gepubliceerd op 28 april 2014
Wet tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk
28 FEBRUARI 2014. - Wet tot aanvulling van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wat de preventie van psychosociale risico's op het werk betreft, waaronder inzonderheid geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Wijzigingen van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk
Art. 2.In artikel 4, § 1, tweede lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, wordt de bepaling onder 3°, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, vervangen als volgt : "3° de psychosociale aspecten van het werk;".
Art. 3.In artikel 6, tweede lid, 7°, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 11 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/06/2002 pub. 22/06/2002 numac 2002012823 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de woorden "van de klachtenprocedure" vervangen door de woorden "van de procedures".
Art. 4.In dezelfde wet wordt het opschrift van hoofdstuk Vbis, ingevoegd bij de wet van 11 juni 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/06/2002 pub. 22/06/2002 numac 2002012823 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Wet betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, vervangen als volgt : "Hoofdstuk Vbis. - Bijzondere bepalingen betreffende de preventie van psychosociale risico's op het werk, waaronder stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk".
Art. 5.In hoofdstuk Vbis van dezelfde wet wordt het opschrift van afdeling 1 vervangen als volgt : "Afdeling 1. - Algemeenheden".
Art. 6.In hoofdstuk Vbis, afdeling 1, van dezelfde wet wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, luidende : "Onderafdeling 1. - Definitie van psychosociale risico's op het werk".
Art. 7.In onderafdeling 1, ingevoegd bij artikel 6, wordt een artikel 32/1 ingevoegd, luidende : "
Art. 32/1.Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder psychosociale risico's op het werk : de kans dat een of meerdere werknemers psychische schade ondervinden die al dan niet kan gepaard gaan met lichamelijke schade, ten gevolge van een blootstelling aan de elementen van de arbeidsorganisatie, de arbeidsinhoud, de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden en de interpersoonlijke relaties op het werk, waarop de werkgever een impact heeft en die objectief een gevaar inhouden.".
Art. 8.In hoofdstuk Vbis, afdeling 1, van dezelfde wet wordt een onderafdeling 2 ingevoegd, luidende : "Onderafdeling 2. - Preventiemaatregelen".
Art. 9.In onderafdeling 2, ingevoegd bij artikel 8, wordt een artikel 32/2 ingevoegd, luidende : "
Art. 32/2.§ 1. De werkgever identificeert de situaties die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico's op het werk en hij bepaalt en evalueert de risico's ervan.
Hij houdt inzonderheid rekening met situaties die aanleiding kunnen geven tot stress op het werk, geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk. § 2. De werkgever neemt, met toepassing van de algemene preventiebeginselen bedoeld in artikel 5 en voor zover hij een impact heeft op het gevaar, de nodige preventiemaatregelen om de situaties en handelingen die aanleiding kunnen geven tot psychosociale risico's op het werk te voorkomen, om de schade te voorkomen of om deze te beperken.
De preventiemaatregelen die minimaal toegepast worden op psychosociale risico's op het werk zijn deze bepaald bij artikel 32quater, derde lid. Met uitzondering van de procedures worden zij vastgesteld na advies van het Comité.
In het kader van de maatregelen bedoeld in het tweede lid stelt de werkgever procedures vast die rechtstreeks toegankelijk zijn voor de werknemer die meent schade te ondervinden in de zin van artikel 32/1, en waardoor hij : a) een informele psychosociale interventie kan vragen aan de vertrouwenspersoon of aan de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies die er in bestaat op een informele wijze te zoeken naar een oplossing door middel van gesprekken, een interventie bij een derde of een verzoening;b) een formele psychosociale interventie kan vragen aan de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, die er in bestaat aan de werkgever te vragen om de gepaste collectieve en individuele maatregelen te nemen op basis van een analyse van de specifieke arbeidssituatie van de verzoeker en op basis van de voorstellen van maatregelen, die werden gedaan door deze preventieadviseur en die opgenomen zijn in een advies waarvan de inhoud wordt bepaald door de Koning. Deze procedures worden vastgesteld, na akkoord van het Comité overeenkomstig artikel 32quater, vierde tot zesde lid, en zijn, in voorkomend geval, in overeenstemming met collectieve arbeidsovereenkomsten die algemeen verbindend zijn verklaard bij koninklijk besluit.
