gepubliceerd op 30 november 2015
Uittreksel uit arrest nr. 133/2015 van 1 oktober 2015 Rolnummer : 5905 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57sexies van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij arti Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters (...)
GRONDWETTELIJK HOF
Uittreksel uit arrest nr. 133/2015 van 1 oktober 2015 Rolnummer : 5905 In zake : de prejudiciële vragen over artikel 57sexies van de organieke
wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten
type
wet
prom.
08/07/1976
pub.
18/04/2016
numac
2016000231
bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied
sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij artikel 20 van de
programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten
type
programmawet
prom.
28/06/2013
pub.
01/07/2013
numac
2013203870
bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
Programmawet
sluiten, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Verviers.
Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters J. Spreutels en A. Alen, en de rechters E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter J. Spreutels, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vragen en rechtspleging Bij vonnis van 22 april 2014 in zake Sevki Ozdemir tegen het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn van Dison, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 mei 2014, heeft de Arbeidsrechtbank te Luik, afdeling Verviers, de volgende prejudiciële vragen gesteld : « 1. Schendt artikel 57sexies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij artikel 20 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, dat, sinds de inwerkingtreding ervan, de vreemdeling die gemachtigd is tot verblijf op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wegens een arbeidskaart B of een beroepskaart, het recht op maatschappelijke dienstverlening ontneemt en derhalve aanleiding geeft tot een teruggang van het recht op maatschappelijke dienstverlening zonder die te rechtvaardigen met dwingende redenen, artikel 23 van de Grondwet (standstill-beginsel), al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet en artikel 2, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en artikel 12, punt 1, van het Europees Sociaal Handvest ? 2. Schendt artikel 57sexies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de OCMW's, ingevoegd bij artikel 20 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, dat de vreemdeling die gemachtigd is tot verblijf op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wegens een arbeidskaart B of een beroepskaart, het recht op maatschappelijke dienstverlening ontneemt, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre het een verschil in behandeling creëert tussen vreemdelingen die zich in vergelijkbare situaties bevinden, namelijk personen die een machtiging tot verblijf hebben verkregen wegens een beroepskaart of een arbeidskaart, de enen op grond van artikel 9bis van de wet van 1980 en de anderen op grond van artikel 25/2 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 of op grond van artikel 9 van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, aangezien die laatste twee categorieën niet zijn uitgesloten van hetzelfde recht ? ». (...) III. In rechte (...) Ten aanzien van de in het geding zijnde bepaling B.1.1. De prejudiciële vragen hebben betrekking op artikel 57sexies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij artikel 20 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, dat bepaalt : « In afwijking van de bepalingen van deze wet is de maatschappelijke dienstverlening door het centrum niet verschuldigd aan de vreemdeling die gemachtigd werd tot een verblijf op basis van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, omwille van een arbeidskaart B of een beroepskaart ».
B.1.2. Artikel 9bis, § 1, eerste lid, van de voormelde wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten bepaalt : « In buitengewone omstandigheden en op voorwaarde dat de vreemdeling over een identiteitsdocument beschikt, kan de machtiging tot verblijf worden aangevraagd bij de burgemeester van de plaats waar hij verblijft. Deze maakt ze over aan de minister of aan diens gemachtigde. Indien de minister of diens gemachtigde de machtiging tot verblijf toekent, zal de machtiging tot verblijf in België worden afgegeven ».
B.2.1. Artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten bepaalt : « Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.
Er worden openbare centra voor maatschappelijk welzijn opgericht die, onder de door deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren ».
B.2.2. Artikel 57, § 2, van dezelfde wet beperkt het recht op maatschappelijke dienstverlening tot dringende medische hulp wanneer het gaat om vreemdelingen die illegaal in het Rijk verblijven.
Overigens bepaalt artikel 57quinquies, dat in die wet werd ingevoegd bij artikel 12 van de wet van 19 januari 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000081 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen type wet prom. 19/01/2012 pub. 17/02/2012 numac 2012000102 bron programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie Wet tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers sluiten tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de opvang van asielzoekers : « In afwijking van de bepalingen van deze wet is de maatschappelijke dienstverlening door het centrum niet verschuldigd aan onderdanen van lidstaten van de Europese Unie en hun familieleden gedurende de eerste drie maanden van het verblijf of, in voorkomend geval de langere periode zoals bedoeld in artikel 40, § 4, eerste lid, 1°, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, noch is het verplicht om vóór de verwerving van het duurzame verblijfsrecht steun voor levensonderhoud toe te kennen ».
