecretaris of zijn gemachtigde ontvangen.
De ambtenaar die het ontvangt, maakt daarvan dadelijk proces-verbaal op, waarin hij vaststelt dat de betrokkene hem verklaart niet in staat te zijn te schrijven.
Het proces-verbaal neemt de door betrokkene ingeroepen middelen over.
De ambtenaar dagtekent en ondertekent het proces-verbaal en overhandigt een duplicaat aan de verschijnende persoon na het hem te hebben voorgelezen.
De ambtenaar handelt vervolgens zoals in paragraaf 3, tweede lid, is voorgeschreven. § 5. Het gemeentebestuur voegt kosteloos aan het dossier een afschrift of uittreksel toe van alle in zijn bezit zijnde officiële stukken die de verzoeker aanvoert om een wijziging van de kiezerslijst te verantwoorden.
Het gemeentebestuur voegt ambtshalve bij het dossier alle in zijn bezit zijnde officiële stukken die de door de betrokkene ingeroepen middelen welke opgenomen zijn in het overeenkomstig paragraaf 4, tweede en derde lid, opgestelde proces-verbaal, kracht kunnen bijzetten. § 6. De rol van de bezwaren vermeldt de plaats, de dag en het uur van de vergadering tijdens dewelke de zaak of de zaken zal of zullen worden behandeld.
Deze rol wordt ten minste vierentwintig uur vóór de vergadering aangeplakt op het gemeentebestuur en gepubliceerd op de gemeentelijke website, waar iedereen er inzage en afschrift van kan nemen.
Het gemeentebestuur geeft onverwijld en met alle middelen kennis aan de verzoeker alsook, in voorkomend geval, aan de betrokken partijen, van de datum waarop het bezwaar onderzocht zal worden.
Deze kennisgeving vermeldt uitdrukkelijk en woordelijk dat, zoals bepaald in paragraaf 9, tweede tot vierde lid, het beroep tegen de te nemen beslissing alleen ter zitting kan worden ingediend. § 7. Gedurende de termijn bepaald in paragraaf 6, tweede lid, worden het dossier van de bezwaren en het in paragraaf 8, tweede lid, bedoelde verslag op het gemeentebestuur ter beschikking gehouden van de partijen, hun advocaten of hun gemachtigden. § 8. Het college van burgemeester en schepenen doet over elk bezwaar uitspraak binnen een termijn van zeven dagen te rekenen vanaf het indienen van het verzoekschrift of van het in paragraaf 4 vermeld proces-verbaal, en in elk geval vóór de zevende dag vóór die van de verkiezing.
Het doet uitspraak in openbare vergadering op verslag van een lid van het college en na de partijen, hun advocaten of gemachtigden te hebben gehoord, indien zij verschijnen. § 9. Voor iedere zaak wordt, onder vermelding van de naam van de verslaggever en van de aanwezige leden, een afzonderlijke en met redenen omklede beslissing genomen, die in een bijzonder register wordt ingeschreven.
De voorzitter van het college verzoekt de partijen, hun advocaten of gemachtigden, als zij dat wensen, in het in het vorige lid vermelde register een verklaring van beroep te ondertekenen.
De partijen die niet verschijnen, worden geacht de beslissing van het college te aanvaarden.
Wanneer de aanwezige of vertegenwoordigde partijen geen verklaring van beroep ondertekenen, is de beslissing van het college definitief. Van het definitieve karakter van de beslissing wordt melding gemaakt in het bijzonder register vermeld in het eerste lid, en de beslissing tot wijziging van de kiezerslijst wordt onverwijld ten uitvoer gelegd.
De beslissing van het college wordt neergelegd op het gemeentebestuur, waar eenieder er kosteloos inzage van kan nemen.
Het beroep tegen de beslissing van het college heeft schorsende kracht ten aanzien van elke verandering in de kiezerslijst. § 10. De burgemeester zendt onverwijld aan het Hof van Beroep, met alle middelen, een expeditie van de beslissingen van het college waartegen beroep is ingesteld alsook alle documenten die de gedingen betreffen. § 11. Artikel 27, tweede lid, en de artikelen 28 tot 39 van het Kieswetboek zijn van toepassing. HOOFDSTUK 4 - Afgifte van de kiezerslijst
Art. 13.§ 1. Zodra de kiezerslijst is opgesteld, verstrekt het college van burgemeester en schepenen of de door hem aangeduide ambtenaar kosteloos een elektronisch afschrift van de kiezerslijst aan de personen die daartoe een schriftelijk verzoek indienen en die er zich schriftelijk toe verbinden om een lijst van kandidaten voor de gemeenteraadsverkiezingen in te dienen.
Indien de partij geen kandidatenlijst voordraagt, kan zij geen gebruik meer maken van de kiezerslijst op straffe van de in artikel 197bis van het Kieswetboek vastgestelde straffen. § 2. Iedere persoon die als kandidaat voorkomt op een akte van voordracht ingediend met het oog op de verkiezing, kan elektronische afschriften van de kiezerslijst krijgen, na schriftelijk verzoek aan het college van burgemeester en schepenen of aan de door het college aangewezen ambtenaar.
Het college van burgemeester en schepenen stelt op het ogenblik van de afgifte vast of de belanghebbende als kandidaat bij de verkiezing is voorgedragen.
Indien de aanvrager later van de kandidatenlijst wordt geschrapt, mag hij van de kiezerslijst geen gebruik meer maken, op straffe van de in artikel 197bis van het Kieswetboek vastgestelde straffen. § 3. Het college van burgemeester en schepenen mag enkel afschriften van de kiezerslijst afgeven aan personen die ze overeenkomstig paragraaf 1 of paragraaf 2 aangevraagd hebben.
De personen die deze afschriften hebben ontvangen, mogen ze op hun beurt niet meedelen aan derden.
Personen die over een kiezerslijst beschikken, mogen deze alleen voor verkiezingsdoeleinden gebruiken, en dan nog alleen gedurende de periode tussen de datum waarop de lijst beschikbaar is gesteld en de datum van de verkiezing. Wie geen kandidatenlijst indient en zelf geen kandidaat is, kan de kiezerslijst niet gebruiken, zelfs niet voor verkiezingsdoeleinden.
Eenieder die in het bezit is van een afschrift van de kiezerslijst, moet dit afschrift vernietigen uiterlijk op de dag na de verkiezingsdag waarvoor de originele kiezerslijst was opgesteld.
De met toepassing van de paragrafen 1 en 2 afgegeven afschriften van de kiezerslijst vermelden geen identificatienummer zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen. § 4. De volgende handelingen vormen inbreuken waarop de strafrechtelijke sancties van artikel 197bis van het Kieswetboek van toepassing zijn: 1° afschriften van de kiezerslijst afgeven aan personen die niet gemachtigd zijn deze in ontvangst te nemen;2° gegevens van de kiezerslijst voor andere dan verkiezingsdoeleinden te gebruiken. HOOFDSTUK 5 - Verzending aan de Regering en controle van de kiezerslijst
Art. 14.Uiterlijk op 31 augustus zendt het gemeentebestuur de lijst van de gemeenteraadskiezers aan de Regering.
Deze kan beslissen dat deze verzending elektronisch gebeurt volgens een door haar vastgesteld formaat.
De Regering kan beslissen de kiezerslijst elektronisch en gecentraliseerd ter beschikking te stellen van de gemeente. In dat geval stelt ze hiervoor een verantwoordelijke aan.
Bij ontvangst van de kiezerslijsten worden deze door de Regering gecontroleerd om na te gaan of er geen personen zijn die op meerdere kiezerslijsten vermeld staan.
In geval van dubbele inschrijvingen, licht de Regering de betrokken colleges van burgemeester en schepenen in en vraagt hun advies. Daarna bepaalt de Regering welk college de kiezer dient te schrappen en welk college de inschrijving behoudt.
Het college van burgemeester en schepenen voert de gevraagde correcties zo spoedig mogelijk uit.
Het college geeft onmiddellijk kennis van de schrapping aan de betrokken persoon, die bezwaar kan indienen overeenkomstig artikel 12.
Art. 15.In de gevallen van buitengewone verkiezing vermeld in artikel 2, § 1, tweede en derde lid, en artikel 114, maakt het college van burgemeester en schepenen de kiezerslijst op, hetzij op de datum van de beslissing van de gemeenteraad of van het besluit van de Regering tot oproeping van de kiezers, hetzij op de datum waarop de beslissing tot annulering van de verkiezing aan de gemeenteraad wordt betekend. HOOFDSTUK 6 - Toegang tot de kiezerslijst en het gebruik ervan door de kiesbureaus
Art. 16.§ 1. Ten minste vijfendertig dagen vóór de verkiezing stelt het college van burgemeester en schepenen van de stad Brussel aan de voorzitters van de Franstalige en Nederlandstalige rechtbanken van eerste aanleg te Brussel en de vrederechters van het kanton, langs elektronische weg en tegen ontvangstbewijs, een voor echt verklaard uittreksel van de per stembureau opgestelde kiezerslijst ter beschikking of verleent het hun toegang tot de elektronische lijst.
Voor de andere gemeenten van het Gewest stelt het college van burgemeester en schepenen dit uittreksel ter beschikking van de vrederechter van de hoofdplaats van het kanton.
Bij gebruik van een gecentraliseerde elektronische kiezerslijst zoals voorzien in artikel 14, derde lid, verleent het Gewest de toegang tot deze lijst aan deze personen. § 2. Ten minste zevenentwintig dagen vóór de verkiezing stelt de vrederechter op dezelfde wijze aan voorzitter van het hoofdbureau, dat hij overeenkomstig artikel 18, § 2, derde lid, voor elke gemeente van zijn kanton heeft aangewezen, de kiezerslijst ter beschikking.
Bij gebruik van een gecentraliseerde elektronische kiezerslijst zoals voorzien in artikel 14, derde lid, verleent het Gewest de toegang tot deze lijst aan deze personen. § 3. Tot op de dag van de verkiezing verzekert het college van burgemeester en schepenen actualisering van de lijsten van elke stemafdeling rekening houdend met de besluiten die tot gevolg hebben dat een kiezer op de kiezerslijst wordt ingeschreven of daarvan wordt geschrapt, dat hem het actief kiesrecht wordt ontnomen of geschorst.
TITEL III - De verdeling van de kiezers en de kiesbureaus HOOFDSTUK 1 - Stemafdelingen, stembureaus en hoofdbureaus
Art. 17.Het college van burgemeester en schepenen wijst voor elke stemafdeling een afzonderlijk stemlokaal aan, stembureau genaamd.
Een stemafdeling vertegenwoordigt alle kiezers die in een specifiek stembureau zijn samengekomen.
Verscheidene stemafdelingen kunnen worden bijeengeroepen in lokalen van eenzelfde gebouwengroep, stemcentrum genaamd.
Het hoofdbureau voert de voorbereidingen en de sluiting van de verkiezingen uit en deelt de resultaten mee.
Elke gemeente omvat een hoofdbureau en stembureaus. Bij stemming op papier zijn er tevens telbureaus. Samen vormen zij de kiesbureaus.
In geval van gebruik van: 1° elektronische stemming worden de kiezers door het college van burgemeester en schepenen verdeeld in stemafdelingen van ten minste 150 en ten hoogste 900 kiezers.De Regering kan van deze maximumgrens van 900 kiezers afwijken, zonder dat het aantal kiezers meer dan 2.000 mag bedragen; 2° stemming op papier worden de kiezers door het college van burgemeester en schepenen verdeeld in stemafdelingen van ten hoogste 800 en ten minste 150 kiezers.Elke gemeente heeft dan telbureaus.
Uiterlijk de vijfentwintigste dag voor die van de verkiezing wordt de lijst van de stembureaus opgesteld door de gemeente aan de Regering meegedeeld onder de vorm die hij aanwijst. Deze lijst vermeld het aantal kiezers ingeschreven per stembureau en het adres ervan. HOOFDSTUK 2. - Aanwijzing van de leden van de kiesbureaus
Art. 18.§ 1. Het hoofdbureau bestaat uit een voorzitter, eventueel een plaatsvervangende voorzitter, vier bijzitters, vier plaatsvervangende bijzitters en een secretaris. De voorzitter duidt vrij de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters aan uit de kiezers van de gemeente. De voorzitter duidt, eveneens vrij, de secretaris aan uit de kiezers. Kandidaten mogen geen deel uitmaken van het hoofdbureau.
Het hoofdbureau moet ten minste zevenentwintig dagen voor de stemming worden samengesteld. § 2. Voor wat betreft de stad Brussel, hoofdplaats van het gerechtelijk arrondissement, wordt het hoofdbureau gezamenlijk voorgezeten door de Franstalige en Nederlandstalige voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg of, bij zijn ontstentenis, door de magistraat die hem vervangt.
In de gemeenten die hoofdplaats zijn van een gerechtelijk kanton, wordt het hoofdbureau voorgezeten door de vrederechter of, bij zijn ontstentenis, door één van zijn plaatsvervangers naar dienstouderdom.
In de andere gemeenten wordt de voorzitter van het hoofdbureau vrij door de vrederechter van het kanton uit de volgende gemeenteraadskiezers aangewezen: - de magistraten van de Rechterlijke Orde; - de gerechtelijke stagairs; - de advocaten en de advocaten-stagiairs volgens hun inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs; - de notarissen; - de gerechtsdeurwaarders.
In de gevallen vermeld in lid 1 en 2 wijst de voorzitter van het hoofdbureau een plaatsvervanger aan om hem tijdens zijn afwezigheid op de dag van de stemming te vervangen, wanneer hij gehouden is zich naar een andere gemeente te begeven om er te stemmen.
Art. 19.De voorzitters van de hoofdbureaus delen per elektronische verzending hun contactgegevens mee aan de Regering. Onder contactgegevens worden verstaan de naam en voornamen, telefoonnummer, e-mail- en postadres van het bureau.
Het college van burgemeester en schepenen wijst in elke gemeente minstens 6 maanden voor de dag van de verkiezing een personeelslid van het gemeentebestuur aan dat belast is met de coördinatie van de taken betreffende de verkiezingen waarmee de gemeenten zijn belast. Deze persoon is het contactpunt van de gemeente voor de hoofdbureaus en de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
In de gevallen van buitengewone verkiezing vermeld in de artikelen 2, § 1, tweede en derde lid, en 114 wordt dit personeelslid onverwijld aangesteld.
Art. 20.§ 1. Tijdens de tweede maand die voorafgaat aan die tijdens welke de verkiezing plaatsvindt, maakt het college van burgemeester en schepenen twee lijsten op: 1° de eerste bevat de personen die kunnen worden bekleed met een functie van voorzitter van een stem- of telbureau of van bijzitter of plaatsvervangend bijzitter van een telbureau;2° de tweede bevat de kiezers die aangewezen zouden kunnen worden als bijzitter of plaatsvervangend bijzitter van een stembureau.Deze lijst omvat minstens vierentwintig namen per bureau, gekozen uit de kiezers van de afdeling. Deze lijst mag de in 1° bedoelde personen niet bevatten.
Deze lijsten worden willekeurig opgesteld, met inachtneming van artikel 21. De gegevens met betrekking tot personen die in aanmerking komen voor benoeming als lid van een kiesbureau, zijn afkomstig uit het bevolkingsregister. Er wordt met name gebruik gemaakt van de informatie die aan de gemeentebesturen wordt meegedeeld krachtens artikel 95, § 4 van het Kieswetboek. § 2. De twee lijsten worden uiterlijk de drieëndertigste dag vóór de verkiezing ter beschikking gesteld van de voorzitter van het hoofdbureau.
Art. 21.§ 1. De voorzitter van het hoofdbureau wijst uiterlijk de dertigste dag vóór die van de verkiezing de voorzitters van de stembureaus aan uit de volgende kiezers van de gemeente: - de magistraten van de Rechterlijke Orde; - de hoofdgriffiers, de griffiers-diensthoofden en de griffiers van de hoven, rechtbanken en vredegerechten, alsook de hoofdsecretarissen, de secretarissen-diensthoofden en de parketsecretarissen; - de gerechtelijke stagairs; - de advocaten en de advocaten-stagiairs volgens hun inschrijving op het tableau of de lijst van stagiairs; - de notarissen; - de gerechtsdeurwaarders; - de beoefenaars van de volgende gereglementeerde beroepen: makelaar, architect, accountant, landmeter-expert, apotheker en bedrijfsrevisor; - de bekleders van een ambt die onder de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten ressorteren en de bekleders van een gelijkwaardige graad die ressorteren onder provincies, gemeenten, openbare centra voor maatschappelijk welzijn, onder enige instelling van openbaar nut al dan niet bedoeld in de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op sommige instellingen van openbaar nut of onder de autonome overheidsbedrijven bedoeld in de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven; - het onderwijzend personeel; - de vrijwilligers; - de kiezers van de gemeente.
De voorzitter van het hoofdbureau gebruikt de lijst bedoeld in artikel 20, § 1, 1°. De personen worden willekeurig aangewezen, waarbij ervoor wordt gezorgd dat voldoende maatregelen worden genomen om willekeur te waarborgen. Indien de voorzitter van het hoofdbureau moeite heeft met het samenstellen van de stembureaus op zodanige wijze dat het goede verloop van de stemming zou kunnen worden beïnvloed, mag hij op gemotiveerde wijze overgaan tot de aanwijzingen zonder dat het willekeurige karakter is gegarandeerd. De voorzitter stelt de betrokken personen en de gemeentelijke overheden onverwijld in kennis van deze aanwijzingen. § 2. Op de twintigste dag vóór de verkiezing wijst de voorzitter van het hoofdbureau de voorzitters van de telbureaus, de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus, de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de telbureaus aan.