Deze procedures doen geen afbreuk aan de mogelijkheid voor de werknemers om zich rechtstreeks te wenden tot de werkgever, een lid van de hiërarchische lijn, een lid van het Comité of de vakbondsafvaardiging met het oog op het bekomen van een interventie van deze personen. § 3. De preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, weigert de indiening van het verzoek tot formele psychosociale interventie bedoeld in § 2, derde lid, b), wanneer de toestand die de werknemer beschrijft kennelijk geen psychosociale risico's op het werk inhoudt zoals gedefinieerd in artikel 32/1.
Wanneer een verzoek tot formele psychosociale interventie die geen betrekking heeft op feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk hoofdzakelijk betrekking heeft op risico's die een collectief karakter vertonen, brengt de preventieadviseur de werkgever hiervan, na overleg met de werknemer, op de hoogte opdat deze werkgever de nodige collectieve maatregelen zou treffen.
Bij de werkgevers waar er een Comité is opgericht of een vakbondsafvaardiging aanwezig is, treft de werkgever deze maatregelen na overleg in deze organen.
Indien de werkgever geen collectieve maatregelen treft binnen de termijn bepaald door de Koning of indien de werknemer meent dat deze niet aangepast zijn aan zijn individuele situatie, onderzoekt de preventieadviseur het verzoek en verstrekt hij aan de werkgever het advies bedoeld in § 2, derde lid, b).
De bepalingen van het tweede tot vierde lid doen geen afbreuk aan de verplichting voor de preventieadviseur om aan de werkgever maatregelen, die een bewarend karakter kunnen hebben, voor te stellen die tot doel hebben de risico's die een individueel karakter vertonen te ondervangen met het oog op het beperken van schade aan de fysieke en psychische integriteit van de werknemer die het verzoek heeft ingediend. § 4. De werkgever neemt de geschikte preventiemaatregelen om het gevaar dat voortvloeit uit een specifieke arbeidssituatie uit te schakelen en om de schade die hieruit voortvloeit te voorkomen of te beperken voor zover hij een impact heeft op het gevaar. § 5. De Koning kan de voorwaarden en de nadere regels betreffende de risicoanalyse, de preventiemaatregelen en de procedures vaststellen.".
Art. 10.In hoofdstuk Vbis van dezelfde wet wordt een afdeling 2 ingevoegd die volgt op afdeling 1, vervangen bij artikel 5, luidende : "Afdeling 2. - Bijzondere bepalingen betreffende geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk".
Art. 11.In hoofdstuk Vbis, afdeling 2, van dezelfde wet wordt een onderafdeling 1 ingevoegd, luidende : "Algemene bepaling en definitie".
Deze onderafdeling bevat de artikelen 32bis en 32ter.
Art. 12.In artikel 32bis, derde lid van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de woorden "dit hoofdstuk" vervangen door de woorden "deze afdeling".
Art. 13.In artikel 32ter van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het eerste lid, 1°, worden de woorden "dit hoofdstuk" vervangen door de woorden "deze afdeling";2° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "dit hoofdstuk" vervangen door de woorden "deze afdeling";3° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen" vervangen door de woorden "een onrechtmatig geheel van meerdere gelijkaardige of uiteenlopende gedragingen"; 4° in het eerste lid, 2°, worden de woorden "godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming" vervangen door de woorden "leeftijd, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, syndicale overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, een handicap, een fysieke of genetische eigenschap, sociale afkomst, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, geslacht, seksuele geaardheid, genderidentiteit en genderexpressie;"; 5° in het derde lid worden de woorden "pesterijen verband houden met" vervangen door de woorden "pesterijen of het geweld op het werk verband houden met"; 6° in het derde lid wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt : "3° de Richtlijn 2006/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 betreffende de toepassing van het beginsel van gelijke kansen en gelijke behandeling van mannen en vrouwen in arbeid en beroep.".