Bij zijn arrest nr. 95/2014 van 30 juni 2014 heeft het Hof die bepaling vernietigd in zoverre zij van toepassing was op de niet-Belgische burgers van de Europese Unie die de status van werknemer (al dan niet in loondienst) hebben of behouden, alsook op hun familieleden die legaal op het grondgebied verblijven. Bij hetzelfde arrest heeft het Hof dezelfde bepaling vernietigd in zoverre zij de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toeliet dringende medische hulp te weigeren aan onderdanen van de lidstaten van de Europese Unie en aan hun familieleden gedurende de eerste drie maanden van hun verblijf.
B.2.3. Tot de inwerkingtreding van de in het geding zijnde bepaling waren dus de enige categorieën van personen die door de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten waren uitgesloten van het recht op maatschappelijke dienstverlening, onverminderd de toekenning van dringende medische hulp, de vreemdelingen die illegaal in het Rijk verblijven en, voor een beperkte periode, bepaalde Europese onderdanen en hun familieleden.
B.3. De in het geding zijnde bepaling sluit vreemdelingen die een wettelijk verblijfsrecht in België hebben uit van het recht op maatschappelijke dienstverlening wanneer dat verblijfsrecht hun op grond van het voormelde artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten is toegekend en wanneer die toekenning gemotiveerd was door de omstandigheid dat zij houder waren van hetzij een arbeidskaart B die hen toestaat een baan uit te oefenen, hetzij een beroepskaart die hen toestaat een zelfstandig beroep uit te oefenen.
B.4.1. De in het geding zijnde bepaling werd in de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten ingevoerd bij artikel 20 van de programmawet van 28 juni 2013. Artikel 21 van diezelfde programmawet wijzigt op zijn beurt artikel 3, 3°, van de wet van 26 mei 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2002 pub. 31/07/2002 numac 2002022559 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende het recht op maatschappelijke integratie sluiten betreffende het recht op maatschappelijke integratie in die zin dat burgers van de Europese Unie en hun familieleden pas na de eerste drie maanden van hun verblijf het recht op maatschappelijke integratie genieten. De memorie van toelichting bij de in het geding zijnde bepaling vermeldt : « De machtiging tot een verblijf op basis van artikel 9bis, enkel wanneer die aan de betrokkenen afgeleverd werd omwille van het bestaan van een arbeidskaart B of een beroepskaart, geeft geen recht op maatschappelijke dienstverlening. Gelet op het feit dat het de uitoefening van een professionele activiteit is die de machtiging tot verblijf van de betrokkenen rechtvaardigt, is het niet logisch dat de betrokkenen een aanspraak kunnen maken op het recht op maatschappelijke dienstverlening op basis van die machtiging tot verblijf » (Parl. St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2853/001, p. 18).
B.4.2. Met betrekking tot de bestaanbaarheid van de artikelen 20 en 21 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten met het standstill-beginsel van artikel 23 van de Grondwet, merkte de afdeling wetgeving van de Raad van State op : « De ontworpen bepalingen ontnemen voor heel specifieke categorieën het recht op maatschappelijke dienstverlening, respectievelijk maatschappelijke integratie, hetgeen in bepaalde gevallen een aanzienlijke achteruitgang zou kunnen inhouden. De impliciete doelstelling van de ontworpen regelingen lijkt er evenwel in te bestaan om aan personen die op het grondgebied verblijven met een doel dat haaks staat op het uitoefenen van deze rechten, de toegang tot het recht te ontzeggen, of, anders gezegd, om misbruik van het recht op maatschappelijke dienstverlening, respectievelijk maatschappelijke integratie tegen te gaan. Uit arrest 135/2011 van het Grondwettelijk Hof blijkt dat dit als een wettige doelstelling kan worden aangemerkt.
Bovendien lijkt de ontworpen regeling ook niet onevenredig, nu ze wat betreft het recht op maatschappelijke dienstverlening voor EU-onderdanen, beperkt is in de tijd, met name de eerste drie maanden van hun verblijf, en, wat betreft het recht op maatschappelijke integratie, ook vermag uit te gaan van de veronderstelling dat de betrokkene arbeid verricht. Ook al zou de achteruitgang voor sommige personen die tot de betrokken categorieën behoren in concreto aanzienlijk kunnen zijn, lijken de ontworpen bepalingen bijgevolg te kunnen worden verantwoord door (dwingende) redenen van algemeen belang » (ibid., p. 66).
B.4.3. Tijdens de parlementaire voorbereiding werd opgemerkt dat « tijdens het verblijf voor beperkte duur [...] er bijgevolg geen toegang [zal] zijn tot het OCMW » (ibid., DOC 53-2853/011, p. 4).
Volgens de bevoegde staatssecretaris : « [spitst] de regeling zich [toe] op de mensen die een tijdelijk verblijf krijgen dat verbonden is aan de beroepskaart B. Het gaat in geen geval om personen die een onbeperkt verblijf hebben.
Daarnaast wordt er sowieso meer en meer ingezet op de kruising van databanken, zowel bij DVZ als bij de POD Maatschappelijke Integratie.
Bij die laatste heeft de staatssecretaris negen extra gegevensstromen laten ontwikkelen, precies om de koppeling van gegevens mogelijk te maken. Tevens valt op te merken dat het niet enkel gaat om het realiseren van een koppeling. Het komt er tevens op aan om de diensten voldoende te bestaffen om de noodzakelijke conclusies te trekken en in te staan voor het vervolgtraject, en dus voor de eventuele wijziging van het verblijfsrecht. Er moeten dus niet enkel middelen worden voorzien voor de nieuwe gegevensstromen, maar ook voor het personeel dat de gegevens moet interpreteren en er de nodige gevolgen aan moet verbinden. [...] [...] een extrapolatie van de gegevens van 2012 voor 2013 [levert] een bedrag [op] van 600 000 euro voor artikel 20 van het ontwerp, en 1,2 miljoen euro voor wat betreft artikel 21 » (ibid., pp. 7-9).
Tijdens de bespreking in de Senaatscommissie bevestigde de staatssecretaris de positieve budgettaire impact van de maatregel : « Gegeven de budgettaire context, diende de staatssecretaris van de regering 5 miljoen euro te vinden voor de toegang tot het OCMW. Dit is een zeer moeilijke opdracht omdat de OCMW's het laatste vangnet vormen » (Parl. St., Senaat, 2012-2013, nr. 5-2169/4, p. 3).
Wat de door de maatregel beoogde vreemdelingen betreft, preciseerde zij het volgende : « Er mag [...] van worden uitgegaan dat zij arbeidsgeschikt zijn gedurende hun verblijf van beperkte duur.
Om die reden zullen de betrokkenen dan ook geen toegang hebben tot het OCMW gedurende het verblijf voor beperkte duur. Uiteraard zullen er afwijkingen mogelijk zijn. Wanneer iemand die werkt ziek wordt zal hij ons grondgebied niet onmiddellijk moeten verlaten » (ibid.).
B.4.4. In antwoord op een parlementaire vraag, antwoordde de staatssecretaris overigens dat « de maatregel [moest] gekaderd worden in de algemene strijd tegen de sociale fraude » : « Personen die in het kader van hun aanvraag tot machtiging tot verblijf op basis van artikel 9bis van de Vreemdelingenwet bewijzen voorleggen van een tewerkstelling in het kader van een arbeidscontract of op zelfstandige basis kunnen als gevolg van de invoering van voornoemd artikel niet langer de dag nadat zij gemachtigd werden tot een verblijf komen aankloppen bij het Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) met de vraag tot financiële steun. [...] De laatste jaren werden er reeds voor verschillende andere groepen van vreemdelingen mechanismen ingevoerd om na te gaan of de redenen die de betrokkenen inroepen om toegang te krijgen tot ons grondgebied wel met de werkelijkheid stroken. Door de invoering van artikel 57sexies wordt er ook een dergelijke maatregel voorzien voor die personen die werden gemachtigd tot een verblijf op basis van artikel 9bis van de Vreemdelingenwet omwille van een arbeidskaart B of een beroepskaart » (Senaat, 2012-2013, schriftelijke vraag nr. 5-9739 van 24 juli 2013).
Ten aanzien van de eerste prejudiciële vraag B.5. Met de eerste prejudiciële vraag wordt het Hof verzocht de bestaanbaarheid te onderzoeken van de in het geding zijnde bepaling met artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, met artikel 2, lid 1, van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten en met artikel 12, punt 1, van het Europees Sociaal Handvest.
B.6.1. Artikel 23 van de Grondwet bepaalt dat ieder het recht heeft om een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de onderscheiden wetgevers, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen. Die rechten omvatten onder meer het recht op sociale bijstand. Artikel 23 van de Grondwet bepaalt niet wat die rechten, waarvan enkel het beginsel wordt uitgedrukt, impliceren, waarbij elke wetgever ermee is belast die rechten te waarborgen, overeenkomstig het tweede lid van dat artikel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten.
