gepubliceerd op 19 maart 2010
Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan 2010 van het Fonds voor de beroepsziekten
10 FEBRUARI 2010. - Besluit van het Beheerscomité tot vaststelling van het personeelsplan 2010 van het Fonds voor de beroepsziekten
Het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten;
Gelet op de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende maatregelen met het oog op de responsabilisering van de openbare instellingen van sociale zekerheid, met toepassing van artikel 47 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, in het bijzonder artikel 19, § 1;
Gelet op de bestuursovereenkomst 2010-2012 van het Fonds voor de beroepsziekten;
Gelet op het advies van de Directieraad van het Fonds voor de beroepsziekten van 14 januari 2009;
Gelet op het met redenen omkleed advies van het Basisoverlegcomité van het Fonds voor de beroepsziekten van 28 januari 2010;
Gelet op het advies van de Regeringscommissaris van begroting van het Fonds voor de beroepsziekten van 10 februari 2010;
Gelet op de beslissing van het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten van 10 februari 2010, Besluit : HOOFDSTUK I. - Personeelsplan
Artikel 1.Het personeelsplan van het Fonds voor de beroepsziekten wordt vastgesteld overeenkomstig de tabellen 1 en 2 als bijlage. HOOFDSTUK II. - Statutairen
Art. 2.De hierna vermelde betrekkingen die opgenomen zijn in het personeelsplan worden afgeschaft bij het vertrek van de titularis ervan : Technisch assistent (verpleegassistent) 5
Art. 3.Het aantal adviseurs (klasse A3) wordt vastgesteld op 10 betrekkingen, waarvan 2 tweetalige betrekkingen.
Art. 4.Van de betrekkingen opgenomen in artikel 1 van dit besluit worden 15 betrekkingen van administratief assistent bezoldigd in de weddenschaal 22B.
Art. 5.In geval van bepaalde onvoorziene afvloeiingen (federale mobiliteit, vroegtijdige oppensioenstelling wegens ziekte, afdanking ingevolge de stage,...) mag er, binnen de toegekende budgettaire enveloppe en mits het voorafgaandelijk akkoord van de Regeringscommissaris van Begroting, overgegaan worden tot statutaire aanwervingen ter vervanging van vermelde afvloeiingen zonder aanpassing van het personeelsplan.
Art. 6.Binnen de budgettaire enveloppe, zullen er ingevolge het koninklijk besluit van 5 maart 2007 tot organisatie van de werving van personen met een handicap in het federaal administratief openbaar ambt 3 % van het aantal voltijdse equivalenten als gehandicapte personeelsleden te werk worden gesteld. HOOFDSTUK III. - Contractuelen
Art. 7.De in dit hoofdstuk vermelde aantallen worden uitgedrukt in fysieke eenheden.
Art. 8, § 1. Bij toepassing van artikel 451 van de programmawet van 24 december 2002, werden de personeelsleden, die tewerkgesteld waren in een contract « uitzonderlijke en tijdelijke behoeften », in dienst genomen met een contract van onbepaalde duur.
Het aantal van deze personeelsleden wordt vastgesteld op 6. § 2. Indien de procedures van statutaire aanwervingen via SELOR langer dan zes maanden duren zonder uitzicht op resultaten, of indien een functie hoogdringend ingevuld dient te worden teneinde de continuïteit van de dienstverlening van de instelling te garanderen, kunnen er, binnen de toegekende budgettaire enveloppe, en mits het voorafgaandelijk akkoord van de Regeringscommissaris van Begroting personeelsleden met een contract van beperkte duur voor « uitzonderlijke en tijdelijke behoeften » in dienst worden genomen voor de betreffende functie. De duurtijd van de overeenkomst mag de geraamde einddatum van de statutaire wervingsprocedure niet overschrijden. Dergelijke indiensttredingen kunnen gebeuren zonder aanpassing van het personeelsplan.
Art. 9, § 1. Het maximum aantal personen dat in dienst kan worden genomen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 1°, van het koninklijk besluit van 1 februari 1993 tot bepaling van de bijkomende en specifieke opdrachten in de besturen en andere diensten van de ministeries en in sommige instellingen van openbaar nut, is als volgt vastgesteld : Meesters-, vak- en dienstpersoneel Niveau D Schoonmaak- en keukenpersoneel 7 § 2. Het maximum aantal personen dat in dienst kan worden genomen met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 23°, van hetzelfde koninklijk besluit van 1 februari 1993 is als volgt vastgesteld : Administratief personeel Niveau B Audiologist 3 Art. 10, § 1. Het aantal personen dat in dienst kan worden gehouden met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur bij toepassing van artikel 1, 8°, van het koninklijk besluit van 15 november 1991 betreffende het bij overeenkomst in dienst houden van sommige personeelsleden van de overheidsbesturen en instellingen van openbaar nut, in uitvoering van de wet van 20 februari 1990 betreffende het personeel van de overheidsbesturen en van sommige instellingen van openbaar nut, meer in het bijzonder artikel 18, § 6, eerste lid, is als volgt vastgesteld : Technisch personeel Niveau B ICT-deskundige 6 § 2. Deze betrekkingen worden afgeschaft bij het vertrek van hun titularis.
Art. 11.Bij toepassing van artikel 4, § 1 van het koninklijk besluit van 30 maart 2000 tot uitvoering van de artikelen 26, 27, eerste lid, § 2, 30, 39, § 1, en § 4, tweede lid, 40, tweede lid, 40bis, tweede lid, 41, 43, tweede lid, en 47, § 1, vijfde lid van de wet van 24 december 1999 ter bevordering van de werkgelegenheid moeten er rekening houdende met het personeelbestand totaal 7 personeelsleden in een startbaanovereenkomst tewerkgesteld worden.
Art. 12, § 1. Binnen de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst en mits voorafgaandelijk akkoord van de Regeringscommissaris van Begroting mogen tijdelijk afwezige statutaire personeelsleden worden vervangen door contractuele personeelsleden. § 2. Binnen de budgettaire enveloppe, vastgesteld in de bestuursovereenkomst, mag, mits voorafgaandelijk akkoord van de Regeringscommissaris van Begroting, seizoenpersoneel in dienst genomen worden.
Art. 13.Het besluit van het Beheerscomité van 11 februari 2009 tot vaststelling van het personeelsplan van het Fonds voor de beroepsziekten wordt opgeheven.
Art. 14.Dit besluit treedt in werking op de dag van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Brussel, 10 februari 2010.
De dienstdoende Voorzitter van het Beheerscomité
Bijlage 1 (evolutie 2009) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Bijlage 2 (actieplan 2010) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld