gepubliceerd op 14 november 1998
Wet houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken
31 AUGUSTUS 1998. - Wet houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Voorafgaande bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II. - Recht van de producenten van databanken Afdeling 1. - Begrippen en toepassingsgebied
Art. 2.Voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk moet worden verstaan onder : 1° databank : een verzameling van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen, systematisch of methodisch geordend, en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk;2° opvraging : de permanente of tijdelijke overbrenging van de inhoud van een databank of van een substantieel deel ervan op een andere drager, ongeacht op welke wijze en in welke vorm.Openbare uitlening wordt niet als opvraging beschouwd; 3° hergebruik : elke vorm van het aan het publiek ter beschikking stellen van de inhoud van een databank of van een substantieel deel ervan, door verspreiding van kopieën, verhuur, on line transmissie of in een andere vorm.Openbare uitlening wordt niet als hergebruik beschouwd; 4° rechtmatig gebruiker : de persoon die opvragingen verricht en/of de databank hergebruikt op een wijze die door de producent van de databank of bij wet is toegestaan;5° producent van een databank : de natuurlijke persoon of de rechtspersoon die het initiatief neemt tot en het risico draagt van de investeringen waardoor de databank ontstaan is.
Art. 3.Het recht van de producenten van databanken is van toepassing op databanken in ongeacht welke vorm, waarvan de verkrijging, de controle of de presentatie van de inhoud in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een substantiële investering.
Het recht van de producenten van databanken geldt ongeacht enige andere vorm van bescherming van databanken of van de inhoud ervan door het auteursrecht dan wel door andere rechten en laten de bestaande rechten op de werken, de gegevens of andere elementen opgenomen in de databank onverlet.
Het recht van de producenten van databanken geldt niet voor computerprogramma's als zodanig, daaronder begrepen die gebruikt bij de fabricage of de werking van databanken. Afdeling 2. - Rechten van de producenten van databanken
Art. 4.Producenten van databanken hebben het recht de opvraging en/of het hergebruik van het geheel of van een in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantieel deel van de inhoud van hun databanken te verbieden.
Herhaald en systematisch opvragen en/of hergebruiken van niet-substantiële delen van de inhoud van de databank zijn niet toegestaan indien zij strijdig zijn met een normale exploitatie van die databank of zij ongerechtvaardigde schade toebrengen aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank.
De eerste verkoop in de Europese Unie van een kopie van een databank door de rechthebbende of met diens toestemming leidt tot uitputting van het recht om controle uit te oefenen op de doorverkoop van die kopie in de Europese Unie.
Art. 5.Het recht van de producenten van databanken is een roerend recht dat overgaat bij erfopvolging en vatbaar is voor gehele of gedeeltelijke overdracht, overeenkomstig de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek. Het kan onder meer worden vervreemd of in een gewone of exclusieve licentie worden ondergebracht.
Art. 6.Het recht van de producenten van databanken geldt vanaf het tijdstip waarop de fabricage van de databank is voltooid en verstrijkt vijftien jaar na 1 januari van het jaar volgend op de datum van de voltooiing.
Ten aanzien van databanken die voor het verstrijken van de in het eerste lid gestelde termijn op enigerlei wijze ter beschikking van het publiek worden gesteld, verstrijkt de beschermingstermijn vijftien jaar na 1 januari van het jaar volgend op de datum waarop zij voor het eerst ter beschikking van het publiek zijn gesteld.
Met elke in kwalitatief of kwantitatief opzicht substantiële wijziging van de inhoud van een databank, met name elke substantiële wijziging ten gevolge van opeenvolgende toevoegingen, weglatingen of wijzigingen, die in kwalitatief of kwantitatief opzicht getuigt van een nieuwe substantiële investering, gaat voor de door die investering ontstane databank een eigen beschermingstermijn in.