Deze personen worden benoemd uit de kiezers van de gemeente zoals bepaald in paragraaf 1. De bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus worden echter benoemd uit de kiezers van de stemafdeling. De voorzitter van het hoofdbureau maakt voor de aanwijzingen gebruik van de in artikel 20 genoemde lijst.
Art. 22.Zodra hij de voorzitters van de stembureaus heeft aangewezen, stelt de voorzitter van het hoofdbureau de betrokkenen in kennis van hun aanwijzing. Indien zij verhinderd zijn, moeten zij de voorzitter van het hoofdbureau daarvan binnen drie dagen na de kennisgeving op de hoogte stellen.
Hij voorziet ten spoedigste in de vervanging van degenen die hem binnen drie dagen na ontvangst van het bericht een wettige reden van verhindering hebben doen kennen.
De voorzitter van het hoofdbureau stelt elke voorzitter van het stembureau uiterlijk op de dag van de verkiezingen de in artikel 61 bedoelde kiezerslijsten ter beschikking.
Art. 23.§ 1. De stembureaus bestaan uit een voorzitter en een secretaris, vier bijzitters en vier plaatsvervangende bijzitters.
De Regering kan het aantal bijzitters en plaatsvervangende bijzitters vermeerderen, zonder dat het aantal hoger mag zijn dan zeven.
Kandidaten mogen geen deel uitmaken van het stembureau.
Om een reserve van voorzitters vast te leggen benoemt de voorzitter van het hoofdbureau zoveel plaatsvervangende voorzitters van het stembureau als hij nodig acht. § 2. Eenvormige, up-to-date, verplichte en bezoldigde opleidingen ten behoeve van de voorzitters, plaatsvervangende voorzitters en secretarissen in de stembureaus worden verstrekt.
De Gewestelijke Overheidsdienst Brussel is verantwoordelijk voor de opleiding van het gemeentepersoneel dat door de gemeente wordt aangesteld en deze medewerkers zijn verantwoordelijk voor de opleiding van leden van de kiesbureaus.
De Regering bepaalt het bedrag van het presentiegeld en de modaliteiten voor de organisatie van de opleiding en de betaling van het presentiegeld. § 3. In elk stembureau moet minstens één persoon aanwezig zijn die de opleiding vermeld in paragraaf 2 heeft gevolgd.
Indien op de dag van de verkiezingen ten gevolge van overmacht geen van de in het stembureau aanwezige personen de opleiding heeft gevolgd, wordt een plaatsvervangende voorzitter die de opleiding wel heeft gevolgd, in het stembureau aangesteld.
Art. 24.Binnen achtenveertig uren na de aanwijzing van de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van de stembureaus geeft de voorzitter van het hoofdbureau hun daarvan kennis bij aangetekende brief of elk ander middel dat de datum garandeert en de levering van deze zending, evenals de identificatie van de afzender en de ontvanger waarborgt, en verzoekt hen tevens hun ambt op de gestelde dagen en uren te komen waarnemen; in geval van verhindering geven zij de voorzitter daarvan bericht binnen achtenveertig uren na kennisgeving. Indien het aantal personen die aanvaarden onvoldoende is om het stembureau samen te stellen, wordt het door de voorzitter van het hoofdbureau aangevuld overeenkomstig artikel 21, § 2, tweede lid.
Met een geldboete van 250 tot 1.000 euro wordt gestraft de voorzitter, de bijzitter of de plaatsvervangende bijzitter die binnen de bepaalde tijd de reden van zijn verhindering niet opgeeft, of die, na het ambt te hebben aanvaard, zonder wettige reden nalaat het te vervullen.
De voorzitter van het hoofdbureau geeft elke stembureauvoorzitter kennis van de aanwijzing van de bijzitters en plaatsvervangende bijzitters van zijn bureau.
Art. 25.De voorzitter van het stembureau wijst de secretaris van dit bureau aan uit de kiezers van de gemeente. De secretaris is niet stemgerechtigd.
Art. 26.Indien, naast de voorzitter en de secretaris, ten minste vier personen als bijzitter - effectieve of plaatsvervangende - aanwezig zijn, kan het stembureau vanaf 7 uur worden gevormd. Daartoe kiest de voorzitter uit de personen wiens aanwijzing hem door de voorzitter van het hoofdbureau is meegedeeld, ongeacht of zij als effectief of als plaatsvervanger zijn aangewezen. Indien er om 7.45 uur niet voldoende opgeroepen bijzitters aanwezig zijn, kan de voorzitter een beroep doen op de bijzitters, die in een stembureau van hetzelfde stemcentrum zijn opgeroepen en die niet zijn gekozen om dat bureau te vormen, om zijn bureau aan te vullen. De voorzitter geeft de personen die als bijzitter zijn opgeroepen pas vrij als alle stembureaus van het stemcentrum zijn gevormd.
Indien het stembureau niet kan worden vervolledigd door bijzitters uit hetzelfde stemcentrum, vervolledigt de voorzitter het stembureau door een beroep te doen op de reeds aanwezige kiezers.
Elk bezwaar tegen een dergelijke aanwijzing moet door de getuigen worden ingebracht voor het begin van de verrichtingen. Het stembureau doet onverwijld uitspraak, zonder mogelijkheid van beroep.
Zonder afbreuk te doen aan artikel 23, § 3, in geval van verhindering of afwezigheid van de voorzitter van een bureau bij de opening van het bureau of tijdens het verloop van de stemverrichtingen, nemen de leden van het bureau de nodige maatregelen om het bureau aan te vullen. Een plaatsvervangend voorzitter wordt benoemd overeenkomstig artikel 23, § 1, vierde lid. Indien er geen plaatsvervangend voorzitter is, zorgt het bureau voor de nodige aanvulling. De vervanging wordt vermeld in het proces-verbaal.
Art. 27.De voorzitters van de stembureaus en de bijzitters van het hoofdbureau leggen de volgende eed af: 1° ofwel "Ik zweer de stemmen getrouw op te nemen en het geheim der stemmen te bewaren."; 2° ofwel "Je jure de recenser fidèlement les suffrages et de garder le secret des votes.".
De bijzitters van de stembureaus, de secretarissen, alsmede de getuigen van de kandidaten, leggen de volgende eed af: 1° ofwel "Ik zweer het geheim der stemming te bewaren."; 2° ofwel "Je jure de garder le secret des votes.".
De eed wordt vóór het begin van de verrichtingen door de bijzitter, de secretaris en de getuigen afgelegd in handen van de voorzitter, vervolgens door deze ten overstaan van het samengestelde bureau.
De voorzitter of de bijzitter, die gedurende de verrichtingen benoemd wordt ter vervanging van een verhinderd lid, legt de eed af voordat hij zijn ambt aanvaardt.
Van deze eedafleggingen wordt in het proces-verbaal melding gemaakt.
Zodra het stembureau is samengesteld, controleert de voorzitter in aanwezigheid van de leden van het bureau en vóór de aanvang van de stemming of de stembus leeg is, waarna deze wordt gesloten. HOOFDSTUK 3 - Presentiegeld voor de leden van de kiesbureaus
Art. 28.De leden van de kiesbureaus ontvangen presentiegeld. Het bedrag wordt door de gemeenteraad vastgesteld voor de functie die ze uitvoeren in het kiesbureau. Het mag niet hoger zijn dan het bedrag dat bepaald is bij besluit van de Regering. HOOFDSTUK 4 - De oproeping
Art. 29.Ten minste vijftien dagen vóór de verkiezing zendt het college van burgemeester en schepenen een oproepingsbrief aan elke kiezer, aan de verblijfplaats die hij op dat ogenblik heeft. Kan een oproepingsbrief aan de kiezer niet worden bezorgd, dan wordt hij op het gemeentebestuur neergelegd, waar de kiezer hem kan afhalen tot het einde van de stemming.
De oproepingsbrieven, overeenkomstig het model dat bij besluit van de Regering te bepalen is, vermelden de naam, de voornamen, de hoofdverblijfplaats van de kiezer, het nummer waaronder hij op de kiezerslijst staat, de dag en plaats waarop de kiezer zijn stem moet uitbrengen, het aantal te verdelen zetels en de openings- en sluitingstijden van de stemming. Aan de verzending van de oproepingsbrief mogen geen andere elementen worden toegevoegd.
Een bericht van oproeping wordt ten minste twintig dagen voor de stemming in de gemeente bekend gemaakt. Het bericht wordt ook gepubliceerd op de gemeentelijke website en, indien nodig, in het gemeentelijke informatieblad. Het bevat ten minste de volgende informatie: de dag van de verkiezing, het aantal te verdelen zetels, de openings- en sluitingstijden van de stemming, de voorwaarden voor de vergoeding van reiskosten, het feit dat een kiezer een volmacht kan geven om te stemmen onder de voorwaarden van artikel 59, de tekst van artikel 59, alsook de tekst van artikel 33, § 7, vijfde lid. In het bericht wordt de kiezer eraan herinnerd dat indien hij zijn oproepingsbrief niet heeft ontvangen, hij deze tot het einde van de stemming bij het gemeentebestuur kan afhalen.
TITEL IV - De kiesverrichtingen HOOFDSTUK 1 - Kandidaatstellingen en stembiljetten Afdeling 1 - Principes
Art. 30.Om tot gemeenteraadslid verkozen te kunnen worden en blijven, moet men kiezer zijn en de in artikel 8 of, overeenkomstig artikel 65 van de gemeentekieswet, de in artikel 9 bedoelde kiesbevoegdheidsvoorwaarden behouden.
Niet verkiesbaar zijn: 1° zij die door veroordeling ontzet zijn uit het recht om gekozen te worden;2° overeenkomstig artikel 65 van de gemeentekieswet, de onderdanen van de andere lidstaten van de Europese Unie die, ten gevolge van een individuele burgerrechtelijke of een strafrechtelijke beslissing in hun Staat van herkomst ontheven zijn van het recht om gekozen te worden krachtens het recht van die Staat;3° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen vermeld in 1° en 2°, veroordeeld zijn, zelfs met uitstel, wegens één van de in de artikelen 240, 241, 243 en 245 tot 248 van het Strafwetboek omschreven misdrijven, gepleegd in de uitoefening van een gemeenteambt;deze onverkiesbaarheid eindigt twaalf jaar na de veroordeling; 4° zij die veroordeeld zijn wegens overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme en xenofobie ingegeven daden of op grond van de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistisch regime is gepleegd;5° zij die, onverminderd de toepassing van de bepalingen in het 1° en 2°, bestuurder zijn of geweest zijn van een vereniging die, zelfs met uitstel, is veroordeeld voor een van de overtredingen bedoeld in de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten of de wet van 23 maart 1995. De onverkiesbaarheid bedoeld in de 4° en 5° van het tweede lid geldt voor de 6 jaar die op de opgelopen veroordeling volgen.
Art. 31.§ 1. Ten minste drieëndertig dagen vóór de verkiezing maakt de voorzitter van het hoofdbureau een bericht bekend met de hierna omschreven modaliteiten van de voordrachten van kandidaten en de aanwijzingen van getuigen, de plaats en de dagen waarop hij de kandidaturen en de aanstelling van de getuigen in ontvangst zal nemen.
Dit bericht wordt gepubliceerd op de website van de gemeente.
Voordrachten moeten hetzij elektronisch, bij de voorzitter van het hoofdbureau worden ingediend, hetzij hem ter hand gesteld.
In geval van een elektronische voordracht, kunnen de kandidaturen worden ingediend tot uiterlijk de achtentwintigste dag vóór de dag van de stemming, zestien uur.
Als de voordracht van de kandidaten aan de voorzitter ter hand worden gesteld, verloopt deze procedure op zaterdag, de negentwintigste, of op zondag, de achtentwintigste dag vóór de stemming, tussen dertien en zestien uur.
Wanneer de achtentwintigste dag vóór de verkiezing een wettelijke feestdag is, worden alle voor die datum en de in de vorige leden bedoelde data geplande verkiezingsverrichtingen met achtenveertig uur vervroegd.
De voorzitter van het hoofdbureau neemt de aanwijzingen van de getuigen in ontvangst op dinsdag, de vijfde dag vóór de dag van de verkiezing, van veertien tot zestien uur. § 2. Indien gebruik wordt gemaakt van de elektronische procedure van kandidaatstelling, stelt de gemeentelijke overheid de nodige apparatuur ter beschikking van de hoofdbureaus om de verwerking van de gegevens betreffende de kandidaatstellingen en de aanwijzing van de getuigen mogelijk te maken. § 3. De Regering bepaalt de elektronische middelen die gebruikt mogen worden om de voordracht van kandidaten en de akten van bewilliging aan de voorzitter van het hoofdbureau te bezorgen. Hetzelfde geldt voor de ontvangstmelding afgegeven door de voorzitter van het hoofdbureau. Afdeling 2 - Bescherming en verbod tot gebruik van letterwoorden
Art. 32.§ 1. Elke in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement vertegenwoordigde politieke partij kan een akte indienen tot bescherming van het letterwoord dat zij wil vermelden in de voordracht van kandidaten bedoeld in artikel 33, § 1, en van een gemeenschappelijk volgnummer dat door elke lijst van dezelfde partij in de gemeente zal gebruikt worden.
De akte tot aanvraag van de bescherming vermeldt welk letterwoord, bestaande uit ten hoogste tweeëntwintig tekens, boven de kandidatenlijst moet komen op het stembiljet of op het scherm.
Overeenkomstig artikel 22bis, § 1, van de gemeentekieswet, kan het letterwoord worden gesteld, hetzij in een enkele nationale taal, hetzij vertaald in een andere nationale taal, hetzij in een nationale taal samen met de vertaling in een andere nationale taal.
De akte tot aanvraag van de bescherming van het letterwoord wordt ondertekend door ten minste vijf parlementsleden die tot de politieke partij behoren die dat letterwoord zal gebruiken. Wanneer een politieke partij minder dan vijf parlementsleden telt in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, wordt de akte ondertekend door alle parlementsleden van die partij die in deze vergadering zetelen. Een parlementslid mag slechts één enkele akte voor de gemeenteraadsverkiezingen ondertekenen.
De akte tot aanvraag van de bescherming van het letterwoord wordt de veertigste dag vóór de verkiezing, tussen tien en twaalf uur, aan de Regering of haar gemachtigde overhandigd door een parlementslid-ondertekenaar. Zij vermeldt de naam, de voornamen en het adres van de persoon en van diens plaatsvervanger, die door de politieke partij zijn aangewezen om te attesteren dat een kandidatenlijst door haar erkend wordt in het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad. § 2. Elke in het Brussels Hoofdstedelijk Parlement vertegenwoordigde politieke partij kan tot 1 augustus bij de Regering een gemotiveerd verzoek indienen tot verbod van het gebruik van letterwoorden die in het verleden beschermd werden.
De Regering maakt de verboden letterwoorden bekend in het Belgisch Staatsblad ten laatste op de drieënveertigste dag vóór de verkiezingen. § 3. Onmiddellijk na het indienen van de akten tot aanvraag van de bescherming van een letterwoord houdt de Regering een loting tot aanwijzing van de gemeenschappelijke volgnummers die zullen worden toegekend aan de lijsten met het beschermde letterwoord.
De tabel van de beschermde letterwoorden en de gemeenschappelijke volgnummers die werden toegekend, wordt binnen vier dagen na de loting in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De Regering stelt de voorzitters van de hoofdbureaus in kennis van de toegekende volgnummers, van de beschermde letterwoorden alsook van de naam, de voornamen en het adres van de door de politieke partijen op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen personen en van hun plaatsvervangers die alleen gemachtigd zijn de kandidatenlijsten voor echt te erkennen. § 4. De voordrachten van kandidaten die zich beroepen op een beschermd letterwoord en een gemeenschappelijk volgnummer moeten vergezeld zijn van het attest van de door de politieke partij op het niveau van het administratief arrondissement aangewezen persoon of van zijn plaatsvervanger; indien dergelijk attest niet voorgelegd wordt, weigert de voorzitter van het hoofdbureau ambtshalve het gebruik door deze lijst van het beschermd letterwoord en van het gemeenschappelijk volgnummer.
De voordrachten van kandidaten die zich beroepen op een gemeenschappelijk volgnummer waarvan het overeenkomstig beschermde letterwoord geheel of gedeeltelijk verschilt van het letterwoord dat voorkomt op de voordrachtsakte moeten vergezeld zijn van een verklaring van terbeschikkingstelling van het gemeenschappelijke volgnummer. Deze verklaring is afgeleverd door de persoon die hiertoe wordt aangewezen op het niveau van het administratief arrondissement door de politieke partij aan wie het gemeenschappelijk volgnummer is toegekend.
De voorzitter van het hoofdbureau weigert eveneens ambtshalve het gebruik van ieder letterwoord met de vermelding "LB" of "burgemeester" door een lijst waarop de uittredende burgemeester van de betreffende gemeente niet voorkomt.
