gepubliceerd op 29 april 2014
Wet houdende invoeging van Boek XVIII "Maatregelen voor crisis beheer" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XVIII, in boek XV van het Wetboek van economisch recht
27 MAART 2014. - Wet houdende invoeging van Boek XVIII "Maatregelen voor crisis beheer" in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek XVIII, in boek XV van het Wetboek van economisch recht (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK 1. - Algemene bepaling
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK 2. - Het Wetboek van economisch recht
Art. 2.In het Wetboek van economisch recht wordt een boek XVIII ingevoegd, luidende : "BOEK XVIII. - Maatregelen voor crisisbeheer TITEL 1. - Reglementering in crisistijd Art. XVIII.1. § 1. Wanneer uitzonderlijke omstandigheden of gebeurtenissen de goede werking van de economie geheel of gedeeltelijk in gevaar brengen of kunnen brengen, kan de minister het aanbieden en verrichten van diensten, de invoer, de productie, de fabricage, de bereiding, het in bezit houden, de verwerking, het gebruik, de verdeling, de aankoop, de verkoop, de uitstalling, de vertoning, het te koop aanbieden, de levering en het vervoer van producten die hij aanwijst, verbieden, reglementeren of controleren.
Hij kan de uitoefening van deze activiteiten voorbehouden aan personen of bedrijven die hij aanwijst of de inrichtingen sluiten waarvan de activiteit hem overbodig of schadelijk voorkomt.
Hij mag de bevoorrading van elke persoon en onderneming die een bedrijvigheid uitoefenen die op grond van het eerste lid wordt gereglementeerd of gecontroleerd, inkrimpen of schorsen, wanneer zij weigeren de instructies, die hun worden verstrekt, uit te voeren of als zij door hun verzet, hun nalatigheid of om een andere reden de goede werking van de economie volledig of gedeeltelijk belemmeren.
De maatregelen, bedoeld in voorgaande leden, beperken zich tot wat strikt noodzakelijk is voor het oplossen of het vermijden van de economische moeilijkheden, die worden of kunnen worden veroorzaakt door de uitzonderlijke omstandigheden of gebeurtenissen. Ze zijn beperkt in de tijd en mogen niet langer duren dan voornoemde omstandigheden of gebeurtenissen vereisen. § 2. Het ministerieel besluit genomen op basis van voorgaande paragraaf, wordt zo spoedig mogelijk bevestigd door een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Indien dit besluit niet wordt bevestigd door de Koning, wordt het geacht nooit uitwerking te hebben gehad.
TITEL 2. - Opeising in crisistijd Art. XVIII.2. § 1. Wanneer onvoorziene omstandigheden of gebeurtenissen de goede werking van de economie geheel of gedeeltelijk in gevaar brengen of kunnen brengen, kan de minister, uit dringende collectieve noodzaak en bij gebrek aan enig ander redelijk middel binnen een gepaste termijn overgaan of doen overgaan tot opeising tegen betaling van producten, om ze ter beschikking te stellen, hetzij van de Staat, hetzij van de openbare besturen of diensten, hetzij van private personen of inrichtingen.
De minister mag, mits bezoldiging, alle nuttige verplichtingen opleggen voor de tenuitvoerlegging van deze opeisingen. § 2. De in paragraaf 1 bedoelde opeising van goederen mag slaan, hetzij op de voorwerpen zelf, hetzij op de inrichting of het materieel waarmee zij worden voortgebracht, verwerkt, vervoerd, te koop gesteld of in bezit gehouden. § 3. Op straffe van nietigverklaring wordt het bevel tot opeising schriftelijk geformuleerd en door de minister of zijn afgevaardigde ondertekend.
Het bevel vermeldt de aard, de duur van de opeising, de voorwaarden waaronder de opeising moet worden uitgevoerd en eventueel de hoeveelheid betrokken producten.
Het bevel tot opeising wordt met ontvangstmelding door de in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren betekend aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon of houder, in welke hoedanigheid ook, van de opgeëiste goederen.
In geval van noodzaak mag het bevel tot opeising mondeling worden geformuleerd en achteraf door de minister overeenkomstig het eerste lid bevestigd. § 4. Het ministerieel besluit waarbij de minister overgaat of doet overgaan tot de opeisingen bedoeld in de voorgaande paragrafen, wordt zo spoedig mogelijk bevestigd door een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de Ministerraad.
Indien dit besluit niet wordt bevestigd door de Koning, wordt het geacht nooit uitwerking te hebben gehad. § 5. De in deze titel vermelde opeisingen zijn niet onderworpen aan de wet van 5 maart 1935 betreffende de burgers opgeroepen bij vrijwillige verbintenis of bij opeising, om de werking van de openbare diensten in oorlogstijd te verzekeren, noch aan de op grond van deze wet genomen reglementen.