De producent van de databank moet bewijzen op welke datum de fabricage is voltooid, alsook dat de inhoud van de databank op zodanige wijze substantieel is gewijzigd dat overeenkomstig het derde lid aan de aldus ontstane databank een eigen beschermingstermijn kan worden toegekend. Afdeling 3. - Uitzonderingen op het recht van de producenten van
databanken
Art. 7.De rechtmatige gebruiker van een databank die op enige wettige wijze aan het publiek ter beschikking is gesteld, kan zonder toestemming van de producent : 1° uitsluitend voor privé-gebruik een substantieel deel van de inhoud van een niet-electronische databank opvragen;2° ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek een substantieel deel van de inhoud van een databank opvragen, voor zover zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling;3° een substantieel deel van de inhoud van een databank opvragen en/of hergebruiken om de openbare veiligheid te waarborgen of om in een administratieve of gerechtelijke procedure aan te wenden. De naam van de producent en de benaming van de databank waarvan de inhoud ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek wordt opgevraagd, moeten worden vermeld. Afdeling 4. - Rechten en verplichtingen van de rechtmatige gebruikers
Art. 8.De producent van een databank die op enigerlei wijze ter beschikking van het publiek wordt gesteld, kan de rechtmatige gebruiker van die databank niet beletten in kwalitatief of kwantitatief opzicht niet-substantiële delen van de inhoud ervan voor welk doel ook op te vragen en/of te hergebruiken.
Voor zover de rechtmatige gebruiker slechts toestemming heeft om een deel van de databank op te vragen en/of te hergebruiken, geldt het recht bedoeld in het eerste lid van dit artikel ook alleen voor dat deel.
Art. 9.De rechtmatige gebruiker van een databank die op enigerlei wijze ter beschikking van het publiek wordt gesteld, mag geen handelingen verrichten die in strijd zijn met een normale exploitatie van die databank of waardoor ongerechtvaardigde schade wordt toegebracht aan de rechtmatige belangen van de producent van de databank.
Art. 10.De rechtmatige gebruiker van een databank die op enigerlei wijze ter beschikking van het publiek wordt gesteld, mag de houder van een auteursrecht of van een naburig recht op in die databank vervatte werken of prestaties geen nadeel berokkenen.
Art. 11.De bepalingen van de artikelen 7 tot 10 zijn van dwingend recht. Afdeling 5. - Beschermingsgerechtigden
Art. 12.Het recht van de producenten van databanken geldt voor databanken waarvan de producent onderdaan is van een lidstaat van de Europese Unie of zijn gewone verblijfplaats heeft op het grondgebied van de Europese Unie.
Het eerste lid van dit artikel is eveneens van toepassing op vennootschappen en ondernemingen opgericht overeenkomstig de wetgeving van een Lidstaat van de Europese Unie, waarvan de statutaire zetel, het hoofdbestuur of de hoofdvestiging in de Unie is gelegen. Indien een dergelijke vennootschap of onderneming echter alleen haar statutaire zetel op het grondgebied van de Unie heeft, moeten haar werkzaamheden een werkelijke en duurzame band met de economie van een lidstaat hebben.
Databanken uit derde landen die niet onder het eerste of tweede lid van dit artikel vallen en waarop overeenkomsten betrekking hebben die op voorstel van de Commissie van de Europese Gemeenschappen door de Raad zijn gesloten, worden beschermd op grond van het recht van de producenten van databanken. De duur van de aan deze databanken verleende bescherming kan niet langer zijn dan die vastgesteld in artikel 6. Afdeling 6. - Strafbepalingen
Art. 13.Eenieder die kwaadwillig of bedrieglijk inbreuk pleegt op het recht van de producenten van databanken is schuldig aan het misdrijf van namaking.
Hetzelfde geldt voor de kwaadwillige of bedrieglijke aanwending van de naam van een producent van databanken of van enig door hem gebruikt distinctief kenmerk om zijn prestatie aan te duiden. Dergelijke prestaties worden als nagemaakt beschouwd.
Eenieder die bewust nagemaakte databanken hergebruikt, in voorraad heeft om te worden hergebruikt of op het Belgisch grondgebied invoert, voor commerciële doeleinden, is schuldig aan hetzelfde misdrijf.
De bepalingen van Boek I van het Strafwetboek, daaronder begrepen hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de misdrijven omschreven in het eerste tot het derde lid.
Art. 14.De misdrijven omschreven in artikel 13 worden gestraft met geldboete van 100 frank tot 100 000 frank.
Herhaling met betrekking tot een van de misdrijven bedoeld in artikel 13 wordt gestraft met gevangenisstraf van drie maanden tot twee jaar en met geldboete van 100 frank tot 100 000 frank of met een van die straffen alleen. Bovendien kan de rechter, hetzij definitief, hetzij tijdelijk, de sluiting van de inrichting van de veroordeelde bevelen.
