gepubliceerd op 13 januari 2017
Uittreksel uit arrest nr. 148/2016 van 24 november 2016 Rolnummer : 6266 In zake : het beroep tot vernietiging van de woorden « op 2 december 2013 » in artikel 153, § 3, derde lid, van de « wet betreffende de uitoefening van de gezondhei Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de recht(...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 148/2016 van 24 november 2016 Rolnummer : 6266 In zake : het beroep tot vernietiging van de woorden « op 2 december 2013 » in artikel 153, § 3, derde lid, van de « wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 », ingevoegd bij artikel 77 van de
wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
17/07/2015
pub.
17/08/2015
numac
2015024189
bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid
sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid, ingesteld door Renaud Dumortier.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en E. De Groot, en de rechters A. Alen, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 7 oktober 2015 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 8 oktober 2015, is beroep tot vernietiging ingesteld van de woorden « op 2 december 2013 » in artikel 153, § 3, derde lid, van de « wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015 », ingevoegd bij artikel 77 van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 17 augustus 2015) door Renaud Dumortier, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. V. Letellier, advocaat bij de balie te Brussel. (...) II. In rechte (...) B.1. De verzoekende partij vordert de vernietiging van de woorden « op 2 december 2013 » in artikel 153, § 3, derde lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen (hierna : de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten), ingevoegd bij artikel 77 van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid.
B.2.1. Sinds de wijziging ervan bij het bestreden artikel 77 bepaalt artikel 153, § 3, van de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten : « In afwijking van artikel 72, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 72, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden maar die, op het moment waarop de lijst van de prestaties of de lijst van de handelingen in verband met het paramedisch beroep waartoe zij behoren gepubliceerd wordt, sinds minstens drie jaar deze prestaties of handelingen hebben uitgevoerd, dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestaties of handelingen uitvoeren.
In afwijking van artikel 72, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 72, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden voor hun paramedisch beroep, waarvoor geen opleiding bestaat in de zin van bovengenoemde kwalificatievoorwaarden, dezelfde werkzaamheden blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de beoefenaars van de paramedische beroepen die zulke prestaties of handelingen uitvoeren, voor zover zij op het moment waarop de eerste diploma's worden uitgereikt die een opleiding bekronen die overeenstemt met de in artikel 72, § 2, tweede lid, bedoelde voorwaarden, deze prestaties of handelingen uitvoeren.
In afwijking van het eerste lid en in afwijking van artikel 72, § 1, mogen personen die niet voldoen aan de in artikel 72, § 2, tweede lid, gestelde kwalificatievoorwaarden voor de beroepen van technoloog medische beeldvorming of medisch laboratorium technoloog, maar die op 2 december 2013 gedurende minstens drie jaar handelingen van het beroep van technoloog medische beeldvorming of medisch laboratorium technoloog hebben uitgevoerd, dezelfde handelingen blijven verrichten onder dezelfde voorwaarden als de technologen medische beeldvorming of de medisch laboratorium technologen die deze handelingen uitvoeren.
Op straffe van verlies van het voordeel verleend bij de bepaling van het eerste of tweede lid van deze paragraaf, moeten zij zich bij de minister bevoegd voor Volksgezondheid, bekend maken volgens een door de Koning vastgestelde procedure; bij deze gelegenheid vermelden zij de werkzaamheden waarvoor zij het voordeel van de verkregen rechten inroepen. De door de Koning bepaalde procedure zal onder meer de wijze vaststellen waarop het bewijs van de uitvoering van de in het eerste lid bedoelde prestaties of handelingen moet worden geleverd ».
