gepubliceerd op 05 december 2006
Wet houdende een begeleidingsmaatregel voor de voorraadactualisering door de erkende diamanthandelaars
26 NOVEMBER 2006. - Wet houdende een begeleidingsmaatregel voor de voorraadactualisering door de erkende diamanthandelaars (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :
Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
Art. 2.De erkende diamanthandelaars die vallen onder de toepassing van de BTW-vrijstelling bepaald bij artikel 42, § 4, 1°, van het BTW-Wetboek kunnen met betrekking tot het belastbaar tijdperk dat betrekking heeft op het aanslagjaar 2007 onder de toepassing van deze wet overgaan tot een actualisering van de waarde van de voorraad aan ruwe en geslepen diamant in de jaarrekening die ten grondslag ligt aan de heffing inzake de vennootschapsbelasting of de belasting der niet-inwoners vennootschappen, of de boekhouding die ten grondslag ligt aan de heffing inzake de personenbelasting of de belasting der niet-inwoners natuurlijke personen.
Het bedrag waarmee de waarde van de voorraad in toepassing van deze actualisering wordt verhoogd, wordt uitsluitend onderworpen aan : - een heffing van 4,5 percent voor wat betreft de belastingplichtigen onderworpen aan de vennootschapsbelasting of de belasting der niet-inwoners vennootschappen; - een heffing van 16,5 percent voor wat betreft de belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting of de belasting der niet-inwoners natuurlijke personen, en dit met uitsluiting wat dit bedrag betreft van respectievelijk de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting der niet-inwoners, en van de aanvullende gemeentebelasting.
De toepassing van de in het tweede lid bedoelde heffing op het bedrag van de actualisering van de waarde van de in de boeken opgenomen diamantvoorraad die wordt doorgevoerd met toepassing van de bepalingen van deze wet, doet geen afbreuk aan de toepassing van de normale tarieven inzake de personenbelasting, vennootschapsbelasting of belasting der niet-inwoners, met inbegrip van de in het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 bepaalde belastingverhogingen en boetes, evenals van desgevallend de afzonderlijke aanslag bepaald bij de artikelen 219 en 233 van hetzelfde Wetboek, voor wat betreft diamantvoorraden die ofwel niet in de boeken zouden zijn opgenomen of die al dan niet samen met de in deze wet bedoelde actualisering van de waarde van de diamantvoorraad, aan het in de boeken aanwezige aantal karaten aan diamant zouden worden toegevoegd.
De actualisering van de waarde van de voorraad kan plaatsvinden op enige datum vanaf de datum van de bekendmaking van deze wet in het Belgisch Staatsblad en ten laatste op 18 december 2006, en heeft betrekking op de op de dag van de waardeactualisering aanwezige voorraad uitgedrukt in karaat, zonder dat het volume aan voorraad dat in aanmerking komt voor de actualisering van de waarde groter kan zijn dan een voorraadvolume, uitgedrukt in karaat, waarvan de onderneming aantoont dat zij er over beschikte op enig tijdstip tussen 1 januari 2005 tot en met 31 december 2005.
De aldus in de rekeningen geactualiseerde voorraadwaarde wordt fiscaal in aanmerking genomen voor de volgende belastbare tijdperken.
De actualisering van de waarde van de voorraad onder de toepassing van deze wet, vereist : - de betaling van de bij dit artikel bepaalde heffing ten laatste op 20 december 2006, volgens de betalingsmodaliteiten vastgesteld bij besluit genomen door de minister van Financiën; - de indiening van een bijzondere aangifte waarvan het model wordt vastgesteld bij besluit genomen door de minister van Financiën.
Art. 3.De belastingplichtigen onderworpen aan de vennootschapsbelasting en aan de belasting der niet-inwoners vennootschappen zijn er toe gehouden bij de eerstvolgende afsluiting van de rekeningen het bedrag waarmee de voorraadwaarde toeneemt door de actualisering ervan onder de toepassing van deze wet, op te nemen in een afzonderlijke onbeschikbare reserverekening op het passief van de balans.
In de mate geen onbeschikbare reserve wordt gevormd of in de mate aan deze voorwaarde van onbeschikbaarheid met betrekking tot enig later belastbaar tijdperk niet langer wordt voldaan, is een aanvullende heffing in het kader van de vennootschapsbelasting of de belasting der niet-inwoners vennootschappen verschuldigd van : - 25 percent in de mate geen onbeschikbare reserve wordt gevormd of in de mate aan de voorwaarde van onbeschikbaarheid niet langer wordt voldaan met betrekking tot een belastbaar tijdperk dat valt onder de aanslagjaren 2008, 2009 of 2010; - 15 percent in de mate aan de voorwaarde van onbeschikbaarheid niet langer wordt voldaan met betrekking tot een belastbaar tijdperk dat valt onder aanslagjaar 2011 of 2012; - 10 percent in de mate aan de voorwaarde van onbeschikbaarheid niet langer wordt voldaan met betrekking tot een belastbaar tijdperk dat valt onder de aanslagjaren 2013 tot en met 2017.
Aan de vereiste van onbeschikbaarheid wordt niet langer voldaan indien de reserve : - niet langer geboekt blijft als een afzonderlijke onbeschikbare reserve, anders dan in geval van incorporatie van de reserve in het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap; - wordt aangewend voor een verdeling aan de aandeelhouders weze het als dividend, naar aanleiding van een inkoop van aandelen, of gehele of gedeeltelijke verdeling van het vermogen.
In geval van incorporatie van de onbeschikbare reserve in het kapitaal van de vennootschap behoudt deze haar aard van verplicht onbeschikbare reserve voor de toepassing van dit artikel.
Art. 4.De onbeschikbare reserve gevormd in toepassing van artikel 3 wordt voor wat betreft de aanslagjaren 2007 tot en met 2017 in mindering gebracht van het bedrag aan eigen vermogen dat ten grondslag ligt aan de berekening van de aftrek voor risicokapitaal bedoeld in artikel 205bis en volgende van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992. Het voorgaande is niet langer van toepassing voor zover, en vanaf het aanslagjaar met betrekking waartoe, deze reserve onderworpen wordt aan de aanvullende heffing bedoeld in artikel 3, tweede lid.
Art. 5.De in de artikelen 2 en 3 bedoelde heffingen zijn voor de toepassing van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 niet aftrekbaar als beroepskosten.
Art. 6.Deze wet treedt in werking de dag waarop zij in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.
Gegeven te Napels, 26 november 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS Met 's Lands zegel gezegeld : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Parlementaire wijzigingen : Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 51-2707 - 2006/2007 : Nr.1 : Wetsontwerp.
Nr. 2 : Verslag.
Nr. 3 : Tekst verbeterd door de commissie.
Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.
Integraal verslag : 9 november 2006.
Stukken van de Senaat : 3-1901 - 2006/2007 : Nr. 1 : Ontwerp niet geëvoceerd door de Senaat.