Art. 15.De hoven en rechtbanken kunnen bevelen dat de beslissingen gewezen met toepassing van artikel 13 zowel binnen als buiten de gebouwen van de overtreder en op diens kosten moeten worden aangeplakt voor de duur die zij bepalen, of dat het vonnis op kosten van de overtreder in dagbladen of op enige andere wijze moet worden bekendgemaakt.
Art. 16.De rechtspersonen zijn burgerlijk aansprakelijk voor de veroordeling tot het betalen van schadevergoeding, boeten, kosten, verbeurdverklaringen, teruggaven en geldstraffen van welke aard ook, die wegens overtreding van de bepalingen van dit hoofdstuk worden uitgesproken tegen hun bestuurders, lasthebbers of aangestelden.
De leden van handelsverenigingen zonder rechtspersoonlijkheid kunnen in dezelfde mate burgerlijk aansprakelijk worden gesteld wanneer de overtreding door een vennoot, zaakvoerder, aangestelde of lasthebber is begaan naar aanleiding van een verrichting die tot de activiteit van de vereniging behoort.
Art. 17.De ontvangsten en de verbeurdverklaarde voorwerpen kunnen in mindering of ten belope van het geleden nadeel aan de burgerlijke partij worden toegewezen. Afdeling 7. - Overgangsbepalingen
Art. 18.De bepalingen van dit hoofdstuk zijn van toepassing op databanken die voltooid zijn na 31 december 1982.
Voor databanken voltooid tussen 1 januari 1983 en 31 december 1997 die op 1 januari 1998 voldoen aan de voorwaarden om de overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk vastgestelde bescherming te genieten, bedraagt de duur van de bescherming vijftien jaar te rekenen vanaf 1 januari 1998. HOOFDSTUK III. - Wijzigingen in de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten
Art. 19.In hoofdstuk I van de wet van 30 juni 1994 betreffende het auteursrecht en de naburige rechten wordt een afdeling 4bis ingevoegd, met als opschrift : « Afdeling 4bis. - Bijzondere bepalingen betreffende databanken » en bestaande uit de artikelen 20bis tot 20quater, luidend als volgt : «
Art. 20bis.- Databanken die door de keuze of de rangschikking van de stof een eigen intellectuele schepping van de auteur vormen, worden als zodanig door het auteursrecht beschermd.
De bescherming van databanken op grond van het auteursrecht geldt niet voor de werken, de gegevens of de elementen zelf en laat de bestaande rechten op de werken, gegevens of andere elementen vervat in de databank onverlet.
Onder « databank » wordt een verzameling verstaan van werken, gegevens of andere zelfstandige elementen, die systematisch of methodisch geordend en afzonderlijk met elektronische middelen of anderszins toegankelijk zijn.
Art. 20ter.- Behoudens een andersluidende contractuele of statutaire bepaling, wordt alleen de werkgever geacht verkrijger te zijn van de vermogensrechten met betrekking tot databanken die in de niet culturele nijverheid zijn gemaakt door een of meer werknemers of ambtenaren bij de uitoefening van hun taken, of volgens de onderrichtingen van hun werkgever.
In verband met het vermoeden van overdracht kunnen de collectieve overeenkomsten de omvang en de wijze daarvan bepalen.
Art. 20quater.- De rechtmatige gebruiker van een databank of van kopieën daarvan kan zonder toestemming van de auteur van de databank alle in artikel 1, § 1, bedoelde handelingen verrichten die noodzakelijk zijn om toegang te krijgen tot en normaal gebruik te maken van de inhoud van de databank.
Voor zover de rechtmatige gebruiker slechts toestemming heeft om een deel van de databank te gebruiken, geldt het eerste lid van dit artikel ook alleen voor dat deel.
De bepalingen van het eerste en tweede lid zijn van dwingend recht.
Onder « rechtmatige gebruiker » wordt eenieder verstaan die handelingen verricht welke door de auteur of bij wet zijn toegestaan. ».