B.2.2. Sinds de wijziging ervan bij artikel 171 van de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten bepaalt artikel 72 van die wet, waarnaar het voormelde artikel 153 verwijst : « § 1. Buiten de beoefenaars, bedoeld in artikel 3, § 1, en de artikelen 4, 6, 43, 68/1 en 68/2 voor wat betreft de prestaties verbonden aan hun respectieve kunst, mag niemand prestaties verrichten die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 71, § 1, of handelingen uitvoeren die bedoeld zijn in artikel 69, 2° en 3°, die niet houder is van een erkenning afgegeven door de minister bevoegd voor Volksgezondheid. § 2. De Koning bepaalt, op advies van de Nationale Raad voor de paramedische beroepen, de voorwaarden en de regels tot het verkrijgen, het behouden en het intrekken van de in de eerste paragraaf bedoelde erkenning.
Deze erkenning mag enkel toegekend worden aan personen die voldoen aan de vereiste kwalificatievoorwaarden die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 71, § 1, of ter uitvoering van artikel 69, 2° en 3°. § 3. De paragrafen 1 en 2 hebben enkel betrekking [op] de beroepsbeoefenaars ten aanzien van wie de Koning reeds de inwerkingtreding heeft bepaald overeenkomstig artikel 183 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten houdende sociale bepalingen. Voor de andere beroepsbeoefenaars gelden, tot op het ogenblik dat de Koning ten aanzien van hen de inwerkingtreding heeft bepaald overeenkomstig artikel 183 van de wet van 25 januari 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/01/1999 pub. 06/02/1999 numac 1999021025 bron diensten van de eerste minister Wet houdende sociale bepalingen sluiten houdende sociale bepalingen, de hierna volgende bepalingen : Niemand mag, met uitzondering van de beoefenaars, bedoeld in artikel 3, § 1, en de artikelen 4, 6, 43, 68/1 en 68/2 voor wat betreft de prestaties verbonden aan hun respectievelijke kunst, prestaties verrichten die nader bepaald zijn ter uitvoering van artikel 71, § 1, of handelingen uitvoeren die bedoeld zijn in artikel 69, 2° en 3°, indien hij geen bewijs van de vereiste kwalificaties kan overleggen en indien hij zijn titels door de in artikel 118 bepaalde geneeskundige commissie, die bevoegd is overeenkomstig de plaats waar hij voornemens is zich te vestigen, niet heeft doen viseren.
Bij het verlenen van het visum gaat de commissie over tot de registratie van de belanghebbende overeenkomstig de door de Koning bepaalde modaliteiten.
Het visum wordt verleend tegen betaling van een bijdrage. De Koning bepaalt de bedragen en de betalingsmodaliteiten van deze bijdrage ».
B.2.3. De vereisten om het beroep van medisch laboratorium technoloog uit te oefenen zijn vastgelegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1993 « betreffende het beroep van medisch laboratorium technoloog ».
De uitoefening van het beroep is voorbehouden aan personen die houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont van minstens drie jaar in het kader van voltijds hoger onderwijs, die met vrucht een stage doorlopen hebben van 600 uren in klinische chemie, hematologie en microbiologie, ten bewijze waarvan de kandidaat een stageboek moet bijhouden, en die hun beroepskennis en -vaardigheden hebben onderhouden en bijgewerkt via bijscholing die bestaat uit persoonlijke studie en deelname aan door instellingen en organisaties ingerichte vormingsactiviteiten (artikel 3).
De vereisten voor de uitoefening van het beroep van technoloog medische beeldvorming zijn voorgeschreven bij het koninklijk besluit van 28 februari 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/02/1997 pub. 07/06/1997 numac 1997022209 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van technoloog medische beeldvorming en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een arts kan worden belast sluiten « betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van technoloog medische beeldvorming en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een arts kan worden belast ».
Het koninklijk besluit voorziet, in artikel 3 ervan, in soortgelijke vereisten als die welke zijn voorgeschreven voor de uitoefening van het beroep van medisch laboratorium technoloog, te dezen het bezit van een diploma, het volbrengen van een stage en het volgen van bijscholing.
B.2.4. Zoals blijkt uit artikel 72, § 1, van de wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten, moeten de personen die het beroep van medisch laboratorium technoloog of van technoloog medische beeldvorming wensen uit te oefenen, naast de hiervoor beschreven kwalificaties, houder zijn van een erkenning afgegeven door de minister bevoegd voor volksgezondheid.