Art. 14.In hoofdstuk Vbis van dezelfde wet worden de woorden "Afdeling 2. Preventiemaatregelen" vervangen door de woorden "Onderafdeling 2. Bijzondere preventiemaatregelen".
Art. 15.In artikel 32quater van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, worden de woorden " § 1." opgeheven; 2° in § 1, derde lid, 2°, b), worden de woorden "en de vertrouwenspersoon, aangewezen voor de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk;" vervangen door de woorden "bedoeld in artikel 32sexies, § 1 en de vertrouwenspersoon;"; 3° in § 1, derde lid, 3° worden de woorden "die in contact komen met de werknemers bij de uitvoering van hun werk" opgeheven;4° paragraaf 2 wordt opgeheven.
Art. 16.In artikel 32sexies van dezelfde wet, vervangen bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, luidende : "De personen die deel uitmaken van het leidinggevend personeel mogen de functie van gespecialiseerd preventieadviseur niet uitoefenen."; 2° in paragraaf 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) het tweede lid wordt vervangen als volgt : "Hij verwijdert hen uit hun functie : 1° hetzij op eigen initiatief en na voorafgaand akkoord van alle leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité; 2° hetzij op vraag van alle leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité en met zijn akkoord."; b) in het vierde lid, worden de woorden "de vertrouwenspersoon" vervangen door de woorden "ten minste een van de vertrouwenspersonen";c) tussen het zesde en het zevende lid worden twee leden ingevoegd, luidende : "De vertrouwenspersoon die deel uitmaakt van het personeel van de onderneming waar hij zijn functie uitoefent kan noch werkgevers- noch personeelsafgevaardigde zijn in de ondernemingsraad of in het Comité voor preventie en bescherming op het werk van die onderneming, noch deel uitmaken van de vakbondsafvaardiging. De personen die deel uitmaken van het leidinggevend personeel mogen evenmin de functie van vertrouwenspersoon uitoefenen."; 3° er wordt een paragraaf 2/1 ingevoegd, luidende : " § 2/1.Indien alle leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité hierom verzoeken, is de werkgever verplicht een vertrouwenspersoon aan te duiden overeenkomstig de voorwaarden en de procedure bepaald bij § 2."; 4° er wordt een paragraaf 2/2 ingevoegd, luidende : " § 2/2.De opdrachten van de vertrouwenspersoon kunnen eveneens uitgeoefend worden onder dezelfde voorwaarden als deze bedoeld in § 2, vierde tot negende lid door : 1° de preventieadviseur vermeld in § 1; 2° de preventieadviseur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk bedoeld in artikel 33, § 1, tweede lid onder de voorwaarden bepaald door de Koning, behalve in de ondernemingen met minder dan 20 werknemers waar de functie van preventieadviseur wordt uitgeoefend door de werkgever, en behalve ingeval de betrokkene zelf of het Comité hiermee niet akkoord gaat.". 5° er wordt een paragraaf 2/3 ingevoegd, luidende : " § 2/3.Voor de toepassing van deze bepaling, wordt verstaan onder leidinggevend personeel : de personen belast met het dagelijks bestuur van de onderneming of instelling die gemachtigd zijn om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden, alsmede de personeelsleden, onmiddellijk ondergeschikt aan die personen, wanneer zij eveneens opdrachten van dagelijks bestuur vervullen.".
Art. 17.Artikel 32septies van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, wordt vervangen als volgt : "
Art. 32septies.§ 1. Wanneer er feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk ter kennis worden gebracht van de werkgever, treft deze geschikte maatregelen, overeenkomstig de bepalingen van dit hoofdstuk.
Wanneer de ernst van de feiten het vereist, treft de werkgever de nodige bewarende maatregelen.