Art. 20.In artikel 22, § 1, van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° Punt 4° wordt vervangen door de volgende bepaling : « 4° de gedeeltelijke of integrale reproductie van artikelen of van werken van beeldende kunst, of van korte fragmenten uit werken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd, wanneer die reproductie uitsluitend bestemd is voor privé-gebruik en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk;»; 2° Een punt 4°bis en een punt 4°ter, luidend als volgt, worden ingevoegd : « 4°bis de gedeeltelijke of integrale reproductie van artikelen of van werken van beeldende kunst, of van korte fragmenten uit werken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd, wanneer die reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk; 4°ter de gedeeltelijke of integrale reproductie van artikelen of van werken van beeldende kunst, of van korte fragmenten uit werken die op andere dan grafische of soortgelijke dragers zijn vastgelegd, wanneer die reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk; ».
Art. 21.Een artikel 22bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd : «
Art. 22bis.- § 1. In afwijking van artikel 22 kan de auteur wanneer de databank wettig openbaar is gemaakt, zich niet verzetten tegen : 1° de reproductie van databanken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd wanneer die reproductie uitsluitend bestemd is voor privégebruik en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk;2° de reproductie van databanken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd wanneer die reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, voor zover zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk;3° de reproductie van databanken die op andere dan grafische of soortgelijke dragers zijn vastgelegd wanneer die reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, voor zover zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van het werk;4° de mededeling van een databank wanneer die mededeling wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek door instellingen die daartoe door de overheid officieel zijn erkend of opgericht, voor zover zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling, plaatsvindt in het kader van de normale activiteiten van de instelling en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van de databank;5° de reproductie en de mededeling aan het publiek van een databank wanneer die handelingen worden verricht om de openbare veiligheid te waarborgen of om in een administratieve of gerechtelijke procedure aan te wenden en geen afbreuk doen aan de normale exploitatie van de databank. Artikel 22, § 1, 1 tot 3°, 6° en 7°, is op analoge wijze van toepassing op databanken. § 2. Wanneer de databank wordt gereproduceerd of medegedeeld ter illustratie van onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, moeten de naam van de auteur en de benaming van de databank worden vermeld. ».
Art. 22.In artikel 23 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° In § 1 worden tussen de woorden « werken van letterkunde, » en « partituren van muziekwerken » de woorden « databanken, fotografische werken, » ingevoegd;2° In § 3 worden tussen de woorden « werken van letterkunde, » en « geluids- en audiovisuele werken » de woorden « databanken, fotografische werken, » ingevoegd.
Art. 23.Een artikel 23bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd : «
Art. 23bis.- De bepalingen van de artikelen 21, 22, 22bis en 23, §§ 1 en 3, zijn van dwingend recht. ».
Art. 24.In artikel 42 van dezelfde wet worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het derde lid worden de woorden « voorgezeten door een magistraat die wordt aangewezen door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg van Brussel » vervangen door de woorden « die voltallig of in gespecialiseerde afdelingen zetelt en wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht »;2° het vierde lid wordt vervangen door het volgende lid : « Deze commissie zetelt voltallig of in afdelingen die gespecialiseerd zijn in een of meerdere activiteitssectoren.Elke afdeling wordt voorgezeten door de vertegenwoordiger van de minister die bevoegd is voor het auteursrecht en telt een gelijk aantal personen aangewezen door de beheersvennootschappen en personen aangewezen door de organisaties uit de betrokken activiteitssector(en) die dezelfde vergoeding verschuldigd zijn. »; 3° in het zevende lid worden tussen de woorden « De commissie » en « bepaalt » de woorden « die voltallig of in gespecialiseerde afdelingen zetelt » ingevoegd;4° in het achtste lid worden tussen de woorden « De commissie » en « beslist » de woorden « die voltallig of in gespecialiseerde afdelingen zetelt » ingevoegd;5° tussen het negende en het tiende lid wordt het volgende lid ingevoegd : « De Koning kan de nadere regels met betrekking tot de werking en de organisatie van de Commissie bepalen.»; 6° het tiende lid wordt vervangen door het volgende lid : « De beslissingen van de Commissie worden bij koninklijk besluit bindend verklaard ten aanzien van derden.De minister, bevoegd voor het auteursrecht, kan weigeren de Koning voor te stellen een beslissing bindend te maken op grond van het feit dat die beslissing kennelijk onwettige bepalingen bevat, of bepalingen die indruisen tegen het algemeen belang. Hij brengt de commissie op de hoogte van de redenen daarvoor. ».