Behalve wanneer het gaat over het gebruik van een letterwoord met de vermelding "LB" of "burgemeester", weigert de voorzitter van het hoofdbureau ook ambtshalve het gebruik van ieder niet-beschermd letterwoord, dat gebruikt geweest is tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen, wanneer de akte van voordracht van kandidaten die zich beroepen op dat letterwoord niet ondertekend is door twee derde van de personen die tijdens de vorige gemeenteraadsverkiezingen gekozen werden op de lijst die van dat letterwoord gebruikgemaakt heeft. Er wordt alleen rekening gehouden met de gekozenen die opnieuw kandidaat zijn en met de lijsten die ten minste drie gekozenen telden bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen in de desbetreffende gemeente. Het voormelde bedoelde quotiënt van twee derde wordt afgerond naar de hogere eenheid wanneer de eerste decimaal groter dan of gelijk aan 5 is. § 5. De lijsten die niet beschikken over een beschermd letterwoord of een gemeenschappelijk volgnummer toegekend bij de gewestelijke loting, krijgen een volgnummer toegekend volgens de in artikel 49, § 1, beschreven procedure. Afdeling 3 - De vorm van de voordracht van de kandidaten
Art. 33.§ 1. De voordrachten van kandidaten moeten ondertekend worden hetzij door ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, hetzij: - in de gemeenten van 20.000 inwoners en meer, door ten minste 100 gemeenteraadskiezers; - in de gemeenten van minder dan 20.000 inwoners, door ten minste 50 gemeenteraadskiezers.
Het bevolkingscijfer is datgene dat vastgesteld wordt conform artikel 5, eerste lid, van de Nieuwe Gemeentewet.
Door ondertekening verklaren de kiezers en de uittredende gemeenteraadsleden, bedoeld in het eerste lid, dat zij een kandidatenlijst steunen waarvan zij kennis hebben van het letterwoord, het aantal kandidaten en hun identiteit.
Een kiezer of aftredend gemeenteraadslid mag niet meer dan één voordracht voor dezelfde verkiezing ondertekenen. De kiezer of aftredend gemeenteraadslid die dit verbod overtreedt is strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met geldboete van 130 tot 1.000 euro.
De voordrachtsakte wordt aan de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangstbewijs overhandigd door één van de drie personen die de kandidaten aanwijzen uit de ondertekenende kiezers in hun verklaring van bewilliging of door één van de twee kandidaten die daartoe zijn aangewezen door de aftredende gemeenteraadsleden.
De hoedanigheid van kiezer die de voordracht doen en die van de voorgestelde kandidaat en hun handtekening worden gecertificeerd door de gemeente waar zij ingeschreven zijn door het aanbrengen van het gemeentezegel op de voordrachtsakte.
Wanneer de ondertekenaars op de lijst van de kiezers van de gemeente als kiezer voorkomen, mag het hoofdbureau hun hoedanigheid van kiezer niet betwisten. § 2. De voordrachtsakte vermeldt de naam, de voornamen, de geboortedatum, het geslacht, het identificatienummer bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en de hoofdverblijfplaats van de kandidaten alsook het letterwoord waarin is voorzien bij artikel 32, en dat bovenaan de kandidatenlijst op het stembiljet moet staan. Met uitzondering van het geslacht worden dezelfde vermeldingen indien nodig aangebracht betreffende de kiezers die voordracht doen.
Het letterwoord van de lijst staat eveneens duidelijk vermeld op elke bladzijde waarop handtekeningen van voordragende kiezers voorkomen.
De identiteit van de kandidaat die gehuwd of weduwnaar of weduwe is, mag voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van de echtgenoot of echtgenote of overleden echtgenoot of echtgenote.
Zodra een voordrachtsakte van kandidaten met de vermelding van een bepaald letterwoord is neergelegd, weigert de voorzitter van het hoofdbureau het gebruik van hetzelfde letterwoord door elke andere voordrachtsakte van kandidaten. § 3. De voorgedragen kandidaten bewilligen hun kandidatuur door een gedagtekende en ondertekende schriftelijke verklaring, die aan de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangbewijs wordt overhandigd binnen de tijd bepaald in artikel 31, § 1: de verklaring van bewilliging.
Zij kunnen, in hun verklaring van bewilliging, beslissen geen gebruik te maken van het gemeenschappelijk volgnummer toegekend op grond van artikel 32, niettegenstaande ze toch het letterwoord ervan gebruiken. § 4. Overeenkomstig artikel 23, § 1, achtste lid van de gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, voegen de niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie bij de akte van bewilliging van hun kandidaatstelling een individuele geschreven en ondertekende verklaring waarin ze hun nationaliteit en het adres van hun hoofdverblijfplaats vermelden en waarin ze verklaren: 1° dat zij in een lokale basisoverheid van een andere lidstaat van de Europese Unie geen ambt of mandaat uitoefenen dat gelijkwaardig is aan dat van gemeenteraadslid, schepen of burgemeester;2° dat zij in een andere lidstaat van de Europese Unie geen functies uitoefenen die gelijkwaardig zijn met die welke worden bedoeld in artikel 71, eerste lid, 1° tot 6°, van de Nieuwe Gemeentewet;3° dat zij op de datum van de verkiezing niet ontheven of geschorst zijn van het verkiesbaarheidsrecht in hun Staat van herkomst. In geval van twijfel over de verkiesbaarheid van de kandidaat, meer bepaald na kennisname van zijn verklaring, kan de voorzitter van het hoofdbureau eisen dat deze kandidaat een attest van de bevoegde overheden van zijn Staat van herkomst indient waarin verklaard wordt dat hij, op de datum van de verkiezing, niet ontheven of geschorst is van het verkiesbaarheidsrecht in deze Staat, of dat deze overheden daarvan niets bekend is. § 5. De bewilligende kandidaten wier namen voorkomen op eenzelfde voordracht, worden geacht een enkele lijst te vormen.
Eens de voordrachtsakte aan de voorzitter van het hoofdbureau overhandigd is, kan de bewilligende kandidaat zijn kandidaatstelling niet meer op geldige wijze intrekken, tenzij met de instemming van de ondertekenaars van de akte en van al zijn medekandidaten. § 6. De kandidaten kunnen in hun verklaring van bewilliging een getuige en een plaatsvervangend getuige aanwijzen om de vergaderingen van het hoofdbureau voorgeschreven bij de artikelen 40 tot en met 49, bij te wonen; indien bepaalde kandidaten in afzonderlijke verklaringen van bewilliging verschillende personen hebben aangewezen, komen alleen in aanmerking de aanwijzingen ondertekend door de eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht.
De kandidaten kunnen aangewezen worden als getuigen of plaatsvervangende getuigen voor het hoofdbureau. De functies van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en O.C.M.W.-voorzitter zijn onverenigbaar met de functie van getuige.
De getuigen hebben het recht hun opmerkingen in de processen-verbaal te doen opnemen. § 7. In hun verklaring van bewilliging verbinden de kandidaten zich ertoe de wetsbepalingen inzake beperking en controle van de verkiezingsuitgaven na te leven en deze uitgaven aan te geven. Zij verbinden er zich bovendien toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren.
In hun verklaring van bewilliging, verbinden de kandidaten zich ertoe, bij de verkiezingen en gedurende hun mandaat, de democratische beginselen van een rechtsstaat en de rechten en vrijheden die zijn ingeschreven in de Grondwet, in het Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950 en in het Internationaal Verdrag inzake de Burgerrechten en Politieke Rechten van 19 december 1966, te eerbiedigen.
De lijstaanvoerder moet bovendien binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen, de uitgaven voor de verkiezingspropaganda van de lijst aangeven. Hij verbindt er zich tevens toe de herkomst van de geldmiddelen aan te geven en daarbij de identiteit van de natuurlijke personen die giften van 125 euro en meer hebben gedaan, te registreren.
De hoofdgetuige van de lijst of de daartoe door de lijst gemandateerde persoon verzamelt de aangiften van de verkiezingsuitgaven van elke kandidaat en van de lijst en dient ze in binnen dertig dagen na de datum van de verkiezingen bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg binnen wiens rechtsgebied de gemeente gelegen is.
De aangiften worden vanaf de éénendertigste dag na de datum van de verkiezingen ter griffie van de rechtbank van eerste aanleg gedurende vijftien dagen ter inzage gelegd van alle kiesgerechtigden van de betrokken kieskring, op vertoon van hun oproepingsbrief voor de verkiezingen. § 8. De verklaring van bewilliging en de aangifte worden gesteld op daartoe bestemde formulieren en worden door de aanvragers ondertekend.
Die formulieren worden door de Regering vastgesteld en in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. § 9. Op geen enkele lijst mag het aantal kandidaten lager zijn dan twee of hoger dan het aantal te verkiezen raadsleden.
Op elk van de lijsten met kandidaten voor de verkiezing van gemeenteraden, moeten twee opeenvolgende kandidaten van een verschillend geslacht zijn. De keuze van het geslacht van de kandidaat op de laatste plaats is vrij voor de lijsten met een oneven aantal kandidaten.
De bepaling van het voorgaande lid is enkel van toepassing bij een volledige vernieuwing van de gemeenteraden.
Art. 34.§ 1. Overeenkomstig artikel 23bis van de gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, kan in de gemeenten van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest in de voordrachten melding worden gemaakt van de taalaanhorigheid van de kandidaten. § 2. De taalaanhorigheid van de belanghebbende wordt vastgesteld door een schriftelijke verklaring ondertekend door: 1° hetzij ten minste 100 gemeenteraadskiezers die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt;2° hetzij ten minste twee leden van de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt;3° hetzij ten minste twee aftredende gemeenteraadsleden, die behoren tot de taalgroep waar de voordracht de belanghebbende bij indeelt, voor zover de taalaanhorigheid van deze leden werd vastgesteld, overeenkomstig de bepalingen van dit artikel. Niemand mag, op straffe van nietigheid van de verklaringen, tegelijk twee verklaringen van taalaanhorigheid afleggen, de ene van Franse taalaanhorigheid en de andere van Nederlandse taalaanhorigheid. Indien een zelfde persoon achtereenvolgens verklaringen van verschillende taalaanhorigheid aflegt, stelt alleen de eerste verklaring zijn taalaanhorigheid geldig vast. Evenwel stelt tot de indiening van de akte van voordracht van de kandidaten voor de verkiezing van de gemeenteraad volgend op die van 8 oktober 2000 enkel de meest recente verklaring van taalaanhorigheid de taalaanhorigheid vast.
Voor de toepassing van het eerste lid, 1°, wordt de taalaanhorigheid van de gemeenteraadskiezers bepaald door de taal waarin hun identiteitskaart opgemaakt is, of, wanneer zij in de twee talen opgemaakt is, door de taal van de specifieke vermeldingen die erop aangebracht zijn.
Art. 35.De aangiften van de verkiezingsuitgaven, ingediend overeenkomstig artikel 33, § 7, vierde lid worden bewaard op de griffie van de rechtbank van eerste aanleg tot de honderdéénentwintigste dag na de datum van de verkiezingen.
Indien een klacht als bedoeld bij artikel 12 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn, of een bezwaar als bedoeld bij artikel 109, wordt ingediend binnen honderdtwintig dagen na de datum van de verkiezingen, wordt de aangifte van de verkiezingsuitgaven van de kandidaat die het voorwerp is van de klacht, op hun verzoek overgezonden aan de betrokken Procureur des Konings of aan het college bedoeld in artikel 83quinquies, § 2, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen.
Indien geen enkele klacht als bedoeld bij artikel 12 van dezelfde wet van 7 juli 1994, noch een bezwaar als bedoeld bij artikel 109, wordt ingediend binnen de in het vorige lid bepaalde termijn, kunnen de betrokken documenten door de kandidaten worden afgehaald. Documenten die niet zijn afgehaald binnen dertig dagen na het verstrijken van voornoemde termijn, worden vernietigd.
Art. 36.In de voordrachtsakte worden de kandidaten genummerd in de volgorde waarin ze worden voorgedragen. Deze nummering, zoals die bepaald is op het ogenblik van de definitieve afsluiting van de lijsten, wordt overgenomen op de stembiljetten of stemschermen.
Art. 37.De Regering bepaalt regels wat betreft de wijze waarop de naam van de kandidaten vermeld moet worden op de voordrachtsakte van de kandidaten. Nadat de voorzitter van het hoofdbureau de kandidatuur heeft aanvaard, dient de naam van de kandidaat op het stembiljet of stemscherm te verschijnen zoals die is aanvaard door de voorzitter.
Art. 38.Kandidaten kunnen beslissen om zich op te geven onder een andere benaming dan hun officiële identiteit. Het staat hen vrij een andere voornaam te kiezen dan hun eerste voornaam, indien die andere voornaam hun gebruikelijke voornaam is. Hetzelfde geldt voor de naam.
De Regering bepaalt de regeling ter zake. Afdeling 4 - De getuigen in de stembureaus
Art. 39.Vijf dagen vóór de verkiezing kan de eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht voor zijn lijst zoveel getuigen en zoveel plaatsvervangende getuigen aanwijzen als er stembureaus en telbureaus zijn.
Niemand mag als getuige worden aangewezen, indien hij geen gemeenteraadskiezer is in het administratief arrondissement.
De eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht beslist voor iedere getuige in welk stem- of telbureau hij tijdens de hele duur van de verrichtingen zijn opdracht zal vervullen.
Getuigen mogen in geen geval worden toegelaten tot een ander stembureau dan dat waaraan zij zijn toegewezen. De eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht geeft hiervan zelf kennis aan de door hem aangewezen getuigen. Deze kennisgeving wordt medeondertekend door de voorzitter van het hoofdbureau.
De getuigen die kiezer zijn in een andere gemeente moeten van hun hoedanigheid van gemeenteraadskiezer doen blijken door overlegging, hetzij van de oproepingsbrief voor de verkiezingen in hun gemeente, hetzij van een uittreksel uit de kiezerslijst.
De kandidaten kunnen als getuige of als plaatsvervangend getuige worden aangewezen in een stembureau. De ambten van minister, staatssecretaris, parlementslid, burgemeester, schepen en O.C.M.W.-voorzitter zijn onverenigbaar met een functie als getuige.
De getuigen hebben, zonder afbreuk te doen aan het voorgaande lid, louter een observatierol. Ze mogen niet deelnemen aan de operaties van het stembureau, ze mogen geen kiezers helpen, ze moeten discreet blijven en mogen de stemming niet beïnvloeden. Bij poging tot beïnvloeding van de stemming kan de voorzitter van het bureau, na een eerste verwittiging, de getuige laten verwijderen uit het stemlokaal.
De getuigen moeten de informatiebrief, die hen is toegezonden, voorleggen aan de voorzitter van het bureau waarin ze zijn aangewezen.
De getuigen hebben het recht de enveloppes waarvan sprake in de artikelen 75, 77 en 93 te verzegelen en hun opmerkingen in het proces-verbaal te doen opnemen. Afdeling 5 - De controle van de kandidaturen
Art. 40.§ 1. De kandidaten en de kiezers die de voordrachten van kandidaten hebben ingeleverd, mogen ter plaatse inzage nemen van alle ingediende voordrachten en schriftelijk hun opmerkingen aan het hoofdbureau meedelen.
Dit recht kan uitgeoefend worden gedurende de termijn bepaald voor de inlevering van de voordrachten en gedurende twee uren na het verstrijken van die termijn. Het kan ook nog uitgeoefend worden de zevenentwintigste dag vóór de stemming, van 13 tot 16 uur. Na het verstrijken van deze termijn sluit het hoofdbureau de kandidatenlijst voorlopig af. § 2. Met uitzondering van de leeftijdsvereiste, die moet vervuld zijn op de datum van de verkiezing, moet aan de verkiesbaarheidsvereisten voldaan zijn vanaf de dag waarop de lijst van de gemeenteraadskiezers wordt opgemaakt.
Het hoofdbureau wijst de kandidaten af die niet de hoedanigheid van kiezer bezitten. Het wijst ook niet-Belgische kandidaten van de Europese Unie af die bij hun akte van bewilliging niet de verklaring en, in voorkomend geval, evenmin het bewijs gevoegd hebben die bedoeld zijn in artikel 33, § 4.
Het hoofdbureau wijst eveneens de lijsten af die niet hebben voldaan aan de bepalingen van artikel 33, § 9, alsook de lijsten waarvan de letterwoorden niet voldoen aan de bepalingen van artikel 32.
Wanneer vastgesteld wordt dat de voorwaarden gesteld in artikel 34, § 2, niet vervuld zijn, gaat het hoofdbureau over tot het weglaten van de vermelding van de taalaanhorigheid.
Art. 41.Wanneer het hoofdbureau de voordracht van bepaalde kandidaten onregelmatig verklaart, worden de redenen van die beslissing in het proces-verbaal opgenomen en onmiddellijk wordt een uittreksel hieruit, met de woordelijke opgave van de aangevoerde redenen, bij aangetekende brief of elk ander middel dat de datum garandeert en de levering van deze zending, evenals de identificatie van de afzender en de ontvanger waarborgt, toegezonden aan de kiezer of de kandidaat die de akte waarop de afgewezen kandidaten voorkomen heeft ingeleverd.
Is de inlevering door twee of drie ondertekenaars gedaan dan wordt de informatie gericht aan de indiener, die als eerste is aangewezen in de voordrachtsakte als het gaat over een voordracht van kandidaten door uittredende gemeenteraadsleden, of aan degene die als eerste is aangewezen in de akte van bewilliging als het gaat over een voordracht van kandidaten door kiezers.