Indien de werknemer gebruik heeft gemaakt van de procedure bedoeld in artikel 32/2, § 2, derde lid, b, treft de werkgever deze bewarende maatregelen, in voorkomend geval, op basis van de voorstellen van de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, meegedeeld in uitvoering van artikel 32quinquiesdecies, tweede lid, 3°, c, vooraleer deze laatste het advies bedoeld in artikel 32/2, § 2, derde lid, b heeft verstrekt. § 2. De preventieadviseur psychosociale aspecten is ertoe gehouden een beroep te doen op de met het toezicht belaste ambtenaar : 1° wanneer de werkgever de nodige bewarende maatregelen bedoeld in § 1 niet treft;2° wanneer hij, nadat hij zijn advies heeft verstrekt, vaststelt dat de werkgever geen maatregelen of geen geschikte maatregelen heeft getroffen en dat : a) hetzij er een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de werknemer bestaat; b) hetzij de aangeklaagde de werkgever is of deel uitmaakt van het leidinggevend personeel zoals gedefinieerd in artikel 32sexies, § 2/3.".
Art. 18.Artikel 32octies van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, wordt opgeheven.
Art. 19.In hoofdstuk Vbis van dezelfde wet worden de woorden "Afdeling 3" vervangen door de woorden "Onderafdeling 3".
Art. 20.In artikel 32nonies van dezelfde wet wordt het eerste lid, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, vervangen als volgt : "De werknemer die meent het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan, onder de voorwaarden en volgens de nadere regels vastgesteld met toepassing van artikel 32/2, § 5, zich richten tot de preventieadviseur of de vertrouwenspersoon bedoeld in artikel 32sexies om hen een informele psychosociale interventie te vragen of zich richten tot de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, om hem een formele psychosociale interventie te vragen voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk.".
Art. 21.In artikel 32tredecies van dezelfde wet, gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 1 wordt vervangen als volgt : " § 1.De werkgever mag noch de arbeidsverhouding van de werknemers bedoeld in § 1/1 beëindigen noch een nadelige maatregel treffen ten aanzien van dezelfde werknemers na de beëindiging van de arbeidsverhoudingen, behalve om redenen die vreemd zijn aan het verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, de klacht, de rechtsvordering of de getuigenverklaring.
Bovendien mag de werkgever, tijdens het bestaan van de arbeidsverhoudingen, ten opzichte van dezelfde werknemers, geen nadelige maatregel treffen die verband houdt met het verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag, met de klacht, met het instellen van een rechtsvordering of met het afleggen van een getuigenverklaring. De maatregel die getroffen wordt in het kader van de verplichting van artikel 32septies en die een proportioneel en redelijk karakter heeft, wordt niet beschouwd als een nadelige maatregel."; 2° er wordt een paragraaf 1/1 ingevoegd, luidende : " § 1/1.Genieten de bescherming bedoeld in paragraaf 1 : 1° de werknemer die op het vlak van de onderneming of instelling die hem tewerkstelt, overeenkomstig de geldende procedures, een verzoek tot formele psychosociale interventie heeft ingediend voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk;2° de werknemer die een klacht heeft ingediend bij de met het toezicht belaste ambtenaar bedoeld in artikel 80, waarbij hij de tussenkomst van deze ambtenaar verzoekt om één van de volgende redenen : a) de werkgever heeft geen preventieadviseur gespecialiseerd in de psychosociale aspecten van het werk aangeduid;b) de werkgever heeft niet voorzien in procedures die in overeenstemming zijn met afdeling 2 van dit hoofdstuk;c) volgens de werknemer heeft het verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk er niet toe geleid dat een einde werd gesteld aan de feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk;d) volgens de werknemer werden de procedures van afdeling 2 van dit hoofdstuk niet wettig toegepast;3° de werknemer die een klacht heeft ingediend bij de politiediensten, bij het openbaar ministerie of bij de onderzoeksrechter, waarbij hij hun tussenkomst verzoekt om één van de volgende redenen : a) de werkgever heeft