B.6.2. Uit de parlementaire voorbereiding van artikel 23 blijkt dat door het recht op sociale bijstand te waarborgen, de Grondwetgever het in de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn gewaarborgde recht op het oog had (Parl. St., Senaat, B.Z. 1991-1992, nr. 100-2/4°, pp. 99 en 100). In die aangelegenheid bevat artikel 23 een standstill-verplichting die de bevoegde wetgever verbiedt het beschermingsniveau aanzienlijk te verminderen zonder dat daartoe redenen van algemeen belang bestaan.
B.7.1. Door een categorie van vreemdelingen die legaal op het grondgebied verblijven uit te sluiten van het recht op maatschappelijke dienstverlening, vermindert artikel 57sexies van de wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten aanzienlijk het beschermingsniveau in die aangelegenheid voor de personen die tot die categorie van vreemdelingen behoren. Om bestaanbaar te zijn met artikel 23 van de Grondwet, moet die aanzienlijke vermindering worden verantwoord door redenen van algemeen belang.
B.7.2. Uit de in B.4.1 tot B.4.4 geciteerde parlementaire voorbereiding blijkt dat de in het geding zijnde bepaling werd verantwoord, enerzijds, door de specifieke motivering van de toekenning van een verblijfsvergunning aan de betrokken vreemdelingen en, anderzijds, door de noodzaak om sociale fraude en fraude inzake toegang tot het verblijfsrecht te bestrijden. Bovendien blijkt uit de verklaringen van de bevoegde staatssecretaris dat de wetgever met het aannemen van de in het geding zijnde bepaling ook een budgettaire doelstelling nastreefde.
B.8.1. Overeenkomstig het in B.2.1 geciteerde artikel 1 van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten is maatschappelijke dienstverlening een dienstverlening die wordt toegekend aan personen die, zonder die dienstverlening, geen menswaardig leven zouden kunnen leiden. Zij wordt pas toegekend nadat het bevoegde openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn de staat van behoeftigheid van de aanvrager heeft vastgesteld door middel van een sociaal onderzoek « dat besluit met een nauwkeurige diagnose nopens het bestaan en de omvang van de behoefte aan dienstverlening en de meest passende middelen voorstelt om daarin te voorzien » (artikel 60, § 1, van dezelfde wet). In voorkomend geval biedt het centrum een dienstverlening bij het zoeken naar werk. Indien de staat van behoeftigheid niet wordt aangetoond, is het centrum niet verplicht om bijstand te verlenen.
B.8.2. De afgifte van een arbeidskaart B of een beroepskaart is aan verscheidene strikte voorwaarden onderworpen.
Overeenkomstig de artikelen 4 en volgende van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, dient de vreemdeling in de regel reeds over een arbeidskaart B te beschikken alvorens hij een machtiging tot verblijf kan verkrijgen. Een beroepskaart kan worden aangevraagd door een vreemdeling die reeds wettig op het grondgebied verblijft, doch dient, wanneer dat niet het geval is, te worden aangevraagd vanuit het land van herkomst of het land waar men wettig verblijft.
Indien een vreemdeling - zoals in het geval beoogd door de in het geding zijnde bepaling -, een machtiging tot verblijf krijgt op basis van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten wegens een arbeidskaart B of een beroepskaart, en de aanvraag voor de arbeidskaart of de beroepskaart derhalve gebeurt nadat hij reeds het land is binnengekomen, wordt hem dus een uitzondering op die voorwaarden, die in beginsel voor alle vreemdelingen gelden, toegestaan. Het verkrijgen van dat verblijfsrecht is afhankelijk van het bestaan van buitengewone omstandigheden die restrictief worden beoordeeld door de Dienst Vreemdelingenzaken.
B.8.3. Een arbeidskaart B wordt toegestaan aan een vreemdeling voor maximum twaalf maanden - termijn die kan worden hernieuwd - en is beperkt tot tewerkstelling bij één werkgever (artikel 3 van het koninklijk besluit van 9 juni 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/06/1999 pub. 26/06/1999 numac 1999012496 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten houdende de uitvoering van de wet van 30 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/04/1999 pub. 21/05/1999 numac 1999012338 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers sluiten betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers). Voorts bepaalt artikel 34, 6°, van datzelfde koninklijk besluit, dat de arbeidsvergunning en de arbeidskaart worden geweigerd wanneer « zij worden aangevraagd voor een betrekking wanneer aan deze tewerkstelling geen inkomsten verbonden zijn die de werknemer in staat stellen in zijn behoeften of in die van zijn gezin te voorzien ».