Wanneer de onverkiesbaarheid van een kandidaat als reden is aangevoerd, wordt het uittreksel uit het proces-verbaal op dezelfde wijze ook aan die kandidaat gestuurd.
Art. 42.Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, een van de erop voorkomende kandidaten, kunnen de zesentwintigste dag vóór de stemming, tussen 13 en 15 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangstbewijs een met redenen omkleed bezwaarschrift tegen de aanvaarding van bepaalde kandidaturen indienen.
De voorzitter van het hoofdbureau geeft aan de kiezer of de kandidaat die de betwiste voordracht heeft ingeleverd, onmiddellijk bij aangetekende brief of elk ander middel dat de datum garandeert en de levering van deze zending, evenals de identificatie van de afzender en de ontvanger waarborgt, kennis van het bezwaar, onder vermelding van de aangevoerde redenen. Is de inlevering door twee of drie ondertekenaars gedaan dan wordt de brief gericht aan de indiener, die als eerste is aangewezen in de voordrachtsakte als het gaat over een voordracht van kandidaten door uittredende gemeenteraadsleden, of aan degene die als eerste is aangewezen in de akte van bewilliging als het gaat over een voordracht van kandidaten door kiezers.
Wanneer de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, wordt ook hij op dezelfde wijze daarover rechtstreeks ingelicht.
Art. 43.Indien het hoofdbureau bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst bepaalde kandidaten wegens onverkiesbaarheid afgewezen heeft of indien een bezwaarschrift, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat, overeenkomstig artikel 42 is ingediend, verzoekt de voorzitter van het hoofdbureau de gemeentelijke administratie van de woonplaats van de kandidaat, elektronisch of bij een door de secretaris van het hoofdbureau aan de gemeentelijke administratie gedragen vordering, om aan hem een voor eensluidend verklaard afschrift van of uittreksel uit alle stukken die dat bestuur in zijn bezit heeft en die omtrent de verkiesbaarheid van de kandidaat nadere aanwijzingen kunnen verschaffen toe te zenden bij aangetekend schrijven of elk ander middel dat de datum garandeert en de levering van deze zending, evenals de identificatie van de afzender en de ontvanger waarborgt.
Indien de kandidaat zijn woonplaats niet sedert ten minste vijftien dagen in de gemeente heeft en zijn de stukken waaruit onverkiesbaarheid kan blijken, nog niet bij het gemeentebestuur ingekomen, dan zendt deze laatste de schriftelijke uitnodiging van de voorzitter van het hoofdbureau door aan het gemeentebestuur van de vorige woonplaats.
De voorzitter kan, indien hij het dienstig acht, andere onderzoekingen instellen zowel over de verkiesbaarheid van de betrokken kandidaten als over de andere aangevoerde onregelmatigheden.
Alle stukken die ter uitvoering van dit artikel worden aangevraagd, worden kosteloos afgegeven.
Art. 44.Zij die de aanvaarde of afgewezen lijsten hebben ingeleverd, of, bij hun ontstentenis, een van de erop voorkomende kandidaten, kunnen de vierentwintigste dag vóór de stemming, tussen 14 en 16 uur, op de plaats aangewezen voor het inleveren van de voordrachten, bij de voorzitter van het hoofdbureau tegen ontvangstbewijs een memorie indienen tot betwisting van de onregelmatigheden waarmee bij het voorlopig afsluiten van de kandidatenlijst rekening is gehouden of die de dag na die afsluiting ingeroepen zijn. Wanneer de onregelmatigheid gelegen is in onverkiesbaarheid van een kandidaat, kan een memorie worden ingediend met inachtneming van dezelfde regels.
De in het vorige lid bedoelde personen kunnen in voorkomend geval een verbeterings- of aanvullingsakte indienen.
De verbeterings- of aanvullingsakte is alleen dan ontvankelijk wanneer de voordracht ofwel een of meer op de voordracht voorkomende kandidaten afgewezen zijn om een van de volgende redenen: 1° ontbreken van het vereiste aantal regelmatige handtekeningen van voordragende kiezers;2° te groot aantal kandidaten;3° gemis van regelmatige bewilliging;4° geen of onvoldoende vermelding van de naam, de voornamen, de geboortedatum, de hoofdverblijfplaats van de kandidaten of van de tot inlevering van de akte gemachtigde kiezers;5° niet-nakoming van de regels omtrent de rangschikking van de kandidaten of de schikking van hun namen;6° niet-nakoming van de regels omtrent de evenwichtige samenstelling van de kandidatenlijsten, bedoeld in artikel 33, § 9;7° niet-nakoming van de regels omtrent het letterwoord bedoeld in artikel 32;8° wanneer een kandidaat zijn kandidatuur geldig intrekt;9° in geval van overlijden na de voorlopige afsluiting. Behalve in het geval bedoeld in 6°, 8° en 9° van het voorgaande lid en bedoeld in artikel 48, mag de verbeterings- of aanvullingsakte geen naam van een nieuwe kandidaat bevatten. Behalve in het geval voorzien in 6° van het voorgaande lid, mag ze de in de afgewezen akte aangenomen volgorde van voordracht niet wijzigen.
Vermindering van een te groot aantal kandidaten is slechts mogelijk wanneer uit een schriftelijke verklaring van een kandidaat blijkt dat hij zijn bewilligingsakte intrekt.
De nieuwe overeenkomstig het vierde lid voorgedragen kandidaten moeten de hun aangeboden kandidatuur in een schriftelijke verklaring bewilligen.
De geldige handtekeningen van de voordragende kiezers en van de bewilligende kandidaten, alsmede de regelmatige vermeldingen in de afgewezen voordracht, blijven van kracht, indien de verbeterings- of aanvullingsakte aanvaard wordt.
Art. 45.Het hoofdbureau vergadert de vierentwintigste dag vóór de stemming, om 16 uur.
In voorkomend geval onderzoekt het de stukken die de voorzitter overeenkomstig de artikelen 42, 43 en 44 ontvangen heeft, en beslist erover na de betrokkenen te hebben gehoord indien zij het verlangen.
Het verbetert de kandidatenlijst, indien daartoe grond bestaat, en sluit ze daarna definitief af.
Tot deze vergadering worden enkel toegelaten zij die de lijsten hebben ingeleverd of, bij hun ontstentenis, de kandidaten die een stuk als bepaald bij de artikelen 42 en 44 hebben overhandigd, alsmede de getuigen aangewezen krachtens artikel 33, § 6.
Indien de verkiesbaarheid van een kandidaat wordt betwist, mogen ook die kandidaat en de indiener van het bezwaar, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, de vergadering bijwonen. Hun aanwezigheid, hetzij persoonlijk, hetzij bij gemachtigde, is een vereiste voor de ontvankelijkheid van het beroep waarvan sprake is in artikel 46.
Art. 46.Wanneer het hoofdbureau een kandidatuur verwerpt wegens onverkiesbaarheid van de kandidaat, wordt hiervan in het proces-verbaal melding gemaakt en, indien de afgewezen kandidaat aanwezig of vertegenwoordigd is, verzoekt de voorzitter de kandidaat of zijn gemachtigde desverlangd op het proces-verbaal een verklaring van beroep te ondertekenen.
Wanneer een bezwaar, gegrond op de onverkiesbaarheid van een kandidaat afgewezen wordt, dient dezelfde procedure te worden toegepast en de indiener van het bezwaar of zijn gemachtigde wordt verzocht een verklaring van beroep te ondertekenen, indien hij het verlangt.
Art. 47.Artikel 125, derde en vierde lid en de artikelen 125bis, 125ter en 125quater van het Kieswetboek, zijn van toepassing mits de volgende wijzigingen: - in het voorlaatste lid van artikel 125 worden volgende woorden weggelaten "Voor de Kamer van volksvertegenwoordigers" alsook de tweede zin; - in elk van deze artikelen wordt het woord "arrondissementshoofdbureau" vervangen door het woord "hoofdbureau".
Art. 48.Een kandidaat mag niet voorkomen op meer dan één lijst voor eenzelfde verkiezing. De bewilligende kandidaat die deze verbodsbepaling overtreedt, is strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met geldboete van 130 tot 1.000 euro.
Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt.
In het geval een kandidaat geschrapt is van de lijst om voormelde reden, kan een verbeterings- of aanvullingsakte worden ingediend zoals bedoeld in artikel 44 ten einde de nakoming van de regels van de evenwichtige samenstelling van de lijsten te eerbiedigen. Afdeling 6 - Definitieve afsluiting van de lijsten en het opmaken van
de stemschermen of stembiljetten
Art. 49.§ 1. Op de dag van de definitieve afsluiting van de lijsten, gaat de voorzitter van het hoofdbureau, onmiddellijk na het afsluiten van de lijsten, over tot de loting van de nummers van lijsten die geen gemeenschappelijk volgnummer hebben. De loting gebeurt vanaf het eerstvolgende hogere nummer ten opzichte van het laatste nummer dat werd toegekend bij de loting door de Regering, overeenkomstig artikel 32, § 3.
Er wordt eerst een volgnummer toegekend aan de volledige lijsten, vervolgens aan de onvolledige lijsten. § 2. In geval van elektronische stemming zendt de voorzitter van het hoofdbureau deze lijsten en het hen toegekende nummer op dezelfde dag langs elektronische weg toe aan de Regering.
De stukken waarin alle volgnummers en letterwoorden van de voorgedragen lijsten en de kandidatenlijsten voorkomen, zoals de programmatuur ze op het beeldscherm zal doen verschijnen, worden ter goedkeuring voorgelegd aan de voorzitter van het hoofdbureau, die de overeenstemming nagaat tussen deze stukken en het proces-verbaal van de definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten. Elke voorzitter of de door hem aangewezen persoon valideert de documenten na in voorkomend geval de nodige verbeteringen te hebben laten aanbrengen en stuurt de gevalideerde documenten terug naar de Regering.
Deze laat de gegevensdragers die voor de optelling van de stemmen door de hoofdbureaus zijn bestemd, alsook deze die voor de stembureaus zijn bestemd, opmaken. § 3. Op de stembiljetten of het stemscherm worden lijsten gerangschikt in de volgorde van hun nummer, toegekend krachtens paragraaf 1 en artikel 32, § 3.
Twee of meer onvolledige lijsten kunnen in een zelfde kolom worden ondergebracht. In dat geval, bij stemming op papier, bepaalt het hoofdbureau bij loting de plaats van de kolommen en de nummers van de lijsten die in deze kolommen moeten worden opgenomen.
Op het stembiljet of op het scherm met alle lijsten van kandidaten hebben de letterwoorden van de lijsten dezelfde hoogte. § 4. Indien gebruik wordt gemaakt van stemming op papier, worden de kandidatenlijsten achtereenvolgens op het stembiljet vermeld. Elke kandidatenlijst wordt voorafgegaan door een voor de stemming gereserveerd vakje en een in Arabische cijfers gedrukt volgnummer dat ten minste 1 centimeter hoog en 4 millimeter dik is, alsmede door de overeenkomstig artikel 32 bij de voordracht van de kandidaten vermeld letterwoord.
De naam en voornamen van elke kandidaat op de lijst worden voorafgegaan door een volgnummer en gevolgd door een kleiner stemvakje. De namen en voornamen van de kandidaten worden in de volgorde van voordracht vermeld in de kolom voor de lijst waartoe zij behoren.
De stemvakken zijn zwart, met in het midden een stipje van dezelfde kleur als het papier en met een diameter van 4 mm. § 5. In geval van elektronische stemming wordt de opmaak van de stemschermen vastgesteld door de Regering.
Zodra de stemschermen zijn opgesteld, zorgt de Regering voor alle gemeenten voor de publicatie van de kandidatenlijsten, zoals deze op het scherm zullen verschijnen, op de gewestelijke verkiezingswebsite.
Art. 50.§ 1. In geval van beroep verdaagt het hoofdbureau de verrichtingen bepaald in de artikelen 49 en het vergadert de twintigste dag vóór de verkiezing, te 18 uur, om tot die verrichtingen te kunnen overgaan zodra het in kennis is gesteld van de beslissingen van het Hof van Beroep. § 2. Van zodra het hoofdbureau het stembiljet of de stemschermen heeft opgemaakt, worden de definitieve kandidatenlijsten ter raadpleging bij het gemeentebestuur ingediend.
De lijsten worden dezelfde dag bekendgemaakt op de gemeentelijke website, samen met de onderrichtingen voor de kiezers beschreven in de artikelen 64 tot 67 in het geval van elektronische stemming, of 69 in het geval van stemming op papier.
Vanaf de negentiende dag vóór de stemming deelt de voorzitter van het hoofdbureau de officiële kandidatenlijst mee aan de kandidaten en aan de kiezers die hen hebben voorgedragen, indien zij het vragen.
Art. 51.De Regering zorgt ervoor dat, uiterlijk de derde dag vóór de dag van de verkiezingen, de gegevensdragers met de software en met de kandidatenlijsten in een verzegelde tas, specifiek voor elk stembureau, tegen ontvangstbewijs overhandigd worden aan de voorzitters van de hoofdbureaus.
Per stembureau worden de nodige veiligheidselementen voor het gebruik van de gegevensdragers in een aparte verzegelde enveloppe geplaatst in de bovenvermelde tas.
Ten laatste de ochtend van de verkiezingen overhandigt de voorzitter van het hoofdbureau aan elke voorzitter van het stembureau, tegen ontvangstbewijs, de bovenvermelde tas die voor hem bestemd is.
Art. 52.In geval van stemming op papier, zodra het hoofdbureau de tekst en de inrichting van de stembiljetten heeft vastgesteld, laat de voorzitter van dit bureau de biljetten met zwarte inkt op stempapier drukken of vermenigvuldigen. Dit is wit van kleur. Het is verboden enig ander stembiljet te gebruiken.
In ieder geval moeten de stembiljetten die voor eenzelfde stemming gebruikt worden, volkomen gelijk zijn.
De afmetingen van de stembiljetten worden bij besluit van de Regering bepaald op basis van het aantal te kiezen gemeenteraadsleden.
Art. 53.In geval van stemming op papier, ten laatste op de dag van de stemming zendt de voorzitter van het hoofdbureau de voor de verkiezing nodige stembiljetten in verzegelde verpakking aan de voorzitter van elke stemafdeling; op de verpakking worden het adres en het aantal ingesloten stembiljetten vermeld. De verpakking mag niet worden ontzegeld en geopend dan in aanwezigheid van het regelmatig samengestelde stembureau.
De stembiljetten worden onmiddellijk nageteld en de uitslag wordt in het proces-verbaal opgetekend.
De voorzitter van het hoofdbureau zendt terzelfdertijd aan de voorzitter van elk telbureau het formulier dat hij heeft laten opmaken overeenkomstig de voorschriften van artikel 93, derde lid en dat de voorzitters van de telbureaus na de telling moeten invullen. HOOFDSTUK 2 - Inrichting van de stemlokalen en stemming Afdeling 1 - Inrichting van de stemlokalen en ordehandhaving in de
stemlokalen
Art. 54.Het stemlokaal en de stemhokjes worden ingericht volgens het model vastgesteld door de Regering.
In geval van elektronische stemming, is er ten minste één stemhokje per tweehonderd kiezers. De Regering kan het aantal kiezers per stemhokje vermeerderen zonder de grens van 300 kiezers per stemhokje te overschrijden.
In afwijking van het vorige lid, is er is ten minste één stemhokje per honderdvijftig kiezers in geval van stemming op papier.
Art. 55.Het elektronisch stemsysteem omvat per stembureau: 1° een of meer stemcomputers met aanraakscherm, geïntegreerde printer en kaartlezer;2° minstens een scanner ter visualisatie van de barcode;3° een computer voor de voorzitter met een eenheid om de chipkaarten te initialiseren;4° één elektronische stembus met een scanner, en een sluitsysteem voor de gleuf van de stembus;5° chipkaarten. In elk stembureau wordt op zijn minst één stemhokje uitgerust met een computer met scanner ter visualisatie van de barcode. De overige stemhokjes van het stembureau worden uitgerust met een stemcomputer.
Elk stembureau heeft een wachtzone die zich minstens op één meter van de stembus bevindt.
In de stembureaus zijn noch de computer van de voorzitter, noch de stemmachines aangesloten op een datanetwerk.
Art. 56.In het wachtlokaal van de stembureaus worden de kandidatenlijsten op een daartoe bestemd bord aangeplakt. De tekst van artikel 57 betreffende de ordehandhaving in het stemlokaal wordt in het stemlokaal aangeplakt. De onderrichtingen voor de kiezers, zoals beschreven in de artikelen 64 tot en met 67 in het geval van elektronische stemming, of in artikel 69 in het geval van stemming op papier, worden buiten elk stembureau aangeplakt.
Een exemplaar van dit Wetboek is in elk stemcentrum beschikbaar.
Art. 57.De voorzitter van het stembureau neemt de nodige maatregelen om orde en rust te handhaven in het stembureau en in de omgeving van het stembureau.
Hij is tevens belast met de handhaving van de orde in het lokaal en kan die bevoegdheid wat het wachtlokaal betreft, aan een lid van het stembureau overdragen.
Alleen de leden van het stembureau, de kiezers van de stemafdelingen, hun gevolmachtigde of begeleider worden in het wachtlokaal toegelaten.
De getuigen die zijn aangewezen overeenkomstig artikel 39, worden in het stemlokaal toegelaten op vertoon van hun oproepingsbrief aan de voorzitter van het stembureau.