geen preventieadviseur gespecialiseerd in de psychosociale aspecten van het werk aangeduid;b) de werkgever heeft niet voorzien in procedures die in overeenstemming zijn met afdeling 2 van dit hoofdstuk;c) volgens de werknemer heeft het verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk er niet toe geleid dat een einde werd gesteld aan de feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk;d) volgens de werknemer werden de procedures van afdeling 2 van dit hoofdstuk niet wettig toegepast;e) de interne procedure is niet geschikt, gelet op de ernst van de feiten waarvan hij het voorwerp is geweest;4° de werknemer die een rechtsvordering instelt of voor wie een rechtsvordering wordt ingesteld met het oog op het doen naleven van de bepalingen van afdeling 2 van dit hoofdstuk; 5° de werknemer die optreedt als getuige doordat hij, in het kader van het onderzoek van een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, in een ondertekend en gedateerd document de feiten die hij zelf heeft gezien of gehoord en die betrekking hebben op de toestand die het voorwerp is van het verzoek, ter kennis brengt van de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, of doordat hij optreedt als getuige in rechte."; 3° paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : " § 2.De bewijslast van de in § 1 bedoelde redenen en rechtvaardiging berust bij de werkgever, wanneer de arbeidsverhouding werd beëindigd of de maatregelen werden getroffen binnen twaalf maanden volgend op het indienen van een verzoek tot interventie, het indienen van een klacht of het afleggen van een getuigenverklaring.
Deze bewijslast berust eveneens bij de werkgever wanneer deze beëindiging plaatsvond of deze maatregel werd getroffen nadat een rechtsvordering werd ingesteld, en dit tot drie maanden na het in kracht van gewijsde gaan van het vonnis."; 4° in de paragrafen 3 en 4 worden de woorden "voor de feiten die tot de klacht aanleiding hebben gegeven" telkens vervangen door de woorden "voor de beëindiging of de wijziging";5° in § 4, eerste lid, 2°, worden de woorden "de eenzijdige wijziging van de arbeidsvoorwaarden" vervangen door de woorden "de door de werkgever getroffen maatregel"; 6° in § 6 wordt het eerste lid vervangen als volgt : "Wanneer een procedure op grond van een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt aangevat op het niveau van de onderneming of instelling, stelt de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, van zodra het verzoek werd aanvaard overeenkomstig de nadere regels vastgesteld door de Koning, de werkgever op de hoogte van het feit dat de werknemer die dit verzoek heeft ingediend of dat de werknemer die de getuigenverklaring heeft afgelegd de bescherming bedoeld in dit artikel geniet vanaf het ogenblik dat het verzoek in ontvangst werd genomen, op voorwaarde dat dit verzoek werd aanvaard, of vanaf het ogenblik dat de getuigenverklaring werd afgelegd."; 7° in paragraaf 6 wordt tussen het eerste en het tweede lid een lid ingevoegd, luidende: "De Koning stelt de voorwaarden en nadere regels vast betreffende de inontvangstneming van het verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk."; 8° in paragraaf 6, derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de woorden "in het eerste en tweede lid" worden vervangen door de woorden "in het eerste en derde lid"; b) de woorden "werd ingediend." worden vervangen door de woorden ", die voldoet aan de voorschriften van § 1/1, 2° en 3°, in ontvangst wordt genomen door de bestemmeling."; 9° paragraaf 6 wordt aangevuld met een lid, luidende : "Wanneer een werknemer of een organisatie bedoeld in artikel 32duodecies, eerste lid, een rechtsvordering instelt met het oog op het doen naleven van de bepalingen van deze afdeling, geniet de werknemer de bescherming vanaf het ogenblik van de betekening van de dagvaarding of vanaf het ogenblik van de neerlegging van het verzoekschrift ter griffie.Het komt de werknemer toe om zijn werkgever op de hoogte te brengen van het feit dat hij de bescherming geniet.".
Art. 22.In hoofdstuk Vbis van dezelfde wet worden de woorden "Afdeling 4. Informatie en toegang tot documenten" vervangen door de woorden "Afdeling 3. Mededeling van informatie en toegang tot documenten".