Een aanvraag tot het verkrijgen van een beroepskaart met het oog op het uitoefenen van een activiteit als zelfstandige dient te worden gerechtvaardigd door de overlegging van een document waaruit blijkt dat aan de gestelde voorwaarden is voldaan (artikel 6, § 2, van het koninklijk besluit van 2 augustus 1985 houdende uitvoering van de wet van 19 februari 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen). Bij het beoordelen van de aanvraag houdt de bevoegde overheid onder meer rekening met het economisch nut van de voorgestelde activiteit, zoals het beantwoorden aan een economische behoefte, het scheppen van werkgelegenheid, de nuttige investeringen, de economische weerslag op de ondernemingen in België, de mogelijkheden tot export en het vernieuwende of gespecialiseerde karakter van de activiteit. Het niet-naleven van de voorwaarden die aan de aflevering van de beroepskaart zijn verbonden, kan worden gesanctioneerd door de Raad voor Economisch Onderzoek inzake Vreemdelingen en wordt tevens beteugeld met strafsancties (artikelen 7-14 van de wet van 19 februari 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/02/1965 pub. 01/09/2009 numac 2009000554 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de uitoefening van de zelfstandige beroepsactiviteiten der vreemdelingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten).
B.8.4. Uit de vermelde voorwaarden blijkt dat de toekenning van een machtiging tot verblijf wegens het bezit van een arbeidskaart B of van een beroepskaart tijdelijk is, zeer strikt is geregeld en onlosmakelijk is verbonden met de uitoefening van een beroepsactiviteit, waarbij erop wordt toegezien dat de betrokkenen over voldoende middelen beschikken zodat ze in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien voor de beperkte duur van hun verblijf in België. Er mag dus redelijkerwijs worden aangenomen dat de grote meerderheid van de vreemdelingen die een tijdelijk verblijfsrecht hebben verkregen wegens een arbeidskaart of een beroepskaart over voldoende inkomsten beschikken om zich te behoeden voor armoede, zodat zij doorgaans niet beantwoorden aan de voorwaarden die het recht op maatschappelijke dienstverlening openen.
B.9.1. De wetgever kan zich terecht erover bekommeren fraude inzake maatschappelijke dienstverlening te voorkomen, teneinde de per definitie beperkte middelen welke aan die dienstverlening worden besteed voor te behouden voor personen die ze echt nodig hebben. Het behoort tot zijn verantwoordelijkheid de gepaste maatregelen te nemen om te verhinderen dat personen die legaal op het grondgebied verblijven, maatschappelijke dienstverlening genieten ten laste van de gemeenschap terwijl zij zich niet bevinden in een situatie van behoeftigheid die hen verhindert een menswaardig leven te leiden.
B.9.2. Het sociaal onderzoek dat door het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn wordt gevoerd met betrekking tot de aanvrager, moet het ertoe brengen dienstverlening te weigeren wanneer die laatste niet beantwoordt aan de voorwaarden om ze te kunnen genieten. In dat opzicht moet het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn, wanneer het gaat om een aanvrager die gemachtigd is om in België te werken en die het recht heeft verkregen om er te verblijven op grond van het feit dat hij er een beroepsactiviteit uitoefende, in het bijzonder aandacht hebben voor de redenen waarom de aanvrager om maatschappelijke dienstverlening verzoekt en vooral voor de redenen waarom zijn huidige of vroegere beroepsactiviteit hem niet of niet langer in staat stelt om een menswaardig leven te leiden.
Zoals het verwijzende rechtscollege opmerkt, heeft het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn voldoende argumenten om, geval per geval, het recht op maatschappelijke dienstverlening te weigeren aan iemand die tracht misbruik te maken van het systeem. Dat rechtscollege voegt toe : « zelfs wanneer er een recht op maatschappelijke dienstverlening bestaat, kan het OCMW het nog steeds weigeren indien de persoon niet voldoet aan de andere voorwaarden die in de wetgeving zijn vastgelegd, bijvoorbeeld indien de persoon niet bereid is om te werken ».