In het gedeelte van het lokaal waar wordt gestemd, worden de kiezers niet langer toegelaten dan nodig is om hun stem uit te brengen.
De deskundigen, die zijn aangewezen bij artikel 4, het geaccrediteerd gewestelijk- of gemeentepersoneel, de waarnemers voorzien in artikel 58 en de personen die belast zijn met het verlenen van technische bijstand worden toegelaten in de stemlokalen op de dag van de stemming na vertoon aan de voorzitter van het stembureau van hun legitimatiekaart uitgereikt door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Niemand mag de stembureaus gewapend betreden.
In de stemlokalen of in de nabijheid ervan mag geen gewapende macht worden opgesteld zonder opvordering van de voorzitter van het stembureau. De burgerlijke overheid en de militaire bevelhebbers zijn gehouden zijn opvorderingen op te volgen.
Art. 58.§ 1. De Regering kan waarnemers machtigen om alle kiesverrichtingen te volgen. De waarnemers hebben louter een observatierol. Ze mogen noch deelnemen aan de operaties van het stembureau, noch kiezers helpen. Ze moeten discreet blijven en mogen de stemming niet beïnvloeden.
De waarnemers moeten in het bezit zijn van een legitimatiekaart uitgereikt door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.
Bij poging tot beïnvloeding van de stemming kan de voorzitter van het bureau, na een eerste verwittiging, de waarnemer laten verwijderen uit het stemlokaal. § 2. Hij die, zonder lid van het stembureau, kiezer van de stemafdeling, volmachthouder, getuige, deskundige aangewezen bij artikel 4, geaccrediteerd gewestelijk- of gemeentepersoneel, waarnemer, bedoeld in artikel 58, § 1, verlener van technische bijstand, bedoeld in artikel 57, of begeleider, bedoeld in artikel 70, te zijn, gedurende de kiesverrichtingen het lokaal van een der stemafdelingen betreedt, wordt op bevel van de voorzitter of van zijn gemachtigde uit het lokaal verwijderd; indien hij weerstand biedt of opnieuw binnentreedt, wordt hij gestraft met geldboete van 250 tot 2.500 euro. § 3. Zij die in het stemlokaal de stemming proberen te beïnvloeden of op enigerlei wijze aanzetten tot wanorde, worden door de voorzitter of zijn gemachtigde tot de orde geroepen; indien zij daarmee voortgaan, kan de voorzitter of zijn gemachtigde hen doen verwijderen, met dien verstande dat hij hen opnieuw moet binnenlaten om te stemmen.
Van het bevel tot verwijdering wordt in het proces-verbaal melding gemaakt en de schuldigen worden gestraft met een geldboete van 250 tot 2.500 euro. Afdeling 2 - De volmacht
Art. 59.§ 1. De volgende kiezers kunnen een andere kiezer machtigen om in hun naam te stemmen: 1° de kiezer die wegens ziekte of handicap niet in staat is om zich naar het stembureau te begeven of er naartoe gevoerd te worden.Deze onbekwaamheid wordt geattesteerd op het volmachtformulier bedoeld in paragraaf 3. Geneesheren, die als kandidaat voor de verkiezing zijn voorgedragen, mogen een dergelijk attest niet afgeven; 2° de kiezer die om beroeps- of dienstredenen: a) in het buitenland is opgehouden, alsook de kiezers leden van zijn gezin of van zijn gevolg die met hem aldaar verblijven;b) zich de dag van de stemming in het Rijk bevindt, maar in de onmogelijkheid verkeert zich in het stembureau te melden. De onder a) en b) bedoelde onmogelijkheid moet door de militaire of burgerlijke overheid of door de werkgever onder wie de betrokkene ressorteert, vermeld worden op het in paragraaf 3 bedoelde volmachtformulier; 3° de kiezer die een activiteit als zelfstandige uitoefent en zich wegens die activiteit niet in het stembureau kan melden.De burgemeester van de verblijfplaats of zijn afgevaardigde vermeldt deze onmogelijkheid op het in paragraaf 3 bedoelde volmachtformulier, op voorwaarde dat de kiezer zijn ondernemingsnummer voorlegt en een verklaring op erewoord indient waarin hij verklaart niet naar het stembureau te kunnen komen.
De Regering bepaalt het model van de verklaring op erewoord. De aanvraag moet worden ingediend bij de burgemeester van de verblijfplaats ten laatste op de dag vóór de dag van de verkiezing.
Hetzelfde geldt voor de gezinsleden van een zelfstandige die het beroep uitoefent van schipper, marktkramer of foorkramer, die met hem samenwonen; 4° de kiezer die de dag van de stemming ten gevolge van een rechterlijke maatregel in een toestand van vrijheidsbeneming verkeert. Deze toestand wordt door de directie van de inrichting waarin de betrokkene verblijft, op het in paragraaf 3 bedoelde volmachtformulier vermeld; 5° de kiezer die in de onmogelijkheid verkeert zich op het stembureau te melden om reden van deelname aan een activiteit verbonden aan de uitoefening van zijn geloof of overtuigingen, overeenkomstig artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.Deze onmogelijkheid wordt op het in paragraaf 3 bedoelde volmachtformulier geattesteerd door de organisatoren van de activiteit waaraan de kiezer in het kader van zijn godsdienst of levensovertuiging deelneemt; 6° de student die zich, om studieredenen, in de onmogelijkheid bevindt zich in het stembureau te melden.Deze onmogelijkheid moet door de directie van de onderwijsinstelling waaraan de student studeert, op het in paragraaf 3 bedoelde volmachtformulier vermeld worden; 7° de kiezer die, om andere dan de voormelde redenen, op de dag van de stemming van zijn verblijfplaats afwezig is wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland en zich bijgevolg in de onmogelijkheid bevindt om zich in het stembureau te melden.De burgemeester van de verblijfplaats of zijn afgevaardigde vermeldt deze onmogelijkheid op het in paragraaf 3 bedoelde volmachtformulier, op voorwaarde dat de kiezer de nodige bewijsstukken voorlegt of op basis van een verklaring op erewoord als de kiezer een dergelijk bewijsstuk niet kan voorleggen. De aanvraag moet worden ingediend bij de burgemeester van de verblijfplaats ten laatste op de dag vóór de dag van de verkiezing. § 2. Als volmachtkrijger kan elke andere kiezer aangewezen worden.
Iedere volmachtkrijger mag slechts één volmacht hebben. § 3. De volmacht wordt gesteld op een formulier waarvan het model door de Regering wordt bepaald; het wordt kosteloos afgegeven op het gemeentebestuur of kan gedownload worden van de gewestelijke verkiezingswebsite.
De volmacht vermeldt de verkiezing waarvoor ze geldig is, de naam, de voornamen, het identificatienummer zoals bedoeld in artikel 2, § 3, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen en het adres van de volmachtgever en van de volmachtkrijger.
Het volmachtformulier wordt door de volmachtgever en de volmachtkrijger ondertekend. Het wordt tevens ondertekend door de persoon die de onmogelijkheid om naar het stembureau te komen, attesteert en bevat de stempel van de instelling, overheid of onderneming die deze persoon vertegenwoordigt. § 4. De volmachtkrijger moet eerst namens zichzelf stemmen in het hem daartoe aangewezen stembureau.
Om voor de volmachtgever te mogen stemmen in het bureau dat aan de volmachtgever is toegewezen, overhandigt de volmachtkrijger aan de voorzitter van dit stembureau het ingevulde volmachtformulier bedoeld in paragraaf 3 en toont hij hem zijn identiteitskaart en zijn eigen oproepingsbrief waarop de naam van de gemeente en de datum van de verkiezing moet voorkomen overeenkomstig artikel 61, tweede lid. De voorzitter van het stembureau vermeldt op de oproepingsbrief van de gemachtigde "heeft bij volmacht gestemd".
In geval van een gecentraliseerde aanstipping van de kiezers kan de volmachtkrijger stemmen in het stembureau dat hem is toegewezen zowel voor zichzelf als voor de volmachtgever. § 5. De volmachtformulieren worden aan het rechtscollege gezonden binnen de termijn voorzien in artikel 103. § 6. Indien de kiezer voor zichzelf en bij volmacht stemt in hetzelfde bureau, herhaalt hij het stemproces nadat hij zijn eigen stembiljet in de stembus heeft gestopt. Afdeling 3 - De principes betreffende het verloop van de stemming
Art. 60.De kiezer die niet voorzien is van zijn oproepingsbrief kan tot de stemming toegelaten worden, indien zijn identiteit en zijn kiesbevoegdheid door het bureau worden erkend.
De voorzitters, de secretarissen, de bijzitters en de plaatsvervangende bijzitters stemmen in de afdeling waar zij hun opdracht vervullen.
Niemand is verplicht het geheim van zijn stem bekend te maken, zelfs bij een gerechtelijk onderzoek of geschil of bij een parlementair onderzoek.
Art. 61.De aanstiplijst is het overzicht van de kiezers van de afdeling die zijn opgeroepen om in een stembureau te gaan stemmen. Aan de hand van de aanstiplijst kan de aanwezigheid van een kiezer in het stembureau op de dag van de stemming worden bevestigd. Naarmate de kiezers zich aanmelden, voorzien van hun oproepingsbrief en hun identiteitsdocument, brengt de secretaris of een van de bijzitters hun naam aan op een eerste aanstiplijst na zich te hebben vergewist dat de gegevens op de lijst overeenstemmen met de gegevens op de oproepingsbrief en op het identiteitsdocument.
Aan het einde van het stemproces, doet de voorzitter of een door hem aangewezen bijzitter hetzelfde op een tweede lijst van de kiezers van de stemafdeling. Vervolgens stempelt hij de uitnodiging van de kiezer af met een stempel waarop de naam van de gemeente en de datum van de verkiezing worden vermeld.
De aanstipping kan op elektronische wijze gebeuren. In dit geval is er maar één aanstiplijst van de kiezers. De centrale aanstiplijst bevat per kiezer de naam, de voornaam, het rijksregisternummer en het nummer op de kiezerslijst.
Er wordt eveneens nagegaan of het aangezicht van de persoon overeenstemt met de foto op de identiteitskaart of, indien van toepassing, het document dat de identificatie van de kiezer mogelijk maakte.
Hij die niet ingeschreven is op de aan de voorzitter bezorgde lijst wordt niet tot de stemming toegelaten dan na overhandiging, hetzij van een beslissing van het college van burgemeester en schepenen of van een uittreksel uit een arrest van het Hof van Beroep waarbij zijn inschrijving wordt bevolen, hetzij van een getuigschrift van het college van burgemeester en schepenen waarbij bevestigd wordt dat de betrokkene de hoedanigheid van kiezer bezit. De lijst van kiezers die op grond van het vorige lid tot de stemming werden toegelaten, hoewel niet behorende tot de stemafdeling, wordt onderaan de aanstiplijsten van de kiezers van deze stemafdeling toegevoegd wanneer zij tot de stemming worden toegelaten en bij de validering van hun kiesplicht, zoals vermeld in het eerste lid.
Ondanks de inschrijving op de lijst mag het stembureau niet tot de stemming toelaten degenen van wie het college van burgemeester en schepenen of het Hof van Beroep de schrapping heeft uitgesproken bij een beslissing of een arrest waaruit een uittreksel is overgelegd; degenen die onder toepassing vallen van een der bepalingen van de artikelen 6 en 7 van het Kieswetboek en wier onbekwaamheid blijkt uit een stuk waarvan de wet de afgifte voorschrijft; degenen van wie bewezen is hetzij door stukken, hetzij door eigen bekentenis, dat zij op de dag van de verkiezing de stemgerechtigde leeftijd niet hebben bereikt of dezelfde dag reeds in een andere afdeling of een andere gemeente hebben gestemd.
Art. 62.Wil de kiezer zijn stem geven aan een van de voorgedragen lijsten en kan hij zich verenigen met de volgorde waarin de kandidaten op die lijst voorkomen, dan brengt hij zijn stem uit in het stemvak bovenaan op die lijst.
Wil hij deze orde wijzigen, dan brengt hij een of meer naamstemmen uit in het stemvak naast de naam van de kandidaat of kandidaten van die lijst aan wie hij de voorkeur wenst te geven.
De kiezer mag zoveel stemmen uitbrengen als er zetels toe te kennen zijn.
Als de kiezer zijn stem zowel bovenaan de lijst als naast de naam van een of meer kandidaten aanbrengt, wordt de stem bovenaan de lijst beschouwd als zijnde van gener waarde en worden alleen de stemmen voor de kandidaten in aanmerking genomen. Afdeling 4 - De stemprocedure bij elektronische stemming
Art. 63.In afwijking van artikel 26, uiterlijk om half acht, zelfs als het stembureau nog niet is samengesteld, maar twee bijzitters de voorzitter en de secretatis aanwezig zijn, start de voorzitter van het stembureau of de secretaris de computer van de voorzitter en de stemcomputers op.
Het is echter pas wanneer het bureau is samengesteld dat de voorzitter en de leden van het samengestelde bureau nagaan of de stemteller op de voorzitterscomputer op nul staan en of de stembus leeg is. Deze gegevens worden vermeld in het proces-verbaal van het bureau.
In aanwezigheid van de leden van het stembureau verzegelt de voorzitter of de secretaris de stembus en de stemcomputers overeenkomstig de onderrichtingen.
De voorzitter en de leden van het bureau brengen hun stem uit en zorgen ervoor dat alle in het bureau aanwezige stemcomputers worden gebruikt. De voorzitter en de leden van het bureau controleren vervolgens de inhoud van hun geprint stembiljet met de scanner ter visualisatie van de barcode bedoeld in artikel 55, eerste lid, 2°, die aanwezig is in één van de stemhokjes. Na deze controle te hebben uitgevoerd en op voorwaarde dat deze positief is, scannen de voorzitter en de leden van het bureau hun stembiljet en steken het in de stembus overeenkomstig de bepalingen van artikel 65. In het proces-verbaal wordt melding gemaakt van de voltooiing van deze operatie en de gemaakte opmerkingen.
Art. 64.De kiezers worden tot de stemming toegelaten van acht tot zestien uur. De Regering kan beslissen de openingsuren van het stembureau te verlengen zonder evenwel de grens van 18 uur te overschrijden.
Kiezers die vóór sluitingstijd in de wachtrij voor het stembureau staan, worden nog tot de stemming toegelaten.
De kiezer ontvangt van de voorzitter van het stembureau of van een door hem aangewezen bijzitter een chipkaart die de voorzitter of de bijzitter vooraf geïnitieerd heeft en die toelaat één stem uit te brengen voor de verkiezing waarvoor hij werd opgeroepen. § 2. Om zijn stem uit te brengen, steekt de kiezer eerst de chipkaart in de kaartlezer van de stemcomputer.
Overeenkomstig de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1996, kiest de kiezer vervolgens de begeleidende taal; hij moet deze keuze bevestigen. Deze keuze is, na bevestiging ervan, definitief voor alle stemverrichtingen. § 3. Het volgnummer en de naam of het letterwoord van alle kandidatenlijsten verschijnen op het scherm.
De kiezer selecteert op het aanraakscherm de lijst van zijn keuze of het vak "blanco stem" indien hij beslist geen stem uit te brengen voor een van de voorgedragen lijsten.
Nadat de kiezer een lijst heeft aangeduid, verschijnen voor die lijst op het beeldscherm het volgnummer, de lijstnaam of het letterwoord alsook de namen en voornamen van de kandidaten zoals gevalideerd overeenkomstig artikel 49, § 3.
De kiezer brengt zijn stem uit door het aanraakscherm aan te raken: 1° op het stemvak bovenaan de lijst;2° op het stemvak met de naam van een kandidaat;3° met een combinatie van: - meerdere kandidaten van dezelfde lijst; - het stemvak bovenaan de lijst en een kandidaat binnen dezelfde lijst.
De kiezer moet om naar een volgende scherm te gaan zijn keuze op het scherm bevestigen. § 4. Nadat de kiezer zijn stem heeft uitgebracht overeenkomstig paragraaf 3, wordt hij verzocht die te bevestigen. Zolang de stem niet is bevestigd, kan de kiezer de stemverrichting herbeginnen.
Art. 65.§ 1. Wanneer de kiezer zijn stem heeft bevestigd, drukt de stemcomputer een papieren stembiljet af waarop de uitgebrachte stem in getypte tekstuele vorm en in een tweedimensionale barcode is afgedrukt. De kiezer neemt het stembiljet en de chipkaart. De kiezer kan zijn stem op het stembiljet visueel controleren en vouwt daarna het biljet in twee delen met de bedrukte zijde naar binnen om het stemgeheim te bewaren. Noch op de stemcomputer, noch op de chipkaart, worden gegevens over de stem bewaard. Voor zich naar de stembus te begeven heeft de kiezer de mogelijkheid de inhoud van de barcode te visualiseren volgens de procedure vermeld in artikel 66.
De kiezer verlaat vervolgens het stemhokje en begeeft zich naar de stembus met zijn in twee geplooid stembiljet in de hand, zoals bedoeld in paragraaf 1.
De kiezer plaatst zich voor de stembus, overhandigt de chipkaart aan de voorzitter van het stembureau of aan de door hem hiervoor aangewezen bijzitter, scant de barcode van het stembiljet en steekt het vervolgens in de stembus.