De voorwaarden voor het verkrijgen van die erkenning zijn vastgesteld bij het koninklijk besluit van 18 november 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/11/2004 pub. 21/12/2004 numac 2004022939 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen sluiten betreffende de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen, waarvan artikel 20 de Koning ermee heeft belast, per betrokken paramedisch beroep, de datum van inwerkingtreding te bepalen.
Die datum is voor de beroepen van medisch laboratorium technoloog en van technoloog medische beeldvorming, bij twee koninklijke besluiten van 7 november 2013, bepaald op 2 december 2013.
B.3. Het enige middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 23, derde lid, 1°, van de Grondwet en met artikel 6 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten.
De verzoekende partij voert aan dat door terug te werken tot op de datum van 2 december 2013, de bestreden bepaling enkel rekening houdt met de verworven nuttige beroepservaring, waarbij zij aldus de beroepsbeoefenaars die drie jaar beroepservaring hebben verworven tussen 3 december 2013 en de datum van inwerkingtreding van de bestreden bepaling, 27 augustus 2015, van het voordeel van de maatregel uitsluit zonder dat zulks redelijk verantwoord wordt.
Ten aanzien van de ontvankelijkheid van het middel B.4.1. De Ministerraad betoogt in zijn memorie dat het enige middel niet ontvankelijk is, enerzijds, om de reden dat het niet het beginsel van de niet-retroactiviteit van de wetten als referentienorm betreft, en, anderzijds, in zoverre het het niet mogelijk zou maken de vergeleken categorieën van personen te onderscheiden.
B.4.2. Om te voldoen aan de vereisten van artikel 6 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, moeten de middelen van het verzoekschrift te kennen geven welke van de regels waarvan het Hof de naleving waarborgt, zouden geschonden zijn, alsook welke de bepalingen zijn die deze regels zouden schenden, en uiteenzetten in welk opzicht die regels door de bedoelde bepalingen zouden zijn geschonden.
B.4.3. Uit het verzoekschrift blijkt voldoende dat daarin het bestaan wordt aangeklaagd van een discriminerend verschil in behandeling ten aanzien van de beroepsbeoefenaars die vóór de datum van 2 december 2013 drie jaar beroepservaring hebben verworven en diegenen die die drie jaar beroepservaring hebben verworven tussen 3 december 2013 en 27 augustus 2015, in zoverre die laatsten het voordeel van de overgangsmaatregel waarin is voorzien bij het bestreden artikel 77 niet kunnen genieten.
B.4.4. De exceptie wordt verworpen.
Ten gronde B.5. Het staat in beginsel aan de wetgever te beoordelen of een wetswijziging moet samengaan met overgangsmaatregelen teneinde rekening te houden met de rechtmatige verwachtingen van de betrokken personen en het komt hem toe te bepalen onder welke voorwaarden en binnen welke termijnen ten aanzien van die personen van de nieuwe bepaling zal worden afgeweken.
Inherent aan een overgangsregeling is dat een onderscheid wordt gemaakt tussen personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van die regeling vallen en personen die betrokken zijn bij rechtstoestanden die onder het toepassingsgebied van een nieuwe regeling vallen. Een dergelijk onderscheid houdt op zich geen schending in van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet : elke overgangsbepaling zou onmogelijk zijn, indien zou worden aangenomen dat zulke bepalingen de voormelde grondwetsbepalingen zouden schenden om de enkele reden dat zij afwijken van de toepassingsvoorwaarden van de nieuwe wetgeving.
Overgangsmaatregelen moeten echter algemeen zijn en gebaseerd zijn op objectieve en pertinente criteria die verantwoorden waarom voor sommige personen tijdelijk maatregelen gelden die afwijken van de regeling die door de nieuwe norm is vastgesteld.
B.6.1. Met betrekking tot de in de bestreden bepaling vervatte overgangsmaatregel vermeldt de parlementaire voorbereiding van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten : « Deze bepaling voorziet, in artikel 54ter, § 3, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, in een nieuwe overgangsmaatregel, in de vorm van ' verworven rechten '. Personen die het beroep van technoloog medische beeldvorming of medisch laboratorium technoloog uitoefenen terwijl ze niet voldoen aan de kwalificatievoorwaarden die voor deze beroepen zijn bepaald maar die op de datum van inwerkingtreding van de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen voor hun specifieke beroepen, met name 2 december 2013, gedurende minstens drie jaar handelingen van een van die beroepen hebben uitgevoerd, hebben de mogelijkheid om dat beroep onder dezelfde voorwaarden te blijven uitoefenen.
Deze nieuwe overgangsmaatregel die is toegekend aan personen die het beroep van technoloog medische beeldvorming of medisch laboratorium technoloog uitoefenen, kan worden verantwoord gelet op het gelijkheidsprincipe.
Het paramedisch personeel vormt geen geheel.
Elk paramedisch beroep is een volledig beroep dat het voorwerp van specifieke bepalingen kan uitmaken wegens de specifieke kenmerken die eigen zijn aan dit beroep.
De specifieke kenmerken van de beroepssectoren die eigen zijn aan de medische beeldvorming technologieën en aan de medische laboratoriumtechnologieën verantwoorden objectief en redelijkerwijs de goedkeuring van de geplande wettelijke bepaling teneinde voor een zeer groot aantal beroepsbeoefenaars uit deze sectoren te voorkomen dat ze hun werk zouden verliezen en voor hun werkgevers, met name de ziekenhuizen, te voorkomen dat ze niet meer aan hun personeelsbehoeften zouden kunnen voldoen.
Gelet op het verstrijken van een termijn van plus minus twintig jaar sinds de publicatie van de koninklijke besluiten tot vaststelling van de kwalificatievoorwaarden voor deze beide beroepen, is een deel van de overgangsmaatregelen zoals bepaald in artikel 54ter van het KB nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen niet meer efficiënt, meer in het bijzonder de ' verworven rechten ' die een afwijking zijn van de vereiste van noodzakelijkheid van een erkenning en die bepaald zijn in artikel 54ter, § 3, van het voornoemde KB nr. 78 van 10 november 1967.
Indien de geplande bepaling niet wordt goedgekeurd, zullen de ziekenhuizen bijgevolg in een uiterst moeilijke situatie terechtkomen, aangezien te weinig beroepsbeoefenaars hun erkenning zullen krijgen om te voldoen aan de personeelsbehoeften.
Bovendien zal het voor de scholen die de opleidingen inzake technoloog medische beeldvorming of medisch laboratorium technoloog verstrekken onmogelijk zijn om de vereiste opleidingen op tijd te verstrekken om aan deze personeelsbehoeften te voldoen » (Parl. St., Kamer, 2014-2015, DOC 54-1161/001, pp. 60-62).
B.6.2. Het blijkt dat de wetgever, enerzijds, heeft willen voorkomen dat een groot aantal beroepsbeoefenaars hun werk verliezen aangezien zij de voor hun beroep bepaalde kwalificatievoorwaarden niet vervullen maar zich op een voldoende ervaring kunnen beroepen en, anderzijds, ervoor heeft willen zorgen dat de ziekenhuizen aan hun personeelsbehoeften kunnen blijven voldoen.
B.7. De overgangsmaatregel vervat in de in het geding zijnde bepaling heeft een algemeen karakter en berust op een objectief criterium, namelijk de verplichting om op datum van 2 december 2013 over een beroepservaring van drie jaar te beschikken.
B.8. Het Hof dient echter te onderzoeken of het gebruikte criterium relevant is ten opzichte van de door de wetgever nagestreefde doelstellingen en of de maatregel niet op onevenredige wijze afbreuk doet aan de rechten van de beroepsbeoefenaars die die ervaring van drie jaar hebben verworven tussen 3 december 2013 en 27 augustus 2015.