Art. 23.Artikel 32quaterdecies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, wordt vervangen als volgt : "
Art. 32quaterdecies.De werknemer die een formele psychosociale interventie verzoekt, ontvangt een kopie van zijn verzoek.
In het kader van een formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, ontvangen de aangeklaagde en de getuigen een kopie van hun verklaringen.".
Art. 24.Artikel 32quinquiesdecies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, wordt vervangen als volgt : "
Art. 32quinquiesdecies.De preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, en de vertrouwenspersonen zijn gehouden door het beroepsgeheim bedoeld in artikel 458 van het Strafwetboek.
In afwijking van deze verplichting gelden de volgende bepalingen : 1° in het kader van een informele psychosociale interventie delen de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon aan de personen die eraan deelnemen de informatie mee die naar hun mening pertinent is voor het goede verloop van deze interventie;2° in het kader van het onderzoek van het verzoek van een werknemer tot formele psychosociale interventie : a) deelt de preventieadviseur, van zodra het verzoek werd aanvaard, de identiteit van de verzoeker mee aan de werkgever, behalve in het kader van de informatie bedoeld in artikel 32/2, § 3, tweede lid;b) informeert de preventieadviseur, met toepassing van artikel 32/2, § 3, tweede lid, schriftelijk de werkgever over de risico's met een collectief karakter die voortvloeien uit het verzoek en, in voorkomend geval verstrekt hij in toepassing van artikel 32/2, § 3, vijfde lid, schriftelijk aan de werkgever de voorstellen voor individuele maatregelen;c) overhandigt de preventieadviseur een schriftelijk advies dat handelt over de resultaten van het onpartijdig onderzoek van het verzoek en waarvan de inhoud wordt vastgesteld door de Koning, aan de werkgever en aan de vertrouwenspersoon wanneer hij op informele wijze in dezelfde situatie is tussengekomen;d) verstrekt de preventieadviseur schriftelijk aan de verzoeker en aan de andere rechtstreeks betrokken persoon de voorstellen van preventiemaatregelen die betrekking hebben op de specifieke arbeidssituatie en die vervat zijn in het advies bedoeld in punt c) evenals hun verantwoording, waarbij deze laatste moet toelaten de situatie gemakkelijker te begrijpen en de afloop van de procedure gemakkelijker te aanvaarden;e) verstrekt de preventieadviseur die deel uitmaakt van een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk, op schriftelijke wijze, aan de preventieadviseur van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, de voorstellen van preventiemaatregelen die betrekking hebben op de specifieke arbeidssituatie, de voorstellen die tot doel hebben elke herhaling van de feiten in andere arbeidssituaties te voorkomen die vervat zijn in het advies bedoeld in punt c) evenals hun verantwoording, waarbij deze laatste hem moet toelaten zijn coördinatieopdrachten uit te voeren;3° onverminderd de bepaling van 2° verstrekt de preventieadviseur in het kader van het onderzoek van het verzoek van een werknemer tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk, de volgende inlichtingen : a) hij deelt aan de werkgever de identiteit mee van de getuigen bedoeld in artikel 32tredecies, § 1/1, 5°;b) hij deelt aan de aangeklaagde de feiten mee die hem ten laste worden gelegd;c) hij deelt aan de werkgever voorstellen voor bewarende maatregelen mee vóór de overhandiging van het advies bedoeld in 2°, c, indien de ernst van de feiten het vereist;d) hij verstrekt aan ieder die een belang kan aantonen een kopie van het document waarbij de werkgever op de hoogte wordt gebracht van het feit dat een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk werd ingediend evenals een kopie van het verzoek tot interventie van de met het toezicht belaste ambtenaar bedoeld in artikel 32septies;e) hij deelt aan het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en aan het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen het advies mee bedoeld in 2°, c), evenwel zonder dat het Centrum en het Instituut het advies mogen overmaken aan de werknemer, wanneer deze instellingen hierom schriftelijk verzoeken en voor zover de werknemer over dit verzoek schriftelijk zijn akkoord heeft gegeven;4° de preventieadviseur houdt het individueel dossier van het verzoek, met inbegrip van de documenten die de verklaringen bevatten van de personen die in het kader van een formele psychosociale interventie werden gehoord door de preventieadviseur, ter beschikking van de met het toezicht belaste ambtenaar;5° de preventieadviseur houdt het individueel dossier van het verzoek, met inbegrip van de documenten die de verklaringen bevatten van de personen die in het kader van een formele psychosociale interventie werden gehoord door de preventieadviseur, ter beschikking van het openbaar ministerie, voor zover deze personen in hun verklaring schriftelijk hebben toegestemd met deze overdracht;6° de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon kunnen met de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer de informatie uitwisselen die naar hun mening noodzakelijk is opdat geschikte maatregelen zouden kunnen genomen worden ten aanzien van de werknemer die meent schade ten gevolge van psychosociale risico's op het werk te ondervinden, op voorwaarde dat de werknemer schriftelijk heeft toegestemd met deze uitwisseling; 7° de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon wisselen met elkaar de informatie uit die nodig is voor het vervullen van hun opdrachten.".