Indien een andere persoon zijn stembiljet aan het scannen is aan de elektronische stembus, moet de kiezer wachten in de daartoe bestemde wachtzone zoals voorzien in artikel 55, derde lid. § 2. De voorzitter van het stembureau neemt het stembiljet van een kiezer in de volgende gevallen terug: 1° als de barcode niet gelezen kan worden door de elektronische stembus of als de barcode niet gelezen kan worden door de visualisatiescanner, genoemd in artikel 55, eerste lid, 2° ;2° als het stembiljet is beschadigd;3° wanneer de kiezer zijn stembiljet toont met de bedoeling zijn uitgebrachte stem bekend te maken;4° op uitdrukkelijk verzoek van de kiezer. § 3. In de gevallen voorzien in paragraaf 2 schrijft de voorzitter onmiddellijk "teruggenomen stembiljet" op het teruggenomen stembiljet en krijgt de kiezer een andere chipkaart waarmee hij opnieuw zijn stem kan uitbrengen overeenkomstig artikel 64, § 2. Het teruggenomen stembiljet wordt in een enveloppe met de teruggenomen stembiljetten gestoken. Dit wordt vermeld in het proces-verbaal van het stembureau. § 4. De voorzitter van het stembureau weigert de kiezer het recht om een nieuwe stem uit te brengen in de volgende gevallen: 1° indien het stembiljet een tweede maal opzettelijk door de kiezer wordt beschadigd;2° indien de kiezer het stembiljet een tweede maal toont om kenbaar te maken welke stem hij heeft uitgebracht. In dergelijk geval wordt het stembiljet teruggenomen door de voorzitter die er onmiddellijk op schrijft "Verboden stem" en het in de envelop met verboden stemmen stopt, die dus de stemmen bevat van de kiezer die, hoewel aanwezig bij de stemming, geen geldige stem heeft uitgebracht.
Dit wordt vermeld in het proces-verbaal van het stembureau.
Art. 66.Nadat de kiezer zijn stem heeft uitgebracht en het stembiljet is afgedrukt door de stemcomputer, heeft hij de mogelijkheid op de stemcomputer met de scanner zijn uitgebrachte stem te visualiseren door de barcode te scannen zoals voorzien in artikel 55, eerste lid, 2°.
Art. 67.De elektronische stembus scant het afgedrukte stembiljet en registreert de stem van de kiezer in elektronische vorm.
Het afgedrukte stembiljet zelf is louter bestemd voor controledoeleinden. Afdeling 5 - De stemprocedure bij stemmen op papier
Art. 68.De kiezers worden tot de stemming toegelaten van 8 tot 13 uur. De Regering kan bij besluit de openingsuren van de stemlokalen verlengen.
Kiezers die vóór sluitingstijd in de wachtrij voor het stembureau staan, worden nog tot de stemming toegelaten.
Art. 69.§ 1. De kiezer ontvangt een stembiljet uit de handen van de voorzitter.
Dit biljet, na rechthoekig in vier te zijn dicht gevouwen zodanig dat de stemvakken bovenaan op de lijst zich aan de binnenzijde bevinden, wordt open voor de voorzitter gelegd die het in dezelfde vouwen weer toevouwt; het wordt aan de keerzijde gemerkt met een stempel dragende de naam van de gemeente waar de stemming plaats heeft en de datum van de verkiezing. Het bureau wijst ten minste vijf plaatsen aan waar de stempel mag worden aangebracht; daarna wordt de plaats door het lot bepaald. Deze loting wordt, op verzoek van een der leden van het stembureau of van een getuige, eens of meermaals herhaald gedurende de verrichtingen. Oordeelt het stembureau een dergelijk voorstel niet dadelijk te kunnen aannemen, dan kan het lid van het stembureau of de getuige eisen dat de redenen van de weigering in het proces-verbaal worden opgenomen. § 2. De kiezer begeeft zich onmiddellijk naar een van de stemhokjes; hij brengt er zijn stem uit, toont aan de voorzitter het behoorlijk opnieuw in vier gevouwen stembiljet met de stempel aan de buitenzijde en steekt het in de stembus, nadat de voorzitter of een door hem aangesteld bijzitter de oproepingsbrief heeft gemerkt met de in het tweede lid bedoelde stempel. Het is de kiezer verboden zijn stembiljet bij het verlaten van het stemhokje op zodanige wijze open te vouwen dat de door hem uitgebrachte stem bekend wordt. Doet hij dit toch, dan neemt de voorzitter het opengevouwen biljet terug, dat onmiddellijk in de enveloppe met de teruggenomen stembiljetten wordt gestopt, en verplicht hij de kiezer opnieuw te stemmen.
Het stemmerk, zelfs op onvolmaakte wijze aangebracht, is geldig, tenzij het voornemen om het stembiljet herkenbaar te maken duidelijk blijkt.
De kiezer die het hem overhandigde stembiljet beschadigt, kan aan de voorzitter een ander vragen, tegen teruggave van het eerste, dat onmiddellijk onbruikbaar gemaakt wordt.
Op verzoek van de kiezer kan de voorzitter ook het stembiljet terugnemen en hem een nieuw exemplaar geven. § 3. De voorzitter schrijft op de stembiljetten die met toepassing van paragraaf 2 zijn teruggenomen, de vermelding: "Teruggenomen stembiljet" en parafeert ze. Het teruggenomen stembiljet wordt in de enveloppe met de teruggenomen stembiljetten gestopt. Dit wordt vermeld in het proces-verbaal van het stembureau. § 4. De voorzitter van het stembureau verbiedt de kiezer om een nieuwe stem uit te brengen in de volgende gevallen: 1° indien het stembiljet een tweede maal opzettelijk door de kiezer wordt beschadigd;2° indien de kiezer het stembiljet een tweede maal toont om kenbaar te maken welke stem hij heeft uitgebracht. In dergelijk geval wordt het stembiljet teruggenomen door de voorzitter die er onmiddellijk op schrijft "Verboden stem" en het in de envelop met verboden stemmen stopt, die dus de stemmen bevat van de kiezer die, hoewel aanwezig bij de stemming, geen stem heeft uitgebracht.
Dit wordt vermeld in het proces-verbaal van het stembureau. Afdeling 6 - Kiezers met moeilijkheden hun stem uit te brengen
Art. 70.Een kiezer die wegens een handicap niet in staat is om zich alleen naar het stemhokje te begeven of om zelf zijn stem uit te brengen, mag zich met toestemming van de voorzitter door een persoon van zijn keuze laten bijstaan. Beider naam wordt in het proces-verbaal vermeld.
Betwist een bijzitter of een getuige de echtheid of de ernst van de aangevoerde handicap, dan beslist het stembureau en zijn met redenen omklede beslissing wordt in het proces-verbaal opgenomen.
Art. 71.Bij gebruik van elektronisch stemmen, kan de kiezer die moeilijkheden ondervindt bij het uitbrengen van zijn stem, zich laten bijstaan door de voorzitter of door een door de voorzitter aangewezen lid van het stembureau, met uitsluiting van de getuigen.
Als de voorzitter of een lid van het stembureau de werkelijkheid van die moeilijkheden betwist, doet het stembureau daarover uitspraak en wordt zijn gemotiveerde beslissing opgenomen in het proces-verbaal. Afdeling 7 - Principes betreffende de sluiting van de stemming
Art. 72.Een van de twee aanstiplijsten voorzien in artikel 61, eerste en tweede lid, wordt gebruikt om de staat van de kiezers die niet hebben deelgenomen aan de stemming op te maken en na de geldigverklaring van de verkiezing door het rechtscollege aan de vrederechter bezorgd onder dewelke de gemeente valt.
In het geval van elektronische aanstipping van de kiezers zoals voorzien in artikel 14, derde lid, wordt de opstelling van de lijst van afwezige kiezers tijdens de stemming uitgevoerd op het niveau van het hoofdbureau dat de namen, voornamen, adressen en rijksregisternummers van de kiezers die niet aan de verkiezing hebben deelgenomen uitlicht in een afzonderlijk bestand met gebruikmaking van de daartoe door de Regering ter beschikking gestelde software.
De lijst van de kiezers die met toepassing van artikel 61, vijfde lid, tot de stemming worden toegelaten, ofschoon zij op de kiezerslijsten van de stemafdeling niet waren ingeschreven, bevindt zich onderaan de aanstiplijst.
De kiezerslijsten die gediend hebben voor het aanstippen van de namen, worden, na behoorlijk ondertekend te zijn door de leden van het stembureau, in een te verzegelen enveloppe gestoken.
De stukken die eventueel ter rechtvaardiging door de afwezigen zijn bezorgd, worden bij de aanstiplijsten gevoegd.
Er wordt tevens een lijst opgemaakt van de personen die aangewezen werden als lid van het bureau, maar niet of te laat zijn komen opdagen. Deze lijst, die door alle bureauleden ondertekend wordt, wordt binnen de drie dagen naar de vrederechter van het kanton gestuurd. De voorzitter vermeldt op deze lijst de geformuleerde opmerkingen en voegt er de stukken bij die hij eventueel van de afwezigen heeft ontvangen om hun afwezigheid te staven. Afdeling 8 - Sluiting van de stemming bij elektronische stemming
Art. 73.De voorzitter van het stembureau maakt na afloop van de stemming het proces-verbaal op, schakelt de stemcomputers uit, print het kerncijferrapport met veiligheidselementen af en sluit de toepassing af.
Het proces-verbaal bevat het aantal door het stemsysteem geregistreerde stembiljetten, het aantal kiezers dat aan de stemming heeft deelgenomen, het aantal stembiljetten dat in toepassing van artikel 65, § 2, is teruggenomen en de verboden stemmen krachtens artikel 65, § 4.
Daarnaast worden in voorkomend geval ook de moeilijkheden en incidenten vermeld die zich tijdens de stemverrichtingen hebben voorgedaan.
Art. 74.De stemgegevens van het stembureau zijn altijd op twee originele, met de computer verbonden gegevensdragers, opgeslagen in een versleutelde en onvervalsbare vorm. De gegevens worden op geen enkel ander medium opgeslagen dan op die twee gegevensdragers.
De twee gegevensdragers en het kerncijferrapport dat de veiligheidselementen bevat worden samen in een enveloppe gestoken met als opschrift, de inhoud, de datum van de verkiezing en de identificatie van het stembureau en het hoofdbureau. Die enveloppe wordt verzegeld en op de achterkant ondertekend door de voorzitter en de leden van het stembureau. Als de getuigen erom vragen, mogen zij ook hun handtekening plaatsen.
De stemgegevens van een individueel stembureau mogen niet bekend gemaakt worden. Afdeling 9 - Sluiting van de stemming bij stemmen op papier
Art. 75.Het stembureau stelt vast en vermeldt in het proces-verbaal het aantal kiezers die aan de stemming hebben deelgenomen, het aantal stembiljetten die teruggenomen zijn met toepassing van de artikelen 65, § 2, het aantal verboden stemmen krachtens artikel 65, § 4, en het aantal biljetten die ongebruikt gebleven zijn. In voorkomend geval vermeldt zij ook de moeilijkheden en incidenten die zich tijdens de stemverrichtingen hebben voorgedaan.
De teruggenomen, de verboden stemmen en de niet gebruikte stembiljetten worden in afzonderlijke, te verzegelen enveloppes gesloten.
Op elke enveloppe wordt de inhoud vermeld, evenals de naam van de gemeente, de dag van de verkiezing en het nummer van het stembureau.
Art. 76.De stembussen waarin de stembiljetten zich bevinden worden aanstonds na het sluiten van de stemming verzegeld met de handtekeningen van de voorzitter en een bijzitter. Ook de getuigen mogen er hun handtekening op zetten. De verzegeling bedekt inzonderheid de sleuf van de stembus.
Indien de telling moet geschieden in een ander lokaal dan waar de stemming heeft plaatsgehad, worden de stembussen en de sleutels ervan overgebracht door de voorzitter, vergezeld van de getuigen.
Bij elke stembus wordt een nota gevoegd, met aanduiding van het aantal stembiljetten die volgens het proces-verbaal in die bus moeten liggen.
Art. 77.In de stembureaus die geen telling te doen hebben, wordt het proces-verbaal gesloten, nadat erin is vermeld dat de voorzitter zich belast heeft met het bewaren en in voorkomend geval met het overbrengen van de stembus naar het telbureau.
Dit proces-verbaal, ondertekend door de leden van het stembureau en de getuigen, wordt in een te verzegelen enveloppe gesloten. Deze enveloppe en de enveloppes bedoeld in artikel 75 worden samen in een te verzegelen pak gesloten, dat de voorzitter van het stembureau binnen vierentwintig uren doet toekomen aan de voorzitter van het hoofdbureau. HOOFDSTUK 3- De telling in geval van elektronische stemming
Art. 78.§ 1. De verzegelde stembussen worden onmiddellijk na de afsluiting van de voorzitterscomputer ontzegeld. De stembiljetten worden in de daarvoor bestemde tas gestoken.
De enveloppen met de krachtens artikel 65, § 2, teruggenomen stembiljetten en de krachtens artikel 65, § 4 verboden stemmen worden verzegeld. § 2. De voorzitter van het stembureau bezorgt onverwijld, tegen ontvangstbewijs, de volgende stukken aan de voorzitter van het hoofdbureau: 1° de in de eerste paragraaf bedoelde tas en de enveloppen, het in artikel 73 bedoelde proces-verbaal, alsook de in artikel 74 bedoelde twee gegevensdragers en het kerncijferrapport;2° de aanstellingsbrieven van de getuigen vermeld in artikel 39;3° een verzegelde enveloppe met de aanstiplijsten;4° de volmachtformulieren;5° in voorkomend geval, de beslissingen, uittreksels uit de arresten van het Hof van Beroep bedoeld in artikel 61, vijfde lid;6° de documenten die de betaling van het presentiegeld van de leden van het stembureau mogelijk maken.
Art. 79.Onmiddellijk na de ontvangst van de gegevensdragers, vermeld in artikel 74, laadt de voorzitter van het hoofdbureau de gegevens van één van die dragers op in het totaliseringssysteem.
Als de oplading door middel van de eerste originele gegevensdrager onmogelijk blijkt, herbegint de voorzitter van het hoofdbureau de opladingsverrichting door middel van de tweede gegevensdrager.
Als die verrichting ook onmogelijk blijkt, eist de voorzitter van het hoofdbureau van de betrokken gemeente een elektronisch stemsysteem zoals voorzien in artikel 55 op en scant het hoofdbureau alle stembiljetten van het stembureau opnieuw in om de gegevens van de defecte gegevensdragers opnieuw samen te stellen.
De aldus gecreëerde nieuwe gegevensdragers worden, zoals vermeld in het eerste lid, in het totaliseringssysteem opgenomen.
Voorafgaand aan het scannen van alle stembiljetten kan de voorzitter van het hoofdbureau de stembiljetten waarvan hij oordeelt dat ze het stemgeheim schenden, verwijderen.
De voorzitter van het hoofdbureau kan eveneens beslissen om stembiljetten waarvan de tekst van de stem onleesbaar is of waarvan de overeenstemming tussen de tekst en de barcode niet meer te controleren is, te weren. Het hoofdbureau maakt daarvan melding in het proces-verbaal.
Art. 80.De voorzitter van het hoofdbureau kan eveneens beslissen om steekproefsgewijs over te gaan tot een manuele hertelling van de stemcijfers van de lijststemmen. Deze hertelling gebeurt hoe dan ook voor één kiesbureau per gemeente.
Art. 81.Als de resultaten van alle stembureaus zijn geregistreerd, drukt de voorzitter van het hoofdbureau het proces-verbaal af. De leden van het hoofdbureau en de getuigen ondertekenen dit proces-verbaal.
In geval van digitalisering van de verslagen van het hoofdbureau, kunnen deze worden opgemaakt in een elektronisch formaat dat waarborgt dat de integriteit en de authenticiteit van de gegevens behouden blijven.
Art. 82.Uiterlijk de dag na de verkiezingen overhandigt elke voorzitter van het hoofdbureau de in artikel 74 bedoelde gegevensdragers in een verzegelde enveloppe aan het college van deskundigen in de kantoren van het Parlement. Het college van deskundigen overhandigt deze aan de organiserende autoriteit zodra de verkiezingen zijn gevalideerd.
De lijst van de leden van de bureaus die op de verkiezingsdag afwezig zijn en vervangen worden, wordt aan de vrederechter toegezonden.
De overige stukken worden overeenkomstig artikel 103 toegezonden. HOOFDSTUK 4- De telling bij stemmen op papier Afdeling 1 - De samenstelling van een telbureau
Art. 83.De telbureaus bestaan uit een voorzitter, een secretaris benoemd door de voorzitter van het bureau, alsmede uit: 1° drie bijzitters en drie plaatsvervangende bijzitters wanneer het aantal te verkiezen raadsleden minder dan zevenentwintig bedraagt;2° vier bijzitters en vier plaatsvervangende bijzitters wanneer dat aantal meer dan zevenentwintig bedraagt. De voorzitters en de bijzitters van de telbureaus worden aangewezen in de volgorde bepaald bij artikel 21, door de voorzitter van het hoofdbureau, die de betrokkenen dadelijk van hun aanwijzing in kennis stelt. Hij maakt daartoe gebruik van de lijst vermeld in artikel 20, § 1, 1°.
De leden van de telbureaus leggen de bij artikel 27, eerste lid, voorgeschreven eed af.
Art. 84.Ieder telbureau neemt de stembiljetten van verscheidene stembureaus in ontvangst. Het aantal kiezers die ingeschreven zijn in de stembureaus waarvan de stembiljetten naar eenzelfde telbureau gaan, mag 2.400 niet overschrijden.
Art. 85.De voorzitter van het hoofdbureau gaat, vijf dagen vóór de stemming, nadat de formaliteiten bepaald voor de aanwijzing van de getuigen zijn vervuld, bij loting over tot de aanwijzing van de stembureaus waarvan de stembiljetten door elk telbureau onderzocht zullen worden.
De getuigen die aangewezen zijn om de vergadering van het hoofdbureau bij te wonen, mogen aanwezig zijn.
Art. 86.De telbureaus zijn gevestigd in de lokalen door de voorzitter van het hoofdbureau aangewezen. Deze geeft bij ter post aangetekende brief aan de voorzitters en de bijzitters van de telbureaus onmiddellijk kennis van de plaats van vergadering van het telbureau waar zij hun taak moeten vervullen en wijst het lokaal aan waar hij zitting zal houden om het dubbel van de tellingstabel te ontvangen overeenkomstig artikel 93, vijfde lid.
Hij geeft onmiddellijk bij ter post aangetekende brief aan de voorzitters van de stembureaus kennis van de plaats van vergadering van het telbureau dat de stembiljetten van hun bureau moet ontvangen.
Art. 87.Het telbureau moet ten laatste om 14 uur samengesteld zijn.
Bij verhindering of afwezigheid van één van de leden, op het ogenblik van de verrichtingen, zorgt het bureau voor de nodige aanvulling. Zijn de leden van het bureau het oneens over de keus, dan beslist de stem van het oudste lid.
Van dit alles wordt melding gemaakt in het proces-verbaal.
Art. 88.Zodra het telbureau in het bezit is van de stembussen die het moet onderzoeken, wijst de voorzitter, bij loting voor elke kandidatenlijst, behoudens onderlinge overeenstemming van de getuigen, uit de aanwezige getuigen van de stembureaus waarvan hem de stembussen zijn overhandigd, degene aan die bij de telling aanwezig moet zijn. De niet aangewezen getuigen gaan onmiddellijk weg en van een en ander wordt in het proces-verbaal melding gemaakt. Afdeling 2 - Het verloop van de telling
Art. 89.Het telbureau begint met de telling zodra het alle voor hem bestemde enveloppes ontvangen heeft.
Als het bureau 30 minuten na zijn samenstelling nog niet al zijn omslagen ontvangen heeft, mag het evenwel al beginnen met de telling van de omslagen die het al gekregen heeft.
Art. 90.In de bureaus die met de telling belast zijn, opent de voorzitter, in aanwezigheid van de leden van het bureau en van de getuigen, de stembussen en telt de stembiljetten die zij bevatten, zonder ze open te vouwen. Hij kan een of twee bijzitters gelasten tegelijk met hem deze telling te doen.
Het aantal in elke stembus gevonden stembiljetten wordt vermeld in het proces-verbaal.
Art. 91.§ 1. De voorzitter en een van de leden mengen alle door het bureau op te nemen stembiljetten dooreen, vouwen ze open en delen ze in de volgende categorieën in: 1° stembiljetten met geldige stemmen voor de eerste lijst of voor kandidaten van deze lijst;2° hetzelfde voor de tweede lijst en in voorkomend geval voor de volgende lijsten;3° twijfelachtige stembiljetten;4° blanco of ongeldige stembiljetten. Na deze eerste indeling worden de stembiljetten van elk van de categorieën voor de verschillende lijsten verder verdeeld in twee categorieën: 1° stembiljetten waarop bovenaan op een lijst is gestemd;2° stembiljetten waarop naast de naam van een of meer kandidaten is gestemd. Stembiljetten waarop zowel bovenaan op een lijst als naast de naam van een of meer kandidaten is gestemd, worden in de tweede ondercategorie geplaatst. § 2. Wanneer de indeling van de stembiljetten beëindigd is, worden deze zonder verandering van de indeling onderzocht door de andere leden van het bureau en de getuigen, die hun opmerkingen en bezwaren aan het bureau voorleggen.
De bezwaren, het advies van de getuigen en de beslissing van het bureau worden in het proces-verbaal opgenomen.
De twijfelachtige stembiljetten en die waartegen bezwaren zijn ingebracht, worden volgens de beslissing van het bureau gevoegd bij de categorie waartoe zij behoren.
De stembiljetten van elke categorie worden achtereenvolgens door twee leden van het bureau geteld.
De ongeldig verklaarde en de betwiste, niet echter de blanco stembiljetten, worden door twee leden van het bureau en door een van de getuigen geparafeerd. § 3. Alle stembiljetten, ingedeeld zoals hierboven is bepaald, worden in afzonderlijke enveloppes gesloten.
Het bureau stelt vervolgens vast het gezamenlijk aantal geldige stembiljetten, het aantal blanco of ongeldige stembiljetten, en voor elke lijst het aantal volledige lijststembiljetten (dat wil zeggen bovenaan op de lijst ingevuld), het aantal onvolledige lijststembiljetten (dat wil zeggen waarop alleen gestemd is voor een of meer kandidaten van de lijst), het aantal naamstemmen behaald door elke kandidaat.
Al die getallen worden in het proces-verbaal vermeld.
Art. 92.Ongeldig zijn: 1° alle andere stembiljetten dan die welke volgens de wet mogen worden gebruikt;2° de stembiljetten waarop meer dan een lijststem voorkomt of waarop stemmen voor kandidaten van verschillende lijsten voorkomen;3° De stembiljetten waarop een kiezer een stem heeft uitgebracht bovenaan op een lijst en tegelijk een of meer stemmen naast de naam van een of meer kandidaten van een of meer andere lijsten;4° De stembiljetten waarvan de vorm en de afmetingen veranderd zijn, die binnenin een papier of enig voorwerp bevatten of die de kiezer herkenbaar maken door een teken, een doorhaling of een bij de wet niet geoorloofd merk. Niet ongeldig zijn de stembiljetten waarop de kiezer tegelijk bovenaan op een lijst en naast de naam van een of meer kandidaten van dezelfde lijst gestemd heeft. In dat geval wordt de stem bovenaan op de lijst als niet-bestaande beschouwd. Afdeling 3 - Afsluiting van de tellingsverrichtingen
Art. 93.Het proces-verbaal van de verrichtingen wordt staande de vergadering opgemaakt en door de leden van het bureau en eventueel de getuigen ondertekend.
De uitslagen van de telling in het proces-verbaal worden vermeld in de volgorde en naar de aanwijzingen van een modeltabel op te maken door de voorzitter van het hoofdbureau.
Deze tabel vermeldt het aantal in elke stembus gevonden stembiljetten, het aantal blanco of ongeldige stembiljetten, het aantal geldige stembiljetten; zij vermeldt vervolgens voor elke lijst, gerangschikt naar haar volgnummer, de overeenkomstig artikel 91 vastgestelde uitslagen van de telling.
De uitslag, vastgesteld in de tabel bedoeld in het tweede en derde lid, kan door het bureau in het openbaar worden afgekondigd.
Een dubbel van deze tabel wordt in een enveloppe geplaatst, die na verzegeling onmiddellijk naar het hoofdbureau overgebracht wordt door de voorzitter. Indien deze voorzitter de regelmatigheid van de tabel vaststelt, brengt hij er zijn paraaf op aan. In tegengesteld geval, verzoekt hij de voorzitter van het telbureau deze voorafgaandelijk door zijn bureau te laten vervolledigen of verbeteren en desgevallend het oorspronkelijk proces-verbaal te laten vervolledigen of verbeteren.
De enveloppe draagt als opschrift de naam van de gemeente, het nummer van het telbureau, de datum van de verkiezing en de vermelding: "Uitslag van de telling der stembiljetten, ontvangen in de bureaus nrs ...".
Dit opschrift moet insgelijks voorkomen bovenaan op het stuk dat in de enveloppe gesloten wordt.
Het proces-verbaal, waarbij het pak met de betwiste stembiljetten gevoegd is, wordt gesloten in een te verzegelen enveloppe, waarvan het opschrift de inhoud aangeeft. Deze enveloppe en de enveloppes bedoeld in de artikelen 75, 77 et 91, § 3, worden samen in een te verzegelen pak gesloten, dat de voorzitter binnen vierentwintig uren doet toekomen aan de voorzitter van het hoofdbureau. HOOFDSTUK 5- Algemene telling van de stemmen, zetelverdeling en afkondiging Afdeling 1 - De algemene telling
Art. 94.In geval van stemmen op papier, nadat het hoofdbureau de tabellen bedoeld in artikel 93, tweede en derde lid, ontvangen heeft gaat het onmiddellijk over tot de algemene telling van de stemmen, in aanwezigheid van de leden van het bureau en van de getuigen. Indien het bureau niet vóór middernacht in het bezit is van de uitslagen van de telling van alle stemafdelingen van het kiescollege, wordt de telling of de voortzetting ervan uitgesteld tot de volgende ochtend om negen uur. De voorzitter van het hoofdbureau zorgt voor de bewaring van de gezegde tabellen.
Bij elektronische stemming vindt de automatische totalisatie van de stemmen in de vorm van verkiezingsuitslagen plaats met behulp van de daartoe door de Regering beschikbaar gestelde software.
Op aanvraag van de voorzitter van het hoofdbureau stelt het college van burgemeester en schepenen personeel ter beschikking van het hoofdbureau, die werken onder toezicht van het bureau. De aan deze personeelsleden toe te kennen vergoeding wordt vastgesteld door het college van burgemeester en schepenen. Afdeling 2 - De zetelverdeling
Art. 95.§ 1. Wanneer een kandidaat die op een definitief afgesloten lijst is vermeld vóór de dag van de verkiezing overlijdt of uit zijn Politieke Rechten wordt ontzet, gaat het hoofdbureau tewerk alsof deze kandidaat niet op de lijst gestaan had waarop hij zich kandidaat gesteld had.
De overleden of uit zijn politieke rechten ontzette kandidaat wordt niet gekozen verklaard en er wordt hem geen aandeel toegekend van het aantal stembiljetten ten gunste van de volgorde van voordracht. Er wordt echter rekening gehouden met het aantal stembiljetten waarop naast zijn naam een stem is uitgebracht om het kiescijfer te bepalen van de lijst waarop hij zich kandidaat gesteld had. § 2. Wanneer een kandidaat op de dag van de stemming of daarna overlijdt of uit zijn politieke rechten wordt ontzet, maar voor de openbare afkondiging van de verkiezingsuitslagen, gaat het bureau tewerk alsof de betrokkene nog in leven was of niet uit zijn politieke rechten was ontzet. Indien hij verkozen is, zetelt de eerste niet verkozen kandidaat in zijn plaats.
De eerste niet verkozen kandidaat van dezelfde lijst zetelt in de plaats van de verkozen kandidaat die na de openbare afkondiging van de verkiezingsuitslagen overlijdt.
Art. 96.De verkiezing geschiedt door een enkele stemming.
Is er niet meer dan één gemeenteraadslid te verkiezen, dan wordt de kandidaat die de meeste stemmen heeft verkregen, gekozen verklaard.
Bij gelijk stemmenaantal is de oudste gekozen.
Art. 97.Het stemcijfer van iedere lijst wordt bepaald door de optelling van het getal der stembiljetten waarop een geldige stem is uitgebracht bovenaan op die lijst of op een of meer kandidaten van die lijst.
Art. 98.Het hoofdbureau deelt het stemcijfer van iedere lijst achtereenvolgens door 1; 1 1/2; 2; 2 2 1/2; 3; 3 1/2; 4; 4 1/2; enz. en rangschikt de quotiënten in de volgorde van hun belangrijkheid, totdat er voor alle lijsten samen zoveel quotiënten worden bereikt als er leden te kiezen zijn.
De verdeling over de lijsten geschiedt door aan iedere lijst zoveel zetels toe te kennen als haar stemcijfer quotiënten heeft opgeleverd, gelijk aan of hoger dan het laatst gerangschikte quotiënt, behoudens toepassing van het vorig lid.
Wanneer een zetel met evenveel recht aan verscheidene lijsten toekomt, wordt hij toegekend aan de lijst met het hoogste stemcijfer en, bij gelijkheid van de stemcijfers, aan de lijst waarop de kandidaat voorkomt die onder de kandidaten wier verkiezing in het geding is, de meeste naamstemmen heeft verkregen of, subsidiair, de oudste in jaren is.
Indien een lijst meer zetels verkrijgt dan zij kandidaten telt, worden de niet toegekende zetels gevoegd bij die welke aan de overige lijsten toekomen; de verdeling over deze lijsten geschiedt door voortzetting van de in het eerste lid omschreven bewerking, zodat voor ieder nieuw quotiënt een zetel wordt toegekend aan de lijst waartoe het behoort.
Art. 99.Wanneer het aantal kandidaten van een lijst gelijk is aan het aantal zetels dat aan die lijst toekomt, zijn al die kandidaten gekozen.
Is het eerste van die aantallen groter dan het tweede, dan worden de zetels toegekend aan de kandidaten in afnemende grootte van het aantal stemmen dat zij hebben behaald. Bij gelijk stemmenaantal is de volgorde van voordracht op de lijst beslissend. Alvorens de gekozenen aan te wijzen, kent het hoofdbureau aan de kandidaten individueel de helft van het aantal stemmen toe ten gunste van de volgorde van voordracht. Deze helft wordt vastgesteld door het product van de vermenigvuldiging van het aantal stembiljetten met een lijststem, bedoeld in artikel 91, § 1, tweede lid, 1°, en het aantal door deze lijst behaalde zetels, te delen door twee.
De in het vorige lid bedoelde toekenning gebeurt door overdracht. De toe te kennen stembiljetten worden toegevoegd aan de naamstemmen die de eerste kandidaat van de lijst heeft behaald, voor wat nodig is om het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, te bereiken. Is er een overschot, dan wordt het op gelijkaardige wijze toegekend aan de tweede kandidaat, vervolgens aan de derde en zo verder, totdat de helft van het aantal gunstige stemmen voor de volgorde van voordracht, zoals die bepaald is in het vorige lid, uitgeput is. Deze toekenning gebeurt ongeacht of de kandidaat al dan niet naamstemmen heeft gekregen.
Het verkiesbaarheidscijfer dat specifiek is voor elke lijst, wordt bereikt door het product van de vermenigvuldiging van het verkiezingscijfer van de lijst zoals het bepaald is in artikel 97, en het aantal zetels dat aan die lijst toegekend is, te delen door het aantal zetels dat toekomt aan die lijst, vermeerderd met een eenheid.
Wanneer het aantal kandidaten van een lijst lager is dan dat van de aan de lijst toekomende zetels, zijn die kandidaten allemaal gekozen en worden de overblijvende zetels toegekend overeenkomstig artikel 98, vierde lid.
Art. 100.De eventuele decimalen van het quotiënt dat verkregen wordt enerzijds door de in artikel 99, tweede lid, bedoelde verrichting uit te voeren, en anderzijds door de in artikel 99, vierde lid bedoelde verrichting uit te voeren, worden afgerond naar de hogere eenheid, ongeacht het feit of zij al dan niet 0,50 bereiken.
Art. 101.§ 1. Voor elke lijst waarop een of meer kandidaten gekozen zijn overeenkomstig artikel 99, worden de niet gekozen kandidaten die het grootste aantal stemmen hebben behaald, of bij gelijk stemmenaantal, in de volgorde van inschrijving op het stembiljet zoals definitief vastgelegd overeenkomstig artikel 49, § 1, eerste, tweede, derde enz. opvolger verklaard.
Voorafgaandelijk aan hun aanwijzing gaat het hoofdbureau, nadat het de verkozenen heeft aangewezen, over tot een nieuwe individuele toekenning aan de niet-gekozen kandidaten, van de helft van het aantal stemmen die gunstig zijn voor de volgorde van voordracht, zoals bepaald is in artikel 99, tweede lid, waarbij die toekenning op dezelfde manier gebeurt als voor de aanwijzing van de verkozenen, maar beginnende bij de eerste niet-gekozen kandidaat, in de volgorde van inschrijving op de kandidatenlijst zoals definitief afgesloten overeenkomstig artikel 49, § 1. § 2. Het gemeenteraadslid dat afziet van zijn mandaat, dat ontzet wordt uit zijn mandaat, dat ontslag heeft genomen of dat overleden is, wordt vervangen door de opvolger die zich in nuttige rangorde bevindt, benoemd overeenkomstig paragraaf 1.
Bij gebreke aan een opvolger, wordt een vacante zetel in de raad voorzien volgens de regels vastgesteld door artikel 98, vierde lid.
Het nieuwe raadslid vervolmaakt de termijn van degene die hij vervangt. Afdeling 3 - De afkondiging
Art. 102.De bekendmaking van de door de lijsten verkregen deelresultaten gebeurt automatisch na de registratie van een door de Regering te bepalen aantal stembureaus, totdat alle stembureaus zijn geregistreerd.
De bekendmaking van het laatste deel van de geregistreerde stembureaus kan echter door de voorzitter van het hoofdbureau worden opgeschort om zo nodig controles uit te voeren en de resultaten van de algemene telling van de stemmen en de namen van de kandidaten die tot gemeenteraadslid gekozen zijn, openbaar af te kondigen.