B.9.3. Overigens kan fraude inzake toegang tot het verblijfsrecht ook worden voorkomen door de intrekking van de machtiging tot verblijf van de vreemdeling die niet of niet meer zou beantwoorden aan de voorwaarden die ervoor gelden. Zo werd tijdens de bespreking van de ontworpen programmawet in de commissie voor de Binnenlandse Zaken, de Algemene Zaken en het Openbaar Ambt van de Kamer, onderstreept dat « er [...] reeds erg veel vooruitgang [werd] geboekt door de kruising van de databanken van de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en de POD Maatschappelijke Integratie » met die van andere databanken (Parl.
St., Kamer, 2012-2013, DOC 53-2853/011, pp. 6-7). Wanneer een vreemdeling die tijdelijk tot verblijf gemachtigd is op grond van de uitoefening van een beroepsactiviteit een beroep doet op maatschappelijke dienstverlening, bestaat de mogelijkheid dat zijn machtiging tot verblijf niet wordt hernieuwd.
Bovendien bepaalt artikel 13, § 3, van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten : « De minister of zijn gemachtigde kan in één van de volgende gevallen een bevel om het grondgebied te verlaten afgeven aan de vreemdeling die gemachtigd werd om voor een beperkte tijd in het Rijk te verblijven ingevolge deze wet of ingevolge de bijzondere omstandigheden eigen aan de betrokkene of ingevolge de aard of de duur van zijn activiteiten in België : 1° indien hij langer dan deze beperkte tijd in het Rijk verblijft;2° indien hij niet meer voldoet aan de aan zijn verblijf gestelde voorwaarden;3° indien hij valse of misleidende informatie of valse of vervalste documenten heeft gebruikt, of fraude heeft gepleegd of andere onwettige middelen heeft gebruikt die van doorslaggevend belang zijn geweest voor het bekomen van de machtiging tot verblijf ». Het is bijgevolg mogelijk een einde te maken aan het tijdelijk verblijf van een vreemdeling die ten onrechte de uitoefening van een beroepsactiviteit zou hebben aangevoerd om zijn machtiging te verkrijgen om op het grondgebied te verblijven of die niet meer aan de aan zijn verblijf gestelde voorwaarden zou voldoen.
B.9.4. Ook al kan de legitieme doelstelling van fraudebestrijding bepaalde maatregelen rechtvaardigen, waaronder de weigering van maatschappelijke dienstverlening aan vreemdelingen van wie men kan aantonen dat zij proberen die op ongeoorloofde wijze te verkrijgen of het einde van het verblijfsrecht van vreemdelingen die ze ten onrechte hebben verkregen, toch kan zij niet verantwoorden dat een abstract gedefinieerde categorie van vreemdelingen die legaal op het grondgebied verblijven, wordt uitgesloten van het recht om een beroep te doen op maatschappelijke dienstverlening in geval van een door het OCMW gecontroleerde situatie van behoeftigheid, en bijgevolg wordt uitgesloten van het recht om een menswaardig leven te leiden. De in het geding zijnde maatregel is onevenredig ten opzichte van de nagestreefde doelstellingen.
B.10.1. Uit het voorgaande volgt dat de aanzienlijke achteruitgang die door de in het geding zijnde bepaling wordt veroorzaakt wat betreft het recht op maatschappelijke dienstverlening dat is gewaarborgd bij artikel 23 van de Grondwet, ten aanzien van de vreemdelingen die gemachtigd zijn om legaal op het grondgebied te verblijven op grond van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/1980 pub. 20/12/2007 numac 2007000992 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 15/12/1980 pub. 12/04/2012 numac 2012000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten « betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen », wegens een arbeidskaart B of een beroepskaart, niet door enige reden van algemeen belang kan worden verantwoord.
B.10.2. De eerste prejudiciële vraag dient bevestigend te worden beantwoord.
B.11. Rekening houdend met het antwoord op de eerste prejudiciële vraag, is het niet nodig de tweede vraag, die niet tot een ruimere vaststelling van ongrondwettigheid kan leiden, te onderzoeken.
Om die redenen, het Hof zegt voor recht : Artikel 57sexies van de organieke wet van 8 juli 1976Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/07/1976 pub. 18/04/2016 numac 2016000231 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. - Officieuze coördinatie in het Duits van de versie toepasselijk op de inwoners van het Duitse taalgebied sluiten betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, ingevoegd bij artikel 20 van de programmawet van 28 juni 2013Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 28/06/2013 pub. 01/07/2013 numac 2013203870 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, schendt artikel 23 van de Grondwet.
Aldus gewezen in het Frans en het Nederlands, overeenkomstig de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op 1 oktober 2015.
De griffier, F. Meersschaut De voorzitter, J. Spreutels