TITEL 3. - Gemeenschappelijke bepalingen Art. XVIII.3. De minister mag alle maatregelen bevelen van openbaarmaking betreffende de krachtens artikel XVIII.1 en artikel XVIII.2 opgelegde verplichtingen of betreffende de tenuitvoerlegging van deze verplichtingen.
De in artikel XV.2 bedoelde ambtenaren kunnen belast worden met de uitvoering van de op grond van deze Titel genomen beslissingen.
Art. XVIII.4. Bij de toepassing van de bepalingen van dit boek, kunnen de producenten en de verdelers niet weigeren naar best vermogen en onder voorwaarden conform de handelsgebruiken aan de vraag van de verdelers of verbruikers naar producten of dienstverstrekkingen te beantwoorden, als die vraag niet abnormaal voorkomt."
Art. 3.In boek XV, titel 2, hoofdstuk 1 van hetzelfde Wetboek, wordt een afdeling 7 ingevoegd, luidende : "Afdeling 7. - De bijzondere bevoegdheden inzake opsporing en vaststelling van inbreuken op boek XVIII Art. XV.28. Bij de uitvoering van hun taak kunnen de ambtenaren bedoeld in artikel XV.2 : 1° kennisgeving doen van de regelmatig voorgeschreven opeisingen, ze uitvoeren of doen uitvoeren;2° van de gemeentebesturen de nodige middelen opeisen voor de vervulling van hun opdracht.Deze gemeentebesturen kunnen, te dien einde, in de persoon van de burgemeester, van een der schepenen, van de gemeentesecretaris of van ambtenaren van de lokale en federale politie worden opgeëist.
Zij kunnen er onder meer toe gehouden worden de inbeslaggenomen waren in ontvangst te nemen, er het vervoer van te verzekeren en er de bewakers van te zijn."
Art. 4.In boek XV, titel 3, hoofdstuk 2, van hetzelfde Wetboek, wordt een afdeling 11/2 ingevoegd, luidende : "Afdeling 11/2. - De straffen voor de inbreuken op boek XVIII Art. XV.125/24. Met een sanctie van niveau 3 worden gestraft zij die de bepalingen van boek XVIII en de in uitvoering ervan genomen besluiten overtreden, alsmede de gemeentelijke overheden, de ambtenaren en beambten van het Rijk, de provincies en gemeenten alsmede de er van afhangende organismen, die weigeren de besluiten of onderrichtingen uit te voeren die worden uitgevaardigd in uitvoering van de artikelen XVIII.1 en XVIII.2, hetzij door hun verzet, hetzij door hun nalatigheid, de uitvoering belemmeren." HOOFDSTUK 3. - Opheffingsbepalingen
Art. 5.De artikelen 3 en 4 van de wet van 22 januari 1945Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1945 pub. 20/09/2016 numac 2016000546 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de economische reglementering en de prijzen. - Officieuze coördinatie in het Duits van de federale versie sluiten betreffende de economische reglementering en de prijzen worden opgeheven. HOOFDSTUK 4. - Overgangsbepalingen
Art. 6.De reglementaire bepalingen en de sectorale of individuele beslissingen genomen in uitvoering van de bepalingen bedoeld in artikel 5, blijven van toepassing tot zij uitdrukkelijk worden opgeheven. HOOFDSTUK 5. - Bevoegdheidstoewijzing
Art. 7.De bestaande wetten en koninklijke besluiten die verwijzen naar de opgeheven bepalingen bedoeld in de artikel 5, worden geacht te verwijzen naar de overeenkomstige bepalingen in het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet.
Art. 8.De Koning kan de verwijzingen in bestaande wetten en koninklijke besluiten naar de opgeheven bepalingen bedoeld in artikel 5 vervangen door verwijzingen naar de ermee overeenstemmende bepalingen in het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet.
Art. 9.De Koning kan de bepalingen van het Wetboek van economisch recht, zoals ingevoegd bij deze wet, coördineren met de bepalingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie.
Daartoe kan Hij : 1° de volgorde en de nummering van de te coördineren bepalingen veranderen en in het algemeen de teksten naar de vorm wijzigen;2° de verwijzingen die voorkomen in de te coördineren bepalingen met de nieuwe nummering doen overeenstemmen;3° zonder afbreuk te doen aan de beginselen die in de te coördineren bepalingen vervat zijn, de redactie ervan wijzigen om ze onderling te doen overeenstemmen en eenheid in de terminologie te brengen. HOOFDSTUK 6. - Inwerkingtreding
Art. 10.De Koning bepaalt de datum van inwerkingtreding van elke bepaling van deze wet en van elke bepaling ingevoegd door deze wet in het Wetboek van economisch recht.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Economie en Consumenten, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM _______ Nota (1) Kamer van volksvertegenwoordigers : (www.dekamer.be) Stukken : 53-3201 - 2013/2014.
Integraal Verslag : 13 februari 2014.
Senaat : (www.senate.be) Stukken : 5-2485 - 2013/2014.
Handelingen van de Senaat : 13 maart 2014.