Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 februari 1997
gepubliceerd op 07 juni 1997

Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van technoloog medische beeldvorming en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een arts kan worden belast

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022209
pub.
07/06/1997
prom.
28/02/1997
ELI
eli/besluit/1997/02/28/1997022209/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 1997. Koninklijk besluit betreffende de beroepstitel en de kwalificatievereisten voor de uitoefening van het beroep van technoloog medische beeldvorming en houdende vaststelling van de lijst van handelingen waarmee deze laatste door een arts kan worden belast


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, inzonderheid op artikel 5, § 1, eerste en derde lid, gewijzigd bij de wetten van 20 december 1974 en 19 december 1990, artikel 22bis, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990, en artikel 23, § 2;

Gelet op het advies van de Nationale Raad van de Paramedische Beroepen van 7 november 1991;

Gelet op het eensluidend advies van de Technische Commissie voor de Paramedische Beroepen van 25 januari 1996;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Het beroep van "technoloog medische beeldvorming" is een paramedisch beroep in de zin van artikel 22bis van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies.

Art. 2.Het in artikel 1 bedoelde beroep wordt uitgeoefend onder de beroepstitel "technoloog medische beeldvorming".

Art. 3.Het beroep van technoloog medische beeldvorming mag slechts worden uitgeoefend door personen die voldoen aan de volgende voorwaarden : 1° houder zijn van een diploma dat een opleiding bekroont, die overeenstemt met een opleiding van minstens drie jaar in het kader van een voltijds hoger onderwijs, waarvan het leerprogramma op zijn minst omvat: a) een theoretische opleiding in: - anatomie; - fysiologie; - algemene en bijzondere ziekteleer; - radioprotectie en biologische effecten van ioniserende straling; - deontologie; - patiëntenbegeleiding en -communicatie; - radiofarmacologie en farmacologie van de contraststoffen en medicatie; - fysica van de ioniserende straling, van de magnetische resonantie, van de ultratonen en nucleaire fysica; b) een theoretische en praktische opleiding, toegepast op de medische praktijk, in: - informatica, toegepast op de medische beeldvorming; - radiologische anatomie; - ziekenhuishygiene : - apparatuur voor medische beeldvorming (radiologie, ultratonen, magnetische resonantie) en nucleaire geneeskunde in vivo; - techniek voor beeldregistratie, -bewerking en -weergave; - kwaliteiskontrole; - verpleegkundige technieken (inbegrepen houdings- en tiltechnieken); - instel- en beeldvormingstechnieken en toegepaste radioprotectie in : a) radiologie, b) ultratonen, c) magnetische resonantie, d) interventionele technieken in de medische beeldvorming, e) pediatrische beeldvorming, f) nucleaire geneeskunde in vivo;2° met vrucht een stage doorlopen hebben in: - radiologie; - ultratonen; - magnetische resonantie; - interventionele technieken in de medische beeldvorming; - nucleaire geneeskunde in vivo; 3° hun beroepskennis en vaardigheden via bijscholing onderhouden en bijwerken, om een beroepsuitoefening op een optimaal kwaliteitsniveau mogelijk te maken. De hierboven bedoelde bijscholing moet bestaan uit persoonlijke studie en deelname aan vormingsactiviteiten.

Art. 4.De lijst van handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van voormeld koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een technoloog medische beeldvorming kan belasten, is opgenomen in de bijlage van dit besluit.

Art. 5.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 februari 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA Bijlage Handelingen waarmee een arts met toepassing van artikel 5, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 een technoloog medische beeldvorming kan belasten : - Administratief onthaal van de patiënt (met inbegrip van de afspraken), fysische en psychologische hulp aan de patiënt; - Inwinnen van de noodzakelijke gegevens en elementen voor het goed verloop van het onderzoek en/of behandeling; - Bewaking van de vitale parameters en de biologische functies van de patiënt, alsmede van het materiaal hiervoor nodig, zowel tijdens als na het onderzoek en/of de behandeling. - Aanleggen van verbanden; - Voorbereiding en manipulatie van substanties met diagnostisch en/of therapeutisch doel, en van het materiaal bestemd voor diagnose en/of behandeling; - Registratie, verwerking en weergave van beelden en gegevens; - Beheer en klein onderhoud van het materiaal, apparatuur en producten; - Deelname aan radioprotectie en kwaliteitscontrole; - Plaatsen van een perifere veneuze toegangsweg, eventueel gevolgd door een bloedafname; - Voorbereiden van, toedienen van en toezicht houden op de zorgverstrekking nodig voor de goede uitvoering van het onderzoek en/of de behandeling; - Voorbereiding en toediening van medicatie en substanties met diagnostischen/oftherapeutisch doel, volgens de voorschriften van de arts, via de noodzakelijke toegangswegen; - Staalafname en collecte van secreties, excreties en organische substanties, met uitsluiting van invasieve handelingen; - Gebruik en bediening van toestellen in de medische beeldvorming (conventionele en digitale radiologie, magnetische resonantie), de nucleaire geneeskunde in vivo, met of zonder contrastproducten of merkers met een diagnostische en/of tharapeutische waarde; - Instellen en gebruik van injectietoestellen; - Positioneren en voorbereiden van de patiënt ten behoeve van het onderzoek en/of behandeling; - Hulp bij interventionele technieken, echografische en al de bijzondere beeldvormende, diagnostische en therapeutische technieken.

Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 28 februari 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA

^