Indien de Regering de in het eerste lid bedoelde bekendmakingsregels niet vaststelt, geschiedt de bekendmaking van de door de lijsten verkregen deelresultaten na de registratie van ten minste tien stembureaus en vervolgens van tien bijkomende stembureaus, enzovoort, totdat alle stembureaus zijn geregistreerd; zonder dat het aantal stembureaus waarvan de deelresultaten worden bekendgemaakt minder dan drie mag zijn.
Na die afkondiging, deelt de voorzitter van het hoofdbureau of de persoon die hij daartoe aanwijst, onverwijld, via elektronische weg en gebruik makend van de elektronische handtekening uitgebracht met behulp van zijn identiteitskaart, aan de Regering het totaal aantal ingediende stembiljetten mee, alsook het totaal aantal geldige stembiljetten, het totaal aantal blanco en ongeldige stembiljetten, het stemcijfer van elke lijst en het totaal aantal naamstemmen dat behaald werd door elke kandidaat.
De Regering verspreidt de resultaten op elektronische wijze.
Art. 103.§ 1. De volgende stukken worden binnen vierentwintig uur door de voorzitter van het hoofdbureau aan de voorzitter van het rechtscollege toegezonden: 1° het proces-verbaal van het hoofdbureau van de verkiezing, staande de vergadering opgemaakt en ondertekend door de leden van het hoofdbureau en door de getuigen;2° de processen-verbaal van de verschillende kiesbureaus;3° alle stembiljetten;4° de akten van voordracht van de kandidaten;5° de verklaringen van taalaanhorigheid van de kandidaten;6° de akten van bewilliging van de kandidaten;7° de akten van aanwijzing van de getuigen;8° de volmachtformulieren die gebruikt werden om met volmacht te stemmen;9° de teruggenomen, de verboden en de niet gebruikte stembiljetten in geval van stemming op papier;10° de kiezerslijsten die gediend hebben voor het aantekenen van de namen, behoorlijk ondertekend door de leden van het stembureau die de aantekeningen gedaan hebben;11° indien van toepassing, het proces-verbaal van het telbureau, waarbij het pak met de betwiste stembiljetten is gevoegd. § 2. Op het pak dat deze stukken, opgenomen in paragraaf 1, bevat, worden de datum van de verkiezing en de naam van de gemeente vermeld.
Een dubbel van het proces-verbaal van het hoofdbureau, door de leden voor eensluidend verklaard, wordt op het gemeentebestuur voor eenieder ter inzage gelegd.
Aan iedere verkozene wordt een formulier met de stemcijfers per verkozene en per opvolger gezonden. De Regering bepaalt het model van dit formulier.
Op verzoek verstrekt de gemeente een afschrift van het proces-verbaal in elektronische vorm.
Art. 104.§ 1. De voorzitter van het rechtscollege houdt ter beschikking van de onderscheiden vrederechters die bevoegd zijn voor de toepassing van titel VI van het Kieswetboek, de kiezerslijsten waarop aantekening is gehouden van de opgekomen kiezers.
De lijsten die hebben gediend voor de aanstipping worden vernietigd nadat de Procureur des Konings overeenkomstig artikel 209 van het Kieswetboek van 12 april 1894, zoals gewijzigd bij wet van 18 juli 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/07/1991 pub. 04/04/2018 numac 2018030682 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot regeling van het toezicht op politie- en inlichtingendiensten en op het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten de lijst heeft opmaakt van de kiezers die niet aan de stemming hebben deelgenomen en wier verschoning niet is aangenomen, en ten laatste wanneer er geen beroep meer mogelijk is tegen de geldigverklaring of nietigverklaring van de gemeenteraadsverkiezingen. § 2. De tas met de stembiljetten, behalve die met de niet gebruikte, mogen alleen worden geopend door de voorzitter van het rechtscollege aan wie alle stukken van de verkiezing worden bezorgd.
De stembiljetten worden vernietigd nadat de verkiezing definitief geldig of ongeldig verklaard is. § 3. Volgende documenten worden vernietigd nadat er geen beroep meer mogelijk is tegen de geldigverklaring of nietigverklaring van de gemeenteraadsverkiezingen: 1° de processen-verbaal van de stembureaus;2° de akten van voordracht en bewilliging van de kandidaten;3° de volmachtformulieren;4° de aanstiplijsten. TITEL V - Strafrechtelijke sancties
Art. 105.De bepalingen van de artikelen 207 tot 210 van het Kieswetboek betreffende de sanctie op de stemplicht zijn mede van toepassing op de gemeenteraadsverkiezingen.
De bepalingen van artikel 210 van het Kieswetboek, voor zover zij de herhaling van een niet gewettigd verzuim van de stemplicht betreffen, vinden alleen toepassing wanneer de verkiezingen van dezelfde aard zijn.
Art. 106.Vervalsing van de gegevensdragers, van de chipkaarten en de stembiljetten wordt bestraft als valsheid in openbare geschriften.
Artikel 200 van het Kieswetboek is van toepassing op de bedrieglijke verandering van de stem- en totalisatiesystemen, alsook van de gegevensdragers en de chipkaarten.
Art. 107.De bepalingen van titel V, Straffen, van het Kieswetboek zijn mede van toepassing op de gemeenteraadsverkiezingen.
De bepalingen van artikel 202 van dat Wetboek zijn van toepassing op ieder die op dezelfde dag achtereenvolgens in twee of meer stemafdelingen van dezelfde gemeente of in verschillende gemeenten stemt, ook al is hij ingeschreven op de kiezerslijsten van die verschillende gemeenten of stemafdelingen.
Art. 108.De door de artikelen 24, tweede lid, 33, § 1, vierde lid, 48, eerste lid, 58, § 2 en § 3, tweede lid, en 115, derde lid voorziene boetes zijn niet onderworpen aan de wet van 5 maart 1952Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/03/1952 pub. 13/01/2010 numac 2009000850 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opdecimes op de strafrechtelijke geldboeten Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten. De door de andere artikelen van dit Wetboek voorziene boetes blijven wel onderworpen aan voormelde wet.
TITEL VI - Bezwaren betreffende de verkiezingen Afdeling 1 - De bezwaren tegen de geldigheid van de verkiezingen
Art. 109.Alleen de kandidaten zijn gerechtigd bij het rechtscollege tegen de verkiezing bezwaar in te dienen.
Elk bezwaar moet, op straffe van verval, schriftelijk worden ingediend binnen tien dagen te rekenen van de dagtekening van het proces-verbaal en de identiteit en de woonplaats van de bezwaarde vermelden.
De ambtenaar aan wie het bezwaarschrift wordt overhandigd is verplicht een ontvangbewijs af te geven.
Het is op straffe van gevangenis van één maand tot twee jaar verboden dit ontvangbewijs te antidateren.
De verkiezingen kunnen zowel door het rechtscollege als door de Raad van State alleen ongeldig worden verklaard op grond van onregelmatigheden die de zetelverdeling tussen de onderscheidene lijsten kunnen beïnvloeden.
Art. 110.§ 1. Het rechtscollege doet uitspraak over de bezwaren ingediend op grond van artikel 109, binnen dertig dagen na de indiening ervan.
De uiteenzetting van de zaak door een lid van het rechtscollege en de uitspraak van de beslissing geschieden in openbare vergadering. De beslissing is met redenen omkleed en vermeldt de naam van de verslaggever en de namen van de aanwezige leden, alles op straffe van nietigheid.
De stembiljetten mogen alleen worden onderzocht wanneer de krachtens artikel 31, § 1, zesde lid, aangewezen getuigen tegenwoordig of althans behoorlijk opgeroepen zijn; de enveloppes die de stembiljetten bevatten, worden opnieuw verzegeld in hun bijzijn en door hun toedoen.
Indien binnen deze termijn geen uitspraak is gedaan, wordt het bezwaar als verworpen beschouwd en is de uitslag van de verkiezing, zoals hij door het hoofdbureau is afgekondigd, definitief onverminderd de toepassing van artikel 115, derde en vierde lid. § 2. Het rechtscollege kan de verkiezing alleen ongeldig verklaren op grond van een bezwaar.
Bij ontstentenis van bezwaren gaat het rechtscollege alleen de juistheid na van de zetelverdeling tussen de lijsten en van de rangorde waarin de raadsleden en de opvolgers gekozen zijn verklaard.
Zij wijzigt, in voorkomend geval, ambtshalve de zetelverdeling en de rangorde.
Onverminderd de toepassing van artikel 115, derde en vierde lid, is de uitslag van de verkiezing, zoals hij door het hoofdbureau is afgekondigd definitief vijfenveertig dagen na de dag van de verkiezingen. § 3. Wanneer zij een beslissing neemt met toepassing van de paragrafen 1 en 2, doet het rechtscollege uitspraak als administratief rechtscollege, ongeacht of bij haar bezwaar is ingediend of niet.
Art. 111.Van de beslissing van het rechtscollege of het uitblijven van enige beslissing binnen de voorgeschreven termijn wordt door de secretaris van het rechtscollege binnen drie dagen kennisgegeven aan de gemeenteraad en, bij een ter post aangetekende brief, aan de bezwaarden.
Bovendien wordt: 1° indien de verkiezing ongeldig verklaard is, van de beslissing van het rechtscollege op dezelfde wijze kennisgegeven aan de twee aftredende raadsleden bedoeld in artikel 33, § 1, eerste lid, of aan de drie ondertekenaars, bedoeld in artikel 33, § 1, vijfde lid;2° van de beslissing waarbij het rechtscollege, al dan niet uitspraak doende op een bezwaar, de zetelverdeling tussen de lijsten, de rangorde van de gekozen raadsleden of die van de opvolgers wijzigt, op dezelfde wijze kennisgegeven aan de gekozen raadsleden, die hun hoedanigheid van gekozene verliezen, en aan de gekozen opvolgers, die hun rang van eerste of tweede opvolger verliezen. Van de beslissing van het rechtscollege waarbij de verkiezingen worden vernietigd of de zetelverdeling wordt gewijzigd, wordt tegelijkertijd aan de Eerste voorzitter van de Raad van State een voor eensluidend verklaard afschrift van de uitspraak, van het administratief dossier en van de procedurestukken toegestuurd.
Art. 112.Degenen aan wie kennis moet worden gegeven van de beslissing van het rechtscollege kunnen binnen acht dagen na de kennisgeving beroep instellen bij de Raad van State. De Raad van State doet uitspraak binnen een termijn van zestig dagen. Het beroep bij de Raad van State is niet opschortend, behoudens wanneer het beroep gericht is tegen een beslissing van het rechtscollege die een vernietiging van de verkiezingen of een wijziging in de zetelverdeling inhoudt. Wanneer vóór de uitspraak van de Raad van State de Regering de burgemeester van de betreffende gemeente benoemt, heeft deze benoeming uitwerking vanaf de betekening van het arrest van de Raad van State dat de verkiezingen niet vernietigt of de zetelverdeling niet wijzigt.
Art. 113.Het arrest van de Raad van State wordt door de zorg van de griffier onmiddellijk ter kennis gebracht van de Voorzitter van het rechtscollege, en gemeenteraad.
Art. 114.Bij gehele of gedeeltelijke ongeldigverklaring van de verkiezing maakt het college van burgemeester en schepenen de lijst van de gemeenteraadskiezers op de dag van de kennisgeving van die beslissing aan de gemeenteraad; het roept de kiezers op voor nieuwe verkiezingen te houden binnen vijftig dagen na die kennisgeving. Afdeling 2 - Bezwaren betreffende de verkiezingsuitgaven
Art. 115.Een bezwaar dat steunt op een overtreding van artikelen 3, §§ 1 en 2, of 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van artikel 33, § 7, wordt ingediend bij het rechtscollege binnen vijfenveertig dagen na de datum van de verkiezing.
Het rechtscollege doet uitspraak over dit bezwaar binnen negentig dagen na de indiening ervan.
Eenieder die een bezwaar heeft ingediend dat ongegrond blijkt en waarvan vaststaat dat het is ingediend met het oogmerk om te schaden wordt gestraft met een geldboete van 250 tot 2.500 euro.
Een nieuwe termijn van vijftien dagen wordt geopend met ingang van de uitspraak van de definitieve veroordeling gesteund op een klacht, ingediend op grond van artikel 12 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden en de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn.
Art. 116.§ 1. Bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 3, § 2, of van artikel 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van de bepalingen van artikel 33, § 7, kan een verkozen kandidaat gestraft worden met een of meerdere van de volgende straffen: 1° terechtwijzing;2° blaam;3° inhouding op de presentiegelden voor een gemeenteraadslid ten belope van 40% bruto tijdens minstens drie maanden en hoogstens 1 jaar of, in voorkomend geval, verhoudingsgewijze inhouding op de wedde van burgemeester, schepen of voorzitter van de raad voor maatschappelijk welzijn;4° schorsing van het mandaat voor één week tot drie maanden;5° verlies van het mandaat. Bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 3, § 1, of van artikel 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van de bepalingen van artikel 33, § 7, kan een verkozen lijsttrekker gestraft worden met de in het eerste lid bedoelde straffen.
Het verschil tussen het bedrag dat volgens het rechtscollege of de Raad van State het toegestane bedrag overschrijdt en dat voor een onwettige uitgave bestemd is of overeenkomt met een gift die niet geregistreerd werd zoals artikel 33, § 7, eerste lid, voorschrijft, wordt afgetrokken van het bedrag voor de verkiezingsuitgaven dat de in het eerste lid bedoelde kandidaat bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mag uitgeven.
Bij niet-naleving van de bepalingen van artikel 3, § 1, of van artikel 7 van de wet van 7 juli 1994 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezing van de provincieraden, de gemeenteraden en de districtsraden en voor de rechtstreekse verkiezing van de raden voor maatschappelijk welzijn of van de bepalingen van artikel 33, § 7, wordt het verschil tussen het bedrag dat volgens het rechtscollege of de Raad van State het toegestane maximum voor de verkiezingsuitgaven overschrijdt en dat voor een onwettige uitgave bestemd is of overeenkomt met een gift die niet geregistreerd werd zoals artikel 33, § 7, derde lid, voorschrijft, afgetrokken van het bedrag voor de verkiezingsuitgaven dat die lijst bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen mag uitgeven.
De in deze paragraaf bedoelde straffen kunnen zowel door het rechtscollege als door de Raad van State worden opgelegd. Ze worden in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt.
De met toepassing van het eerste en tweede lid getroffen beslissingen worden van kracht zodra ze in kracht van gewijsde zijn gegaan. § 2. Het gemeenteraadslid dat van zijn mandaat vervallen is verklaard door het rechtscollege of door de Raad van State, wordt in de gemeenteraad vervangen door de eerste opvolger van de lijst waarop hij werd verkozen.
Art. 117.§ 1. Bij gebrek aan opvolgers wordt in één of meer vacatures in de gemeenteraad voorzien. De verkiezing geschiedt volgens de bepalingen van artikel 95 en volgende. § 2. Indien bij de verkiezing van het te vervangen raadslid kandidaten van dezelfde lijst ingevolge artikel 101 tot opvolger zijn gekozen, treedt degene die volgens dat artikel de eerste opvolger is, in functie na onderzoek van zijn geloofsbrieven door de gemeenteraad.
Worden er bezwaren ingebracht tegen de beslissing van de raad of tegen zijn weigering om de opvolger aan te stellen als gemeenteraadslid, dan doet het rechtscollege uitspraak overeenkomstig artikel 110, § 1.
Het Rechtscollege moet uitspraak doen binnen dertig dagen, te rekenen van de dag waarop het bezwaarschrift op het secretariaat van het rechtscollege is toegekomen.
Deze beslissing wordt ter kennis gebracht van de betrokken opvolger en in voorkomend geval van degenen die bij het rechtscollege bezwaren hebben ingediend.
Zij kunnen bij de Raad van State beroep instellen binnen acht dagen na de kennisgeving. § 3. Het nieuwe raadslid voleindigt het mandaat van zijn voorganger.
Ook hij die benoemd of gekozen is ter vervanging van de burgemeester of van een schepen, voleindigt diens mandaat, behoudens het in artikel 3 van de Nieuwe Gemeentewet bepaalde.
Art. 118.Binnen acht dagen nadat kennis is gegeven van de beslissingen van het rechtscollege kunnen de betrokkenen op het secretariaat van het rechtscollege inzage nemen van het dossier.
TITEL VII - Opheffingsbepalingen
Art. 119.Het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek, vastgesteld bij de ordonnantie van 16 februari 2006 en laatst gewijzigd bij 12 juli 2018, wordt opgeheven.
Art. 120.De ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen, gewijzigd bij ordonnantie van 20 juli 2016 en 15 december 2017, wordt opgeheven.
Kondigen deze ordonnantie af, bevelen dat ze in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Brussel, 20 juli 2023.
De Minister-President van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Territoriale Ontwikkeling en Stadsvernieuwing, Toerisme, de promotie van het Imago van Brussel en Biculturele zaken van gewestelijk belang, R. VERVOORT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Mobiliteit, Openbare Werken en Verkeersveiligheid, E. VAN DEN BRANDT De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt, de Promotie van Meertaligheid en van het Imago van Brussel, S. GATZ De Minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Werk en Beroepsopleiding, Digitalisering en de Plaatselijke Besturen, B. CLERFAYT _______ Nota Documenten van het Parlement: Gewone zitting 2022-2023 A-721/1 Ontwerp van ordonnantie A-721/2 Verslag Integraal verslag: Bespreking: vergadering van woensdag 19 juli 2023 Aanneming : vergadering van donderdag 20 juli 2023