Art. 25.In artikel 46 van dezelfde wet wordt een punt 3°bis, luidend als volgt, ingevoegd : « 3°bis de reproductie van korte fragmenten van een prestatie wanneer deze reproductie wordt verricht ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek, zulks verantwoord is door de nagestreefde niet-winstgevende doelstelling en geen afbreuk doet aan de normale exploitatie van de prestatie; ».
Art. 26.Een artikel 47bis, luidend als volgt, wordt in dezelfde wet ingevoegd : «
Art. 47bis.- De bepalingen van de artikelen 46 en 47, §§ 1 en 3, zijn van dwingend recht. »
Art. 27.In het opschrift van hoofdstuk V van dezelfde wet worden de woorden « Het kopiëren voor eigen of voor intern gebruik » vervangen door de woorden « De reproductie voor privé-gebruik of ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek ».
Art. 28.Artikel 59, eerste lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : « De auteurs en de uitgevers van werken die op een grafische of soortgelijke drager zijn vastgelegd, hebben recht op een vergoeding voor de reproductie van die werken, ook wanneer die reproductie plaatsvindt onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 22, § 1, 4° en 4°bis, en 22bis, § 1,1° en 2°. ».
Art. 29.In dezelfde wet wordt een hoofdstuk Vbis ingevoegd, met als opschrift : « Hoofdstuk Vbis. - De reproductie en/of de mededeling van werken of prestaties ter illustratie bij onderwijs of voor wetenschappelijk onderzoek » en bestaande uit de artikelen 61bis tot 61quater, luidend als volgt : «
Art. 61bis.- De auteurs en de uitgevers van werken hebben recht op een vergoeding voor de reproductie van die werken onder de voorwaarden bepaald in de artikelen 22, § 1, 4°ter en 22bis, § 1, 3°.
De auteurs van databanken hebben recht op een vergoeding voor de mededeling ervan onder de voorwaarden bepaald in artikel 22bis, § 1, 4°.
De uitvoerende kunstenaars, de producenten van fonogrammen en de producenten van eerste vastleggingen van films hebben recht op een vergoeding voor de reproductie van hun prestaties onder de voorwaarden bepaald in artikel 46, 3°bis.
Art. 61ter.- De natuurlijke personen of de rechtspersonen die exploitatiehandelingen in verband met de werken of prestaties verrichten of, desgevallend, met décharge van eerstgenoemden, de onderwijsinstellingen en de instellingen voor wetenschappelijk onderzoek welke de werken of prestaties kosteloos of onder bezwarende titel ter beschikking stellen van anderen, moeten een evenredige vergoeding betalen die wordt vastgesteld op grond van de exploitatiehandelingen.
Art. 61quater.- § 1. De houders van het recht op vergoeding en de personen die de vergoeding verschuldigd zijn, bepalen in onderling overleg de criteria, de nadere regels en de bedragen van de vergoeding.
In de overeenkomst wordt zo nodig nader omschreven op welke wijze de personen die de vergoeding verschuldigd zijn, hun verplichting om alle inlichtingen die nodig zijn voor de verdeling van de rechten, kunnen nakomen. § 2. Binnen een jaar te rekenen van de datum van de inwerkingtreding van de wet kan de Koning, op vraag van vennootschappen die de rechten beheren of van organisaties die de debiteuren van de vergoeding vertegenwoordigen, een commissie instellen die in plenumvergadering of tijdens een zitting van gespecialiseerde leden ervan, de criteria, de nadere regels in verband met en de bedragen van de vergoeding enerzijds, de wijze van inning van en van controle op de vergoeding anderzijds, alsmede het tijdstip waarop ze verschuldigd is, vastleggen.
De commissie kan zitting houden met alle commissieleden of met een deel gespecialiseerde leden ervan die een of meer categorieën debiteuren indekken. Elk van die afdelingen wordt voorgezeten door een vertegenwoordiger van de minister, bevoegd voor het auteursrecht en omvat een zelfde aantal personen dat door de vennootschappen die de rechten beheren wordt aangewezen als het aantal personen dat wordt aangewezen door de organisaties die de categorie(ën) ingedekte personen vertegenwoordigen.
De Koning kan de voorwaarden en de werkwijze van de commissie en de wijze waarop ze georganiseerd wordt, bepalen. Hij wijst de vennootschappen aan die de rechten beheren alsmede de organisaties die de debiteuren van de vergoeding vertegenwoordigen.
De commissie die in plenumvergadering of in gedeeltelijke samenstelling bijeenkomt, beslist bij meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.
De beslissingen van de commissie worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De beslissingen van de commissie worden bij koninklijk besluit bindend gemaakt voor derden. De minister, bevoegd voor het auteursrecht, kan weigeren de Koning voor te stellen een beslissing bindend te verklaren op grond van het feit dat de beslissing kennelijk onwettige bepalingen, of bepalingen die indruisen tegen het algemeen belang bevat. Hij brengt de commissie van die motieven op de hoogte.
De Koning kan, op de door Hem bepaalde voorwaarden en wijze, een of meer vennootschappen die alleen of gezamenlijk representatief zijn voor alle vennootschappen die de rechten beheren, ermee belasten de rechten te innen en de verdeling van de vergoeding vast te leggen.
De Koning kan tevens de verdeelsleutel vaststellen op grond waarvan de vergoeding tussen de rechthebbenden wordt verdeeld en de wijze bepalen waarop die verdeling gebeurt. § 3. Wanneer een auteur of een uitvoerend kunstenaar zijn recht op vergoeding overdraagt, behoudt hij niettemin het recht op een billijke vergoeding.
De auteurs of de uitvoerende kunstenaars kunnen geen afstand doen van dat recht op een billijke vergoeding.
In verband met het recht op vergoeding bedoeld in artikel 61bis geldt het vermoeden bedoeld in de artikelen 18 en 36 niet. ».
Art. 30.In artikel 62, § 1, van dezelfde wet worden tussen de woorden « werken van letterkunde, » en « of partituren » de woorden « , databanken, fotografische werken » ingevoegd.
Art. 31.Artikel 79, vierde lid, van dezelfde wet wordt vervangen door de volgende bepaling : « Niettegenstaande het eerste lid is de reciprociteit van toepassing op de rechten op vergoeding van uitgevers, uitvoerende kunstenaars en producenten van fonogrammen, alsook van eerste vastleggingen van films bedoeld in de artikelen 55, 59 en 61bis, zulks onverminderd het Verdrag over de Europese Unie. ».
Art. 32.Artikel 88, § 1, van dezelfde wet wordt aangevuld met het volgende lid: « De wet is van toepassing op databanken die tot stand zijn gebracht voor de inwerkingtreding van artikel 20bis en die op dat tijdstip niet tot het openbaar domein behoren. ». HOOFDSTUK IV. - Wijziging in het Gerechtelijk Wetboek
Art. 33.In artikel 1481, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden de woorden « en de titularissen van het auteursrecht » vervangen door de woorden « , de houders van het auteursrecht en de houders van een naburig recht, daaronder begrepen het recht van de producenten van databanken ». HOOFDSTUK V. - Algemene bepaling
Art. 34.Deze wet doet geen afbreuk aan de bij wet of op grond van een rechtshandeling verkregen rechten, noch aan de exploitatiehandelingen verricht voor de inwerkingtreding van deze wet. HOOFDSTUK VI. - Inwerkingtreding
Art. 35.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 31 augustus 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Economie, E. DI RUPO Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS _______ Nota (1) Zitting 1997-1998. Kamer.
Documenten. - Wetsontwerp : 1535 - nr. 1. - Amendementen : 1535, nrs. 2 tot 6. - Verslag : 1535, nr. 7. - Tekst aangenomen door de commissie: 1535, nr. 8. - Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat : 1535, nr. 9. - Erratum : 1535, nr. 10.
Handelingen. - Vergaderingen van 1 en 2 juli 1998.
Senaat.
Documenten. - Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers : 1-1049, nr. 1. - Amendement : 1-1049, nr. 2. - Verslag: 1-1049, nr. 3. - Tekst aangenomen door de commissie : 1-1049, nr. 4. - Amendement : 1-1049, nr. 5. - {dt}Beslissing{edt} om niet te amenderen : 1-1049, nr. 6.
Handelingen. - Vergaderingen van 15 et 16 juli 1998.