Art. 25.Artikel 32sexiesdecies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, wordt vervangen als volgt : "
Art. 32sexiesdecies.De werkgever bezorgt uitsluitend aan de volgende personen een afschrift van het advies van de preventieadviseur bedoeld in artikel 32quinquiesdecies, tweede lid, 2°, c) : 1° de werknemer ten aanzien van wie de werkgever in toepassing van dit hoofdstuk overweegt maatregelen te nemen die de arbeidsvoorwaarden van de werknemer kunnen wijzigen;2° de persoon die een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk heeft ingediend of de in dit verzoek vermelde aangeklaagde, in de hypothese dat zij overwegen een rechtsvordering in te stellen. Indien de werkgever het noodzakelijk acht met het oog op de toepassing van de preventiemaatregelen, bezorgt hij aan de leden van de hiërarchische lijn van de verzoeker, de elementen van het advies die noodzakelijk zijn om deze doelstelling te bereiken.
De wetgeving betreffende de openbaarheid van bestuur is niet van toepassing : 1° op het in het eerste lid bedoelde afschrift van het advies van de preventieadviseur ten aanzien van de werkgever die een administratieve overheid is in de zin van deze wetgeving; 2° op de documenten van het individueel dossier van het verzoek die in het bezit zijn van de met het toezicht belaste ambtenaar.".
Art. 26.In artikel 32septiesdecies van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in de Nederlandstalige tekst worden de woorden "De betrokken persoon heeft," opgeheven en worden de woorden "heeft de betrokken persoon" ingevoegd tussen de woorden "persoonsgegevens," en de woorden "geen toegang";2° in de bepaling onder 1° worden de woorden "buiten het onderzoek van een met redenen omklede klacht" vervangen door de woorden "in het kader van een informele psychosociale interventie";3° de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : "2° het verzoek tot formele psychosociale interventie, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 32quaterdecies, eerste lid, en artikel 32quinquiesdecies, tweede lid, 3°, b)";4° in de bepaling onder 3° worden de woorden "de met redenen omklede klacht" vervangen door de woorden "het verzoek tot formele psychosociale interventie"; 5° de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt : "4° het advies van de preventieadviseur, onder voorbehoud van de toepassing van artikel 32quinquiesdecies, tweede lid, 2°, c), d), e), en artikel 32sexiesdecies;"; 6° het woord "preventieadviseur" wordt vervangen door de woorden "preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1".
Art. 27.In artikel 32octiesdecies, tweede lid, van dezelfde wet, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, worden de woorden "die werden vastgesteld naar aanleiding van feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk" vervangen door de woorden "die voortvloeien uit de toepassing van dit hoofdstuk".
