gepubliceerd op 20 juni 2003
10 JUNI 2003 - Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen
10 JUNI 2003 - Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen
Gelet op het koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, in het bijzonder artikel 19, § 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 8 april 2002 tot goedkeuring van de eerste bestuursovereenkomst van de Rijksdienst voor pensioenen en betreffende de vaststelling van de maatregelen tot rangschikking van bedoelde Rijksdienst bij de openbare instellingen van sociale zekerheid, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van 4 juni 2002;
Gelet op het advies van de directieraad van 18 februari 2003;
Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van Begroting van de Rijksdienst voor pensioenen van 21 mei 2003;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor pensioenen van 30 april 2003;
Gelet op de beslissing van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor pensioenen in zitting van 26 mei 2003,
Artikel 1.§ 1. De personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen wordt vastgesteld overeenkomstig onderstaande tabellen : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. De hierna vermelde betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld In de hierna vermelde betrekkingen van § 1 kan slechts worden voorzien wanneer al de afgeschafte betrekkingen uit het eerste lid geïdentificeerd met het overeenkomstig aantal sterretjes niet meer worden begeven : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.§ 1. Het aantal, in het koninklijk besluit van 19 november 1999 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen, voorziene betrekkingen van administratief medewerker wordt met 239 eenheden verminderd. Alle betrekkingen in overtal van administratief medewerker, die nog voorzien zijn van een titularis worden in uitdoving geplaatst. § 2. In de hierna vermelde betrekkingen van niveau C mag slechts worden voorzien naarmate de in uitdoving geplaatste betrekkingen van administratief medewerker door natuurlijke afvloeiing zijn afgeschaft : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Telkens 14 betrekkingen van administratief medewerker zijn afgeschaft, kunnen 10 administratief assistenten worden geworven. § 3. In de hierna vermelde betrekkingen van artikel 1, § 1, mag slechts worden voorzien naarmate de aannemingsovereenkomsten met de gespecialiseerde privé-bedrijven worden beëindigd : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 4. De Regeringscommissaris van Begroting zal vóór de bezetting van de betrekkingen vaststellen dat de voorwaarden vermeld in §§ 2 en 3 vervuld zijn.
Art. 3.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 worden onderverdeeld als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 4.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddenschaal, elke bevordering door verhoging in weddenschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 3 vastgesteld betrekkingen.
Art. 5.Bij toepassing van artikel 451 van de programmawet (I) van 24 december 2002, worden de personeelsleden, die op 1 januari 2003 twee jaar tewerkgesteld waren in een contract « uitzonderlijke en tijdelijke behoeften », in dienst genomen met een contract van onbepaalde duur.
Het maximum aantal van deze administratief medewerkers wordt vastgesteld op 35.
Art. 6.Het maximum aantal personen dat in de centrale diensten in dienst kan worden genomen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 19°, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende en specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, is als volgt vastgesteld : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 7.Het maximaal aantal contractuele personeelsleden dat voor onderhoudsfuncties in de gewestelijke diensten in dienst kan worden genomen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur is vastgesteld op : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 8.§ 1. Binnen de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mogen tijdelijk afwezige statutaire personeelsleden worden vervangen door contractuele personeelsleden. § 2. Binnen de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mogen deskundigen, andere contractuelen voor bijzondere opdrachten of seizoenpersoneel in dienst genomen worden.
Art. 9.Het besluit van het Beheerscomité van 30 september 2002 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor pensioenen, wordt opgeheven
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die waarin het bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad , met uitzondering van artikel 3 dat uitwerking kan hebben voor het niveau D op 1 januari 2002 en voor het niveau C op 1 juni 2002.
Gegeven te Brussel, 10 juni 2003.
De voorzitter van het Beheerscomité, M. NOLLET