B.9. Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de bestreden bepaling, heeft de wetgever de verworven rechten willen vrijwaren van de personen die het beroep van medisch laboratorium technoloog of technoloog medische beeldvorming reeds uitoefenen maar die niet voldoen aan de voor die beroepen vereiste kwalificatievoorwaarden. Hij is in dat verband ervan uitgegaan dat het feit gedurende drie jaar de handelingen van een van die beroepen te hebben gesteld, kan volstaan om de bekwaamheid te bewijzen die van de betrokken beroepsbeoefenaars wordt vereist opdat ze hun beroep kunnen blijven uitoefenen. Wat betreft de datum van 2 december 2013, waarop die drie jaar ervaring moeten zijn verworven, is die keuze verantwoord door het feit dat het gaat om de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen.
Zoals de Ministerraad in zijn memorie doet opmerken, konden de betrokken beroepsbeoefenaars vanaf die datum niet onwetend zijn over het feit dat er voor de uitoefening van hun beroep kwalificatie- en erkenningsvoorwaarden waren gesteld.
Zoals blijkt uit de parlementaire voorbereiding van de wet, waren er echter overgangsmaatregelen bepaald in artikel 54ter van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, in het bijzonder wat betreft de verworven rechten die een afwijking vormden van de vereiste van een erkenning. Omdat de wetgever vaststelde dat die maatregelen aan doeltreffendheid inboetten, heeft hij willen voorkomen dat de beroepsbeoefenaars die in de betrokken sectoren voldoende ervaring hebben verworven, hun werk verliezen.
Het criterium van drie jaar ervaring verworven op datum van 2 december 2013 is niet relevant ten opzichte van die doelstelling. De beroepsbeoefenaars die die drie jaar ervaring hebben verworven tussen die datum en 27 augustus 2015, datum van inwerkingtreding van de bestreden bepaling, bevinden zich immers in eenzelfde situatie als die van de beroepsbeoefenaars die het voordeel van de daarin vastgelegde overgangsmaatregel genieten. Gelet op het feit dat zij niet over de vereiste kwalificaties beschikken, noch over een erkenning om hun beroep uit te oefenen en dat zij van het voordeel van de overgangsbepaling zijn uitgesloten, lopen zij het gevaar hun werk te verliezen terwijl zij een nuttige ervaring van drie jaar kunnen doen gelden net zoals dat het geval is voor diegenen wier ervaring is verworven op datum van 2 december 2013. Die datum, die overeenstemt met die van de inwerkingtreding van het koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning van de beoefenaars van de paramedische beroepen, maakt het niet mogelijk te verantwoorden dat, terwijl de vroegere wetgeving de door beide categorieën verworven rechten wenste te beschermen, alleen de tweede het voordeel ervan kan blijven genieten en niet de eerste.
B.10. In zoverre het de schending aanvoert van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, is het enige middel gegrond.
Derhalve dienen de woorden « op 2 december 2013 » in artikel 153, § 3, derde lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen te worden vernietigd.
B.11. Nu een toetsing aan de overige in het middel aangehaalde referentienormen niet zou kunnen leiden tot een ruimere vernietiging, is er geen aanleiding om het middel in dat opzicht te onderzoeken.
Om die redenen, het Hof vernietigt de woorden « op 2 december 2013 » in artikel 153, § 3, derde lid, van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009276 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009275 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent type wet prom. 10/05/2015 pub. 01/07/2015 numac 2015009277 bron federale overheidsdienst justitie Wet die naturalisaties verleent sluiten betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, ingevoegd bij artikel 77 van de wet van 17 juli 2015Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2015 pub. 17/08/2015 numac 2015024189 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende diverse bepalingen inzake gezondheid sluiten houdende diverse bepalingen inzake gezondheid.
Aldus gewezen in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 24 november 2016.
De griffier, P.-Y. Dutilleux De voorzitter, J. Spreutels