Art. 28.In dezelfde wet wordt een artikel 32noniesdecies ingevoegd, luidende : "
Art. 32noniesdecies.In het arbeidsreglement worden ten minste de volgende elementen opgenomen : 1° de coördinaten van de preventieadviseur bedoeld in artikel 32sexies, § 1, of van de dienst voor preventie en bescherming op het werk waarvoor deze preventieadviseur zijn opdrachten uitvoert en, in voorkomend geval, deze van de vertrouwenspersoon; 2° de procedures bedoeld in artikel 32/2, § 2, derde lid, en 32quater, derde lid, 2°.".
Art. 29.In dezelfde wet wordt een artikel 32vicies ingevoegd, luidende : "
Art. 32vicies.De met het toezicht belaste ambtenaar houdt het individueel dossier van het verzoek, met inbegrip van de documenten die de verklaringen bevatten van de personen die in het kader van een formele psychosociale interventie werden gehoord door de preventieadviseur, ter beschikking van het openbaar ministerie, voor zover deze personen in hun verklaring schriftelijk hebben toegestemd met deze overdracht.".
Art. 30.In artikel 33, § 1, vierde lid, van dezelfde wet worden de woorden "4 tot 32" vervangen door de woorden "4 tot 32vicies".
Art. 31.In de wet wordt een artikel 53bis ingevoegd luidende : "
Art. 53bis.De bepalingen van de artikelen 52 en 53 zijn eveneens van toepassing wanneer er uitsluitend aan de leden vertegenwoordigers van de personeelsleden binnen het Comité bepaalde opdrachten worden toegewezen in toepassing van deze wet en zijn uitvoeringsbesluiten, tenzij deze wet of de uitvoeringsbesluiten dit uitdrukkelijk anders bepalen.".
Art. 32.In artikel 59, § 1, eerste lid, 2°, van dezelfde wet worden de woorden "of vertrouwenspersoon" ingevoegd tussen de woorden "op het werk" en de woorden ". De Koning bepaalt". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 15/01/2008 numac 2007001067 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot instelling van de arbeidsreglementen sluiten tot instelling van de arbeidsreglementen
Art. 33.Artikel 14, 2°, s), gewijzigd bij de wet van 10 januari 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2007 pub. 06/06/2007 numac 2007200952 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot wijziging van verschillende bepalingen betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk waaronder deze betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk sluiten, wordt vervangen als volgt : "s) de elementen bedoeld in artikel 32noniesdecies van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.". HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepalingen
Art. 34.Het artikel 32tredecies van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk dat van toepassing was vóór de inwerkingtreding van deze wet blijft van toepassing op de werknemers die een klacht hebben ingediend, een getuigenverklaring hebben afgelegd of een rechtsvordering hebben ingesteld vóór de inwerkingtreding van deze wet.
Met uitzondering van artikel 32sexiesdecies, derde lid en artikel 32quinquiesdecies, tweede lid, 4°, zijn de artikelen 32septies en 32quaterdecies tot 32septiesdecies van bovenvermelde wet die van toepassing waren voor de inwerkingtreding van deze wet van toepassing op de met redenen omklede klachten die werden ingediend voor de inwerkingtreding van deze wet.
Art. 35.De personen die vóór de inwerkingtreding van deze wet als preventieadviseur gespecialiseerd in de psychosociale aspecten of als vertrouwenspersoon waren aangewezen, kunnen hun functie blijven uitoefenen, zelfs indien de voorwaarden van de artikelen 32sexies, § 1, derde lid en 32sexies, § 2, zevende en achtste lid, van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk niet worden vervuld.
Art. 36.De elementen bedoeld in artikel 32noniesdecies van de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk worden opgenomen in het arbeidsreglement binnen een termijn van zes maanden vanaf de inwerkingtreding van deze wet. HOOFDSTUK 5. - Slotbepalingen
Art. 37.Deze wet treedt in werking op de eerste dag van de dertiende maand die volgt op de maand waarin ze is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
De Koning kan een datum van inwerkingtreding bepalen voorafgaand aan de datum vermeld in het eerste lid.
Gegeven te Brussel, 28 februari 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken : 53 - 3101 Integraal verslag : 7 november 2013 Senaat (www.senate.be) : Stukken : 5 - 2467 Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat