26 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardenvervoer

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 10 april 1990 op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten, gewijzigd door de wet van 18 juli 1997, inzonderheid op de artikelen 2, § 1, 8, §§ 4 en 5, en 9;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardenvervoer, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op de richtlijn 83/189/EEG van de Raad van Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, gewijzigd door de richtlijnen van de Raad 88/182/EEG van 22 maart 1988 en 94/10/EEG van 23 maart 1994, inzonderheid op het artikel 9, derde lid;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de hoogdringendheid;

Overwegende dat dit koninklijk besluit binnen de kortste termijn moet genomen worden omwille van de stijgende onveiligheid in de waardetransportsector;

Overwegende dat op 29 december 1997 een gewelddadige overval heeft plaatsgevonden tijdens de ophaling van geld in een winkel tijdens de openingsuren; dat hierbij een bewakingsagent om het leven kwam;

Overwegende dat op 12 januari 1998 een drieste overval met zware wapens op een waardetransport plaatsvond, waarbij twee bewakingsagenten werden gedood;

Overwegende dat het noodzakelijk is onmiddellijk bijkomende maatregelen te nemen teneinde deze criminaliteit te bestrijden en de veiligheid van zowel de waardevervoerders als van de bevolking beter te verzekeren en de openbare orde te handhaven;

Op de voordracht van Onze Vice-Eerste-Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 februari 1997 houdende regeling van bepaalde methodes ter beveiliging van het waardenvervoer, gewijzigd door het koninklijk besluit van 25 april 1997, wordt een 1°bis ingevoegd, luidend als volgt : « 1°bis. waarden neutraliseerbaar via verzetsprocédés : waarden bestaande uit waardepapieren waarvan wettelijk verzet of andere veiligheidsmaatregelen mogelijk zijn die het onmogelijk maken deze waardepapieren te innen. Gedurende de tijd die nodig is om verzet te plegen kunnen deze waardepapieren niet in baar geld worden geïnd in een financiële instelling. »

Art. 2.in dit besluit wordt een hoofdstuk IIIbis met als opschrift "Vervoer van waarden neutraliseerbaar via verzetsprocédés" ingevoegd, dat de artikelen 14bis en 14ter, luidend als volgt, zal bevatten : « HOOFDSTUK IIIbis. - Vervoer van waarden neutraliseerbaar via verzetsprocédés Titel I. - Beveiliging van waarden

Art. 14bis.Het vervoer van waarden neutraliseerbaar via verzetsprocedures mag geschieden met een bemanning bestaande uit één bewakingsagent, zo het transport uitsluitend deze waarden bevat.

Titel II. - Over het voertuig

Art. 14ter.§ 1. Het voertuig voor waardevervoer, bedoeld in dit hoofdstuk, dient aan geen specifieke normen te voldoen. § 2. Zo het een voertuig betreft, zoals bedoeld in titel II van hoofdstuk II of titel III van hoofdstuk III, en zo het transport uitsluitend waarden, bedoeld in dit hoofdstuk bevat, dienen op de zijkanten en de achterzijde van het voertuig de woorden "documenten-transport" in de drie landstalen vermeld te worden. Deze woorden dienen van op afstand duidelijk leesbaar te zijn. »

Art. 3.In hoofdstuk V van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : § 1. Het opschrift van hoofdstuk V van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende opschrift : « HOOFDSTUK V. - Gemeenschappelijke bepalingen » § 2. Hoofdstuk V, dat artikel 18 bevat, wordt vervangen door de volgende bepalingen : « Titel I. - Gemengd vervoer

Art. 18.Het gemengd vervoer is verboden, met uitzondering van gemengd vervoer uitsluitend bestaande uit waarden, neutraliseerbaar via verzetsprocédés en niet-neutraliseerbare waarden.

Titel II. - Bepalingen, gemeenschappelijk aan elk detailvervoer

Art. 18bis.§ 1. Detailvervoer waarbij een afstand van meer dan twintig kilometer langs de autosnelwegen wordt uitgevoerd, is verboden. § 2. Het detailvervoer gebeurt via een systeem van geplande variabiliteit. De wijze van uitvoering en de wijze waarop de meldingen, bepaald in artikel 20 van dit besluit, geschieden, maken het voorwerp uit van een vertrouwelijk akkoord, gesloten tussen de bewakingsondernemingen, de vertegenwoordigers van de banken en de sector van de grootdistributie en de Minister van Binnenlandse Zaken.

De niet-naleving van de bepalingen van dit vertrouwelijk akkoord wordt beteugeld met de sancties die door de wet van 10 april 1990 voorzien worden voor inbreuken op het onderhavige besluit. »

Art. 4.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. De bewakingsondernemingen dienen de detaillering van de uit te voeren vervoersactiviteiten aan het Algemeen Commando van de Rijkswacht te bezorgen. § 2. Deze verplichtingen gelden niet voor het vervoer van metaalgeld en het vervoer uitsluitend bestaande uit waarden neutraliseerbaar via verzetsprocédés. »

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 27 januari 1998.

Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 januari 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE